Eerst de Kunst,
dan de Liefde
WOENSDAG 5 SEPTEMBER 1928
DERDE BLAD
PAGINA 2
Het' is gemakkelijk te beweren dat een
degelijk meisje niet veel geeft om een adel-
:lflkc-n titel. liet minst lichtzinnige zal töe-
gev-ern dat/ de kroon van, een prinses veel
'gewicht in. dè schaal lëgt van een rijke,
.sehocme cm ontwikkelde- vrouw in- de we-
Hel(L Als prinses Barbarisi zou Margareta
plaats nemen onder de hoogse aristocratie
j.Van Italië en zelfs van Europa. En de ge-
;el6pen tante verzuimde niet de noodige be
lwijzen te- leveren van de echtheid van dat
ond adellijke en- vroeger' beroemde Huis.
j Nu Margareta. zich ondanks- zooveel aan-
lb kienden schijn niet overgegeven- had,
'.mocht men veronderstellen dat zij de over-
jWinning reeds half behaald had. Doch. de
.vastgestelde datum die het antwoord zou
'Bekend maken, bewees,, dat het meisjes's
{.vaders weigering voorzien had.
X.
XVIII.
y
De dagen en weken vlogen voorbij en do
.vervaldag naderde.
Men zou gezegd hebben dat hij zelfs door
Margareta met angst werd tegemoet gezien,
'zoo bleek, waren haar wangen en vermoeid
'haar fletse Blik.
Kaar vader en grootmoeder., wier teedere
liefde de minste symptomen bespiedde, ver
heugden zich over die teekenen welke hen
in gewonen tijd en omstandigheden veront
rust zouden hebben. In den familieraad
waar mijnheer Paspébiac. zijn plaats wel
verdiend had; commenteerde men haar hou
ding, Haar woorden en zelfs haar zwijgen,
terwijl het meisje, dat een veroordeeling
vreesde, dén minsten glimlach of ernstige
plooi om den mond van haar rechten op
merkte.
Mijnheer Dalphas toonde zich optimist en
putte hoop in de volgende redëneering. Was
zij: tot het huwelijk beslbten, dan zou er ze
ker meer leven en vuur in haar oogen schit
teren, omdat ze wel weet dat haar besluit
'een hevigen strijd uit zal lokken. En dat zou
een strijd op leven en dood zijn,, daar ken
ik haar genoeg voor. Om- haar te scheiden
.van den man dien zij liefheeft, of meent
lief te Hebben, zal niets té energiek zijn.
Mijnheer Paspébiac dacht er anders over.
Zij is triestig gestemd, om het leed dat zij
u aan moet doen. Daar zij niet op een goed
voorbereide verdediging rekent, denkt ze
ook niet aan een hardnekkigen strijd. Ik
;heb er gekend die liever hun hand zouden
hebben laten afkappen, dan hun ouders
lifted aan te doen, tot dat op een mooien dag
er iets in hun hart wakker wordt....
Margareta is een dier kinderen; het
Vooruitzicht van tragische gebeurtenissen
maakt haar ziek.
Wat denkt mevrouw Bonnard er van?
Ik denk, zuchtte de oude dame, dat
wij allemaal ongelukkig zijn, te beginnen
mei Margareta. Lijdt zijer onder hem
neen, of ons ja te zeggen? Dat weet zij al
léén.
Indien Margareta de opsluiting van haar
zwijgen had' willen verlaten, zou zij be
kend hebben te lijden uit onvoldaanheid
over zich zelf* Als zij haar geweten oprecht
onderzocht, moest ze wel bekennen, dat zij
jhanr antwoord, voor eenige maanden op
geschorst, reeds had laten doorschemeren
'dbor eenige- ontroering te tbonen.
Haar reine edele ziel schaamde zich over
Sommige o ogenblikken waarin het ja
woord reeds op haar lippen was komen
tollen, omdat zij op Uherto's vleienéte taal
en? te- welsprekende oogen gelet Had,
Sinds: de vijand' ver-wijd er d was, zette
mevrouw de la Pothière den strijd met an
dere wapenen voort.
