—Ml WBk WSWÊM I Zaterdag 21 Juli 1928 Vierde Blad Pagina f Él I li v§? GiDHNKBOEK ROTTERDAM 1328-1928. ^BP fiM beide vorderingen aan eischer VOOR HET DR. SCHAEPMAN-FONDS De opbrengst te 's Bosch ALGEM. REKENKAMER HET VERSLAG OVER 1927 T. lil iiii S **>- IAJJVCT TE BUSSÜM VADERT ZIJN VOLTOOIING, al te Het dan ook een>al£ jaar over tijd. De gemeente maakt veel werk van het terras, dat de bocht moet maskeerem Het wordt een mooi brokje tunikunst, dat, wegens het uitzicht op c e u e, w. zal trekken. DE MARISCHKA-REVÜE. De overwegingen van hét vonnis der Haagsche Rechtbank. ONTZEGD Be' overwegingen van het vonnis der Haag sche Rechtbank inzake de procedure tussclhen d0n heer Mariscfhka, directeur van het Ween- Bche Revue-gezelscha.p, dat thans optreedt in Het Gebouw voor K. en W. te Den Haag met de revue „Alles aus Liehe", en de N.V. Dagblad De Residentiebode luiden als volgt Overwegende, dat gedaagde o.m. heeft aan gevoerd, dat deze actie niet tegen een N.V. ban Worden ingesteld, omdat alleen een natuurlijk Persoon zich aan het misdrijf van beHeediging fcan schuldig maken; overwegende, dat dit verweer niet gegrond te. omdat een N.V. handelend optreedt, dus hare organen en de burgerrechtelijke vordering Wegens een door haar organen gepleegde he- leedtging dus we'l degelijk tegen een N.V. kan Worden gericht: overwegende, dat deze vordering volgens arti kel 140S B. W. en vlg. slechts 'kant worden geldend gemaakt tegen hem, bij wien het opzet om te beleedigen heeft bestaan: overwegende, dat gedaagde dit opzet ontkent en daartoe aanvoert, dat de in het betreffende nummer van de Residentiebode opgenomen be schouwingen haar niet bekend zouden zijn ge weest; overwegende echter, dat dit verweer moet Worden verworpen, omdat, daargelaten dat ge daagde uitdrukkelijk erkent dat dit haar op- treden is geschied in het algemeen belang, Waarmee baar beroep op onbekendheid niet wel Vereenigbaar is, gedaagde zoo mondeling als schriftelijk met nadruk heeft betoogd, dat EÜ, als beoogende hare statuten de uitgifte en de exploitatie van het dagblad „de Residentie bode" ter verspreiding en verdediging van Katholieke belangen o.m. op maatschappelijk gebied, als zoodanig de publieke opinie moet leku>n en zij derhalve moet waarschuwen tegen vertooningen, waarvan volgens Katholieke be ginselen een slechte invloed uitgaat, gedaagde Hare bekendheid met bedoelde beschouwingen biet kan loochenen; overwegende, dat de primaire vordering niet kan eisciber kan worden toegewezen, immers uit meerbedoelde beschouwingen gedaagde's oogmerk om eischer te beleedigen niet kan Worden opgemaakt; overwegende toch, dat aan een dagblad, al3 dat wat gedaagde uitgeeft en verspreidt, het feoht niet kan worden ontzegd om, zoo het ran oordeel is, dat vertooningen als die van do ar 1 sohka-revue een slechten invloed uitoefenen en ruil zijn, die als zoodanig te kenschetsen; overwegende, dat zulks slechts anders zoude zijn, indien door de woordkeuze de eer en goede naam van den samensteller en leider van de revue o p z e 11 e 1 ij k zouden worden aangetast, en zulks uit de bestempeling van het stuk als „Wcensok vuil" en „vuil" (al zou de gedaagde haar afkeurende beoordeelingen van de revue wellicht in ietwat gematigder vorm hebben kunnen uitdrukken) zonder meer niet volgt; overwegende omtrent de subsidiaire vorde ring dat deze is gegrond op de stelling, dat gedaagde door de verspreiding van een artikel met ©en voor eischer krenkenden Inhoud, zou hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldig heid, welke in het maatschappelijk verkeer tegen eens anders persoon betaamt; overwegende, dat gedaagde's bewering, dat voor deze vordering geen plaats zou zijn, naast de op hetzelfde feit gegronde actie uit artikel 1408 