MAANDAG 2 JULI 1928
VIERDE BLAD
PAGINA 2
SPOOKHISTORIES IN JAVA
DE VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK
VOOR DE RECHTBANK
DE VER EDIGING KAN NIET GELOOVEN DAT ER
KWADE TROUW IS GEWEEST
VAN mr. muller massis.
DE „DOORWERTH"
nederlandsche spoorwegen.
MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING
DER TOONKUNST
KONINKLIJK 'S HERTOGENBOSCH
MANNENKOOR
WIJ LEVEN IN DE 20ste EEUW.
Bet geloof aan Stille Kracht is n|og niet
heetemaal verdwenenDit blijke uit het
volgende:
Wanneer men in -Soerabaja naar een buis
zoekt, dan krijgt men althans onder in-
heemschen allicht van links en rechts waar
schuwingen om vooral dit en dat huis niet
te nemen, wantdat is een spookhuis. Het
schijnt wel aldus een medewerker van bet
Noorden dat de wijk Tegel nogal veel van
zulke huizen telt, vooral \angs Gang Baïsah.
Hbo gebeurde het ook, dat een nieuweling
hier naar een geschikte woning ziocht en zon
der veel moeite eT eentje vond in Kraton-Zuid,
want huurhuizen zijn er hier gelukkig nog
al veel. In het begin ging alles bij onzen
nieuwen stadgenoot naar wensch. Maar na
eenige maanden werd zijn vrouw ziek. Zij
kreeg een eigenaardige ziekte, welke nogal
lang duurde, doch eindelijk werd zij gelukkig
weer beter. Een paar maanden later werd
echter zijn kindje ziek. De behandelende ge
neesheer constateerde nierbekken-ontsteking.
Het kindje sukkelde een paar weken, en helaas
mochten de ouders het niet behouden.
N»i begonnen de buren, vrienden en ken
nissen hun met de noodige geheimzinnigheid
den raad te geven om zoo gauw mogelijk te
verhuizen, want dat huis was een spookhuis.
De vorige bewoner had daar ook twee van zijn
kinderen verloren.
De man, die niet zooveel geloof hechtte aan
er»»ckhistories, gaf er ni-cits om. Aangezien
hij bijna eiken 'nacht verdachte geluiden op
den zolder hoorde en tijdens de ziekte van
zijn kind een. geheimzinnig geklop op de tafel,
welke vlak voor hen in de ziekenkamer stond,
begon hij toch een beetje aandacht aan de
raadgevingen van zijn vrienden te schenken.
Daarom wendde hij zich op een dag tot een
zekeren Ckabib Bjen in Katoeman, die, naar
bet heet, de kunat verstaat zich in verbin
ding te stellen met onzichtbare wezens. En de-
haren rezen hem te berge, toen de Chabib hem,
na, eenige tooverformulieren gepreveld en wie
rook gebrand te hebben, vertelde, dat in zijn
huis (van de nieuweling) een heel gezin djins
woonden. Die woonden eerst bij een put, welke
thans reeds gedempt is en waarop de muur van
de kamer der zieken (Tater dus ook de sterf
kamer) opgetrokken is. Daarom zijn ze nu
verhuisd naar den zolder. Zij, die djins, krij
gen nogal veel bezoek en de kinderen maken
dikwijls ruzie met <ife kinderen van gasten.
Vandaar dat gestommd? en geblolder op den
zolder.
De Cbabib stelde zijn gast (den nieuweling),
voor in zijn donkere kamer te komen, teneinde
de verschijning van hiet hoofd van het „djinge-
zin" met eigen oogen te aanschouwen. Doch de
man was te bang, om zulk een ongewoon
schouwspel bij te wonen.
Daar bij ntog niet tevreden was met de be
wering van den Chabib, ging hij naar een
andere vrouwelijke doekoen in het Soemoer-
panggangscbe. Nauwelijks had hij baar de ge
bruikelijke bloemen gegeven, of zij begon zijn
geboortedag, den geboortedag van zijn vrouw
en zijn levensgeschiedenis te vertellen, hetgeen
wonderbaarlijk klopte met de werkelijkheid.
Opeens zei zij: „Hé, wat hoor ik daar op den
zolder van je huis een spektakel van belang!"