De grootè dag- naderde dus en Margareta
j6on zich in haar zelf gek ozon eenzaamheid
[met kalmte en koelbloedigheid en het een
[en ander afvragen. Door Uberto aan te
jhemen, zou ze haar familie bedroeven,
maar door hem af te wijzen moest ze wel
Ï>P een zeer grillig meisje lijken, zoodat de
keuze weinig, aanlokkelijks had,
En indien) zij zelf geheel haar léven moest
lijden?
De prachtige, rijke woning der familie
Dalphas werd een weinig begeerenswaar-
dig verblijf. Al haar bewoners hadden den
indruk daar in de duisternis op een vul-
ikaan rond te dolen.
Robert Vertoon, is zijn Saksische omge
ving, vermoedde niet dat daar in Frank
rijk drie menschen hun hoop in hem stel
den, namelijk; mijnheer Dalphas, mevrouw
lBonnard en Easpjbiae.
Vaar een, buitenstaander zou hel inte
ressant? geweest zijn te zien hoe geheel, de
familie hun best deed dien musicus achter
ile coulirsen met een leidende rol te belas
ten. j
Mevrouw Bounard sprak zijn naam
glevhls zelden uit en dan nog inert een on-
nitspi ekelïjRe teruggeboudenheid, waarover
inen haar natuurlijk geen. rekenschap vroeg.
De bonding ran Margareta was nog eig'-n-
kardigat
De geregelde correspondentie tusschan Ro
bert en hoor grootmoeder ontsnapte haar
jalet, temeer daar men die hriefwisseling
liet geheim hield.
Maar waarvan zoo weinig mededeelingen
jn.. nieuws als er toch zoo veel te schrijven
bas. Bevatten de epistels te harde waaa-ha-
len, of hesprak men dingen die haar niet
aangingen? Margareta was te zeer vrouw
om niet van nieuwsgierigheid te verteren.
Zij had zijn brieven willen lezen zonder
den schijn te hebben ze te kennen. En zoo
geleek zij doof wanneer men soms melding
maakte van eenige nieuwstijdingen uit
Leipzig.
Het nieuws was intusschen weinig inte
ressant: „het is hier koud" of ,,het orkest
en de zanger de opera waren schitterend.",
of moeder heeft aangename vriendschaps
betrekkingen aangeknoopt" enz. enz.
Ter gelegenheid van het Kerstfeest zond
Robert een geïllustreerde groet en heilwensch
aan mijnheer Dalphas en zijn dochter.
Op haar kaart zag Margareta een slede
over de sneeuw jagen, op eenigen afstand
gevolgd door een troep uitgehongerde wolven.
Mijnheer Verdon had er hij geschreven:
Een banneling, door de herinneringen
aan het vaderland achtervolgd.
Zij antwoordde op een gewone postkaart:
„Zijn uw Fransche wolven even bloeddor
stig als die Russische? Is de vluchteling op
het punt verslonden te worden? Moge het hem
gegeven zijn te ontsnappenindien hij dat
werkelijk verlangt!"
Al spoedig kwam er het volgende ant
woord:
Nu beginnen we waarempel met het
heen en weer zenden van dwaze rebussen,
en dat voor geadresseerden die ze niet
willen raden. Als ik uw aandacht waardig
ben, weet dan dat mijn hart in Frankrijk
is. 'tls wel wat vernederend voor de vluch
teling dat men hem zoo spoedig vergeten
heeft. Mijn moeder acht zich gelukkig dat
het' huis bewoonbaar wordt wanneer wij er
over eenige maanden in terug zullen kee-
ren.
Zooals men ziet is er in Roberts brieven
geen sprake meer over. kunst en muziek
Tegen het einde van Januari werd me
vrouw Bonnard verrast door een brief,
waarvan zij het schrift op de envelop niet
herkende-
Ditmaal was het mevrouw Verdon die
schreef.
Mijn zoon heeft me een vreeselijken
angst doen doorstaan. Het scheelde niet
veel of een hevige longontsteking had een
einde komen maken aan zijn jonge ja
ren. De koorst was haar toppunt nabij en
verscheidene uren lang heeft hij geijld.
Niemand zal ooit weten wat ik: toen gele
den heb. (Maar spreek hem daar nooit
over, want hij weet het niet).
