r J Wie zal de ertgeoaam wezen WOENSDAG 17 OCTOBER 1928 DERDE BLAD PAGINA 2 IV. Tussehen Fabien, die zich. voor zooveel dingen onverschillig toont, en deze Alice met haar onbetrouwbaar hart, onderdrukt Philippe een. opwelling van openhartigheid; is het wel gepast, raadzaam zeïïs, het onder werp van zijn bezorgheid te bekennen? Maai de nicht heeft zich reeds over het program gebogen, en daar de wrok haar een soort helderziendheid verleent, roept ze spot tend uitzonder te vermoeden, hoe juist zij geraden heeft: Daar betrap ik u op heeterdaad in een gevaarlijke beschouwing, mijn waarde hertog. Kijk, Fabien, dat is de verklaring van uw ooms ontroering. Ik vertrouw u het bewijsstuk toe. Zij grijpt het programma en reikt het dan jongen man ongedwongen toe, als maakte zij er een. grapje van. Doch tege lijkertijd kijkt ze Philippe scherp aari in plaats van Fabien, die bij het zien der foto zijn verrassing niet kan verbergen. Philippe echter vindt reeds bij deze eer ste schermutseling zijn kalmte terug en bekent zeer eenvoudig: liet is waar, ik bewonderde dit zuivere bekoorlijke gelaat en ondervond daarbij een der machtigste ontroeringen mijns le- !*ghs. Welk een onbeschaamdheid! Hij be tent! roept de jonge vrouw met een valseh klinkenden lach. Zij bespeurt niet, dat deze misplaatste Scherts den neef evenzeer mishaagt als den oom. Doch de verkregen, rijkdom en de veroverde positie hebben de vrouw van 'fifen bankier een durf geschonken, die haar pn onhandigheden blootstelt. Op uw leeftijd, neen den leeftijd der opperste dwaasheden, zijn dergelijke afdwalingen bijzonder te duchten. God zij dank! werpt de hertog tegen. Mijn leeftijd, waaraan n mij met zulk een bemi nnelijke vasthoudendheid herinnert, Iaat mij altijd genoeg helderziendheid, om inij voor afdwa-lingcn te behoedenzelfs Voor erger dan deze! Plij zwijgt cn kijkt Alice op zijn beurt spottend aan, zoo lang, tot zij de zinspeling [volkomen begrepen heeft. En nu hij voelt Zijn onwaardige nicht opnieuw bedwon gen ie hebben, legt hij de. zaak uit: Verbeeld je„ Fabien, dit verrukkelijke kind is de dochter van den besten makker mijner jeugd, de dochter van dezen André (FAlby, die, begaafd en een wonderbaar schoone stem, evenals Mario en Jean de Ijïeské zijn kunstenaarsbestaan wist tc be levenals een groot heer! Ik heb dit pas zooeven vernomen. Juffrouw d'Alby zal In de Tilbry van Béruey debnteeren, en dlat bedroeft mij. Wat is u daaraan gelegen? vraagt Alice spottend. Ik hield veel van. André. Hij heeft mij indertijd een. onmetelijken dienst bewezen. Uit. dankbaarheid en ter gedachtenis van onze heei-Fijke vriendschap zou ik dit schoone, jonge meisje willen beschermen en verdedigen. Jong meisje? Wat weet u er van? her neemt mevrouw Bholfus Mauwer. Zij is misschien gehuwd, weduwe of huismoeder, om niets ergers te onderstellen. En mooi? Lang zóó niet! Dit cliché is vreesehjk, of liever overdreven geretoucheerd. Eergiste ren heeft iemand mij deze komediante pangewezen, op behoorlijken afstand na tuurlijk. Ik kan u verzekeren, dat foto graaf iLaar oogen verlengd en den neus .Verkort heeft. Bovendien zijn er wenkbrau wen en haren bijgemaakt. Dat maakt haar flraagiijk., Ik spreek maar niet van. haar 'teint, reeds verwelkt er ten overvloede nog Verschroeid door blanketsel. Ik heb juffrouw d'Alby ook gezien, ?oo komt Fabien tusschenbeiden, die in te genstelling met zijn gewone koelheid zicht.