£S£.l0tS gedaaa kaa ™d- d* Vrijdag 21 September 1928 Vierde Blad Pagina 1 GEMEENTERAAD HET PASSEEREN VAN HET GEMEENTEBESTUUR WORDT ALS GRIEVEND GEVOELD 1>S MOTIE HANEMAAYER OVER DE BURGEMEESTERSBENOEMING AANGENOMEN HERZIENING VAN HET GAS- EN ELECTR,CITE»TS-TAR!EF Vergadering van Donderdag. VOORZITTER MR. DE JONG. Na opening der vergadering worden aan de orde gesteld de ingekomen stukken: De keer VAN BURINK (C.P.) kan zich voor stellen dat de keer Hanemaayer bekoefte heeft zijn interpellatie te houden en dat ook hél ge meentebestuur deze interpellatie wensckt te zien gehouden. Het moet spreker echter van het hart, dat deze interpellatie zoo vlot wordt toegestaan en aanstonds aan de orde kan ko men. Een zeker gevoel van onbevredigd zijn, wellicht een soort van kif bij bepaalde perso nen, kan dezen loop van zaken wellicht in de hand hebben gewerkt. Spr. hoopt, dat dezelfde spoed ook zal betracht worden bij andere be langrijke interpellaties. De VOORZITTER wijst er op, dat in den laatsten tijd wel meer interpellaties op korten termijn zijn gehouden. Zoo hijvoorbeeld de in- terpeliatie-Liihrs i.z. het ontslag der werk lieden. Besloten wordt de interpellatie te doen hou den in deze raadszitting, na punt 2G van de agenda. De heer VAN BURINK (C.P.) maakt er aan merking op dat de voorzitter slechts voorleest de nummers der ingekomen stukken. Art. 10 van het Reglement van orde schrijft voor, dat de voorzitter in het kort den inhoud der inge komen stukken ter keunis van den Raad brengt. De VOORZITTER wijst er op, dat door het afdrukken in de doorloopende lijst alle stukken ter kennis van den R.aad zijn gebracht. De heer VAN BURINK meent, dat hiermede niet voldaan wordt aan art. 10. De VOORZITTER blijft bij zijn opvatting. De heer Mr. BAARS (R.K.) wenscht op te merken, dat z.i. de interpretatie van den voor zitter niet de juiste is. Art. 10 slaat op hetgeen de voorzitter heeft te doen na de opening der vergadering. De VOORZITTER zal .de zaak in het college ter sprake brengen om verdere discussie hier over te vermijden. Do heer VAN BURINK (C.P.) is gebelgd, dat deze toezegging wel komt na een vraag ■door den heer Baars, doch dat de voorzitter hem laat praten. Dit bewijst, dat de voorzitter niet onpartijdig is en te veel rekent met poli tieke voor- en tegenstanders. Ze mogen in den Haag met deze benoeming 'n fout hebben ge maakt, spr, is blij, dat ze den voorzitter niet tot burgemeester hebben benoemd. (Gelach). Gemeen teleen in g. Aan de orde is hierna het voorstel tot het aangaan van een 10 millioen leening rentende 4 y2 pet. Zhs. aangenomen. Aan de' orde zijn hierna de benoemingen. Benoemd wordt tot tijdelijk leeraar in de Duitsohe taal en letterkunde aan de le H.B.S. met 5-jarigen cursus B de heer C. Punt. Aan het le Lyceum voor meisjes. I. tot tij delijk leerares vfför bepaalde uren in de Fran- sche taal en letterkunde: mejuffrouw C. W. Nanninga. II. Tot tijdelijk leerares voor bepaalde uren in de lichamelijke oefening: mejuffrouw M. Andriessen. Tot tijdelijk leerares voor bepaalde uren in de Duitsche taal en letterkunde aan het 2e ly ceum voor meisjes mejuffrouw C. 't Hoen. Tot leeraar in handteekenen aan de Ge meentelijke Vakteekenschool aan de Vesta- straat de heer M. van der Put. Tót tijdelijk leeraar in handteekenen aan de Gemeentelijke Vakteekenschool aan de Roe mer Visscherstraat de heer J. Bijsterveld. Aan de school voor g.l.o. B. No. 2G tot on derwijzer J. E. Witvoet. Aan de school voor g.l.o. A. No. Si tot on derwijzeres mej. G. van Gent. Aan de school voor g.l.o. A No. 250 tot on derwijzeres mej. I. Wiersma. Tot ambtenaren van den Burgerlijken Stand worden benoemd de heereA J. C. van Nierop, P. A. Zeilstra, P. W. J. van Sikkelerus èn J. van Gelder. INTERPELLATIE OVER DE BURGEMEESTERSBENOEMING. De heer HANEMAAIJER (A. R.) wenscht met een enkei woord zijn vier interpellatie- vragen nader toe te lichten. Deze vragen luidden: 1 o. Is aan het College van Burgemeester en Wethouders officieel bekend, dat tot Bur gemeester onzer Gemeente is benoemd de heer mr. P. Droogleever Fortuyn te 's-Gravenhage? 