Nu is hij gered, maar nog te zwak om
te schrijven. Daarom heeft hij mij verzocht
voor hem de pen op te nemen, zeggende dat
u voor hem de eenige vriendin zijt die op
recht over zijn dood zou geweend hebben.
Laten we hopen dat hij spoedig u zelf
weer kan schrijven.
IR eindig mevrouw met de verzekering-
van Robert's beste genegenheid voor u en
de levendigste sympathie van een moeder,
die de toekomst bezorgd maakt".
Margareta die besloten scheen niet de
minste ontroering te laten blijken bij die
voorlezing, merkte op:
Mij dunkt,, dat uiv vriend niet billijk
is door te veronderstellen, dat u alleen zijn
dood zoudt betreu ren. Al hij daardoor op
mij zinspeelt, beteekenis zijn woorden dat
ik geen hart heb. God. dank is dat niet het
geval en ik accepteer daarom zijn verwijt
niet-
Mêer was er niet noodig om de goede
vrouw dien dag gelukkig te maken.
Gevat vroeg ze:
Zal ik hem voor je berispen?
Neen, dat zal ik zelf wel doen, ant
woordde het meisje: „Bij zooveel' onredelijk
heid moet' men wel in opstand ltomen."'
Helaas, al die bijzonderheden waren niet
méér in staat den loop- der uren tegen te
houden, dan de golfjes van een rustige zee
de matige hoot, die op dén vastgestelden
datum de haven zai hereiken.
XIX.-
Dcn 19en Maart dèn feestdag van den II.
Josef, brak- voor Margareta Dalphas een
nieuw jaar aan. Sinds den dood van haar
moeder had zij het besluit gemaakt op haar
verjaardag niemand te ontvangen voordat
zij een bezoek gebracht had aan de kerlt cn
het graf' van haar moeder.
Dit jaar was den 19en Maart voor haar
nog gewichtiger en daarom wilde zij vooral
thans haar voornemen trouw volbrengen.
Tèrwijl zij ingetogen voor het tabernakel
neergeknield lag, bracht de post een menigte
brieven en cadeaus aan haar adres. De be
kroning van dien kostelïjkeir toevloed was
de verschijning van een juweliersbediende
cfie een klein geheimzinnig koffertje over
handigde.
Maar ook de vijand scheen te waken.
Mijnheer Dnlphas ontving een brief met Ita-
liaansche postzegel en enormon lakstempcl
die een kroon vertoonde. Hoeveel moeite de
vader zich ook aandeed, toch beefden- zijn
handen. „Die lui", zei hij, bezitten tenminste
die eigenschap dat zij den wissel precies- op-
tijd hebben. Hier heb ik er een.
Mevrouw Bonnard en mijnheer Paspébiac
bleven hij hem totdat Margareta terug- was.
De vader las haar ondertusschen den buiten-
landwclion brief v.oor, die allen reeds van
te voren met angst vervulde als een nood-
gel ui in den noclit.
Mijnheer, zoo schreef den vader van prins
Alberta, het zal u niet onbekend zijn dat
mijn zoon het geluk gehad heeft verschei
dene malen in oenige weken, uw dochter
te ontmoeten.
Zij die haar kennen verzekeren mij dat
hij zonder wonder niet ontsnappen kon
aan een levenslot wier gelukkige slavernij
hij van ganscher harte zegent
Uit eerbied voor een wilsbeschikking die
in zijn oogen machtiger is dan die van
een keizer, heeft hij zijn banden geduren
de lange maanden in stilte gedragen. Ver-,
geef aan een vader, die zijn kind teeder
liefheeft, dat hij een einde wenscht te ma
ken aan dien wreeden wachttijd.
Ware Ik njet genoodzaakt, (hoewel zelf
ziekelijk) aanhoudende zorgen te wijden aan
mijn dierbare vrouw, wier toestand nog
hachelijker is dan de mijne, dan zou ik de
eer hebben zelf te komen in naam van zijn
zoon, om uw toestemming af te smeeken,
die hem de beste en gelukkigste aller ster
velingen zou maken.
Daarbij zou ik van zijnent wege aan de
voeten van zijn charmante gebiedster gelégd
hebben: veel liefde, weinig stoffelijke goede
ren en een naam die reeds beroemd was ten
tijde der Médicis, die onze gunst solliciteer
den.
