mm m
K B B
m m
m
KABOUTER
m 4m lö
mm I
wk wm -Wt k WÊ
wS, Hɧ ^ül WM
mfc wm
M
BAANDAG 1 AUGUSTUS 1928
VIERDE BLAD
PAGINA 4
SCHAAKRUBRIEK.
'i O «11 Os 'Mm
DAMRUBRIEK
'Êm Wm W
mËi
I Él Él. 3m_Ét
MARKTBERICHTEN.
RIVIERTIJDINGEN.
Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 82a.
Schiedam.
Verzoeke alle mededeellngen betreffende deze
frubriak aan bovenstaand adres te richten.
PROBLEEM No. 3992.
G. JORDAN.
3e Eerv. verm. v. d. Wereldschaakbond 1927.
Mat in twee zetten.
''mm/'; w/y/w/.
PROBLEEM no. 3993.
J. MAAS, Venlo.
Eerste plaatsing.
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 3994
>R. ZEPLER, Berlin.
Chemn. Tagebl. 1927.
Mat in drie zetten.
t
RECTIFICATIE.
i De naam van den auteur van no. 3991 is niet
Cebeder, doch Lebedev.
Partij no. 868 is by den 22en zet in de war ge-
Joopen. Men leze hier: 22 Tdld3, Pg4Xe3; 23
Kgl—bi. Po4—hs5; 24 Td3Xe3, Db6Xd4. enz.
PARTIJ 869.
INDISCHE OPENING.
(Gespeeld in het 2e meestertornooi te Lodz.)
WitZwart
r. Regedzinski. M. Lowcki.
1 d2d4 Pg8—f6
2 Pgl—f3 e7e6
3 c2c4 b7b6
4 Pblc3 Lc8b7
5 e2e3 Lf8—b4
6 Lel—d2 00
7 Ddlc2 d7r—d6
8 Lfld3 Tf8e8
9 a2a3
Wit «peelt de geheele opening zeer passief.
waarvan zwart gebruik maakt om het heft in
handen te nemen.
9 Lb4Xc3
10 Ld2Xc3 Pb8d7
11 Pf3gé h7h6
2 Pg5e4 e6e5!
'3 Pe4Xf6! Dd8Xf6
14 d4—d5 Pd7—c5
j 5- Ld 3e2 Lb7c8
16 f2—f3 Lf 6—g5
17 Kei—f2 Lc8—f5?
Deze zet die wit dwing i tot den goeden zet e4
Is onjuist; met 17 e4 zou zwart zijn voordeel
vast gehouden hebben.
18 e3e4 Lf5—g6
Beter ware het den looper naar h7 terug te
trekken.
19 b2—b4 Pc5d7
20 h2h4 Dg5e7
21 h4h5 Lg6—h7
22 g2—g4 a7a 5
Met het oog op den witten aanval op den
koningsvleugel zoekt zwart door een tegenactie
aan dé damezijde de witte strijdkrachten bezig
te houden.
23 Lc3d2 Ta8a7
24 Thl—bl a5Xb4
Op TeaS zou wit zwart's aanval door b5 stop
letten.
25 a3Xb4 Te8—a8
26 Dc2—cl De7d8
27 TalXa7 Ta8Xa7
I 28 TM—al Dd8—a8
I 29 Ld2c3 ICg8—f8?
Een slechte zet, die tot verlies voert. Na den
Volgenden afruil wordt de witte dame gedepla-
>e«rd, zwart moest zelf op al ruilen.
30 TalXa7 Da8Xa7
31 g4—g51 hGXeü
32 EclXgï Pd7—f6
33 h5h6 Lh7—g6
34 Lc302 Da7a8
35 Dgöh4! pf0h7
36 hCXe7t Kf8Xe7
37 Ld2Xh6f Kg7—g8
38 Dh4e7 jla8c8
39 Le2fl Kggh8
40 Lflh3! Do8b8
41 Lh3—g4 Kh8—g8
42 Lg4e6 Lg6h5
43 Le6—f5 ICg8—h8
44 De7h4 Zwart geeft op
(Aanteekeningen van M. Lowcki in
Swiat Szachowy)
Alle correspondentie te richten aan den dam-
tedacteur dezer courant.
No. 25 (12 Aug. 1928.)
