Citroen jenever
BJ. HENGST
mnmun - telef. gbsss
FEUILLETON
VRIJDAG 29 JUNI 1928
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
DE R.K. WERKGEVERS IN ONS BISDOM
EUCHARISTISCHE KRUISTOCHT
VERZORGING VAN FABRIEKS- EN WINKELMEISJES
J, F. A. WAGENAAR f
per liter f 3.5®
Op aanvraag gratis monster
BIJZONDERE KWEEKSCHOLEN
MR. JURGENS OP REIS
JEANNE
<&-
Be Algemeens R.K. Werkgevefsvereeniging
ln het Bis-dom Haarlet kwam gisteren voor
haar voorjaarsledenvergadering te Rotterdam
Vfleen.
Nadat te half tien in de Bosohjeskerk een
K. Mis was. opgedragen voor de leden der ver.
eeniglng, begon te half elf de vergadering ln
een deT bovenzalen van het Zuid-Hollandsch
Koffiehuis onder voorzitterschap van den heer
H. W. D. Hellebrekers.
Na voorlezing der notulen van de vergadering
van 15 December 1927, deelde de voorzitter
mede, dat de volgende ledenvergadering der
federatie zal worden gehouden te 's-Gravenhage
op 24 September a.s.
In behandeling kwam hierna het jaarverslag,
waaruit bleek een vooruitgang van het leden
tal van 208 op 1 Jan. 1927 tot 220 op 1 Jan. 1928.
In den loop van 1927 moesten wegens overlijden,
liquidatie en bedanken van de ledenlijst worden
afgevoerd 16 leden, terwijl 30 nieuwe leden
Joetraden. De stijging van het ledental, waarvan
jok ln het vorig jaarverslag kon melding ge
haakt worden, bleef dua ook dit jaar aan
houden.
Verder wordt in het jaarverslag melding ge
maakt van de bemoeiingen der vereeniglng op
sociaal terrein, op economisch en fiscaal gebied
en op het terrein der verdere rijkswetgeving,
terwijl ten slotte nog besproken worden de ver
houding tot de andere organisaties, de vertegen
woordiging in officieele colleges, vereenigingen
enz. en de werkzaamheden van het secretariaat,
welke zich in stijgende lijn bewogen.
De secretaris, dr. L. G. Kortenhorst, deelde
mede, hoe het staat met de ziekteverzekering.
Binnenkort zal er een mondeling overleg plaats
hebben tusschen de regeering en de commissie
van overleg uit de Kamer. Het komt spr. voor,
dat het niet in de bedoeling ligt om de be
handeling van deze zaak te verschuiven tot
een volgende zittingsperiode.
De voorzitter, de heer Heilebrekers, vestigde
er de aandacht op, dat de ziekteverzorging een
succes is geworden van den Raad van Overleg
tusschen de R.K. Werkgevers en de R.K. Arbei
dersbeweging. De bespreking dei' materie in dit
college heeft geleid tot een compromis, dat
beide partijen beeft bevredigd.
De tu verantwoording van den pen
ningmeester werden goedgekeurd, het verslag
der kascommissie voor kennisgeving aangeno
men en de penningmeester gedechargeerd.
De periodiek aftredende bestuursleden de
Aeren H. W. D. Hellebrekers en dr. H. W. M.
Kijdam, werden bij acclamatie herbenoemd.
Volgden hierna eenige mededeelingen van den
secretaris, dr. L. G. Kortenhorst. Allereerst ten
aanzien van bet wetsontwerp op de N.V. De
Minister heeft zich bereid verklaard om aan de
bezwaren, welke aan de publiciteit verbonden
zijn voor de gesloten vennootschappen, op eeni-
gerlei wijze tegemoet te komen en daaromtrent
ook den Nijverheidsraad te zullen hooren.
Vervolgens vestigde dr. Kortenhorst de aan
dacht op de kwestie van den export naar Indië
en op het plan van een speciale stndie- en
zakenreis naar Indië voor leden der R.K.W.V.