Weer rezen onzen cngelulrkigen man de haren
te berge. Hij kreeg van haas den raad de djins
mat rust te laten en maar naar een ander huis
uit te zien.
Om de beweringen van de beide doskoens
te toetsen, vroeg hij aan een der oudste bewo
ners van den kampong, of het waar was, dat
op zijn erf een put hat gestaan. Hij kreeg ten
antwoord, dat dit niet alleen het geval ge
weest was, maar ook een gemeenschappelijke
badplaats der kampomgbewoners.
Het behoeft geen betoog, dat de spookhis
torie zich spoedig als een loopend vuur ver
spreidde. Niet alleen onze nieuweling zal ver
huizen, maar ook zijn huurlieden, wamt ook
bij hen is het niet erg pluis.
Eens vblde de huisjongen, terwijl hij rustig
lag te slapen, iemand aan zijn beide voeten
trekken. Dan weer leek het, of hij, ook weer
toen hij 's nacht lag te slapen, door iemand
gewurgd werd. Ea tot overmaat van ramp
is een ander kind van onzen nieuwen stadge
noot sedert een paar dagen ook ziek.
Ik geloof toch, aldus eindigt de medewerker
van Het Noorden zijn verhaal, dat hij verstan
dig zal doen lom maar te gaau verhuizen. Al
wil hij al de ziekten niet aan de spookhistorie
wijten, het moet toch hem duidelijk zijn ge
worden, dat bet huis ongunstig gelegen is.
liet dagblad Nieuwe Vorstenlanden vernam,
dat de soesoehoenan van Solo last heeft ge
geven aan een zekeren R. Wignjopotro om het
huis, waarin wijlen pangeran Hadikoesoemo
gewoond heeft van de vele spoken te zuiveren.
Immers, kort achter elkaar stierven er vier
kinderen, ook worden er klopgeluiden etc.,
gehoerd, a'clus het blad....
HENDRIK TE KEUKEN
tie vrienden gemaakt
Vrijdagavond beeft Z. K. H. Prins Hen
drik in Hotel Excelsior te Keulen aan een
diner vereenigd den opper-burgemeester van
Keulen en verdere stedelijke autoriteiten,
beuevens verschillende vooraanstaande per
sonen uit Kulen en uit bet Rijnland, die
hem gedurende zijn drie-daagsch bezoek aan
de Domstad met baar Pressa en omgeving
gastvrijheid had geboden. In zeer geestige
bewoordingen bracht Z. K. H. dank in de
eerste plaats aan het gemeentebestuur van
Keulen; hij roemde de energie, waarmede
een tentoonstelling als de Pressa op touw
was gezet en verzekide verder, dat hij deze
dagen in het Rijnland doorgebracht, niet
Jicht zou vergeten.
De opper-burgemeester van Keulen, de
heer Adenauer, antwoordde op niet min
der hartelijke wijze en wees er op hoe
gezien de Prins zich In deze dagen had
weten te maken. Inderdaad heeft Z. K. H.
zich te Keulen veel vrienden gemaakt, hek
geen onder meer bleek uit dezen feestmaal
tijd, waar een zeer gezellige geest heerschte.
Zaterdag werd de behandeling van de zaak der
Veendammer Hypotheekbank voor de vierde ka
mer der Amsterdamsche rechtbank, onder lei
ding van den president, mr. Meckmann, verder
voortgezet.
Na de opening geeft de president het woord
aan den verdediger van den verdachte W., mr.
Muller Massis, tot het houden van zijn plei
dooi.
HET PLEIDOOI
Pleiter wil allereerst op het voorbeeld van
het O. M. dank brengen aan de rechtbank en
aan het O. M. Met groote vastberadenheid
heeft de president het verhoor geleid en slechts
eens heeft hij wegens vermoeidheid het ver
hoor moeten afbreken. Een ander zou dit wel
licht meer hebben moeten doen. Het O. M. heett
er tijdens de vorige zittingen reeds op gewe
zen, dat de zaak der Veend-ammer Hypotheek
bank de algemeene aandacht heeft getrokken.
