Sfsps
Woensdag 3 October 1928
mm
Tweede Blad
Pagina 1
„ROOMSCH-KATHOLIEKE
SOCIAAL-DEMOCRATEN"
DE OORZAKEN VAN GELOOFS
VERLIES
WÉÊË
HliM
EEN BEZOEK AAN KONNERSREUTH
f
RADEN VAN ARBEID
iLij-1
LICHAMELIJKE OPVOEDING
liet algemeen college van advies
1
UIT DE AARDEWERKINDUSTRIE
DE STAKING AAN DE PLATEEL-
UIT DE BOUWVAKKEN
Het Friesclic contract niet ongewijzigd
DE STAKING BIJ DE ORANJE- j
NASSAU KOLENMAATSCHAPPIJ 1
I'
II (Slot)
Wij ïueenen te hebben aangetoond, dat
de grondbeginselen van Katholicisme en
Socialisme tenminste a's men die neemt
zooals zij zijn beletten, daf men tegelijker
tijd beide stelsels kan aanhangen. De jaren
lange ervaring lieeft de waarheid van dezd
stelling zoo ononis tootelijk bewezen, dat
men ons geen enkelen sociaal-democraat
kan toonen, die niet zijn kerkelijk-gods-
dienstige overtuiging verloor.
Ds. Banning antwoordt niet op onze
stellige vraag, boe het feit te verklaren
valt, „dat alle ons bekende sociaal-demo
craten die eens Ivatbol. tk waren, hun
geloof hebben verloren". Hij kan dat ook
niet verklaren zonder tevens te moeten
erkennen, dat socialisme en stelligcn gods
dienst elkaar niet verdragen.
Hij erkent het „vrij sterk" anti-gods
dienstig karakter ,'yin de oudere socialis-
tiese beweging".
Hij zal wel niet beweren, dat dit anti
godsdienstig karakter in den loop van de
jaren geheel verdwenen is- De wanhopige
wijze waarop van sociaal-damocratischo
zijde de toch beslist anti-godsdienstige maat
regelen van de Mexicaansche dictatuur
verdedigd worden, spreekt alleen reeds
boekdoelen.
Ds. Banning erkent ook „dat het voor
een Katholiek in Nederland een moeilijk
ding is om socialist te zijn". Wie de be
ginselen van de socialistische leiders ken
en den geest waarin de socialistische pers
ten onzent wordt geredigeerd, zal dat al
evenmin weerspreken.
„Het feit staat er", aldus onze geachte
opponent, dat honderdtallen socialisten af
vallige zonen der kerken (bedoeld is. van
de Kerk en de verschillende kerkgenoot
schappen) zijn."
„Is dat alléén gevolg van de stelsel
matige godsdienstbestrijding der socialis
ten?" vraagt de schrijver in „Het Volk
Niemand onder ons denkt er aan dit te
beweren; integendeel wij meenen, dat e
proces anders is: geloovigen worden geen
socialist, maar vooral zij. die het contact
met de Kerk verloren; het socialisme werkt
dan de totale godsdienstloosheid in de hand.
Dit feit kan worden vastgesteld in elke
streek. waar het socialisme doordrong en
oppermachtig werd
Wij moeten dus besli3t de vragen schei
den: wat de oorzaak is van het practiscli
ongeloovig-zijn der socialisten en wat het
ongeloovig worden van de nog-niet-socia-
Msten in de hand werkt.
De eerste vraag beantwoordt ds. Banuing
niet; indien hij zich aan de beantwoording
ervan zette, zou hij eerlijkheidshalve het
anti-godsdienstig" element in de socialisti
sche beweging niet kunnen voorbij zien.
Maar de tweede vraag: waarom arbeiders
hun geloof verliezen, tracht ds. Banning
wél te beantwoorden en hier worden zijn
opmerkingen, hoe. onvolledig ook, toch
lezenswaard:
ïs dat alléén gevolg van de stelselma
tige godsdienstbestrijding der socialisten.
Ik moge op enkele andere krachten wijzen.
