MAANDAG 16 JULI 1928
DERDE BLAD
PAGINA 3
DE MIJNRAMP IN LIMBURG
OFFiCIEELE MEDE DEELINGEN
DE OORZAAK NOG NIET VASTGESTELD
TOT DB VERMISTE MIJNWERKERS NOG NIET DOORGEDRONGEN
BEVORDERING RETRAITE WERK
PLECHTIGE OMGANG TE
'S HERTOGENBOSCH
OKK1E EN Z'N VROUW GAAN RUSTEN
Het wonderbare schouwspel vau
Maria-vereering
ONDANKS DE HITTE, EEN MASSALE
HULDE-BETOOGING
AFSCHEID VAN ROTTERDAM
EïNDELIJK KOMT DE OM BEZORG DE OUDE DAG
DE „DIKKE MOLEN" AFGEBRAND
VOOR HET DR. SCHAEPMAN FONDS
DOOR EEN PAARD GETRAPT.
JEANNE
(Woelt rerrolsM J
Stil was hat Zaterdagmiddag in de nabijheid
der Staatsmijn Hendrik. Slechts een enkele
journalisten-auto stond voo-r de hooge inrij
poort en op het binnenplein vertoonde zich
nu en dan een enkeling die haastig een op
dracht of "boodschap aan den portier kw am
brengen. In een hoekje hij den ingang scheen
een politieman beschutting te zoeken tegen de
felle zonnestralen, maar van het schokkend
drama, dat zich hier slechts weinige uren ge
leden ha-cl afgespeeld, viel buiten niets te te
•Peuren.
De terstond bij het bekend worden^ der ramp
toegestroomde menigte verdrong zich thans
niet meer voor de ingangen, omdat de namen
deT slachtoffers reeds bekend waren en de om
vang der catastrophe in den morgen door een
officieele mededeeling der mijn-directies was
békend gemaakt.
Tn de officieele mededeeling wordt ge
zegd: „Tot dusverre zijn er acht lijken hoven
'gebracht.
Er zijn nog vier getroffenen in de mijn,
die-nog niet'konden worden geborgen. Hoogst
waarschijnlijk zijn ze eveneens terstond go
tdood.
Van de dooden zijn gevonden: twee bij den
opbraak onder, drie in de tnsschen-galerij, tier
©ader in pijler 430, een in den luchtweg van
dc 401 M. naar de 316 M. verdieping en een
In den Zuidelijken hoofdingang van de 316 M.
verdieping, terwijl men den zwaar-gewonde, die
inmiddels ie overleden, in opbraak 103 aan-
'trof. Van de vier vermisten bevinden zich
vermoedelijk drie bij pijler 436 en een in do
tusschengalerij van opbraak 103.
Bij het Zaterdagmorgen door de directie in
tegenwoordigheid van het Staatstoezicht inge
heid onderzoek en gehouden getuigen-ver-
boor is de oorzaak der mijnramp-ontploffiug
niet vastgesteld kunnen worden. Vermoedelijk
is de ontploffing ontstaan hij het schieten. Met
zekerheid kan de oorzaak eerst blijken, wan
neer men tot de plaats van het ongeval is
doorgedrongen, wat tot dusver niet mogelijk
was en wat vermoedelijk eerst over enkele
dagen zal kunnen geschieden.
De ontploffing had plaats in de 537 meter-
■Verdiepiog, -afd. S„ laag 7, pijler 436, boven-
opbraak 103. Het gebeurde omstreeks 2.20 uur
n.m., tijdens de ploeg-wisseling. De namiddag-
dienst is uitgevallen, de nachtploeg is
avonds weer aan het werk gegaan, behalve
tn de afdeeling, waar de ontploffing heeft
Plaats gehad".
S:
Dit officieele rapport zegt inderdaad duide
lijk, welk een zware ramp onze Nederlandsctïe
mijn-industrie heeft getroffen.
Tot nog toe is het de meest tragische in do
geschiedenis van het Limburgsche kolen
bekken.
Geen wonder, dat de verslagenheid groot is
in de mijnstreek, nu er droefheid en rouw
beerscht in zoovele gezinnen. Bijna al de
slachtoffers waren gehuwd en laten vrouw
®h kinderen achter.
