Citroen jenever BJ. HENGST mnmun - telef. gbsss FEUILLETON VRIJDAG 29 JUNI 1928 TWEEDE BLAD PAGINA 2 DE R.K. WERKGEVERS IN ONS BISDOM EUCHARISTISCHE KRUISTOCHT VERZORGING VAN FABRIEKS- EN WINKELMEISJES J, F. A. WAGENAAR f per liter f 3.5® Op aanvraag gratis monster BIJZONDERE KWEEKSCHOLEN MR. JURGENS OP REIS JEANNE <&- Be Algemeens R.K. Werkgevefsvereeniging ln het Bis-dom Haarlet kwam gisteren voor haar voorjaarsledenvergadering te Rotterdam Vfleen. Nadat te half tien in de Bosohjeskerk een K. Mis was. opgedragen voor de leden der ver. eeniglng, begon te half elf de vergadering ln een deT bovenzalen van het Zuid-Hollandsch Koffiehuis onder voorzitterschap van den heer H. W. D. Hellebrekers. Na voorlezing der notulen van de vergadering van 15 December 1927, deelde de voorzitter mede, dat de volgende ledenvergadering der federatie zal worden gehouden te 's-Gravenhage op 24 September a.s. In behandeling kwam hierna het jaarverslag, waaruit bleek een vooruitgang van het leden tal van 208 op 1 Jan. 1927 tot 220 op 1 Jan. 1928. In den loop van 1927 moesten wegens overlijden, liquidatie en bedanken van de ledenlijst worden afgevoerd 16 leden, terwijl 30 nieuwe leden Joetraden. De stijging van het ledental, waarvan jok ln het vorig jaarverslag kon melding ge haakt worden, bleef dua ook dit jaar aan houden. Verder wordt in het jaarverslag melding ge maakt van de bemoeiingen der vereeniglng op sociaal terrein, op economisch en fiscaal gebied en op het terrein der verdere rijkswetgeving, terwijl ten slotte nog besproken worden de ver houding tot de andere organisaties, de vertegen woordiging in officieele colleges, vereenigingen enz. en de werkzaamheden van het secretariaat, welke zich in stijgende lijn bewogen. De secretaris, dr. L. G. Kortenhorst, deelde mede, hoe het staat met de ziekteverzekering. Binnenkort zal er een mondeling overleg plaats hebben tusschen de regeering en de commissie van overleg uit de Kamer. Het komt spr. voor, dat het niet in de bedoeling ligt om de be handeling van deze zaak te verschuiven tot een volgende zittingsperiode. De voorzitter, de heer Heilebrekers, vestigde er de aandacht op, dat de ziekteverzorging een succes is geworden van den Raad van Overleg tusschen de R.K. Werkgevers en de R.K. Arbei dersbeweging. De bespreking dei' materie in dit college heeft geleid tot een compromis, dat beide partijen beeft bevredigd. De tu verantwoording van den pen ningmeester werden goedgekeurd, het verslag der kascommissie voor kennisgeving aangeno men en de penningmeester gedechargeerd. De periodiek aftredende bestuursleden de Aeren H. W. D. Hellebrekers en dr. H. W. M. Kijdam, werden bij acclamatie herbenoemd. Volgden hierna eenige mededeelingen van den secretaris, dr. L. G. Kortenhorst. Allereerst ten aanzien van bet wetsontwerp op de N.V. De Minister heeft zich bereid verklaard om aan de bezwaren, welke aan de publiciteit verbonden zijn voor de gesloten vennootschappen, op eeni- gerlei wijze tegemoet te komen en daaromtrent ook den Nijverheidsraad te zullen hooren. Vervolgens vestigde dr. Kortenhorst de aan dacht op de kwestie van den export naar Indië en op het plan van een speciale stndie- en zakenreis naar Indië voor leden der R.K.W.V. Het Is een fedt, dat Nederland op een onrust barende wijze van de Indische markt ver drongen wordt. Of onze handelsorganisatie op de hoogte van den tijd ie, ls een vraag, welke ernstige overweging verdient! Vervolgens deed dr. Kortenhorst nog eenige mededeelingen over de Septeimbervergadering te 's-Gravenhage, waar de R.K. werkgevers ln een besloten bijeenkomst van gedachten zullen wisselen over