- fcaar getroffen en bekoord, het programma pog steeds in de handen houdt. „Ik kan u op mijn beurt verzekeren, dat dit portret heel niet geflatteerd isintegendeel!'' Dan hebt u. haar van nog dichterbij moeten zien dan ik! Wel neen.maar toch van nabij ge noeg, bekent de officier. O zoo! smaalt de.nicht. „Als u haar op minder behoorlijken afstand gezien hebt, verwondert het mij volstrekt niet, dat 2ij u in hét oog gevallen is enin het hart!" Zonder zich te verwaardigen aan deze kwaadwillige woorden ook maar de min ste aandacht te schenken vervolgt de lui tenant met een geestdrift, die zelfs zijn Oom verbaast: Ifet is het verrukkelijkste jonge meis je, dat men zich denken kan. Allerschoon ste trekken, betooverende glimlach^ diepe Uitdrukking van zachtheid cn teederheid in den blik! Niets aan te doen, 't is besmettelijk Sn wordt een familiekwaal! roept mevrouw tfholfus Mauwer schaterlachend, haar spijt Ander scherts verbergend. Zij voelt, dat ze door de jonge zangeres AWfcrt te maken Fabien verbittert cn Philip- fte doet lijden. Aldus dubbel voldaan kan zij zich deze schoone gelegenheid niet la ten ontglippen en houdt vol, nu echter haar booze praatjes aan menschen toedichtend, met wie ze nooit over Ninette d'Alby gespro ken' heeft Marolles verzekerden mij, dat haar ta lent veel te hoog opgeschroefd is, haar stera reeds vermoeid en bevend, weinig vast in de hooge tonen. En Lourbat, de criticus van la Rumeur, beweert, dat zij' niet dé minste ondervinding op de planken heef. Waar hebben zij baar gehoord? vraagt de hertog. Welte Parijs, te Nizza, le Monte Carlo, overal waar zij zingt. Thans was het de beurt van Philippe om in een schaterlach uit te barsten, maar die klonk helder en vol, zonder eenig spoor van gemaaktheid; dan sprak hij in allen ernst: U hebt er geen slag van ons in het ootje te nemen, nicht. Juffrouw d'Alby heeft nog nergens gezongen, zij zal morgenavond voor het eerst optreden- Hoe konden dan Ma rolles en Lourbat vaststellen, dat zij beeft', vaisch zingt, zich minder juist op het, too- neel beweegt? Dat moet wel in uw etgss. brein uitgebroed zijn. Verlegen stottert mevrouw Bholfus Mau wer, nu alles behalve krnaig: Ik herhaal slechts,- wat die heeren mij gezegd hebben. Misehien snoefden zij wel een weinig om goed ingelicht te schijnen. Ik zal niet zoo wreed zijn de zaak ver der uit te pluizen, verklaart de hertog. Dus, om uw eigen bestwil, Alice, houd niet vol. Schaakmat gezet, zwijgt ze. Deze Varville, zoo toegevend voor naderen, alleen voor haar zoo streng en strak, maakt steeds indruk op haar, jaagt haar soms vrees aan. Nu eens bij gebrek aan een ge past antwoord, dan weer in een vlaag van voorzichtigheid, altijd eindigt de vrouw van den bankier bij haar opwellingen van te genstand met den grooten neef het laatste woord te gunnen. Ditmaal ia ook Fabien te genwoordig en deelt de bewondering van zijn oom; daarom valt het de jonge vrouw bijzonder pijnlijk toe te geven, zich van kwadsprekerij overtuigd te zien. Na eenige oogenblikken zwijgens her neemt ze te verdrietig om nog langer scherts te veinzen: Hoe het ook zij, neef, u zult mij wel veroorloven voor mij zelf te meenen, dat deze monsterreclame rondom een debutante de maat overschrijdt, wel blaam moet uitlok ken en menschen van smaak tegen de borst stuit. Als men u ten aanzien van deze zan geres niet wat op de mouw gespeld heeft, wanneer uw informaties juist zijn en zij dus geboren en opgevoed is in een omgeving, waarmee men voor den dag mag komen, waarom begrijpt zij dan niet, hoezeer zij zich verlaagt door zich voor zoo iets te, loe- nen, voor de onbeschaamde publicaties van dezen Barnum nog wel? 