r É~U i L U E T O N LIST EN LIEFDE TWEEDE BLAD PAGINA 3 DE GASWERELD Te Assen SCHERPE AFKEURING EN S AUARISV ERMTN DERIN G ALGEHEELE VERBETERING NOODIG: GEACHT WERKLIEDEN DOOR GASSEN BEDWELMD Gevaarlijke verf DE SOLO-DANSERES VERMIST Bij een voorstelling zoek geraakt HET SCHRIKBEWIND DER RATTEN Kinderen aangevallen BRANDEN VAN EEN HOOISCHELF GEVALLEN OVERREDEN EN GEDOOD Locomotief reed tegen een kipwagen AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. herhaal' uit de dagen van Lodewijk XI In de gisterenavond gehouden raadsvergade ring van Assen kwam het voorstel van den heer Nathans (V. D.), waarover in de vorige Vergadering de stemmen staakten, weder in stemming. De heer Nathans stelde daarin voor aan den directeur der gasfabriek wegens het aannemen fan steekpenningen een berisping toe te die- Den, hem gedurende 2 jaren geen verlof te ver- leeuen en de genoten t-1250 te doen storten in da gemeentekas. De voorzitter deelde mede, dat de directeur dezer dagen 1250 heeft gestort. Het voorstel-Nathans werd daarop verwor pen met 9—8 stemmen. Na schorsing der vergadering stelde de heer- Kramer (C.H.) voor, dat de raad scherpe af keuring uitspreke over de handelingen van den directeur, hem 14 dagen te schorsen en het salaris te verminderen met f 100 per jaar. Dit voorstel werd aangenomen met 12 tegen 5 stemmen. HET STATION TE GOUDA. Be Kamer van Koophandel adresseert De Kamer van Koophandel en Fabrieken foor Gouda en Omstreken heeft aan den Spoor- f eg raad en de directie der Nederl. Spoorwegen een adres gezonden, waarin da aandacht wordt gevestigd op don toestand van het stationsge bouw der Nederlandsche Spoorwegen te Gouda. Op algeheele verbetering wordt', aangedron gen ten gerieve van het reizend publiek. Aan het slot van dit adres wordt gezegd. Mocht er aanleiding bestaan om aan Gouda, dat door zijn belangrijke plaats, welke het ook in. het internationaal spoorwegverkeer inneemt, een meer waardig station toe te kennen, dan zoude de Kamer U in overweging willen geven, bet nieuw te stichten gebouw en emplace ment zoodanig te projecteeren, dat tevens ge legenheid worde geschapen tot aanleg vaR een spoorweghaven aan de Gouwe. BE KO EL IE- OR RON NAN TLE IN INDIü Een levensbelang vaor de m ij»bo u tv oude vit e nüngen '-1.VG, 19 Juli. (ANB'UA). ®et jaarverslag Padangscne Handetsvereeniging over 1927 "v.kt onder mevr. op, dat zoo ergens dan *vel 'v'i den mijhtoouw liet koelie-vraagstuk en de' K;-elie-ordon.naintie. en dn steeds wisselende in lichten van de regeering terzake veelvuldig- Rrcote zorgen brengen. Meer dan in den land bouw is de koelie-ordonnantie met de daarbij behoorenis poenale-sanctie van levensbelang v.eor de mijnbouwondernerningen. De mijnbouw is voor de inheemsche bevolking een ongewone occupatie. Wanneer niet door middel van re delijken drang de nieuwe werkman over de beginperiode he en geholpen wordit, is de vrees' gerechtvaardigd, dat werkvolk voor mijnarbeid bier in. eenigen. groeten omvang te verkrijgen zal zijn, zoodat d« schatten van den bodem, die zulke groote welvaart voor de bevolking fan de betrokken sti'eek brengen, ,niet ontgun- ben kunnen worden. EEN HUNNER OVERLEDEN. Gisterenmiddag omstreeks 12. uur was een drietal Rotterdamsche werklieden