■En toch was Zaterdagmiddag rond de mijn de
'kalmte weder teruggekeerd, doch daarbinnen
Werd door de reddingsbrigade onverpoosd ge
werkt, om te trachten tot de vermisten door
te dringen en niet de minste kans te verwaar
lozen om hen terug te geven aan het leven,
Wanneer zjj niet den verstikkingsdood zijn ge
storven onder de puinen der mijnstorting.
Wanneer we de officieele mededeeling verder
nagaan, kan als een vaststaand feit worden
aangenomen, dat een mijngas-outploffing heelt
plaats gehad, vermoedelijk ontstaan bij het
schieten.
Dat schieten wil zeggen, dat men door
springstof de kolenlagen breekt. Wanneer geen
aanwezigheid van mijngas wordt geconsta
teerd, is aan dat schieten geen gevaar ver
bonden, doch de schietmeester moet nauw
keurig opletten, of zich nergens mijngas heeft
ontwikkeld, alvorens hij zijn dynamiet-
patronen tot ontploffing brengt. Wanneer dus
het schieten als oorzaak deT ramp moet wor
den aangenomen, dan wordt het droevig onge
val nog des te tragischer, wijl de catastrophe
dan aan onvoorzichtigheid is te wijten, die de
bedrijver wellicht heeft betaald met eigen dood,
doch waarvan ook een aantal mede-ar,beider®
het slachtoffer zijn gewoTden.
Tenslotte is nog op te merken, dat, hoewél
de mijn-Instorting slechts plaatselijk is, de
moeilijkheden toch groot zijn, om tot de plaats
van het ongeval door te dringen. Dit kan zijn,
wijl er plaatselijk brand In de mijn is ont
staan, of wijl verschillende mijngangen oveT
een groote lengte zijn ingestort.
In het bisdom Roermond.
Z. D. H. Mgr, L. Schrijnen, Bisschop van
Roermond, heeft eenige eerw. heeren geeste
lijken aangewezen, om onder leiding van de
zeereerw. heeren J. Leesens, Roermond, en
rector H. Hobns te Breust-Eijsden, het werk
der gesloten retraiten voor vrouwen en meisjes
te bevorderen.
SPORT EN ALCOHOL
Advertenties in een reclamcboek
Eenigen tijd geleden zond de „Nationale
commissie tegen het alcoholisme" aan de Ned.
Spoorwegen en aan de „Algemeene Ned. ver-
eeniging voor vreemdelingenverkeer" een
schrijven, waarin zij haar verwondering te
kennen gaf, dat in een door genoemde corpo
raties uitgegeven reclame boek je van de IXe
Olympiade, welk boekje blijkbaaT voor sport
beoefenaars bestemd was, meerdere reclames
voor alcoholhoudende dranken voorkwamen.
Door de verspreiding yan dit boekje in het
buitenland zou zoodoende de gedachte gewekt
kunnen werden, dat in ons land sportoefening
en alcoholgebruik samen zouden kunnen gaan.
Op dit schrijven ontving de N.C.A. van de
Ned. ver. voor vreemdelingenverkeer een ant
woord, waarin o.a. werd medegedeeld dat ook
zij de bedoelde advertenties als min of meer
strijdig met de beoefening van sport be
schouwde, maar dat het hoekje niet alleen voor
sportbeoefenaars, maar ook in het algemeen
voor touristen bestemd was.
Onze correspondent te 's-Hertogenbosoh
■meldt ons:
Den laatsten Zondag van den negendaagsohen
Stillen Omgang wordt in Den Bosch naar oud
■gebruik de plechtige Omgang langs den
taditioneelen bidweg in de stad gehouden, zoo.
als op den eesten Zondag onder de gewelven
der Kathedraal de plechtige Marla-pocessie
rondtrekt
Gisteren had wederom de plechtige Omgang
plaats, en hoewel de hitte verzengend was,
waren vele duizenden, wellicht tienduizenden
vreemdelingen naar Brabant's hoofdstad ge
gaan om van dit wondere schouwspel vian
Maria-vereering getuingen te zijn. De K.R.O.
alleen had reeds voor een 4000 vreemdelingen
gezorgd, voor wie men de Parade had ge
reserveerd, terwijl de bestuurd-eren voor het
paleis van Z. D. H. den Bisschop die zelf
met den Vicaris-Generaal in de vestibule zat
—hadden plaats genomen, Langs den geheelen
weg, die het hart der stad omspant, stonden
vele duizenden Bosschenaars en vreemdelingen
maar in den plechtige Omgang gingen even
eens vele duizenden mee. Meer dan een uur
duurde hét voor de goed aangesloten stoet
voorbij was. De^ samenstelling was in hoofd-
z aak gelijk aan* die van de ommegangen der
vorige jaren. Enkele groepen waren nog uit
gebreid, terwijl naar aanleiding van het feit,
diat het 75 jaar geleden is dat het Wonder
beeld in de stad is teruggekeerd en 50 jaar
geleden dat het plechtig uit naam van Z. H.
