mJt
GEWICHTHEFFEN
MAANDAG 30 JUL11928
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
OPENLUCHTSPEL IN HET OUDE STADION
FRANKRIJK WINT MIDDEN A-, EGYPTE MIDDEN B-GEWICHT,
DUITSCHLAND DE ZWAARGEWICHTAFDEELING
HOLLAND TWEE DERDE PRIJZEN
;PORT EN SPEL
CRlCKtï.
yjg^gg
Het Openluchtspel „Ichnaton",
gegeven door het Utrechtsch Stu
dentencorps In samenwerking met
het Utrechtsch Stedelijk Orchest,
onder leiding van Albert van Dal-
sum.
De goden van den Olympus zijn ons genadig
i— aangezien we in deze Olympische dagen te
genover sommige Katholieken niet voorzichtig
genoeg kunnen zijn, gelieve men in deze uiting
geen afvalligheid te zien. De goden van den
Olympus zijn ons genadig. Want na een zll-
verig-doorregenden nacht en een buiïgen mor
gen, kwam een milde en zoete avond over Am
sterdam. De zon gaat over het oude Stadion
onder in een bloedrooden nevel, er hangen wat
donkere wolkenbanken in de verte, doch alles
is bladstil, geen wind en geen regen. Dat was
een factor-ten-goede voor de spelers; er was
ook een factor-ten-kwade. „L'exactitude êtait
la politesse des rois": het spel zou te half tien
beginnen, doch de autoriteiten verschenen eerst
te kwart over tien. De aanwezigen gaven blijk
van ongeduld, er werd gestampt en getrom
meld en een stemming van ongeduld is niet
precies de juiste stemming om een subtiel
spel als „Ichnaton" te volgen. Doch dit is ook
weer meegevallen, de stilte tijdens de opvoe
ring was voorbeeldig: van het eerste oogen-
blik, toen de kubische tempelwachters versche
nen en de roepers tot het gebed op de transen,
tot het slot, wanneer Ichnaton alleen staat in
het wegkrimpende licht, tegen de hooge pylo
nen van den tempel zijner stad
Dit waren voor ons de belde hoogtepunten
van het spel. Eerst die figuren der krijgers:
zoo klein, zoo angstwekkend-klein tegenover
de zwijgende heklemming der machtige pylo
nen: zoo stond de mensch, toen als nu, tegen
over de donkere of goud-glanzende stuwing der
gebeurtenissen. Toen als nu, staat daar aan
het eind Ichnaton: de groote, de persoonlijk
heid, die het gewoel èn wisselend getij der
gebeurtenissen overwonnen heeft, omdat hij
trouw bleef aan het innerlijke licht dat hem
doorschijnt. Wanneer het licht om hem heen
kwijnt en wegsterft, dan heersekt de duister
nis niet om en in hem, doch wèl is gestorven
dit zwakke, maar zuivere licht voor de wereld,
die Hohemheb volgt. Held en heilige de
tegenstelling kan niet blijven, want de heilige
Is altoos held, doch de held, helaas, niet altoos
heilig. Wanneer Ichnaton- de teekenen der
macht neerlegt met een zoo rustig gebaar
(voortreffelijk wordt dit uitgeheeld), dat niet
van verachting zelfs niet van onverschillig
heid spreekt, doch van een onttogen zijn, een
„der Welt abhanden gekommen", dan is hij
een held. Dieper problemen dan ook dan deze
geforceerde tegenstelling raakt „Ichnaton"
aan: het altijddurende wisselspel van droom
!srt_BLüE.nEncmR
en werkelijkheid, de verhouding van onze ver-
hevenste bestemming tot de alledaagsche taak,
het probleem van den gezagvoerder, die zoo
wel een krachtig voorgaan als een wild afdalen
kennen moetDit alles zijn schetsmatige
gegevenB, die in „Ichnaton" verscholen liggen,
en die de gedwongen tegenstelling tusschen
held en heilige op den achtergrond zouden
dringen, waneer ze in de structuur van het
spel waren opgenomen.