2o. Is met het College van Burgemeester en Wethouders of met zijn afzonderlijke leden in zake deze benoeming eenig overleg gepleegd of contact gehouden van de zijde der Regee ring? 3o. Zoo niet, acht het College van Burge meester en Wethouders het dan juist, dat onze groote stad van 575.000 inwoners op zoodanige wijze zich haren Burgemeester ziet aange wezen? 46. Is het College van Burgemeester en Wet houders van oordeel, dat de benoeming zelve overeen te brengen is met de politieke verhou dingen in onzen Raad? Deze benoeming van nir. Droogleever Fortuyn, aldus spr., heeft in onze stad bespreking onder vonden. Evenzoo in de rechtsche raadsfractie. En het onverwachte van de benoeming èn de benoeming zelve heeft in de rechtsche raads fractie verzet uitgelokt. Een persoonlijk ka rakter heeft deze bespreking niet. Daarom dan ook, dat deze interpellatie nu wordt gehouden en niet nadat de nieuwbenoemde reeds voor zitter van den Raad zal zijn geworden. Ter toelichting van de eerste vraag diene, dat eerst nu op de lijst van ingekomen stukken een schrijven voorkomt van de regeering, mede- deeling doende van de benoeming. Wat de tweede vraag betreft, wijst spr. er op, dat in tegenstelling met den vorigen keer ditmaal het gemeentebestuur geheel is gepas seerd. Dit wordt terecht als grievend gevoeld. Een dergelijke methode vaii benoemen ach ten wij niet juist. Men had zoo'n methode niet moeten volgen. Spr. wil aannemen, dat voor kleine plaatsen zooiets geschieden moet, maar niet voor een stad als Rotterdam. De Raad moet hieromtrent van zijn ontstemming doen blijken. Wij zijn hier in den Raad met verscheidene politieke partijen vertegenwoordigd. Daarmede wordt steeds rekening gehouden. Wanneer wij thans zien een benoeming van een politiek man, een vertegenwoordiger van den Vrijheids bond, dan vragen wij ons af, of die benoeming juist is in verband met de verhoudingen in den Raad. We hebben hier een rechterzijde van 19 a 20 man, daartegen een socialistische groep van 16 personen, en daartusschen eenige kleinere partijen. De benoemde vertegenwoor digt een groep, welke slechts een negende deel van de bevolking uitmaakt. Deze opmerkingen raken natuurlijk niet den persoon van den nieuw benoemde. Maar deze benoeming vindeu wij een zeer partijdige, niet kloppend met de werkelijke verhoudingen van onzen Raad. Het zal voor ons zeer de vraag zijn in hoe verre steun kan worden verleend, wijl deze benoeming is geschied met voorbijzien van onze groepen. Hoe gaarne wij tot steun zijn be reid, zal deze steun na de gepleegde negatie niet altijd even gemakkelijk te verleenen zijn. De VOORZITTER heeft hierop als volgt ge antwoord: Op de eerste vraag antwoordde spre-' ker: Gelijk^de Raad inmiddels uit nummer 1838 van de doorloopende lijst gisterenavond heeft gezien, is bij het College binnengekomen een schrijven van den loco-secretaris-generaal namens den Minister, dat de benoeming op 12 September had plaats gevonden. Dit schrij ven is per expresse-bestelling 1.1. Zaterdag 15 September 12 uur uit Den Haag aan het Ge meentebestuur toegezonden en Maandagoch tend in mijn handen gekomen. Sedert dien weet het College officieel, dat met ingang van 15 October een nieuwe burgemeester is be noemd. Op de tweede vraag: Noch met het College van Burgemeester en Wethouders in zijn ge heel, noch met een van zijn afzonderlijke leden isin zake deze benoeming eenig overleg ge pleegd of contact gehouden van de zijde der Regeering. Het College vond dit te wonderlij ker daar dit alles bij de vorige vacature, zoo wel door den Commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Holland, als