J
P Zaterdag 25 Augustus 1928
Tweede Blad
Pagina t
I
religieus-socialisme
i
t
DE AMBTENARENWERELD
Te Doetinchem.
ADMINISTRATIE DER GEMEENTE
DIENSTEN EN BEDRIJVEN.
NED. TOONEELSTUKKEN BIJ HET
SCHOUWTOONEEL.
DE ONTVLUCHTING U T DE
GEVANGENIS TE SCHEVENINGEN
lÜ
1
HET CONGRES TE MANNHEIM
f In liet begin dezer maand van 1 tot 5
Augustus is te Mannheim een congres
gehouden van religieus-socialisten uit
JDuitschland, Oostenrijk, Zwitserland en
Nederland.
Uit den beschrijvingsbrief viel op te
maken, dat de Nederlandsche ds. Banning
en de Oostenrijksche Katholiek Otto Bauer
Wit Weenen er het woord zouden voeren.
Merkwaardig is, dat het hoofdorgaan van
'de Duitsche sociaal-democraten aan dit
tongres slechts een dertigtal regels wijdde;
over Otto Bauer, die zuiver de ideeën van dr.
Otto Bauer, den leider van de Oostenrijksche
socialisten, verkondigde, hoorden wij alleen,
dat hij een „arbeider" is. Hetzelfde schijnt
ook te moeten worden opgemaakt uit een
artikeltje, dat 18 Augustus j.L door ds. Ban
ning in „Het Volle" werd geplaatst. Deze
vertelt, dat op het congres aanwezig was
„namens dén Bond van religieuze socialisten
in Oostenrijk Onze' partijgenoot Otto Bauer,
een metaalbewerker, die meedeelde overtuigd
Katholiek te zijn". Er wordt bij verteld, dat
deze heep; .Banen toij. den. Kardinaiihaarts-
bisschojir-van Weenen ,!is geWee'Sf, die ztiti
gezegd hebben: „de Kerk spreekt zich wél
over gèlópfszaken, niet over economische
stelsels uit; wilt gij het socialisme als econo
misch stelsel aanhangen,.dan mag de Kerk
u daarbij niets in den weg leggen".
Jaren geleden is in Nederland ook de
Vraag gesteld of een Katholiek het econo
misch stelsel van het socialisme zou kunnen
aanvaarden; het was de jonge leeraar
Aengenent hu Bisschop van Haarlem
die, onder blijkbare instemming van dr.
Schaapman, deze vraag ontkennend beant
woordde. Neemt men de gronden in acht
waarop dit antwoord steunde, 1) dan komt
het ons zeer onwaarschijnlijk voor, dat Z.Em.
Kard. Piffl zich zóó zou hebben uitgesproken
als in „Het Volk" wordt meegedeeld.
Maar er is nog meer. De Weensche
„Ileichspost." van 10 Augustus 1.1. schreef
letterlijk:
Ons Oostenrijkers interesseert ook de in
wijden kring tot dusver onbekenden „arbei
der" Otto Bauer uit Weenen, die als ver-
tegenwoordiger van Oosten-
r ij k bet bekende werkprogram .van den
heer dr. Otto Bauer met fonografische trouw
weergaf. Zou dezë „arbeider" misschien geen
arbeider en deze redenaar, die over Christen-
dom en Katholieke Kerk sprak, hèélemaal
geen Christen geweest zijn? Opheldering
ware gewenscht.
Deze Otto Bauer, Waal-over ds. Banning
fcich zoo-druk'maakt,, schijnt .dus in Weenen
ook al ntóf erg békend t? zijn.. De heer Ban
ning, die aan de „Volk'Mezers zóóveel merk
waardigs' over het optreden van den Oosten
rijker vertelt, verzuimt' melding te maken
van het feit, dat er zich een aardige discussie
ontspon tussehen Bauer en een oud-katholiek
en dat de laatste (die over samengaan van
katholicisme en socialisme heele merkwaar
dige vragen stelde) Bauer zóó in het nauw
bracht, dat de voorzitter de discussie beslist
afsloot met de woorden, dat „de katholieken
onder zich de verantwoording moesten uit
maken", waarbij hij den tot dusver onbe
kenden Bauer gemakshalve maar vast tot
de Katholieken rekendè.
