FEUILLETON IIIIII DE PIEPER DONDERDAG 5 JULI 1928 DERDE BLAD PAGINA 2 DE HERSTE LDE UNIVERSITEITSBiBLIOTHEEK VAN LEUVEN DE PLECHTIGE OPENING -fff! DE OVERHANDIGING DER SLEUTELS INTERNATIONAAL CONGRES VOOR WONINGBOUW EN STEDENAANLEG KONINKLIJK BEZOEK TE TROMS - vWg 1 - aa« EN GELSCH-INDIë (Van onzen Brusselschen correspondent.) Leuven, 4 Juli 1928. In de annalen der vijf honderd jaren oude katholieke universiteit van Leuven, zal deze <lag niet gouden letters worden geboekt. Veel geluk en voorspoed, maar ook veel ram pen en tegenslagen, zijn op deze heel de wereld door beroemde baken van Roomsche cultuur Neergekomen. De jongste ramp die haar trof, was het zon der ooTlogsnoodzaak door Duitsche horden in brand steker van haar alom vermen-'1" biblio- the<"'" v.-.V, x. Het nieuwe bibliotheekgebouw te Leuven, dat vandaag plechtig ingehuldigd is. Dit de geweldige verontwaardiging over die daad, is ontstaan het mooi en edel gebaar van cnltnur-solidariteit, dat het Amerikaansche volk heeft gehad door spontaan mlllioenen francs bijeen te krijgen en hiervan te doen bouwen een nieuwe universiteits-bibiotheek als aandenken aan de verwoeste hoogeschool-hal- len en als blijk van genegenheid van de groote Amerikaansche natie aan het Belgische volk. Dit de ellende van de wreede oorlogsdagen is dus gegroeid het stoere gebouw, dat zich op de Volksplaat verheft en dat heden onder groo- ten toeloop van autoriteiten en andere belang stellenden, plechtig wordt ingehuldigd. In de grootste studiezaal, waar 250 studenten gemakkelijk kunnen bijeenkomen, zullen onge veer 20.000 algemeene werken van referaten, encyclopedieën, woordenboeken, repertoriums, verzamelingen van teksten, in een woord: de meest geraadpleegde en ingeziene boeken te hunner beschikking gesteld worden. In een der twee zijgebouwen zijn nog onder gebracht de lokalen voor kostbare handschrif ten, incunabelen en drukwerken, terwijl er ook nog een twintigtal kleine zalen is, waar pro fessoren practisehe cursussen geven aan studen ten, die herhaaldelijk de werken der bibiotheek De leiding van de zielzorg hij de fascistische moeten consulteeren. Daar zullen ook de loka len gereserveerd worden der semlnaTiën, van het strafrecht, van het burgerlijk recht, van de i wijsbegeerte, van de Oostersche, Semitische, 1 klassieke, romaansche en germaansehe taalwe tenschappen, van de geschiedenis der kerkva ders, van de geloofsleering, van de H. Schirft, het kerkrecht, enz. Eindelijk zal ook de school der politieke en sociale wetenschappen, gehecht aan de facul teit der rechten, er haar ruime lokalen hebben. Inderdaad, het nieuwe bibliotheekgebouw der Leuvensche universiteit is een monument, dat feer doet aan de Vereenigde Staten, die' het Schonken, en in het bijzonder aan den Ameri- ltaanschen architect Warren, die het heeft ont worpen, aan Murray Buttler en aan Herbert Hoover, die er de promotors van zijn geweest. Leuven, 4 Juli 1928. Om half twee wemelde het in de gerestau reerde universiteitshallen van buitenlandsche professoren en van het professoraal korps van Leuven, die, in academische toga, zich vandaar stoetsgewijze naar de Volksplaats begaven, om er officieel het verloop der plechtigheden hij te wonen. De eigenlijke plechtigheden begonnen om half drie en de eerste was, naar Roomsch gebruik, er een van religieusen aard. Zij bestond in de inzegening van de lokalen van het nieuwe universiteitsgebouw. Deze inzegening, die met de hierbij hoorende liturgische plechtigheden plaats had, werd verricht door Zijne Eminentie den kardinaal-aartsbisschop