FEUILLETON
IIIIII
DE PIEPER
DONDERDAG 5 JULI 1928
DERDE BLAD
PAGINA 2
DE HERSTE LDE UNIVERSITEITSBiBLIOTHEEK VAN LEUVEN
DE PLECHTIGE OPENING
-fff!
DE OVERHANDIGING DER
SLEUTELS
INTERNATIONAAL CONGRES VOOR
WONINGBOUW EN STEDENAANLEG
KONINKLIJK BEZOEK TE TROMS
- vWg 1
-
aa«
EN GELSCH-INDIë
(Van onzen Brusselschen correspondent.)
Leuven, 4 Juli 1928.
In de annalen der vijf honderd jaren oude
katholieke universiteit van Leuven, zal deze
<lag niet gouden letters worden geboekt.
Veel geluk en voorspoed, maar ook veel ram
pen en tegenslagen, zijn op deze heel de wereld
door beroemde baken van Roomsche cultuur
Neergekomen.
De jongste ramp die haar trof, was het zon
der ooTlogsnoodzaak door Duitsche horden in
brand steker van haar alom vermen-'1" biblio-
the<"'"
v.-.V,
x.
Het nieuwe bibliotheekgebouw te Leuven, dat
vandaag plechtig ingehuldigd is.
Dit de geweldige verontwaardiging over die
daad, is ontstaan het mooi en edel gebaar
van cnltnur-solidariteit, dat het Amerikaansche
volk heeft gehad door spontaan mlllioenen
francs bijeen te krijgen en hiervan te doen
bouwen een nieuwe universiteits-bibiotheek als
aandenken aan de verwoeste hoogeschool-hal-
len en als blijk van genegenheid van de groote
Amerikaansche natie aan het Belgische volk.
Dit de ellende van de wreede oorlogsdagen
is dus gegroeid het stoere gebouw, dat zich op
de Volksplaat verheft en dat heden onder groo-
ten toeloop van autoriteiten en andere belang
stellenden, plechtig wordt ingehuldigd.
In de grootste studiezaal, waar 250 studenten
gemakkelijk kunnen bijeenkomen, zullen onge
veer 20.000 algemeene werken van referaten,
encyclopedieën, woordenboeken, repertoriums,
verzamelingen van teksten, in een woord: de
meest geraadpleegde en ingeziene boeken te
hunner beschikking gesteld worden.
In een der twee zijgebouwen zijn nog onder
gebracht de lokalen voor kostbare handschrif
ten, incunabelen en drukwerken, terwijl er ook
nog een twintigtal kleine zalen is, waar pro
fessoren practisehe cursussen geven aan studen
ten, die herhaaldelijk de werken der bibiotheek
De leiding van de zielzorg hij de fascistische
moeten consulteeren. Daar zullen ook de loka
len gereserveerd worden der semlnaTiën, van
het strafrecht, van het burgerlijk recht, van de
i wijsbegeerte, van de Oostersche, Semitische,
1 klassieke, romaansche en germaansehe taalwe
tenschappen, van de geschiedenis der kerkva
ders, van de geloofsleering, van de H. Schirft,
het kerkrecht, enz.
Eindelijk zal ook de school der politieke en
sociale wetenschappen, gehecht aan de facul
teit der rechten, er haar ruime lokalen hebben.
Inderdaad, het nieuwe bibliotheekgebouw der
Leuvensche universiteit is een monument, dat
feer doet aan de Vereenigde Staten, die' het
Schonken, en in het bijzonder aan den Ameri-
ltaanschen architect Warren, die het heeft ont
worpen, aan Murray Buttler en aan Herbert
Hoover, die er de promotors van zijn geweest.
Leuven, 4 Juli 1928.
Om half twee wemelde het in de gerestau
reerde universiteitshallen van buitenlandsche
professoren en van het professoraal korps van
Leuven, die, in academische toga, zich vandaar
stoetsgewijze naar de Volksplaats begaven, om
er officieel het verloop der plechtigheden hij te
wonen.
De eigenlijke plechtigheden begonnen om half
drie en de eerste was, naar Roomsch gebruik,
er een van religieusen aard. Zij bestond in de
inzegening van de lokalen van het nieuwe
universiteitsgebouw. Deze inzegening, die met
de hierbij hoorende liturgische plechtigheden
plaats had, werd verricht door Zijne Eminentie
den kardinaal-aartsbisschop van Mechelen, met
assistentie van Zijn Excellentie den Pauselijken
nuntius en van de bisschoppen van België
Vervolgens werd van op den toren door mgr.
dr. Rasneur, bisschop van Doornik, het carillon
ingezegend en werd, voor de allereerste maal,
de groote klok, „The liberty bell of Louvain",
aan 't luiden gebracht.