Maar.... maar.... „Ichnaton" wilde zoo
veel meer geven; zooveel meer bereiken. De
massa toch zou hier de hoofdrol spelen; de
massa, die eigenlijk in de diepten van het be
wustzijn of van het onderbewuste den heilige
wil, doch niettemin den held vcfigt. Doch de
massa speelt geen hoofdrol, de massa is een
vormloos en kneedbaar iets, een chaotische
projectie. Massa is iets anders toch dan volk,
dan gemeenschap. Massa heeft juist niets ge
meen; een zinlooze opeenhooping en dooreen-
warreling van individualiteiten die door gemis
aan persoonlijkheid alles aan elkander ontiee-
nen, kleurloos worden, vaal, als opgelost la
een baaierd. Waar in onzen tijd nog rudimen
ten van een volk aanwezig zijn, is een beperkte
maar karakteristieke samenleving als de Am-
sterdamsche bijvoorbeeld, daar bezitten wij nog
geen gemeenschap, die ontstaat uit een geza
menlijk belijden eener gemeenschappelijk-aan-
gehangen betrekking tot God, de wereld, de
menschen, de dingen. En omdat alleen een
gemeenschappelijk belijden en erkennen van
God de stabiliteit geven kan alle andere ver
houdingen kunnen gemeenschappelijk zijn, doch
worden opgenomen In eene mechanische be
schouwing, „warwinkel zonder einde", „hel
zonder uitkomst" zegt Van Schagen terecht
zonder welke geen gemeenschapskunst bloeien
kan, zelfs niet ontstaan, ontstaat er
thans geen gemeenschapskunst (ook niet hij de
organischer volksgemeenschappen, die cultu
reel nog te zwak zijn). Wat wij thans zien, zijn
cultureel en artistiek ongetwijfeld belangrijke
pogingen, doch zij graven alleen de bedding,
waarin de kunst, die door de geestelijke krach
ten der toekomst kan worden gewekt, zich
uitstorten kan. Dat is niet weinig, daarvoor
moeten we dankbaar zijn doch men verwarre
niet het graven der bedding met het spelevaren
op een rivier.
m m
Nu kunnen wij in het groote werk, door
Albert van Dalsum en zijne medehelpers hier
verricht, artistiek veel waardeerea. Kleur ea
bouw van de opvoering zijn dikwijle voortref
felijk, er is bij alle losheid een sobere archi
tectuur in de gemeenschappelijke gebaren, alles
In de menigte Is van eene natuurlijke waar
digheid, die nooit theatraal wordt. We herin-
hZi—i
.he
lleren ons waarlijk prachtige momenten: de
rouw, de verslagenheid in het aanstrompelen
Van de „Landen", en dan vooral wanneer de
Ammonprlesters sluipen door de rijen met
hunne fakkels, en tenslotte het volk weer,
aarzelend maar allengs sterke^ om Ammon
roeptDit was ook voor ons het groote
oogenbltk, waarin een algemeener ontroering
kwam; het hulpelooze, dat toch weer steun
zoekt bij 't eens versmade. Doch verder.
bleef de menigte niet innerlijk-nuchter, in den
zin van dor, onbewogen in de ziel Men toovert
egen gemeenschapskunst los, ook al vlucht men
in het verleden.
Zoo bleef onze aandacht, wel tégen de be
doeling van het spel In, voornamelijk geves
tigd op Ichnaton. Niet op de tegenstelling
IchnatonHoremheb, want daartoe bleef, voor
ons gevoelen, het spel van Horemheb te vlak.
Deze mensch moet toch als een vlam zijn, als
een vuurzuil die zijn volk voorafgaat.' de rol
vraagt de suggestieve kracht van een zéér
groot kunstenaar,
Ichnaton... Hoe ziet, uit tijd en duister,
deze mensch met zijn uitgemergeld lichaam,
doch vurige en ontembaren geest ons aan! Er
is iets als een wonder in het lot van dezen
priester-koning, wiene heugenis als van de
aarde was weggevaagd, en die herleeft als
géén van zijn tijd, die ons aanblikt uit het duis
ter der eeuwen, wiens leven thans in vervul
ling schijnt te gaan: een vervulling, weerschijn
wellicht van een andefe vervulling in de diepte
deT mysterieën van de eeuwigheid?.,. Was
zijn zonne-cultus een vulgaire zonaanhidding?