't Lijkt de Trn-k- sche trom wel voor de aankondiging van een wonderdier! Ja, deze reclame is wel wat Arn-eri- kaansch, stemt Fabien toé, zonder don blik van het portret af te wenden, doch hij haast zich zijn afkeuring te verzachten: „Misschien bespeelt van Dosch zijn tam tam weï zonder voorkennis van dit lieve persoontje. Mijn neven zijn dus beiden al even naief, zegt Alice quasi zuchtend. U moet wel ver van coulissen en pers leven om niet te weten, dat bij zulk een vooruit schuiven van een ster door den impressario er een verstandhouding bestaat, die hoel wat intriges en wederzijdsch voordeel be dekt en. aarvan u wonderlijk best op de hoogte schijntte zijn, kostelijkste aller nich ten! zoo onderbreekt de hertog, haar. Wij be zitten gelukkig nog genoeg tact om geen naderen uitleg te eischen, te meer daar des noods uw verbeeldingskracht in de kosten zou kunnen voorzien. Juffrouw d'Alby ge niet een vlekkelooze reputatie. Werkelijk, waarde hertog, op uw leeftijd nadert zooveel onschuld de teederste kindsheid. Meent u in allen ernst, dat van Dosch zijn louis' bij handen vol zou w egwer pen om een jonge leerlinge van liet conser vatorium op een hoog verheven voetstuk te plaatsen, als niet evenzeer zijn hart als zijn beursbelang had in haar succes? Ik zeg zijn hartals verzachtende uitdrukking. Zelden heeft Varville zooveel moeite gehad zich in te houden. Deze poging tot zelfbe dwang, maakt hem nog bleekcr. Ik bid u, Alice, uit eerbied voor u zelf, strooi deze gemeene coulissepraatjes niet ver der zond. Ze benadeelen voel meer degene di,e ze uitspreekt dan haar, over wie gesproken wordt. Van Dosch is de directeur van juf frouw d'Alby en niets meer. Bes te erger voor haar. Indien haar impressario deze reclame niet betaalt, dan moet een of andere vriend het doen... misschien u wel! Wel kor^ mevrouw Bholfus Mauwer de uitwerking harer woorden voorzien, maar de wrok heeft de vrees overheerscht. Dik wijls in zulke buien van razernij loopt haar de gal over, bedwelmt haar, doet baar alle maat verliezen. Nu bet woord er nit is, heeft ze en sluit de oogen onder den ver nietigenden blik van den hertog. Zij ge looft, dat hij op haar zal toespringen,, haar op de knieën werpen, haar.... afros®»»» Als zij na een minuut de oogen opent, staat Varville vóór haar, nog wel lijkbleek, doch zichzelf weer geheel meester. Minach tend geeft hij haar dezen raad, maar op den toon van oppermachtig bevel: Ik zou u ten hoogste dankbaar zijn, wanneer u welke ook uw opinie over juffrouw d'Alby moge wezen voortaan naliet ooit kwaad van haar te spreken, zoowel in mijn tegenwoordigheid als ach ter mijn rug. Anders zou ik mij daardoor beleedigd achten in de dierbaarste vriend schap mijner jeugd, en geen enkele over weging van bloedverwantschap zou mij be letten daarvan, rekenschap te vragen. De ernst der stem maakt nog meer in druk clan de beteekenis der woorden. Toch moet mevrouw Bholfus Mauwer er een oogeriblik om lachen: de hertog den gena- turalisecrden Dui'tscher aan den degen rij gend! Welk een bespottelijk idee! Maar ook welk een buitenkansje! Een wild vizioen flitst haar de oogen voorbijdwaasheid! Ik ben nog niet in de gewensehte