r É~U i L U E T O N
LIST EN LIEFDE
TWEEDE BLAD
PAGINA 3
DE GASWERELD
Te Assen
SCHERPE AFKEURING EN
S AUARISV ERMTN DERIN G
ALGEHEELE VERBETERING
NOODIG: GEACHT
WERKLIEDEN DOOR GASSEN
BEDWELMD
Gevaarlijke verf
DE SOLO-DANSERES VERMIST
Bij een voorstelling zoek geraakt
HET SCHRIKBEWIND DER RATTEN
Kinderen aangevallen
BRANDEN
VAN EEN HOOISCHELF GEVALLEN
OVERREDEN EN GEDOOD
Locomotief reed tegen een kipwagen
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
herhaal' uit de dagen van Lodewijk XI
In de gisterenavond gehouden raadsvergade
ring van Assen kwam het voorstel van den
heer Nathans (V. D.), waarover in de vorige
Vergadering de stemmen staakten, weder in
stemming.
De heer Nathans stelde daarin voor aan den
directeur der gasfabriek wegens het aannemen
fan steekpenningen een berisping toe te die-
Den, hem gedurende 2 jaren geen verlof te ver-
leeuen en de genoten t-1250 te doen storten in
da gemeentekas.
De voorzitter deelde mede, dat de directeur
dezer dagen 1250 heeft gestort.
Het voorstel-Nathans werd daarop verwor
pen met 9—8 stemmen.
Na schorsing der vergadering stelde de heer-
Kramer (C.H.) voor, dat de raad scherpe af
keuring uitspreke over de handelingen van den
directeur, hem 14 dagen te schorsen en het
salaris te verminderen met f 100 per jaar.
Dit voorstel werd aangenomen met 12 tegen
5 stemmen.
HET STATION TE GOUDA.
Be Kamer van Koophandel adresseert
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
foor Gouda en Omstreken heeft aan den Spoor-
f eg raad en de directie der Nederl. Spoorwegen
een adres gezonden, waarin da aandacht wordt
gevestigd op don toestand van het stationsge
bouw der Nederlandsche Spoorwegen te Gouda.
Op algeheele verbetering wordt', aangedron
gen ten gerieve van het reizend publiek.
Aan het slot van dit adres wordt gezegd.
Mocht er aanleiding bestaan om aan Gouda,
dat door zijn belangrijke plaats, welke het ook
in. het internationaal spoorwegverkeer inneemt,
een meer waardig station toe te kennen, dan
zoude de Kamer U in overweging willen geven,
bet nieuw te stichten gebouw en emplace
ment zoodanig te projecteeren, dat tevens ge
legenheid worde geschapen tot aanleg vaR een
spoorweghaven aan de Gouwe.
BE KO EL IE- OR RON NAN TLE IN INDIü
Een levensbelang vaor de
m ij»bo u tv oude vit e nüngen
'-1.VG, 19 Juli. (ANB'UA). ®et jaarverslag
Padangscne Handetsvereeniging over 1927
"v.kt onder mevr. op, dat zoo ergens dan *vel
'v'i den mijhtoouw liet koelie-vraagstuk en de'
K;-elie-ordon.naintie. en dn steeds wisselende in
lichten van de regeering terzake veelvuldig-
Rrcote zorgen brengen. Meer dan in den land
bouw is de koelie-ordonnantie met de daarbij
behoorenis poenale-sanctie van levensbelang
v.eor de mijnbouwondernerningen. De mijnbouw
is voor de inheemsche bevolking een ongewone
occupatie. Wanneer niet door middel van re
delijken drang de nieuwe werkman over de
beginperiode he en geholpen wordit, is de vrees'
gerechtvaardigd, dat werkvolk voor mijnarbeid
bier in. eenigen. groeten omvang te verkrijgen
zal zijn, zoodat d« schatten van den bodem,
die zulke groote welvaart voor de bevolking
fan de betrokken sti'eek brengen, ,niet ontgun-
ben kunnen worden.
EEN HUNNER OVERLEDEN.