De prinses en ik verwachten uw ant
woord, dat wat vreugde in onze woning zal
brengen en waar uw dochter weldra zal
zien, welk een hartelijke genegenheid en
schitterende toekomst haar wachten onder
den schoonen Florentijnschen hemel.
Met de meeste hoogachting,
Uw. dw. dn.,
„I.UDOVICO",
„Prins Barharisi, mar-
Aguti, baron van Santa
Giulia" enz-
Ieder woord van dezen brief viel uti mijn
heer Dalphas mond als de doffe slag der
aardkluiten die in de diepte op een lijkkist
uitenvallen.
Mevrouw Bonnard, die met gebogen hoofd
en samengevouwen handen toegeluisterd
had, voelde het gewicht der jaren op haar
hoofd verdubbelen.
De vader keek dof voor zich uit eu wrong
zijn handen.
Dat familietafareeltje, 't welk steeds som
berder dreigde te worden, werd plotseling
opgevroolijkt door een luiden lach van mijn
heer Pasp)hiac.
Neen zei hij op Zjjn knie slaande,
nooit heb ik zoo'n schik gehad! Men zou
zeggen dat een engel met de gave der talen
op het lioofd van dien dronkaard is neer
gestreken. Maar toch vraag ik me af,, of
hij in staat is een brief in zijn eigen taal
te schrijven. Maar enfin, hij heeft maar
voor het overschrijven- in dien mooien
brief kan men de medewerking van me
vrouw dè la Pothière en van den dichterlij
ken Uberto bewonderen. Van iederen zin
zou ik den auteur kunnen aanwijzen.
Daar gaat het niet om, merkte mijn
heer Dalphas op die Weinig lust-had' om. te
lachen.
Toch wel mijnheer! Zoo'n grappemake-
rij gaat alle perken te buiten. Mijn arme,
dierbare vrouw heeft mijn aanhoudende
zorgen noodig!
Die zorgen bestaan in het afrossen der
zieke wanneer zij te hard' schreeuwt. Voor
mij die haar heb hooren rcrepeir en die dè
tronie van den ouden man achter-dé ramen
gezien heb, ie die- taal natuurlijk- machtig
leuk! Als u die bladzijden straks aan uw
dochter voorleest,' belast ik mij
Belast u nergens onze- Paspébiac.- Voor
eerst zal mijn dochted vandaag geen ken
nis nemen van dat scllrijrcn. Deze dag is
een feestdag en dien zullen we in vrede-
doorbrengen, wat er morgen dan ook moge
gebeuren-
Ach morgem. zuchtte mevrouw Bon
nard.
Valt u de toon van dien brief niet; op?
Men voelt dat hij slechts een eenvoudige
formaliteit f' en dat de schrijver reeds van
zijn succes verzekerd moet zijn. Die lui
daar denken natuurlijk dat het autwoord,.
door Margareta gedicteerd, niet twijfelachtig
kan zijn.
Dat zullen we dan eens zien moeder.
Laten we intusschen het Blerier dat ons.
dezen dag wacht niet vergallen, mor.al niet
voor de jarige. Misschien maakt ze op dit
oogen blik dan angst door van het te nemen
besluit!Wanneer rij komt, zullen wij
haar even hartelijk als altijd bejegenen en
met belangstelling tegenwoordig zijn bij de
j opening der pakjes. En, daarom zal zeker
gped gekozen zijn, namelijk dat, wat de
diamanten van haar moeder hevat.
Ach m'n arme Margareta! snikte me
vrouw Bonnard. Als zij hij ons was zou, ik
minder bevreesd, zijn.
Mijnheer Dalphas stond op het punt te
ontroeren, maar hij bedacht dat een Ameri-
kaansche vader in de gegeven omstandighe
den zijn flegma niet verlaren zou hebben.
Paspébiac, zei hij koelbloedig, laten we
de. zaken niet vergeten. Komt straks bij mij
om de npodige instructies te ontvangen voor
het geval dat ik afwezig zal z|jn. Morgen,
dat hangt van de. beslissing van mijn
dochter af, zal ik misschien op weg zijn
naai- Italië om haar te toonen wat u ge
zien hebt,. Pas op! daar komt ze aan.