van Mechelen, met assistentie van Zijn Excellentie den Pauselijken nuntius en van de bisschoppen van België Vervolgens werd van op den toren door mgr. dr. Rasneur, bisschop van Doornik, het carillon ingezegend en werd, voor de allereerste maal, de groote klok, „The liberty bell of Louvain", aan 't luiden gebracht. Dit was een zeer aangrijpend oogenblik, te meer als men er bij nadacht, dat de liberty hell èn vreugde- èn doodsklok tegelijk was. Want dankt zij niet haar ontstaan aan een pieuse geste van de Engineering Foundation of New-York, die dit carillon aan de hoogeschool schonk ter herinnering aan de nagedachtenis van de honderden Amerikaansche ingenieurs, die voor de geallieerden op de slagvelden van Europa zijn gesneuveld. Zij is een pendant, deze klok, van de liberty bell die in den stadhuis toren van Philadelphia werd geluid na de over winning van Amerika in den revolutie-oorlog. Hiermede is zoo juist een nieuw element in het leven der universiteitsstad gekomen, dat, op heel wat voornamer en aangenamer manier dan het haat-opschrift dat Warren en de anti-Roomsche Belgische pers de universiteit wilden opdringen, de menschen van Leuven en de bezoekers dezer stad onafgebroken, dag en nacht, aan de Amerikaansche edelmoedigheid zal herinneren. Daarna had de eigenlijke inhuldigingsplech tigheid van de bibliotheek plaats. Deze speelde zich af in tegenwoordigheid o.m. van den hertog en de hertogin van Brabant, Zijne Eminentie kardinaal van Roey, de bisschoppen van België, leden van het corps diplomatique, ministers en vele belangstellenden. Het buitenland zond verschillende delegaties. Zoo was Amerika flink door verschillende auto riteiten vertegenwoordigd'en verder ook Enge land, Denemaken, Spanje, Frankrijk, Canada, Japan, Luxemburg, Polen Zweden, Zwitserland, Tsjecho-Slowakië en Nederland. Er was een beweging van groote aandacht bij het auditorium, toen de eerbiedwaardige en sympathieke figuur van Zijne Eminentie den kardinaal-aartsbisschop naar vo-ren trad en onder de grootste stilte zijn redevoering uit sprak. De woorden van den doorlnchtigen primaat van België maakten diepen indruk, zoowel om de verheven vlucht der gedachten als om de gestyleerde soberheid, waarmede zij, zonder eenig streven naar effect, werden uitgesproken. Malle nationalisten BRDSSEL, 4 Juli <VAN ONZEN CORRES PONDENT.) Bij de plechtigheid op de volks plaats trad als le spreker op Hugh Gibson de gezant van Amerika te Bnussel. Hij zeide o.m.: „Dit monument is 'nog maar 'n klein deel van De woningbouw ïn Frankrijk (Van onzen correspondent). Parijs, 2 Juli 1928. Ons land heeft een flink aantal congressisten gezonden, meest architecten en plaatselijke be stuurders en personen, die zich met den woningbouw en de uitvoering der woning- wetgeving bezig houden en er is geen vergade ring, of er treedt een onzer landgenooten als rapporteur op. Onder de Nederlanders-rapporteurs merkten wij op de heer Tjaden, directeur van den Amsterdamischen Woningdienst over de be- bouwingsdicktlieid en verkeersnoodwendig - heden; de heer A. Keppler van het Amster- damsch Woningtoezicht over den volkswoning- houw; Ir. A. M. Kuyaters, rijkswoningbouw- inspecteur te Amsterdam over den landelijken woningbouw, prof. dr. G. A. van Poelje over de wettelijke moeilijkheden bij den woning bouw, terwijl eenige andere rapporten omtrent den toestand van het woningwezen in Holland zijn toegezegd, Het congres zal vier dagen duren. DE TOESTAND IN CHINA. Naar uit Hongkong gemeld wordt ver wat lit men in de omgeving yan Tsjoeng-King