FEUILLETON I HET NIEUWE BEDRIJF. WOENSDAG 10 OCTOBER 1S28 TWEEDE BLAD PAGINA 2 UIT HET B0EKöRUKaERS3E0RIJF EEN SCHERP CONFLICT STAKING AAN 'N AARDAPPELMEEL FABRIEK UIT DE GOUDECHE AARDEWERK- INDUSTRIE HET CONFLICT DUURT VOORT WERKLOOSHEIDS VERZEKERING WETTELIJKE REGELING HET ADVIES VAN DEN HOOGEN RAAD VAN ARBEID Een nieuwe bepaling der C. A. O. GEBR. STÖRK CO- EEN BELANGRIJK KRUiG GESPREK de beteekenis van de telefoon? DE ZIEKTE-GEVALLEN OF „DE INSULIN DE" N. V. ITALIAANSCHE OPERA, DE ARBEIDERSPERS Tusschen de boekdrukkers en de j handelaren in papier en grafische I artikelen dreigt een felle strijd Wij lezen in het „Volk": Zooals bekend mag wortfen verondersteld, is er een geschil uitgebroken tusschen de Federatie van werkgeversorganisaties in het boekdrukkersbe&rijf en de Ned. vereeniging van papierhandelaren en de handelaren in grafische artikelen, met het gevolg, dat eerst genoemde organisatie het contract met de andere veireeniging heeft opgezegd. Het ge schil was ontstaan, doordat de federatie in een nieuw ontwerp-eontraet eenige scherpe bepalingen had opgenomen, waartegen de le veranciers ernstige bezwaren hadden inge bracht. In het contract was o.a. opgenomen, dat het verboden was te leveren aan niet-geor- ganiseerde drukkerspatroons. Wanneer een firma aan een ongeorganiseerden patroon le verde. zou een waarschuwing tegen haar wor den gepubliceerd. Toen bleek, dat het niet mogelijk was door minnelijke schikking tot overeenstemming te komen, zond de federatie aan haar leden een circulaire, waarin plannen voor een actie ia overweging werden gegeven. Naar aanleiding hiervan zond de Vereeni- ging van Ned. papiergroothandelaren een brief, waarin het bestuur mededeelde, het te betreuren, dat de federatie blijkbaar een weg wilde betreden, die tot een zeer feilen strijd moet voeren. s Wij achten ons verplicht, aldus de brief, u er op te wijzen, dat wanneer u grijpt naar het machtsmiddel boycot of actie in welken vorm ook, u ons dan dwingt onze organisatie en onze leden te beschermen door gebruik te maken van hetzelfde wapen. Uit een telefonisch onderhoud, naar aan leiding van dezen brief gevoerd,, tusschen de voorzitters der federatie en der vereeniging, bleek, dat de brief niet bedoeld was als een poging tot nieuwe onderhandelingen, doch slechts als waarschuwing. Thans heeft de federatie een nieuwe circu laire aan haar leden gezonden, waarin gezegd wordt, dat nu de leveranciers rondweg gewei gerd hebben de wenschen omtrent het niet leveren aan hen, die den welstand bedreigen, in te willigen, de federatie de vrijheid neemt tegen die leveranciers te zeggen: „Ga onze deur voorhij". Het doel is echter alleen: de normale verhoudingen wederom te herstellen. De wenken, die het algemeen hoofdbestuur der federatie in dit verband aan de leden wil geven, komen hierop neer, dat den leden ver zocht wordt, behoudens dringende noodzakelijk heid, niet te koopen bij enkele, in de circu laire genoemde papier-groothandelaren en han delaren in grafische artikelen. Hoewel het hoofdbestuur zegt, dat de wen ken slechts gegeven zijn in den vorm van een verzoek, vertrouwt het, dat de leden -zullen toonen, dat het feitelijk gelijk staat met een gebod." Wegens een onbeantwoord ultimatum In de aardappelmeelfabriek van O. J. Meijer te Zuid-Wending bij Veendam, ia het perso neel, groot 53 man in staking gegaan. De oor zaak hiervan ligt in het feit, dat