Kabouters zijn: Wie zal de erfgenaam wezen r S WOENSDAG 3 OCTOBER 1923 DERDE BLAD PAGINA 2 IL Hij wacht, tot Ninette weer de oogen «al openen, hij wacht, tot zij hem zal kun- haar zoo bleek ziet onder de voile, geen ademhaling waarneemt, heeft hij toch me delijden met haar en een bange vrees be kruipt hem: Als zij eens stierf! Hij plaatst haar met den rug tegen een [.otsblok en tracht met de rechterhand den «luier los te maken. Zoo zij vrijer kan ademen, zal wellicht het leven terugkee- ren. Een diepe ontroering grijpt hem aan hij het aanschouwen van haar gelaat! ,Welk een zuivere, sprekende trekken. Opnieuw grijpt bange vrees hem aan. iVurig wenscht hij haar te hooren, tot haar te spreken, haar te zien leven. En naar mate dit verlangen grooter wordt verkwij nen zijn eersie opwellingen van verbolgen heid en toorn tot een innige bewogenheid. Ninette's lippen beginen weer rood te worden, har gelaat krijgt eenige kleur. Langzaam openen zich de oogleden. Haar oogen, aanvankelijk ledig en dcf, die mooie, donkerblauwe oogen, weerkaatsen nu het licht en getuigen, dat het bewustzijn terug keert. Fabien merkt reeds op, hoe deze te- ruiceer tot het leven het gelaat nog meer scï^onheid verleent. En strijdend tegen een duizeling tracht hij te lachen, te gek scheren: Wat een romantisch avontuur! In deze schilderachtige eenzaamheid sta ik als ie midden van opera-decors, bijna als een Romeo, die een Julia bewusteloos on der haar sluier, in de armen houdt en haar met zijn adem weer lot het leven tracht terug te brengen. Dat. zulk een avontuur mij in werkelijkheid overkomt, is belachelijk, idioot, dwaasen toch, het is waar! Als daarna zijn blik op het verwonderde, verlegen gelaat van het meisje terug valt, bekent bij ontroerd: Ja, bet is een dwaas toeval.... maar nooit heb ik kunnen denken, dat zulk een dwaas toeval zoo heerlijk zou kunnen zijn! Ninette ontwaakt. Ofschoon nauwelijks bekomen an haar flauwte springt zij vlüg overeind en probeert zich te herinneren. Terstond bewijst de groote dankbaarheid, die nu haar oogen verheldert, dat zij be grijpt. Zij voelt, dat zij zoo hevig bloost, alsof de glansen der ten horizon neigende zon baar gelaat bepurperden; dus grijpt ze haar voile en omsluiert haar stralend gelaat er mee. Onder de teleurstelling, die op het plotseling wegnemen eener bekoor lijkheid moet volgen, zou Fabien zeker geledeu hebben, als de stem, even vol aan trekking als het gelaat, de betoovering niet hernieuwd had: U hebt mij*het leven gered,, mijnheer. Zondei u zou ik door de stroomingen ver zwolgen zijn. En om haar aandoening te verbergen Die den ram hard genoeg schudden om ook het hart eenigszins te bewegen, zoo vult Fabien den zin aan. Verre van over deze vertolking harer ge dachten boos te worden, begint de diva hartelijk te lachen, en weer geheel op haar gemak gebracht, gaat zij voort: Mijn dankbaarheid moet nog des te grooter wezen, nu a mij het leven gered hebt zonder eenig baatzuchtig motief, zelfs zonder mij te kennen... omdat u van na ture edelmoedig en dapper zijt. Spreek het niet tegen, ik ben er zeker van!En dat spoort mij aan u nog iets anders te vra gen, heel wat. minder gevaarlijk dan mij aan den afgrond te ontrukken. De rol van Ophelia speel ik toch lie ver op het tooneel, dan in werkelijkheid. U hebt mij gered. Dat zal ik mij altijd her- onoverlrn'len speurders onversaagde onderzoekers handige bemiddelaars geboren verkoopers harde werkers trouwe vrienden bijdehande ondernemers pientere veilingmeesters knanpe koppen goedkoope krachten machtige strijders kwieke reizigers onuitputtelijke raadgevers uitnemende loezichlhoudu.