FEUILLETON MIJ IS DE WRAKE! ZATERDAG 20 OCTOBER 1928 TWEEDE BLAD PAGINA 2 UITVOERING BIOSCOOPWET. VAN JALOUZIE TOT „MOORD?". NACHTELIJK DRAMA. DE NA-KEURING'IN HET ZUIDEN. Op de Dinsdag te Eindhoven gehouden veis fadering van Zuidelijke gemeenten, waaThij ien 20-tal burgemeesters uit de groote ge- p een ten tegenwoordig waren, is inzake de ïuidelijke filmkeuring uitgesproken, dat een Centrale Zuidelijke nakeuring absoluut nood- takelijk blijft Stappen in deze richting zullen gedaan wor- ien. EEN WEKELIJKSCHE RUSTDAG VOOR MUSICI- Een adres aan de Tweede Kamer- «I Het hoofdbestuur van den Nederl. Toon- kunstenaarsbond heeft zich, in een adres, ge wend tot de Tweede Kamer, teneinde, naar aanleiding van het wetsontwerp tot wijziging der arbeidswet 1919, de medewerking van die Kamer te krijgen aan de totstandkoming van een bepaling, die de verzekering van een we- kelijkschen rustdag voor musici mogelijk zal maken. EEN AGENT VOOR DE RECHTBANK Mishandeld en besrhuldigd VRIJSPRAAK GEEISCHT EN GEVRAAGD. Een Haarlemsche agent van politie, J. J. stond voor de Haarlemsche rechtbank terecht, beschuldigd, dat hij op 30 Juli van dit jaar "en zekéren W. M. tegen het hoofd zou heib- >en geschopt. Er was dien dag, ln den namid dag, bij het FIrove n i ersh uis aan de Groote Houtstraat een volksoploop, daar W M. uit een der winkels moest worden verwijderd. On geveer driehonderd menschen waren getuigen van de pogingen, die de politie deed om M. tot kalmte te manen en te bewegen door te loopen, maar deze, bijgestaan door zijn vrouw, ver lette zldh evenwel hiavig, sloeg en trapte de igenten en ging op den grond liggen. Vol gens heim en een ooggetuige, beeft toen de agent hem in bet gezicht geschopt, echter zon- *er wonden te veroorzaken J. ontkende dit. Hij betoogde verder, dat hij zich in een lastig parket bevond, daar het publieik sterk opdrong en hem reeds de pet van het hoofd had geslagen Daarmee meende ook het O. M. rekening te moeten iouden, terwijl het tevens van oordeel was, lat opzet tot mishandeling niet kon worden lange too nd. De officier vroeg vrijspraak. Een requisitoir, waarbij de verdediger, mr. de Vrieze uit Amsterdam, zich aansloot. WEDDEN BIJ DE COURSES OP DUINDIGT Gelegenheid tot hazardspel Voor den Haagischen Politierechter, mr. Klomp, zijijn gisteren drie zaken behandeld tegen verdachten, beschuldigd van overtreding van art. 254 van het Wetboek van Strafrecht, ni. het geiven van gelegenheid aan het pu bliek tot hazardspel, is tot wedden bij in de ïnaand September j.l. op Duindigt gehouden courses. De eerste verdachte was de koopman M. P. uit Den Haag. Het Q. M., waargenomen door mr. Rijkens, die er op wees, dat blijkbaar de te vorigen jare aan verschillen bookmakers opgelegde straffen niet afdoende bebben ge holpen, eischte 1 maand gevangenisstraf te- cao verdachte. Mr. Klomp hield de uitspraak in deze zaak aan tot a.s. Vrijdag. De volgende verdachte was de timmerman J. S. G. uit IJmuiden. Tegen diezen verdach te, die zich hij zijn aanhouding nog al ernstig bleek verzet te hebben om te voorkomen, dat het boekje, waarin hij zijn aanteekeningen piaakte, in beslag werd genomen, eischte hiet O. M. 6 weken gevangenisstraf op. Ten slotte stond terecht de reiziger L. Z. uit Den Haag. Deze hoorde 3 weken gevange nisstraf tegen zich edschen De Politierechter veroordeelde hem tot 1 oö boete «mba. 20 dagen hechtenis. Een verlovingskwestje, die ernstige gevolgen had Voor de rechtbank te 's Hertogenbosch stond terecht J. V., landbouwer te Andel, 35 jaar, gedagvaard ter ziake dat hij op 18 Juni 1928 te Giessen J. van Tilborg van het leven heeft