een gesteld ultimatum niet is beantwoord. De hootdeisch is verhoogirag van het week loon van 17.10 tot 19.50, weük weekloon reeds jaren geldt voor de speculatieve fabrie ken. De conferentie met den Rijksbemiddelaar geen resultaat gehad. Gisterenmiddag heeft een conferentie plaats gehad van den Rijksbemiddelaar, den heer van IJsselstein, met partijen, betrokken bij het con flict in de aardewerkindustrie te Gouda. Deze bespreking heeft geen enkel resultaat opgeleverd, zoodat de oplossing van het conflict niet is gevonden. EEN CONFLICT TUSSCHEN EXPORTEURS EN TUINDERSORGANISATIES, Een massa-ontslagneming- Ais gevolg van het conflict tusschen den Noord-Hollandschen hond van aardappel-expor teurs en de-tuindersorganisaties, vereenigd in den bond van veilingsvereenigingen in Neder land, welk conflict zijn oorsprong vindt in een artikelenreeks, gepubliceerd in De Tuinderij en getiteld „Onder Tribuut", hebben alle leden van, den Noord-Hollandschen hond bedankt als bestuursleden van het Uitvoer Controle-Bureau. WERKLOOSHEIDBESTRIJDING EN WERK VERSCHAFFING Maatregelen der Provincie Utrecht In de Winterzitting werd door de Prov. Staten van Utrecht aan Ged. Staten opgedra gen over hunne bemoeiingen inzake de werk- loosheidhestrijding verslag uit te brengen^* De met medewerking van de Ned. Heidemaat schappij ingestelde pogingen om wederom de beschikking te krijgen over terreinen, geschikt om van Provincieweg© met werkloozen ontgon nen te worden, mochten dit jaar geen gunstig gevolg hebben. Door de Provincie zijn dienten gevolge in 1928 geen werken ter hand genomen uitsluitend met het oogmerk van werkver schaffing. Slechts de weinig omvangrijke werk zaamheden tot afwerking van in vorige jaren uitgevoerde ontginningen, werden uitgevoerd. Evenal3 in vorige jaren werden in 1928 eenige bijdragen uit de provinciale middeleu in de kosten van door anderen uitgevoerde werken toegekend.. Gedep. Staten hebben in overleg met het Departement van Binnenl. Zaken en Land bouw aan een commissie van drie deskundigen opgedragen, te onderzoeken of in dit gewest terreinen aanwezig zijn, welke ontginnings werken tot dusdanigen omvang mogelijk maken, dat oprichting te dier zake van. eene vereeniging als in artikel 123 onder die der onteigeningswet bedoeld, gewettigd zal zijn. Hét rapport van deze commissie maakt naar het eenstemmig oordeel van genoemd Departe ment en Ged. Staten een nader onderzoek van waterstaat-technischen aard noodzakelijk. In afwachting van den uitslag van boven bedoeld onderzoek, worden de pogingen om het mogelijk te maken van Provinclewege wederom óp lot nu toe gebruikelijke wijze werkverschaf- fingswerken te doen uitvoeren voortgezet. De ondervinding te dien aanzien in het af- geloopen tijdvak opgedaan, weerhoudt Ged. Staten echter reeds thans een crcdiet te die" zake te vragen. Ged. Staten stellen Prov. Sta ten derhalve voor, vooralsnog met een merao- riepost op de begrooting 1929 te volstaan. De verplichte premie-betaling door de werkgevers. De inning der premiën. De uitbreiding van het aantal verzekerden. De Hooge Raad van Arbeid heeft in zijn 8 October gehouden vergadering zijn advies vast gesteld omtrent de drie volgende, door den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid aan den Raad voorgelegde vragen, betreffende de wettelijke regeling der werkloosheidsverzeke ring. I. Indien, naast verplichte premiebetaling door