BE SPORTIEVE KAMP DER NATIES DE ZEILWEDSTRIJDEN V3IJD<\G 27 J'J'J 1223 DERDE BLAD - - PARUS 1924 DE NEDERLANDSCHE ATHLETEN - ------ H: RESULTATEN VAN HET VERLEDEN HOLLAND'S HOOF OF HET WATER DE RESULTATEN LN 1924 "Wat heeft Nederland bereikt op de OlJ®1' 'piade te Parijs DE DEELNEMERS TE AMSTERDAM A. U t uurti le opers resp. op de 800 en jOO meter. De Olympische Spelen van Parijs la 1924, waar de vorderingen der athletische training tastbaar werden getoond doordat tal van Olym pische records daar om hals gebracht werden liggen nog zoo versch in het geheugen, dat het onnoodig is daarvan vele bizonderheden te ver tellen. De Nederlandsche ploeg was ook te Parijs vertegenwoordigd, heeft wei niet de nationale driekleur aan den hoofdmast gebracht, maar onze athleten behoefden niet meer in de loop wedstrijden uitsluitend op de ruggen hunner tegenstanders te tijken Alle hoop op een Nederlanïlseie overwinning was op Paulen gevestigd. Hij, die reeds een Internationalen naam had verworven als 400 M. looper, slaagde er in den Engelsohen theolog'. schen student Liddell in den voorwedstrijd met een tijd van 49 sec. te slaan; in de halve be slissing overschatte de Haarlemmer zijn eigen kunnen, zette daardoor zijn eindspurt te laat in en werd voor de beslissing uitgeschakeld. Het was voor de Nederlanders geen aangename gewaarwording te moeten zien, dat dezelfde Liddell, dien Paulen bad geklopt, In den eind strijd Olympisch kampioen werd met een tijd van 47.6 sec. Eigenaardig, dat dit in die twee dagen de deTde recordverbetering op dien af stand was. De Ned. estafette-ploeg heeft zicfl op de Pa- rij sche Spelen uitmuntend van haar taak ge kweten, braoht zelfs, al was het maar voor enkele minuten, het wereldrecord op haar naam. Tenslotte echter verbeterde Amerika zijn record yan Antwerpen, dat 42.2 sec was, tot 41 sec. We willen niet van de Ned. ploeg afstappen zonder onzen landgenoot Keyzer te noemen, den eersten Nederlander, die op den tienkamp uit kwam en eindigde met de tiende plaats van de 49 deelnemws. De groote man der Parijsohe athletiekwed- Strjjden was ongetwijfeld het mechanische won der de Fin Nurmi. Deze taaie 34-jarige looper „vel over been" zou men zeggen, als men hem ziet liep automatisch, zich zelf op zijn chronometer controleerend, ronde na ronde, won de 1500 M. in 3 m. 53.6 sec., demzelfden dag de 5000 M. In 14 m. 31.4 sec., een prestatie, die voor zich zelf spreekt. Voorts legde hij beslag op den 10.000 Meter veldloop In 32 in. E4.8 sec. en had hij een actief aandeel in de zege zijner landsploeg op den 3000 Meter ploe- genwedstrijd. Naast hem dient genoemd zijn landgenoot Ritola, de winnaar op de 3000 Meter hindernis en de 10.000 M. hardloopen, waarbij ook de Zweed Wide zich als een uitstekend looper op den langen afstand onderscheidde. Op de 10.000 M. veldloop had de laatste eerst de leiding gehad, Nurmi en Ritola gingen hem echter voor bij; de Zweed werd toen door de smoorhitte bevangen en bewusteloos door de ambulance binnen gebracht. De vraag dringt zich van zelf aan ons op: Welke verwachtingen koesteren de verschil lende landen, die in Amsterdam op de Olympi sche spelen uitkomen, van hunne athleten? Dat het beantwoorden dier vraag ons nood zaakt ons naar het rijk der gissingen te hege yen, behoeft niet te worden gezegd. Wel hebben we eenigen maatstaf In de onderlinge vergelij king van de prestaties der aihleten van ver schillende landen, doch geheel bettrouwbaai Is die maatstaf niet. Zonder de technische juist heid van de door de buitenlandsche pers gepu bliceerde uitslagen maar esoigszins in twijfel te trekken, is het toch algemeen hekend, dat de officials in het eene land veel strenger zich houden aan de internationale reglementen, deze met meer nauwgezetheid en ervaring toe passen dan in het andere. Op de sprintnummers zijn ingeschreven: M. y. d. Berge, J. Boot