Dit was een zeer aangrijpend oogenblik, te
meer als men er bij nadacht, dat de liberty
hell èn vreugde- èn doodsklok tegelijk was.
Want dankt zij niet haar ontstaan aan een
pieuse geste van de Engineering Foundation
of New-York, die dit carillon aan de hoogeschool
schonk ter herinnering aan de nagedachtenis
van de honderden Amerikaansche ingenieurs,
die voor de geallieerden op de slagvelden van
Europa zijn gesneuveld. Zij is een pendant, deze
klok, van de liberty bell die in den stadhuis
toren van Philadelphia werd geluid na de over
winning van Amerika in den revolutie-oorlog.
Hiermede is zoo juist een nieuw element in
het leven der universiteitsstad gekomen, dat,
op heel wat voornamer en aangenamer manier
dan het haat-opschrift dat Warren en de
anti-Roomsche Belgische pers de universiteit
wilden opdringen, de menschen van Leuven en
de bezoekers dezer stad onafgebroken, dag en
nacht, aan de Amerikaansche edelmoedigheid
zal herinneren.
Daarna had de eigenlijke inhuldigingsplech
tigheid van de bibliotheek plaats. Deze speelde
zich af in tegenwoordigheid o.m. van den hertog
en de hertogin van Brabant, Zijne Eminentie
kardinaal van Roey, de bisschoppen van België,
leden van het corps diplomatique, ministers en
vele belangstellenden.
Het buitenland zond verschillende delegaties.
Zoo was Amerika flink door verschillende auto
riteiten vertegenwoordigd'en verder ook Enge
land, Denemaken, Spanje, Frankrijk, Canada,
Japan, Luxemburg, Polen Zweden, Zwitserland,
Tsjecho-Slowakië en Nederland.
Er was een beweging van groote aandacht
bij het auditorium, toen de eerbiedwaardige
en sympathieke figuur van Zijne Eminentie
den kardinaal-aartsbisschop naar vo-ren trad
en onder de grootste stilte zijn redevoering uit
sprak.
De woorden van den doorlnchtigen primaat
van België maakten diepen indruk, zoowel om
de verheven vlucht der gedachten als om de
gestyleerde soberheid, waarmede zij, zonder
eenig streven naar effect, werden uitgesproken.
Malle nationalisten
BRDSSEL, 4 Juli <VAN ONZEN CORRES
PONDENT.) Bij de plechtigheid op de volks
plaats trad als le spreker op Hugh Gibson de
gezant van Amerika te Bnussel. Hij zeide o.m.:
„Dit monument is 'nog maar 'n klein deel van
De woningbouw ïn Frankrijk
(Van onzen correspondent).
Parijs, 2 Juli 1928.
Ons land heeft een flink aantal congressisten
gezonden, meest architecten en plaatselijke be
stuurders en personen, die zich met den
woningbouw en de uitvoering der woning-
wetgeving bezig houden en er is geen vergade
ring, of er treedt een onzer landgenooten als
rapporteur op.
Onder de Nederlanders-rapporteurs merkten
wij op de heer Tjaden, directeur van den
Amsterdamischen Woningdienst over de be-
bouwingsdicktlieid en verkeersnoodwendig -
heden; de heer A. Keppler van het Amster-
damsch Woningtoezicht over den volkswoning-
houw; Ir. A. M. Kuyaters, rijkswoningbouw-
inspecteur te Amsterdam over den landelijken
woningbouw, prof. dr. G. A. van Poelje over
de wettelijke moeilijkheden bij den woning
bouw, terwijl eenige andere rapporten omtrent
den toestand van het woningwezen in Holland
zijn toegezegd,
Het congres zal vier dagen duren.
DE TOESTAND IN CHINA.
Naar uit Hongkong gemeld wordt ver wat lit
men in de omgeving yan Tsjoeng-King een
nieuw treffan tusschen do Zuiid-Chmeesche en
Oost-Chinoesche troepen.
