Sfsps Woensdag 3 October 1928 mm Tweede Blad Pagina 1 „ROOMSCH-KATHOLIEKE SOCIAAL-DEMOCRATEN" DE OORZAKEN VAN GELOOFS VERLIES WÉÊË HliM EEN BEZOEK AAN KONNERSREUTH f RADEN VAN ARBEID iLij-1 LICHAMELIJKE OPVOEDING liet algemeen college van advies 1 UIT DE AARDEWERKINDUSTRIE DE STAKING AAN DE PLATEEL- UIT DE BOUWVAKKEN Het Friesclic contract niet ongewijzigd DE STAKING BIJ DE ORANJE- j NASSAU KOLENMAATSCHAPPIJ 1 I' II (Slot) Wij ïueenen te hebben aangetoond, dat de grondbeginselen van Katholicisme en Socialisme tenminste a's men die neemt zooals zij zijn beletten, daf men tegelijker tijd beide stelsels kan aanhangen. De jaren lange ervaring lieeft de waarheid van dezd stelling zoo ononis tootelijk bewezen, dat men ons geen enkelen sociaal-democraat kan toonen, die niet zijn kerkelijk-gods- dienstige overtuiging verloor. Ds. Banning antwoordt niet op onze stellige vraag, boe het feit te verklaren valt, „dat alle ons bekende sociaal-demo craten die eens Ivatbol. tk waren, hun geloof hebben verloren". Hij kan dat ook niet verklaren zonder tevens te moeten erkennen, dat socialisme en stelligcn gods dienst elkaar niet verdragen. Hij erkent het „vrij sterk" anti-gods dienstig karakter ,'yin de oudere socialis- tiese beweging". Hij zal wel niet beweren, dat dit anti godsdienstig karakter in den loop van de jaren geheel verdwenen is- De wanhopige wijze waarop van sociaal-damocratischo zijde de toch beslist anti-godsdienstige maat regelen van de Mexicaansche dictatuur verdedigd worden, spreekt alleen reeds boekdoelen. Ds. Banning erkent ook „dat het voor een Katholiek in Nederland een moeilijk ding is om socialist te zijn". Wie de be ginselen van de socialistische leiders ken en den geest waarin de socialistische pers ten onzent wordt geredigeerd, zal dat al evenmin weerspreken. „Het feit staat er", aldus onze geachte opponent, dat honderdtallen socialisten af vallige zonen der kerken (bedoeld is. van de Kerk en de verschillende kerkgenoot schappen) zijn." „Is dat alléén gevolg van de stelsel matige godsdienstbestrijding der socialis ten?" vraagt de schrijver in „Het Volk Niemand onder ons denkt er aan dit te beweren; integendeel wij meenen, dat e proces anders is: geloovigen worden geen socialist, maar vooral zij. die het contact met de Kerk verloren; het socialisme werkt dan de totale godsdienstloosheid in de hand. Dit feit kan worden vastgesteld in elke streek. waar het socialisme doordrong en oppermachtig werd Wij moeten dus besli3t de vragen schei den: wat de oorzaak is van het practiscli ongeloovig-zijn der socialisten en wat het ongeloovig worden van de nog-niet-socia- Msten in de hand werkt. De eerste vraag beantwoordt ds. Banuing niet; indien hij zich aan de beantwoording ervan zette, zou hij eerlijkheidshalve het anti-godsdienstig" element in de socialisti sche beweging niet kunnen voorbij zien. Maar de tweede vraag: waarom arbeiders hun geloof verliezen, tracht ds. Banning wél te beantwoorden en hier worden zijn opmerkingen, hoe. onvolledig ook, toch lezenswaard: ïs dat alléén gevolg van de stelselma tige godsdienstbestrijding der socialisten. Ik moge op enkele andere krachten wijzen. Daar is allereerst de praktijk en de geest van het kapitalisme dat de arbeidersklasse stortte in de diepe smadelike proletanerb- ellende, dat het geld en de winst alleen Let gelden, en de mensenwaarde, steeds kern In het Evangelie, ontkende De kap: talis- tiese werkelikheid heeft het leven der pro letariërs in de 19e eeuw tot .een woestenij gemaakt, waarin de ziel, (®tt waarin wortelt religie anders dan in de ziel?) niet leven kon het kapitalisme heeft bij duizenden de religie vermoord, j Verder is er de ma&tschappelike onmacht. 