Vermoedde hij niet, trachtte hij niet te ken
nen den Eenen, Ondoorgrondelij'-en God, Wiens
Liefde 't al bestierde, en als Wiens embleem
hij de zonneschijf vereerde? Hij schijnt toch
voor ons een dier herauten, die God zond, voor
dat de groote Heraut des Levens onder ons
verscheen En zijne her-verschijning onder
ons, uit schijnbaar toevallige vondsten van
wetenschappelijk onderzoek gegroeid tot een
quasi-algemeene cultureele belangstelling, is
misschien van grooter en dieper beteekenis, dan
wij vermoeden
Dien Ichnaton hebben wij gezien. Als een
vlinder in het licht, dansend op de vleugelen
van den wijd-gespreiden mantel om het altaar
van Aton. Als de zwakke mensch, wiens hart
brandt in hem en als een vlam schijnt te tuch
tigen en te zuiveren heel zijn lijf, wanneer hij
den heiligen naam uitspreekt: Aton. Ais de
eenzame, die onoverwonnen achterblijft, wiens
zending is vervuld, op de wijze althans der
heiligen, die schijnen onder te gaan en te ver
dwijnen, doch alleen als de graankorrel, die
sterven moet in het duister der aarde om
vrucht te dragenZoo denken wij aan hem,
zoo zagen wij hem, het hooge en schoone beeld
van mensclielijkheid: een tenger en rank fi
guurtje, als verdoold In de zwijgende majes
teit der tempelmuren, als verloren in de cnmeet-
lijkheid van de nacht, wanneer de lichten
dooven en Aton verdwenen is aan den einder.
W. N.
DE MUZIEK.
Het openluchtspel is als muzikale vorm een
nog te onbekend terrein, dan dat wij den heer
Enthoven over de vergissingen in zijn „Ich-
naton"-muZlek zonden mogen hard vallen, maar
hij en iedere componist die muziek gaat
schrijven bij een openluchtspel bedenke, dat
de aooustische eiscben die in deze omstandig
heden aan de muziek worden gesteld gansch
andere zijn, dan die der opera.
En aan deze eiscben is op heel andere ma
nieren te voldoen dan door b.v. het geheel
sterker te laten spelen of de bezetting van
het oTkest uit te breiden. De grondfout van
Enthoven is geweest, dat hij een stuk heeft
geschreven met concertzaal-capaciteit en dit
„en plein air" ten gehoore liet brengen.
Zooals bij het spel zelve om de afstanden,
alles vergroot wordt, requisieten zoowel als
gebaren, en beide verstrakt worden naar heit
symbolische toe, zoo ook moet de onderlijnen
de muziek haar kleurengamma verbroeden,
tegelijk in schakeering beperken. Indien zulks
wordt nagelaten, ontstaat een tweeslachtigheid
waardoor het werk innerlijk ton gronde gaat.
Dit nu is het geval bij deze compositie.
De opzet om de muziek een integreerend
deel van het spel te maken, is zeker toe te
juichen; doch daarbij mag de dienende functie
niet uit het oog verloren worden. Hierom reeds
GROfP JiLAGENDCh
moeten alle voorwaarden nauwkeurig overwo
gen worden en daarna vervuld vanuit het
„meesterschap over de tonen".
Maar dan vragen we niet meer naar den stijl
der muziek, dan Interesseert het ons niet, of
ze archaïstisch is bij een spel uit de oudheid,
modern bij een hedendaagsch gegeven, of het
hoorbaaT is, dat de componist bij Mahler, Hugo
"Wolff of Brahms heeft school gegaan, dan ver
geten we de muziek qua muziek, doch het spel
en fijn inhoud zal er dubbel scherp door in
onze Mei worden gegrift.
Wij juichen Enthovens twee Jaar oud werk
van harte toe als belofte voor later, die In
sommige doelen duidelijk uitgesproken is. Er
is dan een wijd veld voor heem, waar zijn on
miskenbare gaven vruchtbaar kunnen arbei
den.
Het Utr. Sted. Orchest, onder 's componisten
leiding, vervulde zijn taak met animo, hoewel
aan hun pogen door de weerkaatsing tegen de
tempelwanden en de hinderlijke invasie van
claxon en trambelgeluiden nogal afbreuk
werd gedaan.
De wedstrijden jn de zware athletiek^werden
gisterenmiddag voortgezet en beëindigd met de
afdeellngen midden A; half-zwaar en zwaar-ge-
wicht.
Van een betere regeling was weinig te he
speuren. Met groote moeite kon men de noodige
gegevens machtig worden.