Gisterenmiddag omstreeks 12. uur was een
drietal Rotterdamsche werklieden aan boord
van de zeesleepboot Flip, voor eenige dagen door
de Amsterdamsche Droogdok Mij. afgebouwd en
liggende in de Koningin Wilhelmiha-haven te
Vlaardingen bezig met het schilderen van het
inwendige van de voorpiek met een speciale-
soort verf.
Een der werklieden, de 42-jarlge B. J. K.
voelde zich plotseling onwel en ontdekte tege
lijkertijd dat zijn beide makkers de 28-jarige F.
L. en de 35-jarige H. v. d. S. bewusteloos lagen.
Hij riep onmiddellijk de hulp in van het aan
boord aanwezige d'eel der bemanning, dat hen
terstond in de buitenlucht bracht.
Geneeskundige halp werd onmiddellijk inge
roepen en spoedig stelde dr. L. met behulp van
een zuurstofapparaat pogingen in het werk, om
de levensgeesten weer op te wekken. F. L. was
spoedig bijgebracht, bij v. d. S. mocht echter
geen hulp meer baten. Na anderhalf uur moest
men de pogingen opgeven.
Vermoedelijk zijn de mannen bewusteloos ge
raakt door vergiftige dampen in de verf. Het
slachtoffer was gehuwd:
DE VERGIFTIGDE BUT TE SUSTEREN.
Een eigenaardige zaak.
„HAAR BUURVROUW VAN HET LEVEN
TE BEROOVEN, DAAR HAD ZE GEEN
OOGENBLIK AAN GEDACHT"
De 52-jarige vrouw C. V. uit Sus-teren, die
20 Juni door de rechtbank te Maastricht tot een.
jaar gevangenisstraf was, veroordeeld (de.eisch
was 2 jaar) omdat zij in den put van haar
buurvrouw carbid en, arsenicum had geworpen,
was van dit vonnis in verzet gekomen. De
eerste maal had zij verstek laten gaan. nn was
ie zelf gekomen. In eerste instantie was de.
zaak onbegrijpelijk en kreeg men geen inzicht
van de motieven, die haar tot de daad hadden
geleid. In. October 1927 begon hear buurvrouw
te bemerken, dat bet water vau den put een
eigenaardige!! smaak had gekregUn..De veldwach
ter v. d. E. proefde het ook en had een flesch
I van dat water naar Maastricht gezonden, De
heer v. Waegeningen van den Warenkeurings-
dienst had carbid en rattenvergif! in het water
geconstateerd; het water was in iedere hoeveel
heid schadelijk voor de gezondheid. Eerst ver
klaarde de stugge weinig spraakzame vrouw
niets in het water.' te hebben gedaan,, later gat
zij toe een doos carbid in den- put te- hebben
geworpen. Dat zij de eerstia maal niet verschenen
was, kwam omdht zij de dagvaarding niet be
grepen had. De vrouw is moeder van 9 kinde
ren, haar man is aan den drank verslaafd, zij
leeft in kommervolle omstandigheden en de
buurvrouw was lastig en hatelijk togen haar
geweest „um hoar nee te tempteeren, haw
ioch .get vaan dat tink in hot water gegooid",
maar om' haar buurvrouw van het leven te be-
rooven, daar had ze geen. oogenblik aan gedacht.
De getuigen, dachten ook niet zoo slecht van
haar. Sinds de burgemeester van Susterem haai
de veroordeeling had. bekend gemaakt, was ze
zienderoogen achteruit gegaan. Van krank
zinnigheid'had men nooit iets bij haar bemerkt,
wel was ze driftig en opvliegend en kon ze
soms zoo vreemd doen. Hoewel ze thans alles
bekende was ze te bedeesd om zich te verdedi
gen. Het menschje maakte een deeraiswaar-
digen indruk.
Het O. M. eischte bevestiging van het vounis
De verdediger mr. Vrenken vroeg een voorwaar
delijke veroordeeling. Uitspraak 2'4 Juli.
