VIJFTIG JAAR GLASINDUSTRIE
-i
■g j "3
MAANDAG 18 JUNI 1928
VIERDE BLAD
GOUDEN JUBILé DER N. y. GLASFABRIEK „LEERDAM"
PAG1NA 4
EEN KRUISGESPREK MET INDIË
WAARIN EEN KLEIN LAND GROOT KAN ZIJN
HALLO DEN HAAG - HALLO BANDOENG!
verstaanbaar is, want lioe later op den dag
hoe ongestoorder de sfeer.
MODEPRAATJES.
HANDELSBERICHTEN.
In 't verleden ligt het heden
In het nu wat worden zal.
Op een stormachtige» flag dor vorige week
Afzochten we het kleine stadje Leerdam aan
'ie Ltnge. \Yo waren er voor dien nooit ge
weest, om de eenvoudige reden, dat niemand
er aan denlct een zich in het alledaagsohe le
ven niet op den voorgrond dringend klein
stadje te gaan bezoeken, wanneer daartoe geen
bijzondere aanleiding bestaat. Maar nu was ons
een prachtuitgave van een gedenkboek be
zorgd, gewijd aan het 50-jarig bestaan der N.V.
(Vlasfabriek; „Leerdam", waarin we aan het
•dot var. een artikel van Dr. P. H. Berlage
laz«a
„ï'in wï! men dan het geheele technische en
kunstzinnige bedrijf zich zien bewegen, hoe
Ba vele bewerkingen vanuit de gloeiende mas
sa het giszeil voorwerp it: al zijn klare pracht
ta voorschijn komt, dan zal een gang door de
fabriek ais een bizonder genot in de herinne
ring uckterblijvon".
L«i goudoa jubilé van scheppende» arbeid,
een bedrijf, dat kunst tn de industrie heeft
peltracht, ecu gang dcor de fabriek, met de
blther.do herinnering van oen bijzonder genot
W>ü er ooit een r/e.rec-ci"r aanleiding kunnen
!'x*daa& voor ccn bezoek aan Leerdam? Met
terdaad a dbV-ri wij ons antwoord reeds op die
Vraag gegeven. We zijn naar Leerdam gegaan;
we hebben er de isiasf abri cage gezien van
ruw materiaal tot gliasterenden bokaal.
Te Leerdam bestond in de jaren 1875—1S77
een havdglasfabriek, die werd geëxploiteerd
door de firma Jeekel, Mijnssen en Co. H&t hard-
glas-procedé, vervaardigd volgens het systeem
van Aa de la Bastie, vond eerst toepassing in
1874, zoodat men derhalve te Leerdam zich
deze uitvinding zeer spoedig had ten nutte
gemaakt. Men dankte dit aan den toen maligen
burgemeester van het stadje, den heer C. A.
Jeekel, een man van forsehe werkkracht, be
zield met durf en initiatief, geprezen om zijn
voor! vn ren^bf-ï/* *p nTMfcra-prnto&szer'st.
»»ekei mede-oprichter der fabriek
1839—1885.
Burgemeester Jeekel, tevens directeur der
Leerdamsche hardglasfabriek, vond bij de op
richting daarvan een medestander en bij het
beheer een medevennoot in den heer J. J. Mijns-
sen en zij beiden assumeerden zich als derden
man, den heer O. H. L. Nieuwenhuyzen, om
op den 3en September 1877 de commanditaire
vennootschap te vormen tot exploitatie eener
fabriek van haif-kristal en kristal.
Kr volgden verschillende moeilijke jaren.
Materieel, gereedschappen en werkkrachten
moest men groot endeels uit het. buitenland
laten komen. De inrichting en het op gang
brengen der smeltovens kostte ontzaglijk veel
geld. De periode der industrieele „kinder
ziekte" duurde long, schrijft Karei Wasch, de
huidige directiesecretaris, in het onder zijn
redactie uitgegeven gedenkboek: „Vijftig Jaar
Glasindustrie".
Willen wij nu ons een overzichtelijk beeld
geven der verdere historie dor heden tot een
grootbedrijf van industrieele kunst opgebloei-
dè fabriek iu enkele volzinnen samendringen,
dan borgen wij deze liet best bij den President-
directeur, den heer P. M. Oochius, die thans
als de bezielende leide, aan het hoofd van het
bedrijf staat. In den ontwikkelingsgang wor
den door hem drie tijdperken onderscheiden.