Daartegenover wil pl. er op wijzen, dat de
wijze waarop het verhoor is geleid, eveneens
allerwegen in den lande de aandacht heeft ge.
trokken, zelfs in het hoogste bestuurscoilege,
de Eerste Kamer. Na deze lofrede wil pleiter
er echter op wijzen, dat bij het vóórverboor de
verdediging niet werd toegelaten. Dit is een
gewoonte, die, voorzoover pleiter weet, tot nog
toe nimmer is toegepast en heeft gegolden.
Nimmer heeft pl. méér de moeilijkheid ge
voeld om voor deze twee verdachten, vader en
zoon, te moeten pleiten, dan bij het aanhooren
van het requisitoir van den officier van justitie.
Het slot van dit requisitoir heeft pleiter meege
sleept door den warmen toon van menschelijk-
heid die er in doorklonk. Feitelijk heeft de offi
cier gezegd: Ik sta hier als Openb. Ministerie
en ik moet die straf eischen, doch wanneer gij
heeren rechters een milder oordeel hebt, dan
heb ik er vrede mee.
Doch aan de milde woorden die de officier
heeft gericht tot den zoon, is een requisitoir
tegen den vader voorafgegaan zóó bitter, zóó
verwijtend, als pleiter niet heeft kunnen ver
wachten. Wat is daarvan de oorzaak geweest.
PleiteT meent, dat de officier te weinig in zijn
requisitoir de omstandigheid in acht genomen
heeft, dat alles wat de verdachten van „de
Veendammer" gekregen hebben, gerestitueerd
is gewonden.
Pleiter vestigt er ook de aandacht op, dat de
dagvaarding die tegen de verdachten is uitge
bracht, zeer uitgebreid is en zooveel mogelijk
heden open stelt, dat de verdachte er zelf
geen wijs uit is kunnen worden! Op grond van
een arrest van den Hoogea Raad vaa 19X5,
waarin staat dat het ten laste gelegde duidelijk
omschreven dient te worden, vraagt pleiter van
de rechtbank vernietiging van de dagvaarding
in den vorm, waarin zij is uitgebracht.
Op grond van een ander arrest van den Hoo-
gen Raad betwisit pleiter het voorts, dat de
verdachten W. medeplichting zijn geweest aan
de overdracht door den verdachte A. C. M.
Wat de beschuldiging betreft, dat de verdach
te W. het misdrijf, gepleegd door den verdach
te M., heeft uitgelokt, merkt pleiter op, dat
zulks ten opzichte van den zoon zeker niet op
gaat, al had zijn vader het hem in groote trek
ken bekend gemaakt.
Ook ten opzichte van den vader meent spr.,
dat het niet bewezen is, dat deze eenige straf
bare handeling heeft uitgelokt.
Wat de ten laste gelegde bedrieglijke bank
breuk betreft, merkt pleiter op aan de hand
van een arrest van den Boogen Raad, dat van
kwade trouw hier geen sprake geweest is.
Dat de verdachten onverantwoordelijk ge
handeld zouden hebben door het verleenen van
hooge hypotheken, ziet pleiter niet In.
Natuurlijk namen de verdachten eenige
risico op zich, maar dat gebeurt hij leder banlt-
crediet, dat wordt verleend. Wat de aan ver
dachten over de door den heer Kok opgegeven
taxaties betreft, men kan daarvan niet zeggen,
dat de hand werd gelicht.
De officier van justitie heeft willen bewijzen,
dat de verdachten W. te royaal leefden op kos
ten van de Veendammer, omdat zij toch van
plan waren, zich van hun aandeelen te ont
doen. Dit is niet waar. De verdachten W. heb
ben de aandeelen gekocht, alleen met het doel
om de voordeelen daarvan te genieten. Alles- ls
veranderd, toen de Mephistofelas ln de heele
zaak, Liebermann,. ten tooneele verscheen.
Wat is Liebermann geweest? De meeningen
omtrent Liebermann loopen sterk uiteen.
Sommigen zien in hem een schurk en oplich
ter anderen zien in zijn optreden niets ong©-
oorloofds.
In ieder geval is Liebermann, die een gena
dige fascineerende persoonlijkheid heeft, de Me-
phistoïeles geweest voor pleiter's cliënten. Dit
heeft de officier te weinig ingezien, anders zou
hij ook over den verdachte J. J. W. in even mil
de bewoordingen hebben gespreken als tegen
de andere verdachten. Waar uit de verschillen
de verklaringen van verdachten is gebleken, dat
men in het geheel niet graag van de aandeelen
af wilde, meent pleiter dat er eigenlijk van
eenige kwade trouw bij de verdachten geen
sprake kan zijn geweesit.