„ vurige aanhangers kundige publicisten moedige handlangers duidelijke omroepers snelle sucees-behalers Bedenkt in al uwe moeilijkheden, dal er nog KABOUTERS zijn l inneren, al zouden wij elkander nooit weer zien. Dank tri dank u! Deze zinspeling op de mogelijkheid elkan der nimmer terug te zien, treft Fabien on aangenaam. Hij wil er tegen op komen, doch het meisje weerhoudt hem met een gebaar: zij steekt hem de nog altijd gehand- schoende vingers toe. Hij wil ze aan zijn lippen brengen. Ninette protesteert: O, neen, zóó niet! Laten wij als goede kameraden elkander een dier flinke, vrije handdrukken geven En dat is? Dit dwaze avontuur aan niemand te vertellen om mij berispingen te besparen en ook alerlei praatjes, grappen en toespelin gen van minder prettigen aard. Waarom negeert u die praatjes niet en haalt er de schouders voor op, zegt Fa bien met. de hooghartigheid van «en man, die door naam en positie zich boven kwaadsprekerij verheven acht. O, ik heb maling aan al die beuzela rijen, antwoordt het meisje, terwijl een plotselinge zwaarmoedigheid zich van haar meester maakt. Maar dit neemt niet weg, dat ik ze onaangenaam vind, vooral wan neer die spotternijen zich richtenop hen, die mij niet onverschillig zijn. Thans is het aan mij u te bedanken, mejuffrouw, voor de sympathie en het ver trouwen mij door u betoond. Dat spreekt toch van zelf, herneemt Ninette, die in haar eenvoudige oprechtheid niet zoo gauw op eenhalve bekentenis ingaat. Als ik deze gevoelens niet van zelf voor u koesterde, zou ik hoogst ondankbaar zijn. Mag ik rekenen. Afgesproken: zwijgen en geheimhou ding. De officier strijkt zijn snor op en glim lacht ook, maar met toegevendheid, inschik kelijk en beschermend; hij laat het niet merken, doch is zich wel degelijk van den bewezen dienst bewust. Maar als man van de wereld zich zelf meester, als officier ge woon de kloppingen van zijn hart onder de uniform te versmoren, toont hij niet het minste teeken van hoop of vreugde. Een oogenblik aarzelt het meisje: inplaats van deze strakke houding had zij een tooneel- tje van toenadering verwachthet lijkt er niet naar! Hoewel innerlijk bewogen staat hij dan oogenschijnlijk koel, in militaire houding, eerbiedig maar stijf. De diva verheelt haar spijt onder een zucht; dan eveneens haar aandoening ver bergend neemt zij kort en goed afscheid met een ietwat gemaakt vroolijke buiging: Tot weerziens, mijn dappere redder! U hebt mij voor langen tijd van mijn zucht naar avonturen genezen. Als hij een beweging maakt om haar le vergezellen, wijst zij hem af.: Vrees verder niets voor mij. Ik ben niet zoo dwaas, als een wilde geit de rot sen te willen afdalen. Ik ga langs den ge wonen weg naar beneden, heel verstandig en voorzichtig, met kleie, langzame pasjes, als een schildpad. Licht en vlug gaat ze langs hem heen. Gehoorzaam aan het consigne, hoe zwaar het hem ook valt, groet hij, de hielen aan eengesloten, de hand aan de kepi. Zwij gend en onbeweeglijk ziet hij het meisje na. Steeds kleiner, verdwijnt en verschijnt zij weer achter de rotsen bij eiken zigzag van den kronkelenden weg. Nu het gevaar bezworen is, verontrust hij zich niet meer. Toch hindert hem ook thans dat opwin dend schuilevinkje. Maar, 't is reeds voorbij! Fabien be speurt Ninette niet meer. En op eens be denkt hij, dat hij van het meisje niets ver nomen heeft, niet eens har naam! Alle3 rondom hem schijnt nu eenzaam en ledig, ondanks de zonneschijn lijkt alle licht aan den hemel wel uitgedoofd. III. RAADSELACHTIGE ONTROERING. In