Hot eerste of vooroorlogsche tijdperk noemt
hij de patriarchale periode, toen de onderne
ming zonder eeniga fabrieksorganisatle werk
te. Het tweede tijdperk betitelt hij ais de oor
logsperiode, waarin de rustige fabricage ver
anderde in een koortsachtig bedrijf en waarin
belangrijke winsten werden gemaakt. Als een
derde tijdperk beschouwt de heer Cochius do
laotsie tien jaren.
Het opent met het einde van den oorlog
onder de hoopvolle omstandigheden der na-
oo 1 gsche hoogconjunctuur. Het omvat de in
1920 plotseling intredende reactie met als ge
volg dc worsteling om het bestaan der fabriek.
Het. is het tijdperk, dat een bijna hovenmeu-
scheiijke energie van de directie, oischte, naast
vos'" leiding, optimisme en eindeloos geduld;
bei tijdperk der groote verliezen en der crisis
in liet commissariaat, maar meteen ook van
do organisatie en de ervaring, dat een massa-
bedrijf a esthetisch kan ontwaken, dat In
dustrieele kunst bestaanbaar is; het tijdperk
ten slotte, waarin het „Worstelend Waakzaam"
van de Bazel het richtsnoer jg geworden om
een eoed en schoon product te leveren, waar
van de gemeenschap vreugd beleeft, waarop
een bedrijf zich beroemen mag, dat beschei
den begonnen na vijftig jaren verzekerd be
staan verschaft aan 1300 tot 1400 werkers.
Na deze min of meer historische acte komen
we aan het tweede bedrijf van onze film-, den
rondgang door de fabrieken. In den heer ir.
H. J. W. Reus hebben wij slt venia verbo
- een toegewijden explicateur.
Buiten op het enorme fabrieksterrein wor
den we eerst opmerkzaam gemaakt op een ont-
zagwekkenden transporteur, die langs een
luchtspoor over den Lingedijk heen, naar ach
ter het fabriekscomplex is gelegen, voert van
Het etsen van het glas-
de grondstoffen-opslagplaats naar de schepen
in de rivier. Het doel van dien reusachtige»
vervoerder laat zich gemakkelijk Taden. Hij is
constant bezig met grondstoffen binnen te
brengen voor de „smelt" te weten het ver-
eisehte zand, waaruit na toevoeging van soda
en kalk of potasch en menie respectievelijk ge
woon wit glas en kristal wordt gesmolten. Ook
doet hij karwei voor de ovens, waar dagelijks
heel wat brandstof in verdwijnt.
Het smelten van het materiaal, voor de glas-
fabricage, waarover we zoo terloops zijn inge
licht, wordt voorafgegaan door het mengen, in
de vaktaal als het „gemeng" aangeduid. Het
is een eenvoudig zij het ook minutieus werk,
waarbij de arbeiders met de schop en de rou-
leerende trommels der mengmachines een
physieke, de chemlker door ?ijn berekening
een spiritueele functie hebben te vervullen.
Toch is dit laatste weer niet zoo eenvoudig,
want de Leerdamsche Glasfabriek maakt ve
lerlei artikelen, waarvoor men vele soorten
glas noodig heeft. Deze soorten worden ver
kregen door toevoeging van louterings- en kleu
ringsmiddelen, terwijl zuiver zand met min-
der dan 0.03 ijzeroer nog een groene kleur
aan hot glas geeft. Het kleurglas moet worden
verkregen door toevoeging aan het gemeng van
oxyde, bruinsteen cobald, koper enz. om daar
uit na iiet smeltingsproces te kunnen blazen
of persen de massaproducten verpakking3glas
bonderden soorten 'flesschen en conserven-
potten gloeilampen, goedkoope en dure
drinkservlezen, luxe glas en kristal, diverse
Unica, Graniver of steenglas voor vloer- en
w and bek'eed i n g, in hoofdzaak ais tegeivorm
gebruikt, doch ook aangewend als mozaïk,
waartoe het in groote verscheidenheid van
kleuren, egaal of fraai gestroomd, wordt ver
vaardigd en dan nog het allernieuwste het
z.g. Vitrica, een toepassing der Unica techniek
op vlak glas om in lood gevat, gecombineerd
met vlak glas als een artistiek gedecoreerd
raam een zeldzaam effect te maken.