B W., ongegrond voorkomt, omdat do sub- sidiaire vordering juist niet op opzettelijke be leediging berust en artikel 1408 B. W. alleen omtrent de actie wegens opzettelijke beleedi- "■ing regels geeft, zonder te bepalen, dat een onrechtmatige handeling, die niet onder het begrip opzettelijke beleediging is te brengen, maar waardoor evenzeer eens anders goede naam wordt aangetast, niet tot schadevergoe ding zou verplichten; overwegende echter, dat, zooals uit het hier. boven omtrent aard en strekking van het be wuste artikel ovevwogene volgt, daaraan geen tegenover eischer onbetamelijk karakter lean worden toegekend, zoodat de verspreiding daar van geen onrechtmatige daad tegen eischer op levert; - rechtdoende: ontzegt aan eisöher zoowel ae primaire ais de subsidiaire vordering. COMMISSARIS DER KONINGIN IN ZUID-HOLLAND. De Commissaris der Koniugin in de pro vincie Zuid-Holland bezocht gisteren de ge meente Brielle, Nieuwenhoorn en Hellevoet- sluis. Dr. A. R- ZIMMERMAN NAAR MEXICO. Heden is dr. A. R. Zimmerman te St. Nazaire scheep gegaan naar Vera Crux, teneinde te Mexico City de eerste zitting te presideeren van de Engelsoh—Mexicaansche schadevergoedingscommissie. De collecte voor het dr. Schaepmanfonds heeft in de stad 's Hertogienbosch opgebracht 8.172.60%. DE ADMINISTRATIE BIJ DE RIJKS UNIVERSITEIT TE LEIDEN EN BIJ HET CENTRAAL BUREAU VOOR Dfc STATISTIEK. Vorderingen op vreemde Mogendheden, De stand der vorderingen van Nederland op vreemde Mogendheden ontstaan door den ooriog 1914—1820 was op 12 Januari 1928 als volgt: A. Kasvoorschotten, niet ten laste Staatsbegrooting gebracht. 1. Oostenrijk: a. reliefkrediet GO. b. levensmiddelen 1S.700. c. uitgaven voor bescherming van Oostenrijksche hrd '.vi 139. 2. Hongarije 50. 3. China 17. 4. Polen: a. zaaihaver enz. 501. b. kleedingkrediet 7.405 5. Joego-Slavië 43 6. Duitsch Krediet 47, Duitseh Krediet B „104.008 van de 534,10 009.— .011.88 990.95 ,725.89 .800.— ,832.70 .858.83 .544.64% .666.20 Totaal 128.980.965.19% B. Voorschotten i™ i-s3t« van de begrooting gebracht: 1. België 34.812.000. 2. Rusland 666.807.44 3. Oostenrijk: a. uitgaven voor i ..enen 32.809.64 S. uitgaven voor bescherming van Oostenrijksche belangen 5.526.85 4. Joego-Slavië 122.241,84 35.639.385,77 Totaal van de rubrieken A en B 164.620.350.96% Tarief van loodsgelden op de Schelde. Voor de berekening van loodsgelden voor de vaart op de Schelde geldt nog steeds 0.47 als koers voor den Belgischen franc. Deze vaste koers berust op artikel 3 van het reglement tot uitvoering van artikel IX, 3, van het trac- taat van Londen van 13 April 1839. Het nadeel, dat Nederland hierdoor leed, werd in de laatste jaren belangijk. Het bedroeg in; 1919 60.000; 1920 ongeveer 200.000; in 1921 ongeveer ƒ250,000; 1922 ongeveer 400.000, 1923 ongeveer ƒ550.000: in 1924 ongeveer ƒ700.000; 1925 ongeveer 700.000; 1926 onge- vaer 900.000. Hoewel toeneming van liet verkeer op de Schelde hierop van invloed is geweest, moet die stijging van het verlies ln hoofdzaak worden toegeschreven aan de voortdurende daling van den Belgischen franc, welks lage waarde oor zaak is, dat de betrokken reederijen er de voor. keur aan geven, de loodsgelden te Antwerpen in Belgisch geld te voldoen. Van den Minister van Marine ontving de Ka mer de mededeeling, dat de kwestie der beta ling van de loodsgelden in gedeprecieerde Bel gische francs de volle aandacht van de Regee ring heeft, dat reeds sinds verscheidene jaren getracht was met de Belgische regeering tot overeenstemming te geraken omtrent een bete re regeling, maar dat het tot nu toe niet was mogen gelukken, de onontbeerlijke medewerking van deze te verkrijgen. College-, inschrijvings- en examengelden bij de Rijksuniversiteiten. Het