alle werkgevers voor alle in hun dienst zijnde arbeiders, de vrijwilligheid inzake de toetreding tot de werkloozenkassen der vak organisaties gehandhaafd blijft, zullen de werk gevers bijdragen ook voor arbeiders, die niet tegen werkloosheid verzekerd zijn. Is zoodanige regeling te aanvaarden? II. Aan welke organen k-n dat innen der premiën van de werkgevers het doelmatigst worden opgedragen? III. Wordt langs dozen weg in voldoende mate bereikt, dat het aantal verzekerden zich belangrijk zal uitbreiden, welk doel met een wettelijke regeling mede wordt nagestreefd? In de eerste vraag wordt als vaststaande aangenomen: a. een verplichting voor de werk gevers om mede te betalen; b. voor alle werk gevers; c. voor alle in hun dienst zijnde ar beiders; e. de werkloozenkassen der vakorga nisaties, draagster der verzekering. De minister concludeert, dat, wanneer alles als vaststaande wordt aangenomen, de werkge vers zullen bijdragen, ook voor arbeiders, die niet tegen werkloosheid verzekerd zijn. Hij stelt de vraag of een zoodanige regeling te aanvaarden is. Bij de behandeling werd gestuit op de vraag, welke beteekenis gehecht moet worden aan het zinsgedeelte (gegeven c): „voor alle in hun dienst zijnde arbeiders". Gelet op de conclusie; „zullen de werkgevers bijdragen ook voor ar beiders, die niet tegen werkloosheid verzekerd zijn", heeft de Raad gemeend dezen term in de eerste plaats aldus te moeten opvatten, dat de. minister inderdaad bedoek, beeft, dat elke werkgever voor eiken, al of niet verzekerden, in zijn dienst staanden arbeider een premie zal moeten betalen. Deze opvatting aanhoudende, heeft een meer derheid gemeend, de vraag ontkennend te moe ten beantwoorden. Daarbij golden als voor naamste overwegingen, dat het niet aanvaard baar is, dat werkgevers voor arbeiders zouden betalen, terwijl die arbeiders geen recht op uit- keering zouden hebben. Bovendien werden prin- Cipieele bezwaren geopperd tegen een regeling, waarbij de werkgevers verplicht zouden wor den hun bijdragen te storten, zij het middel lijk, in de werkloozenkassen der vakorganisa ties, terwijl laatstgenoemden, gegeven de te genwoordige omstandigheden, strijdvereenigin- gen zijn, gericht tegen de werkgevers. Een minderheid in den Raad, zich aanslui tende aan de boven aangeduide algemeene op- vatting van den term: „voor alle in hun dienst zijnde arbeiders", meent de vraag bevestigend te moeten beantwoorden en acht een zoodanige regeling dus wel aanvaardbaar. Omtrent de wijze waarop een dergelijke re geling getroffen zou moeten worden bestond geen volledige overeenstemming onder de le- den> die deze minderheid vormden. In enkele trekken is aangegeven hoe een dergelijke re geling er zou kunnen uitzien. Een aantal leden van den Raad was van oordeel, dat niet behoefde te worden volstaan met de redactie der eerste vraag in den bo venvermelden strikten zin op te vatten en strikt te beantwoorden, doch dat er met be houd van de gegevens onder a, b en d ver meld nog een andere suppositie mogelijk is, mits men het gegeven onder c vermeld eenigs- zins anders opvat dan de Minister blijkbaar in zijn schrijven heeft gedaan. Leest men „voor" in den zin van „over", dan zouden de werkge vers evenveel kunnen bijdragen als de verze kerde arbeiders betalen, maar dan zou de totale bijdrage van eiken werkgever berekend moe ten worden over (in verhouding tot) alle in zijn dienst zijnde