ER KWAM EEN PLAATSVERVANGSTER,
MAAR NIET VAN HET ECHTE SOORT
Uit Waalwijk schrijft men naar het „Huis
gezin";
150 vlooien, alle gedresseerd. Doörloopende.
voorstelling! Waarlijk dat wan nog nooit in
Waalwijk gezien, wel vlooien, maar geen 150
bij elkaar en zeker geen. gedresseerde.
Begrijpelijkerwijze bestond er voor de aan
gekondigde vertooningen niet geringe belang
stelling. Inderdaad hst was een heele mena
gerie van haast macroscopisch kleine parasieten,
die, voor affuiten gespannen, dapper en reso
luut de koperen kanonnetjes voorttrokken, In
keurig gekleurde balletrokjes. Het was be
wonderenswaardig met welk een geduld de
exploittant van het theater zijn diertjes had
weten te dresseeren en vol trots demonstreerde
hij met zijn kleine volkje voor de nieuwsgierige
toeschouwers om hem keen geschaard.
Meit zenuwachtig gebaar zocht hij naar zijn
meest bekwame solo-danseres Celine, die aan
de beurt van optreden was en plotseling was
verdwenen.
Ondanks alle nasporingen bleek zij onvind
baar..
Of iemand soms zijn Celine gezien bad?",
werd er gevraagd en er wérd zelfs een be
looning uitgeloofd, die Celine ongedeerd zou
terugbezorgen- Intus-schen ging dè voorstel
ling toch door.
Plotseling ontstond er eenig gedrang, een
smoezelige korte jonge dame met rood haai
en sproetig gezicht, drong naar voren met
tusschon duim en wijsvinger een diertje, dat
in kleur vorm en gToobte verrasend veel over
eenkomst. had met de wezentjes in de glazen
doozen
Blijheid glinsterde in de oogen van den
directeur van het vlooien-theater. Dankbaar
aanvaarde hij de verloren gewaande prima bal
lerina.
Teleurgesteld wendde hij zich echter weder
tot de jonge dame en met een vleugje ironie in
zijn stem, zeide bij: ,,'t Spijt me wal lieve,
maar dat is mijn Celine niet, dat is slechts een
vulgaire basterdvloo!
VERGANE GLORIE!
Een strop voor de boeren
De- eens beroemde hengst Artist de Labou-
renr te Nieuw Vosmeer, die bij aankoop
f 110.000 beeft gekost ep waarover later met
een verzekeringsmaatschappij geprocedeerd iB,
welk proces verloren werd, is nu verkocht voor
minder dan 1000, Een leelijke strop voor de-
boeren
EEN ONGELUK KOMT ZELDEN ALLEEN.
Het Tooze visschertje, de koe en dc
politie-agemt.
In den Noorder Legmoerpokier, zoo vertelt
de „Stand.", is Woensdagmorgen eenvisscher,
die op een stoeltje aan—den->-fcant van een der
polderslooten zat, door een koe te water gestoo-
ten. Gélukkig was het ter plaatse ondiép, zoo
dat de drenkeling zich op het droge wist te
werken.
Een politi'e-agent snelde toe en bemerkte, dat
de visscher in. verboden water vischte. Daarom
noteerde hij den. overtreder in zijn zakboekje.
RAAD VAN STATE
Do eerstvolgende opoobare vergadering van
de afdeeling van den Raad van State voor de
geschillen van bestuur zal worden gehouden op
Woensdag 25 Juli 1928, des voormiddags te
10.30 uur.
AFSCHUWELIJKE WONINGTOESTANDEN.
Het zal wel niet algemeen bekend zijn, dat
te Amsterdam, waar allerwege uiterst moderne,
huizen zijn of worden gebouwd, nog toestanden
op (het gebied van. volkshuisvesting voorkomen
van zeer bedenkelijken aard.
In de Fabriekssteeg te Amstelveen n.L be
vindt zich een pand, dat door ongeveer 6 gezin
nen wordt bewoond, en waar talrijke ratten,
op zeer brutale wijze optreden, onder de bewo
ners een schrikbewind vormen. De talrijke ga-
ton in deze huizen maken het eutxée van deze
dieren uiterst gemakkelijk.