PROBLEEM No. 47.
van I. WEISS, Parijs,
Zwart.
Wit.
Zwart: 5, 10, 17, dammen op 20 en 38.
Wit: 13. 19, 26/7, 43, dam op 32.
PROBLEEM No. 48.
HENRI J. v. d. BROEK, Rotterdam.
Zwart
Wit.
Zwart: 1, 3, 6/9, 16/7, 21, dam op 13.
Wit: 15, 29/31, 34, 36, 38/9, 41 en 48.
OPLOSSINGEN.
Probleem no. 43. (A. Jacobs, den Haag.)
Zwart: 6, 8/11, 13, 17, 1», 23/4 en 40.
Wit: 22, 25, 27/8, 31/3, 36/8 en 48—50.
Wit: 27—21, 33—29, 49—44, 25—20, 20—14,
14 5, 36 38, wint.
Probleem no. 44. (H. Marchal, den Haag.)
Zwart: 2. 8/9, 16, 18/20.
Wit: 17, 27, 30, 37, 44/5 en 49.
Wit: 17—11, 27—22, 37—32, 30—24, (zwart
20 29 of 19 30), 49—43 en 45 1.
Goede oplossingen ontvangen van: Joh. Lode-
wijkx, C. v. d. S., J. L., W. S. H. Borghardt,
allen Rotterdam;' R. Alders, Hillegersberg,
(no. 41 en 42.)
HET DAMSPEL VOOR DE
ORGANISATIE,
IV.
1. Als eerste probleem vond ik den volgenden
stand door E. Chatelet, Lisieux in 1879 opge
geven aan den heer Stams, R'dam, ter. oplossing
en beoordeeling.
Zwart: 16, 24.
Wit: 18, 31, 41.
Wit speelt en wint.
Wy willen hier de oplossing niet bijvoegen,
het eindspel is werkeiyk de moeite waard, door
onze lezers te worden- opgelost. In ons volgend
artikel kunnen zij, die de winst niet hebben
kunnen vinden, de oplossing volgen.
2. Op 20 October 1900 speelde Zomerdijk een
partij tegen de Laat. Slechts het eindspel heb
ik kunnen vinden.
Zwart (de Laat) 8, 14, 16, 18, 19, 21, 24 en 29.
Wit (Zomerdijk) 25, 27, 30, 32, 33, 35, 38 en 42.
Het spel verliep als volgt:
Wit 42—37. (zw. 18—23), 33—28, (8—13), 27—22
(21—26), 22—17, (16—21), 28—22, (21 12),
32—27 (12—18), 37—32 (26—31), 27 36 (18 27),
32 21 (23—28), 21—27 (28—23), 38—32 (33—39),
17—11 (39—44), 11—7 (44—50), 32—27?? (29—34),
30 39 (50 2).
Behoudens den blunder met 3227 is weder-
züds het beste spel gegeven.
3. In Aug. 1885 zond de heer Dettmeyer uit
Amersfoort eenige damproblemen in ter beoor
deeling aan Jos. Blankenaar en C. G. Vervloet.
Het kenteekent den geest en smaak van
dien tijd.
Men zette eens op net bord:
Zwart 16, 35, 37, 38, 39, 41, dammen op 5, 7,
8 en 10.
Wit 18, 21, 22, 24, 26, 29, 31, 33, 40, 42, 44
dam op 50.
Een onnatuurlijker stand is byna niet denk
baar!
De oplossing, ik zal deze direct geven, mede
omdat die fout is luidde 1813 (zw. 26 9),
4034 (zw. 39 19), 2924 (zw. 58 2Q), 2621
(zw. 37 17), 42—37 44—40 (zw. 35 44) en
50 46. Jammer echter gaat de voorlaatste zet
van wit niet op, want zwart slaat 7 45 en niet
35 44.
4. Het tweede probleem kon de goedkeuring
der beoordeelaars wegdragen; een niet onna
tuurlijke, aardige positie, die wel onder het
spelen kan voorkomen, de slagzet kan door een
sterk speler gezien worden.
Stand zwart: 1, 3, 5, 6, 8, 11, 12, 13, 17, 21,
24, dam op 50.
Wit: 10, 23, 32, 35, 38, 40, 42, 43, dam op 37.
De oplossing is:
37—26, 32—28, 23—19, 35—30, 43—39, 38 9
en 26 25.