Paus Leo XII door mgr. Godschalk werd ge
kroond, een praalwagen was ingelascht, waar
op deze feiten werden voorgesteld door de
voornaamste figuren dezer gebeurtenissen
Kardinaal Engeltoertus Sterckx, Aartsbisschop
van Mechelon, die het beeld weer aan Den
Bosch afstond. Mgr. Joannes Zwijnen, aan
wiens bemoeiingen men dit te danken had,
Plebaan van Liempt die het beeld haalde en
Mgr, Godschalk, die het plechtig kroonde. Deze
vier figuren zag men rondom de nabootsing
van het Mariabeeld.
Authentiek echter was het kostbare boek der
mirakelen, dat, gebontLein in blauw-fluweelen
band met fraai zilveT montuur, is gesloten
in een sierlijken schrijn van koper en glas,
versierd met de bisschoppelijke wapens van
Mgr. Zwijsen (1853), Mgr. Godschalk (1878),
Mgr. v. d. Ven (1903) en Mgr. Diepen (1928)
in email. Twee knielende Engelenfiguren in
koper houden den rijk gedreven koperen
drager vast, waarin het boek rust. Het geheel
werd gedragen door vier Eerw. Fraters, een
precieus stuk, dat voor het eerst in het open
baar werd meegevoerd.
In den stoet zag men verder een kleine 80
jeugd-, sociaal- en godsdienstige vereenigingen
met ontelbare vaandels. Dit jaar zag men ook
deputaties uit Eindhoven, Berlicum, Den Haag
Tilburg en Goirle. Vele vereenigingen voerden
bloemstukken of, soms prachtig uitgevoerde,
symbolische voorstellingen, vaak in uitgebreide
groepen, mee. Verder zorgde het comité van den
pleohtigen Omgang weder voor eenige groepen
die op de historie van het wonderbeeld be
trekking hebben en die de verhevenheid van
Maria's plaats in het Verlossingswerk tot
uitbeelding brengen. Verscheidene zangkoren
en muziekkorpe.il luisterden den kleurigen stoet
op, 'die niet naliet op vreemdelingen en Bos
schenaren groote indruk te maken.
Na den omgang werden in de Kathedraal
eenige liederen gezongen en de zegen met het
Allerheiligste gegeven.
OPLICHTING VAN EEN NOTARIS
V rijspraak geëischt
Het ü.M. bij de rechtbank te Assen eischte
Vrijdag tegen L. S te Coevorden, thans gede
tineerd, wegens oplichting van notaris Brouwer
te Meppel, 6 maanden gevangenisstraf.
In den middag werd verdachte vrijgesproken,
daar de rechtbank het ten laste gelegde niet be
wezen acht.
Voor 't laatst moeten wij n-og eens schrijven
over onzen ouden vriend Okhuysen.
Verleden jaar heeft hij in een officieele voor
stelling ter gelegenheid van zijn tachtigaten
verjaardag afsaueid genomen van zijn Rotter-
damsch publiek, dat hem zestig jaar trouw is
gebleven.
Bij die gelegenheid is hem op den laten
feestavond door schrijver dezes betuigd, dat hij
geen zorgen meer behoefde te hebben en dat
hem een rustige oude dag verzekerd was.
Welke mededeeling door het aanwezige pu
bliek, dat den ouden Rotte rdamseken feest-ar-
rangeur zulk een hartelijke sympathie toe
draagt, met een daverend applaus werd ont
vangen.
Maar sinds dien dag zag men den krassen
grijsaard nog altijd even kwiek door Rotter
dam's straten scharrelen.
Vrienden en bekenden hielden hem aan en
vroegen nieuwsgierig: „Ha Okkie, wanneer
ga je nu Rotterdam verlaten
Een vraag, waarop de man het antwoord
moest schuldig blijven, omdat hij zelf neg niet
wist, wat hem beven het hoofd hing.