Ds. Banning vertelt wel, hoe Bauer pleitte
Voor „de eenheid van het strijdende prole
tariaat, boven konfessionele verschillen
Uit".
Waarom Verzuimt hij mee te deelen, dat
er op het Congres niet gestemd werd over
het voorstel een „Katholieken bond van
religieus socialisten" te stichten? Wel is,
Volgens onze gegevens, door den voorzitter,
ds. Eckert, verklaard, dat in den bond van
religieus-socialisten een Katholieke en een
Protestantsche afdeeling zou worden ge-
Sticht. Dit laatste besluit (dat niet is uit
gevoerd) is, volgens de mededeeling van ds.
Banning, door het Congres genomen; hij
meent, dat het „van betekenis" kan worden
Voor „onze vrienden in Duitschland en
Oostenrijk. Zij zuik zich wel niet over
geven aan den naïven waan, dat nu de Kerk
haar bestrijding van het socialisme op
geeft".
Die verwachting klopt niet met de boven
beweerde verklaring van Z. F.. Kardinaal
Piffl.
Waarom herinnert ds. Banning er ook
niet aan, hoe de bekende Duitsche marxist,
dr. Dietz uit Karlsruhe, in navolging van
onze Nederlandsche maixisten, op het Con
gres eerlijk zei: „het is een moeilijk ding,
indien men als katholiek socialist wil zijn?"
Zou het inderdaad alleen aan de Kerk
liggen of is er ook iets in het socialisme, dat
Vernietigend werkt op het geloof van den
Katholiek?
Hoe verklaart ds. Banning toch het feit,
dat alle ons bekende sociaal-democraten,
die eens Katholiek waren, hun geloof heb
ben verloren? De heeren Wibaut, Vliegen,
Brautigam, v. d. Waerden, Lührs om
fienige levenden te noemen zijn allen
afvallig geworden van het geloof hunner
jeugd. Kent ds. Banning één werkelijk-Iver-
«eiijk sociaal-democraat? Want van het ge-
Praat over „religie die ons in aanraking
brengt met het absolute" de uitdrukking
van ds. v. Wijhe en dergelijke duide-
uitspraken worden wij niet wijzer.
bjke
'Zeker hebben religieus-socialistische con-
ffreseen vopr ons beteekenis. Zij zijn de
rachtigste erkenning van het feit, dat het
a'theïstisch-ma'terlalisme en. de klassen-
strijdleer geen onschokbare dogmata meer
zijn van allen, die zich aansluiten bij de
socialistische beweging.
Het is nog maar enkele jaren geleden,
dat de Oostenrijksche sociaal-democraat dr.
Max Adler de oude materialistische wijsbe
geerte van het socialisme als een „Wahn"
heeft afgebroken. Intusschen wij hebben
dat verleden jaar hier ter plaatse aange
toond uit het hoek van den Berlijnschen
ds. Piechowski heeft de jarenlange stel
selmatige godsdienstbestrijding der socialis-
tisten vrucht gedragen: duizenden en dui
zenden arbeiders zijn volkomen onttihriste-
lijkt. Een deel is totaal afgestompt voor allen
positieven godsdienst; een ander deel wordt
de prooi van allerhande secten; onder de
protestanten eindelijk, die zeer sterk te lij
den hadden van de socialistische aanvallen,
zijn een groot aantal dominee's opgestaan,
die probeeren het op een accoord te gooien
met het socialisme. Dat hun streven eenig
merkbaar, succes heeft, mag veilig worden
ontkend: de socialistische arbeiders zullen
de leeggeloopen groote-stadskerken niet meer
vullen; hun belangstelling voor de oude
protestantsche kerkgenootschappen is vol
gens getuigenis van vrijzinnig-protestanten
en roiigieus-soci,'tlLsien zelf,., miniem.
Wft is.'trouwens de -inhoud van -de religie
der „roode" predikanten? Te Mannheim
heeft ds. Eckert het ontwerp vaii een mani
fest aangeboden, dat zooiets worden moest
als de godsdiensfig-staatkundige grondwet
van de religieus-socialistische beweging. Er
is van aanneming daarvan niets gekomen;
een Ba.belsche spraakverwarring van mee
ningen brak los, toen het program moest
worden toegelicht. Het ontwerp op zich is
al een zeer curieus stuk; één merkwaardig
heid ervan is o.a. dat Katholieke en protes
tantsche vakvereenigingen uitdrukkelijk als
tegenstanders van de religieus-socialisten
worden bestempeld.