Het Is een fedt, dat Nederland op een onrust
barende wijze van de Indische markt ver
drongen wordt. Of onze handelsorganisatie op
de hoogte van den tijd ie, ls een vraag, welke
ernstige overweging verdient!
Vervolgens deed dr. Kortenhorst nog eenige
mededeelingen over de Septeimbervergadering
te 's-Gravenhage, waar de R.K. werkgevers ln
een besloten bijeenkomst van gedachten zullen
wisselen over bet program der R.K. Staats
partij.
Tenslotte werden eenige mededeelingen ge
daan over de kwestie van betere pensioenrege
lingen in de bedrijven en over den Wegenraad.
De voorzitter herinnerde aan het 12 jarig
jttbilé van dr. Kortenhorst als secretaris der
R. K. Werkgeversvereniging.
De geestelijk-adviseur, Rector J. F. A. Bots,
bracht ter sprake bet denkbeeld om op een of
andere wijze iets te doen voor vacantie-verblij-
ven van personeel.
De voorzitter stelde voor de zaak in 't hoofd
bestuur te bespreken, waarmede men zich ver-
eenigde.
Hiermede was de gewone agenda afgehan
deld en kwam aan de orde de inleiding van
Rector F. Frencken, leider van de B. IC.-beweging
in bet bisdom Breda, oven
„Be sociale taak van den werkgever in
verband met Eucharistisch Kruistocht werk".
Tot deze lezing waren behalve de leden der
A. R. K. W. V, nog uitgenoodigd, het bestuur
van den R.K. Vrouwenhond, afdeeling Rot
terdam en mej. P. Reekers, leidster van de
E. K. te Rotterdam, de Zeereerw. heer J.
Möller, voorzitter van de diocesane jeugdcom
missie en mr. L. K. van Eyk, secretaris van
het comité ,yKatholiek Rotterdam".
De voorzitter, de heer H. W. D. Heilebrekers
leidde den spreker in met een kort woord,
waarin bij mededeelde, wat er op dat gebied
in Rotterdam reeds getracht was tot stand te
brengen en welke voorbereidende besprekin
gen er werden gehouden.
Hierna verkreeg Rector Francken bet woord,
die begon met vast te leggen bet beginsel,
waarop de E. IC berust, n.l. dat ook ieder fa-
brieks-, winkel- of ateliermeisje door God ge
maakt is om moeder te zijn. Het veTblijf in de
fabriek is maar een doorgang naar het gees
telijk of geestelijk en lichamelijk moederschap.
Een feit Is echter, dat de fabriek, de winkel,
het atelier aan het meisje doorgaans de eigen
schappen ontrooft om goed moeder te zijn.
Toen spr. eenige jaren terug zijn aandacht
aan het fabrieksmeisje begon te schenken, bleek
hem op welk laag zedelijk niveau de fabrieks
meisjes waren gezonken. Het was een gezel
schap, waarin allerlei slechte taal werd ge
sproken, men zich aan uitspattingen overgaf,
van de eene kermis in de andere leefde om
ten slotte aan een jongen te blijven hangen
en te trouwen. Waarmede de ellende eerst
recht begon, omdat de meisjes iets hadden
verkocht, wat zij nooit hadden mogen verkoo-
pen; haar toekomstig moederschap.
Wij zijn toen, aldus spr. tot de fabrieks
meisjes gegaan en bevonden, dat het meer uit
wanhoop dan uit lichtzinnigheid was, dat men
zoo leefde. Zoodra wij haar spraken van haar
toekomstig moederschap, had er een algeheele
omkeer plaats. Men ging inzien, waaraan men
vroeger had gewanhoopt, dat men nog iets
kon worden.
Gebleken is, dat in plaats van de morali
teit van het meisje neer te halen, de industrie
een factor kan zijn ter veredeling en bescha
ving van het arbeiderskind.