In het gezin van een der bewoners werden
twee kinderen, resp. een half en anderhalf jaar
oud, door de dieren aangevallen. Het jongste
kind, door de ouders bij ben in de bedstee ge
nomen, werd zelfs o-p- die plaats door de ondie
ren ten tweedemalè bedreigd.
Bij een ander gezin sliepen twee broertjes van
7 en 12 jaren in een ledikant op den zolder.
Plotseling werd de jongste in zijn hand ge
beten. Hij riep om hulp. Zijn broertje zou het
dier verdrijven, doch werd ook geheten. Sinds
dien wordt er in het laatste gezin, dat zich
onder geneeskundige behandeling moest stel
len, een geval van typhus geconstateerd.. Of
dit met deze rat-teninvasie verband houdt, Is
natuurlijk gevaarlijk te beweren, zoo schrijft
Het Centrum".
FABRIEK UITGEBRAND.
Vijftig personen werkloos.
Te Aarle Rixtei is gisterenavond braud uit
gebroken in de textielfabriek der fa, v. Vijf-
p" ®a. In een oogenblik was de gebeele fabriek
één vuurzee. Het geheele gebouwencomplex
mot alle machinerieën werd een prooi der
vlammen. Ongeveer 50 personen worden hier
door werkloos.
Verzekering dekt de schade, welke ongeveer
f 80.000 bedraagt gedeeltelijk.
Gisterenavond omstreeks 3 uur ontstond door
onbekende oorzaak brand in de hoiitopslag-
plaats van de Haartemsehe Seheepsbouw-Mij.
aan het Noorder-Buitenspaarno te Haarlem.
In deze loods lag al het bewerkte hout op
gestapeld; dat benoodigd was voor 'n schip,, dat
op stapel stond. Er was gevaar voor groote
uitbreiding van den. brand, want in de onmid
dellijke nabijheid lag een groote voorraad
benzine, koolzuur en olie. De Haarlemsche
brandweer slaagde erin den brand tot de loods
te beperken.
Doordat dit industrieterrein zeer moeilijk,
te bereiken is, kon de motorspuit niet dichter
dan op 600 meter afstand naderen en slaagde
zij er niet in tijdig voldoende water te geven.
Gisterenmiddag brak te Nijmegen brand uit
in een gebouw aan den Ubbergschen weg, dat
dient tot paardenstal der fa. Geveling eu tot
bergruimten, van de stoomwasscherij van Mee-
teren. De paarden konden bijtijds in veiligheid
worden gebracht. Inmiddels greep het vuur zoo
snel om zich heen, dat de bovenverdieping, waar
veel hooi geborgen was, in brand stond. Met
drie stralen op de waterleiding bestreed: dé
brandweer het vuur, doch kon niet verhinderen
dat het geheele gebouw afbrandde. De oorzaak
van den brand is onbekend. Verzekering dekt de
schade.
De landbouwer De B. te Raamsdonkveer, die
onlangs van een hooischelf viel en ernstig aan
den halswervel gewond werd, is aan de gevol
gen overleden.
HET VERMISTE KNAAPJE.
In zee verdronken7
In verband met de gisteren gemelde verdwijn
ning van een 6-jarig knaapje uit de Korendijk»
straat te Soheveningen kan nog medegedeeld
worden, dat zich Woensdag bij de politie 2
jongens aangemeld hebben die beweerden het
knaapje gezien te hebben bij het spelen op
een der pieren. Zij zagen het ventje in zed
glijden en afdrijven. Ook deelden zij mede dat
een man, die zich in zee bevond naar het jon»
get je toe zwom en het trachtte te redden. Dat
is echter schijnbaar niet gelukt.
De politie tracht thans den man, die de red
dingspogingen aangewend zou hebben op te
sporen.
Het lijk van het 6-jarig knaapje C. R. uit de
Korendijkstraat te Scheveningen, is thans gis»
terennamiddag uit de Haringkade aldaar opge
haald.