De Tertlaohte A. C. M. beeft op een van de
laatste zittingen gezegd, dat alles geschiedde
ln een sfeer van vertrouwen. Waarom, vraagt
pleiten-, heeft de officier ook den vea-dacflite J.
J. W. niet ïh deze sfeer betrokken?
De officier heeft In zijn requisitoir het con-
tracht een schijncontract genoemd. Pleiter
herinnert er echter aan, dat in de dagvaarding
niet gesproken wordt van een schijn-overeen-
komst of een schijncontract.
Wanneer het contract werkelijk een schijn
contract Is geweest, zegt pleiter met stem
verheffing, waarom zitten dan alleen deze
mensehen in de beklaagdenbank.
Wanneer de advocaten te kwader trouw zijn
geweest, dan is die bank te leeg, wanneer zij
te goeder trouw zijn geweest, dan Is die bank
te vol, want het is niet aan te nemen dat de
advocaten het wel serieus gemeend zouden
hebben, wanneer mijn cliënten dit niet ge
daan hadden.
Pleiter komt dan tot den ?.J dan niet be-
staanden borgtocht van van der Toorn. Uit ver
schillende aanwij-zingen, waarop mr. v. d.
Meer in zijn pleidooi heeft gewezen en die ook
aan pleiter bekend zijn, maar die onder zijn
ambtsgeheim vallen, heeft de verdediging be
grepen dat er een tweede borgtocht bestaan
heeft. Daarcm kan de getuige van der Toorn
voor de Techtbank ook niet de volle waarheid
gesproken hebben. Hij heeft trouwens reden
gehad om dit niet te doen, daar zijn eigen
belang er mee gemoeid is.
Nogmaals wijst pleiter erop, dat de verdach
ten W. sterk beïnvloed moeten zijn geworden
door de fascineerende persoonlijkheid van
Liebermann, Of Liebermann de man is geweest
die bet goede heeft gewild en daarin niet is
geslaagd of dat hij eenvoudig een internatio
nale zwendelaar is geweest, pleiter weet het
niet, maar wèl weet hij dat Liebermann een
ontzaglijken invloed uitoefende op ieder, die
met hean in aanraking kwam.
Ai was de verdachte J. J. w. een goed koop
man, daarom was hij neg geen goed menschea-
kenner en ln ieder geval was hij verre de
mindere van Liebermann's genie.
Nogmaals wijst pleiter er op, dat alle bezit
tingen van „de Veendammer" die in het be
zit van den verdachten W. zijn gekomen, on
aangeroerd zijn gebleven. Zouden de verdach
ten deze goederen niet te gelde hebben ge
maakt, als zij niet te goeder trouw waren
geweest; en zouden zij zich dan niet evenals
de andere partij huiten het bereik der justitie
hebben gesteld? Integendeel, van het moment
af aan, waarop de verdachten merkten welk
een groot gat er geslagen was, door hun on
voorzichtigheid, zijn zij bereid geweest om
alles ongedaan te maken.
Ten slotte weerspreekt pleiter de meening
van den officier dat bij den verdachte J. J. W.,
(Te opzet zou bestaan hebben om zich we
derrechtelijk het onverplicht volgestorte ge
deelte van het aandselen-kapitaal toe te
eigenen.
Aan het eind van zijn pleidooi, zegt pleiter,
te hopen, dat de officier er thans een weinig
van overtuigd zal zijn, dat hij in zijn requisi
toir niet geheel rechtvaardig is geweest.
Pleiter concludeert dat de verdachten J. J.
W. eu J. P. H. W., moeten worden vrijgespro
ken, daar hun kwade trouw niet is gebleken
en omdat wat zij gedaan hebben niet straf
baar is volgens de Nederlandsche wetgeving.