arbeiders. Vat men de vraag aldus cp, dan bleek er een meerderheid in den Raad te vinden, die de vraag bevestigend beantwoordde. Sommige dezer leden spraken als hun mee ning uit, daf op grond van de bestaande werk loozenkassen en met gebruikmaking van an dere bestaande organen (bedrijfsvereenigingen, risicovereenigingen e.d.) het mogelijk is deze regeling, zij het niet voor alle bedrijven, be- drijfsgewijze op te zetten. Tegenover laatstgenoemde meerderheid stond een aantal andere leden, dat als zijn meening uitsprak, dat de door de meerderheid gegeven interpretatie van de eerste vraag gewrongen is en niet in overeenstemming met de duide lijke bedoeling van den Minister. Wil de Raad op eigen initiatief een advies gaan uitbrengen over het vraagstuk der werk loosheidsverzekering, dan moet hij dat, naar het oordeel van deze leden, niet doen incidenteel, naar aanleiding van deze vragen, doch dan dient de Raad zelfstandig een onderzoek in te stellen naar de verschillende problemen, die onderzocht moeten worden, alvorens men een bepaald stelsel van verplichte werkloosheids verzekering kan aanbevelen. De overige leden van den Raad hebben op do tweede vraag geantwoord, dat de inning van de premiën der werkgevers het doelmatigst kan worden opgedragen aan de bestaande or ganen der sociale verzekering. De derde vraag was bevestigend beantwoord. ONZE GROOT-INDUSTRIE Ondernemingen met meer dan 1000 arbeiders In 1912 waren er in ons land 19 fabrieken met meer dan 1000 arbeiders; te zamen hadden zij er 29.570. Thans zijn er 52 fabrieken met meer dan 1000 arbeiders; te zamen hebben ze e>r 83.725. Het mijnbedrijf is hierbij niet inbegrepen. Tot de toeneming hebben kunstzijde en gloei lampen met 12.500, de hoogovens met 1100 ar beiders bijgedragen; de andere pl.m. 35.000 zijn over de geheele oude industrie verdeeld en ko men voor pl.m. 5500 voor rekening van de tex tielindustrie, voor pl.m. 3000 voor die van den scheepsbouw en voor 10.000 voor rekening van de metaal-industrie. TOCHTVRIJE ARBEID. Men deelt ons mede, dat, ingevolge een be paling in de collectieve arbeidsovereenkomst in het stukadoorsbedrijf, in het tijdvak van 15 October tot 15 April slechts tochtv: ije arbeid mag worden verricht. De vakorganisaties zullen aan deze bepaling krachtig de hand houden. Een voorstel tot onveranderd dividend De directie van de Machinefabriek Gebr. Stork Co. te Hengelo stelt, in overleg met commissarissen aan de algemeene vergadering voor, het dividend over het boekjaar 1927/1928 vast te stellen op 6 pet. (v. j. eveneens 6 pet.)-. VERBINDING NEDERLAND—INDIë. DE GEREZEN MISVERSTANDEN UIT DEN WEG GERUIMD. Gisteren werden op het hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie onder leiding van den directeur-generaal besprekingen gevoerd over de voorgenomen herziening der Rijkstelefoon tarieven met de directeuren van de Gemeente lijke telefoonnetten te Amsterdam, 's-Graven- hage en Rotterdam en eenige hoofdambtenaren van den telefoondienst hij het hoofdbestuur. re ongeveer twee uur werd de vergadering onderbroken om de heeren ir. Boetje, hoofd ingenieur-directeur der Telegrafie en hoofd ingenieur der Telegrafie dr. ir. Koomans, die juist in Indië waren aangekomen, even te ver welkomen door middel van een vlot verloopend kruisgesprek in de studio van het hoofdbestuur. Te vier uur voorts waren in de studio aan wezig de Leidsche professoren FIu, Kan