Eerst de Kunst, dan de Liefde WOENSDAG 5 SEPTEMBER 1928 DERDE BLAD PAGINA 2 Het' is gemakkelijk te beweren dat een degelijk meisje niet veel geeft om een adel- :lflkc-n titel. liet minst lichtzinnige zal töe- gev-ern dat/ de kroon van, een prinses veel 'gewicht in. dè schaal lëgt van een rijke, .sehocme cm ontwikkelde- vrouw in- de we- Hel(L Als prinses Barbarisi zou Margareta plaats nemen onder de hoogse aristocratie j.Van Italië en zelfs van Europa. En de ge- ;el6pen tante verzuimde niet de noodige be lwijzen te- leveren van de echtheid van dat ond adellijke en- vroeger' beroemde Huis. j Nu Margareta. zich ondanks- zooveel aan- lb kienden schijn niet overgegeven- had, '.mocht men veronderstellen dat zij de over- jWinning reeds half behaald had. Doch. de .vastgestelde datum die het antwoord zou 'Bekend maken, bewees,, dat het meisjes's {.vaders weigering voorzien had. X. XVIII. y De dagen en weken vlogen voorbij en do .vervaldag naderde. Men zou gezegd hebben dat hij zelfs door Margareta met angst werd tegemoet gezien, 'zoo bleek, waren haar wangen en vermoeid 'haar fletse Blik. Kaar vader en grootmoeder., wier teedere liefde de minste symptomen bespiedde, ver heugden zich over die teekenen welke hen in gewonen tijd en omstandigheden veront rust zouden hebben. In den familieraad waar mijnheer Paspébiac. zijn plaats wel verdiend had; commenteerde men haar hou ding, Haar woorden en zelfs haar zwijgen, terwijl het meisje, dat een veroordeeling vreesde, dén minsten glimlach of ernstige plooi om den mond van haar rechten op merkte. Mijnheer Dalphas toonde zich optimist en putte hoop in de volgende redëneering. Was zij: tot het huwelijk beslbten, dan zou er ze ker meer leven en vuur in haar oogen schit teren, omdat ze wel weet dat haar besluit 'een hevigen strijd uit zal lokken. En dat zou een strijd op leven en dood zijn,, daar ken ik haar genoeg voor. Om- haar te scheiden .van den man dien zij liefheeft, of meent lief te Hebben, zal niets té energiek zijn. Mijnheer Paspébiac dacht er anders over. Zij is triestig gestemd, om het leed dat zij u aan moet doen. Daar zij niet op een goed voorbereide verdediging rekent, denkt ze ook niet aan een hardnekkigen strijd. Ik ;heb er gekend die liever hun hand zouden hebben laten afkappen, dan hun ouders lifted aan te doen, tot dat op een mooien dag er iets in hun hart wakker wordt.... Margareta is een dier kinderen; het Vooruitzicht van tragische gebeurtenissen maakt haar ziek. Wat denkt mevrouw Bonnard er van? Ik denk, zuchtte de oude dame, dat wij allemaal ongelukkig zijn, te beginnen mei Margareta. Lijdt zijer onder hem neen, of ons ja te zeggen? Dat weet zij al léén. Indien Margareta de opsluiting van haar zwijgen had' willen verlaten, zou zij be kend hebben te lijden uit onvoldaanheid over zich zelf* Als zij haar geweten oprecht onderzocht, moest ze wel bekennen, dat zij jhanr antwoord, voor eenige maanden op geschorst, reeds had laten doorschemeren 'dbor eenige- ontroering te tbonen. Haar reine edele ziel schaamde zich over Sommige o ogenblikken waarin het ja woord reeds op haar lippen was komen tollen, omdat zij op Uherto's vleienéte taal en? te- welsprekende oogen gelet Had, Sinds: de vijand' ver-wijd er d was, zette mevrouw de la Pothière den strijd met an dere wapenen voort. De grootè dag- naderde dus en Margareta j6on zich in haar zelf gek ozon eenzaamheid [met kalmte en koelbloedigheid en het een [en