om standigheden om met Philippe te kunnen Breken, besluit zij. En vrij: om hij gelegenheid op nieuw te beginnen, onderwerpt zij zich in nederige, bijna platte termen. Als ik geweten had u te vertoornen, neef, zou ik de scherts niet zoo ver gedre ven hebben. Ik weerhoud mijn tong, steek u dan het zwaard in de schede. Jong of oud, mooi of leelijk, ik zal voortaan de weduwe of weeze in eere houden, ais wier dienende ridder u optreedt. De hertog bemoeit zich verder niet meer met haar, doch wendt, zich tot zijn neef. die eveneens door een onvergetelijke her innering vervuld, nadenkend blijft, doof voor de woordenwisseling. Toevallig heb ik een avant-scène ge nomen voor de voorstelling van morgen, Fabien. Een plaatsje is j® voorbehouden. Ik weet nog niet, of de nieuwsgierigheid het van het verdriet zal winnen, of ik bij het debuut van de arme kleine tegenwoordig zal zijn. Ik vrees voor haar evengoed de bravo's als het gefluit. Het fiasco zou slechts de teleurstelling van een avond zijn, en die zou ik kunnen verhelpen, terwijl het succes „HUMORIST". Nichtje: „Tante, zou 't niet vlugger gaan, als u, al dia verschillende postzegels, aan het. loket koekt „Misschien wel, kind, maar deze automaten zijn veel beleefder wellicht het gevaar en het ongeluk van heel haar leven kan worden. Als het nog tijd is, zal niets mij te veel wezen om dit kind te beletten het tooneel te betreden. Deze tusschenkomst van Philippe, ,de le vendige, besliste manier, waarop hij zijn voornemens verkondigt, verdrieten Fabien, prikkelden zijn ijverzucht, wekken den geest van tegenspraak weer in hem op. Als deze jonge, schoone artiste haar kunst waarlijk en hartstochtelijk bemint, meent hij, zal niemand ter wereld haar het volgen dezer roeping belette», oom, zelfs u niet! Dankbaar voor de uitnoodigmg, die ver schaft, voegt liij er verzoenend bij: In elk geval, u kunt morgenavond op mij rekenen: ik zal er voor het opgaan van het scherm wezen, en ik dank u voor de gereserveerde plaats, gereserveerde plaats. Wat u mij van juffrouw d'Alby en haai' vader verteld hebt, boezemt, mij belang in. Reeds opzienbarend voor zooveel anderen zal deze voorstelling zeer aantrekkelijk wor den voor mijik wil zeggen voor ons Terwijl de hertog slechts weinig aandacht aan dit verwarde antwoord schenkt, is me vrouw Bholfus Mauwer er door getroffen. Wel ja, wel zeker, denkt ze. Het moet belangwekkend zijn, wat er op het tooneel en in de zaal zal gelieured.maar nog belangwekkender op tc merken, hetgeen er achter iu do avant-scène van den tv-rtoa gaat geschieden. Wie kon zoo iets van dien treuzelaar Fabien verwachten! Ja, het zal ongetwijfeld nuttig wezen, daarbij tegen woordig te zijn. Bezit die jonge komediante zooveel talent en schoonheid als men be weert? Het komt er op aan dat te weten, en nog meer den indruk te kennen, dien Ni- nette op nam en neef zal maken. Welk een bron van kostelijke aanwijzingen voor de toekomst! Trouwens, daar deze voorstelling een gebeurtenis gaat worden, een kunst- plechtigheid, moet mevrouw Bholfus Mau wer er bij wezenen zij zal er zijn! Alle fierheid »p zij zettend vraagt Alice: Als u een avant-scène hebt, neef, zult U mij wel een klein plaatsje tussehen u en Fahien willen verleenen. Zonder aarzeling, zoo niet met eenig leed vermaak verklaart de hertog: Ik zal de wreedheid niet begaan u te veroordeelen een ganscben avond naar een vermoeide, bevende, weinig vaste