voortgezet onderzoek betreffende de be taling en verantwoording van inschrijvingsgel den bij de Rijksuniversiteit te Leiden over de iaatstvoorgaande jaren, heeft aam het licht gebracht, dat een bedrag van ruim 10.000 voor een gedeelte niet door de studenten be taald, voor een ander gedeelte niet in de schat kist gestort is. Bij gebreke van voldoende ge gevens was het tot dusver niet mogelijk, de be dragen nauwkeurig te bepalen. Een gedeelte van de achterstallige betalingen is inmiddels nagevorderd, terwijl ook overigens maatregelen zijn genomen om de schade voor het Rijk te be perken. Voorts drong de Kamer bij hen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan op Hebben de Rotterdammers van 1o38 zich hooit kunnen indenken, dat na zes eeuwen hun nazaten een stad zouden bewonen, waarin hun eigen schamele huizekens niet eens in ^uden zijn terug te vinden, evenmin hebben Bij er zich nooit een voorstelling van kunnen v°rmen, dat na zes honderd jaren de schen kingsbrief van hun goeden graaf Willem de st°f zou worden voor een boek, zoo' groot en h'k als een bijbel, werkelijk waard om nog eens hhh he ketting te worden gelegd, zoo verleide lijk om he fraaie uitgave en de tallooze schoone Prenten en platen, een foliant van over de zes- Honderd bladzijden, gebonden in een rustig hiassieven band, een boek, zwaar van inhoud en gewicht tevens. We bedoelen 't „Gedenkboek", uitgegeven ter Gelegenheid van het 600-jarig bestaan der stad Botterdam, onder redactie van E. O. M. Ruem- H°l, bij he drukkerij M. Wijt en Zonen. Gelijk de redacteur in zijn „Inleidend Woord'" opmerkt, brengt het gedenkboek een bonte ver scheid^,,,jlei(j van bijdragen. Weliswaar geven o artikelen en beschouwingen van den eersten Hit deze stad een levend beeld van hetegén op iTerscliineut} gabled in den loop der jaren in en - °or Rotterdam1 is gewrocht en leggen zij ge- hi&enis af, dat naast de behartiging van de hiaterieele belangen niet in mindere mate de CQrbied voor het cultureele, het ideëels bestaan ^ah oen volk, hier in Rotterdam steeds als een "Ringende noodzakelijkheid is gevoeld, mot dit a's is eil iet een moeiiijke zaak binnen de, "'hintte, welke een dagblad, daarvoor mag af gaan, iet3 té zeggen over, iets mede te deelen *lt hit zeer lijvig en zoo heterogeen boekwerk. cu 'ontere opsomming van de artikelen en de men der schrijvers vergt ai heel wat ruimte. laat staan dan een beperking, welke den lezer nig iets meer wil geven, dan een inhoudsop gave. Drie ministers openen die rij van medewer kers. Voorop gaat Z. Ex. minister Kan, die, al bekent hij dat er eenige moed toe behoort in een Haagsche omgeving, durft belijden, dat hij Rotterdam lief heeft als een geboren Rotxer- dammer. Daarbij laat liij toet. Zijn ambtgenoot aan Arbeid, Handel en Nijverheid, Minister Slotemaker de Bruine wijst op de beteekenfc van Roterdam als transito-haven, welke func tie hij als een groot belang ziet voor het econo misch leven niet alleen van deze stad, doch van het geheele land. De derde ministerieel© medewerker is mr. van der Vegte, de Minister Van Waterstaat, die volkomen op zijn terrein blijft, al schrijvend over Rotterdam en zijn vaarwateren. Dan volgt een bijdrage van een hand aan wien sedert het verschijnen van het boek mlddeler. wijll de pen is ontvallen, mr. Wytema, onzen overleden burgemeester. Al draagt zijn be schouwing over Rotterdam in ontstaan en groei nergens een persoonlijk accent, toch, r.prekeu uit zijn woorden de groote liefde en dé ijver, waarmede hij vijf jaren voor onze stad heeft gewerkt. Met gerustheid en vertrouwen kam Rotterdam dan ook een nieuwe eeuw van haar bestaan ingaan, verzekerd, dat de onver flauwde energie van haar nijvere bevolking; méde zal werken tot toeneming van