Wat pleiter gezegd heeft over den vadeT,
geldt in tiendubbele mate voor den zoon. Deze
is slechts zeer korten tijd bankdirecteur ge
weest en heeft zich weinig met de trans
acties bemoeid. Verschillende mensehen die
den vader kenden en ook de innige verhou
ding tusschen vader en zoon, hebben gezegd,
dat de eerste nooit zijn zoon in de transacties
betrokken zou hebben, wanneer hij geweten
had, dat bij hem daardoor blootstelde aan een
gerechtelijke strafvervolging. De zoon daaren
tegen heeft volkomen op zijn vader vertrouwd.
Is dit niet een bewijs te meer, dat heiden te
goeder trouw zijn geweest?
Wanneer zij werkelijk gezondigd hebben, al
dus besluit spleiter, dan zijn zij daarvoor reeds
zwaar genoeg gestraft. Bijna al hun bezittin
gen zijn verloren gegaan en bovendien maken
huiselijke omstandigheden het noodzakelijk,
dat mijn cliënt naar zijn gezin, naar zijn vrouw
terugkeert.
Daarom vraagt pleiter naast ontslag van
rechtsvervolging, onmiddellijke invrijheidstel
ling op de eerste plaats voor den verdachte J.
P. H. W., maar daarnaast oofc voor diens
vader J. J. W.
De rechtbank trekt zich dan terug in de
raadkamer om te beraadslagen over het ver
zoek van de verdediging.
Teruggekomen deelt de president mede, dat
de rechtbank geen termen vindt om aan het
verzoek van de verdediging te voldoen,
De zitting wordt daarop geschorst tot Maan
dagmorgen tien uur.
Grootendeels aangekocht
Vrijdag is door het Algemeen Mijnwerkers
fonds te Heerlen, aangekocht het grootste deel
van de bekende bezitting „Doorwerth" bij Arn
hem, een bezitting van ongeveer 200 H.A., vroe
ger in eigendom toebehoorende aan baron van
Brake.
Het dividend op 5 pet- bepaald
In de Zaterdag gai;ouden jaarlijksche algemeene
vergadering van aandeelhouders der M(j. tot
Exploitatie van StaatssPoorweS®n en der Hol-
landsche IJzeren Spoorweg Mij. zijn de balans
en winst- en erliesrekenlng over 1927 goedge
keurd en is het dividend over 1927 bepaald op
5 pCt.
SUIKERFABRIEK „DINTELOORD"
Belangengemeenschap met de
„Zevenbergen"
Naar wij vernemen, zal aan de op 9 Juli te
houden algemeene ledenvergadering der Coöpe
ratieve Suikerfabriek en Raffinaderij „Dlntel-
oord" worden voorgesteld te besluiten tot het
aangaan van een belangengemeenschap met de
SSuikerfabriek „Zevenbergen", om tot een
meer economische productie te komen. De heide
coöperaties blijven bestaan, doch zullen ge
meenschappelijk een vennootschap onder een
firma oprichten.
HOLLANDSCHE MARGARINEFABRIEIiEN
3 pet interim-dividend op de cum- pref. aand.
Naar de directie van de Hollandscbe Ver-
eeniglng tot Exploitatie van Margarlnefabrleken
bericht, ls besloten tot uitkeerlng van een Ipte-
rimcUvidend van 3 pet. (onv.) op de 6 pet.
cumulatief preferente iyinstd "etende aandeelen.
DE JAARVERGADERING.
De 99e jaarvergadering van de Maatschappij
tot bevordering der Toonkunst werd Zaterdag
te Amersfoort gehouden onder voorzitterschap
van jhr. mr. dr. E. A. v. B'eresteyn.
De voorzitter der afd, Amersfoort, dr. Leo
pold, sprak een woord van welkom, in ant
woord waarop de alg. voorzitter zijn dank uit
sprak voor do gastvrijheid en tevens voor de
genotvolle uitvoering vau Vrijdagavond.
Het jaarverslag.
Uitgebracht werd het verslag omtrent den
toestand der maatschappij en hare handelingen
ln het maatschappelijk jaar 19271928.
De toestand der maatschappij in het alge
meen was in dit vereenigingsjaar alleszins be
vredigend.
.Hoezeer enkele afdeelingen met plaatselijke
moeilijkheden te kampen hadden, moeilijkhe
den waarin, door het hoofdbestuur steeds zoo
veel mogelijk werd voorzien, kan over het al
gemeen toch vau een opgewekt muziekleven in
de afdeelingen getuigd worden. Dit blijkt uit
het feit, dat he't aantal leden van alle afdeelin-,
gen te zamen in de laatste jaren voortdurend
toeneemt.