Daar is allereerst de praktijk en de geest
van het kapitalisme dat de arbeidersklasse
stortte in de diepe smadelike proletanerb-
ellende, dat het geld en de winst alleen Let
gelden, en de mensenwaarde, steeds kern
In het Evangelie, ontkende De kap: talis-
tiese werkelikheid heeft het leven der pro
letariërs in de 19e eeuw tot .een
woestenij gemaakt, waarin de ziel, (®tt
waarin wortelt religie anders dan in de
ziel?) niet leven kon het kapitalisme
heeft bij duizenden de religie vermoord,
j Verder is er de ma&tschappelike onmacht.
1 of het konse-rvatisme der kerken. Katho-
i licisme zowel als Kalvinisme zijn gekomm:
i met hun leer van het solidarisme, handha-
j yen nog een eigendomsleer uit vroeger
I maatschappelike verhoudingen en als
de leiders het niet kunnen begrijpen, de
proletariese massa heeft het aan den lijve
ondervonden, hoe stumperig de kerken
staan tegen het industrialisties kapitalis
me, waarin het proletariaat niet anders
ls dan de mtllioenenkoppige slavenmas-
fea, en alle theorie van „solidarisme' is te
genover de werkelikheid, waarin de in.
dustrie-prodetarlër leeft, leeg en dood.
Dan heeft de roomse proletariër, als hij
in de fabriek of in de mijnen naast z'n
rode kameraad stond, gezien, dat deze
rode „materialisten" een prachtige stuk
t ^idealisme" in hun leven kunnen hebben,
dat hen boven de proletariërswanhoop uit
I helft en het geschimp op de socialis-
- ten door de priesters heeft menig roomse
als onwaar gevoeld. Ziedaar een paaT din
gen uit de praktijk, die óók in acht geno
men moeten worden bij de verklaring
van het verschijnsel, dat gelovigen in de
werkelikheid onzer maatschappij hun ge
loof verliezen.
Volgens ds. Banning moet de geloofs
afval van zooveel proletariërs dus gezocht
worden:
Ie- in het huidig staathuishoudkundig
stelsel;
2e. in het conservatisme der kerken;
3e. in de propaganda van de socialisten
self.
De laatste factor verdien! bijzondere aan
dacht: bij bewijst juist, wat wij beweren:
dat n.l, hef „stuk idealisme" van de socia
listen anti-kerkelijk werkt. Ilier hebben
wij dus de bekentenis van ds. Banning zelf,
dat het socialisme anti kerkelijk werkt.
■■Hi
Eenige der voornaamste deelnemers aan het 2,9ste Internationaal Eucharistisch Congres
te Sydney. Van links naar rechts: Mgr. Lenny. Graaf d'V.anrille, secretaris van liet
Permanent Comité, Mgr. Heylen, voorzitter van 't Permanent Comité der Eucharistische
Congressen. Prins de Croy en Mgr. Dcscham ps
Maar de eerste twee factoren dienen
onderzocht.
Allereerst wagen wij de vraag te stellen:
is dit huidig kapitalistisch stelsel voor
een groot deel niet veroordeeld door de
Kerk? En 'verzet de Kerk zich krachtens
haar leer tegen een fundamenteele ver
andering van dit stelsel?
Ds. Bannig kan noch het een noch liet
ander beweren. Daaruit volgt dus, dat de
socialisten onwaarheid spreken, als zij
beweren, dat het dogma van de Kerk zich
tegen hun economische, maatschappelijke
en politieke idealen verzot. De socialistische
demagogen maken dus misbruik van de
onwetendheid der arbeiders als zij op sar
castische wijze „Kerk cn brandkast",
„priester en kapitalist" naast elkander
plaatsen en die zelfs vereenzelvigen. Zij
kunnen beter weten zii cle leer van de
Kerk bestud'üwen. Het was de heer A- B,
Kleerekoper, die rondweg erkende, dat de
socialistische beweging wel kon heengaan
indien de Katholieke leer werd toegepast.