be roofd, door hem opzettelijk, geweldadig miet een mes te steken. Tengevolge van de zwaar lichamelijk toegebrachte verwonding is het slachtoffer spoedig overleden. Verdachte bekende. Hij had van half Maart af verkeering met het meisje van de Westelaken waarmede van Tilborg vroeger was verloofd geweest. Van Tilborg was jaloersch en maakte het verdachte herhaalde malen lastig, zoodat er al eens een klap gevallen was. Op den bewusten dag, 18 Juni, ging verdachte met het meisje uit. Plot seling zagen ze van Tilborg op de fiets hen paeseeren. Hij stapte af, legde de fiets op den grond en begon het paar, dat hand aan hand liep, te molesteeren. Van Tilborg riep: Ik niet, dan 'hij ook niet! Dood moet je! Verdachte die het oogenhlik hoogst hachelijk vond, schrok erg en greep zijn mes! om zich te verdedigen. Hij hield alléén het mes vooruit, zonder eenige stekende beweging te maken> doch alleen om den woedenden jonge man van zich af te houden. Een worsteling ontstond. VeTdachte trachtte van Tilborg van zich af te houden, doch deze liep in het mes tegen ver dachte aan, die niet direct begreep dat de wonde zoo ernstig was. Getuige deskundige dokter Mettrop, Den Bosch, heeft daar ter plaatse 't lijk geschouwd. Van Tilborg is overleden tengevolge der in de horst toegebrachte diepe breede wonde. Dr. Casparie gaf een uitvoerige deskundige uiteenzetting over de mogelijkheid van een psyohologischen toestand tijdens het drama. Het O. M. ging uitvoerig het verloop der zaak na en concludeerde tot vrijspraak. De verdediger, Mr. E. van Zinnicq Berg- mann, die na het requisitoir van het O. M. niet veel meer meent te hoeven zeggen, wil ech. ter er op wijzen, dat het goed is dat deze zaak in het openbaar wordt behandeld. Ten onrechte wordt verdachte moordenaar genoemd en dooT het publiek gedacht, dat hij opzettelijk v. Til borg zou hebben gedood. Verdachte en zijn meisje mogen niet langer door het publiek gehinderd worden, want ver dachte is onschuldig. Uitspraak over 14 dagen. DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Een ongeluk, dat nog goed afliep Toen die tuinder B. met een wagen met kool naar de velling te Noord-Scharwoude reed, kwam de trein nit de richting Den Helder, terwijl het paard zich reeds op de spoorbaan bevond bij den onbewaakten overweg In de nabijheid van deze gemeente. Door krachtig remmen van den machinist, die signaal gaf, en doordien de voerman van den wagen sprong en zijn paard nog iets wist achteruit te krijgen, liep dit ongeluk betrekkelijk nog goed af. Het paard kreeg eenige verwondingen, ter wijl hot lemoen totaal versplinterd werd. DE DOOD IN DE MIJNEN Arbeider door afvallend gesteente getroffen. Op de Staatsmijn „Maurits" is de sleeper J. W. uit Obbicht door afvallend gesteente zoo danig getroffen, dat hij ernstig verwond in het hospitaal te Sittard moest worden opge nomen. NOODLANDING VAN EEN FARMAN-VLIEGTUIG Wel schade, geen ongelukken Het van Schipho-l vertrokken Jabiru-vlieg- tuig van Parman moest wegens het weigeren van twee motoren hij Aalsmeer een nood landing maken, waardoor het toestel vrij ernstig werd beschadigd. De Inzittenden bleven ongedeerd. DOOD DOOR SCHULD Roekeloos en onvoorzichtig gestuurd Op 20 Februari jJ. heeft des middags te on geveer 12 uur bij de Hoogesluis te Amster dam een van de drukste verkeerspunten dei- stad, een zeer ernstig verkeersongeval plaats gehad. Van de richting Frederiksplein kwam een auto aanrijden, die bestuurd werd door den 33-jarigen Mr. S., advocaat en procureur te Amsterdam. Het was de bedoeling van den chauffeur, door het maken van een bocht naar links den Amstel op te