ROTTERDAM
HET GROEIEND ZELFBEWUSTZIJN VAN
ÏÏ&'-
Tüarj"."Sa
KUNST EN NENIJTO
SS »>®Ue
MUZIEK EN NEN"TO
v-
Maandag 25 Juni 1928
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiimi i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii a b^t-7E i §v i A S
MEUBELS
net «tWi. «e» f,sl"fsSr„'c,s allerlei
«W terrein ran de m„M-
PHILIPS
LUCHTVAART
DE K.L.M.
BEZOEK VAN DE OLYPMPISCHE
ATTACH S.
V IC( UC
i-
III.
Dadelijk bij de opkomst de-r moderne bouw
kunst, deed ook het nieuwe meubel zijn intrede.
De meubelkunst was een tak van de kunst
nijverheid, waar de architecten zich van
nature toe getrokken gevoelden: er zit immers
een element van constructie aan en hij de op
vatting van de architectuur als de kunst die
het scheppen van ruimte beoogt, werd de be
langrijke rol van het meubel erkend en kon het
zells in het ontworpen bouwwerk al bij voor
baat ziju opgenomen.
Het is er verre van, dat de „Nenijto'' ons een
beeld geeft van de ontwikkelingsgeschiedenis
van het moderne Hollandsche meubel: naar een
overzichtelijk geheel van historischen samen-
hang is niet gestreefd.Er zijn alleen op zich
zelf staande scheppingen onder auspiciën van
den Bond Kunst en Industrie en de Vereenlglng
voor Ambachts- en Nijverheidskunst samen
gebracht.
Al vinden we hier niet de vroegste specimen
van het moderne meubel, wel treffen we een
der moderne ontwerpers aan, die zich he
vroegst op de meubelkunst hebben toegelegd
on de zorgen van het eerste uur gedragen e
ben. Metz Co (Liberty) brengt «enige meu
bels van W. Penaat, een eetkamer van donker
eiken met palissanderhout en stoelem met
leeren zittingen. Ook zijn bekleed* stoelen
met fraaie bandgeweven stoffen.
flessins' r thpvt.v waar een lamp
Het interieur van J R^teren Altena,
hangt met een kap T?£ J;r dat net werk van
heeft voorname karakter
fuxeaadie°lzicnh niet opdringt. Het ls door en
met kokospalm in de afdeeling van
getuigt voor Penaat's kunde en g
Van geheel anderen «rd i^
JVouda, die de onIL moeten het hij een alge
der firma Pander. We moeten
eiken met zwart-gebeits e d en
voor hem, aan de ^Win^Ïet ioeien is
blauw lakwerk. De J,suède, dat
Van beverdeen, een lmlt®_1 Peel goed doet.
het tegen het blanke eik schouwtje
Het interieur «et het „eesug
van blauwe Le<ïld® t drulc De behaaglijk-
helderen, blij moedigen donkere
beid is bij Wouda niet gesochMn
en stemmige, in een „geze
romautischen 00ï6p™ g'j cen joyeusen eea-
koelen en lichten too <mmers allerwege
voud en klaarheid, waar0 eQ moderne
het streven gericht is viu
klassiciteit. terbeek, uit haar assche
De L. 0. Ult „Q-up;tete eiken meubels
herrezen, stelt donk-er-g lour3 d'Utrecht
-tentoon met VoorBl een bureautje
van A F van <ler wey.
verspreid werk op het d_e
kunst. Een eetkamer van De
Gogarn heeft gestaan, zagen
Een der meest origineele stands op de Nenijto: de Huifkar ,ja!i t'° ''l'
Oisterwijk, opgesteld aan het einde van de hootdallee.
In het midden van Hal C heeft Philip^ in
frissche kleuren een aan alle kanten toeganke
lijk paviljoen ingericht, waarin de laatste
nieuwigheden van deze wereldfirma zijn ten
toongesteld.
De stem van den reus, die den heelen dag
ca 's avonds de bezoekers al terstond in ds
rechte feeststemming brengt, is hier in het
klein te bezien en te beluisteren.
Het is de „Piek up", de laatste vinding van
Philips, een kleine toestelletje, dat lnplaats van
de gewone microphoon aan de gramofoon wordt
bevestigd met behulp van een stekker op het
Ilchtnet en een versterker door eiken luid
spreker zeer zuiver de muziek van de plaat
weer te geven, zoodat men er in huis of zelfs
in een zaal op kan dansen of haar als werd zij
cloor een orkest uitgezonden, genieten kan.