ander afvragen. Door Uberto aan te jhemen, zou ze haar familie bedroeven, maar door hem af te wijzen moest ze wel Ï>P een zeer grillig meisje lijken, zoodat de keuze weinig, aanlokkelijks had, En indien) zij zelf geheel haar léven moest lijden? De prachtige, rijke woning der familie Dalphas werd een weinig begeerenswaar- dig verblijf. Al haar bewoners hadden den indruk daar in de duisternis op een vul- ikaan rond te dolen. Robert Vertoon, is zijn Saksische omge ving, vermoedde niet dat daar in Frank rijk drie menschen hun hoop in hem stel den, namelijk; mijnheer Dalphas, mevrouw lBonnard en Easpjbiae. Vaar een, buitenstaander zou hel inte ressant? geweest zijn te zien hoe geheel, de familie hun best deed dien musicus achter ile coulirsen met een leidende rol te belas ten. j Mevrouw Bounard sprak zijn naam glevhls zelden uit en dan nog inert een on- nitspi ekelïjRe teruggeboudenheid, waarover inen haar natuurlijk geen. rekenschap vroeg. De bonding ran Margareta was nog eig'-n- kardigat De geregelde correspondentie tusschan Ro bert en hoor grootmoeder ontsnapte haar jalet, temeer daar men die hriefwisseling liet geheim hield. Maar waarvan zoo weinig mededeelingen jn.. nieuws als er toch zoo veel te schrijven bas. Bevatten de epistels te harde waaa-ha- len, of hesprak men dingen die haar niet aangingen? Margareta was te zeer vrouw om niet van nieuwsgierigheid te verteren. Zij had zijn brieven willen lezen zonder den schijn te hebben ze te kennen. En zoo geleek zij doof wanneer men soms melding maakte van eenige nieuwstijdingen uit Leipzig. Het nieuws was intusschen weinig inte ressant: „het is hier koud" of ,,het orkest en de zanger de opera waren schitterend.", of moeder heeft aangename vriendschaps betrekkingen aangeknoopt" enz. enz. Ter gelegenheid van het Kerstfeest zond Robert een geïllustreerde groet en heilwensch aan mijnheer Dalphas en zijn dochter. Op haar kaart zag Margareta een slede over de sneeuw jagen, op eenigen afstand gevolgd door een troep uitgehongerde wolven. Mijnheer Verdon had er hij geschreven: Een banneling, door de herinneringen aan het vaderland achtervolgd. Zij antwoordde op een gewone postkaart: „Zijn uw Fransche wolven even bloeddor stig als die Russische? Is de vluchteling op het punt verslonden te worden? Moge het hem gegeven zijn te ontsnappenindien hij dat werkelijk verlangt!" Al spoedig kwam er het volgende ant woord: Nu beginnen we waarempel met het heen en weer zenden van dwaze rebussen, en dat voor geadresseerden die ze niet willen raden. Als ik uw aandacht waardig ben, weet dan dat mijn hart in Frankrijk is. 'tls wel wat vernederend voor de vluch teling dat men hem zoo spoedig vergeten heeft. Mijn moeder acht zich gelukkig dat het' huis bewoonbaar wordt wanneer wij er over eenige maanden in terug zullen kee- ren. Zooals men ziet is er in Roberts brieven geen sprake meer over. kunst en muziek Tegen het einde van Januari werd me vrouw Bonnard verrast door een brief, waarvan zij het schrift op de envelop niet herkende- Ditmaal was het mevrouw Verdon die schreef. Mijn zoon heeft me een vreeselijken angst doen doorstaan. Het scheelde niet veel of een hevige longontsteking had een einde komen maken aan zijn jonge ja ren. De koorst was haar toppunt nabij en verscheidene uren lang heeft hij geijld. Niemand zal ooit weten wat ik: toen gele den heb. (Maar spreek hem daar nooit over, want hij weet het niet). Nu is hij gered, maar