FEUILLETON DE PIEPER DINSDAG 25 JUNI 1928 NEDERLANDSCHE HEIDEMAATSCHAPPIJ HET VEERTIG-JARIG BESTAAN ALGE'v'EENE VERGADERINGEN CONGRESZiTTING DERDE BLAD En aan de gevolgen overleden MIJ. VOOR NIJVERHEID EN HANDEL De voortgezette vergadering PAGINA 2 Da Nederlandsche Heidemaatschappij bestaat yeertig jaren. Dit feit heeft het bestuur aan- jeiding gegeven om de jaarlijksche algemeene Vergadering met meer luister dan naar ge woonte te omringen, zoodat thans leden en kenoodigden gedurende een gansche week Samenkomen om in vergadering en congres te Worden voorgelicht over het omvangrijk werk Jer Maatschappij en door excursies de resul taten van dat groote werk te kunnen bewon deren. Gistermorgen ving om 11 uur in de groote zaal van. „Musis Sacrum" de algemeene verga dering aan gevolgd door een algemeene congres- ïittïng. De voorzitter der Ned. Heide Mij., A. W. J. J. Baron van Nagell nit Barneveld. opende do vergadering met een rede waaraan het vol gende is ontleend: Openingsrede. K t verheugt het bestuur en commissarissen yan de Nederlandsche Heidemaatschappij, al dus ving spr. aan, In hooge mate, dat gii u in zoo grooten getale met ons vereenigt om het 40-jarig bestaan van onze Maatschappij op «enigszins feestelijke wijze te herdenken. Ik roep u allen een hartelijk welkom toe en het zou ons een groote vreugde zijn, als gij van hier met u zoudt kunnen meenemen de stel lige overtuiging, dat de Heidemaatschappij nog al tij d met jeugdige kracht de haar opgedragen taak met eere vervult en op den ingeslagen jveg hoopt voort te gaan. Spr. schetste na deze begroeting het ontstaan 'fler Ned. Helde Mij., waartoe hij zelf met do jhog in leven zijde heeren Tutein Nolthenius jen Staring het hunne hebben bijgedragen, ging de ontwikkeling en den werkkring der Maat schappij na en bracht hulde en dank aan de ambtenaren, in het bijzonder aan den admi nistrateur den heer Van Maaswinkel, die na de laatste bijeenkomst den dag mocht herden ken, waarop hij vóór 25 jaar aan de Maat schappij verbonden werd. Spr. herdenkt vervolgens inspecteur Knake, die door den dood aan d© Maatschappij is ont gallen en brengt tenslotte in herinnering, hoe de maatschappij zich sedert haar 25-jarig ju bileum In verschillende opzichten heeft uitge breid. De hoofdafdeeling Ruilverkaveling, de Pomologisehe vereeniging werden opgericht. De bezittingen van den Oranje Bond werden aan de Maatschappij overgedragen, dan is verder hog de directie van de Onderlinge Bosschen- Vorzokering Maatschappij overgegaan aan de Ned. Heide Mij., terwijl verder aangenaam werd eaamgewerkt met vele gemeente en instellin gen hij het cultiveeren van woesten grond of in het tot grootere vruchtbaarheid brengen van [cultuurgrond. Dit allee, zeide spr., maakt het jnogeüjk het 40-jarig bestaan van de Maat schappij eenlgszlns feestelijk te herdenken. Wij betreuren het dan ook in hooge mate, fildus eindigde de voorzitter zijn rede, dat zoo- Velen, die In opgewekte stemming aan het 25- jterig jubileum konden deelnemen, thans voor goed van ons zijn weggegaan. Erkennen wij hier met groote dankbaarheid bet vele goede, dat zij voor de Maatschappij gedaan hebben. Na deze openingsrede werd ter vaststelling fean de arde gesteld het verslag van den direc teur der Heide Mij., dat opgenomen is in de Mei-aflevering van het Tijdschrift Een commissie voor het nazien der reke- blng over 1927 werd benoemd, waarna de ver kiezing plaats had van commissarissen wegens het overlijden van den heer F. B. Löhnis en wegens periodiek aftreden van de heeren F. B. s' Jacob, dr. H. J. Lovink, dr. J. Th. Oude mans en jhr. L. F. Teixeira de Mattos. Geko zen