In zeer vele gevallen is deze muziek o. i.
verre preferabel boven radio-muziek.
Als specialen luidspreker lanceert de fabriek
hierbij no. 2011, die een stelsel heeft, dat de
vormingsoorzaken mist, welke bij alle andere
luidsprekers nog tot onvolmaaktheid in de
weergave leiden. Van de gramofoon en ook
van een goed zendstation geeft deze luid
spreker een weergave, welke moeilijk van
origineele muziek te onderscheiden is.
Voorts zijn er allerlei exemplaren van de
onnoemlijk vele Philipslampen, zoowel voor
licht als voor radio te bewonderen. Den radio
liefhebber vooral zij een bezoek aangeraden,
te meer daar men hier voortreffelijke inlich
tingen van deskundigen kan krijgen.
Wij wijzen voorts nog op de prachtige Neon
lichtreclame en de „Metallix", een beknopt
Röntgen-toestel, dat makkelijk kan worden
meegenomen en waarmede in elke omgeving
Röntgen-opnamen kunnen worden gemaakt.
Wèl niet in dezen stand ondergebracht, maar
ioch ten nauwste ermee in contact staande,
is de
Stem van den Reus
die over het geheele tentoonstellingsterrein
weerklinkt. De installatie voor deze machtige
geluidsweergave, waarmede radio-, strijkjes- en
gramofoonmuziek, zoowei als de menschelijke
stem meer dau 7millioen keer versterkt,
zuiver worden uitgezonden om op 4 kilometer
afstand nog duidelijk hoorbaar te zijn, is ge
vestigd in een gebouwtje bij den hoofdingang.
Daar staan de twee zwaarste versterkers ter
wereld, elk met 8000 volt plaatspanning en
worden alle geluiden, die uit de enorme luid
sprekers moeten weerklinken, via 3 versterkers
uitgezonden.
Deze plaats is, te meer daar de hoogspanning
levensgevaarlijk is, natuurlijk niet door het
publiek te bezichtigen, doch van hetgeen liier
tot stand komt geniet een ieder. Het merk
waardige van deze installatie is, dat een aantal
ervan in automobielen is gemonteerd, zoodat
men overal de stem van den reus kan doen
weerklinken.
Het paviljoen dor gemeente Rotterdam.
Hoewel men zich bij de organisatie dezer
expositie niet heeft bezig gehouden met het
geliefkoosd thema van zangwedstrijden, fanfare
concoursen, massa-demonstraties of engage
menten van Chaliapines, Balalaika-orkesten of
andere in- en uitheemsche muzikale rariteiten,
is zonder officieele sanctie en zonder opzette
lijkheid, de muziek zuiverder vertegenwoordigd
dan men oppervlakkig geluisterd zou meencn.
De muziek op do NENIJTO bestaat uit
een drietal folkloristische uitingen die om
hare oorspronkelijkheid en eenvoud de aan
dacht verdienen.
Dat zijn:
het draaiorgel,
de negertrommen en
het Beijersoh biaasorkest.
Er staan op de NENIJTO draaimolens,
spookhuizen, zweefbanen en carroussels, alle
voorzien van draaiorgels.
Het draaiorgel behoort bij- do Hollandsche
kermis.
Om onbegrijpelijke redenen is dit Hollandsch
volksvermaak uit de samenleving verbannen en
sindsdien ziet men het aileen nog rondzwer
vond als een uitgestooteue door sloppen en
stegen, langs straten en pleinen, melancho
lisch jankend over haar eigen bestaan. En be
volk loopt aohter deze vergroot© harmonika
en neuriet en fluit haar deunen mee, als een
weerklank van haar eigen verlatenheid
Nu kan men met do best© bedoelingen ter
wereld volkszangvereenlglngen oprichten, meu
kan honderden volkszangbundels de wereld in
zenden, maar wat baat het of dit alles het volk
wordt opgelegd zoo het geen liefde heeft voor
die dingen
Men kan den wijn niet van smaak veranderen
door de flesch een ander etiket t© geven; en
de volksziel niet verbeteren door van huiten
a f haar iets op te leggen.
Wil men de.draalorgelmuziek verdrijven, dan
verbetere men eerst de volksziel zelf....
Een draaimolen zonder draaiorgel i3 niet
denkbaar maar het vermaak ln draaiorgel-
muziek begint voor mij persoonlijk eerst daar
(wereldtentoonstelling van 1900 te Parijs)
sprakeloos stond voor het Javaanscli gamelang
orkest.
