e ee overoude plechtigheid
v
If,
!ïi
I
Maandag 25 Juni 1928
Derde Blad
Pagina 1
HET SINT JANSFEEST TE LAREN
-VwSwV
-=s
,-w ff A-AtM
DE LEGENDE VAN SINT JANS
GEBEENTE
ZWARE BEPROEVING
i .VteV v
- «H
i V)
'h
'4<t ---3' v. cü' I
aa=ssa$=
n
iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
mwiffi
Gisteren op liet feest van Sint Joanne»
den Dooper, is in liet mooie Noord-IIol-
landschc Laren, de van ouds vermaarde
Sint Jansprocessie, de eenige openbare pro
cessie, die in de Hollandsohe gewesten ge
houden mag worden, weder uitgetrokken.
Het betreft hier zulk een belangwekkend
en uitzonderlijk stuk Boomsch leven, dat
wij de geschiedenis van de processie en van
haar oorsprong hebben nagegaan, die wij
hier weergeven.
Allereerst dringt zich de vraag op, hoe
ontstond en boe oud is de vereering van
Sint Joannes den Dooper in Laren.
Hoe oud de vereering van Sint Joannes den
Dooper in Laren wel is, valt moeilijk op
jaren na. te zeggen.
Hoe zij ontstond, ligt eveneens in liet
duister, maar dat ze er is en dat ze bloeit
bewijst het bestaan van een Broederschap
van den Heiligen Joannes en de jaarlijks
gehouden Sint Jans Processie, die langs de
nog landelijke wegen met muziek en zang,
met den kleurigen gloed van vele vaandels
optrekt naar het. Sint Jans kerkhof, dat zou
zijn aangelegd, om het lijk te begraven van
De Shit Jar.skerk te Laren op (ten grootcn
Sint Jansdag, wanneer de jaarlijksclie processie
begint uit te trekken.
een pelgrim, die relikwieën van den Heili
gen Voorlooper van Christus naai zijn ge
boorteplaats had meegebracht, maai op de
Laren srhe hei door rooyers werd leegge
plunderd en vermoord.
In een zi!varen kistje; dat dc roofzucht
der bandieten opwekte, droeg de eenzame
pelgrim bet gebeente van Sint Jan als een
kostbaren schat en toekomstig geschenk voor
zijn oude woonplaats en bijna liad Hij Laren
bereikt, toen hij werd overvallen. Vlak voor
liet einddoel van zijn lange reis werd het
dierbaar bezit hem ontnomen. Haastig door
zochten de roevers do zilveren doos, waarin
zij een inhoud van waarde vermoedden,
maar groot was hun ontnuchtering, toen
zij slechts een aantal beenderen vonden. Te
leurgesteld wierpen ze liet lieilig gebeente
op den grond, waar herdershonden er den
volgenden dag de aandacht van een scha
penhoeder op vestigden.
Op een afstand bleven de beesten, zoo
verhaalt de legende, met gebogen koppen
om de verstrooide relieken staan. Verwon
derd over zoo'n ongewone houding van zijn
kudde, kwam de herder naderbij om te be
speuren wat wel de reden ervan zijn mocht.
Toen hij dan in het midden van den door
dc dieren gevormden kring een aantal been
deren liggen zag, meende liij te hebben be
grepen en een gemakkelijke oplossing te
hebben gevonden om zijn schapen weer op
dreef te' brengen. Hij liep tot naar liet hart
van den cirkel en wilde de heenderen ra
pen en verspreiden. Maar zoo krachtig was
niet zijn greep, dat bij er in slagen kon bet
gebeente ook maar een duimbreed te ver
plaatsen. Als aan den grond vastgegroeid,
als met de aarde saaingezogen bleven zij
liggen en zij lieten niet los, hoe ook de her
der zijn handen roerde.
Meer verwonderd dan verschrikt liep de
schapenhoeder naar het dorp terug en aan
elkeen, dien hij tegenkwam verhaalde hij,
wat hem was wedervaren.
Dat wilden allen zien, en zoo maai weg
van'hun werk, gingen zij den herder achter
na, die weer keerde naar zijn kudde. Nog
altijd stond de anders zoo waakeche en
kord;ke hond met gebogen kop bij het won
der gebeente, niet lettend op de schapen.
Doch ook deze op hun beurt, in plaats van
rond te dolen, nu hun snelle bewaker niets
meer deed om hen bijeen te drijven, etonden
onbewegelijk, met hun groote, goede oogen
te staren.
Dit vreemde schouwspel liet niet na op
hen, die met den herder waren waren opge
trokken, diepen indruk te maken. Het be
vreemdde hen zóó, dat zij iemand naar het
dorp .zonden om den pastoor te vragen of
hij wilde komen. Toen deze ter plaatse ver
scheen en trachten zou de beenderen van
den grond te lichten, moest hij hetzelfde
.ervaren, hetgeen den herdei' overkomen
was; de beenderen bleven aan den bodem
vastgeklemd.
De priester maakte dan een breed kruis-
teeken, hetgeen tot uitwerking had, dat de
in de groep geschaarde dieren, waarvan er
enkele nog wel eens de koppen onrustig had
den heen en weer bewogen als roerloos We
ven staan.
