MAANDAG 2 JULI 1928
DERDE BLAD
DIE GEESTELIJKEN
KARDINAAL TACCI
MGR. MAC. RCF.Y
PAGINA 2
MONSEIGNEUR J. D. J. AENGENENT
WAARDEERENDE EERS-STEMMEN
EEN HULDIGING TE DELFT
ONZE BESCHAVING EN
ONTWIKKELING
Ondergang en verderf
EEN C ARMELITESSENKLO OSTER
'TE ARNHEM
EERSTE PLECHTIGE II. MIS
BENOEMINGEN
Wat een vreescijjjke menstóhen moeten dat
zijn!
Geen wonder dat, de gewone „andersden
kende'' een „vreeselijke" opvatting over ken
krijgt als de niet gewone leidende an
dersdenkende nog altijd lijdt aan die nacht
merrie en als de „andersdenkende" pers haar
anti eter i'kale kuren nog niet te boven is. Een
kwestie, die diep ingrijpt in het katholieke
leven moet met alle geweld omgetooverd
worden in oen zucht naar macht, die bi;
de katholieke geestelijkheid zou bestaan. Een
kwestie kalm en eerlijk zien van uit een
katholieken gezichtshoek schijnt niest te gaan.
Dat geval doed cn doet zich nog voor bij da
katholieke verecnigingen: die zouden alleen
dienen om dc geestelijken baas te laten. De
katholieke schoolkwestie? Dezelfde geschie
den:- En natuurlijk ook al wat er los en
vast zit nari de vraag: katholieke dokters
of niet?
Het gaat heel de lijn langs van de liberale
„Nieuwe Ilott. Crt." tot de communistische
„Tribune". Dat de socialistische vakblad- en
dagbladpers over niets anders schrijft,
weet iedereen.
De kwestie over dc doktorsgeschiodcnis
komt veer aan de orde in de „Nieuwe Itott,
Crt." Daarin lezen we:
Toentertijd was de moraaldausule het
struikelblok al werd niet verzuimd te wijzen
op de oppositie onder de r.k. artsen in het
Zuiden des lands; een oppositie, die niet
de moraaldausule gold, maar de al dan niet
.gerechtvaardigde vrees voor verlies van vrij
heid: vneies voor politieke overheersching
van de zijde der georganiseerde arbedders-
beweging^ vrees ook voor confessionleele
overheersching van de zijde der geestelijk
heid. Ja vooral voor het laatste, ihlelt zou
grappig zijn als het niet droevig, was. "Want
per slot van Tekening is het toch "het top
punt vanals (e.g. dat) eT in r.k. artsen-
kringen stemmen opgaan, die een beroep
doen op de z.g. neutrale Maatschappij voor
Geneeskunst om toch vooral door het
sluiten, van de overeenkomst in kwestie
niet in de kaart te spelen vande r.k.
geestelijkheid".
Do katholieke geestelijken kunnen het
met dit adres doen, en ook de katholieke
doktoren in het Zuiden. Vreemd, dat die
katholieke geneesheeren in het Noorden van
'die bangheid niet zooveel lieten merken. Is
'dat te kort bij ons als waar te verkondigen?
Het. adres vervolgt:
„Onze indruk blijft, dat de aandrang
niet komt van de katholieke verzekerden,
apothekers en artsenAndere dan ge
neeskundige overwegingen hébben den
doorslag gegeven voor deze aotiie. Wij ge-
voelen nog steeds op den achtergrond het
j streven! in ieder katholiek gezin een ka-
I tholiek artsWij willen echter ook voor
i den katholieken zieke gewaarborgd zien
dait bij den artsenbeurs in de allereerste
plaats geneeskundige oveiwegingen mogen
gelden''.
Wat een roerende zorg voor katholieke
giekenDia geestelijken zouden ze maar
liever laten doodgaan dan naar een niet-
tatholieke arts zenden!
Vreeselijke menseben toch, nietwaar?
Als we nu de zaken eens andersom keer-
Sfen.
V aarom hebben jkatholieke geestelijken
Zooveel bezwaar tegen verschillende (met
pile) niet-katholieken artsen? Omdat die dok
toren geen rekening houden met het ge-
Weten van de katholieke patiënten. Daarom
fnaken zij zich voor een Katholiek onmoge-
Jljkj zij verliezen zoo het vertrouwen.