Jr en twee reserves Hen- nings en Benz. Inderdaad v. d. Berge kan op dien afstand voor onzen snelsten sprinter gelden, die met 10.6 sec. het Nederlandsche record houdt, dat is dus de tijd, dien Abrahams (Engeland) te Parijs (1924) maakte. Wij twijfelen niet, tenzij hij in een zware serie terecht komt, of hij bereikt de naive beslis sing, in de gunstigste omstandigheden komt bij ook in den eindstrijd. Maar dan? Het is een ieder opgevallen, dat de populaire Rienes, die te Parijs zulke triomfen vierde, die Hou- ben sloeg, maar in Dortmund een veer moest laten, in den laatsten tijd wat over moe id echec-n, niet meer die onhoudbare snelheid ontwikkelt, die hij vroeger toonde. Wij durven dan ook niet, al i3 het met het grootste opti misme, voorspellen, dat hij de nationale kleu ren aan den middelsten most zal doen rijzen en we zouden het al heel mooi vinden, wan neer hij zich in den eindstrijd plaatste. Wie de 100 M. zal winnen? Da strijd zal zeker gaan tus.-3Ch.en Duitschland, Engeland en Amerika. Duitschland, dat in Körnig over een uiterst finel looper, in Houben over een atbleet be schikt, wiens prestatiën na een Inzinking thans .weer stijgende zijn; Engeland, dat In Ran- gelejr een waardig leerling van Abrahams heeft en die den kampioenstitel over 100 yards ia 10 sec. voert Hoewel de Amerikanen uiterst snelle sprinters hebben zeven maal achter een was een Amerikaan Olympisch kampioen zou een herhaling van 1924, toen Engelsche wilskracht in Parijs de snelheid van den Yankee sloeg, niet onmogelijk zijn. Op de 200 M. hebben we Van den Berge en Broos. Sommigen meenen, dat de Rotterdam mer op dien afstand sneller is dan Broos. We erkennen dit, toch geven we den Philipsman bij even gunstige plaatsing, een betere kans op succes, omdat de steviger gebouwde Broos, met zijn breede passen in zijn lichaamskracht meer waarborgen biedt voor het bijhouden van de snelle „Olympischen pace". Kans op over winning in den eindstrijd is er echter voor Nederland niet. Zal de Union Jack aan den middelmaat wapperen en Rangeley daar den palm der overwinning wegdragen? Ongetwij feld zal hij zijn Duitsche mededingers Körnig en Corts slaan. Maar Amerika? Dio keur bende zal wellicht voor verrassingen zorgen. Op de 400 M. en de 800 M. is alle verwach ting gevestigd op onzen looper van internatio nale vermaardheid Adje Paulen. Inderdaad, zijn snelheid, vooral zijn internationale wed strijdroutine geven daartoe het recht. In Parijs heeft hij te veel op zijn „kunnen" vertrouwd; die les ligt nog te versch in zijn geheugen, om hem niet tot waarschuwing te dienen, en hem aan te zetten zün „spurt1' wat eerder te begln- De A, u. ulhicet ld. boer,. AUs .a< uuAoja.cn in het nummer vèrspringen. nen. Wanneer zijn physieke toestand hem maar in staat stelt over al zijn krachten te beschikken 1 Duitschland heeft in den langbeenigen Dr. P-eltzer, den man van den gemiddelden af stand. een kranig vertegenwoordiger, die er wel voor zorgen zal, dat Engeland en Amerika, tot nu toe de eenige kampioenen op de 400 M. en de 800 M., in hem een concurrent zullen vin den, die hen tot de uiterste krachtsinspanning zal dwingen. Ongetwijfeld zal de winnaar uit de ploegen van een dezer drie naties komen. Wat de groote afstanden betreft: 1500 M„ 3000 M., 5000 M. en 10.000 M„ hierin kunnen we Nederland met een gerust geweten uit schakelen. Noch de beide Zeegers, noch P. du Hen zullen hier bij de series aanblijven; hun pace haalt niet bij die van het buitenland. Ook Duitschland, België en Frankrijk komen daar voor niet. in aanmerking. Nu Zweden met zijn Y'Zj&iJ-'- :-i y De Franschman 'Sera Ma, tin, wereldrecord,, houder op de 800 nieter, clle ook te Amsterdam van de partij zal zijl}. looper Wide niet in het strijdperk treedt, zul len de Finnen Nurmi of Ritola ia de 3000 M. en hooger de overwinning wel wegdragen) Ritola schijnt in