De Noordelijken hebben reeds versterkingen
verkregen doordat 5000 tot de Zuidelijken over-
geloopen soldaten weer tot hun oorspronkelijke
troepenoenheid teruggekeerd zijn.
onze genegenheid voor België, voor kardinaal
Mercier en het koningspaar.. In onzen geest
is hot een symbool van den vrede."
Op dit oogenblik werd door een paar mani
festanten bescheiden gefloten. Maar da Jeunes-
isas nattiomales wilden toonen, dat zij ook
vanuit de lucht onbeschoft konden zijn, want
opeens kwam een vliegtuig hoven de Volks
plaats vliegen, dat even daarna over den
kardinaal, het kroonprinselijk paar, de Bis
schoppen, de ministers en veel andere autori
teiten onder wie tal van buitenlandsche invités
een massa strooibiljetten uitwierp, die alleen
het fameuze „furere"-opsebraft droegen.
Spoedig kwam men te weten, dat het vlieg
tuig te Luik was opgestegen en dat het onder
weg op een nog onbekende plaats moet ge
land zijn om zijn lading biljetten aan boord
te nemen.
Deze kwajongensstreek kon echter niet be
letten dat de plechtigheid haar normaal ver
loop. had Na de overhandiging door Gibson
van de gouden sleutels sprak Graves de presi
dent der universiteit van New YoTk om o.m.
te zeggen, dat voor de beschaafde wereld geen
schoonere taak bestond dan het herstel der
bibliotheek van Leuven, en verder den^vensch
uit te spreken, dat deze bibliotheek het Mokka
moge Worden van de giebeele universitaire
wereld.
Plet lid der Fransche academie Goyau ver
klaarde, dat voor de wereld het herstal der
bibliotheek een rooreele noodzakelijkheid was
geworden.
BRDSSEL, 4 Juli. (Van ONZEN CORRES
PONDENTE Naar Verluidt, is de vlieger die
de strooibiljetten oVer de Volksplaats te Leuven
wierp, bij de landing te Brussel gearresteerd.
Een andere nationalüstiscli© vlieger die
naast het bibliotheekgebouw te Leuven inci
denten wilde verwekken" door voortdurend
„Leve België" te roepen, werd eveneens aan
gehouden.
MIDZOMERNACHT.
De nasporingen naar do „Latham".
(Van onzen correspondent).
Tromsö, 28 Juni 1928.
Koningin Wilhelmina brengt völe barer
varantiès in Noorwegen door. Heden stapte
zij op hare doorreis naar de Noor cfk aap te
Tromsö aan wal.
Ofschoon hare komst door het plaatselijk
Nieuwsblad was aangekondigd, kon zij zich
hier toch vrij bewegen en als gewoon toeriste
eenige winkels bezoeken, daarbij blijk
gevend, reeds een aardig vloeiend Noorsch
machtig te zijn. De Noren klagen dan wel
eens, dat hun eigen vorstinne sinds hare
kroning .slechts éénmaal in deze gewesten
verscheen, in 1905 n.l., terwijl „Hollandsk
dronningen" reeds herhaalde malen zoo
groote sympathie aan den dag legde voor
vele dezer Noordelijke havenstadjes.
Den Duitschen keizer zag men vroeger ook
veel, zijn „Nordlandsreise" was bijna een
vaste gewoonte.
i;-" -m i
mimm
Middernachtzon op de aanlegkade te Tromsö.
Hier zette H. M. Koningin Wilhelmina dezer
dagen voet aan wal
H. M. kocht hier eenige dingen in den
goudsmidswinkel, vorig maal heeft zij een
„Nordiandsboot" gekocht en mede naar Hol
land gebracht; een typisch gebouwd roei
vaartuig eenlgszins in den stijl der Vikiüger-
s oh epen.
Tot slot begaf H. M. zioh naar het parkje
nabij den aanlegsteiger, van een bank daar
ginds maakt zij gaarne gebruik om eenige
©ogenblikken te verpoozen. Op zeer be
scheiden wijze wordt zij door de Noren gade
geslagen, een belangstelling welke men
vooral niet met onze Hollandsche internatio
naal vermaarde houding jegens incorgniio-
reizende personen gelieve te vergelijken.
Daarna keerde zij met de haar vergezel
lende familieleden aan boord terug om reeds
den volgenden dag den Noordkaap te kun
nen hereiken.