Meerdere belangrijke kooruitvoeringen, veel
al mede mogelijk gemaakt door den post „Or
kest-subsidie', vallen wederom te boekstaven,
waarvan het verslag er enkele in herinnering
brengt.
Daarnaast boden de verschillende takken van
dienst ruimschoots gelegenheid ook op andere
wijze deel te nemen, i.e. leiding te geven, aan
het Nederlandseh muziekleven.
Zoo waren de bemoeiingen op paedagogisch
gebied wederom van veelvuïdigen aard.
Voorts kan vermeld worden, dat de unificatie
commissie voor de muziekexamens hier te
lande, waarin ook de maatschappij vertegen
woordigd is, met haren arbeid gereed gekomen
is en het resultaat van dien arbeid neergelegd
heeft in een aan den Minister aangeboden
programma van minimum-eischen, waaraan
de examens zouden behooTen te voldoen.
Het aantal afdeelingen bedroeg in dit maat
schappelijk jaar 39.
In verschillende gemeenten worden onder
handelingen gevoerd over het oprichten van
afdeelingen aldaar.
Het aantal leden, opgemaakt uit de tot dus
ver ontvangen gegevens, bedroeg ca. 7600.
Op do laatst gehouden vergadering van de
bibliotheek-commissie werd de mogelijkheid
onder het oog gezitu om tot de oprichting te
komen van een centrale muziekbibliotheek,
Hierna volgen de rapporten van verschillen
de examen-commissies.
Het aantal leerlingen op de muziekscholen
bedroeg volgens de ingekomen jaarverslagen
der afdeelingen: Alkmaar 8 (vorig jaar
Amersfoort 103 (106); Amsterdam 370 (392);
Arnhem 114 (125); Bussum 157; Dordrecht
252 (265); Enkhuizen 26 (35); Goes 26 (28);
Harlingen 49 (58)Laren 64 (66)Nijmegen
170 (195); Rotterdam 836 (867); Schiedam
87 (93); Utrecht 316 (336); Vlaai-dingen 66
(79).
Door de leerlingen der muziekscholen wer
den verschillende uitvoeringen gegeven.
Zes Stipendia werden dit jaar verleend en
wel. ten behoeve van leerlingen aan conserva
torium en muziekschool te Amsterdam en
Rotterdam. Voor vijf van deze leerlingen wordt
continueering der stipendia aangevraagd, ter
wijl vier nieuwe stipendia worden aangevraagd
voor leerlingen te Amsterdam en Rotterdam.
Hierover zal de stipendium-examencommissie
op de gebruikelijke wijze beslissen. Bovendien
werd, ten behoeve van twee begaafde leerlin
gen aan de muziekschool te Harlingen, een
toelage beschikbaar gesteld.
In het afgeloopen jaar werden volkszang
cursussen gehouden te Amersfoort, Amster
dam, Rotterdam, en Schagen, waaromtrent de
ontvangen verslagen worden gepubliceerd.
Het jaarverslag werd met algemeene stem
men goedgekeurd.
Tot hoofdbestuurslid werd met algemeene
stemmen herbenoemd mr. H. H. v. d. Berg
(alg. penningmeester) en tot lid der bibliotheek
commissie herbenoemd de heer M. A. Brandts
Buijs.
De contributie-afdracht der afdeelingen werd
voor 19281929 vastgesteld op 1 per lid. De
diverse rekeningen en begrooting 192S1929
werden goedgekeurd.
Voorstellen.
De volgende bijzondere voorstellen werden
aangenomen
I. Kosteloos zangonderwijs aan kinderen.
Een som van 1000 wordt door het hoofd
bestuur aangevraagd, teneinde daaruit aan de
afdeelingen, die het geven van kosteloos zang
onderwijs aan kinderen in haren kring wen-
schen te bevorderen, de wettelijke toelage te
kunnen verzekeren.
II. Opleidingscursussen voor zangonderwij-
zex aan de lagere school, In het afgeloopen
seizoen is er geen opleidingscursus meer ge
houden. Nochtans vraagt het hoofdbestuur, in
overeenstemming met art. 10, hoofdstuk I, re
glement III, een som van ƒ400 aan voor het
geval in eenige afdeeling in het volgend sei
zoen alsnog een cursus moeht worden Inge
richt.