Daarbij had hij mij verleden jaar te kennen
gegeven, dat hij den winter door, nog wel .in
Rotterdam wilde blijven. Zoo gauw ken hij de
oude banden oog niet verbreken.
En hij ging neg stilletjes z'n gang.
Z'n advertentie van feestarrangeur pronkte
nog altijd in de kramt, zoo nu en dan werd hij
neg weieens voor 'n partijtje gevraagd. Maar
groote zalen durfde hij niet meer aan, hij
voelde dat z'n stem ging slijten en nie.t zoo
goed meer tegen de vermoeienissen op kon.
Zijn schitterende jubileum-avond verleden
.jaar in de Doele had hem eigenlijk in den
waan gebracht, dat hij nog de oude was, en
dat tachtig jaTen van bard werken en vele
zorgen hein nog niet gedeerd hadden.
Maar 'n dag of veertien geleden kwam hij
bij mij met de minder vleiende decoratie van
een reuze blauw oog.
Een slagersjongen op een fiets had hem op
'n Zaterdagmorgen aangereden, waarhij het
stuur van de fiets tegen z'n oog was geslagen.
Hi1 zelf was tegen den grond gevallen en de
fietsbak had heel zijn smakelijken inhoud over
hem uitgezegend.
Okkie lag bedolven onder de biefstukken,
malsche carbonades en ballen gehakt. Nog
nooit van z'n leven had hij zooveel smakelijke
hapjes hij elkaar gezien, lachte hij.
Toen begrepen wij, dat wij dem ouden man
in de drukke stad niet langer aan z'n eigen
stuur mochten overlaten.
In den loop van dit jaar waren wij heel het
land docrr al eens op informatie uitgeweest,
waar wij toch 't beste deze brave oude luidjes
zouden kunnen onder brengen.
Maar slagen kenden wij niet goed.
De meeste huizen waren meer dan bezet,
andere weer namen geen gehuwde lieden op
en dan wear was de boodschap, dat wij wach
ten moesten, tot er plaats was.
Doch na het laatste ongeval veelden wij toch
de verantwoordelijkheid, dat wij niet. langer
mochten wachten.
Daarbij was 't hoogzomer, en de meest ge-
schikte tijd om verstokte stadsmenschen, zoo
als onze Okkie er ook een is, aan het buiten
leven te leeren wennen.
En zoo konden wij deze week den ouden
Okkie, toen hij wper eens op visite kwam, tot
onze groote voldoening verzekeren, dat hij nu
toch voor goed „binnen" was.
En ik zeide tot hem: „Man, ga nu gauw
naar je vrouw en vertel haar, dat jelui prach
tig onderdak zijt gekomen.
„Jelui krijgen twee mooie ineenloopende ka
mers, een zit- en ©en slaapkamer. De zitkamer
met een erker met een schitterend uitzicht op
de tuinen van het Westland, een slaapkamer
met eiectrisch licht, centrale verwarming en
stroomend water, als in een modern hotel. Een
puike verzorging en bediening van de beste
Zusterkens ter wereld".
Dank zij de welwillendheid van het bestuur
en de Zusters van het „Sint Jozefshuis" te
Poeldijk heb Ik deze zeldzame gelegenheid voor
Okkie en z'n vrouw kunnen vinden.
En nu half Augustus, als de keurige kamers
geheel op orde zijn gemaakt, gaan Okhuysen en
z'n vrouw Rotterdam verlaten om te gaan ge
nieten van hitn eindelijk onbezorgden ouden
dag.
En dat hij er zelf ook zóó over dacht, bleek
uit een opgetogen brief van dankbaarheid, dien
ik dien eigen avond, toen alles pas goed tot
hem doorgedrongen was, nog van hem ont
ving.
En ook ik zelf ben met voldoening en dank
baarheid vervuld, ook jegens zijn stad- en
landgenooten, die mij zoo spontaan hebben ge
holpen om dit goede en mooie werk tot stand
te brengen.
De beste wenschen van hun talrijke vrienden
en bekenden zullen het brave echtpaar naar
zijn nieuwe woonplaats vergezellen, wenschen,
welke hun nog gelukkige jaren toedenken in
hun welverdiende rust, die voor hen door geen
zorgen meer zal worden verstoord.