Bij Margareta's binnenkomen ondervroe
gen drie paar oogen haar gelaatstrekken;
het gebed van zooeven teekende zich daar
op nog met vromen ernst af.
Zónder een woord te zeggen omhelsde de
vader haar teeder.
Wat, grootmoe, schreit u? vroeeg het
meisje, terwijl zij zich vervolgens naar me
vrouw Bonnard wendde.
Mijnheer Dalphas haastte zich een ver
klaring te geven van die tranen, welke
juist niet op het programma stonden.
Als je dadelijk dat juweelkistje opnet,
zal je grootmoe's tranen beter begrijpen. En
nu naar vader Pasbébiac die wel verdiend
heeft dat je hem bij gelegenheid van je een
en twintigste jaar omhelst; als ik morgen
stierf, zou je in hem de meest oprechte ge
negenheid vinden om de mijne te vervan
gen.
Nu was het de beurt aan Paspébiac om
de afspraak te schenden. Hij dwong zich
om kalm te kunnen zeggen:
Juffrouw ik ben nergens goed meer
voor.behalve om ieder wezen dat u kwaad
zou willen doen te vernietigen.
Even later hekeek Margareta de juweelen
die haar moeder eens gedragen had.
Eenige oogenblikken scheen ze in gedach
ten verzonken en zei dan tot haar vader:
Nooit heb lk uw edel last beter begre
pen dan thans.
Met de klaarblijkelijke bedoeling het inci
dent niet te rekken, ging zij over tot het uit
pakken van grootmoeders geschenk: 't was
eeen kunstportret, dat de fijne trekken der
bejaarde dame op treffende wijze weergaf.
Een ander pakje bevatte oen zeer kostbaar
parelsnoer dat begeleid werd door het naam
kaartje van mevrouw de la Pothière.
De zucht maakte onwillekeurig een ge
baar, waarvan de toeschouwers gaarne de
beteekenis hadden vernomen;
Er heerschte een drukkende stilte die ech
ter. nog tijdig genoeg onderbroken werd door
een nieuwe verrassing in den vorm van; een
kistje zoaeven van het station gekomen,
Het nieuwe cadeaus was een paohtige
handmof, zonde naam van afzender.
Wat onoprecht vroeg da jarige (want de
zending droeg een Duitsch etiket).
Hoe zullen we dat probleem oplossen?
Zoek eens in je brieven, ried mevrouw
Bonnard aan, terwijl ze hevig kleurde.
De verzendbrief ward, gevonden en Marga
reta las dat Robert Verdon geschreden had:
„Gelukkig feest. Deze stad is het centrum
van een drukken pelshandel, wist u dat? Ver
oorloof mij, dat ik u eeen staaltje van die
Duitsche kunst zend, om uw vingers te ver
warmeren tijdens de Hoogmis 's Zondags,
waar ik u in gedachten terugzie.
Terwijl Margareta dit las, wendden al
len hun oogen af uit een veelbeteekenende
bescheidenheid. Het meisje begreep echter
hoeveel nieuwsgierigheid er achter die
schijnbare teruggehoudenheid heerschte.
Mijnheer Verdon is edelmoediger in
zijn geschenken dan in zijn opstellen, zei
ze en gaf meteen liet briefje aan haar
grootmoeder.
Zooals iedere vrouw, die eenig bontwerk
ontvangt, zal doen, streek zij de zachte
haren over haar wangen.
Niemand sprak een woord, 't Scheen of
een interessant tooneel afgespeeld was en
het gordijn neergelaten werd om de toe
schouwers gelegenheid te geven de zaal te
verlaten:
Mijnheer Dalphas scheen het tenminste
in dien geest op te vatten en zei:
Kom Paspébiac!' We hebben nog heel
wat te dóen-
Margareta verliet niet lang na hen het
salon en liet mevrouw Bonnard alleen en
voor haar oogen het halsnoer van tante
Helena. Dit geleek wel' haast het trouwge-
schenli van een edelmoedige; rijke tante.
De dag kwam ailén lang voor. Mijnheer
Dalphas had niet den moed gehad iemand
uit te noodigen e» hij deed helaas vergeef-
sciie moeite om het diher in de gewenschtè
feeststemming tè laten verloopen. Reeds
vroeg in den avond trok de jarige zich terug
want zij haakte naar eenzaamheid.