bet program der R.K. Staats partij. Tenslotte werden eenige mededeelingen ge daan over de kwestie van betere pensioenrege lingen in de bedrijven en over den Wegenraad. De voorzitter herinnerde aan het 12 jarig jttbilé van dr. Kortenhorst als secretaris der R. K. Werkgeversvereniging. De geestelijk-adviseur, Rector J. F. A. Bots, bracht ter sprake bet denkbeeld om op een of andere wijze iets te doen voor vacantie-verblij- ven van personeel. De voorzitter stelde voor de zaak in 't hoofd bestuur te bespreken, waarmede men zich ver- eenigde. Hiermede was de gewone agenda afgehan deld en kwam aan de orde de inleiding van Rector F. Frencken, leider van de B. IC.-beweging in bet bisdom Breda, oven „Be sociale taak van den werkgever in verband met Eucharistisch Kruistocht werk". Tot deze lezing waren behalve de leden der A. R. K. W. V, nog uitgenoodigd, het bestuur van den R.K. Vrouwenhond, afdeeling Rot terdam en mej. P. Reekers, leidster van de E. K. te Rotterdam, de Zeereerw. heer J. Möller, voorzitter van de diocesane jeugdcom missie en mr. L. K. van Eyk, secretaris van het comité ,yKatholiek Rotterdam". De voorzitter, de heer H. W. D. Heilebrekers leidde den spreker in met een kort woord, waarin bij mededeelde, wat er op dat gebied in Rotterdam reeds getracht was tot stand te brengen en welke voorbereidende besprekin gen er werden gehouden. Hierna verkreeg Rector Francken bet woord, die begon met vast te leggen bet beginsel, waarop de E. IC berust, n.l. dat ook ieder fa- brieks-, winkel- of ateliermeisje door God ge maakt is om moeder te zijn. Het veTblijf in de fabriek is maar een doorgang naar het gees telijk of geestelijk en lichamelijk moederschap. Een feit Is echter, dat de fabriek, de winkel, het atelier aan het meisje doorgaans de eigen schappen ontrooft om goed moeder te zijn. Toen spr. eenige jaren terug zijn aandacht aan het fabrieksmeisje begon te schenken, bleek hem op welk laag zedelijk niveau de fabrieks meisjes waren gezonken. Het was een gezel schap, waarin allerlei slechte taal werd ge sproken, men zich aan uitspattingen overgaf, van de eene kermis in de andere leefde om ten slotte aan een jongen te blijven hangen en te trouwen. Waarmede de ellende eerst recht begon, omdat de meisjes iets hadden verkocht, wat zij nooit hadden mogen verkoo- pen; haar toekomstig moederschap. Wij zijn toen, aldus spr. tot de fabrieks meisjes gegaan en bevonden, dat het meer uit wanhoop dan uit lichtzinnigheid was, dat men zoo leefde. Zoodra wij haar spraken van haar toekomstig moederschap, had er een algeheele omkeer plaats. Men ging inzien, waaraan men vroeger had gewanhoopt, dat men nog iets kon worden. Gebleken is, dat in plaats van de morali teit van het meisje neer te halen, de industrie een factor kan zijn ter veredeling en bescha ving van het arbeiderskind. Welke beginselen moeten daarbij echter wor den vastgehouden? Het werk tot verheffing van het fabrieksmeisje moet steunen op het meisje zelve. Met massa-organisatie is hier niets te bereiken en met organisatie alleen zijn geen goede moeders te maken. Dat heeft be wezen het fiasco, hetwelk de sociale hulp van eenige groote industrieën heeft geleden. Eerst moet er bij het meisje iets veranderen, een streven komen naar iets hoogers, een verant woordelijkheidsbesef, steunend op een diep- godsdienstigen ondergrond. Het fabrieksmeisje is gebleken wel te redden te zijn, mits de godsdienst maar reddende fac tor kan zijn. Het werk moet zich geheel zelfstandig ont wikkelen bnlten de fabriek om. De fabriek is iets economisch en heeft geen recht op de per soonlijkheid van het meisje of den arbeider. Het