Het slaan op de calebasachtige trommen heeft
inderdaad een zinrijker beteekenis dan he.
tumult dat door de slaglnslrumentenafdeeling
onzer orkesten wordt veroorzaakt.
Wij hoorden in dit Senegal-kampement de
subtielste rhythmische figuren, een zeldzame
d j f f e r e n t 1 e e r i n g van m u z i ei.
beweging welke vloeiend was als v a 1-
lend water of'truischelen van
bladeren. Dit is een natuur-
rhythme dat men in de Westersclie landen
niet kan vinden. Sem Dresden schreef nog
dezer dagen in ,,De Muziek": „Het nauwkeurig-
observeeren van de poly-rhythmiek dier (Indi
sche) slaginstrumenten geeft een verrijking van
middelen, van techuische en acoustische moge
lijkheden aan de Europeesche muziek, die. op
zich zelf beschouwd, zonder samenhang met
karakter, atmosfeer, stemming, of welke aesthe-
tische beweging ook, van de grootste beteeke
nis is."
Wij zouden heelemaal vergeten dat wij ons
hier in de Lunapark der NENIJTO hevon
den, doch nauwelijks warén we buiten de om
heining der neger-hutten of een oorverdoovend
„Wien Neerlandsch bloed", deed onze aderen
zwellen.
Het bleek een vergissing te zijn van ho.
Beiersch fanfareorkest dat meende (zooals zoo-
velen anderen die beter moesten weten) da.
dit het Nederlandsch volkslied was.
O arm Wilhelmus
Maar het Beiersch bier deed alle3 vergeven
en vergeten.
Bier, een dikke buik, een bonibardon en een
Beier zijn vier onafscheidelijke elementen In
het Beiersch volksleven.
De fanfare blies nog andere volkswijzen en
zij deed dit met het ronde en gezwollene, het
oprechte en volle dat hun aard eigen ls.
'Zij bliezen voluit en breed op hun groote
koperen instrumenten terwijl hun buik zich als
een blaasbalg op en neer bewoog.
Ook hun armen en beenen hieven niet werke
loos vooral als in hun onmiddellijke nabijheid
een witschuimende pot Beiersch brouwsel ge
plaatst werd.
Dit moeten wel de afstammelingen zijn van
die Germaansche volksstammen die in één teug
een runderhoorn vol bier uitdronken, hetzelfde
voorwerp als roephoorn gebruikten en met een
oerkrachtig stemgeluid elkander op groote
afstanden toeriepen enzongen.
Tot slot van het programma blies men „Gott
erhaltede orkestleden raakten in ver
voering: zij ontblootten het hoofd, verhieven
zich al spelende van hun zitplaatsen, sloegen
met één arm op de borst en nauwelijks was de
laatste klank uitgebazuind en het applaus der
menigte losgebroken of zij namen hun bier
kannen in de eene hand en hun jagershoedjes
ln de an1: - en spreiden hun armen wijd uit
van ge'
MARIUS MONNIKENDAM.
als andere draaiorgels hun klank daar doorheen
malen.
Dit is de meerstemmigheid der kermis; de
bonte klank van de bonte kleut*.
Zij vermengt zich gaarne met de geur der
poffertjeskramen zoowei met den smaak van
noga en oliebollen, alsook met het getuid der
stoomfluitjes der miniatuur-paclfi? en der
klokken en hellen der D-trefn en ftffdeïeïènten.
Zoo klinkt alom het pirement met hartver
scheurende en ook weer zenuwstillende
luiden.
Alleen op het Dullsche reubaantje wagr Opel
wagentjes met open kijalpotteiT röMinorren
daar past „militaire" muziek.
Het zwartste mensehen-type dat ik ooit aan
schouwde, een neger met een kogel-rónd hótfd
stond aan den Ingang van zijn kampement.
Alleen het rood van zijn lippen en het wi
van zijn pupillen en tandem-ij onderbraken het
koolzwarte vlak zijner huid. Het is mij nie.
bekend in welk ondoordringbaar voor g en zon
licht toegankelijk oerwoud deze mensoh geboren
is, maar wel is bij de observatie. vau ean der
gelijk menscbentype vast te stellen dat ziju
uitingen in kunst en muziek zoo antipodaal
moeten zijn aan de onze als nauwelijks voor
ons Europeesch geschoold verbeeldingsvermo-
gen bevattelijk is.