werd op voordracht van het bestuur in de vacature F. B. Löhnis, mr. W. J. M. Wester- woudt te O ver veen, terwijl eveneens volgens voordracht de heeren F. B. s' Jacob te Staver- den en dr. H. J. Lovink te Alphen a. d. Rijn herkozen werden. Ook werden volgens de statutaire aanbeveling door de afdeelingsgroepen Utrecht, West-Over- veluwe, Zeist, Driebergen en Doetinchem, Lochem, ZutphenZwolle de aftredende com missarissen. dr. J. Th. Oudemans, te Putten, en jhr. L. F. Teixeira de Mattos herkozen. Nadat mededeelingen waren gedaan en gele genheid was gegeven voor de rondvraag, werd de algemeene vergadering gesloten. In „Musis Sacrum" had een gemeenschappe lijke luneh plaats, waarna leden en genoodigden zich opnieuw in de groote zaal vereenigden ter bijwoning van de algemeene congreszitting. Na de openingsrede voerde dr. Lovink in afwijking van de door den voorzitter voorge stelde regeMng het woord om hulde te hergen aan de nog in leven zijnde oprichters der Heide Mij, de heeren baron van Nagell en Tutein Nolthenius en aan den Algemeen-en secretaris der Mij. den heeir A. Staring en hun namens de eom- missaraissen de onder scheiding te verleenen van lid van verdien ste onder aanbieding van de gouden me daille. Onder applaus der gansche vergade ring reikte spr. den jubilarissen het eere metaal uit. Terwijl de stemopneming plaats had voerde de heer A. Nengerman, de Bilt, het woord, om namens den cursus der Heide Mij. hulde te brengen hij het 40-jarig juhilê, dat samen valt met het zilveren feest van den cursus. Als geschenk werd daarbij aangeboden een som van ƒ11.123 voor de stichting van een cursus fonds. Namens verschillende hoofdafdeelingen en ambtenaren werden woorden van hulde gespro ken en bloemstukken aangeboden. De ambtenaren brachten een som bijeen om de muurschildering In de hal van het hoofd gebouw der Mij. te Arnhem te voltooien, welk geschenk door het bestuur dankbaar werd aan vaard. CONGRESZITTING. In de algemeene congreszitting die des na middags plaats had, werd een aantal inlei dingen gehouden over onderwerpen, die in het bijzonder de belangstelling van de leden der Nederlandsche Heidemaatschappij verdienen. Prof. J. yan Baren, hoogleeraar te Wa- geningen, leidde het onderwerp in: De zand gronden van Nederland. Prof. Dr. H ans Bernhard, directeur der Zwitsersche ontginningsvereeniging en in dustrieel© landhuishoudkunde te Zürlch, beharf- delde 't onderwerp„Aktuelle Problem© der sohwelzerischen Innen- kolonisatio n". Domein ra. ad A, Kreuz, te Diilmen (Westfalen) had als onderwerp In te leiden; Taak en doel van het Verhond van Duitsche bodemen ltuur- vereeniglngen. De heer M e ij e r d e V r i e s, Rijksinspecteur voor de werkverschaffing In algemeenen dienst, te 's-Gravenhage, had als onderwerp in te lei den: Goede werkloozenzorg. Scheppen van meer woon- en werkgelegenheid. Ir. J. P. van Lo n k h u y z e n, direc teur der Ned. Heide Mij. te Arnhem behandel de het onderwerp: Steun van Over heidswege van het particulier Initiatief ter bevordering van cultuurtechniek, ontginning en bosehcultuur. De heer R. L ij s-1 e n, inspecteur der Ned. Helde Mij. te Arnhem sprak over de hoofdaf deeling „Fruitteelt" der Nederlandsche Heidemaatschappij. De heer D. M a a s w i n k e 1, adminis trateur der Ned. Heide Maatschappij, te Arn hem, leverde een Bijdragetot de ge schiedenis van het Boek hou den van ontginningen en land bouw en boschbedrijven in Ne derland. De heer G. A. Pemekamp, hoofd van de Vischkweekerij der Ned. Heide Mij- belichtte het werk van de Ned. Heide Mij. en de zoek w a t e r v i s s e h e r ij. De heer W. H. W i s s e 1 i nk, hoofd van