opheffingswerk moet wel gesteund worden door, doch mag niet afhankelijk zijn van de fabriek. De sociale directrice, hoe ze zich in spant, ze is en blijft de juffrouw van de fa briek. Alleen door het vasthouden aan de onafhan kelijkheid van het werk is het mogelijk om separatie te maken, welke noodig ls, omdat op iedere fabriek een kern van goeden en van kwaden is en de gevaren tot een minimum moeten worden herleid. Het meisje is niet te hereiken zonder liefde. Alleen door de uitstorting van het moederhart geeft ze zich. Onze catechisten zijn onze eenige kracht. Het zijn maar eenvoudige meisjes, maar ze leven en sterven voor elkaar. Het werk mag niet geforceerd worden. In Breda hebben we nu reeds een 2 k 3000 meisjes vereenigd in de katholieke jeugdver- eeniging, welke een onafhankelijk en frisch karakter heeft en uit de meisjes zelf is voort gekomen. Spr. zette dan uiteen, wat er in deze bewe ging voor de godsdienstige belangen van het meisje wordt gedaan, wat voor de maatschap pelijke belangen van de toekomstige moeders. Zij krijgen nu een vorming en een opleiding, welke anders nooit mogelijk was geweest. Het geschiedt met grooten financieelen steun van het meisje zelve. Om echter onafhankelijk van de industrie te staan, behoeft het werk den steun van de publieke lichamena. De kernvorming geschiedt door de Voorwacht en den Kruistocht. Van die religieuse kern leeft het geheel. Op die wijze hopen wij, aldus spr. te komen tot een grooten phalanax, niet alleen in ons land, ook in België, Duitschland en Frankrijk. Werd het werk onder de fabrieksmeisjes al- zoo met een groot succes bekroond, moeilijk blijkt nog dat onder de winkelmeisjes. Dit komt, omdat men hier niet contact kan krij gen met de directies, welke over het algemeen in de groote winkel zaken in het Noorden des lands zich bevinden. Toch geldt ook voor het winkelmeisje hetzelfde als van het fabrieks meisje. En ook voor haar is noodig vorming tot christelijke moeders. In een stad in Hol land sprekend, meende spr. hierop nog eens speciaal de aandacht te moeten vestigen, omdat de hoofdleiding van die groote winkelzaken hier berust. Het gaat ook hierbij om de belan gen van het Katholicisme, die onverbrekelijk vast zitten aan de vorming van christelijke moeders in den arbeidersstand. (Applaus). Mej. P. Reekers deed hierna eenige mededee lingen over het werk van den E. K. in Rot terdam. Pastoor Möller deelde mede, dat naar aanlei ding van een rede van Dr. Belpaire te Am sterdam de zaak besproken is in de diocesane jeugdcentrale. Mgr. Callier bepaalde, dat er een afzonderlijke algemeene organisatie zou komen voor de fahrieks en ateliermeisjes en dat de meisjes zich verder zoudén aansluiten bij de betreffende vakorganisatie. Noodig is allereerst een eenheid van handelen, geen losse en ver deelde pogingen. Voor de opvoeding der meis jes moet er komen een afzonderlijke jeugd organisatie, op zelfstandigheid gebaseerd. Hoofdzaak is, dat we geen oneenigheid krij gen in de topleiding. Daartoe moet er eerst klaarheid komen en de volle medewerking van Vrouwenbond, arbeidersorganisaties en paroch. jeugdviereenigingen verzekerd zijn. Er moet een einde komen aan de jeugdzorg, aan het bemoederen. De nieuwe organisatie moet zelfstandig staan. Gaarne betuigt spr. in dit opzicht ook adhaesie aan de woorden van Rector Frencken. Pater van den Bosch, geestelijk adviseur van den kring Rotterdam, verklaarde, dat men voor een oplossing van deze kwestie over de grenzen van het bisdom zal moeten heenzien en evenals voor het St. Franciscus-Liefdewerk een specialen priester met dit werk zal moeten belasten. Spr. gelooft, dat