Maar -de Kerk, aldus ds. Banning (wij
spreken van de Kerk, niet van „kerken",
evengoed als wij b.v. spreken van de
S.D.A.P. en daarmee niet de afgescheiden
bewegingen vereenzelvigen, die immers
nooit dét kunnen zijn wat de eerste was) is
conservatief; „zij handhaaf nog een eigen
domsleer uit vroeger maatschappelijke ver
houdingen".
Wil ds. Banning ons eens precies ver
tellen, wat die eigendomsleer dan eigenlijk
is? Want het schijnt, dat hij daar opvat
tingen over heeft, die niet de Katholieke
zijn. Het eenige wat de Kerk houdt is: dat
opheffing van het privaat eigendom in de
huidige, maatschappelijke omstandigheden
eerder een achteruitgang dan een vooruit
gang zou zijn. De socialisten hebben het
tegenovergestelde nooit aangetoond.
Maar wat wil ds- Banning eigenlijk van
de Kerk? Is Zij soms geroepen te zorgen
voor goede woningen, productief werk,
goede arbeidsverhoudingen, vacantie met
extra-toeslag? Indien dat niet het geval
is (en daarover is toch geen twijfel moge
lijk) indien de Kerk dus tot eerste taak
heeft zielen den omgang met God te
leeren en, zoo doende, zijdelings te werken
aan maatschappelijke verheffing (en dat
zij dè.t gedaan heeft, is toch ook niet te
weerspreken) wat kan men haar dan ver
wijten? Zij kan toch niet meer doen dan
zulke zedelijke geboden te handhaven,
die, als zij werden nageleefd, goede
maatschappelijke verhoudingen tengevolge
moeten hebben. Indien men die geboden
niet. volgt, indien men de Kerk belemmert
in de uitoefening van haai' zending, zooals
in Mexico, of haar zijdelings tegenwerkt,
zooals geschiedde in het spottend artikel
dat „Het Volk" van 21 September publi
ceerde tegen de actie van de Utrechtsche
geestelijkheid intake de gevaarlijke dansen,
of indien de sociale werkzaamheid van
priesters wordt verzwegen, zooals de soda-
listen dat deden inzake dr. Ariëns, of als
die in valsch daglicht wordt gesteld, zoo
als dat Q.a. geschiedde met een bemidde
lingspoging van dr. Poels in een ernstig
confliot, valt dan het verwijt van conser
vatisme op de Kerk, die bij monde van
haar hoogste gezag en van groote mannen
In schier alle landen, herhaaldelijk en
met nadruk tegen maatschappelijke wan
toestanden protesteerden?
Het eenige wat ds. Banning zeggen
kan is, dat veel Katholieken niet leven
naar de leer van hun Kerk. Dat is onze
schuld en niet de hare. Indien de leer der
Kerk inderdaad werd beleefd, kon het
socialisme niet bestaan; het is eenvoudig
den paalbouw boven den poel van het
maatschappelijk onrecht. Wordt de poel
gedempt, dan.... maar de beer Kleerekoper
heeft het geschreven: het socialistisch ver
zet kon dan uitblijven.
„Zullen nu Katholieken sociaaldemocraat
worden èn hun geloof behouden" vraagt
ds. Banning.
Maar de ervaring heeft het toch vol
doende getoond!
Ds. Banning schrijft:
Zodra katholieke proletariërs de zede-
llke geboden van hun christendom gaan
toepassen op <le tegenwoordige maat
schappij, en zolang zij hun kerk met de
een paar eeuwen tenachter zijnde leer van
solidarisme stumperig tegenover de kapi-
talistiese werkelikheid zien staan, ko
men zij in pijnlike konflikten, die veler
tot het socialisme heeft gevoerd en voeren
zai. Misschien zijn de leiders der socialis-
tiese beweging, die eens katholiek waren,
wel rood geworden door hun sterk gevoel
van rechtvaardigheid en mensenwaarde.
Het is voor ons en mij dunkt, voor de
katholieke leiders zelf toch ook geen
vraag meer: als de kerk de arbeidersklasse
de vrijheid geeft zich naar eigen inzicht te
organiseeren, dan komen ze bij drommen
naar het socialisme, dat ook voor hen de
belofte van maatschappelike bevrijding
geeft.