handel? scheepvaart en industrie, tot bevestiging en versterking van de plaats die Rotterdam nu reëds inneemt in het scheepvaartverkeer, n.T. die van een der eerste, zoo niet de allereerste haven van het vasteland van „Europa", aldus mr, Wytema's bijdrage. Wanneer hij ze schreef DONDERDAG HAD TE GRAVE DE EERSTE STEÈE LEGGING PLAATS van het electri- sche gemaal. Een foto vau de plechtigheid. veel scherper toezicht op het bijwonen van col leges door studenten, die niet waren ingeschre. ven. Aan de Rijksuniversiteit -te Leiden hebben cu ratoren onvoldoende toezicht uitgeoefend op het innen der college- en examengelden. Aldaar be stond dienaangaande de minder goede praktijk, dat de pedellen met deze taak waren belast, terwijl bovendien ten onrechte de meening be stond, dat de pedellen wel aan den rector-mag- nificus, maar niet aan den secretaris van cura toren verantwoording schuldig waren. Thans ls In dit opzicht verbetering in de administratie gebracht; de werkzaamheden der pedellen zul len voortaan geconcentreerd en de administra tie gecentraliseerd worden. Ten aanzien van de controle op de inschrij ving cn het betalen van collegegelden is thans een regeling getroffen, waardoor alle colleges ten minste tweemaal per jaar door controleurs zullen worden bezocht. .Reizen om een Departementsambtenaar te complimenteeren. In October 1926 herdacht een hoogge plaatst ambtenaar hij het Departement van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw zijn 40-jarige dienstvervulling. Het trok later de aandacht van de Kamer, dat op dén dag van dit jubileum een aantal directeuren van Rijkslandbouwproef stations en Rijkszuivelvisiteurs uit verschil lende deelen des lands naar s Gravenhage of naar Voorburg waar de jubilaris woonde gekomen waren, ter zake van die reizen vergoe ding op de voet van 't Reisbesluit 1916 hadden ge noten. Zij vroeg dén Minister inlichting. Het was immers niet gebruikelijk, noch hij dit De partement, noch elders, ambtenaren die in and-ere deeTén van het land woonden, op 's Rijks kosten in de gelegenheid te stellen, het jubileum van een Departementsambtenaar liij te wonen. De Minister deelde mede, dat een dienstbe- spreking met RijkszuivelvisiteUrs-diienatlei- ders, welke in October gehouden moet worden, zoo 'geregeld was, dat zij op den dag van het jubileum viel, ten einde den bedoelden ambte naren dan tevens gelegenheid te geven, den feestvierende complimenteeren. Ook was van de •aanwezigheid van' de directeuren van proefsta tions gebruik gemaakt om besprekingen te hou den over dienstbelangen. De Kamer zou buiten haar bevoegdheid zijn gegaan, indien zij zich had beziggehouden met de vraag, of d'ienstbesprekingen op zulk een dag tot haar recht zouden komen. Zij heeft de bedragen van de reisdeclaraties verdiend. De onregelmatigheden bij het centraal Bureau voor de statistiek. Voorts wijdt de Kamer uitvoerige beschou wingen aan d-e onregelmatigheden ^n op traal Buireau Verzoek ITadat'le zaak tegen den refendaris-titulair K in handen der justitie was gegeven-bleek aan de Kamer, dat ten minste 25.000 wegens ee-dane ontvangsten onverantwoord was geble- ven'door dezen ambtenaar, die belast was met den verkoop van publicaties en andere onder werpen van geldelijk beheer. Zij stelde daar bij vast, dat een behoorlijke boekhouding van ontvangsten en uitgaven had ontbroken eil tevens, dat controle vanwege de administratie op het kasbeheer van den rekenplichtige blijk baar geheel achterwege was gebleven, althans in den laatsten tijd. Do Kamer meende in liet midden te kunnen laten, wie van de meerderen van den ontrouwen ambtenaar voor het verzuim van controle aan sprakelijk mocht worden gesteld, zij aohtte het echter volstrekt noodzakelijk, dat afdoende maatregelen