aandrang van de R.K. Werkgeversver. ^in die richting niet on nut zou zijn. Dr. Kortenhorst sprak zijn hooge waardee ring uit voor de rede, welke Rector Frencken hier heeft gehouden. Om geen misverstand in de hand te werken, wil spr, er op wijzen, dat men in de ondernemingtoch niet uitsluitend een economische eenheid heeft te zien. Wat de kwestie van de fabrieksmeisjes betreft, advi seerde spr. dat de werkgeversmet idealisme de pogingen in die richting zullen volgen, doch zelf niet het Initiatief móeten nemen. Rector Frencken antwoordde Dr. Korten horst, dat hij niet de onderneming als een zuiver economisch iets beschouwt. De werk gever heeft een sociaal-economische taak en deze bestrijkt alles wat het loonvraagstuk be treft (sparen, verzekeren,eigen woning)Het zuiver opvoedkundig element, zooals het be sproken onderwerp, is van ethisch socialen aard en staat buiten de fabriek. Dit sluit even wel belangstelling van de zijde der directies niet uit. De algemeene voorzitter en de dioc. voorzitter van de R.K. Werkgeversver. geven hierbij een prachtig voorbeeld. De R.K. Werk gever vermag alles, als hij zijn taak begrijpt. De voorzitter vatte dan de besprekingen sa men, dankte Rector Frencken voor zijn prach tige rede en zeide, dat oolc de R.K. Werlt- geversvereeniging het op prijs zou stellen deel te nemen aan de besprekingen op 11 Septem ber. Hiermede werd de vergadering gesloten. In den middag werd door de leden der R.K. Werkgeversvereniging een bezoek gebracht aan de Nenijto. Gisterenavond is te 'e-Hertogenhosch plotse ling overleden de heer J. F. A. Wagenaar griffier der Pro-v, Staten van Noord-Brabant, In de oorlogsjaren vervulde de heer Wage naar tevens de functie van regeeringaeom- missaris voor de graan-inzameling. Hij was president van de algemeene com missie voor kinderverpleging en kinderbescher ming, vice-president van den Bij zonderen Raad der St. V ineen tins vereeni ging, van welke ver- eeniging hij 28 jaar lid was, voorzitter van den Armenraad, voorzitter van den Voogdij raad enz. BR. SCHAEPMAN'S GEBOORTEHUIS. Te Tubbergen fungeert sinds 1898 als. ge meentehuis een oude school, welke thans nu de gemeente tot 9000 zielen steeg zóó onvoldoende en bovendien zóó bouwvallig is, dat kort geleden het dagelijksch bestuur voorstelde, don „Eeshof", dr. Schaepman's geboortehuis, tot. zetel van het gemeemtehestuur in te richten. 's Raads meerderheid stemde dit evenwel af: ,,'t Moest maar blijven zooals 't was". 't Ziet er evenwel toch niet naar uit, dat zulks het geval zal wezen. De „Beshof" is nu n.l. voor 10 jaar in huur gekomen bij den A.B. T.B. Deze richt diaar, met subsidie van Rijk en gemeente, een landbouw- en landbouwhuishoud- ■school in en.... reserveert een deel van de 23 kamers voor de gemeente, terwijl de burge meester vast van plan is, dat aanbod niet te laten paeseeren. Naar hij aan een verslaggever der Zw. Crt, mededeelde, ligt het in zijn be doeling, Geel. Staten te verzoeken zich persoon lijk op de hoogte te komen stellen, dan kan dit college zelf oordeelem. Blijft de raad in zijn af wijzende houding inzake den Eeshof volharden, dan kunnen Ged. Staten ingrijpen krachtens de Gemeentewet, ter bevordering van den goeden gang van zaken. De burgemeester, de heer Th. Luyckx, zou het voot de gemeente een zegen vinden, als al die plannen verwezenlijkt worden. DR. W. ROYAARBS. De langzaam aan beterende toestand van den te Zandvoort verpleegd wordende dr. W. B.oyaards is van dien aard, dat hij reeds een korte wandeling heeft kunnen maken. CONSULAATWEZEN. Den heer Kröncke, consul der Nederlanden te Parahyba do Norto is een verlof