P. HYACINTH HERMANS.
Door het instorten van den molen, kortsluiting
op het spoorwegnet veroorzaakt.
De actie van het Dr. Schaopmanfonds te
Wychen (Gelderl.) heeft opgebracht de res
pectabele som van 9M-3'5.
Het kind aan de ff©v°lgen overleden-
Te Wehl, hij Zevenaar, ia bet drie jarig
zoontje van den landbouwer Meulenbeek, ter
wijl het in de weide naar een paard met veu
len sloeg, door het paard io het gezicht ge
trapt. Het kind overleed aan de gevolgen.
EEN WONING EN EEN HOOIBERG MEDE
EEN PROOI DER VLAMMEN.
Zondagmiddag is de z.g. „Dikke Molen", een
van de twee laatst overgebleven molens langs
de Haarlemmer Trekvaart een prooi van het
vuur geworden-
Bij het Instorten van den molen kwam een
der wieken fel brandende op den voedings-
kabel van het eleetrischapoorwegnet terecht,
waardoor de bovenleiding, doordat deze kabel
doorbrandde, stroomloos werd gemaakt. Het
gevolg hiervan was, dat de electrische treinen
in beide richtingen van en naar Amsterdam
niet konden passeeren.
On het Centraal Station werden in allerijl,
onder leiding van den stationschef, den hear
Muller, maatregelen geonmen, ter voorkoming
van al te groote stagnatie op deze hoofdverkeers-
lijn.
Verschillende electrische treinen liet men
door locomotieven voorttrekken over het stroom
loos geworden 'baanvak, terwijl de Parijsche
trein die om 14.25 uur van het Centraal Station
moest vertrekken, over Gouda werd gevoerd.
Omstreeks drie uur in den middag was de
voedingskabel hersteld en ken, nadat men zich
van ongeveer half twee met noodmaatregelen
had moeten behelpen, het spoorwegverkeer weer
normaal zijn gang gaan.
De brand was omstreeks één uur in den mid
dag uitgebroken, vermoedelijk door venken uit
een passeerende locomotief veroorzaakt.
Toen de brandweer mot veel materiaal ter
plaatse verscheen de „Dikke Molen" stond
even voorbij Sloterdijk op Amsterdamsch
grondgebied was niet alleen de molen, maar
ook reeds de beide betonnende houten hulzen,
bewoond door het gezin van den molenaar
Been, door het vuur aangetast.
Redding van den molen was toen al hopeloos
ook al werd zooals de Amstendamsche brand
weer dit gemeenlijk pleegt te doen hot vuur
met kracht door de spuitgasten aangevat.
Het monument, op welks behoud grooten
prijs gesteld wordt door velen in don lande, die
meermalen en met succes zijn opgetreden
tegen den hakbijl der sioopers, maar helaas
tegen het-alles vernietigende vuur niets kunnen
uitrichten, evenmin als de brandweer hiertoe
in staat was, stortte, kort na het uitbreken van
den brand, met donderend geraas tn puin. Een
deel van het neerstortend puin kwam op da
spoorbaan terecht, terwijl zooals gemeld
een der wieken met den voedingskabel van het
spoorwegnet in aanraking kwam.
Bij het aftrekken van de wieken van den
voedingskabel brak het touw, waardoor een
der brandweerlieden met het hoofd tegen da
rails viel. De man, die slechts lichte verwon
dingen had opgeloopen, kon verder geen dienst
meer doen.
Den geheelen middag werd de brandweer in
beslag genomen, door het blusschingwerk, dat
onder leiding van de hoofdbrandmeesters, de
heeren Forch en Hartdorf geschiedde. Met' zes
stralen, gekoppeld aan twee motorspuiten, werd
het vuur bestreden.
De molen, alsmede de woning van den heer
Been en een hooiberg werden door den brand
met den grond gelijk gemaakt. Het blussings-
werk werd door duizenden wandelaars en fiet
sers, die op deze zomerschen Zondag den Haar
lemmerweg passeerden, gade geslagen.
Vrij naar het Fransch
yan
R. R. Seigny.
19)
Ik zat daar geruimen tijd; ik weet niet,
hoelang, zonder eenig besef van wat er om
heen gebeurde. Ik leefde geheel in het ver
fden en in de toekomst.