III. Examens. In overeenstemming met art.
II, hoofdst. II, reglement II wordt een som
van ƒ600 door het hoofdbestuur aangevraagd,
teneinde uit die gelden de tegemoetkoming
te verzekeren, noodig voor het houden der
examens te Utrecht.
IV. Orkestsubsidies. Heb hoofdbestuur vraagt
in overeenstemming met art. 22, hoofdstuk II,
reglement III een bedrag van 2500 aan, ten
einde desgewenscht steun te kunnen verleenen
ten behoeve van afdeelingsuitvoeringen met
orkest.
V. Solistenconcerten. Het hoofdbestuur
vraagt, ln overeenstemming met art. 25, hoofd
stuk III, reglement III een bedrag van 1500
aan ten behoeve der in het jaar 19281929
te geven solisten-concerten.
VI. Stipendia. Een bedrag van ƒ2400 wordt
voor dit doel door het hoofdbestuur aafage-
vraagd ten behoeve van leerlingen aan de mu
ziekscholen te Amsterdam en Rotterdam.
VII. Leerstoel voor muziekwetenschap. De
onderhandelingen te dezer zake met de auto
riteiten gevoerd, hebben de mogelijkheid ge
opend, ln het eerstkomende vereenigingsjaar
dezen leerstoel ln te richten.
In verband h ter mede vrordt voor het volgend
jaar.wederom een crediet van 1000 voor deze
instelling aangevraagd.
VIII. Unificatie muziekexamens. Het hoofd
bestuur stelt voor, in verband me<t de verkre
gen overeenstemming inzake unificatie muziek
examens het programma voor het diploma
examen, overeenkomstig het rapport der
examen-regellngs-commissie te wijzigen.
Naar aanleiding van dit punt ontwikkelt zich
een levendig debat. De heer Nolet, Nijmegen
vraagt of de afd. Amsterdam speciale reden
heeft niet deel te nemen aan de examens van
de Mij. gehouden te Utrecht.
De heer Dudok v. Heel, Amsterdam, merkt
op dat velen verder gaan naar het Conserva
torium, doch er bestaat geen speciale reden.
De heer Nelthenius deelt mede, dat het toe
latingsexamen Conservatorium Amsterdam
wel gelijk staat met de Maatschappij.
De heer Swang, Breda, is blij, dat deze zaak
eens ter sprake wordt gebracht, daar bij sol-
licitatiën in het Zuiden eeu diploma Conser
vatorium ter zijde wordt gelegd en een van
de Maatschappij tot bev. der Toonkunst in aan
merking komt.
Mr. A. J. Labouchère merkt op, dat de can-
hiaten voor het examen Toonkunst in ongun
stiger omstandigheden verkeeren dan de can
didate® voor Conservatorium, daar zij voor
een vreemde commissie verschijnen "en de
laatst genoemden voor hun eigen leeraren in
besloten kring.
Dr. Joh. Wagenaar merkt op, dat het diplo
ma Conservatorium met aanteekenimg voor
het geven van onderwijs zeker gelijk staat met
he.t diploma van Toonkunst. Het gaat niet over
het examen, doch over de eischen en deze zijn
gelijk.
IX. Post „Onvoorzien". Het hoofdbestuur
stelt voor, gezien de wenschelijkheid, die zich
bij herhaling daartoe heeft voorgedaan, op de
begrooting 1928/29 voor de eerste maal een
post „Onvoorzien" uit te trekken en wel ten
bedrage van 1000.
X. Wetswijziging. Het hoofdbestuur stelt
voor in art. 34, I, te schrappen: „eu kunnen
geen deal uitmaken van het bestuur eener af
deeling."
De afdeeling Zeist heeft principieele bezwa
ren. Na een nadere toelichting door den voor
zitter werd de wijziging aangenomen. Alleen
de afd. Zeist stemde tegen.
Een voorgestelde wijziging van het Pensioen-
reglement werd goedgekeurd.
Ten sjotte kwamen aan de orde de .reeds ge
publiceerde voorstellen inzake de viering van
het eeuwfeest.