Of zij dan hun geloof behouden? Dat
zal niet afhangen van ons, socialisten,
maar van de kracht en de
waarheid van het geloo f z e 1 f.
Wij vragen niet naar iemands belijdenis,
hebben eerhied voor elke levensovertui
ging. Is het niet wat al te kleinmoedig
en ongelovig van priesters, die bewereu
de goddelike geopenbaarde waarheid te
bezitten, om te vrezen dat dit geloof valt,
wanneer men de vrijheid zou geven tot
politieke en ekonomiese organisatie? Kan
het geloof, daar niet tegen, ja dan zal het
wel vallen.
Hier wordt weer herhaald wat al gezegd
was.
Indien de arbeiders zien, dat de tegen
woordige maatschappij huu waardevolle
christelijke beginselen niet toepast, dan is
de eerste redelijke gedachte niet: zelf
socialist woi-den, maar die maatschappij
weer te kerstenen. Zij zullen dan ook tot
de ontdekking komen, dat de leer der
Kerk niet achter is, maar dat de wereld
ten achter is geraakt en teruggevallen in
toestanden, die de Kerk eertijds hhd over
wonnen. Alleen zij, die de leer der Kerk
niet kennen, werden „rood"; indien zij
beter geweten hadden, zouden zij begrepen
hebben, dat de eischen der Kerk véél radi
caler zijn dan veel radicalen durven ver
onderstellen.
Wat de bewering omtrent de organisatie
vrijheid betreft: waarom hebben socialisten
niet hot recht bij communistische vereeni-
gingen georganiseerd te zijn? Indien de
socialisten zóó zeker zijn van de waarheid"
van hun stelsel, waarom vertrouwen zij
dan niet op de innerlijke kracht daarvan
en leveren zij hun aanhangers niet rustig
over aan den invloed van Moskou? Wat
voor opvatting heeft men toch van de
Katholieke leer en waarom herinnert een
predikant zich niet wat de Katholieke
theologie over de verhouding van natuur
en genade leert? Waarom wordt de Kerk
lastig gevallen over iets wat men heel
rustig zelf ook doet?
Wij hebben eerbied voor „elke levens
overtuiging" schrijft ds Banning. De feiten
weerspreken dat, maar de. goede bedoeling
kan practisch ook niet bestaan. Het
is toch onmogelijk tegelijkertijd eerbied
te toonen voor den nieuvv-malthusiaan die
tegennatuurlijke kinderbeperking heel ver
standig vindt, en den geloovige die het
zwaar zondig acht? Bewijst hetEngelsche
voorbeeld niet, hoe de laboor-fractie tel
kens hopeloos uiteenvalt als beginsel-
punten aan de orde komen?
Als ds. Banning ons tenslotte zoo open
hartig vraagt „wordt het geen tijd voor
een andere orienteering", volstaan wij een
voudig met erop te wijzen, dat de Katho
lieken nooit teruggeschrokken zijn voor het
inslaan van nieuwe wegen. Maar zij weten
gaarne met wie zij te doen hebben. Hoe
kunnen wij samenwerken met lien, die
even oneerlijk als wreed tegenover ons zijn?
Waarom moet de socialistische pers dik
wijls zoo onwaar spreken over ons geloof,
zoo smalen op onze voormannen, zoo
spotten met onze priesters? Waarom wordt
de leer der Kerk bijna nooit weergegeven
zooals zij is; waarom wordt het werk der
Kerk angstvallig verzwegen; waarom dat
voortdurend gespot met onze zedelijke
idealen, dat gedwarsboom van onze in
tieme wenschen?
De „nieuwe oriënteering" hangt niet
alleen van ons af. Als de socialisten haar
willen verhaasten, zullen zij moeten leeren
tegenover ons eerlijk, betrouwbaar en waar
te zijn.
III (slot.)