He Italiaansche archivaris zoo zal ik hem
*baar noemen raakte mjjn arm aan, en
hacht ine tot de werkelijkheid terug. Hij borg
laatste stukken in de laden van de tafel,
v Waren alleen. Mij/n collega's hadden zich
wijderd, en de eerste zitting was geein-
ülgd
zonder mij, en toch voor mijn oogen. Zij
°hden ver weg zijn. Ietwat beschaamd over
'in verstrooidheid, nam ik mijn hoed, om mij
hen te voegen, en mijn excuus te maken.
Italiaan hield mij bij mijn mouw vast,
0,c met een lonbeschijlflijlten glimlach naar
,®h brief, dien ik in mijn portefeuille stak,
zeide:
Van een dame, hé?
Wat kan u dat schelen?
•j- Ik stel er zeer veel belang in. Andere
!&veu leest men vlugger. En, allemachtig,
fc_ t ®r den tijd voor genomen, om dezen te
J^h; O, die dames, mijnheer, die dames!
,3Laat me met rust, zei ik, en ik ging naar
R\deup.
'-•Mafcr htj. behend»- - -•
Met opgetrokken wenkbrauwen en een vinger
op zijn mond, zei hij:
Luister, mijnheer! Ik zie, dat u een ge
leerde bent, voor wien alleen de roem beko
ring heeft. Ik zou u prachtige handschriften
kunnen leveren: Italiaansche, Latijnsche en
Duitsche, nog nooit uitgegeven, mijnheer!
En waarschijnlijk gestolen! antwoordde
ik, hem voorbijloopend.
Ik stak het plein over, en zag daar voor een
café mijn Franscbe collega's en den kleinen
rechter broederlijk bij elkaar zitten, aan één
zelfde tafeltje. Aan een tafeltje daarnaast zat
de griffier te slurpen. En allemaal lachten ze,
toen ze me zagen aankomen, onder de gloeien
de zon.
Milaan, 25 Juni.
Onze zending is vandaag geëindigd. De heer
Mampini zwichtte voor zóóveel onloochenbare
bewijzen, en bekende, dat hij de Fransche erf
genamen eens een poets had willen bakken.
Wij hebben hem aangetoond, dat die poets
feitelijk een soort bedrog was, en minstens
tengevolge zou hebben, dat hij de kosten van
liet proces zou moeten betalen. Hij stemde
daar allerminzaamst in toe. Ik geloof, dat hij
absoluut niets betalen kan!
Milaan, 26 Juni,
Ilc héb zoo juist een derde brief van Syl-
v est re gekregen. De arme kerel is diep be
droefd. Zijn moeder, die beste, brave mevrouw
Lampron is dood. Bij die tijding was ik diep
ontroerd.
Hoe weinig heb ik die bewonderenswaardige
vrouw gekend! Te wieinig! Ik was niet haar
zoon, zelfs geien bloedverwant. Ik ben maar
een oogenblik in haar leven verschenen en zij
Wat moest haar zoon dan bedroefd zijn!
Hij beschrijft mij de laatste oogenblikken
van zijn moeder, haar kalme berusting bij de
nadering van den dood. Dan gaat hij verder:
„Een ding zal je misschien niet begrijpen.
Mijn droefheid is vermengd met een zekere
wroeging. Ik heb veertig jaar bij haar geleefd,
en ik vertrouw, dat ik een g0ed zoon voor
haar gewieest ben. Maar wanneer ik de bewij
zen van genegenheid, die ik haar gegeven heb,
vergelijk met die, welke zij mij gegeven heeft,
en de offers, die ik voor haar gebracht heb,
met die, welke zij voor mij gobracht heeft;
als ik denk aan liet egoisme, dat er van mijn
kant toch zeker gelegen was in dit samen
leven, dat ik als mijn verdienste beschauwde;
wanneer ik denk aan den onmetielijiken troost,
waarmede zij een wandeling aan mijn arm
beloonde, of een „goeden morgen" en een „goe
den avond", of de vrijheid, om onder mijn dak
tie wonen, dan vind ik mijzelf ondankbaar
dan vind ik, dat ik Ilet geluk, waarmee zij
mij omringde, niet verdiend heb. De gedachte
verscheurt mij, dat ik zooveel verzuimen niet
meer goed kan maken, dat ik mij niet meer
kan kwijten van een schuld die mij in al haar
omvang voor oogen staat. Zij, ia heengegaan.