Gisterenavond omstreeks zes uur was de 15-
jarige H. B., wonende te Geulle en werkzaam'
hij den aanleg van het Julianakanaal, bezig
met het herstellen van een kipwagen. Een loco
motief reed tegen het wagentje aan met het
gevolg, dat dit den jongen over beide beenen
ging en deze vrijwel werden afgereden. Boven»
dien bekwam hij nog verschillende andere ver
wondingen. Nadat hem ter plaatse geestelijke
en geneeskundige hulp was verleend, werd hij
naar het hospitaal te Maastricht overgebracht,
waar hij eenigen tijd later is overreden.
Het springen van een oud-kanon
B. S. uit Oudepekela die tijdens het vuur
werk aldaar op 8 Juli, tengevolge van het
springen van een oud kanon ernstig ward ver
wend en in het ziekenhuis te Winschoten werd
opgenomen, is gisteren overleden aan de beko
men verwondingen.
HET AUTO-ONGELUK TE BENTVELD. V
Nadere bijzonderheden
Nader is gebleken, dat bij het auto-ongeluk
te Bentveld de ohaufeur J. V. uit Ter Aar een
bekkenfraotuur heeft bekomen. De toesfand der
patiënten, die in d-e Mariasti-ohting te Haarlem
worden verpleegd, is thans naar omstandighe
den goed.
ERNSTIGE AANRIJDING
Motorrijder niet duo-passagier
tegen een muur
Nabij de Klomp heeft een ernstig motoron
geval plaats gehad. De motorrijder D. J. O.
uit Amsterdam reed tegen het achterspatbord
van een auto, bestuurd door den burgemees
ter van Zuilichem. De motorrijder en mej. M.
C. Oost, die als duo-passagier meereed, werden
tegen een schuur geslingerd. Beiden liepen in
wendige kneuzingen op.
ONWEER.
Te Steenbergen sloeg de bliksem in de wo
ning van den arbeider van T. in. de Ruige Vel
den. Het pand brandde geheel af. Eenige stuks
vee en een gedeelte van den inboedel werden
ge-red. De schade wordt door verzekering go-
delct.
6.)
Nee, riep ze koortsig, hij is hier niet, en
dua6n dusBertrand, nog één keer.
nou eens: Ik houd van je, Eustacie! Ik
bemin je en ik -al je altijd blijven beminnen,
tot aan mijn doodt
AI verraste hem ook in haar stem de liefde,
Joch was hij spoedig bereid, hakr verzoek te
beantwoorden. Hij. trok haar vlak naast zich
o& een groote rustbank eu keek erg verliefd
het blozende gezichtje en de oogen die vol
U'anen waren.
Natuurlijk doe ik dat! antwoordde hij,
kou en tot na den dood, liefs-té, dat weet je
Wei;
Zeg. het nog eens en kus me nog eens,,
behaalde ze, haar oogen sluitend, terwijl aan
bas*' borst een lange, diepe zucht ontsteieg,
t°en hij haar verzoek met teedere liefkoozin-
gfin beantwoordde.
j, Ik bemin je, fluisterde hij tceder. O
batacie, weet je wel, kindje, hoe groot de
ttaebt en de diepte van die liefde is? Die
bj£de, cUe ontbloeide, toen wij het eerst met
«aijder spraken, over dat zoete geheim...-
Teen verleden j«ar Je appelbloesems ston-
"b te. bloeien- in do boomgaarden, antwoordde
droomevig-, baar- Jio.otdjc aan zijn borst
btvnd en de vogels tot hun maatjes zongen,
lt iodero struik, uit knieren boom. O, wat
b«o« do zon toen ine ij anders dan anders.
0B"ft ooft jouw ";nri zoo heerlijk geklopt.
liet, rhythmc van net nle i'v-gc boren 'even?
s lT" I?ot was maar e»j Vindje, die liefde tua-
Zq 011 ons beide, aiuwwrll-j bij, maar au is
groot c-n sterk gewordan, Hoveling.
V 7" Toch zijn de w iiuercUg.w. n<-g koud en de
knijpt ai bet ontbloeide leven dood. L«e.e
_Nbs de tijd voor liefde!
n,77 kouds van clr-n winte- zal ome harten
n°r_K raken.
