r
J
Wie zal de ertgeoaam
wezen
WOENSDAG 17 OCTOBER 1928
DERDE BLAD
PAGINA 2
IV.
Tussehen Fabien, die zich. voor zooveel
dingen onverschillig toont, en deze Alice
met haar onbetrouwbaar hart, onderdrukt
Philippe een. opwelling van openhartigheid;
is het wel gepast, raadzaam zeïïs, het onder
werp van zijn bezorgheid te bekennen? Maai
de nicht heeft zich reeds over het program
gebogen, en daar de wrok haar een soort
helderziendheid verleent, roept ze spot
tend uitzonder te vermoeden, hoe juist
zij geraden heeft:
Daar betrap ik u op heeterdaad in
een gevaarlijke beschouwing, mijn waarde
hertog. Kijk, Fabien, dat is de verklaring
van uw ooms ontroering. Ik vertrouw u
het bewijsstuk toe.
Zij grijpt het programma en reikt het
dan jongen man ongedwongen toe, als
maakte zij er een. grapje van. Doch tege
lijkertijd kijkt ze Philippe scherp aari in
plaats van Fabien, die bij het zien der foto
zijn verrassing niet kan verbergen.
Philippe echter vindt reeds bij deze eer
ste schermutseling zijn kalmte terug en
bekent zeer eenvoudig:
liet is waar, ik bewonderde dit zuivere
bekoorlijke gelaat en ondervond daarbij
een der machtigste ontroeringen mijns le-
!*ghs.
Welk een onbeschaamdheid! Hij be
tent! roept de jonge vrouw met een valseh
klinkenden lach.
Zij bespeurt niet, dat deze misplaatste
Scherts den neef evenzeer mishaagt als
den oom. Doch de verkregen, rijkdom en
de veroverde positie hebben de vrouw van
'fifen bankier een durf geschonken, die haar
pn onhandigheden blootstelt.
Op uw leeftijd, neen den leeftijd
der opperste dwaasheden, zijn dergelijke
afdwalingen bijzonder te duchten.
God zij dank! werpt de hertog tegen.
Mijn leeftijd, waaraan n mij met zulk een
bemi nnelijke vasthoudendheid herinnert,
Iaat mij altijd genoeg helderziendheid, om
inij voor afdwa-lingcn te behoedenzelfs
Voor erger dan deze!
Plij zwijgt cn kijkt Alice op zijn beurt
spottend aan, zoo lang, tot zij de zinspeling
[volkomen begrepen heeft. En nu hij voelt
Zijn onwaardige nicht opnieuw bedwon
gen ie hebben, legt hij de. zaak uit:
Verbeeld je„ Fabien, dit verrukkelijke
kind is de dochter van den besten makker
mijner jeugd, de dochter van dezen André
(FAlby, die, begaafd en een wonderbaar
schoone stem, evenals Mario en Jean de
Ijïeské zijn kunstenaarsbestaan wist tc be
levenals een groot heer! Ik heb dit
pas zooeven vernomen. Juffrouw d'Alby zal
In de Tilbry van Béruey debnteeren, en
dlat bedroeft mij.
Wat is u daaraan gelegen? vraagt
Alice spottend.
Ik hield veel van. André. Hij heeft mij
indertijd een. onmetelijken dienst bewezen.
Uit. dankbaarheid en ter gedachtenis van
onze heei-Fijke vriendschap zou ik dit
schoone, jonge meisje willen beschermen
en verdedigen.
Jong meisje? Wat weet u er van? her
neemt mevrouw Bholfus Mauwer. Zij is
misschien gehuwd, weduwe of huismoeder,
om niets ergers te onderstellen. En mooi?
Lang zóó niet! Dit cliché is vreesehjk, of
liever overdreven geretoucheerd. Eergiste
ren heeft iemand mij deze komediante
pangewezen, op behoorlijken afstand na
tuurlijk. Ik kan u verzekeren, dat foto
graaf iLaar oogen verlengd en den neus
.Verkort heeft. Bovendien zijn er wenkbrau
wen en haren bijgemaakt. Dat maakt haar
flraagiijk., Ik spreek maar niet van. haar
'teint, reeds verwelkt er ten overvloede nog
Verschroeid door blanketsel.