en Koolemans Beijnen, benevens de heer Ruys, directeur van den Rotterdamschen Lloyd, dia een langdurig onderhoud hadden met de Indi sche geneesheeren prof. De Lange, dr. Olivier, dr. Elshont en dr. Knapper, terwijl in Indië mede aanwezig waren eenige vertegenwoordi gers van den Rotterdamschen Lloyd. De gere zen kwesties betreffende de ziektegevallen op de „Insulinde" werden uitvoerig besproken, waarbij alle gerezen misverstanden tusschen den Nederlandschen en den Indisehen Genees kundigen Dienst konden worden uit den weg geruimd. De besprekingen, waaraan van weerszijden om beurten alle heeren deelnamen, werden in den meest vriendschappelijken geest gevoerd. De groote beteekenis van deze onvolprezen telefonische gemeenschap trad door deze gedaehtenwisseling opnieuw ten duidelijkste aan het licht. t HET RADIOVERKEER MET NED. INDIë. De opbrengst over het derde kwartaal 1928. Het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie deelt mede, dat het radiotelegraafverkeer Ne derland-Ned-Ind ië (rechtstreeks en via Ame rika), voor zooveel het aan Nederland toeko. mende aandeel betreft, over het 3e kwartaal van 1928 rond 431.550 bedroeg, tegen ron«$ f 291.000 over het 3e kwartaal van 1927. Uitbreiding van kapitaal In de gisteren te Amsterdam gehouden al gemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Italiaanscbe Opera Cav. M. de Hondt ia besloten het kapitaal met 15.000 uit te brei den. 200.000 van den A- N. D. B. De vergadering van den Bondsraad van den Alg. Ned. Diamantbewerkersbond heeft, naar „Het Volk" meldt, met algemeene stemmen bet- sloten voor f 200.000 deed te nemen in ée doop het N. V. V. uitgeschreven obligatieleening ten behoeve der arbeiderspers. j Ecu industrie- en boerenverteliing uit Munsterland door AUG WIBBELT. Pr. (Uit 't Munsterlandsch dialekt vertaald) 21.) Alleen de dorpsschoul was vroolijk en opge ruimd, de champagne had hem zalig gemaakt. Hij had geen flauw vermoeden dat er onweer op til was. Ze daalden af in de eerste, de tweede groeve en de heeren spraken hun verwondering er over uit, dat men hen lastig gevallen had er is van zwavelkies bijna niets te bespeuren. De hoofdopzichter beet op z'n snor en Been steen werd zoo rood ais vuur. Nu kwam de vierde groeve, de vergulde, zooals Jopie Brom mer gezegd had. Daar bleven de heeren lang aan 't werk. Toen ze weer boven kwamen, was Beensteen niet meer rood, maar zoo wit als krijt. De twee heeren trokken 'n onheilspellend gezicht. Ze hadden nog eenige stukjes zwavelkies in de hand en bekeken ze heel nauwkeurig. Dat is zuiver cement alles vastge- kit, zeer zeker vakkundig en handig gedaan. Hier lijkt bedrog in 't spel te zijn, zoodat ik den heeren de vraag moet stellen, of ze hier omtrent uitkomst kunnen geven, Hoe is het zwavelkies in deze groeve gekomen Beensteen was van meening, dat het vöorhan- dene zwavelkies zich daar natuurlijker wijze geformeerd had, maar de heeren luisterden zelfs niet naar hem en ondervroegen den hoofd opzichter Deze was ook zoo wit als kalk, maar keek toch heel brutaal de wereld in en zeide, dat hij niets anders wist of zeggen kon, dan dat zwavelkies in die groeve was. Van het cement sprak hij niet. De heeren namen met 'n paar woorden afscheid en gingen. Met verbazing zag de dorpsschout hen na hij had het voorval niet goed begrepen Hoe Is 't Wordt 't niks Neen, zei Beensteen woedend, zoo'n rot zooi Ik kon me-zelf wel