Mevrouw Bonnard die dezen nacht bleef,
vroeg aan haar schoonzoon, alvorens zij zich
aan bed begaf:
Denkt ge dat haar besluit reeds geno
men is? 't Lijkt van niet,
Gelukkig duurt' de ongerustheid nog
maar eenige uren. Ik kan niet meór!
De nacht die- nu volgde bracht voor 't
eerst na velé jaren geen slaap.
Den volgenden morgen, ging de bedrukte
vader volgens gewoonte het boudoir van
zijn dochter binnen om daar de thee tie
gebruiken. Maar in plaats van daarna op
te staan, bleef hij zitten en streek zijn snor
op, wiens trillingen zijn opwinding verrie
den.
Van beide kanten, begon hij moedig,
hebben we ons woord gehouden. Mei je ge
wone oprechtheid heb je me verteld dat
iemand je hand vroeg, zonder mij te kun
nen verbergen dat hij je hart geraakt had>
Ik wou toen ernstige opmerkingen maken;
maar daarvoor heb je me geen tijd gelaten.
Intusschen beloofde je me niets te zullen
beslissen vóór dat je meerderjarig was.
Van mijn kant heb ik mij verbonden je
geheel met rust te laten tot aan dien da
tum.
Hoeveel me dat zwijgen gekost heeft, zul
je nooit kunen beseffen. Maar ik heb mijn
belofte gehouden nietwaar?
Ja, antwoordde het meisje. Maar ik
wil niet dat u mij voor blind of onverschil
lig houdt. Ik heb heel goed gezien wat dat
zwijgen u en grootmoeder kostte, en ik heb
daar evenveel om geleden, geloof me. Maar
kon ik anders! Mocht ik liegen? Var-geef
mij dus......
De tijd is nu verstreken, vervolgde de
vader zijn eigen gedachte. Al had ik dat
ook vergeten, een brief dien ik gisteren
ontving, zou mij er toch aan herinnerd heb
been. Prins Barharisi vraagt in onberispe
lijke bewoordingen (dat moet ik bekennen)
jouw hand voor zijn zoon Uberto. Vanavond
zal hem een antwoord gezonden worden,
maar vóórdat ikrihem schrijf moet ik eerst
jouw beslissing kennen,
Ik weet waarom u een dag gewacht
hebt om mij over dien brief te. spreken, zei
Margareta,
iDat was uit goedheid en medelijden en
daar dank ik u voor. Gisteren was ik nog
besluiteloos, vandaag is de zaak beslist. Om
een man te trouwen moet men hem met
een ernstige, diepe liefde beminnen, maar,
zoo is mijn genegenheid, of sympathie voor
Uberto Barharisi niet.
De flegmatieke graanhandelaar sprong
op en sloot zijn dochter met zooveel vuur,
in zijn armen, alsof hij haar in zijn om
helzing wilde verstikken.
Allerliefst kind!... riep hij opgetogen'
uit. Je geboorte veroorzaakte mij voor eeiï
en twintig jaar een groote vreugde, maar
de blijdschap die ik thans voel is bijna'
even groot. Wat zal het nu gemakkelijk
zijn den prins t® antwoorden
Ja, zei het meisje met een teleurstel
lende beweging der lippen, voor u is dat
gemakkelijk. Maar ik moet aan tante
schrijven en dat is niet' zoo eenvoudig. En
haar cadeau?Zou ik dat dan kunnen be
houden?
Jawel m'n kind, 'tls heel begrijpelijk'
dat. een rijke tante haar meerderjarig ge
worden nicht zoo'n geschenk heeft. Maar
dat kon wel eens een der laatste zijn. Ik'
ben er echter' ook nog,... Kom laten we
nu naar Grootmoe gaan.
Bij het verlaten van het salon, viel mijn
heer. Dalphas oogen op het telefoontoestel
in Margareta's bureautje.
Och, zei hij, daar ginds op? mijn kan
toor zit m'n vriend te wachten, laat ik'
hem even opbellen.
Hallo! Paspébiac,, liét-antwoord is ont
kennend.