het Ieessalon van het casino, met wijd openstaande vensters, die op de vallei uit zie, zit van Dosch, de impressario, vóór de tafel, waarop Philippe de Varville zijn kranten neergeworpen heeft. Als de oorlog uitbreekt, neem ik dienst, ondanks mijn zes en vijftig jaren, verklaart de hertog. Iloe: Met uw positie, naam en fortuin? merkt de pseudo-Hollander verschrikt op. Weliswaar is u vrijgezel, maarOch, ik begrijp eigenlijk niet, waarom wij daarover spreken. Er is volstrekt geen gevaar, dat Duitschland zal aanvallen. U kunt onbe zorgd en blijmoedig hier dit seizoen blijven. Komt u morgenavond in den schouwburg, mijnheer de hertog? Dat kan ik nog niet vast zeggen. Mijn neef Fabien, de luitenant, is te paard de bergpassen van Chouvigny gaan bezichtigen. Als hij morgen weer zulk een uitstapje on derneemt, zal hij wel vermoeid zijn. Welnu, laat dan uw neef voor dien eenen avond zijn eigen gang gaan en kom gezellig bij ons. Ik geef de generale repetitie van Trilby, waarin een zeer jonge, wonder bare zangeres zal debuteeren. Een gelaat, oogen, glimlachmeer zeg ik niet Waf de stem aangaat., de helderste, zuiverste, klankrijkste sopraan, die ik ooit gehoord heb, en met wonderbaar mooie voordracht. Daarbij een vlugheid en ongedwongenheid om Nilsonn en la Patti te doen vergeten. Kunt u gelooven, dat dit zeldzame vogel tje haar trillers maakt haar versieringen borduurt zelfs op de hooge g? Een kracht toer! En in de middeltonen bezit zij een KA DE RAKET-AUTO, die wellicht in de toekomst onze wegen onbegaan baar zal maken, is thans ook een raket-vliegtuig uitgevonden^ dat in drie uur van den Stillen naiar den Atantisehen Oceaan zal vliegen. Niet minder dan 86 raketten zijn in het model aangebracht en als ze losbranden zal er wel een complete zonsverduistering plaats hebben. Hierboven de uitvinder met zijsu machine, de „geest van den Nacht". teederheid, een dramatisch vermogen, dat u tranen ontlokt. Die stem't is, of het koor der engelen, door melodische vleugel slagen begeleid, u door de ooren naar het hart daalde. Bij deze gewaagde beeldspraak die hem mishaagt, onderdrukt de hertog een grijns lach achter zijn fijn-t., grijze snor. Van Dosch, als menschenkenner let. daar niet op. Hardnekkig gaat hij voort. Ik heb het stuk ongehoord weelderig gemonteerd. Mijn orkest bestaat enkel uit muzikanten, die den prijs aan een conser vatorium behaald hebben. De minste mij ner koristen zou op elk ander tooneel de hoofdrol kunnen vervullen. Mijn décors zijn splinterieuw. Ik heb op Bérncy's rekening een onder geen beding terugeischbaar be drag van twintig duizend franc gestort om mij de primeur van zijn partituur te ver zekeren. U begrijpt, dat. alles is geen peul schilletje, mijnheer de hertog. U moet een loge nemen. U geldt ontegenzeggelijk als een vermaard persoon i.n de groote wereld. Ik durf het u dan ook zonder aarzelen zeg gen: ik reken er stellig 0p overmorgen in mijn verslag van de generale repetitie uw naam te doen figureeren tusschen twee aartshertogen, een Bulgaarschen prins, Abdul-Pacha, en den rijksten koopman in gezouten varkensvleesch van Chicago. Hoogst dankbaar onder zulk aardig gezelschap gemengd te worden! Och ja, 't is wel wat hout! Ik vraag u verschooning. In een badplaats doet het schilderachtige opgeld.Trouwens, ik kan niet anders, ik heb geen keuze. Ik heb uw tegenwoordigheid reeds alom bekend gemaakt, of juister, aangekondigd. Liever dan u te moeten missen, zou ik u een avant- scène voor niets aanbieden. O neen!Ik zal betalen, vn Dosch dat is mijn gewoonte, en daar houd ik van. Alleen