stem te luisteren. Ik begrijp te goed, hoe zulke ten toonstellingen van wondermenschen. voor afgegaan door bekkenslagen tromgeroffel, uw afkeuring moeten wekken, uw smaak beleedigen. Bovendien heb ik reeds over de plaatsen beschikt. Pbillippe neemt afscheid en verwijdert zich met den fliken, fermen pas, die zijn kaarsrechte, lenige gestalte op het voordee- ligst doet uitkomen. Alice en Fabien zetten het gesprek voort, doch ditmaal zou Varville geen reden ge had hebben zich daarover te verontrusten: neef en nicht twisten. Fabien rolt het programma zorgvuldig op om het bij het meenemen niet te kreu ken. Mevrouw Bholpfus Mauwer, ver stoord door de weigering van den hertog, spreekt de jongen man toornig aan: Ik hoop toch, dat u dit lokkend gepink- oog en den idioten glimlach van deze ko mediante niet gaat bewaren en dan nog wel met de teedere zorg, die men voor een fami lieperkament draagt? Haar beste vriend van Dosch heeft dat snoetje overal als rondge- zaaid. U kunt, evenals elke voorbijganger, de exemplaren er van bij dozijnen verzame len,op de banken van het. park en de tafeltjes der café's, zelfs langs de trottoirs en in de goot! Na alles gedaan te hebben om de verwijde ring tussehen oom en neef te vergrooten, er gert zij zich doodelijk, nu zij moet ervaren, dat beide mannen elkander naderkomen in be wondering voor een vrouw, schooner dan zij, Alice, zelf. En deze mededingster is een too- neelspeelster! Daartegen komt haar ijdelheid in opstand, en elk harer woorden klinkt I100- nend, als een beleediging. De officier schijnt echter niet eens naar haar te luisteren. Dus ongestraft te kunnen doen, wat zij bij den oom schroomvallig ge waagd heeft: zij ontrukt den jongen man het portret en werpt het driftig met een val- schen lach van zich. Het blaadje huppelt door den wind over bet gras, verdwijnt in de rivier. De blik, waarmee de jonge Varville haar nu aanziet, is weinig milder dan die van den hertog daar straks. In een enkele minuut heeft mevrouw Bholfus Mauwer de vrucht van vele en lange jaren van sluwheid en vleierij verlo ren. OPZIENBAREND DEBUUT. Den volgenden dag doet de hertog alle moeite om Ninette te zien en te spreken. Aan de villa, die zij bewoont, aan de schouw burg, overal stoot hij den neus. Juffrouw d'Alby is geheel bezet door de laatste voorbereidingen en ontvangt nie mand vóór de generale repetitie van Tilbry. Hetzij dan opgelegd door de diva. zelf. of door haar impressario, het consigne blijkt onverbiddelijk. Door al die ijdele pogingen ontstemd, komt Varville des avonds eerst na het eerste bedrijf in het casino. In smoking, een bloem in het knoopsgat gaat de hertog met do hem steeds eigen in drukwekkende houding door de ledige si eel zalen naar de couloirs van den schouwburg. Hier zijn veel menschen bijeen: het is pauze. Ofschoon Varville do kunst op hoogen prijs stelt en har met een zeer juist oordeel weel te waardeeren, houclt hij toch niet van deze eerste voorstellingen, waarhij het succes dik wijls kunstmatig is, gekweekt door duistere invloeden, on het stuk ondanks zooveel geest driftige terugroeping bij een derde opvoering door het echte publiek gekelderd en verge ten wordt. Hij gaat naar den schouwburg om te genieten, doof en blind voor alles, wat zich achter de schermen afspeelt en dat niets met de ware kunst te maken heeft. Maar dezen avond is het zoo geheel an ders: zelden heeft hij zich zoo ontroerd