beter vorm te zijn dan Nurmi. De Fin Sternroos, de winnaar vaii Parijs, be vindt zich weer onder de deelnemers voor den Marathonloop en met hem nog een drietal dier stoere loopers uit het hooge Noorden. We weten, dat ook Amerika met een tweetal ge duchte lange afstandsloopers op dat nummer mededingt, maar zouden zij In dien klassie ken loop den glans der Finsche zon kunnen doen yerbleeken? Wij gelooven het niet. Onze T. C. heeft ook enkele loopers, onder wis Sprong en Landheer ingeschreven; we hadden het verstandiger gevonden, als ons land zich in dat nummer maar tot toekijken had be paald. Naar wij meenen, zullen de Amerikanen onder hun athleten de Olympische kampioenen op de springnummers mogen tellen; een blik op de resultaten der voorafgaande Olympische wedstrijden leert dit wel. Juist de springnum mers worden in Amerika met de meeste voor liefde beoefend en in den besten stijl aan geleerd. Onze verspringer De Boer zal ongetwij feld- bij de finale onder de mededingers zich bevinden. Al ziet hij kans het In Stamford- bridge gemaakte record te verbeteren, dan nog blijft hij beneden het Olympisch record (M 7.445) van Parijs. Wij hopen, dat hij onder de eerste vier zal brhooren. W. Peters en J. Blankers zijn onze manne tjes op den hink-stap-sprong. De eerste zal in den Fin Tulloos, die reeds in Antwerpen den afstand sprong, dien Peters nu haalt, een zwaren mededinger hebben. Met wat geluk maakt Ni ,)and toch een goede kans. De werpnummers zullen, wat kogelstoot en discuswerpen betreft, Duitschland en Amerika in feilen kamp tegenover elkaar bren gen on Knol, v. d. Ley en Postma kunnen zich gelukkig rekenen, wanneer zij niet reeds in de series voor verdere deelname afvallen. Speerwerpen zal door de Finnen worden gewonnen, wanneer zij in Peutllla en Liettu ten minste een waardig opvolger van Myrrha hebben gevonden. Zal de Eindhovensche Hercules Kamerbeek met kans op slagen het in kogelstooten durven opnemen tegen den Amerikaan? Wij betwijfe len het. Wat de hordenloopen betreft, Engeland heeft in Lord Burleigh, indien deze aanwezig is, een uitstekenden „looper-springer" op dat on derdeel, tegen wien de andere landen, Amerika uitgezonderd, niet veel kans zullen hebben. Die exceptie zegt reeds, dat we den overwin naar veronderstellen onder de ploeg der „Stars and Stripes". Wat de beste estafette-nummers betreft, op de Hollandsclie ploeg, die de 4 X 400 M. loopt, hebben we al onze hoop gevestigd. De loopers Paulen, v. d. Berge, Broos en Hoogerwerf vor men een kranige combinatie, die, wanneer bet „overgeven van den sto-k" geen teleurstelling brengt juist bij ons bet minst verzorgde onderdeel een ernstige candidaat is voor de eerste, zeker voor de tweede plaats. Wie uit deze veronderstellingen, die beschei den zijn geschreven, zijn gevolgtrekking maakt zal hebben opgemerkt, dat de felste strijd zal worden gestreden tusschen de athleten van Amerika, Engeland en Duitschland, en dat met uitzondering van de lange afstanden- nummers, deze de meeste eerste prijzen op da loop- en springnummers zullen behalen en dat Nederland, onder normale omstandigheden, kans heeft onder da 4 prijswinners te behooren bij de 100 M., 400 M.. 800 M. en da 4 X 400 M.- estafette. Nu eerstdaags de interessante kampstrijden dor sportlieden uit alle vijf de werelddeelen weer gaan gestreden wordenwillen we een glo baal overzicht geven van de prestaties, welke de voornaamste landen bij de vorige Olympi sche Spelen hebben geleverd, om daarbij te eon- stateeren, in welken, tak van sport ze uitblon ken en in welke richting de onderlinge concur rentie zich toespitste.,, daar het niet onwaar schijnlijk is, dat ze elkaar te Amsterdam op het zelfde gebied de prijzen scherp zullen betwisten. Een officieele klasseering van de landen naar het aantal verworven onderscheidingen bestaat er niet; wanneer we echter voor iederen