De middag werd besteed met de verwerking
van de midden-A-klasse, waaraan door 20 ath
leten werd deelgenomen, uitkomende voor de
volgende landen, te weten; Duitschland,
Argentinië, Oostenrijk, België, Egypte, Esth-
land, Frankrijk, Engeland, Holland, Italië,
LItauen, Zweden, Zwitserland en Tsjecho-Slo-
wakije.
Bij het onderdeel tweehandig drukken ging
de strijd tusschen den Italiaan C. Galimberti en
den Franschman F. Roger. De Italiaan wist
door een hooger aanvangsgewicht en de beslis
sing van een jury die veel te wenschen over
liet, te zegevieren met een gewicht van 105 K G.
Werd op het eerste platform ondanks de vele
verkeerde beslissingen, doorgewerkt, aan de an
dere zijde had men de verwerking van het pro
gramma gestaakt, wegens een onderlinge dis
cussie van de juryleden.
Men kon zich namelijk niet vereenigen met
de o. i. juiste beslissingen van Hollandsche en
Zwitsersche zijde. Het gevolg was, dat de deel
nemers eenvoudig naar 't eerste platform wer
den gezonden, waardoor de andere jury in haar
geheel werd genegeerd. Deze afkeurenswaardige
daad zal nog wel een staartje hebben.
Het bleef echter niet dit eene voorval.
Bij 't tweehandig trekken door den Fransch
man F. Roger, werd door hem een trefcbeurt
geheel tegen de voorschriften uitgevoerd, het
geen voor een leek zelfs te beoordeelen was. Zijn
landgenoot, de arbiter Jean Frangois, dacht er
echter anders over. Ondanks- het protest van het
Italiaansch jurylid, Emir Talliani, werd de
trekbeurt goedgekeurd.
Het publiek stak zijn meening niet onder
stoelen of banken. Vooral van Hollandsche zijde
was de opwinding groot en het vertrouwen in
de uitspraken van de jury werd zeer geschokt.
De rust was juist wedergekeerd, toen de
komst van Z. K. H. Prins Hendrik werd aange
kondigd, vergezeld van zijn adjudant majoor
P. W. Scharroo.
Het tillen van den Hollander A. S. Scheffer
verdient bijzondere vermelding.
Bij 't tweehandig drukken tilde hij 97.5 K.G.
(Italië) S. Galimberti 105), en Frankrijk F. Ro
ger) 102%.
De tweede Oefening, tweehandig trekken,
bracht hem in dat onderdeel op de eerste plaats
met 105 K.G.
De stand na de afwerking in het drukken
en trekken was: I. F. Roger (Fr.) 105 K.G.; II,
C. Galimberti (It.) 202% K.G. en A. Scheffer
202% K.G.
De derde en laatste oefening moest de be
slissing brengen.
Scheffer begon met 125 K.G., Roger 125 K.G.
en de Italiaan met 130 K.G.
Had de Hollander twee beurten noodig om
zijn aanvangsgewicht te tillen,de Italiaan
bracht de 130 K.G. de eerste maal en zonder
groote inspanning naar hoven, hieTdoor den
Hollander de eerste plaats ontnemende.
Nu ging de strijd tusschen Frankrijk en
Italië.
F. Roger (Fr.) staande op 335 punten, had
C. Galiberti als tweede achter zich met 332%
K.G. Deze athleet mocht nog eenmaal stoeten
en was gedwongen 337% te tillen, wilde hij
zijn kans op den hoogsten titel behouden. Het
gelukte hem echter niet.
Hierdoor werd de Franschman met 2% pnt.
voorsprong Olympisch kampio-en.
Tweede werd C. Galimberti, 332% pnt., ge.
volgd door den Hollander Scheffer met 327%
punt.
Na afloop werden aan Scheffer voor zijn
keurige prestatie van Hollandsche zijde bloe
men overhandigd.
De volledige uitslag was als volgt:
MIDDEN A. GEWICHT.
Duitschland: F. Zinner 87.5, 100, 115 is 322.B;
W. Hoffmann 92%, 95, 120 is 305.
Argentinië: H. Pianta 75, 90, 120 is 285.
Oostenrijk: K. Hlpfinger 82.5, 95 (opgegeven).
België: I. van Rompaey 92.5, 85, 115 is 292.5;
M. van der Goten 77.5, 87.5, 115 is 295.
Egypte: M. Hussein 90, 92-5. 120 is 302.5.
Esthland: L. Kukk 82.5, 85, 110 is 277.5.
Frankrijk: G. Leput 92.5, 95, 125 is 312.5; F.