Mijn gebed alleen kan haar bereiken, en haar
zeggen, dat ik lvaar liefhad, haar aanbad, en
in staat zou zijn geweest, om alles voor haar
te doen, wat ik niet voor haar gedaan heb.
O, mijn vriend, welke zbete plichten heb ik
verwaarloosd! Ik wil althans haar laatste
wenschen getrouw nakomen. Over één daarvan
moet ik je nu spreken.
Je weet, dat mijn moeder altijd ongaarne ge
zien heeft, dat ik in mijn huis het portret
bewaarde van haar, die mijn eerste en laatste
liefde was. Zfj zou gewild hebben, dat ik niet
innerd had. Ik heb mij altijd tegen dien
wensch verzet. Op haar sterfbed heeft ziji mij
nu gevraagd, dat ik dit portret zou overlaten
aan hen, die het al hadden moeten hebben.
Zoolang ik je heb kunnen troosten, zei
ze, heb ik je dat niet zoo dringend gevraagd.
Maar weldra zul je alleen zijn, en zul je nie
mand hebben, om je op te beuren, als je den
moied verliest. Ze hebben je daarginds zoo dik
wijls gevraagd, om hun het portret te geven.
De tijd is nu gekomen, om hun verzoek in te
willigen.
Ik heb he,t beloofd. En nu, mijn vriend,
help me, om die belofte na te komen. Ik wii
niet schrijven. Mij hand zou te veel beven,
of hun hand, als zij mijn brief lazen. Ga hen
opzoeken. Het is vijf mijlen van Milaan, aan
clem weg naar Monza, voorhij die plaats, op
eenige afstand van den burcht van Desio. De
villa heet naar de eigenaars, Dannegianti.
Geef daar mijn kaartje af, met je eigen kaartje.
Dan zul je warden toegelaten. Alsdan moet je
/op een wijze, als je geschikt voorkomt
mecdeelen, dait op verzoek van de moeder van
Sylvestre Lamprom op haar sterfbed gedaan,
het porü-et van Rafaëlla voor altijld aan de
familie DannegiantJ geschonken wordt» Ge-
schonken, hoor je? Je kunt zdls zeggen, dat
het al verzonden wordt. Ik heb zoo juist ver
staan met mieneer Plumet, die zich met het
inpakken belast. Mjorgen is alles gereed, en
mijn huis leeg. Ik ga verpoozlng zoeken in
mijn werk, en ik reken een beetje op Jou, oM
dien harden troost wat te verzachten.
Sylvestre Lampron.
Ik ontving den .brief van Lampron om 10 uur
's morgens. ïk ging terstond den hotelhouder
>o|pzoeken.
U kunt me Wei een rijtuig bezorgen voor
D"'". rtot ™TV",r? zoo vrrtog jfc hhm.
hebt groot gelijk. Dat is veel romantischer dan
per spoor. Desio, en dan Monza.
Ja, ja, zeide ik, maar kunt u me aan een
rijtuig helpen?
Een best rijtuig, mijnheer! Om half vier,
als de warmte wat afgenomen is» zult u dei
paarden ingespannen vinden. U hebt allen tijd,
om vóór zonsondergang in Desio te komen, en
kunt u hier nog soupeeren.
Op het afgesproken uur kwam men mij waar
schuwen, en nog geen anderhalf uur later hield
de koetsier stil voor het eerste huis ran Desio,
een herberg. We hadden maar enkele minuten
in Monza gerust.
De herberg, een armzalig gebouw, stond op'
den block van denstraatweg en een weg, dié
het veld inliep. Een paar platanen stonden
ervoor, en gaven wat schaduw. De luiken wa
ren gesloten, en het huis scheen te slapen in
den gloed der zon, en het gegons der vliegen,
Gaat u maar binnen, zed de koetsier, did
mijn gedachte geraden had. Ze zullen wel wak
ker worden.
En zonder mdjn antwoord af te wachten#
bracht hij de paarden om het huls, naar dei
stal.
Ik ging binnen. De bijen vlogen in kringe
onder de plaibanen. Een verschrikte kip st|
kakelend uit den weg. Er was niemand td
zien. Ik deed de deur open. Nog niemand. Aaajl
beide zijden rechts en links van den gan
bevond zich een vertrek, en aan het eind
houten trap. Het huls was donker en
Terwijl ik mijn! oogen aan het halfdu
trachtte te wennen, hoorde ik rechts een geluli
Van stemmen.