ge voeld. Als mijn eigen dochter, debuteerde, kon ik niet meer opgewonden zijn, merkt hij op. Onder veel groeten én handdrukken met menschen, die hem beter kennen, dan hij hen. gaat de hértig verder, gretig luisterend, o>' hij geen enkele aanwijzing kan opvan gen. Het publiek is, zooals van Dosch zoide, zeer bont en gekleurd: echte Parijxenaai-s, artist en, parvenu's en vreemdelingen. Hoe kan men zich onder zooveel rumoer in enkele minuten een denkbeeld vormen van den in- druk, dien een zangeres gemaakt beeft? Blij, doch verrast tevens is Philippe dan ook als hij Fabien bespeurt, die tegen alle gewoonten in met zichtbare haast naar hem toekomst. Voor de eerste maal sedert langen tijd bestaat er plotseling tussehen oom en neef con .".•mrVnschap van gedachten en ge voelens, i Tde vrees hevagen begrij pen zij eik,.nut.. ais ze over Ninette spreken, ook zonder haar naam te noemen Geen van beide. In het eerste bedrijf gaat Jeannie slechts voorbij, zwijgend en zonder in het oog te vallen, juist iets om de nieuws gierigheid nog meer te prikkelen. De gestalte is allerkeurigst, de houding ongedwongen, het gebaar bevallig. Maar bij deze vluchtige verschijning voelt het publiek zich teleur- zoo weinig t,e en en niets te hooren van deze zoo hoog geroemde ster; het luistert dan ook verstrooid en ongeduldig naar de muziek. Ik kan mij de verwarring, den angst van het arme kind voorstellen, alsof ik ze deelde. Is het niet wreed zulk een jong hartje dergelijke beproevingen op te leggen? Ik, eenvoudig toeschouwer, met de koelbloedig heid, die een halve eeuw ervaring schenkt, ik voel "mij bij dit debuut zoo ongerust als koa ik er zelf het hoofd bij verliezen. En dit kind, zelf het slachtoffer van zooveel pu blieke aangaping, moet zich uren lang een gefantaseerd thema herinneren het bezingen met gebaren uitbeelden en het beleven, als ware liet een werkelijkheid. Dat in een en kelen avond een kleine tekortkoming van het geheugen, een luttele aarzeling of welke nietigheid ook, niet alleen het verledene, maar zelfs de toekomst van een artiste aan den 'gril van vijftien honderd, onverschil lige geblaseerde, misschien slecht gemutste toeschouwers overlevertis zulk een op de proef stellen niet schreeuwend onrecht vaardig, wreed zelfs? Zeer zeker! beaamt de luitenant. Daar om begrijp ik niet, hoe uw vriend d'Alby, een grootmoedig, edelmensch naar u zegt, zijn dochter aan zulk eendoorniee, gevaar lijke loopbaan heeft kunnen wijden. Niets bewijst, dat André zulks gewild heeft. Hij kende de keerzijde van dezen vluchtigen roem bij ervaring maar al te goed om niet den wensch te koesteren zijn dochter daarvoor te behoeden. Lang vóór zijn huwelijk heeft hij mij dit herhaalde malen verzekerd. Zijn liefde van echtgenoot en vader hebben dezen afkeer wel moeten versterken. Ongetwijfeld heeft het meisje de planken ivetreden alleen door armoede ge dwongen, of lastig gevallen door de hebzucht van haar omgeving. En dat juist maakt mij den uitslag van dezen avond zqo pijnlijk. Fabien bezit echter niet het vermogen van zijn oom zich aldus in eens anders leven in te denken; daarom zegt hij verzachtend: Laten wij liopen, dat het hiermee even eens gaat, als met de gevechten, waarbij de toeschouwer, die onbeweeglijk ter zijde staat., zich veel meer verontrust dan de soldaat te midden van den strijd. Zichtbaar verlegen voegt hij er bij: Evenwelvoor u komt er nog een nieuwe