De mare ging van man tot man, van huis
tot huis, van erf tot erf, van dorp tot dorp,
ver in het rond en den volgenden morgen,
op den ochtend van het naamfeest van Sint
Joannes den Dooper, was om Laren een
groote menigte tezamengestroomd om van
het wonderbaar gebeuren getuige te zijn. Op
de plek, waar de wondere teekenen waren
geschied, werd het H. Offer opgedragen en
ziet, toen verbraken de beenderen hun ge
hechtheid met den grond.
Een man uit den omtrek kwam melden,
dat eeni'ge dagen tevoren een pelgrim u't
het H. Land bij hem had overnacht en deze
vreemdeling droeg naar zijn zeggen, in een
zilveren kistje het gebeente van Sint Joannes,
den heiligen Boetgezant en Voorlooper van
den Verlosser.
Men wist het nu, Sint Joannes de Dooper
had zijn gebeente aan Laren willen geven
en dit kenbaar gemaakt door het gedrag der
onnoozele beesten. In een feestelijken stoet
werd het kostbaar geschenk, met gezang
naar het Godshuis gedragen onder het heer
lijk luiden der klokken.
ONNASPEURLIJKE OUDERDOM
Hetgeen in dit sclioone verfhaal, dat ïn-
tusschen altijd een legende blijft, wordt ver
teld, zou aan het eind der negende eeuw
zijn geschied. Legende of waarheid, feit is
het, dat de jaarlijksche processie te Laren
ter eere van Sint Joannes zeer oud is en
tot vele eeuwen her teruggaat.
Van onheuglijke tijden af, aldus verzekert
de gesobiedsdhrijver Ilortensius, kwam het
volk van allen kant naar Laren om op
den 2-isten van Juni-maand te voet, te paard,
op wagens en karren offers te brengen aan
den Dooper, offers, die in aard en wijze van
brengen, veel overeenkomst vertoonden met
de nog maar zoo kort verleden heidensdho
periode, met de oude feesten van den oogst.
Groot was de toeloop naar den plechtigen
omgang ter eere van Sint Joannes' gebeente
en vele gebrekfcigen namen deel in hoop op
genezing. Vaak was de vloed van vreemden
zoo groot, dat het bescheiden dorp aan al
die beêvaartgangers geen onderdak ver-
leenen kon en menigeen onder den biooten
hemel moest overnachten.
Karakteristieke koppen- van oude bewoners van Laren en omgeving, die in devoot gebed
de processie volgen.
Zoo duurde het tot de Hervorming.
Op last van de Staten werd het bedehuis
op het kerkhof, dat voor de Spanjolen een
burchte zijn kon, gesloopt, maar het officieele
decreet gaf een andere reden. Het luidde
als volgt: „De Staten van Hollaadt, aen-
merokende, dat op het hooge van Larom in
Goylandt een kereke slaand is, aldaer groote
superstitie als noch wordt gepleeeht
hebben goedgevonden en geresolveert, dat
voorgenoemde kerdke met het kerekhoff
met ten eersten sal worden afgebrocken en
■gemodelleert tot profijte van de gemeene
saedke".
vrucht, die de Sint Jans-processie was.
Eenvoudige bidprocessie-s naar de graven
der afgestorvenen waren de eenige openlijke
uitingen, die den Katholieken van Laren
gelaten werden en op het hoogtij van Sant
Jan trokken slechts kleine groepen van In
stilte biddende dorpelingen naar het ver-
ïj» b'
"Veel priesters in bet heldere wit van supei 2
hulden baldakijn".
pli omstuwen en volgen den in wierook ge-
„De gemeens saeeke" bleek te zijn het
weren van de tot dan toe zoo bloeiende
processie en langen tijd bleef het jaarlijksch
eerbetoon achterwege en het Katholieke
Laren, dat Katholiek gebleven was in. den
reformatieehen storm, moest zich toch, door
de overmacht der regeeringspartij gedwon
gen, onthouden van de plechtige en ont
roerende demonstratie van geloof-en gods-
woeste heiligdom. Maar geleidelijk toch
werkten de Larenaren zich los utt den har
den greep der Protestsmtsehe hearschers en
telkenjare keerde er iets van den vroegeren
sier en luister terug, de-deren keer was de
opluistering groot er en toen alom in den
lande de Katholieken de hun ontnomen
rechten gingen- hei-winnen, gaf dit den
Larenschen vereerders van Sint Jan den
W V TVi YJi\ J J\ -
Langs de mooie lanen en wijde groene velden van bet schoone Gooische dorp trekt de ovwoude Sint Jans-pt oc c cmMemen
en den Hilversumscheti weg naar bet. kerkhof. Een tweehonderdtal bloemen strooiende en rijk-benei k
dragende bruidjes gaan tiet Allerheiligste vooraf.
moed hun processie in den ouden luister
te herstellen. Het ging alles nog heel -en-
voudig in liet begin: de langdurige onder
breking had de processie buiten Laren in
vergetelheid gebracht en de deelnemers aan
de herstelde bedevaart, waren dan ook in
hoofdzaak de Larenaren aü
HERNIEUWDE BLOEI
Maar langzamerhand groeide het aantal,
werd de luister verhoogd en toen monseig
neur Snickers in 1886 toestemming gaf, dat
het Allerheiligste weer in de processie'mocht
worden meegedragen, herkreeg de oude
ommegang het solemneele karakter, dat
hem weleer had gekenmerkt.