voor het vervolg werden getroffen. In een kantteekening merkt de minister vau Binnenlandsche Zaken en Landbouw op, dat thans vanwege den directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek afdoende oontróle wordt uitgeoefend. De betrokken ambtenaar genoot sedert vele jaren het volstrekte ver trouwen en daaraan is het toe te schrijven, dat door den Internen dienst van het Centraal- Bureau voor de Statistiek is nagelaten op boekhouding de noodige geregelde controle uit te oefenen. Het overleg met den directeur aangaande de uitgifte in eigen beheer en den. verkoop van de overige publicaties is nog gaande. INTERN. TENTOONSTELLING VOOR SCHOENEN- EN LEDERINDUSTRIE. j Bekroningen. Maatschoeisel: Groep I luxe schoei sel: gouden medaille J. P. van Duynen te Sche- veningen; idem firma Hessels en Maas,, den Haag; verguld zilveren medaille F. van Digge len en Zn. te Haarlem; idem firma A. J. Lia newever te den Haag; zilveren medaille Alex Huykman te Haarlem; idem C. van Maaren to den Maag; bronzen medaille J. van Rijswijk te den Haag. Groep II. normaal schoeisel met ge ringe afwijking; verguld zilveren medaille fa. Drukker te Zaandam; zilveren medaille Harry Happel te den Haag; idem Reinhold Schtltz te den Haag; bronzen medaille P. L. C. Bodaan te Rotterdam; idem fa. de Jong, te Rotterdam; eervolle vermeldingen C. Labrie te den Haag en TV. van Lokven te Veghel. Groep III, ortho- paedisch schoeisel: verguld zilveren medaille met extra vermelding van lof Alex Huykman te Haarlem; verguld zilveren medaille A. Schlageclce te Arnhem; zilveren medaille P. L. C. Bodaan te Rotterdam; idem van Maaren te den Haag; bronzen medaille fa. A. J. Linne- wever te den Haag; eervolle vermelding: firma' v. Diggelen en Zn. te Haarlem. Machines: Gouden medaille en eerekruis firma Alberts en Co. te Amsterdam; gouden medaille August Kulche te Tilburg; verguld zilveren medaille firma Timmermans te Am sterdam; idem Frans Kessen te Utrecht; zil veren medaille Continentaal Mij. te Nijmegen;' idem firma Wolf te Meppel; bronzen medaille van Doorn en van Gortel te Nijmegen; eer volle vermelding Vlasveld te Rijswijk. Gereedschappen: gouden medaille fa. Dick te Esslingen (D.). we weten het niet. Maai zeker zijn het de laat ste woorden welke de burgerij van onzen over leden burgemeester heeft gehioord. Onze gemeente-archivaris dr. E. Wiersma komt hierna met twee artikelen, een over de beteekenis van het privilege van 25 Juli 1323 en een over het Middeleeuwsch Rotterdam en beeld. Bij de opening van de historische ten toonstelling in den Rotterdamschen Krng in de maand Mei van dit jaar werden deze be- langrijfke beschouwingen reeds mondeling ge geven. We hebben t0*11 reeds een uitvoerige weergave er van in dus blad opgenomen. We vinden ze nu terug met de prenten, welke des tijds ook zijn geëxposeerd geworden in den Kring. Ook de privilegebrief -wordt gereprodu ceerd, terwijl aan het artikel is toegevoegd als openstaande kaart een fragment van het kaart boek van Simon Dammasz, aangelegd in 1578, voorstellende het Oostelijk) gedeelte van de Hoogstraat met omgeving. Na een foto van het college van Burgemees ter en Wethouders komen fle vijf wethouders met artikelen van het terrein hunner ambte lijke werkzaamheden. Wethouder de Groot over; de organisatie van het Rotterdamscha onder wijs, wethouder de Zeeuw over de gemeentebe drijven, wethouder Nlvard over Maatschappe lijk Hulpbetoon in den loop der eeuwen (waar bij hij terecht wijist op het relatief zeer belang rijk aandeel der Katholieken), wethouder Heij- koop over zes eeuwen Volkshuisvesting (nar tuurlijlk een preek voor eigen parochie, wie zou anders van hem varwiachten?) en ten slotte wethouder de Jong overHier moe ten we even halt houden, want zijn