een nieuw treffan tusschen do Zuiid-Chmeesche en Oost-Chinoesche troepen. De Noordelijken hebben reeds versterkingen verkregen doordat 5000 tot de Zuidelijken over- geloopen soldaten weer tot hun oorspronkelijke troepenoenheid teruggekeerd zijn. onze genegenheid voor België, voor kardinaal Mercier en het koningspaar.. In onzen geest is hot een symbool van den vrede." Op dit oogenblik werd door een paar mani festanten bescheiden gefloten. Maar da Jeunes- isas nattiomales wilden toonen, dat zij ook vanuit de lucht onbeschoft konden zijn, want opeens kwam een vliegtuig hoven de Volks plaats vliegen, dat even daarna over den kardinaal, het kroonprinselijk paar, de Bis schoppen, de ministers en veel andere autori teiten onder wie tal van buitenlandsche invités een massa strooibiljetten uitwierp, die alleen het fameuze „furere"-opsebraft droegen. Spoedig kwam men te weten, dat het vlieg tuig te Luik was opgestegen en dat het onder weg op een nog onbekende plaats moet ge land zijn om zijn lading biljetten aan boord te nemen. Deze kwajongensstreek kon echter niet be letten dat de plechtigheid haar normaal ver loop. had Na de overhandiging door Gibson van de gouden sleutels sprak Graves de presi dent der universiteit van New YoTk om o.m. te zeggen, dat voor de beschaafde wereld geen schoonere taak bestond dan het herstel der bibliotheek van Leuven, en verder den^vensch uit te spreken, dat deze bibliotheek het Mokka moge Worden van de giebeele universitaire wereld. Plet lid der Fransche academie Goyau ver klaarde, dat voor de wereld het herstal der bibliotheek een rooreele noodzakelijkheid was geworden. BRDSSEL, 4 Juli. (Van ONZEN CORRES PONDENTE Naar Verluidt, is de vlieger die de strooibiljetten oVer de Volksplaats te Leuven wierp, bij de landing te Brussel gearresteerd. Een andere nationalüstiscli© vlieger die naast het bibliotheekgebouw te Leuven inci denten wilde verwekken" door voortdurend „Leve België" te roepen, werd eveneens aan gehouden. MIDZOMERNACHT. De nasporingen naar do „Latham". (Van onzen correspondent). Tromsö, 28 Juni 1928. Koningin Wilhelmina brengt völe barer varantiès in Noorwegen door. Heden stapte zij op hare doorreis naar de Noor cfk aap te Tromsö aan wal. Ofschoon hare komst door het plaatselijk Nieuwsblad was aangekondigd, kon zij zich hier toch vrij bewegen en als gewoon toeriste eenige winkels bezoeken, daarbij blijk gevend, reeds een aardig vloeiend Noorsch machtig te zijn. De Noren klagen dan wel eens, dat hun eigen vorstinne sinds hare kroning .slechts éénmaal in deze gewesten verscheen, in 1905 n.l., terwijl „Hollandsk dronningen" reeds herhaalde malen zoo groote sympathie aan den dag legde voor vele dezer Noordelijke havenstadjes. Den Duitschen keizer zag men vroeger ook veel, zijn „Nordlandsreise" was bijna een vaste gewoonte. i;-" -m i mimm Middernachtzon op de aanlegkade te Tromsö. Hier zette H. M. Koningin Wilhelmina dezer dagen voet aan wal H. M. kocht hier eenige dingen in den goudsmidswinkel, vorig maal heeft zij een „Nordiandsboot" gekocht en mede naar Hol land gebracht; een typisch gebouwd roei vaartuig eenlgszins in den stijl der Vikiüger- s oh epen. Tot slot begaf H. M. zioh naar het parkje nabij den aanlegsteiger, van een bank daar ginds maakt zij gaarne gebruik om eenige ©ogenblikken te verpoozen. Op zeer be scheiden wijze wordt zij door de Noren gade geslagen, een belangstelling welke men vooral niet met onze Hollandsche internatio naal vermaarde houding jegens incorgniio- reizende personen gelieve te vergelijken. Daarna keerde