Roger 102.5, 102.5, 130 is 335,
Engeland C. F. Attenborough 82.5, 85, 110
is 277.5; J. H. To-oley 70, 82.5, 110 is 262.5.
Holland J. W. Zalm 92.5, 85, 107% is 285;
A Scheffer 97.5, 105, 125 is 327.5.
Italië: C. Galimberti 105, 97.5, 130 is 332.5.
Litauen: V. Pranag 85, 85, 105 is 275.
Zwitserland: E. Trinlder 80, 80, 115 is 275;
H. Eichholzer 87.5, 95 (opgegeven).
Tsjecho-Slowakië: J. Kostrba 70, 90, 115 Is
280; B. Sykora 70, 85, 115 is 270.
Zweden: Carlson 82.5 (opgegeven).
De winnaars.
Het eindresultaat was:
1, F. RogeT, Frankrijk, 335 pnt., kampioen;
2. C. Galimberti, Italië 332% Pd 3. A. Scheffer,
Neerland 327.5 pnt.
HALFZWAAR. EN ZWAARGEWICHT.
^Des avonds werden onder vrij groote belang
stelling de wedstrijden In de zware athletiek
voortgezet met de afdeeling halfzwaar- en
zwaargewicht.
Holland's hoop was gevestigd op de midden
B-klasse, vertegenwoordigd door J. Verheyen
en W. Tholen. Vooral van eerstgenoemden athleet
werden hooge verwachtingen gekoesterd. On
langs wist hij met tweehandig trekken 110 K.G.
te tillen, terwijl bet wereldrecord stond op
naam van Cadine (Fr.) met 108.5 K.G.
Opvallend was het lage aanvangsgewicht der
genoemde klasse, een groot deel der athleten
begon met tweehandig drukken pl. 72% K.G
De Duitscher H. Wölpert, ving gisterenavond
in de Vedergewiehtklasse aan met 85 K.G.
hetgeen wel bewondering voor zijn capaciteit in
dat onderdeel moet afdwingen, gezien zijn ge-
wichÈsversohil van 22% K.G.
*He>t hoogste aantal K.G. werd gedrukt door
J. Vogt (Duitschland), (100); E. S. M. Nosseir
(Egypte) 100, L. Hostin (Frankrijk) 100, en V.
Tsenicka (Tsj. Slowakije) 100
In de zwaargewichtklasse werd hevige strijd
geleverd tusschen Tonani (Italië), kampioen
1924 en den Dnitscher J. Strassherger. In het
onderdeel drukken wist hij den wereldkampioen
met 5 punten te verslaan en zijn totaal aantal
kilogrammen te brengen op 122.5 K.G.
Het hoogste aantal kilogrammen werd ge
drukt door J. Strassberger (Duitschland) 122.5;.
G. Tonani (Italië) 117.5; R. Schilberg (Oosten
rijk) 115 en K. Leilonds (Estland) 110.
^Iet tweehandig trekken bracht in de Midden
B klasse de spanning er in
Een bijzondere vermelding verdient o.a. het
keurig werken van den Egyptenaar E. S. M.
Nosseir. Een schitterend figuur en 'n wilskracht
die hem een heel eind zal brengen.
De Egyptenaar werd gevolgd door L. Hostin
(Fr.), Verheyen (N.) stelde teleur. Hij wist het
niet vcTder te brengen dan zijn aanvamgsge-
wiebt nJ. 105 K,G. waardoor - 'in leans op' den
begeerden titel, mede door bat goede trekken
van den Egyptenaar (122.5) werd uitgescha
keld.
Het hoogste aantal kilogrammen werd bereikt
•door E. S. M. Nosseir (Egypte) 112.5; L. Hostin
(Frankrijk) 110, J. Vogt (Duitschland) ,J
Zeeman (Oostenrijk), J. Verheijen (Holland)
en v. Psenlcka (Tsjecho Slowakije) elk 105
V/ist de Duitscher» J. Strassberger (zwaarge
wicht) mét het drukken een voorsprong van 5
punten te behalen op z'n Italiaanschen tegen
stander en kampioen 1924, G. Tonani hij de
tweede oefening verhoogde hij zijn voorspmng
door 107.5 K.G. te trokken, waartegenover Tona
al 97.5 K.G. stelde.