Sesèi- }K- 'ub' alle bed pens dat ftit nooit mag
Maar o, Bertrand, ik hen zoo bang:
bJrn" ^'"'üg? Kunaon mijn armen je niet war-
io b oc bevrijder- van anget en vrees? Hce kun
£C'S l«ta vree en, als je am mijn liari rust?
tervu0**0 glimlachte eens vertrouwelijk,,
Ml in dat g-zichtje kwk, waar ai maar
over »keeid*n en dat pu in bïttistsa
zUn st«M zocht !ul heat
Toch glimlachte zij niet terug, zooals hij vast
gehoopt had.
Toch ben ik nog bang, mompelde zij;
i mijn vader.
Ja, je vader. Waarom is hij toch zoo ge
kant tegen onze schoone liefde? Maar hij zal
wel makker worden, Eustacie, hij zal wei bij
draaien! Kom, kijk me nou eens aan en lach
eens vriendelijk, zonnebloem, want.... de
lente is toch zeer vlug in het land.
Bijdraaien? Bijdraaien! Hij is zoo hard,
medelijden zal nooit zijn hart kunnen vermur
wen. Maar misschien staat' hij me toch wel
aan jou af en toch
En toch? Kom, ts mijn meisje laf? Als
mijn- oom- toestaat, nou, dan is het pad van ons
geluk toch met rozen bestrooid waar wij ook
wandelen. Wij houden toch van elkaar?
Nu. drong zij zich nog vaster tegen hem aan
en zijn handen onnatuurlijk liard en angstig
omklemmend, herhaalde zij deze woordpn.
Ja, wij houden van elkaar. O God, wij
houden zoo van elkaar!
Was het een kreet om medelijden, of een
bede om hulp?
.Maar wat kan er dan toch tusschen ko
men? vroeg .Bertraucl en zijn grijze oogen waren
nu even tceder als die van een vrouw.
Eustacie boog haar hoofd zij. kon dien
blik niet verdragen, als hij daarmee tot in. het
diepst van haar ziel. afdaalde.
Ik ik nob wel- eens lioor-en zeggen
dat liefde ook sterven kan
Liefde sterven? Nee, dat is onsterflijk.
Zegt dat jo eigen hart niet, Eustacie?'
Kan niets ze dood-en? fluisterde zij.
Illj sloeg zijn armen zoo hartelijk en stevig
om Inar heen, dat zij de eigenste klop van zijn
hart kon hooren.
Niets anders dan on iet. Eu daar hoeven
wij niet bang voor te zijn, 3i»f kind.
Daar hoeven wij ntet bang voor te zijn,
herh'uihlo zij langzaam. Toen wierp zij haar
hoofd ac iter j»er, iaebte zelf, terwijl zij zich
uit zijn omarming losmaakte. Haar gezicht was
rood, haar oogen blonken lijk sterren, maar da
rooc.e lippen vooral, beefden hun uitdaging,
Vreet? riep zo, waarom zouden wij vree-
i#c? W»t hebben wij in Jo heele wereld' te vree
zen, als wij elkaar maar hebben?
Cfaehuoa- fc n zeerste verbaasd over deze plat-
sc'icge ve-®aderir:g, juichte llij ze toe.
En fUur oo li-fde ons verbonden heeft,
antwoordde hij. hart aan hart, wenschen wij
met te scheiden.
Jij r-n ik, uister-ie tij en hij bemerkte
niets van den roekeloozen noot in haar stem,
dat is alles wat nu nog telt Wat kan me de
heele wereld schelen buiten jou?
Jij en ik en de eer. Dat is a-lf-s. Inderdaad,
ter? her*|udde zij, jij, ik cn ce/?
Had ik het laatste het eerst moeten zeg
gen, Och, wat komt het er op aan! Ik leg de
mijne nu voor altijd in deze trouwe handen.
Hij kuste ze, terwijl hij sprak; elke hand
op zijn beurt en ze liet ze onbewogen in de zijne
liggen, terwijl zij hem met. vage vree3 aanzag.
O, wat zou er gebeuren, a-ls zij het verlies
van dit groote geloof en die groote liefde ris
keerde?