VRAGEN, TIJDENS DE EXTASE VAN
15 SEPTEMBER AAN THERESIA
GESTE! D
Veel bewondering voor het
eenvoudige meisje
VOORZICHTIGHEID BLIJFT GEBODEN.
(Van onzen Weonsclien correspondent.)
Er valt nog een en ander mede te doelen
over de vragen, die in de extase op 15 Sep
tember bij de H. Communie aan Theresia wer
den gesteld en over de antwoorden, die zij beeft
gegeven.
Voorop zij gesteld, dat het geenszins onze
bedoeling is, de beantwoording dier vragen als
iets wonderbaars voor te stellen en zulks te
minder, wijl de juistheid der gegeven antwoor
den niet te controleeren valt. Wij willen alleen
de feiten weergeven, zooaJs wij die waarnemen.
Vooreerst vroeg kapelaan Bauerlipp uit
Bamborg èsn en ander over relikwieën, welke
hij had meegebracht. Hij had een schrijn, waar
in het midden weid gevormd door een deeltje
van het H.Kruis, door een rosette van acht
relikwieën van heiligen omgeven.
Theresia antwoordde, dat de relikwie van 't
H. Kruis echt was, het was een deeltje van den
hoofdbalk dee Kruises, terwijl zij van vijf
relikwieën de echtheid eveneens constateerde.
Twee waren slechts aangestreken, terwijl één
onecht was.
Het eenige interessante van het geval was
eigenlijk de zekerheid, waarmee zij sprak,
Geen de minste aarzeling. Kort en goed, ik zou
haast zeggen apodictisch, gaf zij haar antwoor
den, die door den kapelaan werden genoteerd.
De kapelaan legde haar vervolgens drie'vra
gen ter beantwoording voor, welke P. Haagen
S.J. uit Rome, een kennis van den Bamberg-
schen plebaan, aan dezen had toegezonden, met
het verzoek, ze aan Theresia voor te leggen.
P. Haagen, is een man van over de tachtig
jaren, die het grootste gedeelte van zijn wel
besteed leven heeft gewijd aan het onderzoek
der schriften en visioenen van Katharina van
Emmerich.
Het waren een paar vragen omtrent Kephas
uit de brieven van den H. Paulus. In zijn schrij
ven aan de geloovigen van Galata, deelt de
apostel mee, dat hij Kephas in het aangezicht
heeft weerstaan, aangezien hij met de heidenen
volgens de gebruiken der heidenen had geleefd,
later echter zelf leefde volgens de gebruiken
der bekeerlingen uit de Joden en ook de ge
loovigen wilde dwingen hetzelfde te doen.
De vraag was nu, wie is die Kephas? En het
antwoord? Dat was een leerling der Apostelen,
die vroeger helden was en tn dien tijd verschil
lende ziekten had te doorstaan. Door één van
de Apostelen ln den schoot der Kerk opgeno
men, werd hij van zijn kwaal genezen en sloot
zich nu aan bij de geloovigen, die ln de H.
Schrif t judaizantes worden genoemd, d. w. z.,
dat ze de gebruiken der Joden voor een groot
gedeelte behielden.
Op een verdere vraag, of die Kephas later
afgevallen Is en waarom toen niets me»1 ln de
H. Schrift van hom hoort, was het antwoord,
dat Kephas niet afgevallen is, doch dat hij met
ijver gewerkt heeft aan de uitbreiding van het
Christendom, dat hij Blch zelfs heeft inge
scheept, om de heidenen in vreemde landen te
bekeeren, «och dat het schip onderweg ver
ongelukte en dat hij bij die gelegenheid den
dood vond.
De derde vraag betrof de zinsnede in een
anderen brief van den H. Paulus, waarin hij
vraagt, of hij niet even goed het recht zou heb
ben zich van een vrouw te doen begeleiden
als Kephas, was het antwoord, dat hier in wer
kelijkheid op den Apostel Petrus gedoeld wordt.
Nauwelijks was dit antwoord gegeven, of
Theresia sloeg de oog en op, vouwde haar han
den samen en begon op te staan om zich te
begeven naar het altaar van de Kleine H.