door den Mi nister van Binnenlandsche Zaken, wel was geschied Op de derde vraag: Het College acht het stellig onjuist, dat onze stad zich op zoodanige wijze haren burgemeester ziet aangewezen. Ge heel buiten de gemeente Rotterdam om heeft de benoeming plaats gevonden. Het College acht deze miskenning vernederend voor onze groote gemeente. Het College acht de gevolg de gedragslijn bovendien kwetsend voor het College in zijn geheel en zijn leden afzonder lijk. Toen dan ook, nadat sedert 5 September omtient de aanstaande benoeming couranten berichten de eenige bron waaruit wij moch ten putten waren verschenen, in de College vergadering van 11 September voor ons allen zeer waarschijnlijk werd, dat inderdaad, geheel buiten Rotterdam om de benoeming zou plaats hebben, hebben wij een audiëntie aangevraagd bij den Commissaris der Koningin in de Pro vincie Zuid-Holland. Deze conferentie is ge houden in den middag van 12 September. Vol komen eendrachtig heeft het College toen zijn ernstige ontstemming te kennen gegeven over deze wijze van behandeling van het bestuur eener groote stad. Over het onderhoud zelf kan het College geen mededeelingen doen, omdat het had een vertrouwelijk karakter. Maar de Commissaris deelde ons mede, dat hij over het onderhoud met den Minister van Binnen landsche Zaken zoü spreken. Dienaangaande hebben ons geen nadere berichten bereikt. Wat de vierde vraag aangaat, is het College van oordeel, dat het tot dusver in onzen Raad gewoonte was. dat het College als geheel be schouwingen en uitspraken van deze strek- hing overliet aan den Raad. Al hebben de le den van het College aangaande de gestelde vraag hun overtuiging, toch komt het aan het College gewensebt voor, dat de Raad zelf den Inhoud van deze vraag beantwoordt. De heer HANEMAAIJER (A.-R.) dankt voor het antwoord van den voorzitter, waarmede spr. zich kan vereenigen. Spr. had echter wat het onderhoud met den Commissaris der Ko ningin betreft, verwacht, dat het College eigener beweging met een mededeeling aan oen Raad was gekomen. Wat de vierde vraag betreft, kan do Rand volgens spr. deze zaak niet als afgedaan be schouwen. Straks zullen we in den Raad daar mede rekening hebben te houden: de positie van den Vrijheidsbond in het dagelijksch be stuur der gemeente Is door deze benoeming niet meer in overeenstemming met de betes- kenis van deze partij in den Raad. Motie van afkeuring. Spr. eindigt met het indienen van de volgende motie: De Raad, betreurt, dat de benoeming van den nieuwen burgemeester geheel is geschied buiten eenig overleg met het College van B. en W., is vau oordeel, dat de benoeming niet strookt met de politieke verhoudingen in den gemeenteraad, en gaat over tot de orde van den dag. De heer VAN BURINK (C. P.) vindt de houding van rechts weifelend. Men laat door schemeren, dat men den liberalen wethouder naar huis zal sturen. Een wethouder kan men wegsturen, doch niet een burgemeester. Of men moet het hem zoo bar maken, dat bij eigener beweging weggaat. Doch spr. begrijpt deze klachten van rechts niet. Immers, toen in de Kamer een voorstel van zijn partijgenoot Van Ravesteyn werd behandeld om den burgemees ter te doen benoemen door de kiezers, toen stemde rechts daar tegen. Deze heele zaak laat spr, koud, want wat geeft het voor de arbeiders voor verschil of er een rechtseli of liberaal burgemeester komt. Spr. zal voor de motie stemmen, al hecht hij er weinig beteekenis aan. Deze benoeming is volgens spr. op een heel andere wijze grievend voor de arbeiders. Op zestig-jarigen leeftijd worden onze arbeiders de haven uitgetrapt als uitgeknepen citroenen op zestig-jarigen leeftijd worden de crisis werklozen afgeschreven naar de bedeeling en op zestig-jarigen leeftijd wordt een vrijheids- bonder benoemd tot burgemeester en blijft tegelijkertijd nog Tweede Kamerlid. Maar zoo wordt de zaak