Juist hebben wij onzen Midzomernacht
gevierd. Dan gaat geen Noor naar bed, maar
alles wat maar loopen kan trekt naar
buiten, de bergen in. Met rugzak en proviand
zoekt men buiten de stad de schoonste
plekken natuur uit en viert het oude Noren-
feest in het frissche berkengroen, dat ondaü
de middernachtzon een weldadig scherps
looflueht spreidt.
Klokslag 12 uur 's nachts wordt het groote
vuur aangestoken; het brandbaar materiaal
is door alle deelnemers opeen getast.
En dan ziet men plotseling op tallooze
plaatsen, heneden aan de stranden en vel
op de berghellingen grijswitte rookkolom
metjes opstijgen van even zoovele centra's
van feestvreugde.
De zon speelt dan ook in het Noordelijks
leven een belangrijke ral, omdat men haar
's winters een paar maanden geheel moot
missen. Nauwelijks langer dan een maand
geleden, is de sneeuw weggedoodd, waar we
nu op welig gras- en bloemen tapijt feesten.
Dag en nacht door schijnend, tracht de zon
nn het tekort te vergoeden, hetgeen haar
inderdaad gelukt, want in het steeds durende
licht groeit' alles twee maal zoo snel, al lukt
het toch niet, koren en dergelijke gewassru
tot volle rijpheid te brengen.
Op de hoogten hoven do 400 M. ligt nog de
sneeuw 4e smelten, de bergtoppen zijn
Mij ven blinkend wit.
Overal, schier elke 50 M., komen miniatuur
beekjes en watervalletjes van de hoogte ai.
snellen, ze maken grillige greppeltjes dodö
de naar de fjord hellende weiden.
Moeder de vrouw heeft er hare wasscherij
boven ingericht; bij elk huis is zoo'n wasch-
inrdchting hoven het beekje aangebracht. Het
ruisdhen dezer wateren zingt hier door heel,
de streek.
Het ruisohen en bruisen der zee wordt hier
brutaal gestoord door de kleine motor
schuiten, waarvan er bijna altijd eenige
ergens hoorbaar zijn. Zichtbaar zijn ze ge
meenlijk niet, ze verdwijnen als watermug
gen op de groote watervlakten tusschen da
bergwanden. Maar hun gepaf klinkt aan
matigend mijlenver in het rond
Het derde Italiaansche watervliegtuig
onder commandant Ravazonni en luitenant
Baldïni is met een radio-telegrafist en 2
mecaniciens voorloopdg in Noord-Noorwegea 1
gestationneerd. Héden heeft het voor hot
eerst een vlucht van 8 uur gemaakt van
Tromsö in de richting van het Bereneiland
en terug voor onderzoek naar de „Latham
Het onderzoek naar Amundsen is thans
vrij goed georganiseerd. Het geheele te
onderzoeken gebied is onderverdeeld en alles
wordt systematisch door de daartoe aan
gewezenen uit de lucht of over zee onder
zocht.
Vooiiloopig is het dan ook zeer goed dat
diit- watervliegtuig op de Noorsche kust
gestationneen'd blijft
Spoedig zal men echter zijn aandacht maefl
gaan wijden aan de zee ten O. van Spits
bergen, omdat het vermoeden steeds veld
wint, dat de „Latham" van Ber-eneiland
heeft getracht, rechtstreeks op Notoile aan
te houden, toen Amundsen per radio ver
nam, dat Maddalena op Spitsbergen was
gearriveerd.
HET COMMUNISME IN
SINGAPORE, 4 Juli. (R.O.) In de laatste
maanden beeft de politie bie-r veel succes ge-
bad bij haar pogingen om de communistische
drijvers onschadelijk te maken, 20 leiders zit
ten thans gevangenisstraffen van eenige jaren
tot levenslang uit. -
Het is met de communistische beweging ntt
zoo slecht gesteld dat de autoriteiten zich ge
rechtigd achten, in de Chineesehe pers de
namen van 14 Chineezen openbaar te maken,
die wegens hun communistische actie gezocht
worden en een belooning uit te loven voor in
lichtingen, die tot hun inhechtenisneming
leiden.
Avonturen - roman van Edgar Waiiace
24.)
XXV.
Nu begreep Bill Anerley alles en lib schud
de zijn hoofd.
Dat is een beetje te gevaarlijk, mr. Sutton,
zei hfj. Die waaghalzerij durf ik niet op me ne
men. Veronderstel, dat ze een „Piep" heeft af
gezonden, wat moet ik dan beginnen?