We hebben in dit prozaïsch beeld reeds een
belangrijk onderdeel der Leerdamsche glasin
dustrie gezien. We zagen meteen wat men daar
zoo al van glas maakt, doch men moot nu niet
denken, dat. al is liet glasblazen een kunst,
RMMh,
P- hl. Lochius. de tegenwoordige directeur.
de duizenden artikelen, die er ge/blazen, of
nog talrijker geperst worden, kunstproducten
zijn. Bovendien is het ons hij deze bedrijfs
film niet zoozeer te doen om de kunst te laten
zien als wel den arbeid en daarvan krijgt men
eerst een just idee bij de smeltovens.
Hot gemeng wordt in groote leemen potten
gedaan, die met groote omzichtigheid van we-
ge het hellevuur in de te midden der hooge
fabriekshal gebouwde smeltovens worden ge
plaatst. De vuurgloed blakert de gezichten der
werklui, wanneer ze van hun ijzeren slee
wagentjes de petten laten glijden in de mon
den van den Boëtius oven. Wat daar binnen
geschiedt? Men kan liet enkel constateeren.
Het gemeng versmelt tot een gloeiende brei
en de blazer komt met zijn blaaspijp, prikt
daaraan een klompje wit gloeiend glas uit den
pot in den oven, loopt naar een gereedstaan-
den Ijzeren vorm, steekt het klompje aan de
pijp daarin, blaast aan het boveneind der pijp,
terwijl hij ze met zijn handen doet ronddraaien
en daar komt een karaf een vaas, een romp
van een kan te voorschijn die verder nog ge
fatsoeneerd moeten worden door een tuit of
een oor of wat er voorts aan ontbreekt.
Anderen blazen ballonnetjes zooals kinderen
zeepbellen, met dit verschil, dat het eerste een
warme en het laatste een frissche bezigheid
ia. Nog anderen tooveren uit hun pijp de kel
ken van drinkglaasjes, waaraan hun hulpen
vliegensvlug uit kleine klompjes gloeiend glas
de stengelige „beentjes" plakken, terwijl de
derde man er even rap het wel gevormde voetje
onder weet te goochelen.
Daarmee is zoo'n glaasje, likeur-, wijn- of
champagneglas nog niet klaar. Het kelkje is
van boven nog gesloten, de kop moet er nog
afspringen, hetgeen geschiedt op een inge
nieuze machine met gasvlammetjes en dia
mantjes, de bovenrand moet daarna nog
worden gepolijst, het kan geslepen, geciseleerd
of beschilderd worden en het heeft nog een
zuur bad noodig om zijn kristallijne helder
heid te verkrijgen.
En nu hefalven we nog uitsluitend het wor
dingsproces van borrelglaasjes gezien, terwijl
we hier boven zooveel andere artikelen hebben
opgesomd, dlie van glas vervaardigd worden.
Doch we zijn daarbij ook nog vooruitgeloopen
op de verklaring van onzen teolmischen voor
lichter, want we hadden vooraf meoten zeg
gen, dat de Botius-smeltovens in de Leerdam-
eohe glasfabriek gaandeweg vervangen worden
en goeddeels reeds vervangen zijn door wan-
ovens en automatische gasgeneratoren met
moderne koelovens.
Het bedrijf verliest daardoor iets van zijn
beklemmende hitte en fantastische» gloed, het
fameuze en giganteske van den arbeid in de
glasindustrio vemnindert door deize steeds ver
der doorgevoerde toepassingen der techniek,
maar men heeft er meteen door gekregen be
tere toestanden en hetere bedrijfsresultaten.
Hot nu volgend beeld zóu een denkbeeld moe-
ten bijbrengen van de verbluffende maoliine-
galerij waarmee te Leerdam wordt geprodu
ceerd. Machines om flesschen te maken, waar
bij iedere ruk aan een zwengel een flesch op
levert; machines waarmee tal van voorwerpen
in een ommezien uit glas worden geperst;
machines voor de bewerking en afwerking van
het fijn kristal men zou bij dat gezicht gaan
meenen, dat alles automatisch gebeurt en dat
het werkvolk slechts heeft toe te zien. Maar
dan vergist men zich toch. Want het is een
harde, een jachtende en ener voerende
arbeid. Er wordt oplettendheid voor gevorderd,
routine en handigheid.