reeds door mijn diva te hooren zult u waar voor uw vijftien louis' hebben, mijnheer de hertog. Dat. nachtegaaltje is het achtste wonder van de wereld. Hoe heet zij? Ninette d'Alby. Philippe schrikt op en werpt driftig zijn sigaret in het aschbakje. D'Alby!... Dat is toch zeker haar werkelijke naam niet? Ja!En bekijk dit verrukkelijk snoet je eens! Niets ter wereld frisscher, zuiver der, jeugdiger de gepersonifieerde lente! De impressario haalt een programma met foto's uit zijn zak en reikt het. Varvil le toe; op den omslag prijkt, als eenig ver siersel, het portret der jonge zangeres. De hertog grijpt het geïllustreerde blad met koortsige haast aan. Onmiddellijk daarop hij wilde innerlijke ontroering niet toonen, die hem plotseling aangrijpt, legt hij beide ellebogen op de tafel, en met het hoofd gebogen veinst hij geheel in de beschouwing van deze nieuwe ster op te gaan. Van Bosch, nog dankbaar, dat hij zijn loge geplaatst heeft, treedt dienstvaardig in bijzonderheden. Ja, Ninette d'Alby is werkelijk haar naam. Nietts treffender dan de geschiede nis van dit kind, een meisje van de wereld. niet van de eerste wereld de beste.maar van uw wereld, ,of tenminste bijna, mijnheer de hertog. André d'Alby, haar vader was van uitstekende familie- Reeds op jeugdi gen- leeftijd ondervond hij de slagen der fortuin; doch begaafd met een zeer schoone stem wijdde hij zich aan het tooneeel en debuteerde in de Opéra-Comique. Hij had zeer veel succes. U zult hem ongetwijfeld wel gehoord hebben. Gedurende twintig jaar heeft hij in Frankrijk en in den vreemde enorm veel geld verdiend, maar gaf het ook met volle handen weer uit. Hij ie gestorven als weduwnaar, slechts een dochter nala tend. Toen de zaakwaarnemers hun raven- bekken in de nalatenschap van den overle dene gezet hadden, beteekende dat voor Ni- nette de totale ruïne wel heeft ze geen schulden, doch ze bezit ook niet het gering ste vermogen. Hoewel geboeid door de bekoorlijke trek ken der diva, luistert Varville met toene mende opmerkzaamheid naar hetgeen van Dosch vertelt. Met al zijn wilskracht poogt hij zich te beheerschen om niet bij eiken zin op te springen. De langdurige beschouwing van het portret zou echter verkeerd uitge legd kunnen worden; daarom werpt hij het programma op de tafel en leunt achterover uteuil. Hij laat zijn blik over de grasperken van het park gaan. Afgetrok ken en droomenn schijnt, hij zich geheel aan de bewondering van het tooverachtig landschap over te geven.Maar hij ziet het blauwe water evenmin las de bergen met hun weerschijn van keurig porcelein. De sluier van het verleden benevelt zijn blik; hij zit daar onbeweeglijk, verzonken in de smartelijke herinneringen, die Nientte's naam en beeltenis in hem oproepen. Terwijl de impressario zijn zaken bijeen zoekt, zet. hij de geschiedenis voort, een wa re geschiedenis; doch hij doet het in de termen van een onwaarschijnlijk feuilleton. Deze lieve bloem uit de groote wereld, die er op rekende in volle weelde te zullen ontluiken, gelijk een zeldzame orchidee, warmpjes in fijn katoen gewikkeld, in het zachtelicht en de geurige lauwheid eener serre opengaat werd plotseling in de schaduw en de koude van de bitterste el lende overgebracht. Door onverstandige fier heid zich schamend de hand op te houden zou het arme kind in stilte en verlaten heid van honger gestorven zijn... Ja ze ker, mijnheer de hertog, spring niet op van verwondering.zij zou van honger omgeko men zijn, even goed als een leeuwerik door ijzigen wind of sneeuw verrast. Zulke ge schiedenissen komen niet enkel