1 of het konse-rvatisme der kerken. Katho- i licisme zowel als Kalvinisme zijn gekomm: i met hun leer van het solidarisme, handha- j yen nog een eigendomsleer uit vroeger I maatschappelike verhoudingen en als de leiders het niet kunnen begrijpen, de proletariese massa heeft het aan den lijve ondervonden, hoe stumperig de kerken staan tegen het industrialisties kapitalis me, waarin het proletariaat niet anders ls dan de mtllioenenkoppige slavenmas- fea, en alle theorie van „solidarisme' is te genover de werkelikheid, waarin de in. dustrie-prodetarlër leeft, leeg en dood. Dan heeft de roomse proletariër, als hij in de fabriek of in de mijnen naast z'n rode kameraad stond, gezien, dat deze rode „materialisten" een prachtige stuk t ^idealisme" in hun leven kunnen hebben, dat hen boven de proletariërswanhoop uit I helft en het geschimp op de socialis- - ten door de priesters heeft menig roomse als onwaar gevoeld. Ziedaar een paaT din gen uit de praktijk, die óók in acht geno men moeten worden bij de verklaring van het verschijnsel, dat gelovigen in de werkelikheid onzer maatschappij hun ge loof verliezen. Volgens ds. Banning moet de geloofs afval van zooveel proletariërs dus gezocht worden: Ie- in het huidig staathuishoudkundig stelsel; 2e. in het conservatisme der kerken; 3e. in de propaganda van de socialisten self. De laatste factor verdien! bijzondere aan dacht: bij bewijst juist, wat wij beweren: dat n.l, hef „stuk idealisme" van de socia listen anti-kerkelijk werkt. Ilier hebben wij dus de bekentenis van ds. Banning zelf, dat het socialisme anti kerkelijk werkt. ■■Hi Eenige der voornaamste deelnemers aan het 2,9ste Internationaal Eucharistisch Congres te Sydney. Van links naar rechts: Mgr. Lenny. Graaf d'V.anrille, secretaris van liet Permanent Comité, Mgr. Heylen, voorzitter van 't Permanent Comité der Eucharistische Congressen. Prins de Croy en Mgr. Dcscham ps Maar de eerste twee factoren dienen onderzocht. Allereerst wagen wij de vraag te stellen: is dit huidig kapitalistisch stelsel voor een groot deel niet veroordeeld door de Kerk? En 'verzet de Kerk zich krachtens haar leer tegen een fundamenteele ver andering van dit stelsel? Ds. Bannig kan noch het een noch liet ander beweren. Daaruit volgt dus, dat de socialisten onwaarheid spreken, als zij beweren, dat het dogma van de Kerk zich tegen hun economische, maatschappelijke en politieke idealen verzot. De socialistische demagogen maken dus misbruik van de onwetendheid der arbeiders als zij op sar castische wijze „Kerk cn brandkast", „priester en kapitalist" naast elkander plaatsen en die zelfs vereenzelvigen. Zij kunnen beter weten zii cle leer van de Kerk bestud'üwen. Het was de heer A- B, Kleerekoper, die rondweg erkende, dat de socialistische beweging wel kon heengaan indien de Katholieke leer werd toegepast. Maar -de Kerk, aldus ds. Banning (wij spreken van de Kerk, niet van „kerken", evengoed als wij b.v. spreken van de S.D.A.P. en daarmee niet de afgescheiden bewegingen vereenzelvigen, die immers nooit dét kunnen zijn wat de eerste was) is conservatief; „zij handhaaf nog een eigen domsleer uit vroeger maatschappelijke ver houdingen". Wil ds. Banning ons eens precies ver tellen, wat die eigendomsleer dan eigenlijk is? Want het schijnt, dat hij daar opvat tingen over heeft, die niet de Katholieke zijn. Het eenige wat de Kerk houdt is: dat opheffing van het privaat eigendom in de huidige, maatschappelijke omstandigheden eerder een achteruitgang dan een vooruit gang zou zijn. De socialisten hebben het tegenovergestelde nooit aangetoond. Maar wat wil ds- Banning eigenlijk van de Kerk? Is Zij soms geroepen te zorgen voor goede woningen, productief werk, goede arbeidsverhoudingen, vacantie met extra-toeslag? Indien dat niet het geval is (en daarover is toch geen twijfel moge lijk) indien de Kerk dus tot eerste taak heeft zielen den omgang met God te leeren en, zoo doende, zijdelings te werken aan maatschappelijke verheffing (en dat zij dè.t gedaan heeft, is toch ook niet te weerspreken) wat kan men haar