nog te zwak om te schrijven. Daarom heeft hij mij verzocht voor hem de pen op te nemen, zeggende dat u voor hem de eenige vriendin zijt die op recht over zijn dood zou geweend hebben. Laten we hopen dat hij spoedig u zelf weer kan schrijven. IR eindig mevrouw met de verzekering- van Robert's beste genegenheid voor u en de levendigste sympathie van een moeder, die de toekomst bezorgd maakt". Margareta die besloten scheen niet de minste ontroering te laten blijken bij die voorlezing, merkte op: Mij dunkt,, dat uiv vriend niet billijk is door te veronderstellen, dat u alleen zijn dood zoudt betreu ren. Al hij daardoor op mij zinspeelt, beteekenis zijn woorden dat ik geen hart heb. God. dank is dat niet het geval en ik accepteer daarom zijn verwijt niet- Mêer was er niet noodig om de goede vrouw dien dag gelukkig te maken. Gevat vroeg ze: Zal ik hem voor je berispen? Neen, dat zal ik zelf wel doen, ant woordde het meisje: „Bij zooveel' onredelijk heid moet' men wel in opstand ltomen."' Helaas, al die bijzonderheden waren niet méér in staat den loop- der uren tegen te houden, dan de golfjes van een rustige zee de matige hoot, die op dén vastgestelden datum de haven zai hereiken. XIX.- Dcn 19en Maart dèn feestdag van den II. Josef, brak- voor Margareta Dalphas een nieuw jaar aan. Sinds den dood van haar moeder had zij het besluit gemaakt op haar verjaardag niemand te ontvangen voordat zij een bezoek gebracht had aan de kerlt cn het graf' van haar moeder. Dit jaar was den 19en Maart voor haar nog gewichtiger en daarom wilde zij vooral thans haar voornemen trouw volbrengen. Tèrwijl zij ingetogen voor het tabernakel neergeknield lag, bracht de post een menigte brieven en cadeaus aan haar adres. De be kroning van dien kostelïjkeir toevloed was de verschijning van een juweliersbediende cfie een klein geheimzinnig koffertje over handigde. Maar ook de vijand scheen te waken. Mijnheer Dnlphas ontving een brief met Ita- liaansche postzegel en enormon lakstempcl die een kroon vertoonde. Hoeveel moeite de vader zich ook aandeed, toch beefden- zijn handen. „Die lui", zei hij, bezitten tenminste die eigenschap dat zij den wissel precies- op- tijd hebben. Hier heb ik er een. Mevrouw Bonnard en mijnheer Paspébiac bleven hij hem totdat Margareta terug- was. De vader las haar ondertusschen den buiten- landwclion brief v.oor, die allen reeds van te voren met angst vervulde als een nood- gel ui in den noclit. Mijnheer, zoo schreef den vader van prins Alberta, het zal u niet onbekend zijn dat mijn zoon het geluk gehad heeft verschei dene malen in oenige weken, uw dochter te ontmoeten. Zij die haar kennen verzekeren mij dat hij zonder wonder niet ontsnappen kon aan een levenslot wier gelukkige slavernij hij van ganscher harte zegent Uit eerbied voor een wilsbeschikking die in zijn oogen machtiger is dan die van een keizer, heeft hij zijn banden geduren de lange maanden in stilte gedragen. Ver-, geef aan een vader, die zijn kind teeder liefheeft, dat hij een einde wenscht te ma ken aan dien wreeden wachttijd. Ware Ik njet genoodzaakt, (hoewel zelf ziekelijk) aanhoudende zorgen te wijden aan mijn dierbare vrouw, wier toestand nog hachelijker is dan de mijne, dan zou ik de eer hebben zelf te komen in naam van zijn zoon, om uw toestemming af te smeeken, die hem de beste en gelukkigste aller ster velingen zou maken. Daarbij zou ik van zijnent wege aan de voeten van zijn charmante