den cursus der Ned. Heide Mij. te Arnhem, behan delde het onderwerp: „Wat deed en wat doet de Nederlandsche H e i d e- M a a t s e h -a p p ij ter v e r s p r e i d i ng van k e n n is. GLASFABRIEK LEERDAM Be malaise duurt voort Aan het jaarverslag van de Glasfabriek Leerdam over 1927 ontleeuen wij Er is niets gebeurd, dat het jaar tot iets buitengewoons stempelt. Na al de abnormale moeilijkheden der laatste jaren mogen wij ons gelukkig achten onze aandacht geheel te hebben kunnen wijden aan de in deze tijden toch reeds zoo talrijke „normale" moeilijkheden. De alge meene malaise in de glasindustrie duurt voort. Er is steeds overproductie. De prijzen zijn daar door gedrukt. Bovendien is ons land een duur land voor de exportindustrie. Niettegenstaande de gedruktheid der inter nationale glasmarkt en de verminderde koop kracht, gaat do fabriek door, zich intrinsiek te herstellen van de verliezen der na-corlogsche crisisjaren. Zij versterkt zich door steeds verder doorgevoerde efficiency, voortdurende reorga nisatie vernieuwing en verbetering van haar werkplaatsen en technische productiemiddelen, alsook door behoorlijke afschrijvingen. De directie blijft derhalve vol goeden moed, dat, waar de wereldmarkt bezig is zich lang zaam te consolideeren, de fabriek haar plaats op die markt zal weten te handhaven. TEGELSCH OPENLUCHTTHEATER. Opvoering van „Eva's Broom". In 't permanente openluchttheater van Tege- len, dat vorig jaar geopend werd met een St. Franciscus-spel, zal dit jaar „Eva's Droom" van Felix Rntten worden opgevoerd, 't Theater be staat uit een hoven- en heneden-natuurtooneel, 't Stuk woTdt in hoofdzaak beneden gespeeld. De opvoeringen hebben dit jaar plaats op de Zondagen 1, 8, 15, 22 en 29 Juli. UIT HET RAAM GEVALLEN. Het 4-jarig dochtertje van den heer G., uit Mook, dat Zaterdag uit het raam van de ouder lijke woning ter hoogte van 4 M. op de straat viel, is aan de gevolgen overleden. In de Zaterdag voortgezette vergadering van de Nederl. Mi), voor Nijverheid en Handel werden door den voorzitter welkom gebeeten de minis ter van A. H. en N. en de Commissaris der Koningin in Zeeland. WEDERKEERIGHEID IN DE HANDELSPOLITIEK. Hierna waren aan de. orde de rapporten over de wederkeerigheid in de handelspolitik, uitge- ribraeht door enkele afdeelingen. Toepassing van het vechttariefsysteem 7 Deze vragen luiden als volgt: le. Toepassing van het beginsel der wederkee righeid hü onderhandelingen over handelsverdra gen pleegt te geschieden door het in werking brengen van vechttarieven. Zou naar uwe mee ning in Nederland (buiten het geval van crediet- verleening, zooals bij het verdrag met Duitsch- land) op andere wijze dit beginsel toegepast kun nen worden? Zoo ja, op welke wijze meent TJ dat zulks dan mogelijk zou zijn? 2e. Welke gronden zouden er zijn om aan te nemen, dat toepassing van het veehttarief- systeem (of van een eventueel ander systeem om het wederkeerigheidsbeginsel in practük te brengen) in Nederland geen blijvende tariefs- verhooging voor verschillende artikelen zou heb ben, zooals dat in andere landen wel het geval blijkt te z(jn? 3e. Wanneer ook in Nederland tariefsverhoo- gingen het gevolg zouden zijn van de toepassing van het vechttariefsysteem (of van een eventueel ander systeem om het wederkeerigheidsbeginsel im praktijk te brengen) zou dan naar uw oordeel niet het overgroote deel dezer verhoogingen het karakter van bescherming dragen? Zouden dan deze tariefsverhoogingen niet de kosten van allerlei artikelen en daardoor van het levens onderhoud, duurder maken, ten nadeele van den consument en van de exportbedrijven? 