Doch er heerscht een goede arbeidsgeest en
eén goede leiding, waardoor het harde der dag
taak wordt gecamoufleerd, indien het daardoor
niet wordt weggenomen. De tegenwoordige
directie streeft er naar voor alle medewerkers
een zoo groot mogelijke „verzekerdheid des
levens" tot stand te brengen door toepassing
van den Gulden Regel: Doe tegenover anderen,
zooals gij zoudt wenschen, dat tegenover U
wordt gedaan.
Misschien denkt de een of ander, dat we het
voornaamste thans nog niet hebben laten zien.
Dit voornaamste kunnen wij evenwel als het
treffend slot onzer film in één alinea zeggen:
De Leerdamsche glasfabriek beeft schoonheid
in de industrie gebracht en kunstenaars aan
zich weten te verbinden om ook aan het dage-
lijksch gebruiksvoorwerp een hooger en ver
edelende waarde te schenken. Dat is haar
eerekroon hij dit gouden jubilé.
Het slijpen va., hei gias.
Hallo Bandoeng! Hallo Bandoeng! Als een
eindelooze litanie klonk de monotone roep door
de studio, waarin wij dezer dagen stonden om
getuige te zijn van een kruisgesprek met Indië.
Hallo Bandoeng! Hallo Bandoeng, Bandoeng,
hier is Den Haag!
De ambtenaar was aldoor maar aan 't peu
ren, maar kreeg nog niet beet.
En wij met het kopapparaat om ons hoofd
hoorden als in een schelp een roezig geluid
als het ruischen van de zee.
Hallo Bandpeng! en eindelijk kwart over
vier daar hoorden wij door den chaos van rui-
scliende en snerpende geluiden een verre stem
komen, die riep: „Hallo den Haag!"
„Ja, hier den Haag!"
„Ja, hier Bandoeng!"
Toen hadden, de stemmen over land en zee,
en over werelddeelen ver, elkaar gevonden.
„Hallo Bandoeng!" vroeg den Haag, kunt
u antwoorden?"
En dan antwoordt een rustige stem uit het
verre Indië, en wij hooren haar hier liuideïijk
en klaar in den Haag:
„Ja, willen wij even de lijsten vergelijken...
En dan worden over en weer, dat is in
Indië en in den Haag, de namen voorgelezen
van hen, die straks in Indië en den Haag voor
de microfoon zullen komen.
Wij hooren ons goed bekende Indische na
men als van Ir. Sclimutzer en Monod de Froi
deville.
De namen worden genummerd naar volgorde
dat zij voor de microfoon zullen worden ge
roepen.
Drie personen uit Bandoeng zullen spreken
de andere gegadigden zijn uit Weltevreden.
„Bandoeng", wordt bij ons in de studio nog
even opgemerkt, „u is nog heel zwak, kom
eens wat dichter bij de microfoonja, nu is
't veel beter".
Onderwijl zitten boven in de wachtkamer de
gelukkigen, die zijn uitverkoren een gesprek te
voeren met verwanten in Indië, geagiteerd
allemaal om het wondere gebeuren, dat straks
zal plaats hebben, het naar zich toehalen van
een lieve bekende stem uit het verre Insulinde.
Nu zal 't eens geen doode brief zijn van
reeds een maand geleden, in welk tijdbedrijf
alweer zooveel icon gebeurd zijn, maar de eigen
levende stem zullen zij hooren. niet gramo-
phoniscli eenzijdig, maar stem tegen stem zul
len zij tegen elkaar kunnen uitwisselen.
En dan zitten daar met bewogen rood ge
kleurde gezichten een vader en moeder, wier
eenige zoon naar Indië is getrokken, een oude
hoogbejaarde dame met dochters die een zoon
en broeder al jaren in de tropen hebben, een
jonge vrouw, die hoopt dadelijk de stem te
hooren van een geliefde zuster in Indië werk
zaam, een paar jonge Indonesische studenten,
die straks hun ouders zullen treffen aan de
microfoon
En ze noemen elkaar de nummers van de
volgorde, waarin zij straks zullen worden voor
geroepen.
Als 't nu maar duidelijk is, en er niet te
veel storing is.
En zij die het langst moeten wachten, troos
ten zich, dat 't op 't laatst vaak het beste
In de studio is onderwijl het contact nu zoo,
dat er begonnen kan worden.