Ik heb juffrouw d'Alby ook gezien,
?oo komt Fabien tusschenbeiden, die in te
genstelling met zijn gewone koelheid zicht.-
fcaar getroffen en bekoord, het programma
pog steeds in de handen houdt. „Ik kan u
op mijn beurt verzekeren, dat dit portret
heel niet geflatteerd isintegendeel!''
Dan hebt u. haar van nog dichterbij
moeten zien dan ik!
Wel neen.maar toch van nabij ge
noeg, bekent de officier.
O zoo! smaalt de.nicht. „Als u haar
op minder behoorlijken afstand gezien
hebt, verwondert het mij volstrekt niet, dat
2ij u in hét oog gevallen is enin het
hart!"
Zonder zich te verwaardigen aan deze
kwaadwillige woorden ook maar de min
ste aandacht te schenken vervolgt de lui
tenant met een geestdrift, die zelfs zijn
Oom verbaast:
Ifet is het verrukkelijkste jonge meis
je, dat men zich denken kan. Allerschoon
ste trekken, betooverende glimlach^ diepe
Uitdrukking van zachtheid cn teederheid in
den blik!
Niets aan te doen, 't is besmettelijk
Sn wordt een familiekwaal! roept mevrouw
tfholfus Mauwer schaterlachend, haar spijt
Ander scherts verbergend.
Zij voelt, dat ze door de jonge zangeres
AWfcrt te maken Fabien verbittert cn Philip-
fte doet lijden. Aldus dubbel voldaan kan
zij zich deze schoone gelegenheid niet la
ten ontglippen en houdt vol, nu echter haar
booze praatjes aan menschen toedichtend,
met wie ze nooit over Ninette d'Alby gespro
ken' heeft
Marolles verzekerden mij, dat haar ta
lent veel te hoog opgeschroefd is, haar stera
reeds vermoeid en bevend, weinig vast in
de hooge tonen. En Lourbat, de criticus
van la Rumeur, beweert, dat zij' niet dé
minste ondervinding op de planken heef.
Waar hebben zij baar gehoord? vraagt
de hertog.
Welte Parijs, te Nizza, le Monte
Carlo, overal waar zij zingt.
Thans was het de beurt van Philippe om
in een schaterlach uit te barsten, maar die
klonk helder en vol, zonder eenig spoor van
gemaaktheid; dan sprak hij in allen ernst:
U hebt er geen slag van ons in het
ootje te nemen, nicht. Juffrouw d'Alby heeft
nog nergens gezongen, zij zal morgenavond
voor het eerst optreden- Hoe konden dan Ma
rolles en Lourbat vaststellen, dat zij beeft',
vaisch zingt, zich minder juist op het, too-
neel beweegt? Dat moet wel in uw etgss.
brein uitgebroed zijn.
Verlegen stottert mevrouw Bholfus Mau
wer, nu alles behalve krnaig:
Ik herhaal slechts,- wat die heeren mij
gezegd hebben. Misehien snoefden zij wel
een weinig om goed ingelicht te schijnen.
Ik zal niet zoo wreed zijn de zaak ver
der uit te pluizen, verklaart de hertog. Dus,
om uw eigen bestwil, Alice, houd niet vol.
Schaakmat gezet, zwijgt ze.
Deze Varville, zoo toegevend voor naderen,
alleen voor haar zoo streng en strak, maakt
steeds indruk op haar, jaagt haar soms
vrees aan. Nu eens bij gebrek aan een ge
past antwoord, dan weer in een vlaag van
voorzichtigheid, altijd eindigt de vrouw van
den bankier bij haar opwellingen van te
genstand met den grooten neef het laatste
woord te gunnen. Ditmaal ia ook Fabien te
genwoordig en deelt de bewondering van
zijn oom; daarom valt het de jonge vrouw
bijzonder pijnlijk toe te geven, zich van
kwadsprekerij overtuigd te zien.