Welke beginselen moeten daarbij echter wor
den vastgehouden? Het werk tot verheffing
van het fabrieksmeisje moet steunen op het
meisje zelve. Met massa-organisatie is hier
niets te bereiken en met organisatie alleen zijn
geen goede moeders te maken. Dat heeft be
wezen het fiasco, hetwelk de sociale hulp van
eenige groote industrieën heeft geleden. Eerst
moet er bij het meisje iets veranderen, een
streven komen naar iets hoogers, een verant
woordelijkheidsbesef, steunend op een diep-
godsdienstigen ondergrond.
Het fabrieksmeisje is gebleken wel te redden
te zijn, mits de godsdienst maar reddende fac
tor kan zijn.
Het werk moet zich geheel zelfstandig ont
wikkelen bnlten de fabriek om. De fabriek is
iets economisch en heeft geen recht op de per
soonlijkheid van het meisje of den arbeider.
Het opheffingswerk moet wel gesteund worden
door, doch mag niet afhankelijk zijn van de
fabriek. De sociale directrice, hoe ze zich in
spant, ze is en blijft de juffrouw van de fa
briek.
Alleen door het vasthouden aan de onafhan
kelijkheid van het werk is het mogelijk om
separatie te maken, welke noodig ls, omdat op
iedere fabriek een kern van goeden en van
kwaden is en de gevaren tot een minimum
moeten worden herleid.
Het meisje is niet te hereiken zonder liefde.
Alleen door de uitstorting van het moederhart
geeft ze zich. Onze catechisten zijn onze eenige
kracht. Het zijn maar eenvoudige meisjes,
maar ze leven en sterven voor elkaar. Het werk
mag niet geforceerd worden.
In Breda hebben we nu reeds een 2 k 3000
meisjes vereenigd in de katholieke jeugdver-
eeniging, welke een onafhankelijk en frisch
karakter heeft en uit de meisjes zelf is voort
gekomen.
Spr. zette dan uiteen, wat er in deze bewe
ging voor de godsdienstige belangen van het
meisje wordt gedaan, wat voor de maatschap
pelijke belangen van de toekomstige moeders.
Zij krijgen nu een vorming en een opleiding,
welke anders nooit mogelijk was geweest. Het
geschiedt met grooten financieelen steun van
het meisje zelve. Om echter onafhankelijk van
de industrie te staan, behoeft het werk den
steun van de publieke lichamena.
De kernvorming geschiedt door de Voorwacht
en den Kruistocht. Van die religieuse kern
leeft het geheel.
Op die wijze hopen wij, aldus spr. te komen
tot een grooten phalanax, niet alleen in ons
land, ook in België, Duitschland en Frankrijk.
Werd het werk onder de fabrieksmeisjes al-
zoo met een groot succes bekroond, moeilijk
blijkt nog dat onder de winkelmeisjes. Dit
komt, omdat men hier niet contact kan krij
gen met de directies, welke over het algemeen
in de groote winkel zaken in het Noorden des
lands zich bevinden. Toch geldt ook voor het
winkelmeisje hetzelfde als van het fabrieks
meisje. En ook voor haar is noodig vorming
tot christelijke moeders. In een stad in Hol
land sprekend, meende spr. hierop nog eens
speciaal de aandacht te moeten vestigen, omdat
de hoofdleiding van die groote winkelzaken
hier berust. Het gaat ook hierbij om de belan
gen van het Katholicisme, die onverbrekelijk
vast zitten aan de vorming van christelijke
moeders in den arbeidersstand. (Applaus).
Mej. P. Reekers deed hierna eenige mededee
lingen over het werk van den E. K. in Rot
terdam.