be haalden prijs 3 punten, voor lederen tweeden prijs 2 en voor eiken derden 1 punt toekennen, komen we tot de volgende rangschikking, wat betreft de resultaten der laatste vier Olympi sche Spelen, van de voornaamste deelnemers, waarhij voorts Nederland is gevoegd. Landen Londen Stockh. Antw. Parijs 1908 1912 1920 1924 Ver. Staten 9S 129 201 211 Engeland 285 76 87 66 Zweden 45 133 121 43 Finlan# 9 52 74 78 Frankrijk 31 32 63 69 Noorwegen 15 16 66 22 Italië 10 13 54 33 België 12 11 40 28 Denemarken 5 19 28 16 Duitschland 20 47 Canada 21 13 18 7 Zwitserland 17 36 Hongarije 16 16 17 Nederland 1 3 18 19 DeVereenigdë Staten van Noord- Amerika hebben bij de Olympische wedstrijden steeds een voorname, zoo niet de eerste rol ge speeld. Te Londen in 1908 streefde Engeland de Yankees in puntentotaal voorbij en t© Stock holm vier jaar later hield Zweden de overhand, doch tevoren te Athene in 1596, te Parijs in 1900, te St. Louis in 1904 en ook daarna weer te Antwerpen in 1920 en te Parijs in 1924 waren de Amerikanen door geen der andere deelne mende landen te genaken. Neman we de athletiek. In 1896 te Athene winnen de Vereenigde Staten 9 van de 12 num mers, te Parijs in 190" vai1 de 23, te St. Louis in 1904 21 van de 22, te Londen in 1908 staan zo met 14 eerste prijzen bovenaan; Stock holm in 1912 ziet Amerika 14 eerste, 13 tweede en 12 derde prijzen meenemen, tegen 5 van elke klasse voor Zweden, dat toen bij dezen tak van sport de tweede plaats innam. In 1920 te Antwerpen is het al niet anders: de Ver. Sta ten behalen 9 eerste, 19 tweede en 8 derde prij zen, terwijl in 1924 te Parijs beslag wordt ge legd op 12 eerste, 10 tweede en 10 derde bekro ningen. Engeland, de bakermat der sport, zoo als het heet, kan eveneens groot gaan op mooie successen, al begint bet er in sommig opzicht op te lijken, dat deze natie haar beste dagen beeft gehad. Groot Brittannië vierde zijn grootste triomfen in 1908 op eigen bodem en plaatste zich toen met fraaien puntenvoor- sprong boven aan de prijzenlijst in de totaal- klasseering. Op athletiekgebied i3 Engeland in 1900 te Parijs tweede en in 1908 te Londen weet het zich onmiddellijk achter Amerika te plaatsen, maar Stockholm geeft in 1912 een aanzienlijken achteruitgang en te Antwerpen in 1920 blijken andermaal Finland en Zweden sterker. Vier jaar later te Parijs slagen de Britten er weer in de derde positie in te nemén, zij het met aanmerkelijlten achterstand bij Amerika en Fin land. Vooral eenige keurige prestaties op de loop-nummers hebben toen de Engelsohen In de voorste gelederen gebracht Zweden, dat onder de deelnemende lan den aan de vorige Olympische Spelen een der voornaamste plaatsen inneemt, heeft verreweg de beste prestaties geleverd in de ruitersport Op de drie laatste tornooien behaalt dit land in totaal niet minder dan 14 eerste, 2 tweede en 2 derde prijzen. Vooral in de dressuur too- nen de Zweden zich superieur; zoowel te Stock holm als in Antwerpen leggen ze bij de dres- suurproeven beslag op alle drie de prljs-gevende plaatsen en te Parijs bezetten ze de eerste en tweede, terwijl Frankrijk de derde inneemt In het springconcours worden ze te Antwerpen derde om in Parijs het landenldassement te winnen. Bij het ruiterkampioenschap zijn ze in Stockholm en te Antwerpen de besten èn in individueele prestaties ën in het landenklasse- ment; te Parijs echter worden ze door Neder land overtroffen. Voorts is hot zwemmen voor de Zweden een rijke bron geweest van „inkomsten" aan Olym pische prijzen. In 1908 nemen ze de tweede plaats in bij den totaal-uitslag, te Stockholm eveneens en te Antwerpen weten ze zich weer op dezelfde hoogte te handhaven. Vooral in de springnummers zijn zij lang de matadoren ge weest tot de Amerikanen hen in 1920 hier weten te overtreffen. Te Parijs verdringen de Yankees hen bijna geheel van dé eerste plaat sen; de