Na eenige oogenblikken zwijgens her
neemt ze te verdrietig om nog langer scherts
te veinzen:
Hoe het ook zij, neef, u zult mij wel
veroorloven voor mij zelf te meenen, dat deze
monsterreclame rondom een debutante de
maat overschrijdt, wel blaam moet uitlok
ken en menschen van smaak tegen de borst
stuit. Als men u ten aanzien van deze zan
geres niet wat op de mouw gespeld heeft,
wanneer uw informaties juist zijn en zij dus
geboren en opgevoed is in een omgeving,
waarmee men voor den dag mag komen,
waarom begrijpt zij dan niet, hoezeer zij
zich verlaagt door zich voor zoo iets te, loe-
nen, voor de onbeschaamde publicaties van
dezen Barnum nog wel? 't Lijkt de Trn-k-
sche trom wel voor de aankondiging van
een wonderdier!
Ja, deze reclame is wel wat Arn-eri-
kaansch, stemt Fabien toé, zonder don blik
van het portret af te wenden, doch hij
haast zich zijn afkeuring te verzachten:
„Misschien bespeelt van Dosch zijn tam
tam weï zonder voorkennis van dit lieve
persoontje.
Mijn neven zijn dus beiden al even
naief, zegt Alice quasi zuchtend. U moet
wel ver van coulissen en pers leven om
niet te weten, dat bij zulk een vooruit
schuiven van een ster door den impressario
er een verstandhouding bestaat, die hoel
wat intriges en wederzijdsch voordeel be
dekt en.
aarvan u wonderlijk best op de
hoogte schijntte zijn, kostelijkste aller nich
ten! zoo onderbreekt de hertog, haar. Wij be
zitten gelukkig nog genoeg tact om geen
naderen uitleg te eischen, te meer daar des
noods uw verbeeldingskracht in de kosten
zou kunnen voorzien. Juffrouw d'Alby ge
niet een vlekkelooze reputatie.
Werkelijk, waarde hertog, op uw
leeftijd nadert zooveel onschuld de teederste
kindsheid. Meent u in allen ernst, dat van
Dosch zijn louis' bij handen vol zou w egwer
pen om een jonge leerlinge van liet conser
vatorium op een hoog verheven voetstuk te
plaatsen, als niet evenzeer zijn hart als zijn
beursbelang had in haar succes? Ik zeg zijn
hartals verzachtende uitdrukking.
Zelden heeft Varville zooveel moeite gehad
zich in te houden. Deze poging tot zelfbe
dwang, maakt hem nog bleekcr.
Ik bid u, Alice, uit eerbied voor u zelf,
strooi deze gemeene coulissepraatjes niet ver
der zond. Ze benadeelen voel meer degene di,e
ze uitspreekt dan haar, over wie gesproken
wordt. Van Dosch is de directeur van juf
frouw d'Alby en niets meer.
Bes te erger voor haar. Indien haar
impressario deze reclame niet betaalt, dan
moet een of andere vriend het doen...
misschien u wel!
Wel kor^ mevrouw Bholfus Mauwer de
uitwerking harer woorden voorzien, maar
de wrok heeft de vrees overheerscht. Dik
wijls in zulke buien van razernij loopt haar
de gal over, bedwelmt haar, doet baar alle
maat verliezen. Nu bet woord er nit is,
heeft ze en sluit de oogen onder den ver
nietigenden blik van den hertog. Zij ge
looft, dat hij op haar zal toespringen,, haar
op de knieën werpen, haar.... afros®»»»
Als zij na een minuut de oogen opent,
staat Varville vóór haar, nog wel lijkbleek,
doch zichzelf weer geheel meester. Minach
tend geeft hij haar dezen raad, maar op
den toon van oppermachtig bevel:
Ik zou u ten hoogste dankbaar zijn,
wanneer u welke ook uw opinie over
juffrouw d'Alby moge wezen voortaan
naliet ooit kwaad van haar te spreken,
zoowel in mijn tegenwoordigheid als ach
ter mijn rug. Anders zou ik mij daardoor
beleedigd achten in de dierbaarste vriend
schap mijner jeugd, en geen enkele over
weging van bloedverwantschap zou mij be
letten daarvan, rekenschap te vragen.
De ernst der stem maakt nog meer in
druk clan de beteekenis der woorden. Toch
moet mevrouw Bholfus Mauwer er een
oogeriblik om lachen: de hertog den gena-
turalisecrden Dui'tscher aan den degen rij
gend! Welk een bespottelijk idee! Maar ook
welk een buitenkansje! Een wild vizioen
flitst haar de oogen voorbijdwaasheid!