Pastoor Möller deelde mede, dat naar aanlei
ding van een rede van Dr. Belpaire te Am
sterdam de zaak besproken is in de diocesane
jeugdcentrale. Mgr. Callier bepaalde, dat er een
afzonderlijke algemeene organisatie zou komen
voor de fahrieks en ateliermeisjes en dat de
meisjes zich verder zoudén aansluiten bij de
betreffende vakorganisatie. Noodig is allereerst
een eenheid van handelen, geen losse en ver
deelde pogingen. Voor de opvoeding der meis
jes moet er komen een afzonderlijke jeugd
organisatie, op zelfstandigheid gebaseerd.
Hoofdzaak is, dat we geen oneenigheid krij
gen in de topleiding. Daartoe moet er eerst
klaarheid komen en de volle medewerking
van Vrouwenbond, arbeidersorganisaties en
paroch. jeugdviereenigingen verzekerd zijn.
Er moet een einde komen aan de jeugdzorg,
aan het bemoederen. De nieuwe organisatie
moet zelfstandig staan. Gaarne betuigt spr. in
dit opzicht ook adhaesie aan de woorden van
Rector Frencken.
Pater van den Bosch, geestelijk adviseur van
den kring Rotterdam, verklaarde, dat men
voor een oplossing van deze kwestie over de
grenzen van het bisdom zal moeten heenzien
en evenals voor het St. Franciscus-Liefdewerk
een specialen priester met dit werk zal moeten
belasten. Spr. gelooft, dat aandrang van de
R.K. Werkgeversver. ^in die richting niet on
nut zou zijn.
Dr. Kortenhorst sprak zijn hooge waardee
ring uit voor de rede, welke Rector Frencken
hier heeft gehouden. Om geen misverstand in
de hand te werken, wil spr, er op wijzen, dat
men in de ondernemingtoch niet uitsluitend
een economische eenheid heeft te zien. Wat de
kwestie van de fabrieksmeisjes betreft, advi
seerde spr. dat de werkgeversmet idealisme
de pogingen in die richting zullen volgen, doch
zelf niet het Initiatief móeten nemen.
Rector Frencken antwoordde Dr. Korten
horst, dat hij niet de onderneming als een
zuiver economisch iets beschouwt. De werk
gever heeft een sociaal-economische taak en
deze bestrijkt alles wat het loonvraagstuk be
treft (sparen, verzekeren,eigen woning)Het
zuiver opvoedkundig element, zooals het be
sproken onderwerp, is van ethisch socialen
aard en staat buiten de fabriek. Dit sluit even
wel belangstelling van de zijde der directies
niet uit. De algemeene voorzitter en de dioc.
voorzitter van de R.K. Werkgeversver. geven
hierbij een prachtig voorbeeld. De R.K. Werk
gever vermag alles, als hij zijn taak begrijpt.
De voorzitter vatte dan de besprekingen sa
men, dankte Rector Frencken voor zijn prach
tige rede en zeide, dat oolc de R.K. Werlt-
geversvereeniging het op prijs zou stellen deel
te nemen aan de besprekingen op 11 Septem
ber.
Hiermede werd de vergadering gesloten.
In den middag werd door de leden der R.K.
Werkgeversvereniging een bezoek gebracht
aan de Nenijto.
Gisterenavond is te 'e-Hertogenhosch plotse
ling overleden de heer J. F. A. Wagenaar
griffier der Pro-v, Staten van Noord-Brabant,
In de oorlogsjaren vervulde de heer Wage
naar tevens de functie van regeeringaeom-
missaris voor de graan-inzameling.
Hij was president van de algemeene com
missie voor kinderverpleging en kinderbescher
ming, vice-president van den Bij zonderen Raad
der St. V ineen tins vereeni ging, van welke ver-
eeniging hij 28 jaar lid was, voorzitter van
den Armenraad, voorzitter van den Voogdij
raad enz.
BR. SCHAEPMAN'S GEBOORTEHUIS.