Op het kerkhof werd oen nieuwe kapel
-gebouwd om tot rustpunt te dienen tijdens
den plechtigen ommegang langs I.aren's
groen-omzoomde wegen.
Het jaar 1900 was een jubeljaar, want. het
wordt aangenomen, dat Sint Willebrord in
700 het kerkje stichtte en dat van dien tijd
af de processie, die dan haar twaalfde eeuw
getij inging, zou gehouden zijn. Plechtig
was de herdenking, die werd opgeluisterd
door de tegenwoordigheid van Zijne Door
luchtige Hoogwaardigheidmonseigneur
ILenricus van de Wetering, Utrechts Aarts
bisschop en een schare van geestelijken, ook
uit het naburige Haartemsche diocees.
Het toch reeds feestelijk aspect van hot
schoone Gooische dorp, dat prijkt in een
weelde van overvloedig groen, wordt ver
hoogd door de kleurige eerebogen, die de
Larenaren gespannen hebben over de straten
en lanen, waarlangs de plechtige stoet, die
heen den Sint Jansweg en terug den Ilil-
versumschen weg neemt, trekt.
De vaandels van alle vereenigingen met
blinkende kruisen en schitterend van het
gouddraad worclen meegedragen in de pro
cessie, waarin 200 bruidjes, die bloemen
strooien op den weg en rijk-bewerkte kus
sens met emblemen in de handen houden
en een 20-tal rood-getoogde koorknapen mee
trekken. Vele priesters in breed uithangend
ornaat of in het helder, wit van supevpli
omstuwen en volgen den in wicrookwolken
gehulden baldakijn, waaronder het Blanke
Brood in fonkelenden schrijn voorbij het in
eerbiedige aanbidding verzonken volk go
dragen wordt.
Afwisselend bidt en zingt de langzaam
voortschrijdende schare en na liet Rozen
kransgebed volgen de hymnen ter core van
het Heilig Sacrament, welke zang wordt
begeleid door de koperklanken uit de glim
mende instrumenten.
Op het kerkhof wordt de heerlijkheid van
het Allerheiligst Sacrament (les Altaars aan
de verzamelde geloovigen voorgchouuon in
een predikatie, die ditmaal werd gehouden
door den Franciscanerpater Wynandus
Sluijs.
Nadat dan ter eere van den patroon van
kerk en dorp een gebed, waarvan de tekst
in tal van jaren dezelfde bleef, gebeden is,
wordt God dank gebracht met den lofzang
Te Deum voor hetgeen Hij aan genaden,
gunsten en gaven aan Zijn Dienaar Joannes
heeft willen schenken.
De kerkelijke viering van den dag, die
mót een plechtige TI. Mis is ingezet, wordt
besloten met een lof, waaronder de geloo
vigen van den kansel worden aangespoord
te volharden in hun vereering van Sint Jan,
wiens groote deugden ter bewondering en
navolging worden voor oogen gesteld.
Zoo is dan gisteren weer de traditie van
den eeuwenouden ommegang 'ter eere Gods
en totverhcelijkingvan Sintjan voortgezet,
geworden. En al mag dan in den loop der
tijden ónder den invloed van andere zeden
en gebruiken de uiterlijke praal bij dit fees
telijk eerbetoon van aard zijn veranderd,
het schoone wezen is gebleven, het openbare
van deze hulde aan het II. Sacrament, de
openlijke erkenning van het Koningschap
van Christus, voor wien elke knie zich buigt
Er zijn niet meer de schilderachtige kleder
drachten van vervlogen tijden, er is niet
meer de verscheiden klcedertooi van de ver
schillende gilden van burgers en buiten»
lieden, van magistraten en poorters. Er
niet meer de bonte Midcleleeuwsche opsmig
die zichtbare teekenen van volop meó-s.
leven, er is niet de feestelijke drukte vari
vele van verre gekomen vreemdelingen.
Maar gebleven is de trouw en de gehecht-,
lieid, het geloof en liefde, de eerbied en het
vertrouwen, het huldebetoon en dc vcrce-
ring diep in aller harten. Er is gebleven'
vooral, de groote luister, het stralende mid-,
denpunt, de alles beheerscliende kern, de
aanwezigheid van liet Hoogheilige in den
lering van geloovigen, de LI. Eucharistie ver-,
eerd en aangebeden onder den brand van de
dooi' God geschapen zon, of onder liet wui
ven van den wind, dien Ilij bestiert, onder,
het sprankelende groen van de boomen, die'
maaksel zijn van zijn handen of bedauwd
door het water dat vloeit uit de wolken,
die de rustbanken zijn voor Zijn voe/trn.