5. Over het volgend probleem bleken de mee
ningen uiteen te loop m. Eenerzijds de bemer
king: het is niet denkbaar, dat deze positie op
het dambord zal voorkomen: anderzijds luidde
hetoordeel: Deze positie is wel niet waarschyn-
iyk, doch niet bepaald onnatuurlijk te noemen.
De zet kan misschien door een speler van den
allereersten rang op het bord gezien worden.
Zwart: 8 tot 14, 17. 18, 20 tot 23, 26, 28 en 32.
Wit: 19. 30. 36. 37, 39, 41/3, 46/8.
Wit 30—24, 36—31, 39—33, 31—27, 48—43,
42 15 en 47 9 (een slingerslag)!
De heer Dettmeyer werkte in 1885 mede aan
de Purmer courant en zond zyn eigen proble
men alsmede die, welke hij in buitenlandsche
bladen vond ter publicatie toe.
Zoo schrijft hij o.a. 15 Juli 188f aan den heer
Vervloetwilt U dan deze 6 problemen laten
plaatsen. Ze zijn uit mijn manuscript, enkele heb
ik er uit geschreven om in de Purmer Courant
te zetten, want mijn manuscript heb ik afgestaan
aan den heer B.Ziet ze eens na, ik heb ze
aan verscheidene storlce spelers opgegeven, maar
tot mijn spijt geen een hebben ze tot nog toe
kunnen vinden. Iedereen, dl© deze problemen
gezien en geprobeerd heeft, vond ze te inge
wikkeld en te moeilijk.
Het zestal volgt hieronder en de oplossingen
daarachter. Men zorge een dubbel stel schijven
bU de hand te hebben!
6. Zwart: 1, 2, 3, 4, 5, 0, U, 27, 28, 35, 40,
dammen op 9, 12, 15, 18, 21 en 22.
Wit; 20, 24, 25, 29, 31, 34, 36, 37, 39, 42, 43,
44, 45, 49, dam op 46.
7. Zwart: 1, 3, 5, 7, 10, 12, 17, 18, 19 21, 25,
28, 29, 40, dam op 23.
Wit; 14, 26, 31, 32, 34, 41, 42, 43, 45, 46, dam
op 37.
8. Zwart: 6, 18, 23, 29, 34, 3g, dammen op
7, 8, 9, 10, 19, 20 en 24.
Wit: 17, 21, 27, 31, 32, 40, 43, 44, 45, 49, dam
op 50.
9. Zwart: 2, 5, 14, 17, 25, 26, 38, 39, 43, 45,
dammen op 7, 9, 10, 11, 12, 20 en 30.
Wit: 6, 18, 21, 23, 28, 34, 37, 48, 49, 50, dam
op 41.
10. Zwart: dammen op 2, 4, 5, 14, 19, 20,
23, 24, 26 en 29.
Wit: 10, 10, 27, 31, 34, 36 tot 43, 46 tot 50,
dam op 3.
11. Zwart: 7, 14, 21, 24, 27, 35, dammen op 8,
9, 16, 17, 22, 26 en 36.
Wit: 15, 23, 25, 28, 31/4, 37/40, 42/45 en 47.
Curiositeitshalve geven wij het probleem no. 10,
maar de daarbij gegeven oplossing brengt geen
absolute winst.
Men zal bemerken, dat het liefhebberen met
dammen by problemen in bovenstaande serie
vrijwel het toppunt heeft bereikt. Een aantal
dezer dient alleen ter opsiering zy voeren
niets uit en worden kalm in den eindslag inge
palmd, Het sterkst komt dit uit in probleem 9,
waarin geen enkele dam dienst doet als zoodanig.
Vermoedeiyk vindt het zijn oorzaak in het feit,
dat, wanneer men de dammen, die geen dienst
doen, door schyven vervangt, de overmacht der
witte stukken te groot is om voor probleem
geschikt te zyn, dies wordt het getal geiyk ge
maakt door een aantal schyven te kronen. Wel
een gemakkeiyke maar toch niet aan te be
velen manier.
De oplossingen zijn:
No. 6. 2419 (zwart 15 47), 1913, (zwart
40 29), 37—32, 43—38, 39 8, 13 31 en 46 3.
