VIJFTIG JAAR GLASINDUSTRIE -i ■g j "3 MAANDAG 18 JUNI 1928 VIERDE BLAD GOUDEN JUBILé DER N. y. GLASFABRIEK „LEERDAM" PAG1NA 4 EEN KRUISGESPREK MET INDIË WAARIN EEN KLEIN LAND GROOT KAN ZIJN HALLO DEN HAAG - HALLO BANDOENG! verstaanbaar is, want lioe later op den dag hoe ongestoorder de sfeer. MODEPRAATJES. HANDELSBERICHTEN. In 't verleden ligt het heden In het nu wat worden zal. Op een stormachtige» flag dor vorige week Afzochten we het kleine stadje Leerdam aan 'ie Ltnge. \Yo waren er voor dien nooit ge weest, om de eenvoudige reden, dat niemand er aan denlct een zich in het alledaagsohe le ven niet op den voorgrond dringend klein stadje te gaan bezoeken, wanneer daartoe geen bijzondere aanleiding bestaat. Maar nu was ons een prachtuitgave van een gedenkboek be zorgd, gewijd aan het 50-jarig bestaan der N.V. (Vlasfabriek; „Leerdam", waarin we aan het •dot var. een artikel van Dr. P. H. Berlage laz«a „ï'in wï! men dan het geheele technische en kunstzinnige bedrijf zich zien bewegen, hoe Ba vele bewerkingen vanuit de gloeiende mas sa het giszeil voorwerp it: al zijn klare pracht ta voorschijn komt, dan zal een gang door de fabriek ais een bizonder genot in de herinne ring uckterblijvon". L«i goudoa jubilé van scheppende» arbeid, een bedrijf, dat kunst tn de industrie heeft peltracht, ecu gang dcor de fabriek, met de blther.do herinnering van oen bijzonder genot W>ü er ooit een r/e.rec-ci"r aanleiding kunnen !'x*daa& voor ccn bezoek aan Leerdam? Met terdaad a dbV-ri wij ons antwoord reeds op die Vraag gegeven. We zijn naar Leerdam gegaan; we hebben er de isiasf abri cage gezien van ruw materiaal tot gliasterenden bokaal. Te Leerdam bestond in de jaren 1875—1S77 een havdglasfabriek, die werd geëxploiteerd door de firma Jeekel, Mijnssen en Co. H&t hard- glas-procedé, vervaardigd volgens het systeem van Aa de la Bastie, vond eerst toepassing in 1874, zoodat men derhalve te Leerdam zich deze uitvinding zeer spoedig had ten nutte gemaakt. Men dankte dit aan den toen maligen burgemeester van het stadje, den heer C. A. Jeekel, een man van forsehe werkkracht, be zield met durf en initiatief, geprezen om zijn voor! vn ren^bf-ï/* *p nTMfcra-prnto&szer'st. »»ekei mede-oprichter der fabriek 1839—1885. Burgemeester Jeekel, tevens directeur der Leerdamsche hardglasfabriek, vond bij de op richting daarvan een medestander en bij het beheer een medevennoot in den heer J. J. Mijns- sen en zij beiden assumeerden zich als derden man, den heer O. H. L. Nieuwenhuyzen, om op den 3en September 1877 de commanditaire vennootschap te vormen tot exploitatie eener fabriek van haif-kristal en kristal. Kr volgden verschillende moeilijke jaren. Materieel, gereedschappen en werkkrachten moest men groot endeels uit het. buitenland laten komen. De inrichting en het op gang brengen der smeltovens kostte ontzaglijk veel geld. De periode der industrieele „kinder ziekte" duurde long, schrijft Karei Wasch, de huidige directiesecretaris, in het onder zijn redactie uitgegeven gedenkboek: „Vijftig Jaar Glasindustrie". Willen wij nu ons een overzichtelijk beeld geven der verdere historie dor heden tot een grootbedrijf van industrieele kunst opgebloei- dè fabriek iu enkele volzinnen samendringen, dan borgen wij deze liet best bij den President- directeur, den heer P. M. Oochius, die thans als de bezielende leide, aan het hoofd van het bedrijf staat. In den ontwikkelingsgang wor den door hem drie tijdperken onderscheiden. Hot eerste of vooroorlogsche tijdperk noemt hij de patriarchale periode, toen de onderne ming zonder eeniga