Kabouters
zijn:
Wie zal de erfgenaam
wezen r
S
WOENSDAG 3 OCTOBER 1923
DERDE BLAD
PAGINA 2
IL
Hij wacht, tot Ninette weer de oogen
«al openen, hij wacht, tot zij hem zal kun-
haar zoo bleek ziet onder de voile, geen
ademhaling waarneemt, heeft hij toch me
delijden met haar en een bange vrees be
kruipt hem:
Als zij eens stierf!
Hij plaatst haar met den rug tegen een
[.otsblok en tracht met de rechterhand den
«luier los te maken. Zoo zij vrijer kan
ademen, zal wellicht het leven terugkee-
ren.
Een diepe ontroering grijpt hem aan
hij het aanschouwen van haar gelaat!
,Welk een zuivere, sprekende trekken.
Opnieuw grijpt bange vrees hem aan.
iVurig wenscht hij haar te hooren, tot haar
te spreken, haar te zien leven. En naar
mate dit verlangen grooter wordt verkwij
nen zijn eersie opwellingen van verbolgen
heid en toorn tot een innige bewogenheid.
Ninette's lippen beginen weer rood te
worden, har gelaat krijgt eenige kleur.
Langzaam openen zich de oogleden. Haar
oogen, aanvankelijk ledig en dcf, die mooie,
donkerblauwe oogen, weerkaatsen nu het
licht en getuigen, dat het bewustzijn terug
keert. Fabien merkt reeds op, hoe deze te-
ruiceer tot het leven het gelaat nog meer
scï^onheid verleent. En strijdend tegen
een duizeling tracht hij te lachen, te gek
scheren:
Wat een romantisch avontuur! In
deze schilderachtige eenzaamheid sta ik
als ie midden van opera-decors, bijna als
een Romeo, die een Julia bewusteloos on
der haar sluier, in de armen houdt en
haar met zijn adem weer lot het leven
tracht terug te brengen. Dat. zulk een
avontuur mij in werkelijkheid overkomt,
is belachelijk, idioot, dwaasen toch,
het is waar!
Als daarna zijn blik op het verwonderde,
verlegen gelaat van het meisje terug valt,
bekent bij ontroerd:
Ja, bet is een dwaas toeval.... maar
nooit heb ik kunnen denken, dat zulk een
dwaas toeval zoo heerlijk zou kunnen zijn!
Ninette ontwaakt. Ofschoon nauwelijks
bekomen an haar flauwte springt zij vlüg
overeind en probeert zich te herinneren.
Terstond bewijst de groote dankbaarheid,
die nu haar oogen verheldert, dat zij be
grijpt. Zij voelt, dat zij zoo hevig bloost,
alsof de glansen der ten horizon neigende
zon baar gelaat bepurperden; dus grijpt
ze haar voile en omsluiert haar stralend
gelaat er mee. Onder de teleurstelling, die
op het plotseling wegnemen eener bekoor
lijkheid moet volgen, zou Fabien zeker
geledeu hebben, als de stem, even vol aan
trekking als het gelaat, de betoovering
niet hernieuwd had:
U hebt mij*het leven gered,, mijnheer.
Zondei u zou ik door de stroomingen ver
zwolgen zijn.
En om haar aandoening te verbergen
Die den ram hard genoeg schudden
om ook het hart eenigszins te bewegen,
zoo vult Fabien den zin aan.
Verre van over deze vertolking harer ge
dachten boos te worden, begint de diva
hartelijk te lachen, en weer geheel op haar
gemak gebracht, gaat zij voort:
Mijn dankbaarheid moet nog des te
grooter wezen, nu a mij het leven gered
hebt zonder eenig baatzuchtig motief, zelfs
zonder mij te kennen... omdat u van na
ture edelmoedig en dapper zijt. Spreek het
niet tegen, ik ben er zeker van!En dat
spoort mij aan u nog iets anders te vra
gen, heel wat. minder gevaarlijk dan mij
aan den afgrond te ontrukken.