Het meisje dat soms nieuwsgierig was
als een verwend kind. luisterde aan den
anderen hoorn. Het. antwoord dat zij ver
nam verbaasde haar erg.
Bravo mijnheer! Nu zullen w.e rustig
kunnen slapen, en nu hoeft u vanavond dus
niet naar Florence af te reizen.
Was u. van planvanavond...,
voor Florence te vertrekken? stamelde Mar
gareta.
Dat was nog geen plan. Maar dat zon
er in een zeker geval van gekomen zijn.
Gelukkig kunnen we nu thuis blijven, ik
zeg, w ij, want ik had jou meegenomen-
Ik zou wel. eens. willen weten
Vandaag niet lieve kind, dat zou ons
te vervoeren. En je moet nu niets neer,
aan je hoofd hebben.
XX.
Met verlicht, .hart verliet mevrouw Bon
nard Fort-Dauphin. Onderwijl begon mijn
heer, Dalphas de niet alledaagsche taak voor
een fabrikant, aan een prins de hand van
zijn dochter te weigeren. Nu de briefschrij
ver zich zoo wei gemoed voelde, vond hij
zulke hoffelijke woorden dat bij Uherto's
vader bijna overtrof-
Hot scheelt niet' veel meer of ik voel
vriendschap voor dien uitstekenden
dronkaard, vertrouwde hij zijn vriend Pas
pébiac toe. 't ls nu maar de vraag wie da
restauratie» van het palazzo zullen: betalen.
Zou ik de prinselijke familie eigenlijk geen
chèxjue moeten sturen-
Neen, oordeelde zijn vertrouweling,
uw zuster is daarom verantwoordelijk.
Maak u maar niet ongerust'. Die Italianen
komen net' als een kat altijd op hun voe
ten terecht. En voor een uitgehongerde kat
is zelfs een oude- muis nog' goed.
Die voorspeiling vond mijnheer zoo. ty
pisch dat hij ze aan zijn schoonmoeder ver-
teldfe.
Deze dies altijd onheilen- vreesde# durfd»
haar vreugde nog niet den- vrijen teugel te
laten. Als Margareta ooit spijt begint to
krijgen van haar besluit, zou de toestand
nog vreeselijker woéden. Ge kent de geschie
denis uit liet Evangelie wek waar de uitge
dreven duivel met anderen- terugkomt.
Waarom vertelt ge- haar niet wat Paspébiac
in Florence gehoord en gezien heeft?
Ik houd te- veel van haar om haar zoe
te vernederen en haar dwaling te toonen»,
Bovendien is dat niet noodig: zij is tevre
den en heeft met frisschen- geest haar be
zigheden weder opgevat. Zelfs heeft zij zich
weer met het orgel verzoend, schijnt het>-
Die omstandigheid was van belang en zou
vooral voor mijnheer Verdon van belang
geweest, zijn- Doch mevrouw Bonnard meen
de zoo voorzichtig te moeten zijn, daar niets,
van te vermelden in haar brieven.
Met eenige woorden had zij hem gesproken
vtn dè relaties tussehen Margareta en den
prins en er bijgevoegd dat die nu waren af
gebroken.
Het jpngmonsch had op denzelfden toon
geantwoord en zijn oude vriendin gofelici-
teerd met een oplossing die hij „overeenkom
stig haar verlangens" wist.
Sinds dat, ©ogenblik schreef hij Marga
reta's. naam niet vaker dan de beleefdheid
dat eischic.
Juffrouw Dtlphas had naar tante Helena
geschreven en spoedig een antwoord beko
men.
('Wordt vervolgd).
UITVERKOOP
Kleine Jantje had tong tevergeefs op een
zusje gewacht 5 maar op zekeren dag kw ia
hij opgewonden thuis.
„O Moeder", riep hij, „kam gauw mee, er
is uitverkoop van kindertjes en je kan er heel
goedkoop een krijgen."
„Hoe kom je daar nu aan", vroeg de moeder,
ten hoogste verbaasd.
„Wel, zet Janje, i(fR heb het zelf gezien. Ik
ben naar net voorbij een groot gebouw geko
men, en daar haagt een doek boven met d®
Woorden: „Deze week kinderen half geld."- j»