fabrieksorganisatle werk te. Het tweede tijdperk betitelt hij ais de oor logsperiode, waarin de rustige fabricage ver anderde in een koortsachtig bedrijf en waarin belangrijke winsten werden gemaakt. Als een derde tijdperk beschouwt de heer Cochius do laotsie tien jaren. Het opent met het einde van den oorlog onder de hoopvolle omstandigheden der na- oo 1 gsche hoogconjunctuur. Het omvat de in 1920 plotseling intredende reactie met als ge volg dc worsteling om het bestaan der fabriek. Het. is het tijdperk, dat een bijna hovenmeu- scheiijke energie van de directie, oischte, naast vos'" leiding, optimisme en eindeloos geduld; bei tijdperk der groote verliezen en der crisis in liet commissariaat, maar meteen ook van do organisatie en de ervaring, dat een massa- bedrijf a esthetisch kan ontwaken, dat In dustrieele kunst bestaanbaar is; het tijdperk ten slotte, waarin het „Worstelend Waakzaam" van de Bazel het richtsnoer jg geworden om een eoed en schoon product te leveren, waar van de gemeenschap vreugd beleeft, waarop een bedrijf zich beroemen mag, dat beschei den begonnen na vijftig jaren verzekerd be staan verschaft aan 1300 tot 1400 werkers. Na deze min of meer historische acte komen we aan het tweede bedrijf van onze film-, den rondgang door de fabrieken. In den heer ir. H. J. W. Reus hebben wij slt venia verbo - een toegewijden explicateur. Buiten op het enorme fabrieksterrein wor den we eerst opmerkzaam gemaakt op een ont- zagwekkenden transporteur, die langs een luchtspoor over den Lingedijk heen, naar ach ter het fabriekscomplex is gelegen, voert van Het etsen van het glas- de grondstoffen-opslagplaats naar de schepen in de rivier. Het doel van dien reusachtige» vervoerder laat zich gemakkelijk Taden. Hij is constant bezig met grondstoffen binnen te brengen voor de „smelt" te weten het ver- eisehte zand, waaruit na toevoeging van soda en kalk of potasch en menie respectievelijk ge woon wit glas en kristal wordt gesmolten. Ook doet hij karwei voor de ovens, waar dagelijks heel wat brandstof in verdwijnt. Het smelten van het materiaal, voor de glas- fabricage, waarover we zoo terloops zijn inge licht, wordt voorafgegaan door het mengen, in de vaktaal als het „gemeng" aangeduid. Het is een eenvoudig zij het ook minutieus werk, waarbij de arbeiders met de schop en de rou- leerende trommels der mengmachines een physieke, de chemlker door ?ijn berekening een spiritueele functie hebben te vervullen. Toch is dit laatste weer niet zoo eenvoudig, want de Leerdamsche Glasfabriek maakt ve lerlei artikelen, waarvoor men vele soorten glas noodig heeft. Deze soorten worden ver kregen door toevoeging van louterings- en kleu ringsmiddelen, terwijl zuiver zand met min- der dan 0.03 ijzeroer nog een groene kleur aan hot glas geeft. Het kleurglas moet worden verkregen door toevoeging aan het gemeng van oxyde, bruinsteen cobald, koper enz. om daar uit na iiet smeltingsproces te kunnen blazen of persen de massaproducten verpakking3glas bonderden soorten 'flesschen en conserven- potten gloeilampen, goedkoope en dure drinkservlezen, luxe glas en kristal, diverse Unica, Graniver of steenglas voor vloer- en w and bek'eed i n g, in hoofdzaak ais tegeivorm gebruikt, doch ook aangewend als mozaïk, waartoe het in groote verscheidenheid van kleuren, egaal of fraai gestroomd, wordt ver vaardigd en dan nog het allernieuwste het z.g. Vitrica, een toepassing der Unica techniek op vlak glas om in lood gevat, gecombineerd met vlak glas als een artistiek gedecoreerd raam een zeldzaam effect te maken. We hebben