van E maan den verleend. AUBIENTIE. De gewone audiëntie van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal op Maandag 2 Juli e.k. niet plaats hebben. RAAD YAN STATE. De eerstvolgende openbare vergadering van de afdeeling van den Raad van State voor de geschillen van bestuur zal worden gehouden op Woensdag 4 Juli 1928, des voormiddags te 10.30 uur. TELEFOONVERKEER MET FRANKRIJK. Met ingang van 1 Juli a.3. zullen in het wederzijdsch telefoonverkeer Nederland- Frankrijk „gesprekken op een vastgesteld tijd stip" en „verzoeken van het publiek om in lichtingen'" worden toegelaten. DE VOORWAARDEN VOOR VOLLEDIG RIJKSSUBSIDIE. j' Wanneer de wijziging van het Kon. Besl. komt! De wijziging van het Koninklijk Besluit in zake de Kweekscholen, waarhij het getal in vijl jaren vereiechte akten ten einde voor het vol* ledig subsidie in aanmerking te komen van 90 tot 75 wordt teruggebracht, heeft eenige ver. traging ondervonden. Naar wij thans met zekerheid vernemen, kan bedoelde wijziging voor verschillende hij, zondere kweekscholen van groot© he teekenis in do eerste helft der maand Juli worden te, gemoet gezien. NIEUWE KERK TE ARNHEM Eindelijk is het plan verwezenlijkt Vlak voor het uitbreken van den werelds, oorlog werd. het plan gemaakt tot stichting van een nieuwe parochiekerk in het Westen van Arnhem o<p het terrein van den „Gulden Bodem", dat als woonoord ging ontsloten, wonden en dat thans reeds voor een groot deel in een villapark herschapen is. In 191S wen. den opnieuw plannen gemaakt en in het voor jaar 1927 was de onderhouw gereed. Nadietf is snel en voorspoedig d© afhouw gevorderd. En thans is, op een der hoogste en fraaist© punten van Arnhem de H. Kartkerk verrezen, waarvan d© stoere achtkantige toren over de geheele omgeving domineert. Het fraaie bouw werk is naar plannen van d!sn architect Wol ter t© Riele t© Utrecht, uitgevoerd door den aannemer Otten te Oosterheek; de houw van de pastorie is uitgevoerd door den aannemer E. van Amerongen te Arnhem onder leiding van de architecten W. J. Eieh en Zonen te Arnhem. D© kerk is geheel van baksteen opgetrokken. Alleen Altaar, Communiebank, preekstoel en de trappen voor en in het priesterkoor zijn van' marmer. D© grootsche toren is juist hoven het altaar geplaatst. Donderdagmorgen werd <1© kerk gecon sacreerd. De plechtige consecratie werd verricht doof Z. D. H. Mgr. I-I. v. d. Wetering, Aartsbisschop van Ntrecht. Het zangkoor van (tSt. Eusrt.-ïus" vervulde den koordienst. De Zeereerw. heer H. Mocking, pastoor van. d© S. Euselhius-paroehie, hield de feestpredi katie. Vele geloovigen woonden de plechtig heid hij. De nieuwe pastoor de Zeereerw. heer G. B. Uilenbroek, zal Vrijdagavond geïnstalleerd worden. Mgr. C. Jurgens vertrok gisterenavond uit Nijmegen naar Londen, vandaar vertrekt Mgr, naar Ierland, ten einde een bezoek te brengeh aan zijn familieleden, aldaar. In Juli hoopt Mgr. weer te Nijmegen terug te zijn. MGR. BR. P. MANNENS. In den toestand van Mgr. Dr. P. Mannens is sinds Woensdag eenige verbetering gekomen. HOM* VOORSCHOTBANK Uitgifte 308.000 5 pet. sehuldbr. De firma Leembruggen, Ouepirt Muysken, van Vloten de Gyselaar, Theodoor Gflisoen ei J. J. S. van Hamel stellen op 4 Juli de inschrij ving open op 300.000 5 pet schuldbrieven ten' laste van de Holiandsche Voorschotbank, in stuk ken aan toonder van f 1000 en 500, deel uit makende van een leening groot 500.000, waar van reeds 200.000 zijn geplaatst, tot den koer» van 97 pet. De betaling- der toegewezen stukken moet geschieden op 10 Juli onder bijberekgning van de loopende rente van 1 tot 1« Juli. DOOR MESTSTOFFEN VERGIFTIGD. Twee dooden. De arbeiders Drost en Hootsen. te Achter berg, bij Rhenen, zijn hij hun werk door dam pen van kunstmest vergiftigd. Nog den zelf deft dag zijn beid-en overleden, Vrij naar het Fransen van B. R. Seigny. 