dan ver wijten? Zij kan toch niet meer doen dan zulke zedelijke geboden te handhaven, die, als zij werden nageleefd, goede maatschappelijke verhoudingen tengevolge moeten hebben. Indien men die geboden niet. volgt, indien men de Kerk belemmert in de uitoefening van haai' zending, zooals in Mexico, of haar zijdelings tegenwerkt, zooals geschiedde in het spottend artikel dat „Het Volk" van 21 September publi ceerde tegen de actie van de Utrechtsche geestelijkheid intake de gevaarlijke dansen, of indien de sociale werkzaamheid van priesters wordt verzwegen, zooals de soda- listen dat deden inzake dr. Ariëns, of als die in valsch daglicht wordt gesteld, zoo als dat Q.a. geschiedde met een bemidde lingspoging van dr. Poels in een ernstig confliot, valt dan het verwijt van conser vatisme op de Kerk, die bij monde van haar hoogste gezag en van groote mannen In schier alle landen, herhaaldelijk en met nadruk tegen maatschappelijke wan toestanden protesteerden? Het eenige wat ds. Banning zeggen kan is, dat veel Katholieken niet leven naar de leer van hun Kerk. Dat is onze schuld en niet de hare. Indien de leer der Kerk inderdaad werd beleefd, kon het socialisme niet bestaan; het is eenvoudig den paalbouw boven den poel van het maatschappelijk onrecht. Wordt de poel gedempt, dan.... maar de beer Kleerekoper heeft het geschreven: het socialistisch ver zet kon dan uitblijven. „Zullen nu Katholieken sociaaldemocraat worden èn hun geloof behouden" vraagt ds. Banning. Maar de ervaring heeft het toch vol doende getoond! Ds. Banning schrijft: Zodra katholieke proletariërs de zede- llke geboden van hun christendom gaan toepassen op <le tegenwoordige maat schappij, en zolang zij hun kerk met de een paar eeuwen tenachter zijnde leer van solidarisme stumperig tegenover de kapi- talistiese werkelikheid zien staan, ko men zij in pijnlike konflikten, die veler tot het socialisme heeft gevoerd en voeren zai. Misschien zijn de leiders der socialis- tiese beweging, die eens katholiek waren, wel rood geworden door hun sterk gevoel van rechtvaardigheid en mensenwaarde. Het is voor ons en mij dunkt, voor de katholieke leiders zelf toch ook geen vraag meer: als de kerk de arbeidersklasse de vrijheid geeft zich naar eigen inzicht te organiseeren, dan komen ze bij drommen naar het socialisme, dat ook voor hen de belofte van maatschappelike bevrijding geeft. Of zij dan hun geloof behouden? Dat zal niet afhangen van ons, socialisten, maar van de kracht en de waarheid van het geloo f z e 1 f. Wij vragen niet naar iemands belijdenis, hebben eerhied voor elke levensovertui ging. Is het niet wat al te kleinmoedig en ongelovig van priesters, die bewereu de goddelike geopenbaarde waarheid te bezitten, om te vrezen dat dit geloof valt, wanneer men de vrijheid zou geven tot politieke en ekonomiese organisatie? Kan het geloof, daar niet tegen, ja dan zal het wel vallen. Hier wordt weer herhaald wat al gezegd was. Indien de arbeiders zien, dat de tegen woordige maatschappij huu waardevolle christelijke beginselen niet toepast, dan is de eerste redelijke gedachte niet: zelf socialist woi-den, maar die maatschappij weer te kerstenen. Zij zullen dan ook tot de ontdekking komen, dat de leer der Kerk niet achter is, maar dat de wereld ten achter is geraakt en teruggevallen in toestanden, die de Kerk eertijds hhd over wonnen. Alleen zij, die de leer der Kerk niet kennen, werden „rood"; indien zij beter geweten hadden, zouden zij begrepen hebben, dat de eischen der Kerk véél radi caler zijn dan veel radicalen durven ver onderstellen. Wat de bewering omtrent de organisatie vrijheid betreft: waarom hebben socialisten niet hot recht bij communistische vereeni- gingen georganiseerd te zijn? Indien de socialisten zóó zeker zijn van de waarheid" van hun stelsel, waarom vertrouwen zij dan niet op de innerlijke kracht daarvan en leveren zij