zij met de haar vergezel lende familieleden aan boord terug om reeds den volgenden dag den Noordkaap te kun nen hereiken. Juist hebben wij onzen Midzomernacht gevierd. Dan gaat geen Noor naar bed, maar alles wat maar loopen kan trekt naar buiten, de bergen in. Met rugzak en proviand zoekt men buiten de stad de schoonste plekken natuur uit en viert het oude Noren- feest in het frissche berkengroen, dat ondaü de middernachtzon een weldadig scherps looflueht spreidt. Klokslag 12 uur 's nachts wordt het groote vuur aangestoken; het brandbaar materiaal is door alle deelnemers opeen getast. En dan ziet men plotseling op tallooze plaatsen, heneden aan de stranden en vel op de berghellingen grijswitte rookkolom metjes opstijgen van even zoovele centra's van feestvreugde. De zon speelt dan ook in het Noordelijks leven een belangrijke ral, omdat men haar 's winters een paar maanden geheel moot missen. Nauwelijks langer dan een maand geleden, is de sneeuw weggedoodd, waar we nu op welig gras- en bloemen tapijt feesten. Dag en nacht door schijnend, tracht de zon nn het tekort te vergoeden, hetgeen haar inderdaad gelukt, want in het steeds durende licht groeit' alles twee maal zoo snel, al lukt het toch niet, koren en dergelijke gewassru tot volle rijpheid te brengen. Op de hoogten hoven do 400 M. ligt nog de sneeuw 4e smelten, de bergtoppen zijn Mij ven blinkend wit. Overal, schier elke 50 M., komen miniatuur beekjes en watervalletjes van de hoogte ai. snellen, ze maken grillige greppeltjes dodö de naar de fjord hellende weiden. Moeder de vrouw heeft er hare wasscherij boven ingericht; bij elk huis is zoo'n wasch- inrdchting hoven het beekje aangebracht. Het ruisdhen dezer wateren zingt hier door heel, de streek. Het ruisohen en bruisen der zee wordt hier brutaal gestoord door de kleine motor schuiten, waarvan er bijna altijd eenige ergens hoorbaar zijn. Zichtbaar zijn ze ge meenlijk niet, ze verdwijnen als watermug gen op de groote watervlakten tusschen da bergwanden. Maar hun gepaf klinkt aan matigend mijlenver in het rond Het derde Italiaansche watervliegtuig onder commandant Ravazonni en luitenant Baldïni is met een radio-telegrafist en 2 mecaniciens voorloopdg in Noord-Noorwegea 1 gestationneerd. Héden heeft het voor hot eerst een vlucht van 8 uur gemaakt van Tromsö in de richting van het Bereneiland en terug voor onderzoek naar de „Latham Het onderzoek naar Amundsen is thans vrij goed georganiseerd. Het geheele te onderzoeken gebied is onderverdeeld en alles wordt systematisch door de daartoe aan gewezenen uit de lucht of over zee onder zocht. Vooiiloopig is het dan ook zeer goed dat diit- watervliegtuig op de Noorsche kust gestationneen'd blijft Spoedig zal men echter zijn aandacht maefl gaan wijden aan de zee ten O. van Spits bergen, omdat het vermoeden steeds veld wint, dat de „Latham" van Ber-eneiland heeft getracht, rechtstreeks op Notoile aan te houden, toen Amundsen per radio ver nam, dat Maddalena op Spitsbergen was gearriveerd. HET COMMUNISME IN SINGAPORE, 4 Juli. (R.O.) In de laatste maanden beeft de politie bie-r veel succes ge- bad bij haar pogingen om de communistische drijvers onschadelijk te maken, 20 leiders zit ten thans gevangenisstraffen van eenige jaren tot levenslang uit. - Het is met de communistische beweging ntt zoo slecht gesteld dat de autoriteiten zich ge rechtigd achten, in de Chineesehe pers de namen van 14 Chineezen openbaar te maken, die wegens hun communistische actie gezocht worden en een belooning uit te loven voor in lichtingen, die tot hun