De gedachte was niet te verdragen. Zij keer
de zich plotseling van hem af en ging bij het
vuur staan.
Ik heb je ik heb ja mijn niéuws nog
niet verteld, zei ze, terwijl ze haar uiterste
best deed, om er onbezorgd op log te babbelen.
En ik heb mijn wijn nog niet gedronken,
zei hij even opgewekt, maar niet vermoedend
haar angst. Toch had ik dorst genoeg, toen ik
binnenkwam, maar je bent een heksje, Eusta
cie, je doet m-e alles vergeten, behalve jouw
schoonheid.
Zij schrikte bij zijn woorden op en liet een
kleinen kreet ontsnappen. Had hij, haar niet
genoemd, een heks?
.Bertrand aarzelde even met het inschenken,
van den beker.
Wat is er liefke, wat schoeit je?
Ze beefde hevig, nie-t langer in staat, zich on
middellijk to beheiersehen voor een afdoend
antwoord.
E..e..niets; niets, stamelde ze, al
leen eeik gelooi:, dat ik wat ang
stig werd, ik ik weet zelf niet waarom.
Misschien,, misschien...- kwam het.....
Heb je een avontuurtje gehad, dat je me
wildor vertellen, of is het een erg groot geheim?
Ik lees in je zwijgende, plechtige oogen een
verschrikkelijk verhaal. Heeft André zijn rin
kelbel gebroken, of Suzanne het hart van haar
laatstee minnaar?
Zij vond het heerlijk, dat zij zich wat geme
lijk kon tooneu over zijn grapjes.
Je lacht ine maar uit, maar je zult niet
meer lachen, als je het allemaal gehoord hebt
Nee? antwoordde hij, zijn leegen wijnbe
ker weer neerzettend en ook wat dichter naar
den liaord schuivend; ik wilde alleen maar die
schaduw van je doen wegdrijven, liefke. Ik
heb dorst naar zonneschijn-
O Bertrand, riep ze au wanhopig, hos kan
ik het je allemaal vertellen?
Het volgende oogenblik was h.'j een en al
ernst.
Vergeving, lieve, zei Lij. Ik had geen
grapjes mogen maken, maar ik dacht er ook
heclemaal niet aan, dat bet zooiets ernstigs
betrof. Je gaat me toch niet vertellen, dat mijn
oom weer gesproken heeft over een klooster
cel, liever dsn zijn neef te begroeten als zijn
schoonzoon?
Nee nee, het. betr>ft ons beiden, niet,
En dat brengt zoo veel zorg in de mooiste
oogen van Frankrijk? Werkelijk, Eustacie, je
doet me verbaasd staan.
Ze had nu het pakket in haar hand en nu
mrest ze op de een of andere manier toch een
verklaring geven.
ikliep in het boseh te wandelen....
alleenstamelde ze.
Bertrand trok zijn wenkbrauwen, op.
A Is ik dat geweten had! Maar ik veron
derstel, dat Suzanna- bij je was?
Nee..ik..e.was alleen.haelemaal
alleen. Ikikezat te lezen, toen ik
plotseling een kreet hoorde.
Arm- meisje! En je was zeker bang, toen
ben je vlug naai- huis gelöopen?
Nee nee, ik ging er juist op af. En toen,
vlak bij me, lag er een man te sterven
Zij sprak erg vhig, met korte stootjes.
Bertrand keek haar docdelijk verbaasd aan.
Een stervende man?
Het was, geloof ik. dat veronderstel ik
tenminste een koerier van den hertog van
Bretagne naar den hertog van Guienr.e.
Een boodschapper van hertog Frans?
De bc-langstelling van den jongen man was
opgewekt hij vergat inderdaad half de
spreekster, door da verrassing van haar nieuws.
Eustacie legde een bevende hand op haai'
voorhoofd. Het was nu zoo moeilijk, zuiver te
denken, door die verwarrende samenweving
van waarheid en leugen, die in haar geest
woelde.
Wat moest zij zeggen? En wat moest zij on
gezegd laten?