Ik ben nog niet in de gewensehte om
standigheden om met Philippe te kunnen
Breken, besluit zij.
En vrij: om hij gelegenheid op nieuw te
beginnen, onderwerpt zij zich in nederige,
bijna platte termen.
Als ik geweten had u te vertoornen,
neef, zou ik de scherts niet zoo ver gedre
ven hebben. Ik weerhoud mijn tong, steek
u dan het zwaard in de schede. Jong of
oud, mooi of leelijk, ik zal voortaan de
weduwe of weeze in eere houden, ais wier
dienende ridder u optreedt.
De hertog bemoeit zich verder niet meer
met haar, doch wendt, zich tot zijn neef.
die eveneens door een onvergetelijke her
innering vervuld, nadenkend blijft, doof
voor de woordenwisseling.
Toevallig heb ik een avant-scène ge
nomen voor de voorstelling van morgen,
Fabien. Een plaatsje is j® voorbehouden. Ik
weet nog niet, of de nieuwsgierigheid het
van het verdriet zal winnen, of ik bij het
debuut van de arme kleine tegenwoordig
zal zijn. Ik vrees voor haar evengoed de
bravo's als het gefluit. Het fiasco zou slechts
de teleurstelling van een avond zijn, en die
zou ik kunnen verhelpen, terwijl het succes
„HUMORIST".
Nichtje: „Tante, zou 't niet vlugger gaan,
als u, al dia verschillende postzegels, aan het.
loket koekt
„Misschien wel, kind, maar deze automaten
zijn veel beleefder
wellicht het gevaar en het ongeluk van heel
haar leven kan worden. Als het nog tijd is,
zal niets mij te veel wezen om dit kind te
beletten het tooneel te betreden.
Deze tusschenkomst van Philippe, ,de le
vendige, besliste manier, waarop hij zijn
voornemens verkondigt, verdrieten Fabien,
prikkelden zijn ijverzucht, wekken den
geest van tegenspraak weer in hem op.
Als deze jonge, schoone artiste haar
kunst waarlijk en hartstochtelijk bemint,
meent hij, zal niemand ter wereld haar het
volgen dezer roeping belette», oom, zelfs u
niet!
Dankbaar voor de uitnoodigmg, die ver
schaft, voegt liij er verzoenend bij:
In elk geval, u kunt morgenavond op
mij rekenen: ik zal er voor het opgaan van
het scherm wezen, en ik dank u voor de
gereserveerde plaats, gereserveerde plaats.
Wat u mij van juffrouw d'Alby en haai'
vader verteld hebt, boezemt, mij belang in.
Reeds opzienbarend voor zooveel anderen
zal deze voorstelling zeer aantrekkelijk wor
den voor mijik wil zeggen voor ons
Terwijl de hertog slechts weinig aandacht
aan dit verwarde antwoord schenkt, is me
vrouw Bholfus Mauwer er door getroffen.
Wel ja, wel zeker, denkt ze. Het moet
belangwekkend zijn, wat er op het tooneel
en in de zaal zal gelieured.maar nog
belangwekkender op tc merken, hetgeen er
achter iu do avant-scène van den tv-rtoa
gaat geschieden. Wie kon zoo iets van dien
treuzelaar Fabien verwachten! Ja, het zal
ongetwijfeld nuttig wezen, daarbij tegen
woordig te zijn. Bezit die jonge komediante
zooveel talent en schoonheid als men be
weert? Het komt er op aan dat te weten, en
nog meer den indruk te kennen, dien Ni-
nette op nam en neef zal maken. Welk een
bron van kostelijke aanwijzingen voor de
toekomst! Trouwens, daar deze voorstelling
een gebeurtenis gaat worden, een kunst-
plechtigheid, moet mevrouw Bholfus Mau
wer er bij wezenen zij zal er zijn!
Alle fierheid »p zij zettend vraagt Alice:
Als u een avant-scène hebt, neef, zult
U mij wel een klein plaatsje tussehen u en
Fahien willen verleenen.