gebiedster gelégd hebben: veel liefde, weinig stoffelijke goede ren en een naam die reeds beroemd was ten tijde der Médicis, die onze gunst solliciteer den. De prinses en ik verwachten uw ant woord, dat wat vreugde in onze woning zal brengen en waar uw dochter weldra zal zien, welk een hartelijke genegenheid en schitterende toekomst haar wachten onder den schoonen Florentijnschen hemel. Met de meeste hoogachting, Uw. dw. dn., „I.UDOVICO", „Prins Barharisi, mar- Aguti, baron van Santa Giulia" enz- Ieder woord van dezen brief viel uti mijn heer Dalphas mond als de doffe slag der aardkluiten die in de diepte op een lijkkist uitenvallen. Mevrouw Bonnard, die met gebogen hoofd en samengevouwen handen toegeluisterd had, voelde het gewicht der jaren op haar hoofd verdubbelen. De vader keek dof voor zich uit eu wrong zijn handen. Dat familietafareeltje, 't welk steeds som berder dreigde te worden, werd plotseling opgevroolijkt door een luiden lach van mijn heer Pasp)hiac. Neen zei hij op Zjjn knie slaande, nooit heb ik zoo'n schik gehad! Men zou zeggen dat een engel met de gave der talen op het lioofd van dien dronkaard is neer gestreken. Maar toch vraag ik me af,, of hij in staat is een brief in zijn eigen taal te schrijven. Maar enfin, hij heeft maar voor het overschrijven- in dien mooien brief kan men de medewerking van me vrouw dè la Pothière en van den dichterlij ken Uberto bewonderen. Van iederen zin zou ik den auteur kunnen aanwijzen. Daar gaat het niet om, merkte mijn heer Dalphas op die Weinig lust-had' om. te lachen. Toch wel mijnheer! Zoo'n grappemake- rij gaat alle perken te buiten. Mijn arme, dierbare vrouw heeft mijn aanhoudende zorgen noodig! Die zorgen bestaan in het afrossen der zieke wanneer zij te hard' schreeuwt. Voor mij die haar heb hooren rcrepeir en die dè tronie van den ouden man achter-dé ramen gezien heb, ie die- taal natuurlijk- machtig leuk! Als u die bladzijden straks aan uw dochter voorleest,' belast ik mij Belast u nergens onze- Paspébiac.- Voor eerst zal mijn dochted vandaag geen ken nis nemen van dat scllrijrcn. Deze dag is een feestdag en dien zullen we in vrede- doorbrengen, wat er morgen dan ook moge gebeuren- Ach morgem. zuchtte mevrouw Bon nard. Valt u de toon van dien brief niet; op? Men voelt dat hij slechts een eenvoudige formaliteit f' en dat de schrijver reeds van zijn succes verzekerd moet zijn. Die lui daar denken natuurlijk dat het autwoord,. door Margareta gedicteerd, niet twijfelachtig kan zijn. Dat zullen we dan eens zien moeder. Laten we intusschen het Blerier dat ons. dezen dag wacht niet vergallen, mor.al niet voor de jarige. Misschien maakt ze op dit oogen blik dan angst door van het te nemen besluit!Wanneer rij komt, zullen wij haar even hartelijk als altijd bejegenen en met belangstelling tegenwoordig zijn bij de j opening der pakjes. En, daarom zal zeker gped gekozen zijn, namelijk dat, wat de diamanten van haar moeder hevat. Ach m'n arme Margareta! snikte me vrouw Bonnard. Als zij hij ons was zou, ik minder bevreesd, zijn. Mijnheer Dalphas stond op het punt te ontroeren, maar hij bedacht dat een Ameri- kaansche vader in de gegeven omstandighe den zijn flegma niet verlaren zou hebben. Paspébiac, zei hij koelbloedig, laten we de. zaken niet vergeten. Komt straks bij mij om de npodige instructies te ontvangen voor het geval dat ik afwezig zal z|jn. Morgen, dat hangt van de. beslissing van mijn dochter