persoonlijk, hetgeen spr. wil vermijden. De beer DUTILH (V. B.) wijst op het eigen aardis karakter van deze interpellatie. Want ze is gericht tot een college, dat niet verant woordelijk is voor deze benoeming. Eigenlijk zou men deze interpellatie dus huiten de orde kunnen noemen. Maar spr. heeft dit standpunt niet ingenomen omdat ook spr. als Rotterdam mer zich kan vereenigen met het bezwaar, dat bij deze benoeming de daarvoor aange wezen personen van het stadsbestuur niet zijn gehoord. Doch de motie van den heer Hane maayer gaat verder. Ze berust op de praemisse, dat deze benoeming een politieke benoeming is te noemen. Wie kan deze zaak uitmaken- alleen de regeering. De vierde vraag betreft de verhoudingen in den Raad. Waar er hier geen enkele .overheer- sehende partij is te noemen, waaruit vanzelf sprekend de burgemeester moet worden geno men, daar moet nten toegeven, dat de Regee ring vrij was bij haar keuze, zoodat zij aller eerst, kan letten op geschiktheid voor deze functie, en de politieke kleur van den benoemde van ondergeschikte beteekenis kon achten. Wanneer de heer Hanemaayer zijn interpel latie zou willen splitsen, dan zou spr. voor het eerste deel kunnen stemmen. Het tweede deel giaat uit van een veronderstelling, omtrent welker juistheid alleen de regeering een ant woord zou kunnen geven en niemand hier iets positiefs kan zeggen De heer 1 ER LAAN (S.D.A.P.) komt er te gen op, dat Rechts bij het College interpel- leert over een zaak, welke door Rechts zelf buiten de invloedssfeer van het College is gehouden, Volgens de grondwet behoeft de regeering geen overleg te plegen. Iets anders is het natuurlijk of het niet verstandig is van de Regeering haar voelhorens uit te steken. Spr. heeft deze benoeming afgekeurd, doch spr. staat anders tegenover den benoemde dan de heer Hanemaayer,. Rustig zal spr. afwach ten wat deze zal prêstêeren. Krachtens %elke bevoegdheid heeft het College zich gewend tot den Commissaris der Koningin? De motie van den heer Hanemaayer acht spr. niet aanvaard baar, ze klopt niet op de feiten en' niet met bet verleden der Anti-Revolutionairen. De heer VAN BURINK (C.P.): Maar dan moeten jullie nooit meer over ontwapening spreken. Denk maar aan je pantserkruiser in Duitschland. De heer TER LAAN (S.D.A.P.) raadt den heer Hanemaayer zijn motie te splitsen, anders zal ze de stemmen van de S.D.A.P. niet krijgen. De heer BAARS (R.K.) ijet er mee eens, dat een effect van 's Raads bespreking niet dadelijk zal zijn aan te wijzen. Doch dit is ook niet noodig. Zoo'n uitspraak beoogt duidelijk te maken, dat de Raad zich niet als quantité negligeable wenscht te zien beschouwd. In de toekomst zou van zoo'n uitspraak nuttig effect verwacht kunnen worden. Als de Raad deze benoeming een fout zou vinden, dan mag dit niet gewroken worden 0p den benoemde, want dit zou wreed zijn en niet in het belang der stad. Namens zijn katholieke vrienden wil spr. uitspreken zijn teleurstelling ten eerste, dat de benoeming is geschied zonder gepleegd overleg of contact met de daarvoor aangewe zen instanties en ten tweede, dat deze be noeming van een geprononceerd partijman is geschied, omdat ze niet past op de bestaande bestuursverhoudingen in Rotterdam, noch wan neer wij zien naar den burgemeester als voor zitter van den Raad en centraal punt van het bestuur, noch als lid van het college met een gekwalificeerde stem. Wij achten deze benoeming, dan ook zoo in flagranten strijd met de verhoudingen, dat een ondeugende geest deze benoeming zou kunnen noemen een van hoogerhand gegeven consi lium abeundi (wenk om weg te gaan) aan een der zittende wethouders. De heer mr. DE VISSER (c.H.) spreekt na mens zijn engere vrienden en vreest dat de benoeming van dezen geprononeeerden partij man niet zal leiden tot een vruchtdragende sa menwerking. De heer KERSTEN (Staatk. Geref.) kan zijn