Dan krijgen de geestelijken de schuld, dat
j|#n katholiek niet gediend la van praktijken,
31e sommige ridders van de Sonde voor mo-
Bern houden. Dat zulke mannen de schuld
geven aan de machtslust der katholieke
geestelijken, kunnen we begrijpen.
Of ze er ook bang voor zijn: „Dagelijks
gien wij voor ons, dat nauw contact met ka
tholieke instellingen op den duur beteekent
afhankelijkheid van de leidende machten
■sarin".
Voor het streven: „in ieder katholiek huis
ban katholiek arts", vindt de geneeskundige
medewerker der „Nieuwe Itott Crt." toch wel
Iets te zeggen, hij schijnt de katholieken en
Be katholieke geestelijkheid niet zoo bar-
Baarsch-lomp te vinden.
Feitelijk is de tegenstelling tuisschen bet
door de R.K. geestelijkheid toch ook niet
i geheel .ten onrechte gekoesterde Ideaal, in
ie dar katholiek gezin een katholiek ants"
1 en het door de gpfcaen mat niet minder
1 pecht gepropageerde beginsel „bij de art
senkeus In de allereerst» plaats geneeskun
dige overwegingen", meer schijn dan wer
kelijkheid. Er zijn toch slechts weinig ka
tholieke geestelijken zoo onverstandig dat
ze aan een slecht katholiek medicus de
voorkeur geven, boven een goeden anders
denkenden arts. Maar wie zal er hun" een
veTwijt van maken, dat ze als geneeskun
dige overwegingen geen voorkeur wettigen,
den geloofsgenoot verkiezen. Dat is Iets
dat met economische en geestelijke (on)
afhankelijkheid toch feitelijk niets te ma
ken heeft"
Er zouden dus toch nog geestelijken zijn,
Biö liever een slechten dan een goeden arts
«amen?
Geven niet-katholieken altijd hun voor-
fieur aan ©en slecht niet-katholiek medicus
hoven een goed-katholiek. Of bestaat die
perste soort met?
Een kathollek^moet goed uitkijken met
jtfjn dokter, dat leert de ondervinding en
Saarop dringen de priesters zeer wijselijk
Een particulier telegram uit Rome meldt
ons, dat kardinaal Giovanni Tacci Vrijdag
nacht overleden ds.
Kardinaal Tacci werd den 12den November
1863 te Mogliano in het diocees Fermo geboren.
Op 22-jarIgen leeftijd priester gewijd, werd hij*
reeds op 32-jarigen leeftijd bisschop van Citta
della Pieve.
Sinds den 29sten April 1911 was hij tevens
Apostolisch internuntius voor Nederland.
In 1916 riep Paus Benedictus XV hem naar
Rome om hem achtereenvolgens tot majordomus
en in 1918 tot prefect der Apostolische paleizen
te benoemen.
Kardinaal gecreëerd in het Consistorie van 13
Juni 1921, kreeg hij den titel van S. Maria in
Trastevere.
Kardinaal Tacci behoorde tot de Congregaties
voor de Oostersche Kerk, het H. Concilie, de
Propaganda Fide, de Ceremonieën en de Bui
tengewone Kerkelijke Aangelegenheden.
DE NIEUWE AARTSBISSCHOP
VAN ARMAGH
De correspondent van de „Daily Telegraph"
te Belfast seint, dat aldaar 'bericht .ont
vangen is van die benoeming van mgr. dr.
Mac Rory tot aartsbisschop van Armagh,
als opvolger van kardinaal O Donmell z,g.
Mgr. Mac Rory is bisschop v*n Down and
Connor, van welk diocees Belfast de zetel is.
Ofschoon de nieuwe aartsbisschop een niet
zoo schitterende reputatie als geleerde heeft
als zijn voorganger, heeft hij toch door zijn
weiken op theologisch en ander gebied een
grooten naam gemaakt.
ONS JONGSTE GESLACHT
En de ontwikkeling
OP ZINKEND PEIL
Het s,Utrechtsch Dagblad" schreef een
merkwaardig artikel over hat zinkend
peil van ontwikkeling, waarop ons jongste
geslacht zich bevindt.
Het is weer examentijd en de resultaten zijn
allerbedroevendst. Er is een ontstellende
achteruitgang, allerwegen.
Niet bij de leerlingen van een enkele school,
noch bij een enkele soort van scholen, maar 't
is een algemeen verschijnsel.