Theresia, gelijk Ik reeds eerder heb meegedeeld.
Ik heb hier enkel de antwoorden gegeven,
gelijk Theresia ze heeft meegedeeld. Het staat
natuurlijk een leder vrij, er over te denken,
gelijk hem behaagt. Mogelijk, dat een of ander
professor der exegese ons er nader over zou
kunnen inlichten.
Nadat onze correspondent nog een en ander
heeft medegedeeld over de dorpstoestanden en
vreemdelingenbehandeling in Konnersreuth,
deelt hij nog het volgende mede omtrent zijn
bezoek in een der zoogenaamde „hotels".
Het gesprek liep vooral over Theresia Neu
mann en men kreeg hier den indruk, dat alle
menschen met grooten eerbied opzien naar het
bevoorrechte dorpsmeisje. Men hoort er aller
lei verhalen, die men echter niet zonder meer
dient te aanvaarden, wijl de goede dorpelingen
de woderbare verschijnselen, zoo nu en dan
een beetje plegen aan te dikken.
Laat ik hier even aanstippen, dat men vooral
met voorspellingen, die aan Theresia worden
toegeschreven, een beetje voorzichtig moet zijn,
daar de pastoor van Konnersreuth en dr. Ger-
liCh mij verzokerden, dat Theresia bijna nooit
let# voorspelt en dat zij zich slechts één voor
spelling kunnen herinneren, door haar gedaan,
n.l. dat eerst haar moeder zal sterven, dan zij
en ten slotte haar vader.
Men kan tn Konnersreuth slechts heel moei
lijk geld kwijt raken: bij den paatoor niet, bij
Theresia niet, bij de hotelhouders niet. Hoog
stens zou men iets kunnen werpen in één der
offerbusjes, die, evenals in andere kerken het
geval is, ook in het bedehuis van Konners
reuth zijn aangebracht.
Wijziging van de gebieden.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen, ligt
het in het voornemen der Regeering om ln de
vacature van. voorzitter van den Raad van Ar
beid te Leeuwarden, ontstaan door de benoe
ming van den tegenwoordigen voorzitter tot
kantonrechter, zoo mogelijk te voorzien door
benoeming van een reeds fungeerend voorzit
ter met gelijktijdige wijziging van de verdee-
ling van het Rijk in gebieden van Raden yan
PROF. BUYTENDIJK VOORZITTER.
Bij Kon. besluit ztjn,met ingangf van 1
October opnieuw benoemd tot leden van het
algemeen college van advies voor de lichame
lijke opvoeding: mr. A. I. M. J. baron van Wijn
bergen te Utrecht; C. W. de Visser, te Bloe-
mendaal; J. H. Luiting, te Amsterdam, en A.
H. Gerliard, te Heemstede.
Voorts werd op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend aan dr. H. Zwaardemaker Czn., ta
Utrecht, als lid en voorzitter van genoemd
college, met dankbetuiging voor de door hem
in die hoedanigheid bewezen diensten.
Tot lid en voorzitter van genoemd college
werd benoemd dr. F. J. J. Buytendijk te Gro
ningen.
Tot leden werden benoemd: dr. B. Brou
wer, te Amsterdam en dr. F. S. van Bouwdijk
Bastiaanse, te 's Gravenhage.
HET VOORONTWERP VAN EEN NIEUW!
VEILIGHEIDSWET.
De commissie door den voorzitter van den
Hoogen Raad van Arbeid benoemd.
De voorzitter van den Hoogen Raad van Ar
beid heeft benoemd in de commissie, welke
aan den Raad praeadvies zal uitbrengen om
trent het bij den Raad aanhangig gemaakt®
voorontwerp van een nieuwe Veiligheidswet:,
tot lid en voorzitter: Prof. Ir. I. P. de Vooijs,
en tot leden: J. W. Andriessen (R. K. Werkl.
Verb.), W. C. van As (Kon. Ned. Midd.b.), Joh.
Brautigam (N. V. V.), G. Carst, (Zeevisscherij),
Mr. P. W. J. H. Cort van der Linden (Verb.