4e. Welke importartikelen zouden, van Neder- Iandsch standpunt gezien, naar uwe meening in aanmerking komen om voor toepassing van het wederkeerigheidsbeginsel met invoerrechten be last te worden waarhü eenerzijds voldaan zou moeten worden aan den eisch, dat de invoer én de te heffen rechten van voldoenden omvang en hoogte zijn om het buitenland te treffen doch anderzijds de algemeene belangen van ons volk hierdoor geen nadeel mogen ondervinden? 5e. In geval uw oordeel luidt, dat toepassing van het vechttarief of een ander stelsel om het wederkeerigheidsbeginsel In praetijk te brengen tot verhooging van invoerrechten moet leiden, acht U dan de omstandigheden zoo zeer gewijzigd, dat de Nederlandsche Maatschappij voor Nijver heid en Handel reden zou hebben liet steeds ingenomen vrijhandelsstandpimt te verlaten? Zoo ja, welke zijn dan de wijzigingen? 6e. Welke waarborgen zijn er naar uw mee ning, dat het land, tegen hetwelk de maatregel gericht is, inderdaad zijn tarieven zal verlagen en niet als represaille-maatregel verdere belemme ringen aan onzen handel in den weg zal leggen? 7e. Zouden naar uwe meening de voordeelen, voor bepaalde bevolkingsgroepen uit aanvaar ding van het wederkeerigheidsbeginsel voort spruitend, grooter kunnen zün dan de nadeelen voor andere groepen, hieruit te verwachten? 8e. In geval tot aanvaarding van liet vecht- tarlefstelsel zou worden overgegaan, verwacht g« dan al of niet, dat de handelspolitieke positie van Nederland bezwaarlijker wordt dan zü is, doordat ons tariefstelsel, waarover wij thans vrü leunnen beschikken, wordt vastgekoppeld aan de handelspolitiek van andere landen, vooral aan die van landen, welke economisch machtiger zijn dan w)j? Hierover voerde het woord de heer Appel uit Apeldoorn, die een zekere angst bezit den vrij handel te beperken. Maar toch moet men oppassen dit niet te overdrijven, gezien de protesten in andere lan den. Het doel der activisten is den vrijhandel als stelsel te verdedigen. Ons kleine land kan niet veel doen, maar het moet met andere landen samen trachten te werken in de richting van den vrijhandel. Spr. is tegen retorsie-maatregelen. Vragen suggestief gesteld. De heer Dr. B. J. M. Spaendonok uit Tilburg komt op tegen de wijze van liet stellen der vra gen, waaruit blijkt, dat het hoofdbestuur reeds een meening had, en de objectieve behandeling belet. Dit o.a. omdat het mogelijk is dat de weder- keerigheldsgedacht© in de plaats komt-van vrij handel, zonder dezen aan té tasten. De vragen zijn opzettelijk suggestief gesfeld. Spr. vraagt Waar bij het traetaat met Duitsch- Iand de stemmen van de voorstanders der actieve handelspolitiek zijn gebleven. Spr. wijst op de versterkte bescherming, die in Engeland tot stand is gekomen. De Internationale Kamer van Koophandel is ook tot de conclusie gekomen, dat wederkeerige handelspolitiek een onderdeel van den vrijhandel is. De heer mr. M. P. L. Steenberghe, lid van de directie der N.V. H. van Puyenbroek's Textiel- maatschappij te Goorle, toonde aan dat men meermalen niets heeft aan het standpunt van .meestbegunstigde, zonder ook iets te kunnen aanbieden. Daarvoor is noodig, dat men goed op de hoogte is van wat er in het buitenland om gaat en dan kan wederkeerigheidspoldtiek noodig zijn. Spr. meent, dat de tarief verhooging van Co lijn geen invloed heeft gehad (geroep van ja en neen). Spr. meent, dat de economische confe rentie te Genêve zich niet heeft uitgesproken tegen de wederkeerigheidspolitiek. De heer Stork uit Hengelo had willen pro testeeren tegen de vasthouders van actieve han delspolitiek, maar meent tot nu toe alleen voor standers van vrijhandel te