FEUILLETON
F
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1928
DERDE BLAD
PAGINA 4
TANDARTS MERTENS CONTRA DEN
HAAGSCHEN BURGEMEESTER
BEROOFD VAN HUN SPAARGELD
Waarvoor zij dag cu nacht jarenlang
gewerkt had
EN NOG MEDELIJDEN MET DEN DADER.
KERKDIEVEN VOOR DE RECHTBANK
POKKEN GEVALLEN IN INDIë
Gevaar voor liet verkeer
DOOR BOKSERS BELEGERD
t
Groote belangstelling.
JEGENS AANTASTING IN EER EN GOE
DEN NAAM WORDT GELDELIJKE
SCHADEVERGOEDING GEVRAAGD.
Veer de vierde kamer dér Haagsehe recht
bank zijn Donderdag de pleidooien gehouden in
de zaak van den tandarts Mertens tegen den
burgemeester van Den Haag, in welke zaak de
heer Mertens schadevergoeding eischt wegens
aantasting in eer en goeden naam door den
burgemeester, die den heer Mertens o.m. in den
gemeenteraad een onhetrouwbaar persoon
noemde.
Er was veer deze zaak groote belangstelling.
De procureur van eischer spreekt.
De procureur van gischer, mr. Kaose Zegel,
gat allereerst een résumé van de hoofdpunten,
waarover het proces loopt en wees erop, dat
eischer door de mededeel ingen van den burge
meester in den raad, herhaaldelijk tot leuge
naar is gequalificeerd. Zelfs na de uitspraak
van den eereraad, die tot de conclusie was ge
komen, dat er van de tegen Mertens uitgebrach
te beschuldigingen niets was bewezen, heeft de
burgemeester Mertens ais volgt gequalificeerd:
„Ik heb Mertens een onbetrouwbaar man ge
noemd, dit handhaaf ik nog."
Het openbaar belang kan nooit medebrengen,
dat een particulier persoon in bet openbaar
wordt beleedigd. Ook van noodzakelijke verde
diging is geen sprake, zoodat alle verschoonende
omstandigheden ontbreken. Alle feiten, door
Mertens gesteld, zijn waar.
De schade, door pleiters cliënt geleden, is
zoowel van materieelen als van moreelen aard.
Beide moeten in geld vergoed worden.
Voorts haalde pl. een en ander aan uit het
rapport van den eereraad. De klinlelf van den
héér M. bracht la 1922 op 9000 gulden per
maand en er werkte 2S man personeel. Is het
wonder, dat dit bedrag door de voortdurende
voortgezette lastercampagne is gedaald tot nau
welijks 3000 per maand.
Voeg daarbij de groote commercieele schade,
door den heer M. geleden als uitvinder van
een gietvorm voor gebitten, als fabrikant van de
tandpasta Leuckodont, waarvan jaarlijks dui
zenden tuben werden verkocht. Met geld alleen
is deze schade niet goed te maken. Daarom
w .dt gevraagd publicatie van het vonnis. Iu
li?' volste vertrouwen heeft de heer Mertens
zich gewend tot den bevoegden Nederlandschen
rechter, in de rotsvaste overtuiging, dat zijn
goed recht zal —«revieren.
Dé 1 aan het woord.
De heer Mertens wees erop, dat de voorge
schiedenis dezer zaak aanvangt in het voorjaar
van 1998. In dat jaar is een zekere heer P.
V., thans pleiters zwager, begonnen om geen
middel onbeproefd te laten, plelter's goeden
naam te bezoedelen. Tot op den hnidigen dag
is hij daarmee doorgegaan.
Toon pleiter bij den burgemeester op den
grootsten onwil stuitte, wendde hij zich tot den
minister van Justitie, mr. Heemskerk, waarna
pan onderzoek werd ingesteld naar de juistheid
der tegen pleiter uitgebrachte rapporten. Bij
dit onderzoek kon geen enkel bewijs voor de In
de rapporten geuite beschuldigingen worden
aangevoerd.
Voorts had pleiter nog eenlgo stukken In
het geding gebracht ter staving van het feit,
dat de burgemeester reeds in 1920 moet ge-
wieten hebben, althans had kunnen weten, dat
de bewuste politierapporten onjuist waren.