De rol van Ophelia speel ik toch lie
ver op het tooneel, dan in werkelijkheid. U
hebt mij gered. Dat zal ik mij altijd her-
onoverlrn'len
speurders
onversaagde
onderzoekers
handige
bemiddelaars
geboren
verkoopers
harde
werkers
trouwe
vrienden
bijdehande
ondernemers
pientere
veilingmeesters
knanpe
koppen
goedkoope
krachten
machtige
strijders
kwieke
reizigers
onuitputtelijke
raadgevers
uitnemende
loezichlhoudu.„
vurige
aanhangers
kundige
publicisten
moedige
handlangers
duidelijke
omroepers
snelle
sucees-behalers
Bedenkt in al uwe moeilijkheden,
dal er nog KABOUTERS zijn l
inneren, al zouden wij elkander nooit weer
zien. Dank tri dank u!
Deze zinspeling op de mogelijkheid elkan
der nimmer terug te zien, treft Fabien on
aangenaam. Hij wil er tegen op komen,
doch het meisje weerhoudt hem met een
gebaar: zij steekt hem de nog altijd gehand-
schoende vingers toe. Hij wil ze aan zijn
lippen brengen. Ninette protesteert:
O, neen, zóó niet! Laten wij als goede
kameraden elkander een dier flinke, vrije
handdrukken geven
En dat is?
Dit dwaze avontuur aan niemand te
vertellen om mij berispingen te besparen en
ook alerlei praatjes, grappen en toespelin
gen van minder prettigen aard.
Waarom negeert u die praatjes niet
en haalt er de schouders voor op, zegt Fa
bien met. de hooghartigheid van «en man,
die door naam en positie zich boven
kwaadsprekerij verheven acht.
O, ik heb maling aan al die beuzela
rijen, antwoordt het meisje, terwijl een
plotselinge zwaarmoedigheid zich van haar
meester maakt. Maar dit neemt niet weg,
dat ik ze onaangenaam vind, vooral wan
neer die spotternijen zich richtenop
hen, die mij niet onverschillig zijn.
Thans is het aan mij u te bedanken,
mejuffrouw, voor de sympathie en het ver
trouwen mij door u betoond.
Dat spreekt toch van zelf, herneemt
Ninette, die in haar eenvoudige oprechtheid
niet zoo gauw op eenhalve bekentenis
ingaat. Als ik deze gevoelens niet van zelf
voor u koesterde, zou ik hoogst ondankbaar
zijn. Mag ik rekenen.
Afgesproken: zwijgen en geheimhou
ding.
De officier strijkt zijn snor op en glim
lacht ook, maar met toegevendheid, inschik
kelijk en beschermend; hij laat het niet
merken, doch is zich wel degelijk van den
bewezen dienst bewust. Maar als man van
de wereld zich zelf meester, als officier ge
woon de kloppingen van zijn hart onder de
uniform te versmoren, toont hij niet het
minste teeken van hoop of vreugde. Een
oogenblik aarzelt het meisje: inplaats van
deze strakke houding had zij een tooneel-
tje van toenadering verwachthet lijkt
er niet naar! Hoewel innerlijk bewogen staat
hij dan oogenschijnlijk koel, in militaire
houding, eerbiedig maar stijf.
De diva verheelt haar spijt onder een
zucht; dan eveneens haar aandoening ver
bergend neemt zij kort en goed afscheid
met een ietwat gemaakt vroolijke buiging:
Tot weerziens, mijn dappere redder!
U hebt mij voor langen tijd van mijn zucht
naar avonturen genezen.
Als hij een beweging maakt om haar le
vergezellen, wijst zij hem af.:
Vrees verder niets voor mij. Ik ben
niet zoo dwaas, als een wilde geit de rot
sen te willen afdalen. Ik ga langs den ge
wonen weg naar beneden, heel verstandig
en voorzichtig, met kleie, langzame pasjes,
als een schildpad.
Licht en vlug gaat ze langs hem heen.
Gehoorzaam aan het consigne, hoe zwaar
het hem ook valt, groet hij, de hielen aan
eengesloten, de hand aan de kepi. Zwij
gend en onbeweeglijk ziet hij het meisje
na. Steeds kleiner, verdwijnt en verschijnt
zij weer achter de rotsen bij eiken zigzag
van den kronkelenden weg. Nu het gevaar
bezworen is, verontrust hij zich niet meer.
Toch hindert hem ook thans dat opwin
dend schuilevinkje.
Maar, 't is reeds voorbij! Fabien be
speurt Ninette niet meer. En op eens be
denkt hij, dat hij van het meisje niets ver
nomen heeft, niet eens har naam! Alle3
rondom hem schijnt nu eenzaam en ledig,
ondanks de zonneschijn lijkt alle licht aan
den hemel wel uitgedoofd.