in dit prozaïsch beeld reeds een belangrijk onderdeel der Leerdamsche glasin dustrie gezien. We zagen meteen wat men daar zoo al van glas maakt, doch men moot nu niet denken, dat. al is liet glasblazen een kunst, RMMh, P- hl. Lochius. de tegenwoordige directeur. de duizenden artikelen, die er ge/blazen, of nog talrijker geperst worden, kunstproducten zijn. Bovendien is het ons hij deze bedrijfs film niet zoozeer te doen om de kunst te laten zien als wel den arbeid en daarvan krijgt men eerst een just idee bij de smeltovens. Hot gemeng wordt in groote leemen potten gedaan, die met groote omzichtigheid van we- ge het hellevuur in de te midden der hooge fabriekshal gebouwde smeltovens worden ge plaatst. De vuurgloed blakert de gezichten der werklui, wanneer ze van hun ijzeren slee wagentjes de petten laten glijden in de mon den van den Boëtius oven. Wat daar binnen geschiedt? Men kan liet enkel constateeren. Het gemeng versmelt tot een gloeiende brei en de blazer komt met zijn blaaspijp, prikt daaraan een klompje wit gloeiend glas uit den pot in den oven, loopt naar een gereedstaan- den Ijzeren vorm, steekt het klompje aan de pijp daarin, blaast aan het boveneind der pijp, terwijl hij ze met zijn handen doet ronddraaien en daar komt een karaf een vaas, een romp van een kan te voorschijn die verder nog ge fatsoeneerd moeten worden door een tuit of een oor of wat er voorts aan ontbreekt. Anderen blazen ballonnetjes zooals kinderen zeepbellen, met dit verschil, dat het eerste een warme en het laatste een frissche bezigheid ia. Nog anderen tooveren uit hun pijp de kel ken van drinkglaasjes, waaraan hun hulpen vliegensvlug uit kleine klompjes gloeiend glas de stengelige „beentjes" plakken, terwijl de derde man er even rap het wel gevormde voetje onder weet te goochelen. Daarmee is zoo'n glaasje, likeur-, wijn- of champagneglas nog niet klaar. Het kelkje is van boven nog gesloten, de kop moet er nog afspringen, hetgeen geschiedt op een inge nieuze machine met gasvlammetjes en dia mantjes, de bovenrand moet daarna nog worden gepolijst, het kan geslepen, geciseleerd of beschilderd worden en het heeft nog een zuur bad noodig om zijn kristallijne helder heid te verkrijgen. En nu hefalven we nog uitsluitend het wor dingsproces van borrelglaasjes gezien, terwijl we hier boven zooveel andere artikelen hebben opgesomd, dlie van glas vervaardigd worden. Doch we zijn daarbij ook nog vooruitgeloopen op de verklaring van onzen teolmischen voor lichter, want we hadden vooraf meoten zeg gen, dat de Botius-smeltovens in de Leerdam- eohe glasfabriek gaandeweg vervangen worden en goeddeels reeds vervangen zijn door wan- ovens en automatische gasgeneratoren met moderne koelovens. Het bedrijf verliest daardoor iets van zijn beklemmende hitte en fantastische» gloed, het fameuze en giganteske van den arbeid in de glasindustrio vemnindert door deize steeds ver der doorgevoerde toepassingen der techniek, maar men heeft er meteen door gekregen be tere toestanden en hetere bedrijfsresultaten. Hot nu volgend beeld zóu een denkbeeld moe- ten bijbrengen van de verbluffende maoliine- galerij waarmee te Leerdam wordt geprodu ceerd. Machines om flesschen te maken, waar bij iedere ruk aan een zwengel een flesch op levert; machines waarmee tal van voorwerpen in een ommezien uit glas worden geperst; machines voor de bewerking en afwerking van het fijn kristal men zou bij dat gezicht gaan meenen, dat alles automatisch gebeurt en dat het werkvolk slechts heeft toe te zien. Maar dan vergist men zich toch. Want het is een