De burgemeester heeft spr. niet alleen niet
gerehabiliteerd, maar hem bovendien, na re-
habiliteerende conclusie van den eereraad,
ook nog beleedigd en belasterd. Dertig jaren
heeft spreker tegen lastér te kampen gehad,
doch thans heeft hij gelegenheid gehad, zich
In ltat publiek, voor de rechtbank, te verde
digen. Mat vol vertrouwen wachtte hij de uit
spraak van de rechtbank af.
Mr. Telders pleit voor den burgemeester.
Mr. W. A. Telders, optredende namens den
burgemeester, zeide eenlgszlns geschrokken te
zijn van de kanonnade van den heer Mertens,
welke niet de minste juridische beteekenls
lieeft. Pleiter heeft den indruk, dat de heer
Mertens een groote zelfoverschatting heeft, en
het niet verkroppen kan, dat hij niet als een
geacht burger van 's-Gravenhage wordt be
schouwd. De heer Mertens tracht nu zijn doel
te bereiken door aan den weg te timmeren.
Wanneer de heer Mertens rustig de uitspraak
had afgewacht van den eereraad, dan had hij
de rehabilitatie van den burgemeester kunnen
krijgen. Doch hangende het onderzoek Is de
heer Mertens gaan schelden op den burgemees
ter en de politie. Daarmee heeft de heer Mer
tens zijn zaak bedorven. Uit het rapport van
den eereraad blijkt duidelijk, dat de heer Mer
tens aan zelfverheerlijking lijdt en zich den
miskenden weldoener der menschheid gevoelt.
Daarbij moest bij weer de hand in eigen boe
zem slaan, want de heer M. heeft toch drie
maanden gevangenisstraf ondergaan wegens
diefstal, herhaalde malen is hij veroordeeld
wegens overtreding van veiligheidsvoorschrif
ten en nog onlangs heeft hij zijn faillissements
aanvrage moeten tegenspreken.
Een incident-
Eén der toehoorders, mr. Mathon: Die fail
lissementsaanvrage was een schooiersslreek!
De deurwaarder verzoekt mr. Mathon zich
te verwijderen.
Mr. Mathon: Meneer de president, acht U
het noodig?
De president, mr. Cost Budde: Als u verder
zich stil houdt, kunt u blijven.
Mr, Telders komt nu op het juridische ge
deelte van zijn pleidooi. Hij betoogt o.m., dat
de zgn. beleediging verjaard is. Verjaring kan
niet gestuit worden door de instelling van een
eereraad.
In een zitting van den gemeenteraad noemde
de burgemeester den heer Mertens een onhe
trouwbaar persoon. Waar sloeg dat op? De heer
Mertens mocht 2 arbiters kiezen, die samen
een derde zouden aanwijzen. Ivent men een
meer gentleman-like houding? Tijdens dit on
derzoek gaat nu de heer Mertens een adres aan
den raad schrijven, waarin de burgemeester,
die zich ridderlijk had gedragen, werd geklei
neerd en allerlei beschuldigingen geuit werden
aan het adres van de politie, beschuldigingen,
die zeer beleedigend waren. De heer Mertens
wist, dat de burgemeester hem helpen wilde
en het was dan ook onbehoorlijk en onbe
trouwbaar van Mertens, aan den raad te schrij
ven, dat de burgemeester twee monden had.
De burgemeester was dus uit zelfverdediging
zeer wel gerechtigd, dezen man in zijn bewe
ring onbetrouwbaar te noemen.
Een nieuw incident
Mr. Mathon interrumpeert opnieuw.
Mr. Telders: Begint die engelenbak opnieuw?
De president: Mr. Mathon moet er nu maar
uit.
Nadat do heer Mathon zich verwijderd heeft,
verwees mr. Telders naar het bekende Stroop
pot-arrest van den Hoogen Raad, volgens het
welk bestuursdaden als hier bedoeld, niet kun
nen worden onderworpen aan de jurisdictie
van den burgerlijken rechter en dus vallen
buiten het bereik van art. 1401.
De conclusie werd bepaald op 27 September.
OPLICHTING VOOR 250 KIPPEN.