aan boord van de zeesleepboot Flip, voor eenige dagen door de Amsterdamsche Droogdok Mij. afgebouwd en liggende in de Koningin Wilhelmiha-haven te Vlaardingen bezig met het schilderen van het inwendige van de voorpiek met een speciale- soort verf. Een der werklieden, de 42-jarlge B. J. K. voelde zich plotseling onwel en ontdekte tege lijkertijd dat zijn beide makkers de 28-jarige F. L. en de 35-jarige H. v. d. S. bewusteloos lagen. Hij riep onmiddellijk de hulp in van het aan boord aanwezige d'eel der bemanning, dat hen terstond in de buitenlucht bracht. Geneeskundige halp werd onmiddellijk inge roepen en spoedig stelde dr. L. met behulp van een zuurstofapparaat pogingen in het werk, om de levensgeesten weer op te wekken. F. L. was spoedig bijgebracht, bij v. d. S. mocht echter geen hulp meer baten. Na anderhalf uur moest men de pogingen opgeven. Vermoedelijk zijn de mannen bewusteloos ge raakt door vergiftige dampen in de verf. Het slachtoffer was gehuwd: DE VERGIFTIGDE BUT TE SUSTEREN. Een eigenaardige zaak. „HAAR BUURVROUW VAN HET LEVEN TE BEROOVEN, DAAR HAD ZE GEEN OOGENBLIK AAN GEDACHT" De 52-jarige vrouw C. V. uit Sus-teren, die 20 Juni door de rechtbank te Maastricht tot een. jaar gevangenisstraf was, veroordeeld (de.eisch was 2 jaar) omdat zij in den put van haar buurvrouw carbid en, arsenicum had geworpen, was van dit vonnis in verzet gekomen. De eerste maal had zij verstek laten gaan. nn was ie zelf gekomen. In eerste instantie was de. zaak onbegrijpelijk en kreeg men geen inzicht van de motieven, die haar tot de daad hadden geleid. In. October 1927 begon hear buurvrouw te bemerken, dat bet water vau den put een eigenaardige!! smaak had gekregUn..De veldwach ter v. d. E. proefde het ook en had een flesch I van dat water naar Maastricht gezonden, De heer v. Waegeningen van den Warenkeurings- dienst had carbid en rattenvergif! in het water geconstateerd; het water was in iedere hoeveel heid schadelijk voor de gezondheid. Eerst ver klaarde de stugge weinig spraakzame vrouw niets in het water.' te hebben gedaan,, later gat zij toe een doos carbid in den- put te- hebben geworpen. Dat zij de eerstia maal niet verschenen was, kwam omdht zij de dagvaarding niet be grepen had. De vrouw is moeder van 9 kinde ren, haar man is aan den drank verslaafd, zij leeft in kommervolle omstandigheden en de buurvrouw was lastig en hatelijk togen haar geweest „um hoar nee te tempteeren, haw ioch .get vaan dat tink in hot water gegooid", maar om' haar buurvrouw van het leven te be- rooven, daar had ze geen. oogenblik aan gedacht. De getuigen, dachten ook niet zoo slecht van haar. Sinds de burgemeester van Susterem haai de veroordeeling had. bekend gemaakt, was ze zienderoogen achteruit gegaan. Van krank zinnigheid'had men nooit iets bij haar bemerkt, wel was ze driftig en opvliegend en kon ze soms zoo vreemd doen. Hoewel ze thans alles bekende was ze te bedeesd om zich te verdedi gen. Het menschje maakte een deeraiswaar- digen indruk. Het O. M. eischte bevestiging van het vounis De verdediger mr. Vrenken vroeg een voorwaar delijke veroordeeling. Uitspraak 2'4 Juli. ER KWAM EEN PLAATSVERVANGSTER, MAAR NIET VAN HET ECHTE SOORT Uit Waalwijk schrijft men naar het „Huis gezin"; 150 