Sutton's oogen weifelden niet.
En als eens iemand anders een „Piep"
heeft afgezonden, zei hij langzaam. Ik zie niet
in, dat jij verantwoordelijk gesteld kunt worden
voor Iets wat ik doe; en het is de eerste keer
niet, dat er hier in de olub menschen wakker
worden met een beetje hoofdpijn.
Zij zal de eerste dame zijn die in deze
club wakker werd met hoofdpijn, zei Bill koel.
Het spijt me, maar het kan niet gebeuren.
Het kan niet, hè. Nou, wat zal er dan ge
beuren als ik vertrek en jij vindt dé dame in
Slaap? Stuur je dan om de politie? Dat mag ik
toch niet van je denken, Bill! Ik had je toch
niets hoeven te zeggen, als ik weggegaan was,
haar had achtergelaten en je verteld had, dat
ik over oen paar uur terug zou komen, zou je
zooveel poeha niet gemaakt hebben.
Ik mag niet toestaan, dat er in deze club
iemand bewusteloos gemaakt wordt, zei Bilf
norsch, maar al3 zij van plan is, om ruzie te
schoppentsja, dan kan ik me toch wel be
grijpen hoe u cr over denkt, mr. Sutton!
Sutton haalde een bundel bankbiljetten uit
gijn zak, trolt er drie uit en lel die op de tafel.
En natuurlijk, zei Bill, zijn oogen op het
geld, als ze er niet te veel last van heeft
Hij haalde mechanisch de biljetten bij elkaar
jvouwde ze op en liet ze in zijn zak glijden.
Wanneer bent u terug? vroeg hij, toen mr,
Sutton om de lift belde.
Iels voor of na haar. Laat haar maaT in
1de bestuurskamer, als die vrij is
Bill knikte.
Als ze vóór mij komt, zeg dan maar, dat
ik niet lang weg zal blijven.
Toen Sutton weg was, klom Bill in zijn hoo-
gen stoel, achter zijn lessenaar en liepen zijn
Jdugers uoor cu grijze haren. Jim was terug
en zag hem staren in het boek dat voor
hem lag.
Wat is er vader?
Hè.... niets! zei Bill ruw. Je moet niks
vragen.
Wat doet die kerel om in 't leven te blij
ven, die mr. Sutton?
Dat is een heer, snauwde Bill.
Hij lieesch zich met moeite recht, kwam van
zijn stoel, ging in de kleine wijnbar, haalde
daar wat champagne, bracht een blaadje met
glazen en een kleinen zilveren doos met bis
cuits, naar de bestuurskamer: een tamelijk
groot en bont gedecoreerd vertrek. Hij draaide
de liebten op, keek alles eens na en stak de
gaskachel aan. Hij ontdekte een kellner en
wenkte hem.
D'r komt iemand; je hoeft niet binnen te
loeren en buiten te loeren. En, Adolf, als
die heer weg is, hoef je de kamer nog niet op
te ruimen begrepen?
Out monsieur.
Als lk zeg, dat jij de kamer nog niet be
hoeft op te ruimen, dat je dus niet binnen be
hoeft te gaan, zei Bill, die het raadzaam vond
om zichzelf van alle verantwoordelijkheid,
schoon te wasschen, dan wil ik maar zeggen,
dat die heer de kamer gehuurd heeft tot slui
tingstijd.
Oui monsieur, zei Adolf, die het niets on
gewoons vond om geheimzinnige bevelen te
ontvangen. Ook nummer vier
Die slaapt dat heb ik je al verteld,
flapte Bill er uit. Je mag hem niet storen.
Iedereen kan In deze club zoo lang slapen als
hij dat, domme nog toe, wenscht.
Bill ging weer terug naar den zetel achter
zijn hoogen lessenaar en steunde met zijn hoofd
tegen zijn rechterhand.
Ik vraag me dikwijls af, Jim, met een
vriendelijke melancholie, wat hij zeggen zou,
als hij wist, dat ik deze zaakjes deed.
God? vroeg Jim, zeer vergeeflijk in de war
gebracht door de eerbiedige uitspraak van het
persoonlijk voornaamwoord.
Je weet wel over wien ik spreek, zei zijn
vader gemelijk, de kerel, die "mij altijd Percy
noemde.'
Misschien Is hij dood, zei Jim. Er zijn er
zooveel gesneuveld in den oorlog.