Indien naar het woord van v. Biilow „in
den beginne der muziek alleen rhythme was"
dan moet ik na het hooren dezer negermuziek
constateeren dat men na bijna twintig eeuwen
van Europeesche muziekbeoefening nog weinig
gevorderd is.
Voor een ieder die niet is ingewijd in de
Westersclie muziekproblemen lijkt dit een over
dreven bewering. Maar een eenigermate ge.
oefend gehoor zal in. de slaginstrumenten-
muziek rond den negerhut een geluid waar-
nemen dat met alle beperking van middelen
waarover deze inboorlingen beschikken, een
zeldzaam gevarieerde veelheid van rhythmen
doet hooren.
Hier hebben wij te doen met een poly-rhyth
miek van klanken welke door onze wetenschap
pelijk getrainde musici slechts met groote
moeite te noteeren is.
Onwillekeurig denk ik hier aan Debussy, d.'e
ook eens wandelend op êen tentoonstelling
Zoodra men de scheepvaarthal binnentreedt
vindt men in den linkerhoek een stand van het
Departement van Waterstaat, Rijksstudiedienst
voor de luchtvaart, van de Kon. Nederlandscbe
Vereeniging voor de Luchtvaart en van het
Kon. Ned. Metereoloigisch Instituut, geheel
gewijd aan de luchtvaart en alles wat daarop
betrekking heeft.
Op verschillende kaarten en tabellen vindt
men aangegeven op welke wijze de lucbtvaart-
weerberichten-dienst ,een zeer belangrijk
onderdeel voor het burgerluclit verkeer Is
georganiseerd en boe hij werkt.
De kou. Ned. Ver. voor Luchtvaart exposeert
in eenige vitrines oude en nieuwe publicaties
op Aeronautisch gebied o.a. „Beschrijving der
proefnemingen niet konstige lugtbollen", ver
taling van Faujas de Saint-Fond (1784) en
„Korte verhandeling over de lugtweegkundlge
bol of aerostaticq werktuig" van Jan van Noor
den, die „Stads medicinae doctor" was to Rot
terdam.
Van het nieuwere valt te noemen de beker,
door het Ned. Ind. gouvernement aangeboden
aan de bemanning van het vliegtuig, dat het
eerst de vlucht van Nederland naar Indië vol
bracht. (1924).
Hoewel de expositie van den Rijksstudiedienst
niet geheel nieuw is, interassant blijft ze zeker
en ze geeft een goeden kijk op de wetenschap
van den vliegtuigenbouw. Veel studie-materiaal
ls daarvoor aanwezig. Heel belangwekkend,
zijn ook de radiotelegrafische verbindingen
voor het luchtverkeer.
Een beeld van de ontwikkeling van den vlieg
tuigbouw geven de records, welke thans zijn
voor de snelheid 512.8 KM. per uur; hoogte
11.8 K.M.; afstand 629-4.0 K.M.; duur 53.C uur.
Cijfers die spreken!
Ook de Kon. Luchtvaart Maatschappij is op
do Nenijto vertegenwoordigd en heeft een stand
in de Scheepvaarthal. Men vindt er op ware
groote en cockpit van een 2-motorige Fokker
met volledig instrumentenbord.
Een vliegtuig van binnen en van buiten
zullen heel velen weieens hebben gezien. Doch
de cockpit van den piloot is nog altijd iets
geheimzinnigs. En maar zelden zal men zoo n
rustige gelegenheid vinden om den volledi-
gen stuurstoel van een modern verkeers
vliegtuig te bestudeereu. De belangstelling voor
dezen stand is dan ook voortdurend niet gering.
Op een groote kaart vindt men verder aan
gegeven de internationale luchtlijnen, die da
gelijks Waalhaven aandoen, terwijl met inte
ressant foto-materiaal en klein model vliegtui
gen de expositie is gecompleteerd.
Op Dinsdag 26 Juni a.s. zullen de verschil
lende buiteulandsche attachés hij de Olympische
Spelen te Amsterdam met hun dames een be
zoek aan de „Nenijto '2S" brengen.
's Morgens zullen zij de hallen etc. be
zichtigen, waarna hun door het tentoonstel-
dingsbestuur een lunch in „Paviljoen Galand"
zal worden aangeboden. Des middags zal een
rondvaart door de havens worden gemaakt.
De prachtige stand van de Philips* Fabrieken, een fijnzinnige combinatie van
licht
■•tUrn
uziek