inhechtenisneming leiden. Avonturen - roman van Edgar Waiiace 24.) XXV. Nu begreep Bill Anerley alles en lib schud de zijn hoofd. Dat is een beetje te gevaarlijk, mr. Sutton, zei hfj. Die waaghalzerij durf ik niet op me ne men. Veronderstel, dat ze een „Piep" heeft af gezonden, wat moet ik dan beginnen? Sutton's oogen weifelden niet. En als eens iemand anders een „Piep" heeft afgezonden, zei hij langzaam. Ik zie niet in, dat jij verantwoordelijk gesteld kunt worden voor Iets wat ik doe; en het is de eerste keer niet, dat er hier in de olub menschen wakker worden met een beetje hoofdpijn. Zij zal de eerste dame zijn die in deze club wakker werd met hoofdpijn, zei Bill koel. Het spijt me, maar het kan niet gebeuren. Het kan niet, hè. Nou, wat zal er dan ge beuren als ik vertrek en jij vindt dé dame in Slaap? Stuur je dan om de politie? Dat mag ik toch niet van je denken, Bill! Ik had je toch niets hoeven te zeggen, als ik weggegaan was, haar had achtergelaten en je verteld had, dat ik over oen paar uur terug zou komen, zou je zooveel poeha niet gemaakt hebben. Ik mag niet toestaan, dat er in deze club iemand bewusteloos gemaakt wordt, zei Bilf norsch, maar al3 zij van plan is, om ruzie te schoppentsja, dan kan ik me toch wel be grijpen hoe u cr over denkt, mr. Sutton! Sutton haalde een bundel bankbiljetten uit gijn zak, trolt er drie uit en lel die op de tafel. En natuurlijk, zei Bill, zijn oogen op het geld, als ze er niet te veel last van heeft Hij haalde mechanisch de biljetten bij elkaar jvouwde ze op en liet ze in zijn zak glijden. Wanneer bent u terug? vroeg hij, toen mr, Sutton om de lift belde. Iels voor of na haar. Laat haar maaT in 1de bestuurskamer, als die vrij is Bill knikte. Als ze vóór mij komt, zeg dan maar, dat ik niet lang weg zal blijven. Toen Sutton weg was, klom Bill in zijn hoo- gen stoel, achter zijn lessenaar en liepen zijn Jdugers uoor cu grijze haren. Jim was terug en zag hem staren in het boek dat voor hem lag. Wat is er vader? Hè.... niets! zei Bill ruw. Je moet niks vragen. Wat doet die kerel om in 't leven te blij ven, die mr. Sutton? Dat is een heer, snauwde Bill. Hij lieesch zich met moeite recht, kwam van zijn stoel, ging in de kleine wijnbar, haalde daar wat champagne, bracht een blaadje met glazen en een kleinen zilveren doos met bis cuits, naar de bestuurskamer: een tamelijk groot en bont gedecoreerd vertrek. Hij draaide de liebten op, keek alles eens na en stak de gaskachel aan. Hij ontdekte een kellner en wenkte hem. D'r komt iemand; je hoeft niet binnen te loeren en buiten te loeren. En, Adolf, als die heer weg is, hoef je de kamer nog niet op te ruimen begrepen? Out monsieur. Als lk zeg, dat jij de kamer nog niet be hoeft op te ruimen, dat je dus niet binnen be hoeft te gaan, zei Bill, die het raadzaam vond om zichzelf van alle verantwoordelijkheid, schoon te wasschen, dan wil ik maar zeggen, dat die heer de kamer gehuurd heeft tot slui tingstijd. Oui monsieur, zei Adolf, die het niets on gewoons vond om geheimzinnige bevelen te ontvangen. Ook nummer vier Die slaapt dat heb ik je al verteld, flapte Bill er uit. Je mag hem niet storen. Iedereen kan In deze club zoo lang slapen als hij dat, domme nog toe, wenscht. Bill ging weer terug naar den zetel achter zijn hoogen lessenaar en steunde met zijn hoofd tegen zijn rechterhand. Ik vraag me dikwijls af, Jim, met een vriendelijke melancholie, wat hij zeggen zou, als hij wist, dat ik deze zaakjes deed. God? vroeg Jim, zeer vergeeflijk in de war gebracht door de eerbiedige uitspraak