Bill keek hem woest aan.
Er kwam een geluid van ruzieënde stemmen
van achter de gordijndeur die naar de aparte
kamers leidde. Een lange jongen in smoking,
met een verschrikt gezicht en verwarde haren,
kwam naar buiten, gevolgd door een gezet
man.
Tut tut, wat is er aan de hand? vroeg Bill
strena» Hij hoefde werkelijk niet verder te
vragen. Hij kon het wel raden. Walters met zijn
langevingers tn zijn medeplichtig::, hadden een
uurtje den jongen mr. Weatherby „gezelschap
gehouden".
Dit jonge varkenbegon Walters op
ruzie-toon.
Je haalde een kaart uit je zak, ik zag
liet, schreeuwde de jongen en Walters bracht
zijn arm al naar achter.
Kalmte!
Bill's stem had iets staalachtigs.
Ik breek hem zijn.
O, wou je dat? Bill Anerley's glimlach
had niets opwekkends. Jij zult hier niks bre
ken, Walters.
Nou, wat moet bij mij beschuldigen? vroeg
de ruwe man.
Billy liet hem praten.
Hoeveel hebt u verloren, meneer? vroeg
hij aan den jongen.
Vijfentwintig P°nd, maar daar gaat het
niet over.
Vijfentwintig pond. Bill stak zijn hand uit
naar den scheldenden Walters. Dok op, zei hij
TUStïg.
Wat bedoel je, v™eg deze.
Zal ik je later wel verteilen! Bill Anerley's
stem groeide aan tot een schreeuw en erg weer
spannig en langzaam stak Walters zijn hand in
zijn zak, haalde er vijf bankbiljetten uit, gaf
ze aan Bill, die ze nauwkeurig onderzocht. Hij
gaf er één terug-
Valsch! zei hij.
Hè? vroeg WalteTs met een onnoozel ge
zicht.
Klets. Praten we niet over.
Walters gaf een andere voor het afgewezen
biljet.
Daar heb je ze weer, sir. Bill vouwde de
biljetten op en ga? ze aan den beduusden ver
liezer.
Dank je Bill. Weatherby gaf een van de
biljetten aan den exploitant die het in zijn
zak stak en de lift opende.
Jim, haal eens vlug meneer Weatherby's
hoed!
Er heerschte een stilte tot Jim terugkwam
en de lift droeg het duifje uit het gezicht.
Waar moest jij je neus weer insteken,
gromde Walters.
Wou je dat weten? vroeg Bill. Ik voel
er niks voor, om een „Piep" over mijn club
te krijgen, begrepen? Hou den boel rustig eni lk
zal je niet hinderen. Laat ze piepen, maar dan
bemoei ik me er mee.
Geef me dat vijf-pond biljet terug, wat je
van hem ontvangen hebt, vroeg .Walters en
Bill's lach vulde de gang.
Ik zal je een pats op je neus geven, dat
kun je van me krijgen, zei hij kalm.
En hij lokte den onvermijdelijken slagzin
uit: is dit een heerenclub? Ik zal lens een
boekje over je open doen bij het bestuur.
Ik ben het bestuur, zei Bill en kromde zijn
vinger. Kom eens hier. En als dooT een slang
betooverd, gehoorzaamde Walters.
Ga rustig terug en drink je glas leeg, zei
Bill met dreigende kalmte. Zeg me nog eens
wat, dan sla ik je in die lift en breek je prole
ten-nek.
Walters droop af, naar zijn kamertje en zijn
kameraden.
Aardige club, moet ik zeggen, gromde hij.
't Is een aardige club waar jij nog lid
van mag zijn, uitgezonderd de Pantonville Old
Boys, zei Bill.
Jim was weggeweest, om getuige 'te zijn van
een ruzietje, dat hij bijna dagelijks meemaakte,
maar waarin hij altijd even veel plezier had.
Toen hij terugkwam, bracht hij tevens nieuws
mee.
Pipa, je weet wel," de heer dien u mij eens
op de bns aanwees die officier, waarvan je
daarstraks sprak
Bill keek over zijn bril en lei dien toen op zijn
lessenaar.
Ja, wat is 't daarmee?
Dien zag ik daarnet, zei Jim.
Bill's onderkaak zakte.
't Is toch niet waar?
's Wielies!
Waar?
Net buiten de deux.
Bill ffchudüe hevig zijn hoofd.