Voor het Amsterdamsen Gerechtshof hebben
zich gisteren te verantwoorden gehad de reci
divisten C. W. G. en J. W., die in hooger be
roep waren gegaan van een vonnis der ütrecht-
sche Rechtbank, waarbij zij waren veroordeeld
resp. tot twee jaren en een jaar en negen maan
den gevangenisstraf wegens oplichting' van
iemand voor 250 kippen.
De advocaat-generaal, Mr. Baron Harinxma
Throe Slooten, eischte bevestiging van het von
nis der rechtbank te Utrecht.
Het verzoek van de verdedigers van ver
dachten, om hun cliënten uit de preventieve
hechtenis te ontslaan, werd door het Hof af
gewezen.
VERDUISTERING VAN GELDEN.
En ecu onjuiste boekhouding
De politie te Zeist arresteerde een 21-.iari-
gen jongen man uit Utrecht, boekhouder bij
een bakker te Zeist, die zijn patroon in'den
loop van de laatste twee jaren voor ongeveer
2500 had tekort gedaan. De verduisteringen
kwamen eerst nu aan het licht door de on
juist gebleken boekhouding.
Voor de Amsterdamsche Rechtbank heeft
zich gisteren te verantwoorden gehad de 32-
jarige bakker W. L. uit Trier, die er van wordt
verdacht, dat hij in de hoofdstad een arm echt
paar, waarvan de man blind is, van zijn spaar
duitjes heeft beroofd.
Volgens de dagvaarding heeft verd., die in
het Huis van Bewaring te dezer stede is ge
detineerd, op 2 Juli, althans tus3chen 29 Juni
en 5 Juli J.l. fn een door de vrouw van den
blind geedreven restaurant aan het Waterloo-
plein een kistje opengebroken, dat zich bevond
in een koffer, welke op een zolderkamertje
stond. Verd.'s buit bestond uit een toil, een
vulpenhouder, en voorts uit een bedrag van
ruim 3000 aan bankbiljetten en gouden
tientjes.
„Bekent U het ten laste gelegde, verdachte?"
vroeg president mr. Huizinga.
Verdachte: „Verstehe nicht...."
Een antwooid, dat de Rechtbank noodzaakte
naar een tolk om te zien. Gelukkig bleek een
ia de advocatenbank toe hoor end lid der balie
bereid te zijn, de functie van vertaler op zich
te nemen, zoodat de zaak zonder belangrijk
oponthoud voortgang kon vinden.
„Mijn vrouw heeft het geld gestolen en het
mij daarna ter hand gesteld" verklaarde ver
dachte thans. Een verklaring, die allerminst
klopte met zijn beweringen voor den rechter
commissaris, tegenover wieu hij zich zelf als
den dadeT had aangewezen.
In een latig verhaal traelitte verd. deze tegen
strijdigheid uit te leggen. De rechter-commls-
saris had zijn verklaringen niet geheel begre
pen, omdat hij de Dultsehe taal niet goed ver
stond, zeide hij. Het 'wederzijdsch gesprek had
ia een mengelmoes van Hollandsch en Duitsch
plaats gehad.
President: „Waar is uw vrouw nu?"
Verd.: „In Trier...."
Toen trad de 58-jarige restaurant-houdster
voor het getuigenhekje tu werd haar blinde
man, zielige figuur, door een vriend buiten
de zaal geleid
Met horten en stooten vertelde het vrouwtje,
dat de vrouw van verd. bij haar als dienstbode
ln betrekking is geweest. Woensdag 4 Juli,
had zij den diefstal gemerkt.
„Ik heb dag dn nacht", zegt het vrouwtje
huilend, „voor dat geld gewerkt. Ik heb den
lang. En nou heil ik zoo behandeld. Ik heb den
man uit medelijden nog brood en koffie gege
ven, omdat hij g-een werk had.
Op een vraag van den verdediger erkende
get. dat liefdadige mensehen haar en haar
man weer in het bezit van hun spaarduitjes
gesteld hebben.
Rechtbank en verdediger zagen hierna af
van het hooren van deu echtgenoot van de
vrouw.
Het O.M., mr. Overbosch, wees er op dat
verd. hij de Krinilnal Polizgi in Duitschland
als een berucht type hekend staat en dat de
Duitsche justitie een verzoek tot zijn uitleve
ring heeft gedaan.
Spr. kan. zich een verachtelijker daad, dan
vehd. bedreven heeft, tnoeilijlc voorstellen.