artikel „Dé ylag in top", verdient wel nadere beschou wing. Hier is een pracht kerel aan het wioorff. Luister; „Rotterdam, onze stad aan de breede rivier, ntet zijn steeds vaTieerende aspecten is een verrukking voor de oogen; em daar te wonen- is-voor wie er. zich thuis voelt een rijkdom en genot. Niet voor uitdrogende? straks versuf fende renteniers, die rustig slapen willen, safe op de inwisseling van de periodieke coupons, waarvoor de schaar tegen de vervaldagen ge reed ligt. Neen, Rotterdam is een lust voor wie werken wil voor wie proeven en smaken wil dien on waardeerbaren goddelijken zegen, die „arbeid" heet. Door moed doorzettingsvermogen, onver stoorbaar bezielde geelstkracht is de stad ge worden, zooals ge haar thans aanschouwt. Naar het wachtwoord dezer eeuwen: nihil sine labore. Na een opsomming van verschillende groote werken, die de glorie der stad uitmaken, stelt, Uij de vraag: of dan met waardeering van wat tot stand kwam en van wat binnen enkele ja ren gewisseld zal komen, nu alles thans naar wensch isï Wel neen, verre van dien! Rotterdam, stad van weldra 600.000 inwo ners, zit bekneld aan alle zijden. Elke verstandige kop geeft innerlijk toe, (lat uitbreiding van grondgebied uoodig te ais brood. Onafwijsbaar. Eu dan? Van Noord tot Zuid, van het huidige lande lijke gebied boven Hillegersberg af tot dicht aan Dordrecht toe, zal het zijn één grootsche stad schitterend van aanleg zich in blijden voorspoed verheugend. Van Cappele aan den IJssel af tot HJoek van Holland toe, zal Rot terdam de vleugels uittrekken over één groot havengebied, vol drukke bedrijven, exempels van verheffende energie en tinteling van le ven, verschaffende aan duizenden handen werk ©n aan tienduizenden mon'den brood. Daarmede is niets te veel gezegd. Na_ ons zullen er komen en uitspreken, dat het bij liet zeshonderdjarig jubileum! gehoopte en voor spelde een feit is. Zoo wordt Rotterdam een stad vau pteeds toenemend* iupossantie". Na een warm pleidooi voor de spoedige ver^ wezenüjking van het groote annexatieplan, ver volgt de heer de Jong: „Moge ons goede Rotterdam, onder groeiend en zich aanpassend bestuursorganisatie, weldra uitgestrekt langs de boorden van de Maas, van Oud-Rotterdam af tot den Hoek van Holland toe, binnen weinige tientallen vau jaren een stad zijin, ruim en groot, goed aangelegd en welgelegen, rijk en welvarend, bloeiend en bruisend van leven, onder bestuurders, die met liefde en algemeene toewijding, niet volle over gave en breedheid van opvattingen, wars van be nepen kleinzieligheid de moderne grenzen re- geeren. Daa. Jj zij het dezen hestuiirders gegeven innerlijk bezield te worden door beginselen, dia hen stevig steunen en sterken. Laat Rotterdam, ons aller geliefde geboorte stad of woonplaats, bij zijn uitgroeien steeds onwrikbaar trouw zijn, zoowel aan het „nihil sine labore" als aan het „nihil sine Deo". Deze twee moeten blijven samengaan in Uteads durende harmonie. Opdat, wanneer Rotterdam uitgestrekter en aanzienlijker zal zijn dan ooit te voren, nooie tot onze atad terecht gezegd kunne worden?, gij zijt groot en zeer machtig geworden, gij zijin omhoog gestegen op de adelaarsvleugelen, uw<| heerlijkheid is verheven tot ln de wolken de^ hemels, naar Hem van Wien alle zegening en al uw wasdom kwam, hebt gij vergetem daarom zal uw grootheid straks voor immef voorbijgaan en ttw vootfspfoed een einde vil* den." In heel veel artikelen vindij men zoo weln dleptei, hij mr, d* Jong'® penuïtfnscM Sr ons daarom (e ineer dezè diepere gedhchS gang. Artikelen Tan mr, Smedingj vau nuk_ - ser, van den commissaris te Hoek TAii den heer G. F. Jas sluiten eea van het gedenkboek? gewijd Cglme van Rotterdam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 13