Het hoogste aantal kilogrammen tweehan
dig trekken waren behaald door H. Volz
(Duitschland) 110, J. Leppelt (Oostenrijk) 110,
A. Lubvaars (Esthland) 110, Strassberger
(Duitschl.) 107.5 en J. Skobla (Tsjecho Slowa
kije) 107.5
De Hollander Verheyen wist z'n achterstand
hij de laatste oefening (tweehandig stooten) zoo
danig op te voeren, dat hem de derde prijs kon
worden toegekend.
De wilskracht van den Egytenaar heeft geze
gevierd. Bij het stooten bereikte hij met den
Franschman hetzelfde puntental resp.: 100,
112.5, 140=352.5 en 100, 110, 142%=352%.
Het gevolg was dat hij zijn laatste beurt moest
benutten om het kampioenschap te behalen.
Het aantal werd met 2% K.G. verhoogd en
onder de grootst mogelijke stilte stelde de
Egyptenaar zich achter den halter op. Het
resultaat was verrassend. Met een donde
rend gejuich werd zijn krachtprestatie beloond.
Hostin (Fr.) werd tweede met 352.5 pnt.
De stootoefening in het Zwaargewicht bracht
verrassende resultaten.
De Duitscher J. Strassherger wist ook in dit
laatste gewicht den Olympischen kampioen
1924 te overwinnen. Hij tilde 142.5 K. G., To
nani 135.
Tweede werd A. Lulivar, terwijl de derde
plaats na vinnigen strijd in de laatste oefening
door J. Eko'aia (Tsjecho-Slowakië) werd inge
nomen.
Do resultaten wsron als volgt:
HALFZW AARGEWICHT,
Duitschland: J. Vogt 100, 105, 130 335;'
K. Bierwirth 95. 05, 125 =3 815.
Oostenrijk] K, Freiberger 95, 85, 132%
322%; J. Zeeman 75, 105, 135 815.
België: J, van der Goten 80, 82,5, 120 292.5,
Egypte: E. S. M. Nosseir, 100, 112,5 145
857.5.
Esthland: O. Luiga, 95, 125 225.
Frankrijk: P. Vibert 95, 95, 125 as 815; JU
Hostin, 100, 110, 142%, 352%.
Holland: J. Verheijen 95, 105, 137.5 337.5J]
W. Tholen 87%, 90, 120 297%.
Luxemburg: .N. Scheitler, 85, 85, 110 280,
Zwitserland: E. Donzé, 75, De Gai%.
nus, 95, 130.
Tsjech o-Slowakije: V. Psemeka, 100, 105,
130 335.
Einduitslag.
Kampioen: E. S. H. Nosseir, Egypte 357.5
punten.
II. L. Hostin, Frankrijk, 352.5 pnt.
III. J. Verheyen, Nederland 337% pnt.
ZWAARGEWICHT.
Duitschland: J. Strassberger, 122.5, 107.5,
142,5 372.5; H. Volz, 97,5, 110, 132,5 340.
Oostenrijk: R. Schilberg, 115, 105, 135 =3
355; J. Leppelt 105, 110, 140 355.
België: BS Panen 80, 85, 115 280.
Esthland: A. Lahvaar 100, 110, 150 360,
Frankrijk: M. Dumoulin, 92,5, 100, 135
327.5; C. Dutrieve, 97.5, 100, 132.5 330.
Engeland: H. Wood 95, 95, 125 315.
Holland: H. Verheyen, 102,5; 100, D.
Verheijen 100, 95, 130 325.
Italië: G. Tonanië 117%, 97%, 135 3501:
F. Mercoli, 102,5; 100, 125 327.5.
Letland: IC Leilands, 110, 105, 140 355.
Zwitserland; W. Gasser, 85, 77%, opgeg.; F,
Riederer 90, 90, 120 300.
Tsjeeho-Slowakije: J.. Skobla 100, 107%,
15® 357%.
Einduitslag.
Kampioen: J. Strassberger (Duitschl.) 372.5
punten.
II. A. Lehvaar (Esthland) 360 pnt.
III. J. Skobla (Tjsecho-Slowakije) 357.5 pnt»
H. D. v. S—AJAX.
Gewonnen deer Ajax met 8 runs op de
le innings.