afkeuring niet uitspreken over deze benoe ming. Want deze benoeming, men moge ze onjuist of aangenaam vinden, blijft binnen de bepalingen van de gemeentewet. Het overleg dat men vraagt, kan men niet voor zich op- eischen. De benoeming is voorbehouden aan de Kroon. Daarbij heeft de Raad zich neer te leggen. Overigens kan men den nieuwen bur gemeester niet het recht ontzeggen tot een politieke partij te behooren. Spr. staat er be trekkelijk buiten. Spr.'s advies is ook niet gevraagd, (gelach.) Het mag geen Vrijheids- bonder zijn, doch welke partij kan wel rech ten doen gelden op den burgemeesterszetel. De heer DE ZEEUW (S.D.A.P.) prefereert in het algemeen als magistraat, iemand, die tus- seheu de verschillende politieke beginselen en partijen een keuze heeft gedaan, boven een zoogenaamd „politiek kleurlooze". Spr. heeft met bevreemding den a.r. heer Hanemaayer liooren verklaren, dat hij zou af wachten, of hij den nieuwen burgemeester zijn steun zou kunnen verleenen. Algemeen is in den Raad de critiek op deze benoeming. Spr. zou een verklaring willen be proeven voor de houding van de regeering in dezen. Het Rotterdamsche gemeentebestuur en in het bijzonder de Rotterdamsche Raad heeft ia den lande een slechten naam. Zij danken dien naam aan de schandelijke en denigree- reude wijze, waarop tfbek aan week in de N. DE ST. T E ftli S l A-K E RK 1.Y BLOEMHOF. Een kijk op een der processiegangen in aanbouw R. Crt. over de Rotterdamsche gemeentepoli tiek wordt geschreven. De Regeering heeft voorgelicht door de N. R. Crt. zeker ge nteend, dat hier een Augiasstal moest worden gereinigd! Zóó verklaart spr. de houding der Regeericg. Eu het ergste is, dat nu als Bur gemeester iemand benoemd is, dia verwant is aan de kringen, waarin steeds over ons ge meentebestuur gelasterd wordt. Spr. betreurt het, dat de Regeeriug iemand benoemd heeft, die hier thans op een derge lijke manier moet worden ingehaald. Spr. hoopt, dat er een eind zal komen, aan de bevoogding, van de groote gemeenten op het stuk van burgemeestersbenoemingen. De heer REESER (V.D.) dringt aan op splitsing van de motie-Hanemaayer. Spr. zal tegen het politieke gedeelte stemmen, omdat hij de motieven niet kent, die de regeering hebben geleid. De heer SCHOUTEN (A.R.) zegt, dat voor hem vast staat, dat de bespreking van vandaag niet gericht is tegen den benoemde en niet van iuvloed mag zijn op de houdiug in te nemen tegenover den nieuwen burgemeester. Deze zal van zuiver zakelijken aard zijn. Onderscheid moet men maken tusschen de regeling ten aanzien van de benoeming van burgemeesters en het gebruik dat van die regeling wordt gemaakt in bepaalde gevallen. Tegen het laatste kan men bezwaar hebben, al is men het met de regeling in het algemeen eens De regeering had op zeer verschillende wijzen contact kunnen zoeken met het college van B. en W. alvorens door haar over de benoeming werd heslist en alvorens de benoeming werd gepubliceerd. Zonder in eenig opzicht schade te doen aan de' bestaande regeling, had de regeering anders kunnen' handelen. Dit is de interpretatie van het eerste deel van de motie-Hanemaayer. Wat nu betreft het bezwaar dat de gedane benoeming niet strookt met de politieke ver houdingen in den gemeenteraad, spr.'s bezwaar gaat niet tegen het feit, dat de benoemde politieke kleur bekent. Slechts hij is partijdig, die geen partij bekent, zeide Groen van Priusterer. Maar deze benoeming acht spr. niet in overeenstemming met de politieke verhoudin gen hier in Rotterdam, al wil spr. niet zeggen, dat het mogelijk zal zijn in alle omstandig heden een benoeming te doen wel in overeen stemming met die politieke verhoudingen. De heer HANEMAAYER (A.R.) zal kortheids halve niet ingaan op alle gemaakte opmerkin gen. Het nu aan de orde stellen van deze inter pellatie beoogde de zaak buiten den persoon van den benoemde te houden. Van