Te Tubbergen fungeert sinds 1898 als. ge
meentehuis een oude school, welke thans
nu de gemeente tot 9000 zielen steeg zóó
onvoldoende en bovendien zóó bouwvallig is, dat
kort geleden het dagelijksch bestuur voorstelde,
don „Eeshof", dr. Schaepman's geboortehuis, tot.
zetel van het gemeemtehestuur in te richten.
's Raads meerderheid stemde dit evenwel af:
,,'t Moest maar blijven zooals 't was".
't Ziet er evenwel toch niet naar uit, dat
zulks het geval zal wezen. De „Beshof" is nu
n.l. voor 10 jaar in huur gekomen bij den A.B.
T.B. Deze richt diaar, met subsidie van Rijk en
gemeente, een landbouw- en landbouwhuishoud-
■school in en.... reserveert een deel van de 23
kamers voor de gemeente, terwijl de burge
meester vast van plan is, dat aanbod niet te
laten paeseeren. Naar hij aan een verslaggever
der Zw. Crt, mededeelde, ligt het in zijn be
doeling, Geel. Staten te verzoeken zich persoon
lijk op de hoogte te komen stellen, dan kan dit
college zelf oordeelem. Blijft de raad in zijn af
wijzende houding inzake den Eeshof volharden,
dan kunnen Ged. Staten ingrijpen krachtens de
Gemeentewet, ter bevordering van den goeden
gang van zaken.
De burgemeester, de heer Th. Luyckx, zou
het voot de gemeente een zegen vinden, als al
die plannen verwezenlijkt worden.
DR. W. ROYAARBS.
De langzaam aan beterende toestand van
den te Zandvoort verpleegd wordende dr. W.
B.oyaards is van dien aard, dat hij reeds een
korte wandeling heeft kunnen maken.
CONSULAATWEZEN.
Den heer Kröncke, consul der Nederlanden
te Parahyba do Norto is een verlof van E maan
den verleend.
AUBIENTIE.
De gewone audiëntie van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal op
Maandag 2 Juli e.k. niet plaats hebben.
RAAD YAN STATE.
De eerstvolgende openbare vergadering van
de afdeeling van den Raad van State voor de
geschillen van bestuur zal worden gehouden
op Woensdag 4 Juli 1928, des voormiddags te
10.30 uur.
TELEFOONVERKEER MET FRANKRIJK.
Met ingang van 1 Juli a.3. zullen in het
wederzijdsch telefoonverkeer Nederland-
Frankrijk „gesprekken op een vastgesteld tijd
stip" en „verzoeken van het publiek om in
lichtingen'" worden toegelaten.
DE VOORWAARDEN VOOR VOLLEDIG
RIJKSSUBSIDIE. j'
Wanneer de wijziging van het
Kon. Besl. komt!
De wijziging van het Koninklijk Besluit in
zake de Kweekscholen, waarhij het getal in vijl
jaren vereiechte akten ten einde voor het vol*
ledig subsidie in aanmerking te komen van 90
tot 75 wordt teruggebracht, heeft eenige ver.
traging ondervonden.
Naar wij thans met zekerheid vernemen, kan
bedoelde wijziging voor verschillende hij,
zondere kweekscholen van groot© he teekenis
in do eerste helft der maand Juli worden te,
gemoet gezien.
NIEUWE KERK TE ARNHEM
Eindelijk is het plan verwezenlijkt
Vlak voor het uitbreken van den werelds,
oorlog werd. het plan gemaakt tot stichting
van een nieuwe parochiekerk in het Westen
van Arnhem o<p het terrein van den „Gulden
Bodem", dat als woonoord ging ontsloten,
wonden en dat thans reeds voor een groot deel
in een villapark herschapen is. In 191S wen.
den opnieuw plannen gemaakt en in het voor
jaar 1927 was de onderhouw gereed. Nadietf
is snel en voorspoedig d© afhouw gevorderd.