van het persoonlijk voornaamwoord. Je weet wel over wien ik spreek, zei zijn vader gemelijk, de kerel, die "mij altijd Percy noemde.' Misschien Is hij dood, zei Jim. Er zijn er zooveel gesneuveld in den oorlog. Bill keek hem woest aan. Er kwam een geluid van ruzieënde stemmen van achter de gordijndeur die naar de aparte kamers leidde. Een lange jongen in smoking, met een verschrikt gezicht en verwarde haren, kwam naar buiten, gevolgd door een gezet man. Tut tut, wat is er aan de hand? vroeg Bill strena» Hij hoefde werkelijk niet verder te vragen. Hij kon het wel raden. Walters met zijn langevingers tn zijn medeplichtig::, hadden een uurtje den jongen mr. Weatherby „gezelschap gehouden". Dit jonge varkenbegon Walters op ruzie-toon. Je haalde een kaart uit je zak, ik zag liet, schreeuwde de jongen en Walters bracht zijn arm al naar achter. Kalmte! Bill's stem had iets staalachtigs. Ik breek hem zijn. O, wou je dat? Bill Anerley's glimlach had niets opwekkends. Jij zult hier niks bre ken, Walters. Nou, wat moet bij mij beschuldigen? vroeg de ruwe man. Billy liet hem praten. Hoeveel hebt u verloren, meneer? vroeg hij aan den jongen. Vijfentwintig P°nd, maar daar gaat het niet over. Vijfentwintig pond. Bill stak zijn hand uit naar den scheldenden Walters. Dok op, zei hij TUStïg. Wat bedoel je, v™eg deze. Zal ik je later wel verteilen! Bill Anerley's stem groeide aan tot een schreeuw en erg weer spannig en langzaam stak Walters zijn hand in zijn zak, haalde er vijf bankbiljetten uit, gaf ze aan Bill, die ze nauwkeurig onderzocht. Hij gaf er één terug- Valsch! zei hij. Hè? vroeg WalteTs met een onnoozel ge zicht. Klets. Praten we niet over. Walters gaf een andere voor het afgewezen biljet. Daar heb je ze weer, sir. Bill vouwde de biljetten op en ga? ze aan den beduusden ver liezer. Dank je Bill. Weatherby gaf een van de biljetten aan den exploitant die het in zijn zak stak en de lift opende. Jim, haal eens vlug meneer Weatherby's hoed! Er heerschte een stilte tot Jim terugkwam en de lift droeg het duifje uit het gezicht. Waar moest jij je neus weer insteken, gromde Walters. Wou je dat weten? vroeg Bill. Ik voel er niks voor, om een „Piep" over mijn club te krijgen, begrepen? Hou den boel rustig eni lk zal je niet hinderen. Laat ze piepen, maar dan bemoei ik me er mee. Geef me dat vijf-pond biljet terug, wat je van hem ontvangen hebt, vroeg .Walters en Bill's lach vulde de gang. Ik zal je een pats op je neus geven, dat kun je van me krijgen, zei hij kalm. En hij lokte den onvermijdelijken slagzin uit: is dit een heerenclub? Ik zal lens een boekje over je open doen bij het bestuur. Ik ben het bestuur, zei Bill en kromde zijn vinger. Kom eens hier. En als dooT een slang betooverd, gehoorzaamde Walters. Ga rustig terug en drink je glas leeg, zei Bill met dreigende kalmte. Zeg me nog eens wat, dan sla ik je in die lift en breek je prole ten-nek. Walters droop af, naar zijn kamertje en zijn kameraden. Aardige club, moet ik zeggen, gromde hij. 't Is een aardige club waar jij nog lid van mag zijn, uitgezonderd de Pantonville Old Boys, zei Bill. Jim was weggeweest, om getuige 'te zijn van een ruzietje, dat hij bijna dagelijks meemaakte, maar waarin hij altijd even veel plezier had. Toen hij terugkwam, bracht hij tevens nieuws mee. Pipa, je weet wel," de heer dien u mij eens op de bns aanwees die officier, waarvan je daarstraks sprak Bill keek over zijn bril en lei dien toen op zijn lessenaar. Ja, wat is 't daarmee? Dien zag ik daarnet, zei Jim. Bill's onderkaak zakte. 't Is toch niet waar? 