Ned. Werkg.)) Ir. N. R. Y. Croesen (Kon. Ned.
Landb.-C.), B. van Cesteren (Chr. Werkg.
Ver.), J. C. Glasius, (Binnenscheepvaart), L.
Heijermans, J. Hilgenga (N. V. V.), K. de Jonge
(N. V. V.), C. A. de Klerk (N. A. S.), A. J.
Loerakker (R. K. Werkl. Verb.), J. S. Ruppert
Jr. (C: N. V.), Ch. Stulemeijer (Alg. R. K.
Werkg. Ver.), F. V. Valstar (Ned. Tuinbouw-
raad), L. Veenstra (Verbond v. Vakorg. eu
Hoofdarb.), Prof. Dr. J. A. Veraart, Mr. J,
Westhof en C. J. Ph. Zaalberg.
BAKKERIJ „ZUID-HOLLAND".
Een voorstel van den Riiksbemiddelaar
te verwachten?
In de fabrieken te Gouda, alwaar werk
moest worden verricht voor de Plateelbakkerij
„Zuid-Holland", is gisterenochtend de volgende
mededeeling aangeplakt: „Na onze bekendma
king van Zaterdag j.l. is one bericht, dat de
mededeeling van het ontwerp-tarlef der P.Z.H,
aan den Rijksbemiddelaar, de mogelijke oplos
sing van de staking bij de P. Z. H. zal kunnen
brengen. Onder deze omstandigheden zal, ln
afwachting of de inmenging van den Rijksbe
middelaar op bovenbedoelden grondslag alsnog
tot een bevredigend resultaat zal lelden, voor-
looplg niet tot uitgifte van het werk voor dqj
P. Z. H. worden overgegaan."
De samenwerkende organisaties ln het bouw
bedrijf, de moderne, christelijke en katholieke
bouwvakarbeidiersbonden, hebben, zoo meldt
de Voorw., aan de federatie der Friesche pa-
troonsvereeniging bericht, dat zij het bestaande
contract niet ongewijzigd wenschen te conti-
nuieeren. In een brief zijn de eischen vervat;
welke omvatten een loonsherzleniang, doorbe
taling van de christelijke feestdagen, 70 pet.
vergoeding1 bij onwerktjaar weer, opneming
van de beton- en grondwerkers in het contract
en een vacantie van drie dagen met doorbe
taling van loon en een bijslag.
Het conflict is opgeheven
Betreffende het conflict tusschen circa 30
arbeiders van de Oranje-Nassau Kolenmaat
schappij en hun directie te Amsterdam, kan
worden medegedeeld, dat na een plaats ge
had hebbende conferentie van de zijde der
directie zoodanig voorstellen verkregen zijn^
dat deze ln een Maandagavond gehouden
vergadering door de betrokken arbeiders zijn
aanvaard. Het gcheele personeel zal weer
tewerk worden gesteld, terwijl een aantal
losse arbeiders een andere plaats op de z.g.
Tornlijst zal krijgen.
TEGEN DE BUITEN LAN DSCHB
CONCURRENTIE
Een belangrijke opdracht
In concurrentie met de meest belangrijke
Amerikaansche en Engelsche orgelfabrieken,
is aan de N. Y. Standaart's Orgelfabrieken te
Schiedam, de levering opgedragen van een
groot Cinema Orkestorgel voor het Empire
Theater te Coventry.
DE MINISTER VAN WATERSTAAT.
Bezoek aan Ameland cn Schiermonnikoog,
De Minister van Waterstaat heeft zich naar
het Noorden hegeven ten einde een bezoek ta
brengen aan de eilanden Ameland en Schier
monnikoog.
Aangezien het niet mogelijk is deze eilanden;
op één dag te bezoeken, maar toch ook niet|
te veel tijd aan den tocht mocht worden be«
steed, ls de minister Dinsdagavond uit den(
Haag vertrokken; hij kon, van het gunstigd
tij gebruik makende, vannacht ongeveer ta
half twee uur te Nes op Ameland aankomen.