Een der afdeelingen vraagt den voorzitter
of de concerten te houden in Amsterdam vol
gend jaar door meerdere afdeelingsbestuurs-
leden kunnen worden bijgewoond.
De voorz. deelt mede, dat dit 'n feest is van
de Maatschappij en voor de Maatschappij eu
alleen leden toegang zullen verkrijgen.
HET ZILVEREN JUBILEUM.
Gisteren, Zondag, vierde 't Kou. 's-Hertogen-
bosch Mannenkoor zijn 25-jarig bestaan.
In 1903, toen de Liedertafel Oefening en Uit
spanning was ontbonden, werd het Mannenkoor,
opgericht op initiatief der heeren Th. van Kem
pen, J, Gommers en P. Kallenbaeh, welke laat»
ste onmiddellijk na de oprichting tot directeur
werd benoemd en dus thans tevens als zoodanig
zijn zilveren jubilé viert. Met 33 werkende leden
begonnen telt het koor er nu ruim 130. Als hei
schermheer is van den aanvang opgetreden da
toenmalige burgemeester Jhr. P. J. J. S. M. van
der Does de Wiilebois, eere-voorzitter is sedert
1923 burgemeester mr. F, J. van Lanschot. De
eerste president was de heer C. J. J. Daniels»
die later werd opgevolgd resp. door de heeren
Th. van Kempen en Jac. van Asseldonk, terwijl
thans de heer E. Burgers het presidentschap bei
kleedt.
In den loop der jaren zijn door Mannenkoor
belangrijke koorwerken uitgevoerd, vaak on«
der leiding der componisten zelf. Tevens werd
een aantal operettes en opera's voor het voet
licht gebracht. Het repertoire van Mannenkoor
omvat een 150-tal koorwerken. Een 120-tal ver
schillende solisten liet Mannenkoor in den loog
der jaren optreden. Bij talrijke muzikale, maat
schappelijke en godsdienstige feesten verleende
Mannenkoor zijn medewerking en ook meerdere
malen zong het voor liefdadige doeleinden, óók
in het buitenland (in 1923 te Berlijn en Pots
dam, 1925 te Parijs en Versailles).
Door Mannenkoor werden de volgende be
kroningen behaald:
2 Juli 1904 Rotterdam 3e afdeeling le prijs,
16 Juli 1905 Breda le afdeeling 2e prijs,
2 Sept. 1906 Utrecht, 2e afdeeling 2e prijs.
2 Juni 1907 Amsterdam 2e afdeeling le prijs»
eere-wedstrijd 2e prijs.
17 Mei 1908 Amsterdam le afdeeling le prijs»
eere-wedstrijd le prijs.
10 Juli 1910 Brussel afd. Uitmuntendheid ld
prijs en directeursprijs.
4 Juni 1911 Amsterdam le afdeeling le pr.»
eere-afdeeling le prijs en directeurenprijs.
17 Aug. 1913 Luik hoogste eere-afdeeling1
le prijs.
7 Mei 1916 Amsterdam superieure afdeeling
le prijs.
7 October 1917 Rotterdam superieure afdee
ling 2e prijs,
9 Juni 1919 Scheveningen hoogste eere-afdee
ling 2e prijs.
30 Oct. 1921 Utrecht hoogste eere-afdeeling
le prijs.
Het huidige jubilé wordt, zooals gemeld, in,
September met een groot zangersfeest gevierd»
doch ook thans reeds zal een feestelijke herden
king plaats hebben.
Zaterdag begonnen de feesten met 'n concert
op de Markt, een Beiaardbespeling en eea
muzikale serenade, terwijl 's avonds 'n intieme
eere-avond plaats had voor werkende leden
en genoodigden, waarop eenige nieuwe koor»
nummers wei-den uitgevoerd en de bescherm
heer aan het koor een nieuw vaandel aanbood,
TELEFOONVERKEER MET MEXICO.
Met ingang van gisteren is het tela,
loondienst NederlandMexico geopend. Op da
zen dienst zijn vam toepassing da bepalingen)
welke in het Amerlkaansch telefoonverkeer
gelden.
Het tarief voor een gesprek van 3 minuten!
bedraagt t 154.99, en voor elke minuut meet)
f 51.65. De repoït charge bedraagt f 15.20.
jnj/'M