af, zal ik misschien op weg zijn naai- Italië om haar te toonen wat u ge zien hebt,. Pas op! daar komt ze aan. Bij Margareta's binnenkomen ondervroe gen drie paar oogen haar gelaatstrekken; het gebed van zooeven teekende zich daar op nog met vromen ernst af. Zónder een woord te zeggen omhelsde de vader haar teeder. Wat, grootmoe, schreit u? vroeeg het meisje, terwijl zij zich vervolgens naar me vrouw Bonnard wendde. Mijnheer Dalphas haastte zich een ver klaring te geven van die tranen, welke juist niet op het programma stonden. Als je dadelijk dat juweelkistje opnet, zal je grootmoe's tranen beter begrijpen. En nu naar vader Pasbébiac die wel verdiend heeft dat je hem bij gelegenheid van je een en twintigste jaar omhelst; als ik morgen stierf, zou je in hem de meest oprechte ge negenheid vinden om de mijne te vervan gen. Nu was het de beurt aan Paspébiac om de afspraak te schenden. Hij dwong zich om kalm te kunnen zeggen: Juffrouw ik ben nergens goed meer voor.behalve om ieder wezen dat u kwaad zou willen doen te vernietigen. Even later hekeek Margareta de juweelen die haar moeder eens gedragen had. Eenige oogenblikken scheen ze in gedach ten verzonken en zei dan tot haar vader: Nooit heb lk uw edel last beter begre pen dan thans. Met de klaarblijkelijke bedoeling het inci dent niet te rekken, ging zij over tot het uit pakken van grootmoeders geschenk: 't was eeen kunstportret, dat de fijne trekken der bejaarde dame op treffende wijze weergaf. Een ander pakje bevatte oen zeer kostbaar parelsnoer dat begeleid werd door het naam kaartje van mevrouw de la Pothière. De zucht maakte onwillekeurig een ge baar, waarvan de toeschouwers gaarne de beteekenis hadden vernomen; Er heerschte een drukkende stilte die ech ter. nog tijdig genoeg onderbroken werd door een nieuwe verrassing in den vorm van; een kistje zoaeven van het station gekomen, Het nieuwe cadeaus was een paohtige handmof, zonde naam van afzender. Wat onoprecht vroeg da jarige (want de zending droeg een Duitsch etiket). Hoe zullen we dat probleem oplossen? Zoek eens in je brieven, ried mevrouw Bonnard aan, terwijl ze hevig kleurde. De verzendbrief ward, gevonden en Marga reta las dat Robert Verdon geschreden had: „Gelukkig feest. Deze stad is het centrum van een drukken pelshandel, wist u dat? Ver oorloof mij, dat ik u eeen staaltje van die Duitsche kunst zend, om uw vingers te ver warmeren tijdens de Hoogmis 's Zondags, waar ik u in gedachten terugzie. Terwijl Margareta dit las, wendden al len hun oogen af uit een veelbeteekenende bescheidenheid. Het meisje begreep echter hoeveel nieuwsgierigheid er achter die schijnbare teruggehoudenheid heerschte. Mijnheer Verdon is edelmoediger in zijn geschenken dan in zijn opstellen, zei ze en gaf meteen liet briefje aan haar grootmoeder. Zooals iedere vrouw, die eenig bontwerk ontvangt, zal doen, streek zij de zachte haren over haar wangen. Niemand sprak een woord, 't Scheen of een interessant tooneel afgespeeld was en het gordijn neergelaten werd om de toe schouwers gelegenheid te geven de zaal te verlaten: Mijnheer Dalphas scheen het tenminste in dien geest op te vatten en zei: Kom Paspébiac!' We hebben nog heel wat te dóen- Margareta verliet niet lang na hen het salon en liet mevrouw Bonnard alleen en voor haar oogen het halsnoer van tante Helena. Dit geleek wel' haast het trouwge- schenli van een edelmoedige; rijke tante. De dag kwam ailén lang voor. Mijnheer Dalphas had niet den moed gehad iemand uit te noodigen e» hij deed helaas vergeef- sciie moeite om het diher in de gewenschtè feeststemming tè laten verloopen. Reeds vroeg in den avond trok de jarige zich terug want zij haakte naar eenzaamheid. Mevrouw Bonnard die dezen nacht bleef, vroeg aan haar schoonzoon, alvorens zij zich aan bed begaf: Denkt ge dat haar besluit reeds geno men is? 