i sr.. m l l •)50tïïf. O t»r m Mengelwerk. Woensdag 5 September 1928 Derde Blad Pagina 1 8 Marie Antoinette's Huwelijk. it De voeten van den Capucijn nfl -n- m m - MfllIM; •- &«glP matiÊÊaÊaÊÊÊiÊMSéMMmmiMmm^'m^ -tt- -tt- OOK EEN MIDDEL Marie Antoinette van Oostenrijk was eerst 14 jaar oud toen zij aan den Dauphin van Frankrijk (titel van den troonopvolger), den lateren Koning Lode- wijk XVI, werd uitgehuwelijkt Den 21stên April 1770 flam zij een teeder afscheid van haar moeder, keizerin Maria Theresia, en verliet Weenen, dat zij nim mer zou weerzien, om zich naar haar nieuwe vaderland te begeven. De reis duur de 14 dagen. Zij trok door München, Augsburg, en vele andere steden. Overal stroomde de bevolking toe, nieuwsgierige om de Oostenrijksche aarts hertogin te zien, die kroonprinses van -F rankrijk ging worden, en overal was men verrukt over haar lieftalligheid. Toen zij de grenzen van haar moeders erfland overschreed, verloor zij haar zelf- beheersching. -*1- Ik zal ze nooit weerzien, riep zij onder een tranenvloed uit. Aan de Fransehe grens, op een eilandje in den Rijn, was voor de feestelijke ge legenheid een paviljoen gebouwd. Daarin was een salon -en twee kleine kamers, waarvan er een voor het gevolg der Aartshertogin uit Weenen en het andere voor de Fransehe dames, die haar tege moet waren gekomen, bestemd was. Hier •Jnoest de Aartshertogin grondig van klee ding verwisselen- Voordat zij baar nieuwe vaderland betrad, moest zij de kleediug- 't uk ken aantrekken, welke haar nieuwe hofhouding had meegebracht; zij moest zich verkleeden tot op het hemd, tot haar schoenen en kousen toe! Daarna moest zij afscheid nemen van de dames die haar uit Weenen vergezeld hadden. Marie Antoinette omarmde hen allen, weende en verzocht hun de harte- 'ijkste groeten over te brengen aan haar moeder, broeders, zusters en vriendinnen. "Daarop wendde zij zich tot de Fransehe dames: Neemt mij niet kwalijk, zei ze, deze anen gelden rsijn familie en mijn vader hand dat ik verlaat. Van nu af aan zal nooit vergeten, dat ik een rancaise jei1- r- De ontvangst, die men haar in 'ian rij bereidde, overtrof alle verwachtingen. Waar zij kwam, de vijftienjarige, 0I* en tenger, met den stempel der onschuld ip het gelaat, won zij aller harte, ro s de vooringenomenheid der Franscheo net Huis Habsburg. Haar aanvalligheid in minzaamheid riepen stormachtige ui barstingen van geestdrift in het leven, e boerenbevolking kwam v>s>n all»3 zijdein toe- loopen. De wegen werden met bloemen bestrooid. Jonge meisjes in bfiar beste «Ueeren gestoken, boden de jonge vorstin bloemruikers aan. Men verdrong zich om ".aar koets en wanneer men haar gelaat anschouwde, klonk 't als uit één mond. Wat is onze kroonprinses lief! In Straatsburg werd zij door een buiten gewoon afgezant van Koning Lodewijk XV., den grootvader van haar as. ge maal, verwelkomd. Onder kanongebulder en klokgelui hield zij haar intocht in die oude stad. Eerepoorten en triomfbogen waren opgericht in de straten, welke zij doortrok. Dames strooiden bloemen op haar pad, als herderinnen verkleed boden zij haar vruchten aan. Volksfeesten wer den gehouden. De fontijncn spoten wijn en de armen ontvingen geschenken. Eenigen mijlen voor Chalons kwam een dorpsgeestelijke met de kinderen zijner parochie de Prinses begroeten..Hij had het hooglied van Salomo als tekst gekozen voor de toespraak, welke hij tot haar wilde houden. Toen hij de jeugdige vorstin aanschouwde, werd hij evenwel zoozeer door ontroering, blijde verrassing en eer bied vervuld, dat hij niet verder kwam dan de eerste woorden van zijn speech. HIJ zocht naar zijn woorden, keek