III.
RAADSELACHTIGE ONTROERING.
In het Ieessalon van het casino, met wijd
openstaande vensters, die op de vallei uit
zie, zit van Dosch, de impressario, vóór de
tafel, waarop Philippe de Varville zijn
kranten neergeworpen heeft.
Als de oorlog uitbreekt, neem ik dienst,
ondanks mijn zes en vijftig jaren, verklaart
de hertog.
Iloe: Met uw positie, naam en fortuin?
merkt de pseudo-Hollander verschrikt op.
Weliswaar is u vrijgezel, maarOch, ik
begrijp eigenlijk niet, waarom wij daarover
spreken. Er is volstrekt geen gevaar, dat
Duitschland zal aanvallen. U kunt onbe
zorgd en blijmoedig hier dit seizoen blijven.
Komt u morgenavond in den schouwburg,
mijnheer de hertog?
Dat kan ik nog niet vast zeggen. Mijn
neef Fabien, de luitenant, is te paard de
bergpassen van Chouvigny gaan bezichtigen.
Als hij morgen weer zulk een uitstapje on
derneemt, zal hij wel vermoeid zijn.
Welnu, laat dan uw neef voor dien
eenen avond zijn eigen gang gaan en kom
gezellig bij ons. Ik geef de generale repetitie
van Trilby, waarin een zeer jonge, wonder
bare zangeres zal debuteeren. Een gelaat,
oogen, glimlachmeer zeg ik niet Waf
de stem aangaat., de helderste, zuiverste,
klankrijkste sopraan, die ik ooit gehoord
heb, en met wonderbaar mooie voordracht.
Daarbij een vlugheid en ongedwongenheid
om Nilsonn en la Patti te doen vergeten.
Kunt u gelooven, dat dit zeldzame vogel
tje haar trillers maakt haar versieringen
borduurt zelfs op de hooge g? Een kracht
toer! En in de middeltonen bezit zij een
KA DE RAKET-AUTO, die wellicht in de toekomst onze wegen onbegaan
baar zal maken, is thans ook een raket-vliegtuig uitgevonden^ dat in drie
uur van den Stillen naiar den Atantisehen Oceaan zal vliegen. Niet minder
dan 86 raketten zijn in het model aangebracht en als ze losbranden zal er
wel een complete zonsverduistering plaats hebben. Hierboven de uitvinder
met zijsu machine, de „geest van den Nacht".
teederheid, een dramatisch vermogen, dat
u tranen ontlokt. Die stem't is, of het
koor der engelen, door melodische vleugel
slagen begeleid, u door de ooren naar het
hart daalde.
Bij deze gewaagde beeldspraak die hem
mishaagt, onderdrukt de hertog een grijns
lach achter zijn fijn-t., grijze snor. Van
Dosch, als menschenkenner let. daar niet
op. Hardnekkig gaat hij voort.
Ik heb het stuk ongehoord weelderig
gemonteerd. Mijn orkest bestaat enkel uit
muzikanten, die den prijs aan een conser
vatorium behaald hebben. De minste mij
ner koristen zou op elk ander tooneel de
hoofdrol kunnen vervullen. Mijn décors zijn
splinterieuw. Ik heb op Bérncy's rekening
een onder geen beding terugeischbaar be
drag van twintig duizend franc gestort om
mij de primeur van zijn partituur te ver
zekeren. U begrijpt, dat. alles is geen peul
schilletje, mijnheer de hertog. U moet een
loge nemen. U geldt ontegenzeggelijk als
een vermaard persoon i.n de groote wereld.
Ik durf het u dan ook zonder aarzelen zeg
gen: ik reken er stellig 0p overmorgen in
mijn verslag van de generale repetitie uw
naam te doen figureeren tusschen twee
aartshertogen, een Bulgaarschen prins,
Abdul-Pacha, en den rijksten koopman in
gezouten varkensvleesch van Chicago.
Hoogst dankbaar onder zulk aardig
gezelschap gemengd te worden!
Och ja, 't is wel wat hout! Ik vraag
u verschooning. In een badplaats doet het
schilderachtige opgeld.Trouwens, ik
kan niet anders, ik heb geen keuze. Ik heb
uw tegenwoordigheid reeds alom bekend
gemaakt, of juister, aangekondigd. Liever
dan u te moeten missen, zou ik u een avant-
scène voor niets aanbieden.