harde, een jachtende en ener voerende arbeid. Er wordt oplettendheid voor gevorderd, routine en handigheid. Doch er heerscht een goede arbeidsgeest en eén goede leiding, waardoor het harde der dag taak wordt gecamoufleerd, indien het daardoor niet wordt weggenomen. De tegenwoordige directie streeft er naar voor alle medewerkers een zoo groot mogelijke „verzekerdheid des levens" tot stand te brengen door toepassing van den Gulden Regel: Doe tegenover anderen, zooals gij zoudt wenschen, dat tegenover U wordt gedaan. Misschien denkt de een of ander, dat we het voornaamste thans nog niet hebben laten zien. Dit voornaamste kunnen wij evenwel als het treffend slot onzer film in één alinea zeggen: De Leerdamsche glasfabriek beeft schoonheid in de industrie gebracht en kunstenaars aan zich weten te verbinden om ook aan het dage- lijksch gebruiksvoorwerp een hooger en ver edelende waarde te schenken. Dat is haar eerekroon hij dit gouden jubilé. Het slijpen va., hei gias. Hallo Bandoeng! Hallo Bandoeng! Als een eindelooze litanie klonk de monotone roep door de studio, waarin wij dezer dagen stonden om getuige te zijn van een kruisgesprek met Indië. Hallo Bandoeng! Hallo Bandoeng, Bandoeng, hier is Den Haag! De ambtenaar was aldoor maar aan 't peu ren, maar kreeg nog niet beet. En wij met het kopapparaat om ons hoofd hoorden als in een schelp een roezig geluid als het ruischen van de zee. Hallo Bandpeng! en eindelijk kwart over vier daar hoorden wij door den chaos van rui- scliende en snerpende geluiden een verre stem komen, die riep: „Hallo den Haag!" „Ja, hier den Haag!" „Ja, hier Bandoeng!" Toen hadden, de stemmen over land en zee, en over werelddeelen ver, elkaar gevonden. „Hallo Bandoeng!" vroeg den Haag, kunt u antwoorden?" En dan antwoordt een rustige stem uit het verre Indië, en wij hooren haar hier liuideïijk en klaar in den Haag: „Ja, willen wij even de lijsten vergelijken... En dan worden over en weer, dat is in Indië en in den Haag, de namen voorgelezen van hen, die straks in Indië en den Haag voor de microfoon zullen komen. Wij hooren ons goed bekende Indische na men als van Ir. Sclimutzer en Monod de Froi deville. De namen worden genummerd naar volgorde dat zij voor de microfoon zullen worden ge roepen. Drie personen uit Bandoeng zullen spreken de andere gegadigden zijn uit Weltevreden. „Bandoeng", wordt bij ons in de studio nog even opgemerkt, „u is nog heel zwak, kom eens wat dichter bij de microfoonja, nu is 't veel beter". Onderwijl zitten boven in de wachtkamer de gelukkigen, die zijn uitverkoren een gesprek te voeren met verwanten in Indië, geagiteerd allemaal om het wondere gebeuren, dat straks zal plaats hebben, het naar zich toehalen van een lieve bekende stem uit het verre Insulinde. Nu zal 't eens geen doode brief zijn van reeds een maand geleden, in welk tijdbedrijf alweer zooveel icon gebeurd zijn, maar de eigen levende stem zullen zij hooren. niet gramo- phoniscli eenzijdig, maar stem tegen stem zul len zij tegen elkaar kunnen uitwisselen. En dan zitten daar met bewogen rood ge kleurde gezichten een vader en moeder, wier eenige zoon naar Indië is getrokken, een oude hoogbejaarde dame met dochters die een zoon en broeder al jaren in de tropen hebben, een jonge vrouw, die hoopt dadelijk de stem te hooren van een geliefde zuster in Indië werk zaam, een paar jonge Indonesische studenten, die straks hun ouders zullen treffen aan de microfoon En ze noemen elkaar de nummers van de volgorde, waarin zij straks zullen worden voor geroepen. Als 't nu maar duidelijk is, en