eens naar de lucht en dan naar den grond en dan weer in de lucht, maar zijn geheugen liet hem totaal in den steek. Om den armen man uit zijn verlegenheid te helpen, greep Marie Antoinette hem bij de hand en nam met haar liefste en dankbaarste lachje de bouquet aan, die hij haar wilde aanbieden. Toen vond de geestelijke niet zijn rede voering, maar zijn tegenwoordigheid van geest weer. Mevrouw, zei hij bewonderend, ver wonder U niet over het feit, dat mijn geheugen mij ontrouw werd. Bij den aan blik van zooveel bekoorlijkheid zou ook Salomo zijn Hooglied vergeten zijn en niet meer aan zijn schoon Egyptische ge dacht hebben. Terwijl zij onder den jubel der bevol king, maar niet zonder innerlijke onrust het doel van haar reis naderde, verzamelde de Koninklijke familie zich te Compiègne om haar te ontvangen. Lodewijk XV was erg nieuwsgierig haar te zien. Nauwelijks had Marie Antoinette den Koning in het oog gekregen, of zij sprong uit haar koets en wierp zich aan zijn voeten. Koning Lodewijk bezag haar meer nieuwsgierigheid dan met vaderlijke be langstelling. Hij vond haar mooier dan hij verwacht had, veel knapper dan het por tret, dat men van haar gestuurd had. Hij richtte de Prinses op èn kuste haar. Marie Antoinette kleurde onder zijn liefkozing en zijn nieuwsgierige blikken. De Kroon prins stond aan de zijde des Konings. Hij was nog verlegener dan zijn bruid. On rustig bewoog hij het bovenlijf heen en weer, zonder een woord te zeggen; einde lijk dwong hij zich ertoe het Fransehe hof gebruik te volgen: zwijgend en koel kuste hij haar op de rechterwang. Te midden van een jubelende volks menigte reed de koninklijke familie van Compiègne over St. Denis naar Versailles, waar zij eerst laat in den avond aan kwam. Den volgenden dag, 16 Mei 1770, zou het huwelijk voltrokken worden. 's Morgens om 10 uur betrad Marie An toinette de marmeren zaai van het kasteel. De Dauphin ontving haar en de Koning kwam haar tegemoet. Men begaf zich naar de slotkapel. Knielend, diep bewogen, zwo ren de beide jonge lieden aan den voet van het altaar elkander trouw. Voor de trouwplechtigheid hadden zij de huwelijksakte geteekend. Bijgeloovige lieden wisten zich later te herinneren, dat de Bruid daarbij een inktvlek gemaakt bad, welke haar handteekening bijna on leesbaar maakte. Nauwelijks was de plechtigheid ten einde „r ^OüHDAT HET RUBSISOH-JOODSC'H THEATERhetwelk te Amsterdam een reeks gast- voorstellingen gaf, zijn schulden niet voldeed, werd beslag <*p de goederen gelegd. We zien den schrijver die het zich gemakkelijk maakt in een tooneel-bootje bezig met 't notes- ren van den inboedel. TWEE SCèyEB UIT DE REVUE EUROPALACET WEER", die thans ln den Tlvoll- Schonwbug te Roueróam gaat: „Wiesje Bouwmeester als A.K.O.-Jongen" en ,,Onze Bobbles' of een vreeselijk onweer brak los. Ver sailles zou dien avond geïllumineerd wor den. Parijs was ultgeloopen om den Koninklijken stoet en de verlichting te zien. maar de regen deed het vuurwerk mis lukken. öe massa'9 nieuwsgierigen, die slottuin en straten vulden, vluchtten in de grootste wanorde door een stroomen den regen, bliksemstralen en donderslagen achtervolgd. Een reeks van schitterende feesten volgde op den huwelijksdag. Veertien dagen achter een feestte men onafgebroken voort. Eerst toen dé muziek verstomde en de verlich ting uitgedoofd was, werd het onder het volk bekend, dat de feestelijkheden 20 millioen francs gekost hadden! Na Versrailles wilde Parijs het vorste lijk huwelijk met een volksfeest vieren. Men was van plan een prachtig vuurwerk op de Place Loul3 XV af te steken. Onge lukkigerwijze had uien echter niet