opeten van kwaad heid Neen, Edelachtbare, 't wordt niks met de concessieaanvraag maar bij U moet't wat v-rJen, daar garandeer ik voor! Uw eigen dommen staan geheel tot onze beschikking en wij gaan op staanden voet nog twee nieuwe groeven delven. Het kleinspoor wordt ook aaji- gelegd en die eene schuur van u, die aan de Holler ligt, richten we in als wasseherij. Maar dat kost geld, mijnheer dorpsschout, dus, als- 't-u-biieft, voor den dag met uw portemonnaie! Hobo riep de dorpsschout, met 'n ge zicht zoo rood als vuur, begint u zoo? Kost geld, wordt er dan niks verdiend? Waar blijven mijn procenten? Geen praatjes, als-'t-u-blieft Beensteen lachte hem spottend vlak in z'n gezicht, uit Later komen de proeenten of wilt u soms zeggen, dat wij u bedriegen, mijnheer Dat zou ik u niet aanraden! We hebben met u wel de gelijk een contract wat wilt u En volgens dat contract bent u verplicht, de helft der ex ploitatiekosten te dragen en de firma heeft het recht, de exploitatie zoo in te richten en uit te breiden, als zij 't beste oordeelt voor de renta biliteit. Maar Vu hebt gezegd, dat die kosten niet hals over kop zouden komen, maar langzaam aan, jaar voor jaar, en intusschen vette procen ten. Gezegd, gezegd Men zegt wel eens meer wat, maar men weet alles niet zoo precies voor uit wie kan bij zulke zaken garandeeren. De dorpsschout keek zoo woest uit z'n oogen, dat de hoofdopzichter hem de hand op z'n schouder legde en zeide Mijne heeren, maakt nu toch geen ruzie We hebben al tegenslag genoeg gehad waarom dan nu nog ruzie zoe ken De zaak marcheert toch uitstekend Marcheert uitstekend schreeuwde de dorpsschout, ik heb den strop al om m'n nek, dat voel ik en duurt niet lang meer dan wordt-ie Nu begon Beensteen te schaterlachen. Prachtig Nee maar dorpsschout, u bent ofwel 'n komediant, zooals er geen tweede rondloopt, of u kent geen verschil tusschen ernst en luim. Maar nu is 't genoeg Hebt u dan werkelijk geloofd, dat ik T ernstig meen de Ga mee, we gaan de champagne opdrin ken weg met gepieker en zorgen De dorpsschout keek eerst nog 'n beetje wan trouwend. Dan trokken ze af, zetten zich ach ter de flesschen en dronken, totdat ze geen voet meer verzetten konden. En in het tuinpriëel zat de bleeke vrouw. Het middageten was gedaan, 'twas 'trust- uurtje, maar z{j had geen rust, om te kunnen uitrusten. Haar hart was vol bittere zorgen. Ze zat te naaien en dikke tranen vielen op 't witte linnen. Telkens wanneer vanuit 'thuis het woest gelach naar buiten schalde, gilden de beide dienstmeiden 'tuit, die in den tuin aan 'twork waren, maar kromp het hart van de arme vrouw in één van schrik. De gouden zon, die op de heeJe wereld neer- lachte, keek door 't dichtbegroeide priëel en liét ha,or vroolijke stralen op 't linnen dansen en op haar vlijtige vingers maar tot in het hart van de armzalige drongen zij niet door. Tusschen Holldorp en Loerem, op *n kwartier afstands van beide plaatsen, lag de Kroeg, een herberg waar de voerlui aanlegden. Voor' het huis stond een rij machtige kastanjeboomen en daaronder een paar voertroggen, en achter 't huis lag 'n bosch met oude, dikke eiken. De „Bardophonie" kon geen beter lokaal vin den dan dit, en ze moest nu haar eerste ver gadering houden in het nieuwe lokaal. Bardophonie is 'n geleerde naam, voi klank, en dat was in zooverre ad rem, al3 deze mooie en verdienstelijke club uit louter geleerde gym nasiasten van de hoogste klas bestond, die de edele zangkunst beoefenden. Tenminste, dat stond in de statuten het eigenlijk doet was „beoefening van den meer- stemmigen, Duitschen mannen-zang" en moe&t tevens ,,'n vriendschappelijk-gezelllge vereeni ging" zijn, en dat gaat nu eenmaal niet zonder drinken. Dit laatste was nu precies geen doel. 