Dat kan niet!
Ik weet zeker, drong Jim aan. Hij stond
aan de overzij van de straat, toen ik dien jon
gen snoever naar beneden bracht. Ik kon hem
goed zien en ik zou juist de straat oversteken,
om hem aan te spreken, toen hij zich omdraaide
en wegliep.
Bill staarde op zijn nageslacht.
Wat zou je tegen hem gezegd hebben?
Ik zou gezegd hebben: bent u de heer,
die mijn ouwe het leven gered heeft? Zeg, wil
ik je eens naar boven knallen in de lift? Dan
kun je 'm spreken!
Ouwe-naar boven knallen,mompel
de Bill afkeurend, zijn dat manieren? Na al
dat geld, dat ik aan je opvoeding gespan-
deerd heb!
Hij keek eens twijfelachtig naai' zijn zoon.
Hij was het niet. Je hebt dien dag op de
bus natuurlijk weer verkeerd gekeken.
Ik heb hem eenvoudig gezien.
Hij ziet er knap uit, zei Bill, das kan hij
het niet geweest zijn. Ik wou, dat ik hem nog
maar eens tegenkwam. Hij schudde zijn hoofd.
Hoe was hij gekleed?
Jim dacht over dit punt na.
Hij had grijs haar, zei hij.
Droeg ie misschien ook een broek? vroeg
ziju vader sarcastisch.
r— Ik bedoel dat zijn haar grijs was. Hij droeg
een soort donker pak en een grijzen hoed.
Bill schudde weer zijn hoofd.
Ja, zoo zag ie er uit toen ik hem zag. Ne®*
hij was het toch niet.
En teen glimlachte hij bij die herinnering-
Weet je, dat het laatste wat hij tegen
zei, was: Percy, als we hier ooit uitkomen, zul
len wo eens lekker gaan eten in het Carlton.
Jim kende het Carlton niet.
Was het het hotelletje naast de Lions?
Zijn vader snoof.
Jij haalt alles wat je aanraakt naar bené
den, zei hij. Je zou deze club nog naar beneden
halen, maar da's niet meer mogelijk.'
De liftbel ging. Jim dook opnieuw naar be
neden, om den nieuw aangekomene naar boven
te brengen. Toen Bill hem zag, grinnikte hij
wat wild.
Mr. Collie was geen druk bezoeker van dé
Leopards Club: d'r hing iets van een storm-
zwaluw over dezen beminlijken man en het wa9
Bill Anerleys ondervinding geworden, dat de
reporter van de Postkoerier zich nooit een9
liet zien, dan wanneer er een vniltje aan do
lucht was. Hij was eere-lid, wat hij van da
meeste clubs van dit soort was. Bill's motte
was: „hou de pers te vriend", want hij leefde
in den waan, dat er nog eens een tijd zou ko
men, dat al de macht en de ingewikkelde
machinerie van Fleet Street samen zouden
spannen, om hem ui$ een of andeTe netelige po
sitie te redden.
Goeden avond mr. Collie, zei hij, terwijl
hij de hand schudde. Hè, dat doet een menscb
goed. Ik heb u in geen jaren gezien. Ik lees al"
lijd de stukjes die u in de krant zet.
Mr. Collie nam hem zeer rustig op.
Ik vond ook al, dat je er wat verstandiSer
uitzag, dan toen ik je het laatst ontmoette-
Jandorie, de ouwe boel is veranderd, zel
hij, terwijl hij om zich heen keek. Hij wees °P
den muur. Ik herinner me hier die bier-vle"
nog. Wie gooide toen ook weer die flesch naaf
jouw hoofd?
Bill grinnikte erg beleefd bij deze ouwe
en toen, vertrouwelijk; zeg eèns, mr. Collie
er is toch niks aan de hand, hè?
Collie schudde het hoofd.
Ik weet wel, dat jullie slag beeren alto -
rond de „stillen" zwerft.
Maar Joshua Collie's aandacht scheen kla®1*
blijkelijk geheel getrc^ken op de verfraai10"
gen van dit smakeloos ingericht hokje.
Heb je 't karpet eens op laten nemen?
hij. 't Zag er drie jaar geleden toch anders ult
En toen: Is hier iemand?
Niet iemand die u kent, mr. Collie. Ver
wacht u iets? j
Collie keek naai' het plafond en wreef J
zijn kin,
(Wordt yervolgd)/ J