hebben gehoord. In outillage staan wij achter hij het buitenland, maar de heeren hebben zelf er geen vaste mee ning over. De een wil retorsie, de tweede begun stiging onder voorwaarden, de derde hetzelfde zón-der voorwaard-en. De heer Jhr. de Beaufort, uit Rotterdam, zeide, dat men daar zoo gaarne zou willen weten, wat de voorstanders der actieve handelspolitiek eigenlijk willen. Dit bl-ijkt nog niet duidelijk. De heer dr. F. E. Posthuma beantwoordde de vraag wat bereikt is met onze handelspolitiek, mat te wijzen op de verdragen met vroeger oor logvoerende landen gewijzigd. Nederland heeft dit moeten doen met Duit3chland, en verschillen de andere verdragen met Nederland werden op gezegd. Daardoor moest Nederland met 22 landen 43 overeenkomsten sluiten en dit gaat nog voort. De contracten bevatten tal van overeenkomsten o.a. over handel en verkeer en over het slechten van geschillen. V eeal betreffen - die verdragen het recht van meestbegunstigde, ook wel met een of meer uitzonderingen. Veelal beteekent dit niet veel als het betreft landen die onderling een politiek van protectie voeren. Spr. zetuiteen, dat Zwitserland niets meer heeft bereikt dan Nederland, dat de beste tarie ven heeft. Het behandelen der vraagstukken heeft plaats in een kring, die beïnvloed Wordt door de politiek en dit betreurt spr. ten zeerste. De deskundigen moeten de zaak onderzoeken. De heer L. van Heek merkt op, dat de Ontevredenheid ten onrechte op de handets- politiek wordt geschoven. Spr. is tegen te veel wetten en meent dat men te veel op vadertje staat moet steunen. De tarievenoorlog tussehen de landen is gevaarlijk en Enschedé blijft voor vrijhandel. De heer A. Plate ziet in het gesprokene den uitslag, dat men wel iets tot elkaar is gekomen. „W«Kschelgkheid van wijziging onzer handels politiek niet aannemelijk gemaakt". Ten slotte wordt namens de departementen Leiden en Zaanstreek de volgende motie inge diend: De algemeene vergadering enz. is van oordeel, dat een stelsel van „wederkeerigheid" In den zin van een verhooging van invoerrechten weliswaar bevorderlijk kan zijn aan het tijdelijfr belang van eenige bedrijven, doch dat dit stels<|_ het algemeen belang slechts kan henadeelen, dat de wenschelijkheid om een wijziging in onze handelspolitiek te brengen overigens evenmin aannemelijk is gemaakt, dat or dus geen aan leiding is om een standpunt te aanvaarden, dat afwijkt van datgene, door de Mij. aangenomen op haar buitengewone vergadering van 31 Ja nuari 1922 te Utrecht, nadat de heer Maas uit Den Haag gewaarschuwd heeft dat deze motie vele leden van de Mij. zal vervreemden. Tegen de motie stemden alleen Maastricht^ en Den Haag. Gewestelijke uitbreidingsplannen. Prof. de Vries uit Rotterdam dringt aan op economische samenwerking om te komen tot een groot havenplan van Rotterdam en goede spoorwegpolitiek, ook ten opzichte van de be lastingheffing van het personeel der spoorwegen en het tarievenstelsel. Aan het hoofdbestuur werd opgedragen deze zaak nader onder de oog-en te zien. DR. LOVINK. enturen - roman van Edgar Wallace j 1«.> Nee nee, dank n. U hebt me een heele aar- jjige herinnering gegeven, mr. Friedman. Een, Ale me waarschijnlijk mijn heele leven bij zal plljven. En, indien u er niets op tegen hebt, Sou ik liever willen blijven, tot deze jonge men- Beken heelemaal, hm, opgeruimd zijn, als ik Boo'n vulgaire uitdrukking mag gebruiken. Uitstekend zei Lew en vroeg: Heb j© 't antoor nog opgebeld is er al iets meer be- end over Leslie? Tillman schudde zijn hoofd. Niets, maar in de avondbladen staat, dat parrabal het geval in handen heeft. Maar, lk teroorloof