vlooien, alle gedresseerd. Doörloopende. voorstelling! Waarlijk dat wan nog nooit in Waalwijk gezien, wel vlooien, maar geen 150 bij elkaar en zeker geen. gedresseerde. Begrijpelijkerwijze bestond er voor de aan gekondigde vertooningen niet geringe belang stelling. Inderdaad hst was een heele mena gerie van haast macroscopisch kleine parasieten, die, voor affuiten gespannen, dapper en reso luut de koperen kanonnetjes voorttrokken, In keurig gekleurde balletrokjes. Het was be wonderenswaardig met welk een geduld de exploittant van het theater zijn diertjes had weten te dresseeren en vol trots demonstreerde hij met zijn kleine volkje voor de nieuwsgierige toeschouwers om hem keen geschaard. Meit zenuwachtig gebaar zocht hij naar zijn meest bekwame solo-danseres Celine, die aan de beurt van optreden was en plotseling was verdwenen. Ondanks alle nasporingen bleek zij onvind baar.. Of iemand soms zijn Celine gezien bad?", werd er gevraagd en er wérd zelfs een be looning uitgeloofd, die Celine ongedeerd zou terugbezorgen- Intus-schen ging dè voorstel ling toch door. Plotseling ontstond er eenig gedrang, een smoezelige korte jonge dame met rood haai en sproetig gezicht, drong naar voren met tusschon duim en wijsvinger een diertje, dat in kleur vorm en gToobte verrasend veel over eenkomst. had met de wezentjes in de glazen doozen Blijheid glinsterde in de oogen van den directeur van het vlooien-theater. Dankbaar aanvaarde hij de verloren gewaande prima bal lerina. Teleurgesteld wendde hij zich echter weder tot de jonge dame en met een vleugje ironie in zijn stem, zeide bij: ,,'t Spijt me wal lieve, maar dat is mijn Celine niet, dat is slechts een vulgaire basterdvloo! VERGANE GLORIE! Een strop voor de boeren De- eens beroemde hengst Artist de Labou- renr te Nieuw Vosmeer, die bij aankoop f 110.000 beeft gekost ep waarover later met een verzekeringsmaatschappij geprocedeerd iB, welk proces verloren werd, is nu verkocht voor minder dan 1000, Een leelijke strop voor de- boeren EEN ONGELUK KOMT ZELDEN ALLEEN. Het Tooze visschertje, de koe en dc politie-agemt. In den Noorder Legmoerpokier, zoo vertelt de „Stand.", is Woensdagmorgen eenvisscher, die op een stoeltje aan—den->-fcant van een der polderslooten zat, door een koe te water gestoo- ten. Gélukkig was het ter plaatse ondiép, zoo dat de drenkeling zich op het droge wist te werken. Een politi'e-agent snelde toe en bemerkte, dat de visscher in. verboden water vischte. Daarom noteerde hij den. overtreder in zijn zakboekje. RAAD VAN STATE Do eerstvolgende opoobare vergadering van de afdeeling van den Raad van State voor de geschillen van bestuur zal worden gehouden op Woensdag 25 Juli 1928, des voormiddags te 10.30 uur. AFSCHUWELIJKE WONINGTOESTANDEN. Het zal wel niet algemeen bekend zijn, dat te Amsterdam, waar allerwege uiterst moderne, huizen zijn of worden gebouwd, nog toestanden op (het gebied van. volkshuisvesting voorkomen van zeer bedenkelijken aard. In de Fabriekssteeg te Amstelveen n.L be vindt zich een pand, dat door ongeveer 6 gezin nen wordt bewoond, en waar talrijke ratten, op zeer brutale wijze optreden, onder de bewo ners een schrikbewind vormen. De talrijke ga- ton in deze huizen maken het eutxée van deze dieren uiterst