Voor spr. staats het vast dat verd. het hem
teu laste gelegde gepleegd heeft en hij eischte,
gezien den ernst van het feit verd.'s veroor
deeling tot drie jaar en negen maanden ge
vangenisstraf.
De verdediger mr. Benn-o J. Stokvis zeide,
dat zijnerzijds geen verontschuldiging zal wor
den aangevoerd voor het schandelijke misdrijf
waaraan verd. schuldig is.
Pi. noemde het een onvergeeflijk verzuim,
dat do politie verd.'s vrouw en de andere
dienstbode niet heeft gearresteerd.
"Vaststaat, da't die vrouwen mede schuldig
zijn. Pl. deed het verzoek dat deze vrouwen
alsnog opgespoord en voorgeleid zullen wor
den. Mocht de Rechtbank dit verzoek niet in
willigen, laat zij 6r dan aan denken dat verd.
niet de eenige schuldige is- He vrouwen ken
den het huis; bij haar moet het denkbeeld
van den diefstal zijn opgekomen.
Pl. meende dat een zoo hooge straf, als door
den Officier geeisoht, niet op haar plaats is.
Uitspraak 27 September a.s.
Drie jaar gevangenisstraf geëischt.
UIT ARMOEDE EEN TOCHT DOOR BRABANT
Voor de rechtbank te 's Hertogenbosch had
den zich te verantwoorden B. O. O. K., 30 jaar,
zeeman te Amsterdam en C. C. S., 29 jaar,
smid te Dordrecht, gedetineerd, ter zake dat
zij ia verschillende kerken hebben ingebroken
en daaruit een bedrag aan geld ontvreemd.
K, bekende volledig. Hij was pas uit de ge
vangenis ontslagen toen hij naar Den Bosch
kwam met S. om opnieuw te stelen. Het eerst
kwamen ze in de St. Jozefkerk,, Den Bosch.
Eerst met sleutels, daarna met een beitel werd
een offerblok geforceerd en geheel afgenomen.
Ze namen het offerblok mede en deelden het
geroofde geld.
Drie dagen later trokken de dieven naar
Orthen en gingen in het kapelletje op het
kerkhof, dat open stond. Ze docr-cchten alles,
doch vonden niets en gingen te naar de pa
rochiekerk, waar ze naast het al .aar twee of
ferblokken zagen staan. Ook daar hebben ze
elkaar geholpen die offerblokken te forceeren.
Ze maakten drie gulden bult en verdeelden
het geld. Ook de sleutel van de kapel van het
kerkhof werd meegenomen.
- Denzelfden dag trokken ze naar de Kruis
kerk te Den Bosch. Daar werden ze verhin
derd door een schilder, die daar aau 't werk
was. Eindelijk werd de kans gunstig en heb
ben de dieven alles doorzocht. Meerdere bus
jes met centen werden gevonden en ook sleu
tels. Die sleutels bleken nader van het taber
nakel te zijn. Ze konden nog wei eens te pas
komen, redeneerden de dieven, daarom namen
ze de sleutels mee. Vier metalen offerblokken
werden in do Kruiskerk geledigd. Daarna gin
gen de dieven er van door en deelden den buit.
Toen trokken ze naar Tilburg, vervolgens
naar Eindhoven, waar ze werden gearresteerd.
Er liggen nog processen-verbaal van meerdere
feiten tegen verdachten, w.o. diefstallen met
inbraak te Amsterdam en te Leiden.
Ook S, bekende volledig.
In de Kruiskerk zijn verdachten binnen
gekomen langs den hoofdingang'. Uit een gla
zen potje in de sacristie namen ze ook een
gouden tientje mee, voorts een gToot aantal
sleutels.
In totaal vonden ze in de kerk en sacristie
ruim 160.
Verdachten verklaarden uitsluitend uit ar
moede te hebben gehandeld. Ze hadden geen
eten, geen onderdak en zelfs geen -schoon
waschgoed. Werk konden ze niet vinden.
Getuige Van Vuuren, rechercheur, Den
Bosch, heeft het onderzoek geleid en verdach
ten te Eindhoven gevangen genomen op een
kamertje. Ze bezaten nog een bedrag van
1G0. Éen zware vracht centen in een flinke
witte zak waren ter groene tafel aanwezig. Er
was ook nog een pet vol centen, alles van de
diefstallen afkomstig.