rijden, een manoeuvre, welke ook volkomen gelukt zou zijn, Indien niet een eiierenhandelaar, die met paard en wagen van den tegenovergestelden kant na derde, juist op dat oogenhlik zijn paard zoo ver had laten doorloopen, dat het geheel den doorgang naar den Amstel versperde. Wel trachtte mr. S. nog door zijn stuur naar links te wenden vóór het paard langs te gaan, doch dit gelukte niet. Een hotsing tussehen paard en auto was het gevolg, waarhij het helaas niet bleef. De auto reed n.l. tegen een lantaarnpaal op, weilke afbrak en tereebt kwam op een juist passeerende vtouw. Zij liep lichamelijk letsel op en is op 26 Febrauri j.l. aan infectie overleden. Tegen den heer mr. S. werd een strafver volging ingesteld en gisteren stond hij terecht voor de Amsterdamsche Rechtbank. Volgens de dagvaarding heeft mr. s. bij het nemen van de bocht den auto hoogst roekeloos en onvoor zichtig bestuurd. De heer E. C. J. S. Staal, inspecteur van politie bij de verkeerspolitie in de hoofdstad, lichtte, als deskundige gehoord, het door hem ter zake uitgebrachte rapport toe. Desk. re kent het verd. als een fout, dat hij den bocht naar links gecoupeerd heeft. Voorts heeft vol gens den deskundige verd. bij het oversteken niet de grootst mogelijke voorzichtigheid be- traeht, die op dit punt veredscht wordt en heeft hij aan het filerverkeer van den beginne af geen voorkeur gegeven. Het O. M. mr. de Biëcourt, eischte 200 boete, subs, tien dagen hechtenis. De verdediger mir. S. de Jong concludeerde tot vrijspraak, subs, een voorwaardelijke ver oordeeling of een zeer lichte geldboete. Autoverlichting op donkere wegen. In den avond Van 22 Maart 1.1. te ongeveer acht uur reed' de 26-jarige garage-houder W. S. uit Hilversum als bestuurder van een personen auto met een vaart van ongeveer 25 K.M. op den Brediusweg te Bussum, ln de richting van Naarden. De avond was zeer donker, hetgeen het uitzicht op den weg, waarlangs slechts aan één kant eieetrische lantaarns zijn geplaatst, nog meer dan gewoonlijk het geval is, belemmer de. Op een gegeven oogenhlik bemerkte S., dat hij tegen een persoon opbotste. Het bleek dat hij een meisje had aangereden. Dit meisje de 17-jarige Maria S„ is aan de bekomen verwon dingen overleden. Gisteren stond de chauf feur terzake voor de Amsterdamsche Recht bank terecht. Volgens de dagvaarding is de aanrijding ver oorzaakt. doordat verd. hoogst roekeloos en on voorzichtig heeft gereden. Verd. deelde op vragen van president mr. Hul- zinga, mede, dat hij op den rijweg gereden heeft Het slachtoffer liep daar ook, hoewel terzijde van den weg een voetpad loopt. Van belang waren de verklaringen van den heer E. C. J. Staal, inspecteur bij de Verkeers politie in de hoofdstad. President: „Heeft verd. schuld?" Desk.: „Er zijn verzachtende omstandigheden, maar het feit, dat verd. met een auto op een weg reed, waar men niet zien lean, is laakbaar." Rechter mr. Ybes: „De practisehe oplossing was dus geweest, dat verd. l'ad moeten blijven stilstaan tot het ochtend werd?" Desk.: „Zoo Is het. Het is een fout in de wet geving dat men niet meer in alles-, wat bebouwde kom heet, met verblindende verlichting mag rijden, verblindend volgens de letter van de wot dan altijd. Bij de politie te Amsterdam heersclit de opvatting dat, wanneer een automobilist in de stad zijn z.g. spotlicht brandende heeft, hij vrijuit gaat. Als 't licht een tegenkomer niet verblindt, dan treden wij niet op." Het O.M., mr. de Biëcourt, zeide, dat niet is komen vast te staan waar dr meisjes geloopen hebben. Doch al hadden zij op den rijweg geloo pen ep al heeft de aanrijding onder