gemakkelijk. In het gezin van een der bewoners werden twee kinderen, resp. een half en anderhalf jaar oud, door de dieren aangevallen. Het jongste kind, door de ouders bij ben in de bedstee ge nomen, werd zelfs o-p- die plaats door de ondie ren ten tweedemalè bedreigd. Bij een ander gezin sliepen twee broertjes van 7 en 12 jaren in een ledikant op den zolder. Plotseling werd de jongste in zijn hand ge beten. Hij riep om hulp. Zijn broertje zou het dier verdrijven, doch werd ook geheten. Sinds dien wordt er in het laatste gezin, dat zich onder geneeskundige behandeling moest stel len, een geval van typhus geconstateerd.. Of dit met deze rat-teninvasie verband houdt, Is natuurlijk gevaarlijk te beweren, zoo schrijft Het Centrum". FABRIEK UITGEBRAND. Vijftig personen werkloos. Te Aarle Rixtei is gisterenavond braud uit gebroken in de textielfabriek der fa, v. Vijf- p" ®a. In een oogenblik was de gebeele fabriek één vuurzee. Het geheele gebouwencomplex mot alle machinerieën werd een prooi der vlammen. Ongeveer 50 personen worden hier door werkloos. Verzekering dekt de schade, welke ongeveer f 80.000 bedraagt gedeeltelijk. Gisterenavond omstreeks 3 uur ontstond door onbekende oorzaak brand in de hoiitopslag- plaats van de Haartemsehe Seheepsbouw-Mij. aan het Noorder-Buitenspaarno te Haarlem. In deze loods lag al het bewerkte hout op gestapeld; dat benoodigd was voor 'n schip,, dat op stapel stond. Er was gevaar voor groote uitbreiding van den. brand, want in de onmid dellijke nabijheid lag een groote voorraad benzine, koolzuur en olie. De Haarlemsche brandweer slaagde erin den brand tot de loods te beperken. Doordat dit industrieterrein zeer moeilijk, te bereiken is, kon de motorspuit niet dichter dan op 600 meter afstand naderen en slaagde zij er niet in tijdig voldoende water te geven. Gisterenmiddag brak te Nijmegen brand uit in een gebouw aan den Ubbergschen weg, dat dient tot paardenstal der fa. Geveling eu tot bergruimten, van de stoomwasscherij van Mee- teren. De paarden konden bijtijds in veiligheid worden gebracht. Inmiddels greep het vuur zoo snel om zich heen, dat de bovenverdieping, waar veel hooi geborgen was, in brand stond. Met drie stralen op de waterleiding bestreed: dé brandweer het vuur, doch kon niet verhinderen dat het geheele gebouw afbrandde. De oorzaak van den brand is onbekend. Verzekering dekt de schade. De landbouwer De B. te Raamsdonkveer, die onlangs van een hooischelf viel en ernstig aan den halswervel gewond werd, is aan de gevol gen overleden. HET VERMISTE KNAAPJE. In zee verdronken7 In verband met de gisteren gemelde verdwijn ning van een 6-jarig knaapje uit de Korendijk» straat te Soheveningen kan nog medegedeeld worden, dat zich Woensdag bij de politie 2 jongens aangemeld hebben die beweerden het knaapje gezien te hebben bij het spelen op een der pieren. Zij zagen het ventje in zed glijden en afdrijven. Ook deelden zij mede dat een man, die zich in zee bevond naar het jon» get je toe zwom en het trachtte te redden. Dat is echter schijnbaar niet gelukt. De politie tracht thans den man, die de red dingspogingen aangewend zou hebben op te sporen. Het lijk van het 6-jarig knaapje C. R. uit de Korendijkstraat te Scheveningen, is thans gis» terennamiddag