No. 7. 14—9, 32—27, 2621, 43—33, 42—38,
3748, 48 2, (neemt 10 stukken) en 45 34.
Een probleem, dat meer bekend is.
No. 8. 43—39, 32—28, 17—11, 40r-35, 35—30,
4440, 50 27 over de velden 33, 15, 4, 31, 48, 30,
2 en 16.
No. 9. 1813, (9 40), 28—22, 6 8, 4136 en
36 2 neemt 9 stukken.
No. 10. 50—44, 37—32, 34—30, 27—21, 3—8,
44—40, 38 9, 36—31 en 41 25.
No. 11. 25—20, 23—19. 47—41, 28—23, 32—27,
33—29, 23—19, 15—10, 34—30, 10—4, 4 46 en
46—41.
De Chineesche muur!
HENRI J. V. D. BROEK.
Het Olympisch Damtournooi 1928.
Onder de overige vijf deelnemers treffen wy
het eerst aan de Rotterdammer A. Zeef, die als
lid van het Kath. Damgenootschap „Sempre
Avanti", sinds eenige jaren met succesvol resul
taat het damspel beoefent. Momenteel kampioen
diér club vóór H. Regoüw en W. de Vos, be
haalde hy ook kort geleden nog het Rotterdamsch
districtskampioenschap. Hy is een speler, die in
zeer korten tyd zich een vast en soiled spel heeft
eigen gemaakt, hetgeen in dergeiyke wedstryden
van véél belang is.
Een inzicht in zün berekend spel geeft het
volgende partU-verloop.
Wit: H. v. Leeuwen.
Zwart: A. Zeef.
•1 33—28 20—24
2 34— 30 1721
3 31—27 11—17
4 39—33 6—11
5 4333 18—123
8 49-43 1818
7 30—25 8—13
8 37—31 21—26
Stand:
Wit: 25. 27/8, 81;3. 35/6. 38/48, 50.
Zwart: 1/5, 7. 9/19, 23/4, 2.6.
Door zwart's laatsten zet (21—26) komt wit
in. een lastig parket, immers op 41 of 42 37
volgt opsluiting door 172*1
Het spelen over 27—22' bet z.g. kerkhofveld, is
niet sterk. Rèst duS 39—34/ ihaar dat gaat niet
wegens 1 i.
39—34 42X31 35X24 28X3
26X37 24—30 19X39 39X26
met voordeel voor zwart.
Ook kan 40—34 maar hierop had zwart juist
gespeeld, want nu volgt:
40—34 42X31 33X24 28X8 35X24 25X14
26X37 24—29 19X30 2X13 14—20 9X49 dam.
Dit party'verloop was uit den wedstrijd om het
pers. kampioenschap van Rotterdam 1928.
Van niet te onderschatte beteekenis is het
uitkomen der twee Haarlemmers J. Klein en
J. Smit. Beide spelers behooren tot de hoog
geplaatste in den loopenden wedstrüd om het
pers. kampioenschap van het Haariemsche
district. Belden zyn jonge spelers, die voor de
toekomst veel beloven.
Een party-fragment uit een ontmoeting tus-
schen J. Smit en P. G. v. Hout laten wy hier
volgen:
Zwart: P. G. v. Hout
20—25
14—20
2024
17—21
21X32
.10—14
4—10
- 12—17 j
18—23
15—20
Wit: J. Smit.
1 34—30
2 39—34
3 44—39
4 5044
5 32—27
6 37X28
7 41—37
8 46—41
9 31—27
10: 38—32
11 36—81 7
Zwart speelde nu 10doch de bekende
meester A. K. W. Damme weer erop, hoe zwart
nu zeer mooi een schyf zou kunnen winnen.
1X 23—29
12 34X23 25X34
13 40X29 (gedw.) 16—21
20—25
25—30
14X25
9X36
14 27X16
15 29X20
16 35X24
17 23X14
Een fraaie slagzet!
Last not least de beide Amsterdammers P,
Westra en E. C. Lochtenberg.
P. Westra ls de eerste aankomende uit de
voorwedstryden, welke het Amsterdamsche
district heeft georganiseerd om tah-yke in-
schryvers een kans te geven.
E, C. Lochtenberg Is de broer van den meester
C. J. Lochtenberg, ook een veteraan op het dam-
spelgebied, kampioen 1912/1913 hoofdklasse G. S.,
een sterk speler welke over groote routine be
schikt, routinewerkregen In tal van wedstryden
tegen de sterkste spelers van ons land.