5) Ik heb geen bloemen meegebracht. O, we hebben er genoeg gekregen, stel je gerust! Een heele mand vol, uit het Zuiden, genoeg om er iemand mee dood te gooien. De jaarlijksches attentie van een diep ongelukkig schuldeischer. Van een schuldeischer 7 Van een schuldeischer, juist. Hij ut.ui j lamp op, en wij verlieten het abelier, om vervolgens het kleine salon van mevrouw Lampron te betreden. Zij zat bij een tafeltje te breien, haar voeten op de stoof. Op haar goedig, gerimpeld gelaat vescheen eer glimlach. Uv. komst is noodig geweest, meneer Mouillard, om hem uit zijtn atelier te halen, zeide zij tot mij. En dat op Simt Silvester! Het is ver schrikkelijk. De kunst heeft uw zoon ontaard, mevrouw. Zij zag haar zoon teeder na, terwijl hij zich •ver den haard boog, en zijn pijp uitklopte. U bent een goed vriend, meneer Mouillard, Jeide zij dan weer tot mij. We hebben hier nooit Sint Silvesitei' gevierd zonder u, zoolang u in Parijs woont. Maar vanavond ben ik de traditie in zoover ontrouw geworden, mevrouw, dat ik geen bloemen heb meegebracht. Doch Silvester heeft me verteld, dat u bloemen uit bet Zui den gekregen hebt van een ongelukkig schuld eischer. Ik weet niet, wat voor uitwerking die woor den op haar hadden. Zij legde haar werk op haar knieën en zag mij aan, met een uitdruk king van ongerustheid in haar oogen. Heeft hij het u verteld? Lampron, die bezig was, den haard op te stoken, keerde zich om. Neen, moeder, Ik heb hem alleen gezegd, dat wij een mand met bloemen hebben ont vangen. Maar wat zou het nog, als hij alles wist? Is hij niet genoeg onze vriend, dat hij alles mag weten? W6 hadden het hem allang moeten zeggen. Zij antwoordde niet, en hegon weer te breien, maar gehaast, en ongetwijfeld met treurige gedachten bezig. Om een andere wending aan het gesprek te geven, vertelde ik haar van mijn pech op de bibliotheek en bij meneer Charnot. De oude dame glimlachte evenwel flauwtjes. En Syl- vestre bleef somber. N©tto winst dus: twee vijanden, waarvan één heel bekoorlijk, eindigde ik. O, zei Sylvestre, vijanden krijgt men van zelf. Maar pas op voor bekoorlijke vijanden. Die brengen het meest© verdriet in de wereld. Zij heeft een afschuw van me, dat ver zeker ik je. Als je haar eens gezien hadt! En jiji? Ik? Wel, ze ls mij totaal onverschillig. Weet je dat zeker? Hij vroeg me dat erc-dig, '.~r r.:; r.".r. te zien, terwijl hij een stuk papier ineenrolde. Ik begon t© lachen. Wat scheelt je vandaag toch, kerel? Ik geef je de verzekering, dat ze mij volmaakt onverschillig is. Maar al was dat nu eens niet zoo, wat zou er dan nog voor kwaad ln ste ken? Kwaad? Haelemaal niet, natuurlijk. Maar ik zou m© alleen ongerust over j© maken. Kijk eens hier, kerel. Ik ken je. Je bent een dichter, een droomer, een artist op jouw manier. Maar voor een diefdesavontuur ben je niet kelbloedig genoeg. Je laat je alleen leiden door indrukken, en al naar gelang daarvan ben je neerslachtig of in de wolken. Ik mag hot anders zoo nog wel. Maar wat wil je nu eigenlijk zeggen? Wat ik zeggen wil? riep hij, ietwat opge wonden. Ik heb vroeger iemand gekend, net als jij, wiens hart voor altijd gehroken ls door zijn teederheid. En het is nooit meer goed gewor den. Mevrouw Lampron viel hem in de rede. Hij Is gekomen, om je geluk ta-wenschen, jongen! Zei ze verwijtend. Doze dag is evengoed als alle andere, om een goeden raad te geven, moeder. En het betreft hier toch een