„Gemis van nauwkeurigheid, gemis van
begripmatig denken. Een chaotische verwar
ring in de spelling, onkunde van de taal, opper
vlakkigheid, het gewetene lijkt meer van bui
ten aangewaaid dan van binnen overwogen. De
opstellen vertoonen armoede van ideeën, ja
drijven soms naar het vulgaire af. Bij vertalin
gen blijkt vaak dat men den zin van den vreem
den tekst niét heeft gevat, laat staan de sfeer van
het vreemde taaleigen benaderd. Bij de weer
gave van de geschiedenis ontbreekt al te dik
wijls bet stelselmatige en de onnauwkeurig
heid, die de taaiprestaties bezoedelt, spreidt
zich ook uit over de wiskundige vakken".
Maar de inzinking beperkt zich niet alleen
tot de intellectueele hoedanigheden.
Voor den scherpen speurder met eenig ziel
kundig inzicht verschijnt daarnaast een merk
waardige moreele inzinking.
„W ie de opstellen goed leest, ontdekt soms
bij deze jeugdige schrijvers een geestes- en
gemoedsgesteldheid, die bedenkelijke trekken
vertoont. Een goedpraten van wat niet zuiver
is, een verzwakt bewustzijn van gezag", een
te voel aan weeke gevoeligheid, een te weinig
een karakterkracht".
Het „Utrechtsch Dagblad" zegt terecht, hier
bezig te zijn met een vraagstuk, dat de gren
zen van bet onderwijsgebied overschrijdt, dat
heel de natie aanbelangt. En dan moet iedere
poging tot verklaring, die de noodzakelijke
voorwaarde tot verbetering ïs) beginnen met
de oorzaken te zoeken in de algemeene ge
steldheid van ons volk.
Het kenmerk van onze volksziel in dezen
tijd is, dat ze verslapt, omdat ze gemis aan
weerstand heeft. Onze geheel© volksziel, die
met conferenties gevoed wordt instede van met
idealen, zinkt ineen.
Vergaderingen nemen de plaats in van het
huisgezin en ouders en kinderen vervreemden
van elkaar. De techniek vergemakkelijkt het
leven ongemeen, en een ethiek, die het eyen-
wiebt gaat verbreken tusschen humaniteit en
karakter-stevigte, die begint met goed te -pra
ten en vrijheid te geven, verweekt de zielen.
En dan ook nog een zeer voornaam punt.,
de sport.
„De aandacht is niet op de studie, maar
op de sport gericht. De goden van den Amster-
damschen Olympus mogen het ons vergeven,
maar het is niettemin een feit: wie sportheld
is, is populair bij zijne medeleerlingen, wie
uitmunt in de klasse wordt minder geteld.
En de opdrijving van het uiterlijke,
de oudemannetjes-achtige gewichtig doe-
nerij in zaken van piefzier is zoover gekomen,
dat in een Haagsch gymnasiasten-blaadje voor
schriften worden gegeven omtrent het dragen
van een „smoking" bij een avondfeest van kin
deren, die ds korte broek nog nauwelijks waren
ontgroeid."
Een kwarteeuw of daaromtrent Is het reeds
„professor" Aengenent geweest, en het leek
schier of het zoo zon moeten blijven* aldu»
het „H n 1 s g e z 1 n",
DE „SOCIALE" BISSCHOP
Geen andere en hoogere titel kon het „.pro
fessor" verdringen, op de wijze als bij dr.
Arïëns en dr. Poels de monseigneurstitel het
praedicaat „doctor" niet heeft kunnen op zij
schuiven.
Intussohen, professor Aengenent zal er in
moeten berusten en er aan moeten wennen 5
'voortaan Monseigneur te worden genoemd,
eooals hij in meer veranderingen zich zal
hebben te schikken.
De grootste zal wel zijn, dat hij de rustige
studeerkamer zal moeten verwisselen voor
het bisschoppelijk palels; dat hij in plaats
van docent en adviseur als hij tot dusver
was, verantwoordelijk gezagsdrager wordt.
Gezag en verantwoording, ze zijn beide
zwaar.- het eene te oefenen, het andere te
dragen, vooral in dezen geweldigen tijd, nu
de moeilijkste vraagstukken op de wereld
losstormen, en er in onze eigen kringen
zooveel geloofsverzwakking en afval, niet
het minst in de groote steden, te constateeren
en te betreuren valt.