De eerst geroepene komt binnen, een dame
die spreken zal met haar broer in Bandoeng.
Stralend van vreugde, lachend om de verras
sing gaat zij voor de microfoon zitten, het
luisterapparaat om haar hoofd.
Ja, dat is de stem van haar lieven broer
die tot haar spreekt, zijn vrouw en de kin
deren zijn bij hem, en begroetten tante om
de beurt. Er is gelach en vroolijklieid om het
nieuwe, het verrassende, praten huiselijk, pra
ten met je menschen in Indië, die in geen
jaren meer gehoord en gezien hebt.
„Is Dolly er niet?" informeert tante. „Neen"
klinkt 't haar tegen, „die ligt al in bed".
„In bed, is ze dan ziek?"
„Weineen", antwoordt men uit Indië, „maar
't is hier al half twaalf". „Hoe laat is 't nu
bij U?"
„Half vijf", zegt tante.
„Lieve hemel, dan moet je nog eten".
En allen aan weerszijden van zeeën en lan
den lachen om het grappige geval.
Soms klinkt het geluid weer zeer zwak, de
dame kau niet goed verstaan, maar de ambte
naar, die meeluistert, komt haar te hulp.
„Kan Bandoeng soms wat sterker door
geven? vraagt hij aan Indië, en dan wordt de
stem aan de overzijde opeens weer duidelijker.
De dame vertelt, dat jammer genoeg haar
man er niet bij tegenwoordig kan zijn, omdat
hij in 't buitenland vertoeft, maar hier is nog
een goede bekende van jelui; en een bekend
staatsman, die nu de studio betreedt, groet
lachend zijn beste Indische vrienden door de
microfoon.
Hij is pas van een Indische reis terug, en
opgetogen haalt hij zijn herinneringen op aan
het schoone, dat hij in Indië heeft gezien.
Dan komt de volgende aan de microfoon, de
jonge vrouw, die een zuster in Indië heeft,
't Wordt een opgewekte conversatie.
„Hoe heerlijk, zeg, dat ik je hoor, je bent
heelemaal niet veranderd, althans je stem niet.
En je komt zoo goed door.
„Veel groeten van John, dien kwam ik zoo
juist op straat tegen. Ilc zei, dat ik met je
spreken ging, hij sloeg bijna tegen den grond
van verbazing".
En als de tijd dan voor haar verstreken is,
vraagt ze nog even aan het slot: „Heb je
soms nog een boodschap in den Haag? Ik zal
er dadelijk voor zorgen, dag, lieverd, dag
en de stem is weg.
Komt een oude dame met haar dochters
binnen. Ontroerd spreekt de oude vrouw met
haar dochter in Indië. Bezorgdheid klinkt uit
haar bevende stem, de dochter in Indië is
blijkbaar ziek.
„Ga toch naar een ziekenhuis", dringt de
moeder zorgvol aan. Maar de stem uit Indië
antwoord: „Ik zal een verpleegster nemen, ik
blijf liever thuis, maar als 't niet anders gaat,
dan zal ik naar het ziekenhuis gaan, moe
dertje, u kan heusch gerust zijn".
„Ik heb je nog een brief gestuurd", zegt de
moeder.
Parijs, 11 Juni 1928.
Kleurig en fleurig zijn de stoffen voor onze
zomertoiletten: een io verdaad van bloemen,
vroolijke motieven en geometrische figuren:1
een wit fond van crêpe-de-chine, bezaaid mot
veelkleurige bloempjes, bruin-grijg voile-de-
coton, waarop groene figuurtjes zieb af-
teekenen, ef zwart mousseline-de-soie nu w ij
groote bloemmotieven in sprekends tl;.:
Een bijzondere voorliefde echter fc. a,
gelijk wij reeds vroeger optr.cri. ,>r
moesje en stippel}, kleine confetti en w in
allerlei variaties, wisseling en grootte en 'u
een zelfde tint, of iu verschillende kleuren.