Ik was zoo bang, stamelde ze ik....
vik.... ik.... kan het me nauwelijks herinne
ren. Maar er was.,., er lagdit pakje
lag er.
Zij stak het naar hem uit, haar oogen strak
op den grond, gericht. Haar handen beefden,
toen zij zijn vingers- rond den fatalen brief
voelde, welks inhoud haar nog steeds vrees
aanjoeg, ondanks de gerustetc-Iieahe verkla
ring van haar vader. Bertranl echter, die ge
heel en al aandacht was gewerden voor het
pakje, dat hij van haar aattgenomvm iiad, vroeg
niet eens wat haar angst had opz*wekt.
Een pak.io van hertog Frats? herhaalde
hij, terwijl üij het in z'jn hand omdraaide.
Ik beloo'de hrt aan jou to geven, zei ze
haastig, nu de waalt;op haar aanspoorde, om
zoo spoedig mogelijk a«n het eincli van haar
onwelkome laak te geraken. Ute.... ik
bedoel natuurlijk, aan iemand die het mee
naar .Bordeaux zou nemen, cn.en de graaf
van Troiselles moest het antwoord weer. naar
Bretagne brengen.
Een zeer wonderlijk verhaal, 'mompelde
do Varelais, ik wou, dat ik toevallig dienzelf
den Boodschapper ontmeet had.
De graaf van TroiseUes moest het ant
woord brengen, herhaalde z-e, gedachtig da
waarschuwing die zij ontvangen had. Dat was
do persoonlijke wensch van den hertog.
O, dien ken ik. Een zeer edel ridder en
iemand dien hertog Charles een zeer groot
vertrouwen schenkt, 't Is wel vreemd, Eusta
cie, dat deze zelfde de TroiseUes het eerst mijn
belangstelling opwekte, voor de zaak van on
zen hertog. Maar zeg me eens, lieve,, wat
heeft die man nog meer gezegd?
Zij kende de scherpe adelaarsoogen die op
haar gevestigd waren en bracht haar kleine
hand voor haar oogen, alsof zijn blik. haar ont
moedigde.
Nee, sprak zij haastig, niets meer. Hij
stierf. Hij was zoo dood
Voor het eerst merkte hij nu, dat ze ernstig
van streek was, maar toch vermoedde hij niet
in het minst de reden. Natuurlijk, een gebeur
tenis als waarvan zij hier sprak, zou toch elk
jong meisje uiterst bewogen hebben.
Maar ondanks :d zijn sympathie, moest hij
toch zeker van zijn zaak zijn eu nog eens op
dit punt terugkomen, daar hij de belangrijk
heid van ue boodschap, die hij in zijn hand
had, wel vermoedde.
Jo bent er dus zeker van, dat hij niets
meer zei? vroeg' hij vriendelijk, baar hand van
haar gelaat nemend.
O zeker; zeker.
-- En je hebt er met niemand over gespro
ken, dan met mij?
Met niemand.
Hat antwoord kwam maar zaclit en zij beef
de terwijl zij sprak. Haar wangen waren even
wit, als de sluie.- die liaar schouders bedekte.
Mijn dappere Enstacifi! riep Bertrand,
haar in zijn omarming trekkend en de kleur
weer terugkusspud in do bieeko wangen, zoo
Uef, zoo lief en zoo bescheiden; vanavond zul
len er dappere lippen zijn, die jouw naam zul
len roemen, In Bordeaux, waar Ut straks nog
heen rijdt. Zeker, de hemel heeft jou tot een
engelachtigen boodschapper uitgekozen. Weet,
dat van dezen zelfden brief het lot van Frank
rijk kan afhangen! Dit Is een tijd van uiterste!
bewogenheid, lrif kind, voor ons land. Guien-
ne, Pretagne, Bourgr-nd'e, staan gere»d, onf
den tyran, di» ginds in zijn kasteel' te Amboisa
samenspant, te verdelgen.
Haar oogen stonden groot van schrik,
I-Iemelsche moeder! mompelde zij fluiste
rend veronderstel dat tenslotte
l
(Wordt vervolgd)'.