uit de Haringkade aldaar opge haald. Gisterenavond omstreeks zes uur was de 15- jarige H. B., wonende te Geulle en werkzaam' hij den aanleg van het Julianakanaal, bezig met het herstellen van een kipwagen. Een loco motief reed tegen het wagentje aan met het gevolg, dat dit den jongen over beide beenen ging en deze vrijwel werden afgereden. Boven» dien bekwam hij nog verschillende andere ver wondingen. Nadat hem ter plaatse geestelijke en geneeskundige hulp was verleend, werd hij naar het hospitaal te Maastricht overgebracht, waar hij eenigen tijd later is overreden. Het springen van een oud-kanon B. S. uit Oudepekela die tijdens het vuur werk aldaar op 8 Juli, tengevolge van het springen van een oud kanon ernstig ward ver wend en in het ziekenhuis te Winschoten werd opgenomen, is gisteren overleden aan de beko men verwondingen. HET AUTO-ONGELUK TE BENTVELD. V Nadere bijzonderheden Nader is gebleken, dat bij het auto-ongeluk te Bentveld de ohaufeur J. V. uit Ter Aar een bekkenfraotuur heeft bekomen. De toesfand der patiënten, die in d-e Mariasti-ohting te Haarlem worden verpleegd, is thans naar omstandighe den goed. ERNSTIGE AANRIJDING Motorrijder niet duo-passagier tegen een muur Nabij de Klomp heeft een ernstig motoron geval plaats gehad. De motorrijder D. J. O. uit Amsterdam reed tegen het achterspatbord van een auto, bestuurd door den burgemees ter van Zuilichem. De motorrijder en mej. M. C. Oost, die als duo-passagier meereed, werden tegen een schuur geslingerd. Beiden liepen in wendige kneuzingen op. ONWEER. Te Steenbergen sloeg de bliksem in de wo ning van den arbeider van T. in. de Ruige Vel den. Het pand brandde geheel af. Eenige stuks vee en een gedeelte van den inboedel werden ge-red. De schade wordt door verzekering go- delct. 6.) Nee, riep ze koortsig, hij is hier niet, en dua6n dusBertrand, nog één keer. nou eens: Ik houd van je, Eustacie! Ik bemin je en ik -al je altijd blijven beminnen, tot aan mijn doodt AI verraste hem ook in haar stem de liefde, Joch was hij spoedig bereid, hakr verzoek te beantwoorden. Hij. trok haar vlak naast zich o& een groote rustbank eu keek erg verliefd het blozende gezichtje en de oogen die vol U'anen waren. Natuurlijk doe ik dat! antwoordde hij, kou en tot na den dood, liefs-té, dat weet je Wei; Zeg. het nog eens en kus me nog eens,, behaalde ze, haar oogen sluitend, terwijl aan bas*' borst een lange, diepe zucht ontsteieg, t°en hij haar verzoek met teedere liefkoozin- gfin beantwoordde. j, Ik bemin je, fluisterde hij tceder. O batacie, weet je wel, kindje, hoe groot de ttaebt en de diepte van die liefde is? Die bj£de, cUe ontbloeide, toen wij het eerst met «aijder spraken, over dat zoete geheim...- Teen verleden j«ar Je appelbloesems ston- "b te. bloeien- in do boomgaarden, antwoordde droomevig-, baar- Jio.otdjc aan zijn borst btvnd en de vogels tot hun maatjes zongen, lt iodero struik, uit knieren boom. O, wat b«o« do zon toen ine ij anders dan anders. 