buitenge wone omstandigheden plaats gehad, dan gaat het volgens spr. niet op om te zeggen: „ik kan er niets aan doen, want Ik hol5 je niet gezien!" Dat is een conclusie, welke spr. niet wenscht te aanvaarden. Wat de strafmaat betreft, meende spr. met het vorderen van een boete te kunnen volstaan. Eisch 75 boete of 10 dagen hechten's. Uitspraak 1 November a.s. Bloedige vechtpartij te 's. Hertogenbosch EEN MAN DOODGESTOKEN; TWEE PERSONEN GEWOND Hedennacht heeft zich op den Uilenburg te 's Bosch een ernstig drama afgespeeld. Tus- Bchen eenige personen ontstond een hevige' twist, waarbij de messen getrokken werden. Zekere Thijssen kreeg een steek in het hart en was op slag dood, zekere van Oord is in ern- stigen toestand naar het ziekenhuis vervoerd. Hij heeft een steek in het achterhoofd, terwijl hem een slagader van den arm is doorgesne den. Ook een vrouw is gewond, doch kon het zie kenhuis weer verlaten. De politie heeft als ver moedelijke daders* aangehouden N. D. en R. GEVECHT TUSSCHEN VELDWACHTER EN JAGER. Ging het schot per ongeluk af? Te Heithuijsm is aangehouden de jager R., die, toen hij door den gemeente-veldwachteT werd bekeurd wegens jachtovertreding, zich tegen de inbeslagneming van zijn geweer krachtdadig verzette. Bij de worsteling ging het geweer af. De veldwachter kreeg het schot rakelings langs zijn borst. Het onderzoek zal moeten uitwijzen of hier sprake -is van een ongeluk of van opzet. SPIRITUS-SMOKKEL. 112-000 gulden boete- Da rechtbank te Middelburg heeft Vrijdag A. W. de V. schipper te Alkemade, die werd betrapt op fraudeleuzen invoer van 3600 L. spiritus te Hansweert, veroordeeld tot 50 boete subs 10 dagen hechtenis en nog 112,266 boete of 6 maanden hechtenis met verbeurd verklaring van het schip. Er was voor 22.000 aan accijns ontdoken wanneer de invoer zou zijn gelukt. GEHEIME DISTILLEERDERIJ. Door de rechtbank te Middelburg Is J. C. koopman te Sint Laurens, wegens het doen vervaardigen van een distilleertoestel, het doen vervoeren naar Koudekerken en het voorhan den hebben ervan, tot 3 maal 100 boete subs 3 maal een maand hechtenis veroordeeld. INBRAAK IN EEN TRAMSTATION De daders zijn aangehouden Voor eenige dagen is te Steenderen inge broken in het station der tram Zutfen Emrnerik en o.ira. ontvreemd een partij manu facturen, een partij sigaren en 500 K.g. boter. De politie is er gisteren ln geslaagd drie der vermoedelijke daders aan te houden. Een deel der gestolen boter werd te Dinxperlo ln beslag genomen. EEN KWAADAARDIGE POES. De oude dame mocht geen visch bakken Donderdag was de 92-jarige dame Johanna S. in haar woning in de Poelgeeststraat te Leiden, bezig met het bakken van visch. Haar poes was het echter blijkbaar niet naar den zin, dat zij geen vischje deelachtig werd en vloog plot seling de oude dame aan, beet haar verschillen de malen in den arm en bracht haar bovendien eenige formidabele krabben in het gelaat toe. De dame is in het Academisch Ziekenhuis verbonden. De poes heeft gister haar snood heid met den dood moeten bekoopen en is op de Stadstimmerwerf afgemaakt. KIND VERDRONKEN. Van een hooge sluis gevallen Gisterenmiddag te half vier is te Oostendam gem. Ridderkerk, het 4-jarig zoontje van den arbeider, v. d. B. in de haven gevallen en verdronken. Het kind stortte van de vier meter hooge schutsluis. De kleine werd on middellijk opgehaald, doch de levensgeesten waren reeds geweken. DE GENEESHEEtt-AUTO-MANIAK Te Hilvarenbeek gearresteerd. Naar de „N. R. Ct." verneemt, heeft de mare chaussee te Hilvarenbeek aangehouden den electro-technicus P. M. K. F., gedomicilieerd te Utrecht. Deze man heeft