Het fond is gewoonlijk donker-marine of zwart,
zoodat de moesjes zich scherp afteekeaeu,
maar men kiest ook wel eeu licht fond: wit
bijv. of bis.
i3/>:
Een heel aantrekkelijk toiletje geeft boven
staand plaatje weer. Llelit-marine-blauw9
pastilles teekenen zich af op een bis-fond van
crêpe-de-chine. Het corsage is heel eenvoudig
en bloest even op een vrij hoog ceintuur; de
mouwen volgens de lijn van den arm. Van
den schouder valt een sierlijke volant van
dezelfde stof neer, gevolgd door twee andere
volants op den rok. Met deze garneering is oen
heel elegant en los geheel verkregen.
ROTTERDAM, 1G Juni.
BUITENLANDSCHE GRANEN. (Weekbericht
van de makelaars Broedelet Bosman). Tot
Maandag was de maismarkt beslist willig, toen
plotseling trad ean verandering in, niemand
wist wat er precies aan de hand was, doch
iedereen liep mee. Na enkele dagen trad een
rustiger stemming in en is de slotconclusie, dat
voor loco en spoedig verwacht goed een flinke
vraag bltift en daardoor de pros wordt opge
houden, terwijl op latere termijnen de stemming
flauwer is. Noord-Amerika kwam dagelijks lager
af vooral voor haver en rogge. Gerst eveneens
kalm doch niet zooveel lager.
De noteeringen waren heden: Gele La Plata-
mais disp. 233, idem aangek, 230, idem stoo-
mend naar tijd van aankomst 228215, idem
Juli/OcL-lev. 202, idem Sept./Dec.-lev. 200.
2 Witte platte Zd.-Afrilca-mais disp. 243, idem
Juli-afl. 222. Witte Egyptische-mais disp. ƒ241,
idem dagelijks verw. 23G. Canada 3 gerst disp.
260, id. stoomend 255, idem Oct./Nov./Dec.-
afl. 230. 2 Barley disp. 253, idem dagelijks
verw. 247, idem Oct./Nov./Dec.-afl. 223. La
Plata-gerst disp. 254. 62/63 kg. Donau-gerst
idem 254, G5/66 kg. idem idem 265. Karachi-
gerst idem 253^. Canada-haver no. 3 idem ƒ13.90.
Idem stoomend 13.25, Idem Juni-afl. 12.50,
idem Juli-afl. ƒ12.20. 1 Feed-haver le helft
Juli-afl. 12.2e Amerik. Western-rogge disp.
13.85, idem stoomend 13.65. C. W. 2 rogge
disp. 14.,idem stoomend 13.80. 73/4 kg. "La
Plata-rogge disp. 14.80.
„LONDON OPINION".
Voorbijganger: Zeg, je hond schijnt het op
mij begrepen te bobben. Ik hoop
5 'erdaobte honden-eigenaar: „Maak je maar
niet bezorgd, vader; als je er maar op let,
achteruit te loopen, tot je uit het gezicht bent!"
„Heb ik juist ontvangen!" juicht de stem
aan de overzij.
En als dan het moment van afscheid komt
dan dringt de oude vrouw haar gezicht naar
de microfoon als wilde zij liet haar zoo lieve
instrument wel kussen.
Komt een lieele familie de studio binnen,
oud vader, bejaarde moeder, en een paar doch-
tei s. Zij gaan om de tafel zitten als waren zij
iu hun eigen woonkamer, en praten en lachen
met den zoon in Indië.
En de hoffelijke ambtenaar bedient de mi
crofoon, gaat er mee rond van links naar
rechts, en ieder op zijn beurt kan er wat door
zeggen.
Als wij buiten komen, staan er in de gang
weer een file vol verwachting om binnen ge
laten te worden.
En de man, die hun ai dit ongeleende geluk
bereidt, Dr. Coomans zit in zijn kantoor aan
den overkant, en vertelt eenvoudig, zonder
eenige pretentie, van het groote werk, dat
hij tot stand heeft gebracht sinds 1925 proe
ven nemend om "tot een verbinding tusschen
Indië en het moederland te komen.
Nederland is het eenige land, dat dit groote
en wonderbare heeft bereikt, een dagelijksche
verbindiug met zijn koloniën.
Een Engelsche oud-minister heeft in Batavia
over den Haag met zijn vrouw in Londen ge
sproken. In Singapore kon hij dat niet klaar
spelen.
En nu de volgende week komen Engelsche
ingenieurs naar den Haag om het wonderwerk
van Dr. Coomans te bestudeeren.
Vol trots zijn wij weer getuige geweest van
waarin een klein land als het onze waarlijk
groot kan zijn.
j