't Lijkt van niet, Gelukkig duurt' de ongerustheid nog maar eenige uren. Ik kan niet meór! De nacht die- nu volgde bracht voor 't eerst na velé jaren geen slaap. Den volgenden morgen, ging de bedrukte vader volgens gewoonte het boudoir van zijn dochter binnen om daar de thee tie gebruiken. Maar in plaats van daarna op te staan, bleef hij zitten en streek zijn snor op, wiens trillingen zijn opwinding verrie den. Van beide kanten, begon hij moedig, hebben we ons woord gehouden. Mei je ge wone oprechtheid heb je me verteld dat iemand je hand vroeg, zonder mij te kun nen verbergen dat hij je hart geraakt had> Ik wou toen ernstige opmerkingen maken; maar daarvoor heb je me geen tijd gelaten. Intusschen beloofde je me niets te zullen beslissen vóór dat je meerderjarig was. Van mijn kant heb ik mij verbonden je geheel met rust te laten tot aan dien da tum. Hoeveel me dat zwijgen gekost heeft, zul je nooit kunen beseffen. Maar ik heb mijn belofte gehouden nietwaar? Ja, antwoordde het meisje. Maar ik wil niet dat u mij voor blind of onverschil lig houdt. Ik heb heel goed gezien wat dat zwijgen u en grootmoeder kostte, en ik heb daar evenveel om geleden, geloof me. Maar kon ik anders! Mocht ik liegen? Var-geef mij dus...... De tijd is nu verstreken, vervolgde de vader zijn eigen gedachte. Al had ik dat ook vergeten, een brief dien ik gisteren ontving, zou mij er toch aan herinnerd heb been. Prins Barharisi vraagt in onberispe lijke bewoordingen (dat moet ik bekennen) jouw hand voor zijn zoon Uberto. Vanavond zal hem een antwoord gezonden worden, maar vóórdat ikrihem schrijf moet ik eerst jouw beslissing kennen, Ik weet waarom u een dag gewacht hebt om mij over dien brief te. spreken, zei Margareta, iDat was uit goedheid en medelijden en daar dank ik u voor. Gisteren was ik nog besluiteloos, vandaag is de zaak beslist. Om een man te trouwen moet men hem met een ernstige, diepe liefde beminnen, maar, zoo is mijn genegenheid, of sympathie voor Uberto Barharisi niet. De flegmatieke graanhandelaar sprong op en sloot zijn dochter met zooveel vuur, in zijn armen, alsof hij haar in zijn om helzing wilde verstikken. Allerliefst kind!... riep hij opgetogen' uit. Je geboorte veroorzaakte mij voor eeiï en twintig jaar een groote vreugde, maar de blijdschap die ik thans voel is bijna' even groot. Wat zal het nu gemakkelijk zijn den prins t® antwoorden Ja, zei het meisje met een teleurstel lende beweging der lippen, voor u is dat gemakkelijk. Maar ik moet aan tante schrijven en dat is niet' zoo eenvoudig. En haar cadeau?Zou ik dat dan kunnen be houden? Jawel m'n kind, 'tls heel begrijpelijk' dat. een rijke tante haar meerderjarig ge worden nicht zoo'n geschenk heeft. Maar dat kon wel eens een der laatste zijn. Ik' ben er echter' ook nog,... Kom laten we nu naar Grootmoe gaan. Bij het verlaten van het salon, viel mijn heer. Dalphas oogen op het telefoontoestel in Margareta's bureautje. Och, zei hij, daar ginds op? mijn kan toor zit m'n vriend te wachten, laat ik' hem even