onaangenaamheid bij, oom: me vrouw Bholfus Mauwer is in uw avant- scène. Heb je haar meegenomen? Zeer zeker niet! Na het geen er gisteren op het terras van het casino plaats gehad heeft, zou ik dat niet gedurfd hebben. Toen ik aan de loge kwam, zat zij er reeds. Daar onze nicht aan het bureau geen plaats kon of wilde vinden, heeft zij de stoute schoenen aangetrokken: zij is door alles heengedrongen en heeft aan de controle uw naam opgegeven. Ik kon haar toch den uilgang niet wijzen.... Dat ging' zeker moeilijk, geeft de hertog toe. Zij is erlaat ze er blijven. Als Tilbry mii te veel last veroorzaakt, zal ik niemand hebben om het op te verhalen. Dan zou deze plaats onze nicht wellicht duurder te staan komen dan aan het loket. De electrische schel doet Phelippe opschrik ken; hij gaat naar zijn loge, opent ze en treedt binnen. Daar troont mevrouw Bholfus Mauwer heel vooraan; zij wendt zich can en steekt hem de hand toe, terwijl ze ondanks liaar onbekommerd uiterlijk met heimelijke onrust naar hem opziet. In plaats van als naar ge woonte deze hand hoffelijk te kussen, roert hij ze nauwelijks met de toppen zijner vin gers aan en gaat zitten. Duid het mij niet euvel, mij zelf geoodigd te hebben, aldus verontschuldigt Alice zich kortweg. Fabien zal u wel gezegd hebben, dat het onmogelijk was ook maar het sim pelste stoeltje te bemachtigen: alles was verhuurd. Ik hen mij mijn onbescheiden heid ten volle bewust. Houd het mij echter ten goede: ik brandde van verlangen de nieuwe partituur van B)rucy te hooren. Haar ongedwongen toon en houding ver bergen een werkelijke onrust. Het gewilde zwijgen van Philippe maakt haar den uit leg niet, gemakkelijker. Als uw ganoodigden komen, zal ik mij terstond verwijderen:i Is zij komen, voegt zij met een spotzieken glimlach om haar dunne lippen er bij. Ik heb alle reden te gelooven, dat zij u in den steek laten Wij zijn -inderdaad voltallig, beaamt Varville altijd even ernstig. Op zulke war me zomeravonden ben ik op mijn gemak gesteld, ook en vooral in den schouwburg. Daarom neem ik altijd drie of vier plaatsen te veel en gebruik die om er mijn. hoed, - handschoenen, kijker en wandelstok op 'e leggen. U hebt de plaats van mij ingenomen. Het is echter misschien niet kwaad hem in de hand te houden voor het geval, dat het publiek eenige animositeit mocht toonen. tegen de debutante bedoel ik. Aldus zult u mij niet, hinderen. In de stem van den hertog klikt trots cn minachting, onder den schijn van snoeverij zelfs een dreigende waarschuwing. Fabien lacht, dat zijn blanke tanden cn.ler zijn snor retje te voorschijn komen, Alice glimlacht ook, doch met saamgeknepon lippen. Zij meent haar misslag te moeten verzachten door gekeuvel, dat haar heel onderhoudend voorkomt. Welk een volle zaal, onverhoopt voor Neueastel! Ik bespeur zelfs eenige uitverko renen: vijftien of twintig welbekende kop pen. 'tls werkelijk de moeite waard er naar te kijkenOntegenzeglijk het. minst mis lukte gala van het seizoen. Iloud u stil! beveelde de hertog. Hot orkest vangt ann met het voorspel. (Wordt vervolgd) HET AANBOD Vour ik u onderzoek, meneer Janssen, één vraag; Drinkt u 'n borrel? Ja dokter zal zoo vrij zijn 'n bitter tje le nemen. NIEIT ZACHTAARDIG Maar vrouw, sprak mijnbeer, boe kun je nu probeeren om een spijker dn de muur te elaan mat een kleerborstel', gebruik je hoofd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10