Hoe groot de verwarring bij de „toelich
ting" was of liever, hoe sterk de oude
Marxistische deesem in de moderne socia
listische beweging nawerkt, bleelc wel tij
dens de debatten over de toelichting van het
program-ontwerp. Onder stormachtige pro
testen kwam men op tegen het voorstel
aan leden van den bond den eisch te stellen,
minstens God als bestaande werkelijkheid
te erkennen. Men wilde zich op
geen enlcel Godsbegrip vast
legde n; de materialististen moesten óók
recht van toetreding hebben; men moest
geen „theologische! Haarkloverijen" (nota
bene: hét bestaan van God, een haarklo
verij!) in liet program zetten.; de. voorzitter
van de Berlijnsche afdeeling zei, dat dat
„eeuwige praten over God" gevaarlijk was;
men moest de arbeiders op andere manier
trachten te winnen.
Ds< Banning heeft het wijs geoprdepld,over
al deze dingen niet te'-schrijven in „Hét
Volk". Hij heeft gelijk, maar hét is niet éér
lijk.
Eén spreker was er, die werkelijk "pro
beerde Christendom en socialisme te verzoe
nen; dat was dr. ünseh, hoogleeraap in
de protestantsche theologie te Marburg. Zijn
rede kan een katholieke verstaan, maar h ij
vindt er geen nieuws in. Leo
XIII, Manning, Ireland, de Mun, Ketteler,
Schaepman, Pesch en hedendaagsche Ka
tholieke sociologen, ook in Nederland, heb
ben duidelijk genoeg verklaard, dat er wan
toestanden zijn in onze moderne samenle
ving. Indien de goede wil er is, leunnen die
wantoestanden worden opgelost, want zij
zijn niet natuur-noodzakelijk.
Het congres te Mannheim heeft geen ze
keren grond gegeven; het heeft ons niet
verklaard, hoe werkelijke godsdienst te ver
eenigen valt met theoretisch en practisch
marxisme. Men kan evengoed probeeren
vierkante cirkels te maken.
Do heer Banning stelt in „Het Volk" op
pathetischen toon de vraag, of de Katho
lieke leiders meenen, het socialisme te kun
nen keeren „met onwaarachtige bestrij
ding?"
Zij zullen het met volledige inlichting
probeeren en met de toepassing van eigen
beginselen bereiken!
1) ..Aangetoond, dat hét; recht van privaat
eigendom onaantastbaar is,en wei om zuiver
christelijke princiepen, dan is daarom reeds
alleen het socialisme van christelijk standpunt
niet te verdedigen, ook ai vat men het
op als een louter oeconomisch
s y s t e e m".
.(De Katholiek, d. CXX, 1901, bl. 101).
LUCHTPOST VOOR DENEMARKEN,
ZWEDEN, NOORWEGEN EN FINLAND.
Nachtvluchten StockholmLonden.
Ook op 29 Augustus en 3 September a.s. zal
een Zweedsch vliegtuig met een luchtpostkan
toor aan boord, een tweetal nacht-poet-vlucbten
StockholmLonden uitvoeren en op den te
rugweg op resp. 31 Augustus en 5 September
a.s., te 18.15 uur van Amsterdam, Schiphol,
naar Bremen, Malmö en Stockholm vertrekken.
Met deze vluchten kan gewone en aangetee-
kende correspondentie worden verzonden voor
Zweden, Denemarken, Noorwegen en Finland.
Het verschuldigde luchtrecht, boven de gewo
ne frankeerkosten bedraagt 5 cent voor elke
20 gram.
Deze correspondentie wordt vaa afdrukken
yan bijzondere stempels voorzien.
Dé post vertrekt op die dagen van Amster
dam G. S. te 17.15, uur.
De secretaris geschorst.
WAT DE COMMISSIE VAN ONDERZOEK
RAPPORTEERT.
In de Donderdag gehouden vergadering van
den raad der gemeente Doetinchem werd liet
eerste rapport behandeld van de raadscommis
sie, die 8 Dec. 1927 was aangewezen een onder.
zoek in te stellen naar eventueele corruptie bij
de gemeentediensten en -bedrijven.
Dit eerste rapport betreft bet onderzoek ter
gemeente-secretarie en beslaat behalve 16 bij
lagen 56 pagina's druks.