Het O. M, memoreerde dat verdachten el-
kaai in Amsterdam hebben Ieeren kennen en
al stelende zijn getrokken naar Brabant. Niet
alles is in de dagvaarding vermeld, doch het
ten laste gelegde werd door spr. naar voren
gebracht. Ook te Leiden hebben verdachten
sleutels van een tabernakel en van een kluis
ontvreemd.
Tegen ieder der verdachten luidde de eiseh
drie jaar gevangenisstraf.
De verdediger mr. Bloemarts, refereerde
zich aan het oordeel der rechtbank.
De president deelde aan verdachten mede,
dat de straf mede omvat de diefstallen te Lei
den en Eindhoven. Voor de daar gepleegde fei
ten worden verdachten nader niet meer ver
volgd.
De uitspraak werd bepaald op 27 Sept. a.s.
Met doodelijk gevolg
MEDAN, 12 September. (ANETA) In de
Kampong Boga Besar in het Siantarscho zijn
zestig gevallen van pokken voorgekomen, waar
van tien met doodelijken afloop.
DRONKEN CHAUFFEUR.
EEN AGENT OMGEREDEN
Op den Overtoom te Amsterdam reed Woens
dagavond een auto, wdks chauffeur blijkbaar
zeer veel moeite had om het midden van den
rijweg te honden. De wagen slingerde ten min
ste van den eenen kant naar den anderen en
het mocht een wonder genoemd worden dat
hij niet tegen een boom of lantaarnpaal opreed.
Een surveilleerende politieagent, die aan de
gevaarlijke manoeuvres van den auto eon
einde wilde maken, ging midden op den rijweg
staan en beduidde den chauffeur te stoppen.
Maar hij had zijn waarschuwing gerust
achterwege kunnen laten want de bestuurder
van den auto deed, alsof er heelemaal geen
agent op den weg stond en reed den man zonder
aarzelen onderste boven.
Doch behalve de agent hadden ook eenige
voorbijgangers de zonderlinge gedragingen van
den chauffeur opgemerkt. Zij wisten op do
treeplank te springen en den bestuurder mot
geweld tot stoppen te dwingen. Het bleek dat
de laatste stomdronken achter het stuurwiel
zat.
Met moeite wist men hom het politiebureau
aan den Overtoom binnen te loodsen, waarheen
men intusschen ook den aangereden politie
agent die aan een der beenen gewond was, had
overgebracht.
De chauffeur, die niet in staat was om to
antwoorden op de vragen, welke hem werden
gesteld, heeft in hot politiebureau overnacht.
Zijn auto is voorloopig iu beslag genomen.
De gewonde agent is later door don G. G.
en G. D. naar hot Tesselschadeziekenhuis over
gebracht.
INSLUIPER GEARRESTEERD.
Na worsteling niet een dienstmeisje
Do politie heeft een scharenslijper, don 37-
Jarigen S. M., uit de Van Boecopstraat aange
houden, die er zijn werk van maakte, in de
keukens van w-oningen in te sluipen en geld
te stelen. Zoo was hij dezer dagen betrapt door
een dienstmeisje, toen hij zijn slag trachtte te
slaan in een perceel aan de Corn. Speelman
straat 28. Het gelukte den man intusschen
nog de vlucht te nemen, na een worsteling met
de keukenprinses, die hem den uitweg had
trachten te belemmeren. Toen van dit geval
hij de politie aangifte werd gedaan, heeft deze
aan het dienstmeisje het portret getoond van
den scharenslijper, die in Juni uit de gevange
nis was ontslagen. Het meisje herkende den
man op het portret onmiddellijk, waarna zijn
arrestatie spoedig volgde.
De aangehoudene wordt voorts verdacht van
soortgelijke insluipingen in 4 of 5 andere
huizen, o.a. op den Badhuisweg 177, waar hij
een paar gulden wist buit te maken en in een
woning te Rijswijk, waar sinds het bezoek van
den ongencoden gast 75 wordt vonnist.
CHINEESCHE JOURNALISTEN
VERHOORD.