_Welk een oefenschool heeft intusschen de
nieuwe Bisschop in de kwarteeuw van zijn
professoraat en van zijn sociale werkzaam
heid doorloopen.
Hoe heeft hij gelegenheid gehad, de philo
sophic tot praetijk en tot leven te maken.
Hoe heeft hij als schrijver en docent, d-oor
zijn lidmaatschap ook van sociale lichamen,
waar hij den principieelen tegenstander ont
moette en zich met hem te meten had, een
practise he wereld-kennis kunnen vergaderen,
welke heim het nemen van beslissingen en het
aangeven van een richting minder zwaar
moet maken, nu hij het hoogste gezag uit te
oefenen krijgt.
Men kan zich na Leo XIII geen bisschop
denken, die niet het sociale vraagstuk
complex van problemen binnen Jen
kring zijner aandacht en zorg trekt.
Mgr. Aengenent heeft het voorrecht en het
voordeel gehad, van het sociale vraagstuk
een levensstudie te maken, zoodat hem thans
reeds, nog vóór zijn Wijding, de ridderslag
van „sociale" bisschop kon worden gegeven.
Van den vorigen bisschop van Haarlem is
geschreven, dat hij zich eenzaam voelde, een
zaam leefde, eenzaam streed en eenzaam
leed.
Den nieuwen bisschop zal de eenzaamheid
niet omvangen: als tot dusver zal hij midden
in het leven staan.
En hij zal daarbij omgeven zijn door allen,
geestelijken en leeken, die den Opperherder
hun oprechte en kloeke medewerking willen
verleenen in den zwaren arbeid, die op zoo
stevige schoudeTS is gelegd.
BREED VAN OPVATTING
Het „Centrum" schrijft o.m.:
Er zijn weinig priesters in ons land zóó
algemeen hekend, zóó algemeen geëerd, zóó
algemeen bemind als deze Warmondsché
hoogleeraar.
Als Bisschop zal hij nog jong zijn, maar
reeds heeft hij een rijk gevuld leven achter
zich. Een leven van studie, maar een leven
van actie tevens.
Hoe ontzaglijk veel goeds is er van hem
uitgegaan! Hoevelen heeft hij bezield en
aangespoord! Voor hoevelen was hij een
trouwe en vertrouwd raadsman! Breed van
opvatting, hield hij met kracht vast aan de
groote beginselen. Zijn helder verstand, zijn
scherp redeneervermogen, zijn bezonken ken
nis, zijn fijn aanvoelen van toch vaak groo
ten invloed hebbende bijkomstigheden, zijn
rustige betoogtrant, zij maakten van hem den
uitnemend en docent. Zijn meening zei hij
precies en klaar in volle oprechtheid van
overtuiging.
Want dit was wel de groote bekoring, die
van hem als spreker en schrijver uitging:
men voelde het aan, dat men te doen had
met iemand, die -eerlijk en oprecht was, en
zich gaf zooaLs hij wa3.
Het kan dan ook gezegd worden: deze ka
tholieke priester-socioloog, die steeds met zoo
groote warmte opkwam voor het goed recht
der arbeiders, heeft ook steeds de warme
sympathie van de werkgevers en inzonder
heid van de middenstanders gehad. Ieder van
hen voelde het: hier sprak -geen demagoog,
die voor klassebelangen opkwam, hier leeraar-
de de man van gedegen wetenschap, die
streed voor wat waarheid was en recht.
Een juichkreet van dankbare voldoening
is uit veler hart opgestegen, toen deze be
noeming bekend werd. Het is, vooral voor
onzen tijd, een groot voorrecht, dat de Paus
ons een Bisschop schonk, die zóó onderlegd
zoozeer het volle maatschappelijke leven prac-
tisch heeft meegemaakt.
Een juichkreet maar toch ook een ge
voel van weemoed, om wat wij noodwendig
in de toekomst zullen missen. Want missen
zullen wij hem in zoovele vergaderingen, bij
zoovele besprekingen, waarin zijn kloek,
klaar woord steeds helderheid bracht in duis
tere moeilijkheden, zijn gemoedelijke vrien
delijkheid hen, die dreigden uiteen te gaan,
weer tot elkander bracht.
Het bisdom Haarlem mag met dezen op
volger van Mgr. Gallier geluk worden ge-
wensoht.