O neen!Ik zal betalen, vn Dosch
dat is mijn gewoonte, en daar houd ik van.
Alleen reeds door mijn diva te hooren
zult u waar voor uw vijftien louis' hebben,
mijnheer de hertog. Dat. nachtegaaltje is het
achtste wonder van de wereld.
Hoe heet zij?
Ninette d'Alby.
Philippe schrikt op en werpt driftig zijn
sigaret in het aschbakje.
D'Alby!... Dat is toch zeker haar
werkelijke naam niet?
Ja!En bekijk dit verrukkelijk snoet
je eens! Niets ter wereld frisscher, zuiver
der, jeugdiger de gepersonifieerde lente!
De impressario haalt een programma
met foto's uit zijn zak en reikt het. Varvil
le toe; op den omslag prijkt, als eenig ver
siersel, het portret der jonge zangeres.
De hertog grijpt het geïllustreerde blad
met koortsige haast aan. Onmiddellijk
daarop hij wilde innerlijke ontroering
niet toonen, die hem plotseling aangrijpt,
legt hij beide ellebogen op de tafel, en
met het hoofd gebogen veinst hij geheel in
de beschouwing van deze nieuwe ster op te
gaan.
Van Bosch, nog dankbaar, dat hij zijn
loge geplaatst heeft, treedt dienstvaardig in
bijzonderheden.
Ja, Ninette d'Alby is werkelijk haar
naam. Nietts treffender dan de geschiede
nis van dit kind, een meisje van de wereld.
niet van de eerste wereld de beste.maar
van uw wereld, ,of tenminste bijna, mijnheer
de hertog. André d'Alby, haar vader was
van uitstekende familie- Reeds op jeugdi
gen- leeftijd ondervond hij de slagen der
fortuin; doch begaafd met een zeer schoone
stem wijdde hij zich aan het tooneeel en
debuteerde in de Opéra-Comique. Hij had
zeer veel succes. U zult hem ongetwijfeld
wel gehoord hebben. Gedurende twintig jaar
heeft hij in Frankrijk en in den vreemde
enorm veel geld verdiend, maar gaf het ook
met volle handen weer uit. Hij ie gestorven
als weduwnaar, slechts een dochter nala
tend. Toen de zaakwaarnemers hun raven-
bekken in de nalatenschap van den overle
dene gezet hadden, beteekende dat voor Ni-
nette de totale ruïne wel heeft ze geen
schulden, doch ze bezit ook niet het gering
ste vermogen.
Hoewel geboeid door de bekoorlijke trek
ken der diva, luistert Varville met toene
mende opmerkzaamheid naar hetgeen van
Dosch vertelt. Met al zijn wilskracht poogt
hij zich te beheerschen om niet bij eiken zin
op te springen. De langdurige beschouwing
van het portret zou echter verkeerd uitge
legd kunnen worden; daarom werpt hij het
programma op de tafel en leunt achterover
uteuil. Hij laat zijn blik over de
grasperken van het park gaan. Afgetrok
ken en droomenn schijnt, hij zich geheel
aan de bewondering van het tooverachtig
landschap over te geven.Maar hij ziet het
blauwe water evenmin las de bergen met
hun weerschijn van keurig porcelein. De
sluier van het verleden benevelt zijn blik;
hij zit daar onbeweeglijk, verzonken in de
smartelijke herinneringen, die Nientte's
naam en beeltenis in hem oproepen.
Terwijl de impressario zijn zaken bijeen
zoekt, zet. hij de geschiedenis voort, een wa
re geschiedenis; doch hij doet het in de
termen van een onwaarschijnlijk feuilleton.
Deze lieve bloem uit de groote wereld,
die er op rekende in volle weelde te zullen
ontluiken, gelijk een zeldzame orchidee,
warmpjes in fijn katoen gewikkeld, in het
zachtelicht en de geurige lauwheid eener
serre opengaat werd plotseling in de
schaduw en de koude van de bitterste el
lende overgebracht. Door onverstandige fier
heid zich schamend de hand op te houden
zou het arme kind in stilte en verlaten
heid van honger gestorven zijn... Ja ze
ker, mijnheer de hertog, spring niet op van
verwondering.zij zou van honger omgeko
men zijn, even goed als een leeuwerik door
ijzigen wind of sneeuw verrast. Zulke ge
schiedenissen komen niet enkel in boeken
voor, men ziet ze ook in het leven gebeuren.