Ongetwyfeld belooft deze kamp, waar de jongere
en de oudere dammersgeest, den stryd aanbin
den zeer interessant te worden, en kan de Kath,
Dambond met het tot stand komen van dit
tournooi op goed resultaat bogen.
Een party, ontleend aan „Ons Damblad", tus-
schen twee felle tegenstanders in dit tournooi
laten wy hier volgen:
Party, gespeeld te Amsterdam 13 September
1925, tusschen de heeren H. Regouw (Rotterdam)
met wit en P. G. van Hout (Amsterdam) met
zwart.
1 34—29 1722
Een interessante opening. Antwoordt zwart
hier 1924, 1419, enz. dan komen we terug tot
de Hollandsche party. Zwart accepteert wits
spelgenre, met aanvallen op het midden.
3 4034 1923
3 4540 1419
Verhindert hiermede 3530, dat zeker gevolgd
.zou zyn.
4 32—27
Niet zoo sterk; wit wil echter op avontuur
uit en riskeert daarby veei,
4 10—14
Beter lykt ons 1217, om 3732 te verhin
deren. Wit zou dan echter waarschijnlijk met
2924 hebben geantwoord.
5 50—45 11—17
Beter is 1217 om bovenstaande reden.
6 37—32! 7—11
7 31—26 22 31
8 26 37
Thans is een stand ontstaan, waarin van
alles mogelyk is; o.i. had zwart aan wit moeilyker
spel kunnen bezorgen.
8 1—7
9 2924 20 29
10 33 24 19 30
11 34 25 17—22
Zwart staat thans iets beter.
12 40—34
13 39—33
11—17
Eigenaardig dat hier de zet 38S3 niet kan,
wegens 2329, enz.
13 7—11
14 44—39 14—19
15 32—28 23 32
16 37 28 16—21
17 41—37 21—27
Het 'spelen Van dé schyven 47 en 49 wordt
nu verhinderd wegens 2732, 1520, enz.
18 34—30 9—14
19 39—34 4—10
20 34—29! 2—7
21 29—24
Heel moeiiyk is het hier voor zwart het
juiste antwoord te kiezen. Op 1823 volgt waar
schijnlijk 2420 en de stand die ontstaat, kan
ons niet bevredigen door de minder goede ont
wikkeling van den langen vleugel. Wacht zwart
af door met de schyven 11 en 7 te gaan spelen,
dan kan wit schyf 45 naar 24 gaan brengen
met zeer goed spel. Ten slotte speelde zwart
21 14—20
22 25 23 18 20
23 49—44 3—9
24 47—41
Wit kon niet 3731 spelen', wegens 1721,
1217, en 17 50 van zwart. TOch leek ons hier
46—41 of 30—25 voor wit beter.
24 20—24
25 30 19 13 24
26 33—29 24 33
De beste!
27 28 39
Stand na den 27sten zet van wit.
Zwart.
Wit
27
10—14
14—19
12—18
712
28 38—33
29 45—40
30 40—34
Laigzaam maar zekér naderen de partyen
elkaar weer. De manier van stand opbouwen van
zwart is iets meer solide dan van wit. Het
wordt nu maar een kwestie wie de voordeeligste
tempo's overhoudt.
31 42—38 5—10
32 34—30 19—23
Hier lykt ons 1823 wel iets beter, daar door
den tekstzet het opbrengen val schUf 18 ver
hinderd wordt
33 44—40 8—13
34 40—34 11—16
35 30—25 9—14
36 34—29 23 :34
37 39 30
Maakt hiermede schyf 18 voor zwart vrü", 'n
voordeel, daar zwart aan z'n korten vleugel ge
brek aan goede tempo's krijgt.
37 18—23
38 43—39 14—19
39 30—24 19 30
40 25 34 10—14
41 48—43 6—11
42 34r—29 23 34
43 39 30 17—21
Hier was 1218 ook heel goed. De volgende
spelontwikkeling zou wit in 't nadeel brengen.
37—32 32—28 28—23 33 24
12—18 17—21 11—17 18 29 22—28
44 43—39
45 39—34
46 34—29
47 30 27
48 38 47
49 41—37
50 '46—41
21—26
12—18
27—31
22 42
11—17
16—21
21—27
Stand na den Busten zet van zwart.