EEN GELUKKIGE BESLISSING
De benoeming van Prof- Aengenent tot Bis
schop van Haarlem is niet enkel in het desbe
treffende diocees, maar in heel katholiek Ne
derland met groote voldoening ontvangen,
schrijft ook de Gelderlander.
Mgr. Aengenent is een figuur, die tot ver
over de grenzen van het Bisdom Haarlem
zijn zegenrijken arbeid heeft uitgestrekt; de
gelukkige beslissing van den H. Stoel heeft
op den zetel van Haarlem een man gezet,
wiens gezag door de bisschoppelijke waardig
heid niet geschapen, maar bevestigd wordt.
Prof, Aengenent was een gezag in den lande.
Hij heeft dat gevestigd in de dertig
jaren van gestadigen arbeid op elk
terrein van het openbare levenj door
zijn studiën en publicatiesi over alle vraag
stukken van actueelen aard) maar vooral
door het weloverwogens, het evenwichtige.
het zuiver verstandelijke in al zijn oordeel.^
Voeg daarbij de persoonlijke gaven waarmee
mgr. Aengenent Is bevoorrecht. Zijn kunst
om den tegenstander aangenaam te zijn, zelfs
in de bestrijding. Om te sparen, ook al waa
hij voluit de meerdere. Zijn aangeboren
tact, zijn onverstoorbare opgewektheid, zijn
tegemoetkomende vriendelijkheid, zijn onuit
puttelijk geduld. Het maakte, dat hij slechts
vrienden had in den lande, in wier harten hij
den glimliach wekte en nooit eenige verbit
tering; het maakt, dat zijn verheffing tot Bis
schop van Haarlem, met algemeene instem
ming wordt "begroet,
'HET WELKOM DER ARBEIDERS
Uit de school van Leo XIII mag de nieuwe
bisschop zich noemen, niet uit gehoorzaamheid
alleen, maar uit -door noeste studie ruim ver
worven kennis, uit breed Inzicht in wat voor
de redding der -wereld in dit tijdsgewricht
noodzakelijk is schrijft de „V 0 I k s k r a n t".
De taak van den herder is het, de men-
schen naar den Hemel te leiden. Maar die weg
voert over de aarde, en nu is deze weg voor
duizenden en tienduizenden met hinderpalen
en staketsels bezwaard.
Er is zooveel verleiding en verlokking, zoo
veel strijd en onvrede, gevolg van gemis aan
rechtvaardigheid en liefde.
Er is, bij goeden wil, zooveel tekort aan
inzicht in wat de nieuwe maatschappij in deze
dagen behoeft.
Een bisschop als Mgr. Aengenent, die zoo
veel gepeild en zooveel overwogen heeft, die
buiten den geestelijken werkkring van den
priester zooveel heeft ervaren en doordacht,
zal den stoot geven tot een frisscher en bree
der beschouwing van het maatschappelijk
vraagstuk in heel zijn omvang.
Moge het episcopaat van den nieuwen bis
schop van langen duur en vruchtbaar zijn; -—
de R. K. Arbeidersbeweging in Nederland'be
groet zijn verheffing met onvermengde
vreugde en biedt hem haar medewerking aan,
zooals ze zich van zijn genegenheid en steun
verzekerd weet.
DE PLECHTIGE CONSECRATIE.
Naar wij vernemen zal de plechtige conse
cratie van Mgr. J. D. J. Aengenent zeer waar
schijnlijk plaats hebben op 25 Juli a.s„ het
Feest van den Apostel Jacobus. De consecratie
zal dan geschieden door Z.Exc. Mgr. L,
Schioppa.
HULDEBETOOGING TE WARMOND.
Vrijdagavond, om circa half negen, d-end
door het muziekkorps van Warmond „St.
Matthias" een serenade gebracht aan den nieu
wen Bisschop.
Geheel het dorp was uitgeloopen om geza
menlijk een spontane hulde te brengen aan
hem, die vele jaren in de gemeente gewoond
had en die nu tot zoo'n hoog ambt was uitver
koren. Toen het muziekkorps op het voorplein
van het Seminarie was aangekomen, kwam uit
het professorenhuis Mgr. Aengenent naar
voren, vergezeld van Mgr. Dr. Hensen, oud
mede-professor van den nieuw benoemden Bis
schop. Mede aanwezig waren mgr. Taskin, en
de secretarissen van het bisdom Haarlem, ver
der de professoren van het Seminarie.