En thans is, op een der hoogste en fraaist©
punten van Arnhem de H. Kartkerk verrezen,
waarvan d© stoere achtkantige toren over de
geheele omgeving domineert. Het fraaie bouw
werk is naar plannen van d!sn architect Wol
ter t© Riele t© Utrecht, uitgevoerd door den
aannemer Otten te Oosterheek; de houw van
de pastorie is uitgevoerd door den aannemer
E. van Amerongen te Arnhem onder leiding
van de architecten W. J. Eieh en Zonen te
Arnhem.
D© kerk is geheel van baksteen opgetrokken.
Alleen Altaar, Communiebank, preekstoel en
de trappen voor en in het priesterkoor zijn van'
marmer. D© grootsche toren is juist hoven
het altaar geplaatst.
Donderdagmorgen werd <1© kerk gecon
sacreerd.
De plechtige consecratie werd verricht doof
Z. D. H. Mgr. I-I. v. d. Wetering, Aartsbisschop
van Ntrecht. Het zangkoor van (tSt. Eusrt.-ïus"
vervulde den koordienst.
De Zeereerw. heer H. Mocking, pastoor van.
d© S. Euselhius-paroehie, hield de feestpredi
katie. Vele geloovigen woonden de plechtig
heid hij.
De nieuwe pastoor de Zeereerw. heer G. B.
Uilenbroek, zal Vrijdagavond geïnstalleerd
worden.
Mgr. C. Jurgens vertrok gisterenavond uit
Nijmegen naar Londen, vandaar vertrekt Mgr,
naar Ierland, ten einde een bezoek te brengeh
aan zijn familieleden, aldaar. In Juli hoopt
Mgr. weer te Nijmegen terug te zijn.
MGR. BR. P. MANNENS.
In den toestand van Mgr. Dr. P. Mannens
is sinds Woensdag eenige verbetering gekomen.
HOM* VOORSCHOTBANK
Uitgifte 308.000 5 pet. sehuldbr.
De firma Leembruggen, Ouepirt Muysken,
van Vloten de Gyselaar, Theodoor Gflisoen ei
J. J. S. van Hamel stellen op 4 Juli de inschrij
ving open op 300.000 5 pet schuldbrieven ten'
laste van de Holiandsche Voorschotbank, in stuk
ken aan toonder van f 1000 en 500, deel uit
makende van een leening groot 500.000, waar
van reeds 200.000 zijn geplaatst, tot den koer»
van 97 pet. De betaling- der toegewezen stukken
moet geschieden op 10 Juli onder bijberekgning
van de loopende rente van 1 tot 1« Juli.
DOOR MESTSTOFFEN VERGIFTIGD.
Twee dooden.
De arbeiders Drost en Hootsen. te Achter
berg, bij Rhenen, zijn hij hun werk door dam
pen van kunstmest vergiftigd. Nog den zelf deft
dag zijn beid-en overleden,
Vrij naar het Fransen
van
B. R. Seigny.
5)
Ik heb geen bloemen meegebracht.
O, we hebben er genoeg gekregen, stel je
gerust! Een heele mand vol, uit het Zuiden,
genoeg om er iemand mee dood te gooien. De
jaarlijksches attentie van een diep ongelukkig
schuldeischer.
Van een schuldeischer 7
Van een schuldeischer, juist.
Hij ut.ui j lamp op, en wij verlieten het
abelier, om vervolgens het kleine salon van
mevrouw Lampron te betreden.
Zij zat bij een tafeltje te breien, haar voeten
op de stoof. Op haar goedig, gerimpeld gelaat
vescheen eer glimlach.
Uv. komst is noodig geweest, meneer
Mouillard, om hem uit zijtn atelier te halen,
zeide zij tot mij.
En dat op Simt Silvester! Het is ver
schrikkelijk. De kunst heeft uw zoon ontaard,
mevrouw.
Zij zag haar zoon teeder na, terwijl hij zich
•ver den haard boog, en zijn pijp uitklopte.
U bent een goed vriend, meneer Mouillard,
Jeide zij dan weer tot mij. We hebben hier
nooit Sint Silvesitei' gevierd zonder u, zoolang
u in Parijs woont.