me, glimlachte hij, om dat in twijfel td trekken. Lew keek hem verdacht aan. Waarom zeg je dat, vroeg hij; wat weet. van Barrabad? Wie weet nou alles vau iedereen, was het Ontwijkende antwoord; maar een man in zijn positie, een man die er niet zoo krankzinnig terzo-t op is om op den voorgrond geschoven t© gorden, zal toch zeker zijn hoofd niet op hol [Willen brengen door zich met Leslie te be snoeien, Niets anders dan een eenvoudige oefe- Ïing van logische gevolgtrekkingen, mr. riedman. En toen ging hij weer terug naar het onder- Jrorp, waar van hij afgedwaald was. Indien u me niet ad te lastig vindt, mr. Friedman, zou ik hier liever wat rood blijven hangen. Misschien kan ik hier of daar nog van Eat zijn. Mij best, zei Lew, nadat liij even over de Staag had nagedacht. Je kunt voor mijn part terugkomen, maar ik weet eigenlijk niet, wat jtk met je aan moet vangen. Je kunt je amuse©- feu in de biljartzaal, als j© dat wilt speel je? Tillman antwoordde zonder erg veed enthou siasme, dat hij de ballen wel eens tegen elkaar Stootte en ging toen zijn boodschappen doen. fcnkele minuten lang slenterde Lew Friedman fio Hoos door de verschillende kamers; en nadat fcli aarzelend ben-eden aan de trap had gestaan, Hing hij langzaam naar boven 'en klopte aan de lienr van Beryl's kamer. Het was eigenlijk ©en Kfelne suite, daar zitkamer en slaapkamer door een boogvormige opening verbonden waren. Ze zat in de breede vensterbank, naar den tuin te kijken, toen hij binnenkwam. Well, lief kind? Well, lief kind? Ze had werkelijk nog den moed om te spatten, terwijl haar hairt ineen kromp en de toekomst grauw was als een herfstdag. Hij kwam in de lage vensterbank bij haar zitten en nam haar hand. Alles komt beslist in orde; en nou kom ik Je Iets vertellen, wat je werkelijk plezier zal doen. Ze keek hem zonder belangstelling aan. Er waren werkelijk nog zoo weinig dingen, die haar op dat oogenblik interesseerden. Ik heb mijn advocaat opdracht gegeven, den besten pleiter van de balie aan te zoeken, om onzen vriend te verdedigen, zei hij. En hij zag het licht In haar oogen terug komen en toen een film tranen. Wat is dat edel van je, Lew, zei ze met befloerste stem.. En echt iets voor jou. Ze streelde zijn hand tussehen de hare. 't Kan toch niet mogelijk zijn zeg nou zelf dat iemand als John Leslie zoo onuitsprekelijk gemeen zou zijn! Ik geloof, dat m© dat het meest pijn gedaan heeft niet dat hij een ze aarzelde een dief is, maar dat hij die. hoe klinkt dat akelig© woord ook al weer? Pie per is! Dat is het ergste van die heele geschie denis; er waren mannen die hem vertrouwden en hij verried hen, als hij er voordeel uit kon trekken. Haar denkende oogen zweefden een oogenblik over den tuin en kwamen toen naar hem terug. Ik geloof het niet, zei ze. Hij was verbaasd. Geloof jij dat niet? Maar, lief kind, hij gaf zelf toe, dat hij de Pieper was dat heb je uit zijn eigen mond toch gehoord. Ze schudde ontkennend haar hoofd. Nee, ik herinner me nu ik herinner me nu heel goed, hoe sarcastisch hij dat zei. Dat man? Wat klinkt dat toch vreeslijk naar, hè? Hij moest nog even naar de stad, haastte Lew zich uit te leggen. Je begrijpt wel, lieve, was echt zijn manier, om de verdenkingen van andere menschen te ontvangen. Waar is mijn dit alles was zoo haastig in elkaar gezet en hij moet, nu Leslie weg ls, nog zooveel andere din gen opknappen. Frank moet in ieder geval iemand benoemen, die zijn plaats in kan nemen. Het regende; een fijne, doordringende mot regen, uit zware wolken. Het zou den koelen nacht regenen.... als zij op weg was naar Schotland als John Leslie zich onrustig op zijn houten brits