hun aanhangers niet rustig over aan den invloed van Moskou? Wat voor opvatting heeft men toch van de Katholieke leer en waarom herinnert een predikant zich niet wat de Katholieke theologie over de verhouding van natuur en genade leert? Waarom wordt de Kerk lastig gevallen over iets wat men heel rustig zelf ook doet? Wij hebben eerbied voor „elke levens overtuiging" schrijft ds Banning. De feiten weerspreken dat, maar de. goede bedoeling kan practisch ook niet bestaan. Het is toch onmogelijk tegelijkertijd eerbied te toonen voor den nieuvv-malthusiaan die tegennatuurlijke kinderbeperking heel ver standig vindt, en den geloovige die het zwaar zondig acht? Bewijst hetEngelsche voorbeeld niet, hoe de laboor-fractie tel kens hopeloos uiteenvalt als beginsel- punten aan de orde komen? Als ds. Banning ons tenslotte zoo open hartig vraagt „wordt het geen tijd voor een andere orienteering", volstaan wij een voudig met erop te wijzen, dat de Katho lieken nooit teruggeschrokken zijn voor het inslaan van nieuwe wegen. Maar zij weten gaarne met wie zij te doen hebben. Hoe kunnen wij samenwerken met lien, die even oneerlijk als wreed tegenover ons zijn? Waarom moet de socialistische pers dik wijls zoo onwaar spreken over ons geloof, zoo smalen op onze voormannen, zoo spotten met onze priesters? Waarom wordt de leer der Kerk bijna nooit weergegeven zooals zij is; waarom wordt het werk der Kerk angstvallig verzwegen; waarom dat voortdurend gespot met onze zedelijke idealen, dat gedwarsboom van onze in tieme wenschen? De „nieuwe oriënteering" hangt niet alleen van ons af. Als de socialisten haar willen verhaasten, zullen zij moeten leeren tegenover ons eerlijk, betrouwbaar en waar te zijn. III (slot.) VRAGEN, TIJDENS DE EXTASE VAN 15 SEPTEMBER AAN THERESIA GESTE! D Veel bewondering voor het eenvoudige meisje VOORZICHTIGHEID BLIJFT GEBODEN. (Van onzen Weonsclien correspondent.) Er valt nog een en ander mede te doelen over de vragen, die in de extase op 15 Sep tember bij de H. Communie aan Theresia wer den gesteld en over de antwoorden, die zij beeft gegeven. Voorop zij gesteld, dat het geenszins onze bedoeling is, de beantwoording dier vragen als iets wonderbaars voor te stellen en zulks te minder, wijl de juistheid der gegeven antwoor den niet te controleeren valt. Wij willen alleen de feiten weergeven, zooaJs wij die waarnemen. Vooreerst vroeg kapelaan Bauerlipp uit Bamborg èsn en ander over relikwieën, welke hij had meegebracht. Hij had een schrijn, waar in het midden weid gevormd door een deeltje van het H.Kruis, door een rosette van acht relikwieën van heiligen omgeven. Theresia antwoordde, dat de relikwie van 't H. Kruis echt was, het was een deeltje van den hoofdbalk dee Kruises, terwijl zij van vijf relikwieën de echtheid eveneens constateerde. Twee waren slechts aangestreken, terwijl één onecht was. Het eenige interessante van het geval was eigenlijk de zekerheid, waarmee zij sprak, Geen de minste aarzeling. Kort en goed, ik zou haast zeggen apodictisch, gaf zij haar antwoor den, die door den kapelaan werden genoteerd. De kapelaan legde haar vervolgens drie'vra gen ter beantwoording voor, welke P. Haagen S.J. uit Rome, een kennis van den Bamberg- schen plebaan, aan dezen had toegezonden, met het verzoek, ze aan Theresia voor te leggen. P. Haagen, is een man van over de tachtig jaren, die het grootste gedeelte van zijn wel besteed leven heeft gewijd aan het onderzoek der schriften en visioenen van Katharina van Emmerich. Het waren een paar vragen omtrent Kephas uit de brieven van den H. Paulus. In zijn schrij ven aan de geloovigen van Galata, deelt de apostel mee, dat hij Kephas in het aangezicht heeft weerstaan, aangezien hij met de heidenen volgens de gebruiken der heidenen had geleefd, later echter zelf leefde volgens de gebruiken der bekeerlingen uit de Joden en ook de ge loovigen wilde