's Wielies! Waar? Net buiten de deux. Bill ffchudüe hevig zijn hoofd. Dat kan niet! Ik weet zeker, drong Jim aan. Hij stond aan de overzij van de straat, toen ik dien jon gen snoever naar beneden bracht. Ik kon hem goed zien en ik zou juist de straat oversteken, om hem aan te spreken, toen hij zich omdraaide en wegliep. Bill staarde op zijn nageslacht. Wat zou je tegen hem gezegd hebben? Ik zou gezegd hebben: bent u de heer, die mijn ouwe het leven gered heeft? Zeg, wil ik je eens naar boven knallen in de lift? Dan kun je 'm spreken! Ouwe-naar boven knallen,mompel de Bill afkeurend, zijn dat manieren? Na al dat geld, dat ik aan je opvoeding gespan- deerd heb! Hij keek eens twijfelachtig naai' zijn zoon. Hij was het niet. Je hebt dien dag op de bus natuurlijk weer verkeerd gekeken. Ik heb hem eenvoudig gezien. Hij ziet er knap uit, zei Bill, das kan hij het niet geweest zijn. Ik wou, dat ik hem nog maar eens tegenkwam. Hij schudde zijn hoofd. Hoe was hij gekleed? Jim dacht over dit punt na. Hij had grijs haar, zei hij. Droeg ie misschien ook een broek? vroeg ziju vader sarcastisch. r— Ik bedoel dat zijn haar grijs was. Hij droeg een soort donker pak en een grijzen hoed. Bill schudde weer zijn hoofd. Ja, zoo zag ie er uit toen ik hem zag. Ne®* hij was het toch niet. En teen glimlachte hij bij die herinnering- Weet je, dat het laatste wat hij tegen zei, was: Percy, als we hier ooit uitkomen, zul len wo eens lekker gaan eten in het Carlton. Jim kende het Carlton niet. Was het het hotelletje naast de Lions? Zijn vader snoof. Jij haalt alles wat je aanraakt naar bené den, zei hij. Je zou deze club nog naar beneden halen, maar da's niet meer mogelijk.' De liftbel ging. Jim dook opnieuw naar be neden, om den nieuw aangekomene naar boven te brengen. Toen Bill hem zag, grinnikte hij wat wild. Mr. Collie was geen druk bezoeker van dé Leopards Club: d'r hing iets van een storm- zwaluw over dezen beminlijken man en het wa9 Bill Anerleys ondervinding geworden, dat de reporter van de Postkoerier zich nooit een9 liet zien, dan wanneer er een vniltje aan do lucht was. Hij was eere-lid, wat hij van da meeste clubs van dit soort was. Bill's motte was: „hou de pers te vriend", want hij leefde in den waan, dat er nog eens een tijd zou ko men, dat al de macht en de ingewikkelde machinerie van Fleet Street samen zouden spannen, om hem ui$ een of andeTe netelige po sitie te redden. Goeden avond mr. Collie, zei hij, terwijl hij de hand schudde. Hè, dat doet een menscb goed. Ik heb u in geen jaren gezien. Ik lees al" lijd de stukjes die u in de krant zet. Mr. Collie nam hem zeer rustig op. Ik vond ook al, dat je er wat verstandiSer uitzag, dan toen ik je het laatst ontmoette- Jandorie, de ouwe boel is veranderd, zel hij, terwijl hij om zich heen keek. Hij wees °P den muur. Ik herinner me hier die bier-vle" nog. Wie gooide toen ook weer die flesch naaf jouw hoofd? Bill grinnikte erg beleefd bij deze ouwe en toen, vertrouwelijk; zeg eèns, mr. Collie er is toch niks aan de hand, hè? Collie schudde het hoofd. Ik weet wel, dat jullie slag beeren alto - rond de „stillen" zwerft. Maar Joshua Collie's aandacht scheen kla®1* blijkelijk geheel getrc^ken op de verfraai10" gen van dit smakeloos ingericht hokje. Heb je 't karpet eens op laten nemen? hij. 't Zag er drie jaar geleden toch anders ult En toen: Is hier iemand? Niet iemand die u kent, mr. Collie. Ver wacht u iets? j Collie keek naai' het plafond en wreef J zijn kin, (Wordt yervolgd)/ J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10