De wispelturige komtag cricket heeft in SeMe*
dam weer eens voor een verrassing" gezorgd en
de Ajaxieden twee punten, toebedeeld. Ajax, dat
opent, is niet geheel compleet, maar ook H. D,
V. S. is niet volledig en mist fastbowler Enge.
ring. 't Begin1 is voor de Wauw-witten niet kwaad,
want reedis bit de vierde run is 't openingspaex
L, Schilthuyzen en N. Meyer van de mat ver»
dwenen, beiden keurig gevangen (resp. 0 en 8
runs: 2 voor 4). W. Eigeman die met L. Janssen
komt vervangen, kan bij de elfcfe rtm reeds
terugfceeren, geeleand door J. F. v. Buysen. Dosy,
die er hard op, los slaat,, rammelt 18 runs bijeen,
maar raakt dan ook buiten baan als hfi G, Nolet
een catch bezorgt (4 voor 30). Vier runs verder
wordt ook Janssen verwijderd, clean bowled door
W. v. d. Schouw (7 runs: 5 voor 34). Na de-
lunch als de telegraaf 37 wijst, „neemt" van
Buysen, die er steeds meer inraakt, Chambers,
als deze pas z'n derde run gefabriceerd heeft
16—37), maar dan ook komt er, gelukkig voor
de Leidenaars, een kentering. R. Josson en S.
de Jongh spelen, het gevaar voor oogen, rustig
in en regelmatig doen ztj de score stügen. Ten
slotte heeft van de vele changebowlers E. Nodes
suece» als de Jongh een lastig bespeelbaren bal
in handen van wicket keeper F. Lindeman speelt,
De score was intussehen mede door de 19 runs
van de Jongh tot 83 gerezen 7 voor 83). Twee
runs verder heeft dan van Buysen weer succes
op nummer twee van het taaie duo R. Josson,
nadat deze eerst 26 runs byeengeklopt heeft (8
85). T. Rice scoort nog een verdienstelijke
10 runs en gaat dan 1. b. w. (9—95)J. Snijders
voegt 6 runs aan het totaal toe. Met Inbegrip
van 6 extra werd het totaal 102. "VV. v. d. Schouw
en J. F. v. Buysen hadden resp. 4 wickets voor
35 runs en 5 wickets voor 20 runs neergehaald.
Van het Sehiedamsehe openingspaar legt C.
Visscher er direct flink het hout opvier
boundery ballen zijn het gevolg, maar hij de 19e
run heelt Rice succes als hij K. Pomes met 2
schamele runs, cleant en een run verder Vischer
met 17 runs Iaat volgen (2 voor 20). C. Kappelhof
■en J. Beukers begrijpen elkaar niet geheel,
zoodat bij de 31ste run Beukers, die enkele harde
klappen gegeven heeft, run out gaat (1. man. 9),
ook nu is de volgende run weer fataal en ver
dwijnt G. Nolet, die kwam vervangen, met 1 run
(1. b, tv. 1. T. Rice). Kappelhof en Vuylsteke
spelen keurig samen, totdat Meyer op z'n eigen
bowlerij Kappelhof inrekent (1. m. 12: 5 voor 44),
Bij de 55ste run is het de beurt voor J. Vuylsteke
als hij z'n wicket met z'n leg-guards beschermt
(1. m. 5). P. Seheffers en G. Hcdes leggen er
weer flink de lat op en de score gaat stadig
omhoog. Een verre bal van Seheffers belandt
dan in de veilige handen van H. Meyer (7 voor
73) (1. m. 11). Hodes houdt nu ook niet lang
meer stand en Riee maakt een eind aan z'n
keurig batten bij de 82ste run (laatste man 14),
Het veldwerk der gasten en hun bowlerij tevens,
worden steeds scherper en de Sehiedamsehe bats»
lui spelen onder hoogspanning. W. v. d. SchouW
gaat, op een al te scherpe run, op een totaal
van 35 run out en Lindeman, die komt ver»
vangen, wordt na eenige fiksche tikken (en niet
kanslooze') op de 94ste run gevangen (laatste
man G). J. F. v. Buysen bleef met 7 runs not
out. Met 9 extra's werd het totaal 94, 8 runs dus
heneden het totaal Ccr Ls: en r; met'
- M
De start der t,ende serie van de honderd-meterloop.
pistoolschot heeft geklonken zetten de athleten met het linkerbeen af.
foto toont van links naar rechts: Heap (Engeland), Ordoasz (Spanje), Gcrü (Hon
garije), Weiber (Zwitserland) cn Burton-Durham <&sid-Afrika.J