Persdelict in Indië
BATAVIA, 12 September. (ANETA) Onlangs
is een Clilneasch journalist gearresteerd we
gens enkele persdelicten in verband met den
boycot van Japansohe goederen. Thans zijn de
hoofdredacteuren van de Thieusung Yitpo,
Kongsiong Djitpo, Minkok Yiitpo en de Chuan-
min Yitpo op het politiebureau geroepen eu
verhoord. Zij werden gefotografeerd en duim
afdrukben van hen genomen. Dit staat ln ver
band met een artikel, dat op 21 Augustus ver-
Schenen is en een voorstel bevatte van het lid
van de nationalistische regeering te Nanking
Ohou Chi Kang betreffende de maatregelen
ten behoeve van de Chineezen bulten China.
AANSLAGEN VAN KOELIES OP
ASSISTENTEN.
MEDAN, 12 September. (ANETA) In het
Siantarsche zijn de laatste weketn zes aanslagen
van koelies op assistenten voorgekomen en
wel 2 op de onderneming Sibarau, 2 op Bah-
soembo, 1 op Naga Radja en 1 op Soengei Parit.
I
'n Vertelling van Heinrich Tiaden.
23.)
U hebt gelijk, monseigneur, gaf de kapi
tein toe.
Dan zit er niets anders op, dan de poort
te laten springen.
En daarmee ijlde hij weer weg, over den
muur heen, de stad in. Nauwelijks was hij ver
dwenen, toen een troep mariniers in stormpas
jnet muziek en trommels op de Petang afkwam.
Allen waren tot de tanden gewapend; zelfs
hadden ze een kanon bij zich. Het waren Fran-
schen. De vlag op het kerkdak was hun weg
wijzer geweest.
Als katten klauterden de blauwjakken den
;.uur over en werden door de belegerden met
een duizendvoudig gejubel ontvangen. Doch
nog was het te vroeg voor juichen en jubelen
en lange begroetingen. Vanuit de omgeving der
gele stad klonk plotseling een nieuw steeds
aangroeiend krijgsrumoer en daar tusschen
jtoor een dof gekraak.
Dat was de poort van de gele stad! riep
Uütticken vanaf het hoogste punt van het kerk
dak, waar hij post gevat had met zijn verre
kijker. „Ik heb duidelijk de stukken in de lucht
£ien vliegen!"
Voorwaai ts, kameraden, naar de gele
ptad! riep de commandant der blauwjakken.
Alles stormde weg. Weer kwamen bange oogen-
jdikken. Men wist, dat in de gele stad sterke
barricaden waren opgeworpen. De beste troe
pen van generaal Toen-foe-sang en do meest
roekelooze, met gloeienden haat bezielde Bok-
lers hadden zich daar verschanst, om hun le
ren zoo duur mogelijk te verkoopen.
Weer donderden de kanonnen, knetterden de
feweren, ratelden de mitrailleurs. Een kwar-
lier lang, nog een kwartier en toen kwamen
isrst een paar enkelingen, maar daarna een
leele bende vluchtende Boksers langs de Pe-
ang voorbij. Velen hunner waren met bloed
overdekt, anderen sleepten zich moeizaam voor
uit en vielen stervend tegen de wereld. Daar
na werden gewonde Europeanen vervoerd. In
do Petang vonden ze een onderdak. Nu waren
er ook geneesheeren die hun krachten konden
wijden aan de gewonden en de zieken van het
missiekwartier. Ook medicijnen ontbraken er
niet.
Dokter Ltitticken was als assistent ijverig
ei. bereidvaardig in de weer, met verbazing
vernamen zij van bisschop Favier, wat deze
jonge „verongelukte" collega gedurende de
weken der belegering onder de talrijke zieken
gepresteerd had. Zij zagen in en erkenden, dat
het voornaamste instrument van een dokter
niet zijn kunst en de medicijnen zijn, maar
in veel grooter mate zijn naasteliefde, zijn hart,
warmkloppend voor het lijden zijner mede
mensehen en zijn vertrouwen op God, die het
werk der menschen met Zijn genade onder
steunen moet, wil het succes hebben.