Na een overzicht te hebben gegeven van de
diverse verhooren komt de commissie, bestaan
de uit de heeren S. Cohen, D. L. Massink en H,
D. Muller tot de volgende conclusies:
I. dat de rijks- en provinciale subsidies be
treffende de torenrestauratic ten volle zijn ont
vangen; wei eenigiszins vertraagd door de
wijziging van de bedragen der. subsidies, doch
de schuld der vertraging ligt niet ter gemeente
secretarie; s
II. dat er niet gedeclareerd is voor de Fran-
sche vluchtelingen, tengevolge van het weg
raken der vereischte bescheiden, waardoor de
gemeente een schade heeft geleden van
f 5055,15. Ook op de Belgische vluchtelingen is
de gemeente nog 400 te kort gekomen. De
Commissie heeft de overtuiging gekregen, dat
tenminste de eerstgenoemde schadepost te
wijten is aan verregaande slordigheid ter
secretarie.
Door het veel te laat ontvangen van bijdragen
en subsidies en door- het niet-goedkeuren der
rekening 1921 van de Ambachtsschool heeft de
gemeente een schade gefoden aan renteverlies
alleen van meer dan 5000. Mocht ook het pro
vinciaal subsidie over 1921 uitblijven, waar alle
kans op is, dan moet deze scihade nog met pl.m.
4000 vermeerderd worden, zoodat de gemeente
dan voor meer dau 9000 benadeeld is.
Het niet-goedkeuren der rekening i3 te wij
ten aan het niet kunnen overleggen van kwitan
ties en andere bescheiden, die onder berusting
móeten geweest zijn van den toenmaligen
secretaris-penningmeester der Ambachtsschool.
IV. dat hét de Comimtseie niet gebleken is,
dat de fa. Samisom te Alphen a. d. Rijn retour-
oom/missie in den eenof anderen vorm h.eeft
verstrekt;
V. dat inderdaad gebleken ie, dat in de voor
malige gemeente Ambt Doetinchem een geheim
potje bestond, bekend bij de ingewijden onder
den naam van „Houtkas", welke kas bij de
vereen Iging van Stad- en Ambt-Doetinchem
onder beheer is gekonjen van den gemeente
secretaris. Deze toestand, duurde zoo voort tot
in 1923, toen op uitdrukkelijk verlangen van
burgemeester Duval Slothouwer de Houtkas
werd overgebracht naa-sj gemeentewerken, wijl.
deze tot regelmatige, ipnd, daIde;poetefl.,over I
de gëitmenfeeicenihg Timpen. Het is dè*"commié-
sis gebleken, dat deze-overbrenging slechts oen
sahijnvertoonlng is ged'eest, want tot 1 Januari
1925 werden alle inkomsten, van ,de Houtkas
bij den secretaris gebracht. Ontvangsten en uit
gaven werdén niet geboekt en alle bescheiden,
kwitanties e.d. zijn vernietigd en elke contróle
van B. en \V. heeft ontbroken.
Zooals uit het rapport blijkt, is van 1 Janiiari
1925 tot 1 Januari 1927 op welken laatsten
datum de Houtkas feitelijk werd opgedoekt,
daar van toen af> de,ontvangsten en uitgaven
over de gemeenterekening loopen wèi aan-
teakening gehouden van ontvangsten en uitga
ven, in een particulier kasboek, door den boek
houder van gemeentewerken. Bij het nazien van
dit boekje viel het oog der commissie op de
posten, door den secretaris in dat tijdsverloop
opgevraagd en welke op zijn advies in ontvang
sten en uitgaven zijn weggewerkt, zoodat aan
den gemeente-ontvanger hij de afrekening val-
sche cijfers zijn. vérstrekt.
VI. dat wat de legeskas der 2e afdeeling
betreft, waarin ook de ontvangsten voor de
trouwboekjes worden gestort deze laatste op
advies van den secretaris een tijdlang togen
zeer verhoogden prijs aan het publiek werden
afgegerven. Hierdoor ontstond een teveel in die
kas en, nadat door den secretaris een bedrag
van ongeveer 10 was opgevraagd, heeft het
hoofd der 2e afdeeling er bij den secretaris op
aangedrongen, het teveel ad f 270.11 zelf te
beheeren. Het werd den secretaris afgedragen
in den vorm van een spaarbankboekje. Ook van
dit geld is geen administratie gehouden; het
is successievelijk door den secretaris opge
vraagd en naar eigen verklaring mocht hij dat
geld evengoed hebben als ieder ander. De com
missie kan dus niet anders aannemen, dan dat
hij dit geld als privé-bezit heeft beschouwd en
ten eigen bate heeft aangewend.