vriend. De geschiedenis is kort, Frangois, maar leerzaam. Ik zal ze je vertellen. Hij was erg jong, die vriend, en erg geestdriftig. Hij liep d« musea van Italië af, met zijn penseel ln de hand, en met de jeugd ln zijn hart. Niets was hem nog tegengeloopen. Hij stelde zich de toekomst voor, zooals hij die droomde. Hij bewonderde alle meesterstukken der kunst, en copiëerde. En daar had hij op zekeren dag zonder er hij na te denken de onvoorzichtigheid, om op een meisje van aanzienlijke fs"1"®'?1**. -m'o.,. r»ortrpif bij schil. -...U l-;j i L.. Lv-Ur te ZLgg-U, dat hij haar liefhad, en ook haar liefde te winnen. Hij dacht in zijn onnoozelkeid, dat de kunst alle afstanden verkleint en dat de liefde ze doet verdwijnen. Grooter dwaasheid besitaat er niet, Frangois, dan dat te denken. Hij zag het in, en trachtte alsnog den strijd vol to houden.... vergeefs. En het einde? Wil je dat weten? Het meis je werd meegenomen, ver weg, werd aange tast door een ernstige ziekte, en stierf kort daarop. En hij, hij viel neer uit het rijk van zijn droomen, en was als vernietigd. Hij vluchtte heen, en nu, nu al die jaren, kan hij er nog niet aan denken, zonder te weenen. Lampron weende inderdaad. Tranen rolden over zijn blonden baard, die reeds ietwat begon te grijzen. Zijn moeder haar zich zeer diep over haar werk gebogen. Hij gihg voort: Ik heb het portret bewaard. Je hebt het daar straks gezien. Daar ginds wilden ze het hebben. Het zijn nu al oude menschen. leder jaar vrage ze mij erom, om dat aan denken. Ieder jaar om dezen tijd sturen ze mij een mand met bloemen, vooral seringen haar bloem om mij te herinneren. Maar ik ben egoïstisch, Francois, Ik wil evenals zij de smart, die dit portret in mij opwekt, voor mij alleen hebben, en daarom weiger ik. Waar zijn die bloemen, moeder? Ik zal ze Frangois laten zien. Maar de oude dame kon niet antwoorden, begaan als zij was met het verdriet van haar zoon. Ongerust volgde zij hem met de oogen, terwijl hij tusschen de vela meubel stukken zocht. Nu had hij de mand gevonden. Kijk, zei hij, de bruidskorf. Hij maakt haar leeg op de tafel. Een menigte viooltjes, seringen en camelia's viel eruit. Zij waren reeds aan het verwelken, rr->!>r vrvpreidden nog een heerlijken geur, Lump.ou Ltou er -tn oo-0cu.,l.i. uaar; dan raapte hij ze allemaal samen in zijn armen; en wierp ze in den haard. Ik heb al genoeg herinneringen, zeide hij. Ik ga weer aan mijn schilderij. Totziens, Frangois; tot morgen, moeder. Zonder om te zien, verlief hij het vertrek, en ging weer naar zijn atelier. Ik wilde hem achternagaan, en hem terug halen. Maar mevrouw Lampron hield mij tegen. Ik zal zelf naar hem toegaan, zeide zij, maar later, veel later. Wij hieven een pooslang zwijgend zitten. Dan hernam zij: U hebt hem nooit zoo gezien, maar ik heb Iiem dikwijls zoo gezien. Het is zoo ontzettend wreed. Ik heb dat meisje gekend hij heeft nooit iets voor me verborgen. U hebt zelf het portret gezien, en u zult dus wel hegrijpen, dat zij in staat was, om' indruk op hem te maken. Ik had al dade lijk begrepen, dat het een beproeving voor hem zou zijn, maar ook, dat ik er toch niets aan zou kunnen doen.Het waren heel voorname menschen, en dat zijn wij niet. Hebben zij hun toestemming geweigerd? O neen, want Sylvestre heeft niets ge- vraagd. Ze hebben geen gelegenheid gehad, om te weigeren. Ik had hem gezegd: „Syl vestre, dat kan nooit, nooit!" En hij geloofd^ dat, zonder dat hij het wilde gelooven. Toen sprak zij met haar ouders. Toen hebben z« haara meegenomen, en alles was uit. Heeft hij haar nooit teruggezien? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6