't Is veel meer, zei de opperbard, die voorzitter was, een onvermijdelijke en somtijds nogal sterk naar voren tredende bijkomstigheid. Deze opperbard, tevens dirigent, was de zoon van den apotheker uit Loerem. Voor koor-diri gent had hij alle vereischte kwaliteiten; al leen reeds van bulten bekeken. Want hij zag er ongeveer uit als 'n kwartnoot: 'n lange streep, met 'n rond kopje d'r op. In de ciut> wareh circa 'n dozijn „Duitsche mannen", zoo als de opperbard zich uitdrukte, onder andere ook Alex en Louis, 't Waren reuze-kerels 't Eeuwige ongeluk was, dat ze te veel bassen en te weinig tenoren hadden, zooals de opper bard zei. Zij troostten zich met het historisrh feit, dat de oude Duitschers doorgaans bas ge zongen hadden en dat zulks ook 't meest man nelijke is. Eigenlijk hadden ze maar één en kelen tenor, zoo'n mageren student van de onder-prima,l) die bij 'teerste glas bier al te veel kreeg daarom lieten ze hem meestal suikerwater drinken. De twee anderen, die ook tenor zongen, waren absoluut geen tenoren, doch deden slechts alsof. In 't begin kwamen ze in Loerem bij elkaar, maar dat werd te gevaarlijk; want ze waren nog „geheim", zooals de opperbard het noem de. Alex was er wel voor, dat ze bij den direk- teur van 't gymnasium permissie zouden vra gen, want 't was geheel onnoodig, om weg te kruipen, maar Louis was er tegen en van mee- 1), In Duitschland worden de twee hoogste klassen van 't gymnasium verdeeld in onder en hoven-prima, onder- en feojjga-gefiunda. ning, dat dat juist 't leukste was, dat „ge heim". Als dit thema besproken werd, hield de op perbard gewoonlijk 'n lange redevoering van ongeveer den volgenden inhoud „Duitsche mannen! Een dichter, dien ik niet behoef te noemen dien ge allen kent (Bravo!), zegt dit schoone w»ord De wereld houdt er van, het witte zwart te maken. Tevens zegt hij ook zoo schoon en waar Het zijn de slechtste vruchten niet, waaraan de wespen knagen (Hoort! hoort!). Ik behoef hieraan niets toe te voegen (zeer juist!), want tot wiens hersenen dringt het niet door, wanneer hij deze twee waarheden combineert, tot wiens hersenen dringt het niet door, zeg ik nogmaals, dat wij door de onthulling van onze geheimzin nigheid ons aan de ergste verdachtmakingen zouden blootstellen (Hoort, hoort!), dat men onze lofwaardige bedoelingen zou zwart maken en aan de beste vruchten onzer pogingen zou knagen. (Foei Het pessimisme 't is treu rig maar waar is een wijdverbreide pest, ook onder het corps der leeraren (stormachtig bravo en men zou ten opzichte van ons maar al te zeer geneigd zijn, met mephistofelische kwaadaardigheid (Foei ons toe te dichten, dat wij den zang slechts als voorwendsel ge bruiken, om onze drinkzucht bot te vieren. (Zeer juist Naar mannenaard verachten wij in het algemeen den schijn, maar 'n slechten schijn moet men toch trachten te ontkomen. Daarom ben ik er sterk voor, dat wij ons ^ge heim" bewaren, zooals onze ideale voorgan gers, de oude barden in het donker der Duit sche eikenwouden zich schuil hielden (lang durig applaus). Voor mijn part, zei Alex, tot