er niet te veel storing is. En zij die het langst moeten wachten, troos ten zich, dat 't op 't laatst vaak het beste In de studio is onderwijl het contact nu zoo, dat er begonnen kan worden. De eerst geroepene komt binnen, een dame die spreken zal met haar broer in Bandoeng. Stralend van vreugde, lachend om de verras sing gaat zij voor de microfoon zitten, het luisterapparaat om haar hoofd. Ja, dat is de stem van haar lieven broer die tot haar spreekt, zijn vrouw en de kin deren zijn bij hem, en begroetten tante om de beurt. Er is gelach en vroolijklieid om het nieuwe, het verrassende, praten huiselijk, pra ten met je menschen in Indië, die in geen jaren meer gehoord en gezien hebt. „Is Dolly er niet?" informeert tante. „Neen" klinkt 't haar tegen, „die ligt al in bed". „In bed, is ze dan ziek?" „Weineen", antwoordt men uit Indië, „maar 't is hier al half twaalf". „Hoe laat is 't nu bij U?" „Half vijf", zegt tante. „Lieve hemel, dan moet je nog eten". En allen aan weerszijden van zeeën en lan den lachen om het grappige geval. Soms klinkt het geluid weer zeer zwak, de dame kau niet goed verstaan, maar de ambte naar, die meeluistert, komt haar te hulp. „Kan Bandoeng soms wat sterker door geven? vraagt hij aan Indië, en dan wordt de stem aan de overzijde opeens weer duidelijker. De dame vertelt, dat jammer genoeg haar man er niet bij tegenwoordig kan zijn, omdat hij in 't buitenland vertoeft, maar hier is nog een goede bekende van jelui; en een bekend staatsman, die nu de studio betreedt, groet lachend zijn beste Indische vrienden door de microfoon. Hij is pas van een Indische reis terug, en opgetogen haalt hij zijn herinneringen op aan het schoone, dat hij in Indië heeft gezien. Dan komt de volgende aan de microfoon, de jonge vrouw, die een zuster in Indië heeft, 't Wordt een opgewekte conversatie. „Hoe heerlijk, zeg, dat ik je hoor, je bent heelemaal niet veranderd, althans je stem niet. En je komt zoo goed door. „Veel groeten van John, dien kwam ik zoo juist op straat tegen. Ilc zei, dat ik met je spreken ging, hij sloeg bijna tegen den grond van verbazing". En als de tijd dan voor haar verstreken is, vraagt ze nog even aan het slot: „Heb je soms nog een boodschap in den Haag? Ik zal er dadelijk voor zorgen, dag, lieverd, dag en de stem is weg. Komt een oude dame met haar dochters binnen. Ontroerd spreekt de oude vrouw met haar dochter in Indië. Bezorgdheid klinkt uit haar bevende stem, de dochter in Indië is blijkbaar ziek. „Ga toch naar een ziekenhuis", dringt de moeder zorgvol aan. Maar de stem uit Indië antwoord: „Ik zal een verpleegster nemen, ik blijf liever thuis, maar als 't niet anders gaat, dan zal ik naar het ziekenhuis gaan, moe dertje, u kan heusch gerust zijn". „Ik heb je nog een brief gestuurd", zegt de moeder. Parijs, 11 Juni 1928. Kleurig en fleurig zijn de stoffen voor onze zomertoiletten: een io verdaad van bloemen, vroolijke motieven en geometrische figuren:1 een wit fond van crêpe-de-chine, bezaaid mot veelkleurige bloempjes, bruin-grijg voile-de- coton, waarop groene figuurtjes zieb af- teekenen, ef zwart mousseline-de-soie nu w ij groote bloemmotieven in sprekends tl;.: Een bijzondere voorliefde echter fc. a, gelijk wij reeds vroeger optr.cri. ,>r moesje en stippel}, kleine confetti en w in allerlei variaties, wisseling en grootte en 'u een zelfde tint, of iu verschillende kleuren. Het fond is gewoonlijk donker-marine of zwart, zoodat de moesjes zich scherp afteekeaeu, maar men kiest ook wel eeu licht fond: wit bijv. of bis. i3/>: Een heel aantrekkelijk