zich sedert geruimen tijd uitgegeven voor dokter, voor ingenieur of offi cier. Hij maakte er zijn werk van, autogarage houders op te lichten. Hij huurde een auto, liet zich van de eene stad naar de andere rijden en verdween zonder te betalen. Ook de hotelreke ning van hem en den chauffeur bleef hij meestal schuldig. Zooals wij gisteren hebben gemeld, is hij ook te Rotterdam werkzaam geweest. Met een auto van een garagehouder uit het Noor delijk stadsdeel is hij, via Klaaswaal, Willem stad en Zevenbergen uaar Breda gegaan. Daar heeft hij 'n een hotel kamers besproken voor zich en den chauffeur, waarna hij spoorloos is verdwenen. Den volgenden dag is gebleken, dat hij met een auto van een garagehouder te Breda naar Eindhoven was gereden. Daar heeft hij opnieuw den chauffeur in den steek gelaten, om wederom een auto te huren. Met dezen auto is hij door Hilvarenbeek gekomen, waar do marechaussee's hem hebben gearresteerd. Hij ia naar Eindhoven op transport gesteld. KIND VERBRAND. In een tobbe kokende vloeistof Te Arnemuiden is het 4-jarig zoontje van D, achterover in een tobbe met kokende vloeistof gevallen De kleine is in het Gasthuis te Mid* delburg aan de gevolgen overleden. Onder gloeiende asch Terwijl de ouders aan het aardappeldel ven, waren, trok een ljj-jarig dochtertje van den arbeider T ,R. te Odoornerveld, de aschlade uit de brandende kachel'. Het kind kreeg da gloeiende asch over zich heen en bekwam zoo, hevige brandwonden, dat het spoedig overleed^ BRANDSTICHTING Drie jaar gevangenisstraf De rechtibaciik te Assen veroordeelde giste ren C. L. C. van V., verpleegde te Veenhuizen, thans gedetineerd, wiegens opzettelijke brand stichting in de gebouwen aldaar waardoor een, schade van 15.000 aangericht werd, tot driei jaaT gevangenisstraf. De eisch waa vijf jaar. DE GASBRON-BRAND IN INDIë Nog twee personen overleden. MEDAN, 18 October (ANETA.). Nog twee koelies, die bij den brand van de gasbron op het olieterrein der Ned.-Indische Aardolie- Maatschappij bij Pangkalan Soesoe werden ge wond, zijn overleden. De bron brandt nog steeds fel. Een poging tot blusschlng is nog niet aangewend. MACHINEFABRIEK VAN STORK Bevredigende resultaten De kosten van aanbouw en aanschaffing van machinerieën hebben in verband met belang rijke verbouwingen van gieterij en kantoren do; afschrijvingen overtroffen, waardoor het eind cijfer ruim 121.000 is gestegen De vermindering van het totaal-bedrag dei; deelneming is grootendeels het gevolg van een gewijzigde financiering der zaken van onze dochterondernemingen'. Het batig saldo bedraagt f 830.650. Wij Btel- len voor het dividend te bepalen op 6 pet, en het eventueel overblijvende saldo op nieuwe To kening over te brengen. De toestand in de metaalindustrie is hoe wel wij voortdurend goed van werk zijn voor zien geweest en het aantal orders ook op n«5 oogenbllk nog zeer bevredigend is wat prij zen betreft altijd nog van dien aard, dat hetj ons slechts met groote moeite en de toewijding van ons personeel mogelijk is geweest ook in het afgeloopen jaar een eenigszins bevredigend resultaat te verkrijgen. Wij erkennen ook thans weder dankbaar, dat de leiders van vele ondernemingen hier en iu Indië en van vele onzer openbare bedrijven onze industrie steunen doordat zij hun bestel lingen zooveel mogelijk bij de Nederlandschei industrie plaatsen. Vrij naar het Engelsch van R. H. GARDAGH 3) IIL Nu moet ik eerst over mij zelf spreken. Zooals Ik gezegd héb, was het de wensch van mijn vader, dat Ik dokter werd, en zoo kwam Ik op mijn 16de jaar, toen ik van school ging, bij den dokter van Bungay im de leer. Daar ïk