De raad heeft den gemeente-secretaris gele
genheid geschonken tot het schrijven van een
verweer.
Bij de debatten stelde de Commissie van
Onderzoek voor de zaak hij de Justitie aanhan
gig te maken en hangende het Justitieel onder
zoek de secretaris in zijn functie te schorsen.
Na een debat van eenige uren, waarbij de
stemming werd versohoven naar het eind der
vergadering, werd dit voorstel aangenomen
met 8 tegen 7 stemmen.
Met 8 tegen 5 stemmen werd voorts nog een
motie aangenomen van den heer Muller, waar
in wordt verklaard, dat de aanstelling van den
opzichter Postma als waarnemend directeur van
het gasbedrijf niet had mogen plaats hebben
hangende de instructie tegen hem wegens dief
stal van gas en electriciteit en dat door deze
handeling van B. en W. het vertrouwen In het
collage ernstig Is geschokt.
Door de N.V. Het Sckouwtöoneel (Adr. van
der Horst en Jan Musch) is ter vertolking aan.
genomen. „De vrouw die verloor," een spel in
3 bedrijven door A. Jurriaan Zoetmulder,
Schrijver van „Z.b.b.h.k."
Voots zal in den aanvang van het nieuwe
seizoen ter opvoering worden gebracht Eva
Bonheur van Herman Heyermans
NIEUW JAZZ-INSTRUMENT. Een nieuw insirument voor een jazz.baud, geconstrueerd uit
een kachelpijp; een naam heeft men hiervoor nog niet gevonden.
Geudens doet zijn verhaal.
DE Z.—K WAS REEDS LANG VOORBEREID.
HOE DE ONTSNAPPING GESCHIED IS
De Belg Joh. Geudens. die, zooals gemeld,
in een weiland nabij Voorschoten is ingepikt,
heeft uitvoerig aan de Haagsche politie ver
teld, hoe de ontsnapping uit de gevangenis in
hoofdzaak door hemzelf was voorbereid en
mogelijk gemaakt.
Tevens is uit het hem afgenomen verhoor
een en ander gebleken omtrent de rol, die de
andere drie vluchtelingen hebben gespeeld in
deze geschiedenis, waaraan het tragi-comische
element niet ontbreekt.
Toen Geudens in den hooiberg bemerkte, dat
hij ontdekt was, heeft hij zich even slapende
gehouden. De boer was intusschen terugge
gaan, naar G. vermoedde om assistentie te
halen, waarvan G. in de eerste plaats een pak
slaag verwachtte. Hij 'is'dah ook uit vrees daar.
voor weggelóop'eii én heeft getracht, elders 'n
schuilplaats te vinden.
De boer bleek den veldwachter te hebben ge
haald en deze waarschuwde, toen de vogel ge
vlogen was, de marechaussee, die den polder
afzette en doorzocht, met het resultaat dat G.
werd gevonden. "1
Op het telefonisch bericht van de Voorscho-
tensc.he politie, dat men daar den Belg te pak-,
kenJmd, Bet commissaris Kramer den arrestan
tenauto van de Haagsche politie naar Voorscho
ten rijden, waarmee Geudens tegen tien uur,
Do nilerda ga voudop het Alexariderplèin arrl-
vëërdë, doornat'Van "dén fégèri, en blijkbaar
doodmoe van al het doorgestane.
Nadat Geudens wat op z'n gemak was ge
bracht,'gaf hij zijn relaas van het gebeurde.
Terloops dient opgemerkt, dat Geudens des
tijds wegens diefstal met braak tot 5 jaar ge
vangenisstraf was veroordeeld en <lpt hij daar
van reeds vier jaar in de gevangenis t© Breda
had doorgebracht, toen hij, op 2 April jl. we
gens tuberculose naar de Bijzondere Gevange
nis te Scheveningen werd overgeplaatst, waar
hij onlangs zijn logies verkreeg op de zieken
kamer, van waaruit de ontvluchting geschiedde.