Zwart.
'MVA W/W
Wit
Zet men schöf 41 op 42, dan zou wit's stand
to prefereeren zUn; thans biyft do stand van
zwart iets beter.
51 47—42 14—20
Om Wit 8025 to lateii spelen, waarna 27—31
én 8136 zou zyn gevolgd, ten minste voor den
oppervlakkigen beoordeelaar, Deza afwikkeling
zou echter zwart in 'i nadeel gebracht hebben.
Men zie naar het verloop. Op
juist antwoord 2024 met iets
52
53
54
55
56
42—38
3024 gedw.
41—36
38 47
47—41
Heel goed.
57 36 27
68 33—28
69 4137 gedw
60 29—23
61 35 24
62 28—22
63 22—17
64 17—11
65 11— 7
Oppervlakkig zou men zeggen,
nu vrywel gewonnen is, het zeer
eindspel van wit geeft toch nog
66
67
68
69
70
71
72
7— 1
1— 7
7—43
37—31
34—18
18—13
13—27
3025 was het
voordeel.
20—25!
27—31
31 42
17—22
26—31 1
22 31
31—36! i
25—30
18 20 j
20 29
29—33
33—39
39—43
43—49
dat de stand
goed gespeelde
remise
13—19 j
19—24
49—21 j
36 27 4
27—32 j
24—29
I
Remise.
't Is wel de moeite waard om na te gaan of
er werkeiyk winstkans aanwezig is. Zwart mocht
by den 68sten zet alleen met de dam spelen.
Gaat hij van de iyn 4916 af en dus naar 44,
dan volgt altyd 3418 met remise.
Slotindruk; 'n Levendige party, waar wel
wat gewaagd werd, maar op som, lige momenten
duideiyk tot uiting kwam, dat men zich niet
noodeloos aan 'n nederlaag wilde blootstellen.
Zwart had over 't geheel genomen iets gemak
kelijker en voordeeliger spel, maar wist door
accuraat spel van zyn tegenstander het voor
deel niet in winst om te zetten.
Aanteekeningen van P. G. van HOUT.
EEN GOEDE HOND STAAT
VOOR GEEN SLOOT. MAAR EEb|
KOMT ER OOK WEL OVERHEE^
ROTTERDAM, 11 Augustus. (Coöp. Tuinbouw
veiling Rotterdam en Omstreken G. A.) HoII.
kaskomkommers le srt 10.80, 2e srt 7.60,
Holl. platg. komkommers le srt 5.1011.50, 2a
srt 1.90-^-5, 3e srt 1.102.60 per 100 stuks,
komkommerstek 12 per 100 kg., sla 1.90—
5.20 per 100 krop, bloemkool le srt 625, 2a
srt 2.609.60, uitschot 1.202 per 100 stuks,
peen 2.7706.60 per 100 bos, postelein 14,
tuinboonen 6.709 per 100 kg., snyboonen 20
31 ct, ld. stek 719 ct, pronkboonen 1017 ct,
Duitsche prinsesseboonen 2728 ct, stamprinses-
seboonen 2125 ct, stokprinsesseboonen 2127
ct per kg., seldery 1.30—3, kroten 1.80—2.80
per 100 bos. roode kooi 4.106.70, savoye kool
8.60, spitskool 2.10—2.40, uien 3.90 p. 100 kg.
ZW IJNDRECHT, 11 Aug. (Groenten- en.
Fruitveiling Zwyndrecht en Omstreken). Bloem
kool le soort 12—23, 2e soort 1.909, witta
komkommers le soort ƒ4.106.40, 2e soort ƒ1.10
1.70, groene komkommers le soort 5.90—
8.20, 2e soort' 1.203, 3e soort 3060 ct.. alles
per 100 stuks, kropsla le soort 1.205 per 100
krop, tomaten A 2829, B 2327, C 2628,
CC 920, uien le soort 3.50—4.90, Duitsche
boonen 2427, alles per 100 kg.
HANSWEERT, II Augustus.
Gepasseerd voor 4 uür en bestemd voor:
ROTTERDAM: st. Telegraaf 4; Cornelia;
Marietje, van Cauwenbergh; Ambulant, Polie;
Josephine, v. I. Wygerd; Europa, Busing; st.