veel van het vak hield, maakte ik goede vorderingen. Inderdaad, ik had bijna alles geleerd, wat hij mij kon geven, en mijn vader was van plan, mij naar Londen te sturen, om daar mijn stu dies voort te zetten, zoodra ik twintig jaar was, d. w. z. vijf maanden later.' Maar ik zou niet naar Londen gaan, In die dagen hield ik mij niet alleen met de geneeskun de bezig. Squire Bozard had een dochter, Llly genaamd, van mijn leeftijd. Van onze jonge Jaren af waren we als broer en zusje bij elkaar, Want we zagen elkaar eiken dag, en speelden met elkaar. Ik zon dan ook moeilijk kunnen zeggen, wanneer ik van Lily begon te houden, of zij van mij. Later, toen Ik van school kwam, werden we allebei wat schuwer, omdat we bemerkten, dat we geen kinderen meer waren. Maar we zagen elkaar dikwijls, en, hoewel we iet geen van beiden zeiden, wij zagen elkaar traag. Squire Bozard was niet bijzonder te spreken rrer die vriendschap tussehen zijn dochter en nij niet omdat hij mij niet mocht, maar om- fat hij Lily graag getrouwd zag met zijn broer Geoffrey, mijn vaders erfgenaam. Het kwam ten laatste zóóver, dat we elkaar haast.niet mochten zien dan om zoo te zeggen bij toeval, terwijl mijn broeT altijd welkom was. Eenige onaangenaamheid tussehen ons broers was daar van het gevolg, want ook hij hield van Llly. Ik was dus verliefd op Llly, en wel in die mate, dat ik haar nooit vergat, hoezeer latere gebeurtenissen dat schijnbaar ook tegenspreken. Op dien droeven dag nu, waarvan ik schrijf, wist ik, dat ik Lily in het park bij Ditchingham Hall het huis van haar vader zou ontmoe ten. Zondag, bij het uitgaan van de kerk, had zij mij gezegd, dat zij Woensdag de eerste hage- doorn zou gaan plukken, en terstond had ik mij voorgenomen, dat ik dien Woensdagmiddag ook hagedoonn zou plukken, al moest ik alle zieken van Bungay aan hun lot overlaten. Bo vendien was ik vastbesloten, om als ik Llly alleen trof, niet langer uit te stellen, maar haat te zeggen, wat er in mijn hart omging, wat voor haar wel geen geheim zal geweest zijn, even min als ik twijfelde aan haar gevoelens jegens mij. De vrees, dat mijn broer mij anders wel eens vóór kon zijn, verhaastte mijn besluit, sluit. Nu was het dien middag al heel moeilijk om er uit te breken, want mijn leermeester was ziek, en ik moest zijn patiënten bezoeken. Maar eindelijk, omstreeks half vijf, slaagde Ik erla om weg te kernen. Ik liep op een draf, tot dicht bij Ditchingham Park, en begon toen kalmer te loopen, want ik wilde niet bezweet voor Llly verschijnen, maar zoo voordeelig mogelijk. Toen ik nu den weg lang het park afkwam, zag ik een man te paard, die eerst naar het rijpad keek, dat op die plaats naar rechts afbuigt, dan achter zich en vervolgens langs den straat weg, als in onzekerheid, welke richting hij moest inslaan. Ik zag terstond dat hij een vreemdeling wat. Kij was groot van sink, en zag er voornaam uit. Over zijn rijk fluweelen costuum droeg hij een gouden ketting. Naar schatting kon hij 40 jaar 0U<I zÜn. Maar het was vooral zijn gezicht, dat mijn aandacht trok, want op dat oogenhlik had het iets vreeselijks. Het was lang, smal en met voren doorploegd. De oogen waren groot en schitterend. De mond was klein, en goed gevormd, maar er speelde een duivelachtige en wreede trek om de lip- pen. Het hooge, gewelfde voorhoofd word ont sierd door een lidteeken. De man was donker, hij zag er Zuidelijk uit, en droeg een kastanje kleuriger: puntbaard. Ik was nu bijna naast hem gekomen, en hij bemerkte mij nu voor het eerst. Zijn gezicht veranderde oogenblikkelijk- De wreede trek verdween, en de uitdrukking werd vriendelijk en aangenaam. Hij nam zeer beleefd zijn hoed af, en stamelde iets In gebroken Engelsch. Het eenige, wat lk er van opving, was het woord Yarmouth. Toen hij bemerkte, dat ik hem niet verstond, verwenschtè hij hot Engelsch en allen, die het spraken, in het zuiverste Spaausch.