De ontvluchting was dan ook, naar hij zeide,
al weken geleden voorbereid. Het viertal had
al meermalen de zaak overwogen, maar de
drie anderen hadden geen kans gezien. Geef
mij maar 'n zaag, had de Belg gezegd, dan zal
ik die tralies wel kapot krijgen.
Op zekeren avond lag er 'n zaag op z'n bed.
Hoe die er gekomen was, wist G. niet, althans
zeide hij niet te weten. Hij had die vraag ook
aan zijn kamergenoöten gesteld en men had
geantwoord: „Dat doet er niet toe, jij hebt 'm".
Dus de zaag was er en G. toog aan het werk.
Dat ging natuurlijk maar niet zóó; men wachtte
daarvoor de gunstige momenten af. En die
war.en er juist in den avond, zoo tussehen 9
en 10 uur, als 't wat rommelig is in de gevan-
genisvertrekken en wanneer er nog wel eens
'n liedje gezongen wordt.
G. nam plaats op de centrale verwarmingsin.
stallatie en begon te zagen.
Kerel, je maakt veel te veel lawaai, riepen
de anderen:
Dat erkennend, smeerde G. de door te zagen
plek met zeep ln. Het geraas verminderde dien
tengevolge al belangrijk. Later werd vet van
de jus ervoor gebruikt en tenslotte vond men
in een door 'n sehlldersknecht achtergelaten
flesch nog wat druppels lijnolie, die het zagen
hielpen vergemakkelijken.
Gezaagd werd in telkens onderbroken oogen-
blikken, zooals gezegd bij voorkeur In het rom-
meiuurtje. Ik liet dan, om de kans op ontdek
king te verminderen, de andere drie maar wat
zingen zei G. oolijk.
Dat heeft een paar weken tijd gevergd, eiken
avond vorderde hij 'n klein stukje. Toen beide
stangen doorgezaagd waren, was het ombuigen
nog slechts een kwestie van eenige moeite,
doch van weinig tijd.
IDo Belg Geudens, zijn verhaal over de ont
snapping vervolgend, verklaarde aan de Haag
sche politie, dat de laatste „forsche streken",
voor het doorzagen nog noodig, tot den storra-
achtigen avond van j.l. Dinsdag bewaard waren.
Toen was de gewenschte opening verkregen.
De andere drie waren hem voorgegaan in de
eigenlijke ontvluchting; nummer één was de
thans gesnapte v. d. Brande, die daar
buiten het terrein moest verkennen. G. ats
laatste had de bedden nog opgemaakt, om den
waker te misleiden.
Tussehen 10 en half elf in den avond zijn
allen erdoor gekropen, waarbij men natuurlijs
wachtte, tot de bewaker om 't kwartier het
gordijntje had verschoven. Men had elkaat
daarbij zooveel mogelijk geholpen; eerst waren
nummer, 1, 2 en 3 op de schouders genomen
en tenslotte hadden de anderen den Belg naar
bulten getrokken.
In 't pikdonker en ln den stortregen zat het
Viertal toen op het dak. Het was verzekerde
G. noodweer. Een half uur lang hebben zij
teen in spanning stilgezeten, ook .al om wat
.aan de duisternis te gewennen,, daar. zb aan-
vankelij k op het dak geen hand voor de oogen
konden zien. Dat half uurtje werd gebruikt om
te delibereeren hoe men verder zou handelen.
En passant had het viertal eenige beddelakens
meegenomen, die aaneengeknoopt werden om
het afdalen langs den muur te vergemakke
lijken. Veel nut heeft men echter van die lakens
niet gehad.
Enkelen hebben 'n deel van hun onderklee-
ding uitgetrokken; deze was zóó nat geworden,
dat ze er de voorkeur aan gaven zoo weinig
mogelijk ondergoed aan te houden.
Al glijdende zijn ze over den hoogen en ver
volgens over den lageren muur getrokken, tot
zij een geschikte plaats vonden om den sprong
te wagen. Zij kwamen uit aan de zijde van da
Doornikschestraat en zijn verder door de dui
nen en langs de elecu ische spoorlijn geloopen,
nu eens in 'n kuil vallend, dan weer over 'u
hindernis springend.
Op een dwalspoor.