0B"ft ooft jouw ";nri zoo heerlijk geklopt. liet, rhythmc van net nle i'v-gc boren 'even? s lT" I?ot was maar e»j Vindje, die liefde tua- Zq 011 ons beide, aiuwwrll-j bij, maar au is groot c-n sterk gewordan, Hoveling. V 7" Toch zijn de w iiuercUg.w. n<-g koud en de knijpt ai bet ontbloeide leven dood. L«e.e _Nbs de tijd voor liefde! n,77 kouds van clr-n winte- zal ome harten n°r_K raken. Sesèi- }K- 'ub' alle bed pens dat ftit nooit mag Maar o, Bertrand, ik hen zoo bang: bJrn" ^'"'üg? Kunaon mijn armen je niet war- io b oc bevrijder- van anget en vrees? Hce kun £C'S l«ta vree en, als je am mijn liari rust? tervu0**0 glimlachte eens vertrouwelijk,, Ml in dat g-zichtje kwk, waar ai maar over »keeid*n en dat pu in bïttistsa zUn st«M zocht !ul heat Toch glimlachte zij niet terug, zooals hij vast gehoopt had. Toch ben ik nog bang, mompelde zij; i mijn vader. Ja, je vader. Waarom is hij toch zoo ge kant tegen onze schoone liefde? Maar hij zal wel makker worden, Eustacie, hij zal wei bij draaien! Kom, kijk me nou eens aan en lach eens vriendelijk, zonnebloem, want.... de lente is toch zeer vlug in het land. Bijdraaien? Bijdraaien! Hij is zoo hard, medelijden zal nooit zijn hart kunnen vermur wen. Maar misschien staat' hij me toch wel aan jou af en toch En toch? Kom, ts mijn meisje laf? Als mijn- oom- toestaat, nou, dan is het pad van ons geluk toch met rozen bestrooid waar wij ook wandelen. Wij houden toch van elkaar? Nu. drong zij zich nog vaster tegen hem aan en zijn handen onnatuurlijk liard en angstig omklemmend, herhaalde zij deze woordpn. Ja, wij houden van elkaar. O God, wij houden zoo van elkaar! Was het een kreet om medelijden, of een bede om hulp? .Maar wat kan er dan toch tusschen ko men? vroeg .Bertraucl en zijn grijze oogen waren nu even tceder als die van een vrouw. Eustacie boog haar hoofd zij. kon dien blik niet verdragen, als hij daarmee tot in. het diepst van haar ziel. afdaalde. Ik ik nob wel- eens lioor-en zeggen dat liefde ook sterven kan Liefde sterven? Nee, dat is onsterflijk. Zegt dat jo eigen hart niet, Eustacie?' Kan niets ze dood-en? fluisterde zij. Illj sloeg zijn armen zoo hartelijk en stevig om Inar heen, dat zij de eigenste klop van zijn hart kon hooren. Niets anders dan on iet. Eu daar hoeven wij niet bang voor te zijn, 3i»f kind. Daar hoeven wij ntet bang voor te zijn, herh'uihlo zij langzaam. Toen wierp zij haar hoofd ac iter j»er, iaebte zelf, terwijl zij zich uit zijn omarming losmaakte. Haar gezicht was rood, haar oogen blonken lijk sterren, maar da rooc.e lippen vooral, beefden hun uitdaging, Vreet? riep zo, waarom zouden wij vree- i#c? W»t hebben wij in Jo heele wereld' te vree zen, als wij elkaar maar hebben? Cfaehuoa- fc n zeerste verbaasd over deze plat- sc'icge ve-®aderir:g, juichte llij ze toe. En fUur oo li-fde ons verbonden heeft, antwoordde hij. hart aan hart, wenschen wij met te scheiden. Jij r-n ik, uister-ie tij en hij bemerkte niets van den roekeloozen noot in haar stem, dat is alles wat nu nog telt Wat kan me de heele wereld schelen buiten jou? Jij en ik en de eer. Dat is a-lf-s. Inderdaad, ter? her*|udde zij, jij, ik cn ce/? Had ik het laatste het eerst moeten zeg gen, Och, wat komt het er op aan! Ik leg de mijne nu voor altijd in deze trouwe handen. Hij kuste ze, terwijl hij sprak; elke hand op zijn beurt en ze liet ze onbewogen in de zijne liggen, terwijl zij hem met. vage vree3 aanzag. O, wat zou er gebeuren, a-ls zij het verlies van dit groote geloof en die groote liefde ris keerde? De