Zweden brengen het in 1924 nog tot 3 tweede en 3 derde prijzen. In de athletiek heeft Zweden ook lang een ^voorname rol gespeeld. Het land toonde over uitstekende all round-athleten te beschikken. Frankrijk dankt het xneerendeel van zijn puntenwinst aan zijn schermers, die mach tig zijn op floret en degen. De ruiters zijn vroe ger meer succesvol geweest dan in de latere ja ren; de roeiers hebben in 1920 en 1924 eenige resultaten ten beste gegeven die hen onder de prijswinnaars brachten, doch nooit hebben ze hierin beslag weten te leggen op een eerste plaats; de zeilers winnen te Stockholm do 6 M. klasse. De laatste Olympische Spelen zien de Franschen in eigen land zegevieren in het wa- terpolo-tornooi en eenige wielernummers. Noorwegen heeft het steeds voorname lijk van de wintersport moeten hebben, doch blijkt, behalve op ijs en sneeuw, ook op het wa ter best thuis te zijn. De zeilwedstrijden te Stockholm brengen dit land den eersten prijs met zijn 8- en 12-Meter, terwijl die van Parijs den 6-Meter en den 8-Meter zien triomfeeren en Noorwegen tweede klasseeren voor den lan- denwedstrijd in de monotypes. Bij de landen- wedstrijden in turnen neemt dit land te Lon den de tweede en te Stockholm de eerste plaats in. Italië hoekt zijn successen vooral bij het schermen; zoo wordt in 1920 te Antwerpen de eerste prijs behaald op alle drie de wapens. De ruiters doen zich voorts gelden bij het springen speciaal te Antwerpen zijn ze daarin verre superieur geweest en bij de evoluties om het ruiterkampioenschap. Ook in gymnastiek heb ben ze het ver gebracht; de winnaar van de personeele turnwedstrijden in Londen is een Italiaan; hetzelfde kan gezegd worden te Stock holm, waar trouwens de 6 eerste plaatsen, met uitzondering van de tweede, door Italianen be zet worden. Te Antwerpen prijkt het land boven aan de winnerslijst zoowel van de personeele als de landen-turnwedstrijden en Parijs brengt andermaal den landenprijs. Voorts noteert Ita lië nog diverse punten o.m. uit de roeiwedstrij- den van 1920 en 1924 en zorgt de athleet Fri- gerio voor bekroningen in de wandelnummers van Antwerpen en Parijs. België heeft goede beurten gemaakt bij wielrijden, waterpolo, schermen en zeilen, H o n- g a r ij e speciaal in het schermen (sabel), Zwitserland pleegt zich uitstekend op roeigebied te weren. Duitschland staat in het eindklasse ment van het zwemmen te Londen op de derde plaats, maar legt vier jaar later te Stockholm beslag op de eerste. De Olympische Spelen van 1900 tot en mot 1912 leveren in totaal 12 eer ste, 9 tweede en 5 derde zwemprijzen op. De Duitsche ruiters leveren in 1912 ook uitsteken de prestaties. Uitgebreid is de Olympische Geschiedenis van onze Oostelijke naburen intusschen niet; in 1920 te Antwerpen worden ze niet toegelaten en voor 1924 te Parijs zijn ze O, Olympische be doeling en gedachte niet uitgenoodigd Met te meer belangstelling mag men daarom hun aanstaande verschijning in het internatio nale milieu weer tegemoet zien; we zijn er van overtuigd, dat ze zich in meerdere takken van sport zullen weten te onderscheiden. Bijzonders aandacht onder de naties, welke aan de vierjaarlijksche Olympische tornooien deelnemen, verdient voorzeker Finland. Dit staatje toch, dat vergeleken bij de meeste der concurrenten zoo'n klein plekje op den aardbol uitmaakt, onderscheidt zich door groot- sche prestaties, welke het een der eerste plaat sen doet Innemen onder de groot-mogendheden op het gebied van sport. Speciaal voor de athletiek heeft Finland uit stekende krachten naar voren gebracht. Voor ons land zijn. als afgevaardigden n®31 Havre gezonden, om in do 6 M.