Maar vanavond ben ik de traditie in
zoover ontrouw geworden, mevrouw, dat ik
geen bloemen heb meegebracht. Doch Silvester
heeft me verteld, dat u bloemen uit bet Zui
den gekregen hebt van een ongelukkig schuld
eischer.
Ik weet niet, wat voor uitwerking die woor
den op haar hadden. Zij legde haar werk op
haar knieën en zag mij aan, met een uitdruk
king van ongerustheid in haar oogen.
Heeft hij het u verteld?
Lampron, die bezig was, den haard op te
stoken, keerde zich om.
Neen, moeder, Ik heb hem alleen gezegd,
dat wij een mand met bloemen hebben ont
vangen. Maar wat zou het nog, als hij alles
wist? Is hij niet genoeg onze vriend, dat hij
alles mag weten? W6 hadden het hem allang
moeten zeggen.
Zij antwoordde niet, en hegon weer te breien,
maar gehaast, en ongetwijfeld met treurige
gedachten bezig.
Om een andere wending aan het gesprek
te geven, vertelde ik haar van mijn pech op
de bibliotheek en bij meneer Charnot. De oude
dame glimlachte evenwel flauwtjes. En Syl-
vestre bleef somber.
N©tto winst dus: twee vijanden, waarvan
één heel bekoorlijk, eindigde ik.
O, zei Sylvestre, vijanden krijgt men van
zelf. Maar pas op voor bekoorlijke vijanden.
Die brengen het meest© verdriet in de wereld.
Zij heeft een afschuw van me, dat ver
zeker ik je. Als je haar eens gezien hadt!
En jiji?
Ik? Wel, ze ls mij totaal onverschillig.
Weet je dat zeker?
Hij vroeg me dat erc-dig, '.~r r.:; r.".r.
te zien, terwijl hij een stuk papier ineenrolde.
Ik begon t© lachen.
Wat scheelt je vandaag toch, kerel? Ik
geef je de verzekering, dat ze mij volmaakt
onverschillig is. Maar al was dat nu eens niet
zoo, wat zou er dan nog voor kwaad ln ste
ken?
Kwaad? Haelemaal niet, natuurlijk. Maar
ik zou m© alleen ongerust over j© maken. Kijk
eens hier, kerel. Ik ken je. Je bent een dichter,
een droomer, een artist op jouw manier. Maar
voor een diefdesavontuur ben je niet kelbloedig
genoeg. Je laat je alleen leiden door indrukken,
en al naar gelang daarvan ben je neerslachtig
of in de wolken.
Ik mag hot anders zoo nog wel. Maar wat
wil je nu eigenlijk zeggen?
Wat ik zeggen wil? riep hij, ietwat opge
wonden. Ik heb vroeger iemand gekend, net als
jij, wiens hart voor altijd gehroken ls door zijn
teederheid. En het is nooit meer goed gewor
den.
Mevrouw Lampron viel hem in de rede.
Hij Is gekomen, om je geluk ta-wenschen,
jongen! Zei ze verwijtend.
Doze dag is evengoed als alle andere, om
een goeden raad te geven, moeder. En het
betreft hier toch een vriend. De geschiedenis
is kort, Frangois, maar leerzaam. Ik zal ze je
vertellen. Hij was erg jong, die vriend, en erg
geestdriftig. Hij liep d« musea van Italië af,
met zijn penseel ln de hand, en met de jeugd
ln zijn hart. Niets was hem nog tegengeloopen.
Hij stelde zich de toekomst voor, zooals hij die
droomde. Hij bewonderde alle meesterstukken
der kunst, en copiëerde. En daar had hij op
zekeren dag zonder er hij na te denken
de onvoorzichtigheid, om op een meisje van
aanzienlijke fs"1"®'?1**. -m'o.,. r»ortrpif bij schil.