Zonder aarzeling, zoo niet met eenig leed
vermaak verklaart de hertog:
Ik zal de wreedheid niet begaan u te
veroordeelen een ganscben avond naar een
vermoeide, bevende, weinig vaste stem te
luisteren. Ik begrijp te goed, hoe zulke ten
toonstellingen van wondermenschen. voor
afgegaan door bekkenslagen tromgeroffel,
uw afkeuring moeten wekken, uw smaak
beleedigen. Bovendien heb ik reeds over de
plaatsen beschikt.
Pbillippe neemt afscheid en verwijdert
zich met den fliken, fermen pas, die zijn
kaarsrechte, lenige gestalte op het voordee-
ligst doet uitkomen.
Alice en Fabien zetten het gesprek voort,
doch ditmaal zou Varville geen reden ge
had hebben zich daarover te verontrusten:
neef en nicht twisten.
Fabien rolt het programma zorgvuldig
op om het bij het meenemen niet te kreu
ken. Mevrouw Bholpfus Mauwer, ver
stoord door de weigering van den hertog,
spreekt de jongen man toornig aan:
Ik hoop toch, dat u dit lokkend gepink-
oog en den idioten glimlach van deze ko
mediante niet gaat bewaren en dan nog wel
met de teedere zorg, die men voor een fami
lieperkament draagt? Haar beste vriend van
Dosch heeft dat snoetje overal als rondge-
zaaid. U kunt, evenals elke voorbijganger,
de exemplaren er van bij dozijnen verzame
len,op de banken van het. park en de tafeltjes
der café's, zelfs langs de trottoirs en in de
goot!
Na alles gedaan te hebben om de verwijde
ring tussehen oom en neef te vergrooten, er
gert zij zich doodelijk, nu zij moet ervaren, dat
beide mannen elkander naderkomen in be
wondering voor een vrouw, schooner dan zij,
Alice, zelf. En deze mededingster is een too-
neelspeelster! Daartegen komt haar ijdelheid
in opstand, en elk harer woorden klinkt I100-
nend, als een beleediging.
De officier schijnt echter niet eens naar
haar te luisteren. Dus ongestraft te kunnen
doen, wat zij bij den oom schroomvallig ge
waagd heeft: zij ontrukt den jongen man
het portret en werpt het driftig met een val-
schen lach van zich. Het blaadje huppelt
door den wind over bet gras, verdwijnt in
de rivier.
De blik, waarmee de jonge Varville haar
nu aanziet, is weinig milder dan die van
den hertog daar straks.
In een enkele minuut heeft mevrouw
Bholfus Mauwer de vrucht van vele en
lange jaren van sluwheid en vleierij verlo
ren.
OPZIENBAREND DEBUUT.
Den volgenden dag doet de hertog alle
moeite om Ninette te zien en te spreken.
Aan de villa, die zij bewoont, aan de schouw
burg, overal stoot hij den neus.
Juffrouw d'Alby is geheel bezet door
de laatste voorbereidingen en ontvangt nie
mand vóór de generale repetitie van Tilbry.
Hetzij dan opgelegd door de diva. zelf. of
door haar impressario, het consigne blijkt
onverbiddelijk. Door al die ijdele pogingen
ontstemd, komt Varville des avonds eerst
na het eerste bedrijf in het casino.
In smoking, een bloem in het knoopsgat
gaat de hertog met do hem steeds eigen in
drukwekkende houding door de ledige si eel
zalen naar de couloirs van den schouwburg.
Hier zijn veel menschen bijeen: het is pauze.
Ofschoon Varville do kunst op hoogen prijs
stelt en har met een zeer juist oordeel weel
te waardeeren, houclt hij toch niet van deze
eerste voorstellingen, waarhij het succes dik
wijls kunstmatig is, gekweekt door duistere
invloeden, on het stuk ondanks zooveel geest
driftige terugroeping bij een derde opvoering
door het echte publiek gekelderd en verge
ten wordt. Hij gaat naar den schouwburg
om te genieten, doof en blind voor alles, wat
zich achter de schermen afspeelt en dat
niets met de ware kunst te maken heeft.
Maar dezen avond is het zoo geheel an
ders: zelden heeft hij zich zoo ontroerd ge
voeld.