-klasse deel t® nemen, de „Willem Six" met den heer L Carp als stuurman cn de heeren J. Vresde D. Guépin als bemanning. Helaas is onze -r Meter niet met den Olympischen lauwertak den strijd gekomen. Om echter uit esn derSe' lijken wedstrijd, waarheen negen landen ku® beste zeilers en schepen hadden gezonden, derde uit den eindstrijd te komen, is reed3 ®e® mooie prestatie geweest. Eerst werden drie voorwedstrijden geli°u' den, waarin Carp tweemaal als tweede eind® de (in de tweede manche had hij opgegeven)' Van deze negen landen kwamen er drie in d® eind-wedstrijden, n.l. Noorwegen, Denemarke®' Holland. 25 Juli had de eerste weds-trÖ plaats. Regen en frissche bries. Alle drie deelnemers verschenen aan den start. „Willem Six" was het beste weg. maar me"5"' na eenigen tijd de leiding afstaan aan de" al' Noorschen vertegenwoordiger. Na een hevig®® strijd, waarbij de „Willem Six" nu eens v®01 lag, dan weer tweede, behaalde Noorweg®® tenslotte de overwinning. Holland was twerf®' Denemarken derde. De laatste dag, 26 Juli, bracht een m"1 overwinning voor Noorwegen. Na de beste vaart te hebben gemaakt was en bleef 1101 Noorsehe schip voor. Denemarken was tweed®1 onmiddelijk gevolgd door onze „Willem S®'1 die niet onder het Deensche schip weg k®® komen. De totale uitslag was: 1. Noorwegen. 2. Den® marken. 3. Nederland. Ook in de 12-voetsjollen klasse is Nederla®1' uitgekomen. Helaas is het een treurige heri®' nering die nu opgehaald zou moeten worde® De regeling was in één woord slecht te noeme® Het was een jammerlijke vertooning, en da®* deze wedstrijden geen maatstaf kunnen ®u® om daarmee de prestaties van de afgevaardigde® te meten, zal U eén verslag gespaard blijv®® Daaruit is echter wel een goede les te hal®® n.l. te zorgen, dat de regeling in de puntjes afgewerkt. Gelukkig is voor Nederland de °r' ganisatie in goede handen. Wij kunnen er va® verzekerd zijn, dat daaraan niets zal ontW' ken. Niet minder dan 23 landen zullen aan d« Olympische zeilwedstrijden deelnemen. Vo°* alle drie de nummers, de 8-meterklasse, 6-meteP klasse en 12-voetsjollen hebben ingeschreve®' Nederland> Spanje, Zweden, Hongarije, Nooi'V3" gen, Frankrijk, Finland, Engeland, Vereenigd® Staten en Italië. Voor de 8-meter klasse ko®1' nog Argentinië erbij, zoodat het aantal deel®®" mers 11 zal zijn. Voor de 6-meterklasse scM®" ven behalve bovengenoemde landen In: Pori® gal, België, Denemarken, Duitschland en E3' jj» liet land, dat maakt totaal vijftien 6-meters. voor de 12-voetsjollenklasse vallen bulten lijstje: Polen, Portugal, Oostenrijk, België, D6" nemarken, Duitschland, Letland, Zuid-Afrik®* Tsjecho-Slowakië, Zwitserland en Monaco; het geheel dus 21 12-voetsjollen. Nu reeds een beschouwing te geven V.3® de kansen van al deze mededingers is ®'e mogelijk, daar niet bekend is of alle schep®®1 die op de Zuiderzee zuilen uitkomen, al i®*® gepresteerd hebben in een of anderen w strijd. Van een enkel land, b.v. Italië, dat de 8-meterklasse zal uitkomen met het nie®flr® schip „Bamba", weten wij dat het met wind een zeer goed resultaat heeft bereikt, tuige den uitslag in den wedstrijd om de „CopP® del Mediterraneo" op 12 Februari jl. Noorwegen komt ook uit met een ni®1' schip in de 8-meterklasse „Noreg", een ni®u ontwerp van den tekenden scheepsontwei'Pe Anker. Van de 6-meters, die hier in ons land zm* uitkomenzijn de ^Norga", die Noorwegen 1 vertegenwoordigen met Kroonprins Olav aaa.. stuur, de „Merenneito II" uit Finland en „Frieda", de Amerikaansche 6-meter, als lC gevaarlijke concurrenten genoemd. Italië k°®r in deze klasse uit met de „Twins II". 1° wedstrijden om de „Coppa del Tirreno" ge®° den 9, 11 en 12 Februari jl. kwam zij reSPe tievelijk aan als tweede, derde en eerste. waar een zeer mooi succes. Wat de 12-voetsjollen betreft, daarvan is jxot weinig te zeggen. Hier worden de boeten loting aan de deelnemers toegewezen en hun capaciteiten als stuurman betreft, daa®° is niet uit te weiden maar in een woord is samen te vatten Afwachten ,11®» De Ned. zesmeter „Kemphaan

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10