gedachte was niet te verdragen. Zij keer de zich plotseling van hem af en ging bij het vuur staan. Ik heb je ik heb ja mijn niéuws nog niet verteld, zei ze, terwijl ze haar uiterste best deed, om er onbezorgd op log te babbelen. En ik heb mijn wijn nog niet gedronken, zei hij even opgewekt, maar niet vermoedend haar angst. Toch had ik dorst genoeg, toen ik binnenkwam, maar je bent een heksje, Eusta cie, je doet m-e alles vergeten, behalve jouw schoonheid. Zij schrikte bij zijn woorden op en liet een kleinen kreet ontsnappen. Had hij, haar niet genoemd, een heks? .Bertrand aarzelde even met het inschenken, van den beker. Wat is er liefke, wat schoeit je? Ze beefde hevig, nie-t langer in staat, zich on middellijk to beheiersehen voor een afdoend antwoord. E..e..niets; niets, stamelde ze, al leen eeik gelooi:, dat ik wat ang stig werd, ik ik weet zelf niet waarom. Misschien,, misschien...- kwam het..... Heb je een avontuurtje gehad, dat je me wildor vertellen, of is het een erg groot geheim? Ik lees in je zwijgende, plechtige oogen een verschrikkelijk verhaal. Heeft André zijn rin kelbel gebroken, of Suzanne het hart van haar laatstee minnaar? Zij vond het heerlijk, dat zij zich wat geme lijk kon tooneu over zijn grapjes. Je lacht ine maar uit, maar je zult niet meer lachen, als je het allemaal gehoord hebt Nee? antwoordde hij, zijn leegen wijnbe ker weer neerzettend en ook wat dichter naar den liaord schuivend; ik wilde alleen maar die schaduw van je doen wegdrijven, liefke. Ik heb dorst naar zonneschijn- O Bertrand, riep ze au wanhopig, hos kan ik het je allemaal vertellen? Het volgende oogenblik was h.'j een en al ernst. Vergeving, lieve, zei Lij. Ik had geen grapjes mogen maken, maar ik dacht er ook heclemaal niet aan, dat bet zooiets ernstigs betrof. Je gaat me toch niet vertellen, dat mijn oom weer gesproken heeft over een klooster cel, liever dsn zijn neef te begroeten als zijn schoonzoon? Nee nee, het. betr>ft ons beiden, niet, En dat brengt zoo veel zorg in de mooiste oogen van Frankrijk? Werkelijk, Eustacie, je doet me verbaasd staan. Ze had nu het pakket in haar hand en nu mrest ze op de een of andere manier toch een verklaring geven. ikliep in het boseh te wandelen.... alleenstamelde ze. Bertrand trok zijn wenkbrauwen, op. A Is ik dat geweten had! Maar ik veron derstel, dat Suzanna- bij je was? Nee..ik..e.was alleen.haelemaal alleen. Ikikezat te lezen, toen ik plotseling een kreet hoorde. Arm- meisje! En je was zeker bang, toen ben je vlug naai- huis gelöopen? Nee nee, ik ging er juist op af. En toen, vlak bij me, lag er een man te sterven Zij sprak erg vhig, met korte stootjes. Bertrand keek haar docdelijk verbaasd aan. Een stervende man? Het was, geloof ik. dat veronderstel ik tenminste een koerier van den hertog van Bretagne naar den hertog van Guienr.e. Een boodschapper van hertog Frans? De bc-langstelling van den jongen man was opgewekt hij vergat inderdaad half de spreekster, door da verrassing van haar nieuws. Eustacie legde een bevende hand op haai' voorhoofd. Het was nu zoo moeilijk, zuiver te denken, door die verwarrende samenweving van waarheid en leugen, die in haar geest woelde. Wat moest zij zeggen? En wat moest zij on gezegd laten? Ik was zoo