we 'n keer gesnapt worden. Nou en wie is daar nu bang voor piepte de kleine tenor, die alleen bij dit stem geluid echt was z'n vader was. de eerste kleermaker in Loerem en het kleermakers- bloed zit steeds vol courage. Bang riep Alex, en het kleermakertja kroop al weg achter z'n glas met suikerwater; nu kwam de opperbard tusschen beiden. Van bang kan hier geen sprake zijn, maar voorzichtigheid is 'n deugd. Doch zwijgen we hierover Ik zou u vanavond, nu wij voor 't eerst In ons lokaal te zamen zijn, op de voor treffelijkheden ervan willen wijzen. Deze ruim te is wel wat klein en laag, ook de verlichting laat te wenschen over, maar daarin ligt toch een zekere mannelijke eenvoud, die zeer goed overeenstemt met den geest onzer vereeniging (Bravo) 't is een heerlijk iets, dat daar vlak voor onze vensters Duitsche eiken staan. (Hoort, hoortDe eenzaamheid der ligging is zeer bevorderlijk voor het geheim karakter onzer vereeniging. Wat de consumptie betreft. moet ik de waarheid gestand doen en zeggen, dat mijn glas bier niet als lekker kan betiteld worden ik zou het bijna ais verschraald wil len noemen maar we mogen, hopen, dat het 'n volgenden keer heter zal zijn. Ik zal eens met den waard spreken (Bravo!). Wat ik echter in het bijzonder op den voorgrond wil stellen, is het feit, dat hier 'n hond in huis is, die dooÉ is aan beide ooren wij hebben meer dan ge noeg de bittere ervaring opgedaan, dat onze zangoefeningen door deze onmusicale schepse len mot luid huilen begeleid, ja zelfs over stemd werden. En dus meen ik, dat de Bardo phonie zich zelf geluk wenschen kan met haar nieuw tehuis. Moge zij hier groeien en bloeien en, zooals tot nu toe het geval geweest ls, in deze materialistische wereld het idealisme hooghouden (Stormachtig applaus!). Die opperbard kon fameus zijn woordje doen, dat moest de nijd hem laten ze zeiden dat hij van te voren zijn redevoeringen instu deerde, woord voor woord, opdat telkens in de „annalen" kon genoteerd worden De opper bard hield wederom 'n fulminante redevoering; die ongeveer luidde, als volgt. De „Analist" kon stenografeeren en aldus, werden zijn rede voeringen alle vereeuwigd in het groote boek, dat zij „Annalen" noemden. Zeg -eens, jij opperheer, riep Louis, wan neer treden we nu toch eens openbaarlijk op, om te laten zien, wat we kunnen We zijn toch geheim, zei Alex. Ja, dat is waar 'n beroerd, geval we zijn geheim, kloük 't links en rechts. Bardebroeders nam de opperbard plech tig 't woord op, ik heb lang er over nagedacht en ik geloof, dat er spoedig 'n gelegenheid zich zal aanbieden, namelijk bij de onthulling van het oorlogsmonument in Holldorp. Buiten Loerem kunnen we 't wel wagen, in Loerem zelf zou 't zeer riskant zijn. Goed zoo riep Louis, maar dan heb ik 'n voorstelHet is zeer bedenkelijk, direkt in 't openbaar op te treden. Daarom moesten we eerst eens op ons eigen houtje ergens optreden om ons te#oefenen, en er aan gewoon te wor den. En daarom stel ik voor, een jonge dame, die 't wel verdiend heeft, 'n serenade te bren gen. Bravo, bravo klonk 't van alle kanten. Ik stel als voorwaarde, zei de opperbard, dat die jonge dame 'n echt Duitsch. meisje is. Hoe is haar naam Agnes Maasman. Aha, de jonge koningin van 'ttheater! Ik ken. ze. 'n Prachtmeisje Is op- 'n Fransch pensionaat geweest, riepen de anderen. (Wordt vervolgd), js

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 7