Gelukkig trok een weleer beroemde zange
res, la Sambrina, zich baar lot aan. Deze
is voortgegaan het meisje, nu gratis, les
te geven en heeft haar op het conservato
rium geplaatst Maar te durven beweren,
dat de welwillendheid van la Sambrina ge
heel en al onbaatzuchtig was, daar waag
ik mij niet aan. De looze tante heeft op de
bezoldiging van de kleine d'Alby reeds het
dubbele, het drievoud der achterstallige les
sen weten op te nemen. Daar staat tegen
over, dat zij alles, wat zij zelf aan kunst en
kennis bezit, haar leerlinge in volle mate in
geprent heeft. Gevoegd bij haar natuurlijke
gaven, heeft deze behandeling Ninette tot
een zeldzame zangeres gevormd. Reeds na
het eerste studiejaar verwierf het kind met
algemeene stemmen den eersten prijs voor
zang en opera. Terstond na het concours heb
ik haar weten te winnen en een ongehoord
engagement voor haar geteekend. Ondanks
den buitengewoon hoogen prijs, dien ik
Bórucy Lood, aarzelde hij mij zijn Trilby
toe tevertrouwen. Na mijn nachtegaal ge
hoord te hebben, had hij bijna mij de par
tituur voor niets gegeven. Daarom, Ik zeg
bet u nog eens, dat wordt morgen een op
zienbarende ontdekking... Ilc durf de heele
Parijsche critiek er bij roepen. Ook u gaat
Ninette zien en hooren, mijnheer de hertog
en u zult verwonnen, veroverd zijn. Zon
der overdrijving: 't is een verlustiging voor
de ooren!
Wel ging Varville nog geheel op in de
herinnering, die hem beroerde, doch hij
verloor geen enkel woord van den impres
sario. Deze achtte hem geheel in zijn droo-
merijen verdiept en trachtte de photo weg
te nemen,, zonder dat dit bemerkt zou wor
den, naar hij hoopte. Onkosten te sparen
was de oplage beperkt, en daar men op
een volle zaal mocht rekenen, zouden de
programma's tegen hoogen prijs aan den
man gebracht worden. Men moet op de
kleintjes letten! Van Dosch, zoo royaal een
papiertje van dertig centimes aan een mil
lionaire te offreeren, die zonder een spier
te verstrekken vijftien louis' voor een
avant-scène betaalde, meende het zich aldus
weer ongemerkt te kunnen toeëigenen. Maar
de hertog droomde met, open oogen. Hij
strekte de hand uit en zijn vijf vingers druk
ten de photo zoo driftig op de tafel, dat de
impressario verschrikt achteruit deinsde.
Philippe moest er om lachen, en geheel uil
zijn mijmering ontwaakt, sprak hij op den
hem eigen toon, waartegen nooit iemand
zich durfde verzetten.
Laat dat portret liggen, van DoscB
ik houd het Ik word niet moede dit ge
Iaat te aanschouwen. U weet niet, kunt
niet weet, welke onbeschrijfelijke gevoelens
deze beeltenis in mij opwekt
In zijn gewone oprechtheid zegt de Vaiv
ville dit met zoo trillende stem, dat van
Dosch zich afvraagt, of hij met deze on-
tijdigen lof niet een groote onhandigheid
begaan heeft
Zachtjes aan, mijnheer de hertog,
vooral zachtjes aan, zegt de grove kerel
met een gemaakt lachje. Bedaar wat en'
schep u zelf geen moeilijkheden; er valt
niets te hopen. Juffrouw d'Alby Is even
deugdzaam als schoon. Engeland bezit
niet het monopolie van deugdzame zange
ressen! De Fransche kunst heeft ook haar
Jeanne d'Arc's. Ninette is de eerbaarste
prima-donna, die men zich kan denken.
Zulks weerhoudt mij evenwel niet over haar
te waken.als een moeder.