dwingen hetzelfde te doen. De vraag was nu, wie is die Kephas? En het antwoord? Dat was een leerling der Apostelen, die vroeger helden was en tn dien tijd verschil lende ziekten had te doorstaan. Door één van de Apostelen ln den schoot der Kerk opgeno men, werd hij van zijn kwaal genezen en sloot zich nu aan bij de geloovigen, die ln de H. Schrif t judaizantes worden genoemd, d. w. z., dat ze de gebruiken der Joden voor een groot gedeelte behielden. Op een verdere vraag, of die Kephas later afgevallen Is en waarom toen niets me»1 ln de H. Schrift van hom hoort, was het antwoord, dat Kephas niet afgevallen is, doch dat hij met ijver gewerkt heeft aan de uitbreiding van het Christendom, dat hij Blch zelfs heeft inge scheept, om de heidenen in vreemde landen te bekeeren, «och dat het schip onderweg ver ongelukte en dat hij bij die gelegenheid den dood vond. De derde vraag betrof de zinsnede in een anderen brief van den H. Paulus, waarin hij vraagt, of hij niet even goed het recht zou heb ben zich van een vrouw te doen begeleiden als Kephas, was het antwoord, dat hier in wer kelijkheid op den Apostel Petrus gedoeld wordt. Nauwelijks was dit antwoord gegeven, of Theresia sloeg de oog en op, vouwde haar han den samen en begon op te staan om zich te begeven naar het altaar van de Kleine H. Theresia, gelijk Ik reeds eerder heb meegedeeld. Ik heb hier enkel de antwoorden gegeven, gelijk Theresia ze heeft meegedeeld. Het staat natuurlijk een leder vrij, er over te denken, gelijk hem behaagt. Mogelijk, dat een of ander professor der exegese ons er nader over zou kunnen inlichten. Nadat onze correspondent nog een en ander heeft medegedeeld over de dorpstoestanden en vreemdelingenbehandeling in Konnersreuth, deelt hij nog het volgende mede omtrent zijn bezoek in een der zoogenaamde „hotels". Het gesprek liep vooral over Theresia Neu mann en men kreeg hier den indruk, dat alle menschen met grooten eerbied opzien naar het bevoorrechte dorpsmeisje. Men hoort er aller lei verhalen, die men echter niet zonder meer dient te aanvaarden, wijl de goede dorpelingen de woderbare verschijnselen, zoo nu en dan een beetje plegen aan te dikken. Laat ik hier even aanstippen, dat men vooral met voorspellingen, die aan Theresia worden toegeschreven, een beetje voorzichtig moet zijn, daar de pastoor van Konnersreuth en dr. Ger- liCh mij verzokerden, dat Theresia bijna nooit let# voorspelt en dat zij zich slechts één voor spelling kunnen herinneren, door haar gedaan, n.l. dat eerst haar moeder zal sterven, dan zij en ten slotte haar vader. Men kan tn Konnersreuth slechts heel moei lijk geld kwijt raken: bij den paatoor niet, bij Theresia niet, bij de hotelhouders niet. Hoog stens zou men iets kunnen werpen in één der offerbusjes, die, evenals in andere kerken het geval is, ook in het bedehuis van Konners reuth zijn aangebracht. Wijziging van de gebieden. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, ligt het in het voornemen der Regeering om ln de vacature van. voorzitter van den Raad van Ar beid te Leeuwarden, ontstaan door de benoe ming van den tegenwoordigen voorzitter tot kantonrechter, zoo mogelijk te voorzien door benoeming van een reeds fungeerend voorzit ter met gelijktijdige wijziging van de verdee- ling van het Rijk in gebieden van Raden yan PROF. BUYTENDIJK VOORZITTER. Bij Kon. besluit ztjn,met ingangf van 1 October opnieuw benoemd tot leden van het algemeen college van advies voor de lichame lijke opvoeding: mr. A. I. M. J. baron van Wijn bergen te Utrecht; C. W. de Visser, te Bloe- mendaal; J. H. Luiting, te Amsterdam, en A. H. Gerliard, te Heemstede. Voorts werd op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. H. Zwaardemaker Czn., ta Utrecht, als lid en voorzitter van genoemd college, met dankbetuiging voor de door hem in die hoedanigheid bewezen diensten. Tot lid en voorzitter van genoemd