bang, stamelde ze ik.... vik.... ik.... kan het me nauwelijks herinne ren. Maar er was.,., er lagdit pakje lag er. Zij stak het naar hem uit, haar oogen strak op den grond, gericht. Haar handen beefden, toen zij zijn vingers- rond den fatalen brief voelde, welks inhoud haar nog steeds vrees aanjoeg, ondanks de gerustetc-Iieahe verkla ring van haar vader. Bertranl echter, die ge heel en al aandacht was gewerden voor het pakje, dat hij van haar aattgenomvm iiad, vroeg niet eens wat haar angst had opz*wekt. Een pak.io van hertog Frats? herhaalde hij, terwijl üij het in z'jn hand omdraaide. Ik beloo'de hrt aan jou to geven, zei ze haastig, nu de waalt;op haar aanspoorde, om zoo spoedig mogelijk a«n het eincli van haar onwelkome laak te geraken. Ute.... ik bedoel natuurlijk, aan iemand die het mee naar .Bordeaux zou nemen, cn.en de graaf van Troiselles moest het antwoord weer. naar Bretagne brengen. Een zeer wonderlijk verhaal, 'mompelde do Varelais, ik wou, dat ik toevallig dienzelf den Boodschapper ontmeet had. De graaf van TroiseUes moest het ant woord brengen, herhaalde z-e, gedachtig da waarschuwing die zij ontvangen had. Dat was do persoonlijke wensch van den hertog. O, dien ken ik. Een zeer edel ridder en iemand dien hertog Charles een zeer groot vertrouwen schenkt, 't Is wel vreemd, Eusta cie, dat deze zelfde de TroiseUes het eerst mijn belangstelling opwekte, voor de zaak van on zen hertog. Maar zeg me eens, lieve,, wat heeft die man nog meer gezegd? Zij kende de scherpe adelaarsoogen die op haar gevestigd waren en bracht haar kleine hand voor haar oogen, alsof zijn blik. haar ont moedigde. Nee, sprak zij haastig, niets meer. Hij stierf. Hij was zoo dood Voor het eerst merkte hij nu, dat ze ernstig van streek was, maar toch vermoedde hij niet in het minst de reden. Natuurlijk, een gebeur tenis als waarvan zij hier sprak, zou toch elk jong meisje uiterst bewogen hebben. Maar ondanks :d zijn sympathie, moest hij toch zeker van zijn zaak zijn eu nog eens op dit punt terugkomen, daar hij de belangrijk heid van ue boodschap, die hij in zijn hand had, wel vermoedde. Jo bent er dus zeker van, dat hij niets meer zei? vroeg' hij vriendelijk, baar hand van haar gelaat nemend. O zeker; zeker. -- En je hebt er met niemand over gespro ken, dan met mij? Met niemand. Hat antwoord kwam maar zaclit en zij beef de terwijl zij sprak. Haar wangen waren even wit, als de sluie.- die liaar schouders bedekte. Mijn dappere Enstacifi! riep Bertrand, haar in zijn omarming trekkend en de kleur weer terugkusspud in do bieeko wangen, zoo Uef, zoo lief en zoo bescheiden; vanavond zul len er dappere lippen zijn, die jouw naam zul len roemen, In Bordeaux, waar Ut straks nog heen rijdt. Zeker, de hemel heeft jou tot een engelachtigen boodschapper uitgekozen. Weet, dat van dezen zelfden brief het lot van Frank rijk kan afhangen! Dit Is een tijd van uiterste! bewogenheid, lrif kind, voor ons land. Guien- ne, Pretagne, Bourgr-nd'e, staan gere»d, onf den tyran, di» ginds in zijn kasteel' te Amboisa samenspant, te verdelgen. Haar oogen stonden groot van schrik, I-Iemelsche moeder! mompelde zij fluiste rend veronderstel dat tenslotte l (Wordt vervolgd)'.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 7