de noodige voorzorgsmaatregelen genomen; de verlichting met Bongaalsch vuur mislukte. Er ontstond een verschrikkelijk gedrang. De soldaten der garde beproefden de orde te herstellen, maar vermochten helaas niets tegen ds opstuwende volksmenigte. Zak kenrollers, die van de gelegenheid gebruik maakten om hun slag te s'.aan vermeer derden nog de verwarring Tot overmaat van ramp brak er brand uit. Het hek werk, dat het standbeeld van Lodewijk XV omgaf, verbrandde. Velen werden in het gedrang onder den voet geloopen, anderen in he' water gedrongen, weer anderen deden ernstige verwondingen op. Men vond later 32 lijken op de plaats des oriheils. De Kroonprinses, die juist op het punt was naar Parijs te rijden om de illumi natie te zien, liet, toen haar de droeve tijding bereikte, terstond al het geld, dat zij bij zich h-id, onder de getroffenen ver doelen. De Kroonprins was door het onge luk, dat de huwelijksfeesten op zoo tragi sche wijze afsloot, niet minder getroffen dan ,'ijn gemalin. Hij stelde zijn maande- lijksthc toelage uit de staatskas beschik baar om don nood te lenigen. Andere prin sen en leden van den hoogen adel volgden zijn voorbeeld. Toch kon deze weldadig heid den vreeselijken indruk, welke dit voorval gemaakt had, slechts weinig ver zachten. De hoofdstad was plotseling in rouw gedompeld. Er waren velen, die in deze treurige gebeurtenis een slecht voor teeken zagen voor de toekomst. De latere gebeurtenissen hebben hen helaas in het gelijk gesteld. De tram Chatelet-Bicètre. Het regent; alles hangt neer, alles druipt op een jammerlijke wijze: de goten van het bureau, de laatste blaren der boomon, de parapluie's van de voorbijgangers. Op het imperiaal natuurlijk geen sterve ling Van binnen is alles vol; kinderen die zeu ren; vrouwen van de markt komend met manden en pakken beladen, reizigers ln gummi regenjassen; arme loopmeisjes zon der hoed die de kartonnen doozen tegen zich aanduwen om meer ruimte te laten en bib berend in een hoek gaan zitten; heeren hoog hartig en chic, die hun courant zitten te lezen. In den wagen hangt een zware na'te damp, die zich aan de ramen vastzet en aan het geheel het aanzien geeft van iets brom- migs, iets slecht gehumeurd, i-ets gemelijks. Opeens keeren aller hoofden zich naar den ingang: een kloosterling treedt binnen op bloote voeten. Kijk, een Capucijn! Het volk noemt alle kloosterlingen op bloote voeten: Capucijnen. Een Capucijn: dat is in het weinig reii gieuze Frankrijk altijd iets bijzonders. Maar ais hij, op een regendag, een tram binnenstapt, op bloote voeten, met den caju- ce over het hoofd en een vreeselijk geluid van rinkelenden rozenkrans en zich doodge woon neerzet tuaschen 'n woedenden her en een verschrikte dame, dan is hij onmiddel lijk het middelpunt van aller belangstel ling. De deftige mijnheer, er uitziend als een rijk geworden proletariër, naast wien de nieuw-binnenkomende bad plaats genomen, begon dadelijk te mopperen. Misselijk!. kunnen ?.e zich dan niet I klceden zooals iedereen! Maar mijnheeren dan de vrijheid? antwoordde de kloosterling met een kalme stem, de stem van den sterkpre, die er niet aan denkt vrees te hebben. De vrijheid... mogelijk, mijnheer, maar de goede smaak! In een Luuslzin- nig land als ons Frankrijk moest rnen U ver bieden uit te gaan De kloosterling beschouwt een oogenblik de natte hooge zijden die het hoofd 'an zijn buurman bede 't: zijn kraag van celluloid, zijn hengelende zwaar gouden horlogeket ting, en reeds krullen tieh zijn lippen tot eon ironisehen lach, toen onverwachte huig '"I i van den overkant aankwam. Pardon, mijnheer, u heeft ongelijk, zeis