Als mijn eigen dochter, debuteerde, kon
ik niet meer opgewonden zijn, merkt hij op.
Onder veel groeten én handdrukken met
menschen, die hem beter kennen, dan hij
hen. gaat de hértig verder, gretig luisterend,
o>' hij geen enkele aanwijzing kan opvan
gen. Het publiek is, zooals van Dosch zoide,
zeer bont en gekleurd: echte Parijxenaai-s,
artist en, parvenu's en vreemdelingen. Hoe
kan men zich onder zooveel rumoer in enkele
minuten een denkbeeld vormen van den in-
druk, dien een zangeres gemaakt beeft?
Blij, doch verrast tevens is Philippe dan
ook als hij Fabien bespeurt, die tegen alle
gewoonten in met zichtbare haast naar hem
toekomst. Voor de eerste maal sedert langen
tijd bestaat er plotseling tussehen oom en
neef con .".•mrVnschap van gedachten en ge
voelens, i Tde vrees hevagen begrij
pen zij eik,.nut.. ais ze over Ninette spreken,
ook zonder haar naam te noemen
Geen van beide. In het eerste bedrijf gaat
Jeannie slechts voorbij, zwijgend en zonder
in het oog te vallen, juist iets om de nieuws
gierigheid nog meer te prikkelen. De gestalte
is allerkeurigst, de houding ongedwongen,
het gebaar bevallig. Maar bij deze vluchtige
verschijning voelt het publiek zich teleur-
zoo weinig t,e en en niets te hooren van
deze zoo hoog geroemde ster; het luistert
dan ook verstrooid en ongeduldig naar de
muziek.
Ik kan mij de verwarring, den angst
van het arme kind voorstellen, alsof ik ze
deelde. Is het niet wreed zulk een jong hartje
dergelijke beproevingen op te leggen? Ik,
eenvoudig toeschouwer, met de koelbloedig
heid, die een halve eeuw ervaring schenkt,
ik voel "mij bij dit debuut zoo ongerust als
koa ik er zelf het hoofd bij verliezen. En
dit kind, zelf het slachtoffer van zooveel pu
blieke aangaping, moet zich uren lang een
gefantaseerd thema herinneren het bezingen
met gebaren uitbeelden en het beleven, als
ware liet een werkelijkheid. Dat in een en
kelen avond een kleine tekortkoming van
het geheugen, een luttele aarzeling of welke
nietigheid ook, niet alleen het verledene,
maar zelfs de toekomst van een artiste aan
den 'gril van vijftien honderd, onverschil
lige geblaseerde, misschien slecht gemutste
toeschouwers overlevertis zulk een op
de proef stellen niet schreeuwend onrecht
vaardig, wreed zelfs?
Zeer zeker! beaamt de luitenant. Daar
om begrijp ik niet, hoe uw vriend d'Alby,
een grootmoedig, edelmensch naar u zegt,
zijn dochter aan zulk eendoorniee, gevaar
lijke loopbaan heeft kunnen wijden.
Niets bewijst, dat André zulks gewild
heeft. Hij kende de keerzijde van dezen
vluchtigen roem bij ervaring maar al te
goed om niet den wensch te koesteren zijn
dochter daarvoor te behoeden. Lang vóór
zijn huwelijk heeft hij mij dit herhaalde
malen verzekerd. Zijn liefde van echtgenoot
en vader hebben dezen afkeer wel moeten
versterken. Ongetwijfeld heeft het meisje de
planken ivetreden alleen door armoede ge
dwongen, of lastig gevallen door de hebzucht
van haar omgeving. En dat juist maakt mij
den uitslag van dezen avond zqo pijnlijk.
Fabien bezit echter niet het vermogen van
zijn oom zich aldus in eens anders leven in te
denken; daarom zegt hij verzachtend:
Laten wij liopen, dat het hiermee even
eens gaat, als met de gevechten, waarbij de
toeschouwer, die onbeweeglijk ter zijde staat.,
zich veel meer verontrust dan de soldaat
te midden van den strijd.
Zichtbaar verlegen voegt hij er bij:
Evenwelvoor u komt er nog een
nieuwe onaangenaamheid bij, oom: me
vrouw Bholfus Mauwer is in uw avant-
scène.