-...U l-;j i L.. Lv-Ur te ZLgg-U,
dat hij haar liefhad, en ook haar liefde te
winnen. Hij dacht in zijn onnoozelkeid, dat
de kunst alle afstanden verkleint en dat de
liefde ze doet verdwijnen. Grooter dwaasheid
besitaat er niet, Frangois, dan dat te denken.
Hij zag het in, en trachtte alsnog den strijd
vol to houden.... vergeefs.
En het einde? Wil je dat weten? Het meis
je werd meegenomen, ver weg, werd aange
tast door een ernstige ziekte, en stierf kort
daarop. En hij, hij viel neer uit het rijk
van zijn droomen, en was als vernietigd. Hij
vluchtte heen, en nu, nu al die jaren, kan
hij er nog niet aan denken, zonder te
weenen.
Lampron weende inderdaad. Tranen rolden
over zijn blonden baard, die reeds ietwat
begon te grijzen. Zijn moeder haar zich
zeer diep over haar werk gebogen.
Hij gihg voort:
Ik heb het portret bewaard. Je hebt het
daar straks gezien. Daar ginds wilden ze
het hebben. Het zijn nu al oude menschen.
leder jaar vrage ze mij erom, om dat aan
denken. Ieder jaar om dezen tijd sturen ze
mij een mand met bloemen, vooral seringen
haar bloem om mij te herinneren. Maar
ik ben egoïstisch, Francois, Ik wil evenals
zij de smart, die dit portret in mij opwekt,
voor mij alleen hebben, en daarom weiger ik.
Waar zijn die bloemen, moeder? Ik zal ze
Frangois laten zien.
Maar de oude dame kon niet antwoorden,
begaan als zij was met het verdriet van
haar zoon. Ongerust volgde zij hem met de
oogen, terwijl hij tusschen de vela meubel
stukken zocht.
Nu had hij de mand gevonden.
Kijk, zei hij, de bruidskorf.
Hij maakt haar leeg op de tafel. Een
menigte viooltjes, seringen en camelia's viel
eruit. Zij waren reeds aan het verwelken,
rr->!>r vrvpreidden nog een heerlijken geur,
Lump.ou Ltou er -tn oo-0cu.,l.i. uaar; dan
raapte hij ze allemaal samen in zijn armen;
en wierp ze in den haard.
Ik heb al genoeg herinneringen, zeide
hij. Ik ga weer aan mijn schilderij. Totziens,
Frangois; tot morgen, moeder.
Zonder om te zien, verlief hij het vertrek,
en ging weer naar zijn atelier.
Ik wilde hem achternagaan, en hem terug
halen. Maar mevrouw Lampron hield mij
tegen.
Ik zal zelf naar hem toegaan, zeide zij,
maar later, veel later.
Wij hieven een pooslang zwijgend zitten.
Dan hernam zij:
U hebt hem nooit zoo gezien, maar ik
heb Iiem dikwijls zoo gezien. Het is zoo
ontzettend wreed. Ik heb dat meisje gekend
hij heeft nooit iets voor me verborgen.
U hebt zelf het portret gezien, en u zult
dus wel hegrijpen, dat zij in staat was, om'
indruk op hem te maken. Ik had al dade
lijk begrepen, dat het een beproeving voor
hem zou zijn, maar ook, dat ik er toch
niets aan zou kunnen doen.Het waren heel
voorname menschen, en dat zijn wij niet.
Hebben zij hun toestemming geweigerd?
O neen, want Sylvestre heeft niets ge-
vraagd. Ze hebben geen gelegenheid gehad,
om te weigeren. Ik had hem gezegd: „Syl
vestre, dat kan nooit, nooit!" En hij geloofd^
dat, zonder dat hij het wilde gelooven. Toen
sprak zij met haar ouders. Toen hebben z«
haara meegenomen, en alles was uit.
Heeft hij haar nooit teruggezien?
(Wordt vervolgd).