opbellen. Hallo! Paspébiac,, liét-antwoord is ont kennend. Het meisje dat soms nieuwsgierig was als een verwend kind. luisterde aan den anderen hoorn. Het. antwoord dat zij ver nam verbaasde haar erg. Bravo mijnheer! Nu zullen w.e rustig kunnen slapen, en nu hoeft u vanavond dus niet naar Florence af te reizen. Was u. van planvanavond..., voor Florence te vertrekken? stamelde Mar gareta. Dat was nog geen plan. Maar dat zon er in een zeker geval van gekomen zijn. Gelukkig kunnen we nu thuis blijven, ik zeg, w ij, want ik had jou meegenomen- Ik zou wel. eens. willen weten Vandaag niet lieve kind, dat zou ons te vervoeren. En je moet nu niets neer, aan je hoofd hebben. XX. Met verlicht, .hart verliet mevrouw Bon nard Fort-Dauphin. Onderwijl begon mijn heer, Dalphas de niet alledaagsche taak voor een fabrikant, aan een prins de hand van zijn dochter te weigeren. Nu de briefschrij ver zich zoo wei gemoed voelde, vond hij zulke hoffelijke woorden dat bij Uherto's vader bijna overtrof- Hot scheelt niet' veel meer of ik voel vriendschap voor dien uitstekenden dronkaard, vertrouwde hij zijn vriend Pas pébiac toe. 't ls nu maar de vraag wie da restauratie» van het palazzo zullen: betalen. Zou ik de prinselijke familie eigenlijk geen chèxjue moeten sturen- Neen, oordeelde zijn vertrouweling, uw zuster is daarom verantwoordelijk. Maak u maar niet ongerust'. Die Italianen komen net' als een kat altijd op hun voe ten terecht. En voor een uitgehongerde kat is zelfs een oude- muis nog' goed. Die voorspeiling vond mijnheer zoo. ty pisch dat hij ze aan zijn schoonmoeder ver- teldfe. Deze dies altijd onheilen- vreesde# durfd» haar vreugde nog niet den- vrijen teugel te laten. Als Margareta ooit spijt begint to krijgen van haar besluit, zou de toestand nog vreeselijker woéden. Ge kent de geschie denis uit liet Evangelie wek waar de uitge dreven duivel met anderen- terugkomt. Waarom vertelt ge- haar niet wat Paspébiac in Florence gehoord en gezien heeft? Ik houd te- veel van haar om haar zoe te vernederen en haar dwaling te toonen», Bovendien is dat niet noodig: zij is tevre den en heeft met frisschen- geest haar be zigheden weder opgevat. Zelfs heeft zij zich weer met het orgel verzoend, schijnt het>- Die omstandigheid was van belang en zou vooral voor mijnheer Verdon van belang geweest, zijn- Doch mevrouw Bonnard meen de zoo voorzichtig te moeten zijn, daar niets, van te vermelden in haar brieven. Met eenige woorden had zij hem gesproken vtn dè relaties tussehen Margareta en den prins en er bijgevoegd dat die nu waren af gebroken. Het jpngmonsch had op denzelfden toon geantwoord en zijn oude vriendin gofelici- teerd met een oplossing die hij „overeenkom stig haar verlangens" wist. Sinds dat, ©ogenblik schreef hij Marga reta's. naam niet vaker dan de beleefdheid dat eischic. Juffrouw Dtlphas had naar tante Helena geschreven en spoedig een antwoord beko men. ('Wordt vervolgd). UITVERKOOP Kleine Jantje had tong tevergeefs op een zusje gewacht 5 maar op zekeren dag kw ia hij opgewonden thuis. „O Moeder", riep hij, „kam gauw mee, er is uitverkoop van kindertjes en je kan er heel goedkoop een krijgen." „Hoe kom je daar nu aan", vroeg de moeder, ten hoogste verbaasd. „Wel, zet Janje, i(fR heb het zelf gezien. Ik ben naar net voorbij een groot gebouw geko men, en daar haagt een doek boven met d® Woorden: „Deze week kinderen half geld."- j»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10