zou omwentelen. Ze kneep haar oogen dicht. Met zijn vlug intuïtief gevoel wist bij, .waarover ze dacht. Toe, blijf daar nu met je gedachten niet mee bezig, zei hij en toen op lichtelijk sportenden toon: liefke, weet je wat jij me van middag gekost hebt? Een klein fortuin! Je weet wel, hoe ons soort Joden haat om g-eld uit te geven dat h-eb je toch zeker wel in de hu moristische bladen gelezen de Ikeys en Li- vys en Cohens. Ze legde haar hand op zijn knie en liefkoos de hem. To-e, wees niet zoo dwaas. Veertig duizend pond, sprak hij dramatisch en, dan nog je bruidschat. Ik gaf Frank een cheque van twintig duizend en hij zond zijn secretaresse er onmiddellijk mee naar de bank een gewiekste kerel, die Frank. Hij heeft me nu al zijn plannen laten zien voor uitbreiding van de zaak. Voor hij sterft, is hij beslist mil- liemnair. Hij babbelde nog maar door, totdat zij hem in de rede viel en naar iets wees. Wie is dat? Van waar ze zaten, konden ze over een hoek van den heg naar den grooten weg zien, die d-en anderen kruiste. Een naargeestig persoon miet een gerafelden stroolioed en -een lange ver schoten overjas, stond naar h©t huis te zien. Drommels, ik geloof dat liet de kleine re porter van de Postkoerier is. Arme kerel! hij lijkt druipnat, zei ze. Roep hem binnen en geef hem een kop thee, Lew. Hij is natuurlijk alleen naar hier gekoms-n, voor wat inlichtingen over het huwelijk. Ze sprak erg gehaast; en hij begreep niet waar zij ineens haar voorliefde voor dezen man vandaan haalde. Hoe geslepen hij ook was, vermoedde hij niet, dat ze den journalist wilde spreken en van hem hot laatste nieuws over Leslie te weten wilde komen. Lew ging naar beneden en stuurde een be diende er op uit, om den reiziger in huis te ver zoeken. Joshua was druipnat, maar scheen daar weinig om te geven. Hij keek vol liefde naar zijn stroohoed en zei, dat hij al vijf winters mee gemaakt had en er nog wel vijf mee kon- Iemand had hem klaarblijkelijk aangekleed, want elke knoop van zijn jas zat op -zijn goede plaats. Ik hel) je niets te vertellen, kerel, wat je waarschijnlijk reeds weet; dat mr. Sutton ge trouwd is. Als je meer bijzonderheden wil we ten, zou ik zeggen dat Tillman je di© wel ge ven zal. Tillman? 't Viel moeilijk nit te maken, of Joshua ver baasd, of alleen maar geïnteresseerd was. Hel woord klonk hob Is hij hier? Lieve deugd, wat vreemd! Be slist, dat Is merkwaardig! Beryl onderbrak hun gesprek. Ze nam Joshua bij den arm, leidde hem, of liever gezegd sleepte hem In een kleine zitka mer, die op de hall uitkwam en was zoo opge wekt, da.t Lew Friedman uit dankbaarheid Jos hua Collie wel om den hals had willen vliegen. Maar door dat gevo-el van verlichting begon hij ook te begrijpen de reden van haar opge wekte stemming en liet hen beiden wijselijk alleen. Ze stelde haar vraag bijna voordat haar vcogd nit hun gehoor was. - Nee, ik heb captain Leslie niet gezien, zeid© J-eshua. Mr. Collie ze sprak nu erg gejaagd zou u mij asjeblief een dienst willen bewijzen? Zou u naar de stad terug willen gaan en wat geld voor hem mee willen nemen? Hij zal wel extra vo-edsel of zoo iets willen gebruiken. Mis schien kunt u hem wel te spreken krijgen en ■hem zeggen, dat mr. Friedman een reuzen- go-eden verdediger genomen heeft. Ik zou maar liever hebbendat u hem niet vertelde van ons huwelijk; dat is nog tijd genoeg, om hem daarmee in kennis te brengen. Zou u dat alle maal voor me will-en doen? Joshua krabde nadenkend over zijn tin. Natuurlijk wil ik alles doe-n wat maar mo gelijk is; ze zullen me niet toestaan om hem te spreken, omdat, wat u zich wel voor kunt stel len, mijn ongelukkige