Nu twijfelt Philippe volstrekt niet aan
de eerzaamheid der zangeres, en daarom
vermoedt hij een of andere bijgedachte in
de opeens veranderde houding van dezen
impressario, die zich tot lijfwacht van een
zijner sujetten opwerpt. Hij schijnt dan
ook eerder geprikkeld dan tevreden gesteld
wanneer hij koeltjes antwoordt:
Als u werkelijk zooveel bezorgdheid
voor de reputatie van juffrouw d'Alby
koestert, waarom drijft u haar dan naar
het tooneel? Ik ken geen loopbaan, waarin
voor een welopgevoed meisje de bedwel
ming van het succes zoo gevaarlijk is.
Er zijn uitzonderingen. Ninette is er
een. Zij zal de meest opwindende verzoe
king weten te weerstaan. Trouwens, ik
ben er-nog.... ik zal haar bijstaan. Ten
overvloede, mijn prima-donna gehoorzaamt'
aan een onweerstaanbare roeping. De
kunst van zulk een zeldzaam begaafde ar
tiste berooven.het zou een misdaad we
zen!
Meer en meer geprikkeld maakt Philippe
een eind aan deze praatjes, die hij belache
lijk, mischien wel huichelachtig vindt. Met'
zijn helderen blik den pseudo-Hollander
scherp in de oogen ziende, doet hij hem op
den man af dit verbluffende voorstel:
Ik spreek met een zakenman, van
Dosch; daarom verwacht ik een duidelijk,
beslisend antwoord. Ik heb gegronde rede
nen om te wenschen, dat juffrouw d'Alby
dezer dagen niet debuteert en voor goed van
het tooneel afziet. Stel yoor haar een plaats
vervangster, dezen avond, morgen en altijd!
Noem uw prijs, ik zal betalen, wat het ook
koste.
U hebt het verstand toch niet verloren,
mijnheer de hertog? De millioenen in uw
portefeuille wegen niet op tegen die, welke
Ninette in haar stem bezit!
Do impressario haalt als in vertwijfeling
de schouders op. Het eerste oogenblik ver
schrikt, krijgt hij weldra argwaan en be
ducht zijn mooie plannetje in duigen te zien
vallen. Hij wil echter niet redetwisten met
een man, die gewoon is altijd en overal het
laatste woord te hebben en veinst daarom
geroepen te worden. Hij stamelt snel een
verontschuldiging, keert dp hielen en
maakt, zich uit de voeten
IV.
GRIEVENDE HERINNERING.
Anclró d'Alby!
Terugkeer van een schrijende herinne
ring, een herinnering al te lang ingeslui
merd.
Varville is blind voor de bekoorlijkheid
van het landschap. Afgetrokken, onver
schillig voor alles, wat hem omringt, laat
hij zijn gedachte teruggaan naar het ver
leden reeds vijf en dertig jaar oud.
Nadat hij zijn vrijwillige diensttijd vol
eindigd had, was Philippe t.wee weken te
Spa komen doorbrengen. Dien avond, na
een vroolijk diner met eenige kameraden
daar toevallig ontmoet, waarbij wel wat'
ruim champagne gedronken was, had hij
zich onbezonnen in de speelzaal gewaagd.
Op den drempel deed een geheime waarschu
wing hem bijna terugkeeron.
Hij herinnerde zich plotseling de bedrei
ging van oom Jean, het hoofd der fami
lie, den oudsten en eenigen broeder zijns
vaders: „Bij je eerste schuld onterf ik je!"
Een oom om voor te beven, deze Varvil
le! Geslepen, wraakzuchtig, zijn gezag hoog
houdend, was hij echter bovenal gierig
zonder ooit mededoogen te toonen; maar
door deze schraapzucht., had hij na een
hardnekkige worsteling van een halve
eeuw het. erfgoed der Varville's weer her
steld en hun een wel gefundeerd fortuin
verworven.
Hertog Jean bleef ongehuwd. Door den
dood van Philippe's ouders was deze uni
verseel erfgenaam van den gevreesden man
geworden en bevond zich dus in dezelfde
positie als Fabien thans. Doch de oude her
tog beschouwde alle goedheid als zwakte,
eikevrijgevigheid als verkwisting. Daarom
wantrouwde hij dezen blonden, minzamen,
eleganten neef, wiens inborst hem al te
edelmoedig, al te gevoelig voorkwam; hij
hield hem dus kort en onder streng toezicht.
Niettemin, in spijt van zijn eerbied voor
de familietradities, aarzelde Jean de Var
ville om zijn geld en bezittingen aan dezen
onbezonnen jongen na te laten.
("Wordt vervolgd)