een steun weigeren aan den nieuwen burgemeester heeft spreker niet gesproken, doch van de houding van de rechterzijde tegenover het nieuwe college. In het onderhavige geval had het een daad van wijs beleid geweest der regeering om vooraf overleg te plegen in verhand met de eigenaardige politieke moeilijkheden in onzen raad. Spr. is bereid aan het bezwaar van velen tegemoet te komen door gesplitste stemming over de motie. Het is spr.'s meening, dat met beide groepen in den raad (rechts en S.D.A.P.) voeling had moeten gehouden worden. De discussie wordt gesloten. In stemming komt allereerst het eerste ge deelte der motie, nu luidend: „De raad betreurt, dat de benoeming van den burgemeester geheel is geschied huiten eenig overleg met B. en W. en gaat over tot de orde van den dag''. De motie wordt AANGENOMEN met 40 tegen 1 stem (tegen alleen de heer Ter Laan). Hierna komt in stemming de tweede motie, luidend: „De raad. van oordeel, dat de gedane be- noeming niet stro-okt met <ie politieke ver houdingen in onzen gemeenteraad, gaat ovei ttft de orde van den dag'*. Deze motie wovdi X INGENOMEN met 33 tegen 0 stemmen Tegen sterci! v Vrij.heidsbonders, de twee Vrijzinnig van de S.D.A.P. de heer van Boa „n de heer Kersten (Staatk. Gerei. AVuZi'iTJNG. Herziening van het gas- en eleetriciteitstarief. Na heropening der vergadering wordt aan de orde gesteld: Het voorstel tot herziening van het gas- en eleetriciteitstarief. De heer REESER (V.D.) acht dit voorstel geen verlaging der tarieven. Het vastrecht tarief voor gas is een aantasting van het munt metertarief. Rotterdam is met zijn gas lVa cent duurder dan Amsterdam, den Haag en ■Haarlem. Spr. acht met dit voorstel de moties- Liihrs, -Mol en -Verheul niet afgedaan. De heer BOS (A.R.) Is evenmin tevreden over dit voorstel, vooral niet na de aankondi ging, welke een belangrijke verlaging verwach ten deed. De winstmarge van 40 pet. op liet gas acht spr. veel te hoog. De heer Mol, de partif. genoot van den wethouder, heeft daar inden tijd zoo tegen geageerd. Daarom had de raai van dezen soeialistischen wethouder nu ieü anders verwacht. De billijkheid is ook nu no* 6°' want in nesen van de tien ge nfpt ^-n°aan de tarieven niet omlaag. Spr. ziet niet in. waarom een tarief van l'lu cent da! than? n?tntfIeden °n(iraagIijk werd genoemd, than3 met te zwaar zou zijn. Nu blijkt dus boe weinig het de S. D. A. P. ernstig was "i haar strijd tegen de tarieven. Immers. ?ndm moest hun wethouder nu toch met eeu voor- stei'tot aanmerkelijker verlaging komen. Alleen wanneer men meer gebruikt dan noodig 'is kan men van de verlaging profiteeren. Vooral' de minst-draagkrachtige gezinnen zullen het minst profijt er van trekken. De heer DUTILH (V.B.) vindt het tarief hier veel ingewikkelder dan in Amsterdam. Spr. vertrouwt, dat de wethouder zal doorgfhn met verlaging, zoodra de mogelijkheid daartoe aan- wezig is. slechten naam van den Rotterdamschen raad toe aan de raadsoverzichten van de N R p>-t maar volgens spr. is dat te danken' aan de hier9 Va" °ptTeden van s°mmige raadsleden GEROEP: Zegt u dat wei De heer VAN DEN BRULE (R.K.) is verge noegd, dat het voorstel nu is behandeld kunnen v orden en met hij de begrooting. Dan had het een onderwerp van politiek 6pei geworden en hadden de verbruikers het gelag moeten h° talen en nog lang moeten wachten op eeni-e verlaging. Wat binnen het bereikbare viri is met dit voorstel bereikt, al bluft vast dat men verder zal moeten -aan De eleetriciteftstarieven van' het gewone abonnement waren sterk verouderd De ver houding met het woonhuis-abonnement is nrac- tiseh zoo, dat men bij het woonhuis-abonnement begint met 5, bij het zaken-abonnement met 19 cent te rekenen. Bij de een neemt de ee- meente het risico van het gelijktijdig maximum- gebruik voor haar rekening, bij het zaken- abonnement legt men het op den