Tot op zeker ©ogenblik, dat G. in een kuil
was neergekomen, de anderen hem in den steek
bleken te hebben gelaten. G. zeide alles te heb
ben afgezocht, doch geen spoor van de anderen
te hebben ontdekt. Hij was daarover al heel
slecht te spreken en vond het een wel zeer
eigenaardige belooning voor de hulp, die hij
het drietal bij de ontvluchting had verschaft.
Op zijn eentje heeft hij toen getracht den
weg naar Rotterdam en vandaar België te
vinden.
In de verte ontwaarde hij later, in den och.
tendschemer, eep. handwijzer, die lmm deed
blijken dat hij ln plaats van In de richting
Rotterdam was geloopen, nog verder van Delft
dan van Den Haag af was. De stad, die hij voor
Rotterdam aanzag, bleek Leiden te zijn.
Tenminste, dat werd hem verteld door
iemand, dien hij om inlichtingen vroeg, doch
die zich verder niet om hem bekommerde.
Zwervend door bosch en heide, in hoofdzaak
'3 nachts, doch als hij niemand in de huurt
zag, ook wel bij daglicht, is Geudens tenslotte
in den hooiberg hij Voorschoten aangeland,
waar hij, die in twee dagen niets anders had
gegeten dan z'n broodje, dat hij uit de gevan
genis had meegenomen, werd ontdekt, om kort
daarna genoodzaakt te zijn, zich over te geven.
De politie heeft nog de vraag onder oogen
gezien, of G. zijn verhaal ook aldus heeft in
gekleed, om den bewaker te sparen; zij heeft
evenwel weinig redenen om aan de waarheid
van het relaas van Geudens te twijfelen.
Wat de zaag betreft, dit ls, zooals gemeld,
slechts een klein stuk gereedschap, dat gemak
kelijk kon worden binnengesmokkeld; er heeft
niet eens eenig handvat of een boog aan ge
zeten, hetgeen het zangwerk trouwens zeer
heeft vertraagd.
Weer terug
G. heeft gisterennacht in de politle-arrestan-
tenverblijfplaats mogen doorbrengen, waar itJ,
na 'n stevigen boterham en 'n kop koffie blijk
baar rustig heeft geslapen.
Gisterenmorgen is hij naar de Schevening-
sche gevangenis teruggebracht.
V. d. Brande in verhoor
De tweede gearresteerde in- en uitbreker
v. d. Brande, is onmiddellijk na zijn aankomst
uit Dordrecht naar de Scheveningsche gevan
genis teruggeleid. Hier heeft de inspecteur
v. d. Heuvel den man aan een verhoor onder
worpen doch vooralsnog weigert v. d. Brando
inlichtingen te geven.
Slechts dit ls de politie van den man zelf te
weten gekomen: Te Dordrecht aangeland, wilde
v. d. B. een kennis opzoeken, doch teen hij aan
het adres kwam, waar hij meende zijn relatie
te kunnen vinden, bleek deze daar niet meer
wonen.
Intusschen had v. d. B. een soldatenpak
de uniform van stukrijder bij de veld weten
te bemachtigen (hij beweert het gekocht te
hebben, maar weigert te zeggen, wanneer en bil
wlen) en toen is hij, ln dat pak gestoken, gis
terenmorgen om 9 uur, zooals gemeld, naar den
burgerlijken stand te Dordrecht geloopen
volgens de regelen der kunst salueerend vo-n
eenige meerderen, die hij op den weg ont
moette en daar heeft hij geïnformeerd naar
het tegenwoordige adres van den vriend, dien
hij zocht.
De ambtenaar aan het loket vond echter dat
de militair wat vreemd deed en dacht: dat
kon wel eens een van de gevluchte gevangenen
zijn. Hij hield, zonder dat v. d. B. het ver
moedde, dezen aan de praat en liet zijn collega
inmiddels de politie waarschuwen.
Toen kort daarop een paar agenten versche
nen liet v. d. B. zich gewillig arresteeren, da
te hebben bekend wie hij was.
RIJKSTUINBOUWSCHOOL TE AALSMEER
Bij beschikking van den Minister van Bln»
nenlandscha Zaken en Landbouw van 24 Aug.
1928 zijn, voor het tijdvak van 1 September
1928 tot 1 September 1929, wederom benoemd
tot leeraar aan de Rijkstuinbouwscbool te Aals
meer J. Nijdnm, te Hoofddorp en J, Schaper,
te Kudelstaart.
f