in boeken voor, men ziet ze ook in het leven gebeuren. Gelukkig trok een weleer beroemde zange res, la Sambrina, zich baar lot aan. Deze is voortgegaan het meisje, nu gratis, les te geven en heeft haar op het conservato rium geplaatst Maar te durven beweren, dat de welwillendheid van la Sambrina ge heel en al onbaatzuchtig was, daar waag ik mij niet aan. De looze tante heeft op de bezoldiging van de kleine d'Alby reeds het dubbele, het drievoud der achterstallige les sen weten op te nemen. Daar staat tegen over, dat zij alles, wat zij zelf aan kunst en kennis bezit, haar leerlinge in volle mate in geprent heeft. Gevoegd bij haar natuurlijke gaven, heeft deze behandeling Ninette tot een zeldzame zangeres gevormd. Reeds na het eerste studiejaar verwierf het kind met algemeene stemmen den eersten prijs voor zang en opera. Terstond na het concours heb ik haar weten te winnen en een ongehoord engagement voor haar geteekend. Ondanks den buitengewoon hoogen prijs, dien ik Bórucy Lood, aarzelde hij mij zijn Trilby toe tevertrouwen. Na mijn nachtegaal ge hoord te hebben, had hij bijna mij de par tituur voor niets gegeven. Daarom, Ik zeg bet u nog eens, dat wordt morgen een op zienbarende ontdekking... Ilc durf de heele Parijsche critiek er bij roepen. Ook u gaat Ninette zien en hooren, mijnheer de hertog en u zult verwonnen, veroverd zijn. Zon der overdrijving: 't is een verlustiging voor de ooren! Wel ging Varville nog geheel op in de herinnering, die hem beroerde, doch hij verloor geen enkel woord van den impres sario. Deze achtte hem geheel in zijn droo- merijen verdiept en trachtte de photo weg te nemen,, zonder dat dit bemerkt zou wor den, naar hij hoopte. Onkosten te sparen was de oplage beperkt, en daar men op een volle zaal mocht rekenen, zouden de programma's tegen hoogen prijs aan den man gebracht worden. Men moet op de kleintjes letten! Van Dosch, zoo royaal een papiertje van dertig centimes aan een mil lionaire te offreeren, die zonder een spier te verstrekken vijftien louis' voor een avant-scène betaalde, meende het zich aldus weer ongemerkt te kunnen toeëigenen. Maar de hertog droomde met, open oogen. Hij strekte de hand uit en zijn vijf vingers druk ten de photo zoo driftig op de tafel, dat de impressario verschrikt achteruit deinsde. Philippe moest er om lachen, en geheel uil zijn mijmering ontwaakt, sprak hij op den hem eigen toon, waartegen nooit iemand zich durfde verzetten. Laat dat portret liggen, van DoscB ik houd het Ik word niet moede dit ge Iaat te aanschouwen. U weet niet, kunt niet weet, welke onbeschrijfelijke gevoelens deze beeltenis in mij opwekt In zijn gewone oprechtheid zegt de Vaiv ville dit met zoo trillende stem, dat van Dosch zich afvraagt, of hij met deze on- tijdigen lof niet een groote onhandigheid begaan heeft Zachtjes aan, mijnheer de hertog, vooral zachtjes aan, zegt de grove kerel met een gemaakt lachje. Bedaar wat en' schep u zelf geen moeilijkheden; er valt niets te hopen. Juffrouw d'Alby Is even deugdzaam als schoon. Engeland bezit niet het monopolie van deugdzame zange ressen! De Fransche kunst heeft ook haar Jeanne d'Arc's. Ninette is de eerbaarste prima-donna, die men zich kan denken. Zulks weerhoudt mij evenwel niet over haar te waken.als een moeder. Nu twijfelt Philippe volstrekt niet aan de eerzaamheid der zangeres, en daarom vermoedt hij een of andere bijgedachte in de opeens veranderde houding van dezen impressario, die zich tot lijfwacht van een zijner sujetten opwerpt. Hij schijnt dan ook eerder geprikkeld dan tevreden gesteld wanneer hij