Van de gewonden vernamen de bewoners
van de Petang, dt!t de Franschen te zamen
met de Japanners de nog overgebleven verde
digers van de gele stad als hazen voor zich uit
dreven. Nog werd er een hevig gevecht gele
verd bij de ambassades. Ook daar hadden zich
benden Boksers, die met uiterst taaie hardnek
kigheid hun bloedige plannen wilden ten uit-
voerbrengen, zich verschanst en probeerden
nog op 't laatst: moment de gebouwen der ge
zantschappen stormenderhand in te nemen of
In brand te steken. Maar al hun moeite was te
vergeefsch. Honderden van die roekelooze
kerels moesten in 't gras bijten, voordat de
rest zich door een haastige vlucht in zeker
heid bracht.
Nu duurde het niet lang meer, of de straten
waren schoongeveegd van het roofzuchtig,
bloeddorstig gepeupel. Goedgewapende mari
netroepen trokken door de straten, doorzochten
ieder huis en dreven alle gewapende Chineezen
voor zich uit.
Nog voordat op dien gedenkwaardigen dag
de zon onderging, was totaal veranderd het
beeld der straten in Peking, waarop weken
lang geen Europeaan zich had durven vertoo-
nen Ook de altijd levendige koopmansgeest
der Chineezen leefde weer op. In een handom
draai hadden bakkers en slagers hun win
kels weer geopend, en waren, die wekenlang
niet te zien geweest waren, kwamen op eens
weer te vooorschijn.
In alle werkplaatsen, waar de dagelijksche
levensbehoeften gemaakt werden, begon weer
vol ijver het bedrijf en in de ingangen der win
kels en warenhuizen verschenen langstaartige,
zoet en beminnelijk lachende kooplui, die het
publiek tot binnentreden en koopen trachtten
te verlokken en 't was net eender, alsof al dat
gruwzame, dat in de laatste weken voorge
vallen was, niets anders dan een akelige,
woeste droom geweest was.
Het Is wel niet noodig verder uit te weiden
over de stemming, waarin zij op dien avond
verkeerden, die zoovele weken achtereen van
alle verkeer met de buitenwereld afgesloten ge
weest waren. En tóch hing over de algemeene,
gelukkige stemming een wolk van diepen wee
moed: dat was de gedachte aan de vele be
klagenswaardige offers, die de onderdrukte
opstand gevergd had. En op de allereerste
plaats was er groote droefheid, omdat Paul
Henry, de dappere commandant, dezen triomf
dag van vreugde en jubel niet had mogen be
leven.
Vooral Lütticken, van wiens schouders dooi
de geneesheeren een zware last van arbeid en
verantwoording weggenomen was, zat, voor de
eerstemaal sinds vele weken, werkeloos, diep
nadenkend en treurig, v»n cie anderen geschei
den en dacht in dat uur van algemeene vreug
de met weemoed aan den man, die zijn vriend
geworden was tusschen duizend gevaren en
zorgen, helaas geen vriend voor 't leven, maar
voor meer en hooger dan het leven.
Gods wil is den menschen een geheim, pre
velde hij in zich zelf en zuchtte diep. „Zijn we
gen zijn donker voor den zoekenden en tob-
bencen mensch. En toch voeren al die wegen
naar het helderste licht en de volle klaarheid.
Maar, O God, uw wegen zijn heet, stoffig en
vol harde steenen. Geef mij uwe genade, opdat
ik geduld en moed hebbe en behoude, uwe we
gen te volgen tot mijn levenseinde!
De in de ambassades ingesloten Europeanen
hadden intusschen bijna evenzoo vreeselijke
dagen moeten doormaken, als de belegerden in
da Petang. Alle gebouwen waren zeer zwaar be
schadigd en ook onder deze belegerden was de
nood ten top gestegen. Ongeveer midden
Augustus vernam men in de ambassades, dat
de redders op weg waren, en eindelijk, in den
namiddag van li Augustus, marcheerden het
eerst van allen d? Indische troepen de stad bin
nen, die zonder weerst|p^..it9 ontmoeten, door
de Chineezenstad getrokken waren en door de
kanaal opening in den muur het ambassade
kwartier betreden hadden. De Japanners en
Russen, die bij de Oost- en Westpoorten der
Tartarenstad op sterken weerstand gestooten
waren, bereikten de ambassades pas laat in den
namiddag.