de de overbuurman, waarschijnlijk een schilder. Niets doet beter in een schilderij dan een monnikspijl Dat is heel wat andera dan de twee kokers waarin wij onze beeneq moeten doen verdwijnen De tram is uit zijn dommel ontwaakt; conducteur kan zich nauwelijks een dooi? tocht banen te midden van de naar voren gebogen hoofden, want allen willen nj den Capucijn zien. Maar de hygiëne! roept de „deftf* ge" mijnheer. Je zult me toch niet deen g9» looven, dat zoo'n zak hygiënisch lol Veel meer dan uw kleeding!,, regenl het, dan trek ik mijn capuce over het hoofdj schijnt de zon, dan doe ik ze naar benedenj uw hoed beschermt u heelemaal niet. Maar uw voeten? Wat verlangt u van mijn voeten? Ze zijn door en door nat... Niet zoo erg als uw fijne bottines,,. En ik zal eerder warme voeten hebben dan gij. En danJa, ik zal een kleeding dra» gen, die niet hygiënisch is? Hecht u dan zooveel waarde aan het leven van een Capu- cijn? In de tram begon men te discussieeren. Juist, hij heelt gelijk, de Capucijn' Men is vrij of men is het niet! van het oogen-, blik af dal hij zijn zes sou3 betaalt, is het! nietwaar?Daarenboven neemt zijn has bijt minder plaats in beslag dan de kleeding der dames. En dan dat kleed: dat is zoo oud als de wereld! Daarop vertelde een zinkwerker, dat hij Q jaar in Afrika gediend had; daar had hij d® Capucijnen leeren kennen.' forsche mannen^ heelemaal op de hoogte van alles en di® veel eerbied aan de zwartjes inboezemden, Maar daar ginder, daar beleedigde men z® niet! Daarvoor moet je in Frankrijk komoq om zulke ellendige dingen mee te maken.., het loont de moeite driemaal revolutie t<| hebben gemaakt, als men zich nu nog niel eens mag kleeden, zooals men zulks ver» verkiest! Maar de deftige mijnheer keert zich om, draait wóedend met z'n oogen. Beleedig ik hem, je Capucijn!.. Hel zijn zijn voetenl Zijn voetenlen de jouwe dan? Verw toon ze eensl Je ziet, Je durft het niet! IH ben er zeker van dat ze weerzinwekkend! moeten zijn! De heer staat op, waardig, maar geërgerd! Terwijl hij den kloosterling voorbij gaaf^ staat hij even stil alsof hij niettegenstaande alles toch een goeden indruk wil nalaten, Het is mij om het even... Ja, ik zeg ze u, mijn meening, het is werkelijk daq hemel geklaagd, dat een man als gij Capu» cijn wordtl j En waarom dat?... Ach, als Je nu kromme beenen had.,, als Je niets anders kondèt beginnen! Ja, zeide de kloosterling, alleen do nip ten voor den goeden God, ls het niet?,.., Dat is altijd goed genoeg voor Hem, velgen® u, nietwaar? „Daar kan ik niet inkomen, dat begrljfj ik zoo niet" „Arme goede vriend, antwoordde de Ca pucijn, terwijl hij hem de hand drukte mei een uitdrukking van diep medelijden in zljq blik; er zijn neg zooveel andere dingen, dl® gij niet begrijptlj PIERRE L'EBMITB, j GROF Oude jongedame, die bij een hengelaan heeft staan kijken: „Verveelt u dat nooit, al® er geen een hapt? i Hengelaar: „Nee u?" WETENSCHAPP ELIJK Zeg u mij eens, vroeg een professor aan eefi student, kent u ook een verbinding van eeg' diérlijke met een plantaardige stof"? O ja luidde bet antwoord, baringsla.'' Zeer dik en zwaar man, die na de pauz® weer de zaal van 't theater binnengaat, totj, heer in de stalles: Trapte ik u op uw teenen, toen ik daar straits wegging? j Heer (zeer barsreh): Ja, dat deed uM! i Dikke man (tot zijn vrow): Het ls in orde Marle, onze plaats is hier! MODERNE KINDEREN Wel kindertjes, wat vertellen julli® elkaar voor lieve geschiedenisjes? O, wij spreken net over de ondeelbaar, held van atomen en over de statistieken vag bankcorrupties. ......wil

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 9