Na eenige mooie muzieknummers sprak de
voorzitter van het muziekkorps eenige harte
lijke woorden van gelukwensch, waarin hij
memoreerde, dat het juist Monseigneur was,
die, toen de harmonie van dit muziekkorps
dreigde te worden verstoord, er voor gezorgd
heeft, dat het bleef voortbestaan.
In vriendelijke bewoordingen dankte Mon
seigneur de Harmonie van Warmond, maar
verder ook alle ingezetenen, die in zoo'n groot
getal opgekomen waren en die in den loop van
den dag op zoo bijzondere wijze hun sympathie
hadden betoond. Voorts zeide hij, dat hij War
mond, waarin hij ruim 27 jaar gewoond had,
niet spoedig zou vergeten.
Dan werd door de Schola Cantorum van het
Groot-Seminarie gezongen „Haec Dies", als
danklied aan God, bij het einde van dezen blij
den dag.
Toen kon Monseigneur niet nalaten om even
mede te deelen, dat hij blij was voor dat dank
lied, maar dat hij daarnaast veel meer reken
de op een smeekgebed tot God. Hij hoopte, dat
men zou bidden en blijven bidden, dat God
hem in deze zware taak zou mogen zegenen,
opdat hij het werk dat God's Voorzienigheid
voor hem had weggelegd, naar behooren zou
vervullen. Dan klonk een herhaald vroolijk:
„lang zal hij leven".
Onder een blijden marsch ging de harmonie
heen, begeleid door de enthousiaste studenten
van Warmond.
Zaterdag begaf de nieuw benoemde bisschop
zich naar Haarlem, waar hij het middagmaal
gebruikte ten huize van mgr. Möllmann.
Gisteren (Zondagmorgen) werd in de vier
parochiekerken vsfn Delft van den kansel
medegedeeld, dat de zeereerw. Deken van
dér Cammen en de Pastoors de medewerking
der parochianen Inroepen, om aan Mgr.
J. D. J. Aengenent, namens Katholiek
Delft, waarmede ZijnHoogeerwaarde met zoo
veel relaties van zijn prille jeugd tot op
het huidige oogenbük nog verbonden is ge
weest, een geschenk aan te bieden.
De geloovigen zullen een desbetreffende
circulair© ontvangen, welke men Ingevuld
met een bedrag naar Ieders vermogen, korten
tijd later aan de huizen hoopt op te halen.
Het ligt verder in de bedoeling om MgT.
Aengenent na zijn Consecratie tot Bisschop,
plechtig te Delft te huldigen.
PETER NIET TE WETEN DAN VERKEERD
TE WETEN
De Katholieke Kerk werd en wordt nog altijd
aangewreven, dat zij bij voorkeur het volk dom
houdt. Zij deed de eeuwen door niets voor de
ontwikkeling der menschheid. Maar wie even
de geschiedenis der menschheid slechts vluch
tig nagaat, moet tot de erkenning komen, dat
alle Christelijke beschaving haar oorsprong en
bloei vindt in de Katholieke Kerk.
Maar het is het liberalisme geweest, dat
steeds de Kerk de beschuldiging voorhield, dat
zij de menschheid dom hield, doch dat het libe
ralisme de menschheid ontwikkeling en voor-
uitgang bracht.
Men herinnert zich het oude axioma van
Prof. Opzomer: „Bouw scholeu en wij kunnen
de gevangenissen afbreken".
Men behoeft slechts om zich heen te zien
om met droefenis te constateeren wat er van
deze hoogmoedige voorspelling is terecht ge
komen.
Men heeft scholen gebouwd, maar 't bleek
dat er „"tuchtscholen" naast gebouwd moesten
worden, en de gevangenisdeuren zijn tegea-
v ooidig meer open dan dicht om den wassen-
den stroom van delinquenten toegang te geven.
Was de menschheid niet gelukkiger, toen da
Kerk nog bij machte was haar zoo niet dom,
dan toch eenvoudig te laten.
De hoogmoed des levens heeft nu allen aan
geraakt en de moderne wereld wordt een chaos,
die ontstelling wekt.
De beschaving wordt er een van de aller-
bedenkélijkste soort, en de ontwikkeling dreigt
te ontaarden in eigen ondergang en verderf.