college werd benoemd dr. F. J. J. Buytendijk te Gro ningen. Tot leden werden benoemd: dr. B. Brou wer, te Amsterdam en dr. F. S. van Bouwdijk Bastiaanse, te 's Gravenhage. HET VOORONTWERP VAN EEN NIEUW! VEILIGHEIDSWET. De commissie door den voorzitter van den Hoogen Raad van Arbeid benoemd. De voorzitter van den Hoogen Raad van Ar beid heeft benoemd in de commissie, welke aan den Raad praeadvies zal uitbrengen om trent het bij den Raad aanhangig gemaakt® voorontwerp van een nieuwe Veiligheidswet:, tot lid en voorzitter: Prof. Ir. I. P. de Vooijs, en tot leden: J. W. Andriessen (R. K. Werkl. Verb.), W. C. van As (Kon. Ned. Midd.b.), Joh. Brautigam (N. V. V.), G. Carst, (Zeevisscherij), Mr. P. W. J. H. Cort van der Linden (Verb. Ned. Werkg.)) Ir. N. R. Y. Croesen (Kon. Ned. Landb.-C.), B. van Cesteren (Chr. Werkg. Ver.), J. C. Glasius, (Binnenscheepvaart), L. Heijermans, J. Hilgenga (N. V. V.), K. de Jonge (N. V. V.), C. A. de Klerk (N. A. S.), A. J. Loerakker (R. K. Werkl. Verb.), J. S. Ruppert Jr. (C: N. V.), Ch. Stulemeijer (Alg. R. K. Werkg. Ver.), F. V. Valstar (Ned. Tuinbouw- raad), L. Veenstra (Verbond v. Vakorg. eu Hoofdarb.), Prof. Dr. J. A. Veraart, Mr. J, Westhof en C. J. Ph. Zaalberg. BAKKERIJ „ZUID-HOLLAND". Een voorstel van den Riiksbemiddelaar te verwachten? In de fabrieken te Gouda, alwaar werk moest worden verricht voor de Plateelbakkerij „Zuid-Holland", is gisterenochtend de volgende mededeeling aangeplakt: „Na onze bekendma king van Zaterdag j.l. is one bericht, dat de mededeeling van het ontwerp-tarlef der P.Z.H, aan den Rijksbemiddelaar, de mogelijke oplos sing van de staking bij de P. Z. H. zal kunnen brengen. Onder deze omstandigheden zal, ln afwachting of de inmenging van den Rijksbe middelaar op bovenbedoelden grondslag alsnog tot een bevredigend resultaat zal lelden, voor- looplg niet tot uitgifte van het werk voor dqj P. Z. H. worden overgegaan." De samenwerkende organisaties ln het bouw bedrijf, de moderne, christelijke en katholieke bouwvakarbeidiersbonden, hebben, zoo meldt de Voorw., aan de federatie der Friesche pa- troonsvereeniging bericht, dat zij het bestaande contract niet ongewijzigd wenschen te conti- nuieeren. In een brief zijn de eischen vervat; welke omvatten een loonsherzleniang, doorbe taling van de christelijke feestdagen, 70 pet. vergoeding1 bij onwerktjaar weer, opneming van de beton- en grondwerkers in het contract en een vacantie van drie dagen met doorbe taling van loon en een bijslag. Het conflict is opgeheven Betreffende het conflict tusschen circa 30 arbeiders van de Oranje-Nassau Kolenmaat schappij en hun directie te Amsterdam, kan worden medegedeeld, dat na een plaats ge had hebbende conferentie van de zijde der directie zoodanig voorstellen verkregen zijn^ dat deze ln een Maandagavond gehouden vergadering door de betrokken arbeiders zijn aanvaard. Het gcheele personeel zal weer tewerk worden gesteld, terwijl een aantal losse arbeiders een andere plaats op de z.g. Tornlijst zal krijgen. TEGEN DE BUITEN LAN DSCHB CONCURRENTIE Een belangrijke opdracht In concurrentie met de meest belangrijke Amerikaansche en Engelsche orgelfabrieken, is aan de N. Y. Standaart's Orgelfabrieken te Schiedam, de levering opgedragen van een groot Cinema Orkestorgel voor het Empire Theater te Coventry. DE MINISTER VAN WATERSTAAT. Bezoek aan Ameland cn Schiermonnikoog, De Minister van Waterstaat heeft zich naar het Noorden hegeven ten einde een bezoek ta brengen aan de eilanden Ameland en Schier monnikoog. Aangezien het niet mogelijk is deze eilanden; op één dag te bezoeken, maar toch ook niet| te veel tijd aan den tocht mocht worden be« steed, ls de minister Dinsdagavond uit den( Haag vertrokken; hij kon, van het gunstigd tij gebruik makende, vannacht ongeveer ta half twee uur te Nes op Ameland aankomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 5