positie dat verhindert. Een van de beproevingen, van een journalisten- leven, is, dat ze hem nooit toestaan, een onder houd t-e hebben mot belangrijke mis.... e. gevangenen. Maar misschien kunt u liem wel een briefje zenden! Zou u nog terug willen komen om het mij te vertellen? vroeg ze vlug. Misschien heeft lilj wel een boodschap voor me. Zo opende haar klein© tasehje, nam er een bundel bankbiljetten uit en zou ze hem allemaal gegeven hebben. Eén zal voldoende zijn, zei Joshua en dat zal ik wellicht aan de zorg van een inspecteur kunnen toevertrouwen. Ik geloof wel, dat het toegestaan wordt, om kleine extra gemakken te verkrijgen. Was mr. Tillman bij uw hu welijk? Ze knikte. Ja, hij was getuige. Kent u hem? Joshua's oogen dwaalden langs haar heen. Ik weet iets van hem, zei hij. U hebt hem toch niets over captain Leslie gezegd? Ik? antwoordde ze venrhst. Nee, waarom? Zou dat nut gehad hebben? Maar op zijn vage manier ontweek hij de vraag. Als ik U was miss Stedman (ze zegende hem voor dien naam)zei hij, terwijl hij zijn stem liet zakken tot een héeseh, vertrouwelijk gefluister, zou ik geen woord over captain Les lie spreken, U kon hem eens vragen.... nee, ik geloof dat ik het hem beter zelf kan vragen. Ik yted het wel vreeslijk, dat ik deze toespeling moet maken, maar ik weet, dat u belang stelt in den captain en dit wetend, voel ik, dat de beste belangen van alle partijen gediend zonden worden, als.... Begrijpt u me? Ze knikte. In orde -dan, zei Jeshua opgewekt. Mondje dicht. XVIII. iiij was alweer verdwenen, voordat Tillman terugkwam van zijn boodschappen en Beryl vo-nd een nieuwe afleiding in het bestudeeren van Frank Sutton's klerk. Het was klaarblij kelijk een zeer verstandig mensch: niet van dat soort, -waarvan je verwachten zou, dat ze d© ,,kans" noodig hadden die Frank hem go- geven had. Hij had iets van de lenigheid van een tijger en in zijn donker, knap gezicht was die vragend© Mik, die ze altijd verbond met een zeker typ© van rnstelooze levendigheid. Ze had ruimschoots gelegenheid, om hem rustig op te nemen, wamt Frank was nog niet van de city terug gekomen en Lew scheen Till man vrijheid gegeven te hebben, om overal in het huis rond te loopen. Millie Trent, die een zware akten-tasch vol papieren naar beneden had gebracht, lieerschte in de zitkamer. Beryl hield niet van haar en ze vond het leuk, om de gespannen verhouding tussehen Frank's secretaresse en Tillman, na te gaan. Telkens als ze elkaar ontmoetten, sche nen ze te ruziën, ofschoon, om hem recht te doen, d-e uitbarstingen steeds van Millie's kant kwamen. Tillman had zijn post in de hall weer be trokken, wat de vrouw zeer scheen te ergeren. Kun je nergens anders gaan zitten? hoor de Beryl haar zeggen. Ik zou in de zitkamer zijn gaan zitten, als jij er niet was, was Tillman's vlugge ant woord. To-en ze even later weer naar buiten kwam, zei Tillman: Niet geroepen! Wat bedoel je met niet geroepen? vroeg Millie. O, je verwacht een boodschap door de telefoon en ze hebben je nog niet geroepen, was het koele antwoord. Bemoei je met j© eigen zaken! Beryl hoofde dit alles door de openstaande deur van de bibliotheek en vermaakte zich ermee. Ze was werkelijk blij, dat ze deze aflei ding had gekregen, want er waren enkele din gen, waarover ze niet wilde nadenken. Er hing een telefoon achter in de hall en Tillman was klaarblijkelijk juist in zijn vermoe den, want telkens als de bel rinkelde en hij opstond om te luisteren, vloog de wouw idt het vertrek om het eerst bij de telefoon te zijn, jvat haar dikwijls gelukte. (Wordt jrervolgd), j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10