't Is nog niet zoolang geleden dat een vrijzin
nige domineesvrouw, Henriette Baart de la
Faillë in „de Hervorming" haar bezorgdheid
uitsprak over jeugdige leiders van kampemen
ten die ook al in conferenties hun eigen
levensbeschouwing ten beste gaven.
Onze volksziel, zegt het „Utrechtsch Dag
blad", kent geen nationaal besef meer, zij Iaat
godsdienstige en politieke grenzen verflauwen
en staat open voor het eerst verschijnend in
zicht.
Vandaar dat zij zoo ontvankelijk blijkt voor
het bolschewisme, dat de negeering is van alle
beginsel.
En nu lezen wij in het jongste nummer van
,4e Blijde Wereld", dat toch het orgaan is van
de religieus-socialisten, een gedachte van Leo
Tolstoi ter overweging gegeven: „Vrees
rn i e t het nie t-w eten, vrees ver
keerd te weten. Daarvan komt
alle kwaad in de werel d".
Dit nu moge een gedachte van Tolstoi zijn,
t is niet anders dan het oude wijze beginsel
van de Katholieke Kerk, dat ook Lacordair©
vertolkte, teen hij zeide, dat de filosofie in
haar geheel tot God voerde, maar halve filosofie
ons van God verwijderde.
Het beginsel der wijsheid is losgelaten en
vandaar heeft het kwaad voortgewoekerd in
onze wereld, krachtig aangewakkerd door da
halfkenais van volksuniversiteiten, arbeidsont-
wikkeling. Zondagochtendbijeenkomsten en
quasi geleerde conferenties, die de menscheu
opgeblazen maken van eigendunk en hoog
moed.
Ook de Kerk heeft het niet-weten, den een
voud des geloofs altijd een hooger goed geacht
dan het verkeerd weten, dat ongeluk en kwaad
brengt over de wereld.
En al is 't dan maar in de woorden van
Tolstoi, 't is goed dat deze aloude wijsheid
ook nog eens ter overweging wordt gegeven
aan de lezers van „de Blijde Wereld", die op
'dit gebied ook nog wel wat zelfkennis noodig
hebben.
Onze correspondent meldt ons uit Arnhemt'
Naar men weet zuilen de Eerw. Zuster»
ongeschoeide Carmelitessen van Roermond
te Arnhem op Schaarsbergen een Carmeli-
tessenklooster stichten. Een huis aan de
Stroolaan is reeds aangekocht.
Naar we vernemen zullen in den loop van
de maand Augustus, eenige zusters, belast
met de voorbereiding, haar intrek nemen op
■Schaarsbergen.
In September vestigen zich een zevental
eerw. zusters eu een drietal postulanten in
het klooster. Op den feestdag van de
H. Tlieresia van Lisieux (30 September)
hoopt men geheel gereed te zijn met de
installatie. Het ligt in de bedoeling om de
bevolking van het klooster geleidelijk met
'Postulanten op te voeren tot hét voorge
schreven maximum.
Zondagmorgen droeg in de H. Joseplikerk
te Delft een oud-stadgenoot de weleerw.
pater J. M. A. Boomkens, die eenige weken
geleden te Sandoval in de Vereen. Staten
van Amerika de H. Priesterwijding ontving,
aan het hoofdaltaar zijn eerste plechtige
H. Mis op. De weleerw. pater Chris Spaans,
eveneens oud-stadgenoot, die gerulmen tijd
als professor in Amerika werkzaam was,-
en in November van het vorig jaar in
dezelfde kerk zijn eerste plechtige H. Mis
opdroeg, hield een treffende feestpredikatie.
in het Bisdom 's Hertogenbosch,
Z. D. H. de Bischop van 's Hertogehboscli
heeft benoemd tot pastoor te Wijbosch den
Zeereerw. heer H. C. M. Franken en tot pastoor
te Roasum den Weleerw. heer J. van de Ven, dié
kapelaan was te Kerkdrkd.
EERW. MOEDER CATHARINA. f
In het St. Canisius-Ziekenhuis te Nijmegen^
waar zij werd verpleegd is Zaterdagmorgen over*
leden de Eerw. Moeder Catharlna, gewezen Al*
gemeen Overste van de Zustere Dominicanessen
te Neerbosch.
Er zijn zoovele telegrammen, brieven etc. van
gelukwenschen binnengekomen, dat het kleine
postkantoor te "Warmond het bijna niet 111 eer
aan kan.