2 Gebroeders; Jozina Martina, v. d. Ende;
DEN HAAG; Visscher 1, Pauwels; st. Hoop
op Zegen; BREDA: st .Marcel; Tine, Lange-
slagh; OUDDORP: Ambulant, Grinwis; TIL
BURG: Time Is Money, Riffaut; DELFT: st.
Zeelands Luister; ZWOLLE: Morgenster, Sem-
pel; st. Spes; HALFWEG: De Dieu Donné, de
Bont; OVERSCHIE: st. Spes; ARNHEM; st.
Hoop doet leven; VECHEL: st. Valkyrie;
DORDRECHT: Berdina 2, Cornelisse; Gonda,
de Jonge; Spes, van Oosten; SLIEDRECHT:
st .Altyd wat; AMSTERDAM: st. Vertrouwen!
WARMOND; De Hoop, Cové; MIDDELHAR-
NIS: Annie, Muller; ST. HAARTENSDIJK:
Op Hoop van Zegen, Heyboer; HARLINGEN
Atlantis, Kamp.
DUITSCHLAND; st. Ryn Schelde 6; Apollo;'
San Antonio, Janssen; Mersenne, van Daelen;;
Donatus, Zimmerman; S\ Simon, Masset; Ma
donna, Heymen; Liberté, van Kosveringe; As-
terie, Verberght; Stad Charleroi, Bolier; Marie,
LonkhuizenCorjo, de Ronde; Gabes, Wer-
ning.
BBLGIë: st. Telegraaf 14; 3 Gezusters; Wes-
terschelde; Johanna; Dankbaarheid', Dageraad;
Stad Amsterdam 4; Machiensteen '20; Othello 1;
Johanna Adriana; Pieternella; Henry Damour,
Hengeveld; Hera, Sturm; Johan, van Duynen;
T.B. 2, Sperling; Wiljohen, Pikaart; Tarragona,
Luyks; Marcel, ten Napel; Cornelia, de Leeuw
van Weenen; Elma, v. d. Velde; Teujo, Sta
vast; Nieuwe Zorg, Boellen; Christina, Windey;
Guna, van Dinteren; Dranaco 8, van Dongen;
Germanicus, Schneider; Terneuzen 7, Dooms;
Excelsior, de Haas; Victor Regina, Huygens;
Emma, de Ney; Jamas Ensor, Grete; Cornelia,
Muller; Grace de Dieu, de Bock; Speculatief,
Havers; Regularité 4, Palfliet; Jan Vermeer, v.
d. Bussche; Shamrock 2, Minnebo; Kokossus 2,
Stolk; Anna, Looyschelder; Willem Johan, Be
zemen
DE SCHEEPVAARTBEWEGING IN DE
AFGELOOPEN WEEK.
Gedurende de af go loepen week zijn volgens
onze sratistiek den Nieuwen Waterweg binnen
gekomen 277 schepen, waarvan 1 zeilschip en
3 zeelichters. Hiervan waren bestemd voor Rot
terdam, met inbegrip van Hoek van Holland, 249
schepen, m. 415,813 n. reg. tons, voor Vlaardingen
11, Schiedam 7, Pernis 2, andere Nederl. plaatsen
5 en Duitschland 3.
Voor Poortershaven waren bestemd 3 stoom
schepen, terwijl 17 schepen den Waterweg zijn
binnengekomen om te bunkeren.
Gedurende hetzelfde tijdvak van 1927 kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 303 schepen
waarvan O zeilschepen en 4 zeelichters Hiervan
waren bestemd voor Rotterdam met inbegrip van
Hoek van Holland 268 schepen voor Vlaardingen
16, Schiedam 7, Pernis 2, andere Nederl. plaatsen
3 en Duitschland 8.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen:
Schepen Netto Reg. ton
1928 8506 14.178.980
1927 9111 14.705.843
N. Waterweg
Nu -605 —526.863
Tegen vorige week 579 498.176
Rotterdam 1928 7569 12.913.672
1927 8167 13.393.310
Nu —598 479.638
Tegen vorige week —678 —518.063
Bunkerbooten zijn in deze statlstiok niet
Inbegrepen.
Opgestoomd 1 schip 4890 netto tons.