Heb je haar meegenomen?
Zeer zeker niet! Na het geen er gisteren
op het terras van het casino plaats gehad
heeft, zou ik dat niet gedurfd hebben. Toen
ik aan de loge kwam, zat zij er reeds.
Daar onze nicht aan het bureau geen
plaats kon of wilde vinden, heeft zij de
stoute schoenen aangetrokken: zij is door
alles heengedrongen en heeft aan de controle
uw naam opgegeven. Ik kon haar toch den
uilgang niet wijzen....
Dat ging' zeker moeilijk, geeft de hertog
toe. Zij is erlaat ze er blijven. Als Tilbry
mii te veel last veroorzaakt, zal ik niemand
hebben om het op te verhalen. Dan zou deze
plaats onze nicht wellicht duurder te staan
komen dan aan het loket.
De electrische schel doet Phelippe opschrik
ken; hij gaat naar zijn loge, opent ze en
treedt binnen.
Daar troont mevrouw Bholfus Mauwer
heel vooraan; zij wendt zich can en steekt
hem de hand toe, terwijl ze ondanks liaar
onbekommerd uiterlijk met heimelijke onrust
naar hem opziet. In plaats van als naar ge
woonte deze hand hoffelijk te kussen, roert
hij ze nauwelijks met de toppen zijner vin
gers aan en gaat zitten.
Duid het mij niet euvel, mij zelf geoodigd
te hebben, aldus verontschuldigt Alice zich
kortweg. Fabien zal u wel gezegd hebben,
dat het onmogelijk was ook maar het sim
pelste stoeltje te bemachtigen: alles was
verhuurd. Ik hen mij mijn onbescheiden
heid ten volle bewust. Houd het mij echter
ten goede: ik brandde van verlangen de
nieuwe partituur van B)rucy te hooren.
Haar ongedwongen toon en houding ver
bergen een werkelijke onrust. Het gewilde
zwijgen van Philippe maakt haar den uit
leg niet, gemakkelijker.
Als uw ganoodigden komen, zal ik mij
terstond verwijderen:i Is zij komen,
voegt zij met een spotzieken glimlach om
haar dunne lippen er bij. Ik heb alle reden
te gelooven, dat zij u in den steek laten
Wij zijn -inderdaad voltallig, beaamt
Varville altijd even ernstig. Op zulke war
me zomeravonden ben ik op mijn gemak
gesteld, ook en vooral in den schouwburg.
Daarom neem ik altijd drie of vier plaatsen
te veel en gebruik die om er mijn. hoed,
- handschoenen, kijker en wandelstok op 'e
leggen. U hebt de plaats van mij ingenomen.
Het is echter misschien niet kwaad hem in
de hand te houden voor het geval, dat het
publiek eenige animositeit mocht toonen.
tegen de debutante bedoel ik. Aldus zult u
mij niet, hinderen.
In de stem van den hertog klikt trots cn
minachting, onder den schijn van snoeverij
zelfs een dreigende waarschuwing. Fabien
lacht, dat zijn blanke tanden cn.ler zijn snor
retje te voorschijn komen, Alice glimlacht
ook, doch met saamgeknepon lippen. Zij
meent haar misslag te moeten verzachten
door gekeuvel, dat haar heel onderhoudend
voorkomt.
Welk een volle zaal, onverhoopt voor
Neueastel! Ik bespeur zelfs eenige uitverko
renen: vijftien of twintig welbekende kop
pen. 'tls werkelijk de moeite waard er naar
te kijkenOntegenzeglijk het. minst mis
lukte gala van het seizoen.
Iloud u stil! beveelde de hertog. Hot
orkest vangt ann met het voorspel.
(Wordt vervolgd)
HET AANBOD
Vour ik u onderzoek, meneer Janssen,
één vraag; Drinkt u 'n borrel?
Ja dokter zal zoo vrij zijn 'n bitter
tje le nemen.
NIEIT ZACHTAARDIG
Maar vrouw, sprak mijnbeer, boe kun je
nu probeeren om een spijker dn de muur te
elaan mat een kleerborstel', gebruik je hoofd