toiletje geeft boven staand plaatje weer. Llelit-marine-blauw9 pastilles teekenen zich af op een bis-fond van crêpe-de-chine. Het corsage is heel eenvoudig en bloest even op een vrij hoog ceintuur; de mouwen volgens de lijn van den arm. Van den schouder valt een sierlijke volant van dezelfde stof neer, gevolgd door twee andere volants op den rok. Met deze garneering is oen heel elegant en los geheel verkregen. ROTTERDAM, 1G Juni. BUITENLANDSCHE GRANEN. (Weekbericht van de makelaars Broedelet Bosman). Tot Maandag was de maismarkt beslist willig, toen plotseling trad ean verandering in, niemand wist wat er precies aan de hand was, doch iedereen liep mee. Na enkele dagen trad een rustiger stemming in en is de slotconclusie, dat voor loco en spoedig verwacht goed een flinke vraag bltift en daardoor de pros wordt opge houden, terwijl op latere termijnen de stemming flauwer is. Noord-Amerika kwam dagelijks lager af vooral voor haver en rogge. Gerst eveneens kalm doch niet zooveel lager. De noteeringen waren heden: Gele La Plata- mais disp. 233, idem aangek, 230, idem stoo- mend naar tijd van aankomst 228215, idem Juli/OcL-lev. 202, idem Sept./Dec.-lev. 200. 2 Witte platte Zd.-Afrilca-mais disp. 243, idem Juli-afl. 222. Witte Egyptische-mais disp. ƒ241, idem dagelijks verw. 23G. Canada 3 gerst disp. 260, id. stoomend 255, idem Oct./Nov./Dec.- afl. 230. 2 Barley disp. 253, idem dagelijks verw. 247, idem Oct./Nov./Dec.-afl. 223. La Plata-gerst disp. 254. 62/63 kg. Donau-gerst idem 254, G5/66 kg. idem idem 265. Karachi- gerst idem 253^. Canada-haver no. 3 idem ƒ13.90. Idem stoomend 13.25, Idem Juni-afl. 12.50, idem Juli-afl. ƒ12.20. 1 Feed-haver le helft Juli-afl. 12.2e Amerik. Western-rogge disp. 13.85, idem stoomend 13.65. C. W. 2 rogge disp. 14.,idem stoomend 13.80. 73/4 kg. "La Plata-rogge disp. 14.80. „LONDON OPINION". Voorbijganger: Zeg, je hond schijnt het op mij begrepen te bobben. Ik hoop 5 'erdaobte honden-eigenaar: „Maak je maar niet bezorgd, vader; als je er maar op let, achteruit te loopen, tot je uit het gezicht bent!" „Heb ik juist ontvangen!" juicht de stem aan de overzij. En als dan het moment van afscheid komt dan dringt de oude vrouw haar gezicht naar de microfoon als wilde zij liet haar zoo lieve instrument wel kussen. Komt een lieele familie de studio binnen, oud vader, bejaarde moeder, en een paar doch- tei s. Zij gaan om de tafel zitten als waren zij iu hun eigen woonkamer, en praten en lachen met den zoon in Indië. En de hoffelijke ambtenaar bedient de mi crofoon, gaat er mee rond van links naar rechts, en ieder op zijn beurt kan er wat door zeggen. Als wij buiten komen, staan er in de gang weer een file vol verwachting om binnen ge laten te worden. En de man, die hun ai dit ongeleende geluk bereidt, Dr. Coomans zit in zijn kantoor aan den overkant, en vertelt eenvoudig, zonder eenige pretentie, van het groote werk, dat hij tot stand heeft gebracht sinds 1925 proe ven nemend om "tot een verbinding tusschen Indië en het moederland te komen. Nederland is het eenige land, dat dit groote en wonderbare heeft bereikt, een dagelijksche verbindiug met zijn koloniën. Een Engelsche oud-minister heeft in Batavia over den Haag met zijn vrouw in Londen ge sproken. In Singapore kon hij dat niet klaar spelen. En nu de volgende week komen Engelsche ingenieurs naar den Haag om het wonderwerk van Dr. Coomans te bestudeeren. Vol trots zijn wij weer getuige geweest van waarin een klein land als het onze waarlijk groot kan zijn. j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 16