Eerst twee dagen later drongen de bevrij
ders tot de Petang door. 't Was een aangrijpend
moment, van vreugde en smart tegelijk, toen
de belegerden van de Petang met die van de
ambassades na maanden voor 't eerst weer te
zamen kwamen. Helaas had de belegering vele
offers gekost. Maar nu eerst kon men duide
lijk overzien het imposante beeld van helden
moed, altruïsme, opoffering en dapperheid van
allen, van at de aanvoerders tot en met den
laatsten koelie, dat het verloop dezer belege
ring te aanschouwen gaf.
Vooral verheffend was het eenstemmige ver
bond van alle Europeesche grootmachten te
gen het oproerige heidendom, van die zelfde
staten, die elkander later in de meest onmen-
schelijken oorlog aller tijden zouden verscheu
ren.
Door de inneming van Peking was de Bok
sersopstand formeel geëindigd. Wel moest
er ook daarna nog' hard gevochten en de vijan
den tot diep in 't land vervolgd worden, maar
hierbij ging het slechts om wanhoopsgevech-
ten van den kant van oproerige Chineesehe
bonden, daar de eigenlijke Chineesehe regee
ring het nu niet meer waagde, deze openlijk
of in 't geheim te ondersteunen op welke wijze
ook. In betrekkelijk korten tijd was het land
schoongeveegd van Boksersbenden, zeker, daar
mee was de gevaarlijke sekte I-ho-choean niet
verdwenen. Een deel der leiders was de bin
nenlanden van China ingevlucht, en duizen
den Boksers waren verdwenen in ontoeganke
lijke schuilhoeken; al deze Boksers op te spo
ren was ondenkbaar, gezien de inmense uit
gestrektheid van het Chineesehe rijk en de on
telbare mogelijkheden, om zich daar te ver
schuilen. Men. wist en rekende er mede, dat
dat addergebroedsel niet van de aarde ver
delgd was, dat het vroeg of laat weer tot nieuw
leven ontwaken zou.
In Peking echter was rust en orde vanaf het
uur, waarop da vreemde troepen waren binnen
getrokken. On staanden voet wendden zich de
overwinnaars tot de Chineesehe regeering met
fwt strikte hevel, het lijk van den vermoorden
gezant,Baron von Ketteler uit te leveren. Dit
gebeurde 16 Augustus, dus twee dagen na de
bevrijding der gezantschappen.
Het lijk was niet gesehonden. Het was op
verlangen van eenige leden der Chineesehe re-
„geering vlak bij de plaats, waar de moord had
plaats gevonden, begraven. Kort daarna werd
cok de moordenaar gearresteerd en wel juist
op het oogenblik, toen hij het gouden horloge
dat hij den gezant ontroofd had, wilde ver
koopen, Hij heette En-hai.
Bij zijn verhoor bekende hij, dat hij onder
officier was van een politiewacht en in den na
middag voor den moord van de hoogste Chi
neesehe instantie het uitdrukkelijk bevel ge
kregen had, om op alle Europeanen te schieten,
die bedoelde straat zouden passeeren. Helaas
kon hij den naam niet opgeven van hem, die
hem dit bevel gegeven had. Toch werd de hou
ding der Chineesehe regeering door deze be
kentenis duidelijk genoeg geteekend; want
het was aan de Chineesehe regeeering
•door het schrijven van baron von Ketteler zeer
goed bekend, dat hij zich met of zonder toe
stemming der regeering naar het Chineesehe
ministerie van buitenlandsche zaken wilde be
geven. De Europeesche grootmachten, ten-
volste overtuigd van de zware schuld der Chi
neesehe regeering, pakten het trouwelooze land
met ijzeren vuisten aan. Do Chineesehe regee
ring toonde berouw en beloofde boete te zul
len doen, wellicht tandenknarsend, omdat het
haar niet gelukt was, de gehate vreemdelin
gen met hun triompheerenden godsdienst het
land uit te drijven.
Zoo deze godsdienst louter het werk van
menschen geweest was en zijn bedienaren
slechts tijdelijke en aardscho doeleinden nage
streefd hadden, dan had die opstand wel fnui
kend op het verdere missiewerk moeten in
werken. Maar op de nog roolcende puinen
plantten de onvermoeide missionarissen de ze
genrijke vaan van Christus. Met nog bloedende
wonden gingen ze aanstonds weer met moed
en onverdroten aan het werk, want in hun
hart brandde die liefde, die sterker is dan de
dood, machtiger dan het leven, duurzamer dan
alle goederen dezer wereld.
EINDE.