koeltjes antwoordt: Als u werkelijk zooveel bezorgdheid voor de reputatie van juffrouw d'Alby koestert, waarom drijft u haar dan naar het tooneel? Ik ken geen loopbaan, waarin voor een welopgevoed meisje de bedwel ming van het succes zoo gevaarlijk is. Er zijn uitzonderingen. Ninette is er een. Zij zal de meest opwindende verzoe king weten te weerstaan. Trouwens, ik ben er-nog.... ik zal haar bijstaan. Ten overvloede, mijn prima-donna gehoorzaamt' aan een onweerstaanbare roeping. De kunst van zulk een zeldzaam begaafde ar tiste berooven.het zou een misdaad we zen! Meer en meer geprikkeld maakt Philippe een eind aan deze praatjes, die hij belache lijk, mischien wel huichelachtig vindt. Met' zijn helderen blik den pseudo-Hollander scherp in de oogen ziende, doet hij hem op den man af dit verbluffende voorstel: Ik spreek met een zakenman, van Dosch; daarom verwacht ik een duidelijk, beslisend antwoord. Ik heb gegronde rede nen om te wenschen, dat juffrouw d'Alby dezer dagen niet debuteert en voor goed van het tooneel afziet. Stel yoor haar een plaats vervangster, dezen avond, morgen en altijd! Noem uw prijs, ik zal betalen, wat het ook koste. U hebt het verstand toch niet verloren, mijnheer de hertog? De millioenen in uw portefeuille wegen niet op tegen die, welke Ninette in haar stem bezit! Do impressario haalt als in vertwijfeling de schouders op. Het eerste oogenblik ver schrikt, krijgt hij weldra argwaan en be ducht zijn mooie plannetje in duigen te zien vallen. Hij wil echter niet redetwisten met een man, die gewoon is altijd en overal het laatste woord te hebben en veinst daarom geroepen te worden. Hij stamelt snel een verontschuldiging, keert dp hielen en maakt, zich uit de voeten IV. GRIEVENDE HERINNERING. Anclró d'Alby! Terugkeer van een schrijende herinne ring, een herinnering al te lang ingeslui merd. Varville is blind voor de bekoorlijkheid van het landschap. Afgetrokken, onver schillig voor alles, wat hem omringt, laat hij zijn gedachte teruggaan naar het ver leden reeds vijf en dertig jaar oud. Nadat hij zijn vrijwillige diensttijd vol eindigd had, was Philippe t.wee weken te Spa komen doorbrengen. Dien avond, na een vroolijk diner met eenige kameraden daar toevallig ontmoet, waarbij wel wat' ruim champagne gedronken was, had hij zich onbezonnen in de speelzaal gewaagd. Op den drempel deed een geheime waarschu wing hem bijna terugkeeron. Hij herinnerde zich plotseling de bedrei ging van oom Jean, het hoofd der fami lie, den oudsten en eenigen broeder zijns vaders: „Bij je eerste schuld onterf ik je!" Een oom om voor te beven, deze Varvil le! Geslepen, wraakzuchtig, zijn gezag hoog houdend, was hij echter bovenal gierig zonder ooit mededoogen te toonen; maar door deze schraapzucht., had hij na een hardnekkige worsteling van een halve eeuw het. erfgoed der Varville's weer her steld en hun een wel gefundeerd fortuin verworven. Hertog Jean bleef ongehuwd. Door den dood van Philippe's ouders was deze uni verseel erfgenaam van den gevreesden man geworden en bevond zich dus in dezelfde positie als Fabien thans. Doch de oude her tog beschouwde alle goedheid als zwakte, eikevrijgevigheid als verkwisting. Daarom wantrouwde hij dezen blonden, minzamen, eleganten neef, wiens inborst hem al te edelmoedig, al te gevoelig voorkwam; hij hield hem dus kort en onder streng toezicht. Niettemin, in spijt van zijn eerbied voor de familietradities, aarzelde Jean de Var ville om zijn geld en bezittingen aan dezen onbezonnen jongen na te laten. ("Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10