abonnê. Dia ongelijke grondslag mag niet gehandhaafd blijven. Ook hij het woonhuis-abonnement i- a.bnormaal gebruik op de spitsuren te consta- teeren, b.v. door liet gebruik van eleetrische kachels, welke bij het nieuwe tarief akijd slechts 5 cent per K.W.U. zullen kosten Om de' voordeelen, welke aan het voorstel verbonden zijn, zal spr. zijn stem aan het voorstel geven. De gemiddelde prijzen per K.W.U. tusschen zaken- en woonhuis-abonnement zullen echter inTenri?H°mSt--eIkaar meer moeten kaderen. Tenslotte wijst spr. op enkele regelingen ij het opnemen van het gebruik en bij "de plaatsing van meters. Wethouder DE ZEEUW (S D A P i,„„ dat de heer Dutilh, die zeide, dat de' tarieven hem te ingewikkeld waren, door de uiteenze? "°fjan deVieei' van dea Brule om rent de finesses van het tarief zal zijn ingelicht Sor liarl het niet beter kunnen doen. 1 Bij dit voorstel is herinnerd aan de voor- stellen van spr.'s partijgenooten tot verlagin» L eZeU- Zeker die foorstellen liggen er maar in die voorstellen stond niet, hoeveel dé vei laging- moest bedragen Spr. had verwacht, dat 'men dit voorstel zou klemeeren. Maar een dergelijke kwalficaUe acht spr. niet oprecht. Want spr. heeft ni.™ ven ?wbied VT Verlagins der electriciteitsiarie ven tweemaal meer gegeven, dan de Vrijheids hond verlangde. Is 1.2 millioen minder om bi engst uit de bedrijven een kleinigheid' Spr. had geen zin er in bij de begrooting het onderwerp te worden van onwelwillende h2 langstelling: vandaar dat hij thans met dTt vooistel is gekomen. Sj"; fl' 1K>S e»n3 doen nagaan of het tarief in Amsterdam zooveel eenvoudiger is dan hier Spr. is gevoelig voor de aanwijzingen t m den heer van den Brule. Nagegaan kan wordeu in hoeverre zonder schade voor liet eleetriri Dat met dit voorstel het laatste woord is gezegd over de tarieven in dezen Raad gelooft niemand, zeker de wethouder niet. De moties welke hieromtrent bij den Raad lagen, be schouwt spr. echter nu als afgedaan De heeren REESER en BOS repliceeren noe, waarop wethouder DE ZEEUW antwoordt: '?W' deze tari?fsvei1aging meer ge worden U aa" Verdere veriagjng gedacht Het voorstel wordt hierna z. li. s. aangeno men. Aan de orde zou hierna zijn het voorstel tot regeling van den bedrijfsvorm, waarin de R.E.T. verder zal zijn te explolteeren; doch met het oog op den tijd wordt besloten dit voorstel morgenmiddag aan de orde te stellen, en nu de aangehouden adressen af te han delen. Werkverschaffing. De heer VAN BURINK (O.P.) bespreekt adressen van een tweetal vergaderingen van te werk gestelden bij de werkverschaffing te Vriezenveen, vragend o.m. een uurloon "van 0.75. Wethouder NIVARD (R.K.) merkt op, dat Maatschappelijk Hulpbetoon slechts heeft uit gevoerd de instructies uit Den Haag. Willeken- rig kunnen de loonberekeningen niet genoemd worden. Aan de loonbepaling ligt ten grondslag een loon van 15 gulden voor eeu normalen landarbeider wat bij den 75 pCt. toeslag voor onze tewerkgestelden 26 4 27 wordt. Dat g> middelde loon werd in de normale weken be- reikt.. Uit de cijfers blijkt geen drukking van den grondslag. Evenmin kan spr. aannemen, dat den menscben trainingstoeslag wordt inge houden. Praeadvies op het adres heeft geen zin. Uit do ter visie gelegde loonlijsten blijkt, dat dé vooropgestelde loouen zijn bereikt. Bovendien zullen bij de Memorie van Beantwoording op het Centraal Rapport der 'begrooting uitvoerig over <1ó *aak inlichtingen worden verstrekt. De heer VAN BURINK hoopt vóór de be grooting nog eens in Overijssel te gaan rond kijken. Spr. blijft aandringen op praeadvies. Dit voorstel wordt niet ondersteund. Het voorstel van B. en W. om de adressen in handen van B. en W. te stellen ter fine van afdoening wordt aangenomen met 25 tegen S stemmen. De vergadering wordt hierna geschorst tot hedenmiddag. r

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 13