- Als de senor zoo goed wil zijn, om zijn verlangen in het Spaanseh kenbaar te maken, zed ik in die taal, dan zal ik hem misschien kunnen helpen. Wat, je spreekt Spaanseh, jongeman! zei hij verbluft. En toch ben je geen Spanjaard, hoewel je het, wat je gezicht betreft, wel kon wezen. Caramba! Wat vreemd! En hij nam we nieuwsgierig op. Het mag vreemd zijtn, mijnheer, antwoord de ik, maar ik héb haast. Wees dus zoo goed, te vragen, wat u te vragen hebt. Aha, zei hij, misschien kan ik raden, waar om je zoo'n haast hebt. Ik zag een witte japon daar ginds bij het riviertje. En hij knikte in de richting van het park. Neem den raad aan van een ouden man, vriend, en wees voorzichtig Vertrouw ze nooit, en neem ze nooit of je zult nog eens verlangen, om zo te vermoorden. Ik deed, alsof ik verder wilde gaan. maar hij ging voort: e-- ïerontachuldig, wat ik daar ?eg, maar het was goed gemeend, en misschien wotdt je oud genoeg, om de waarheid ervan te ondervinden. Ik zal je niet langer ophouden. Wil je zoo goed zijn, mij den weg naar Yarmouth te wijzen. Ik ben langs een anderen weg gekomen, en weet hier geen wijs uit. Ik ging enkele passen het rijpad op, en wees hem, hoe hij moest gaan, terwijl ik sprak, merkte ik op, dat de vreemdeling mij scherp aanzag, en, naar het mij voorkwam, met een ge heime vrees, die hij vergeefs tachtte meester te worden. Toen ik geëindigd had, nam hij wear zijn hoed af, bedankte mij en zeide; Wil je zoo goed zijn, mij je naam e. men, jongeman? Wat kan u mijn naam schelen? antwoordde ik ruw. U hebt me uw naam ook niet genoemd. Neen, dat is waar. Ik reis incognito. Mis schien heb ik hier in de buurt ook een dame gezien. En hij lachte vreemd. Ik wilde alleen den naam weten van Iemand, die beleefd voor me geweest is, maar die achteraf niet zoo be leefd schijnt te zijn als ik dacht En hij speelde met de teugels. Ik schaam me niet voor mijn naam, ant woordde ik. Het is tot dusver atlijd een eerlijke naam geweest, en als u het weten wilt, ik heet Thomas Wlngfield. Dat dacht ik al, riep hij uit, en zijn ge zicht werd als dat van een duivel. En vóór ik tijld had, om ook maar even te denken, was !hij van zijn paard gesprongen, en stond hij op drie passen afstand van me. Een goede .dag voor me! Nu zullen we eens zien, wat voor waars ey is in voorspellin gen, zei hij zijn zwaard met zilveren gevest trekkend. Juan de Garcia groet u, Thomas Wingfield, Het zal vreemd schijnen, maar eerst op dit oogenbük schoot mij te binnen, wat ik gehooTd had over den f?-paan?ét'<ni weemdeling. wiens komst in Yarmouth mijn vader en moeder zoo ontsteld had. Op lederen anderen tijd zou ik daar spoedig genoeg aan gedacht hebben, maar die dag was ik te veel bezig met Lily en met wat ik tot haar zau zeggen. Hij moet het zijn, zei ik bij me zelf. Toen zei ik niets meer, want do ander kwam op me af, met opgeheven zwaard. Ik sprong op zij, en had eigenlijk zin,om te vluchten, wat ik ongewapend als ik was zonder schaamte had kunnen doen. Maar met dat al kon ik den stoot niet geheel ontgaan. Hij was gericht op mijn hart, en ging nu door mijn linkerarm. De pijn deed me alle gedachte aan wegloopen verge ten, en vol toorn wilde ik mij wreken op den man, die mij zoo zonder eenige reden had aan gevallen. Mijn knuppel leek maar een erbar melijk wapen tegen een Spaansche kling in de hand van iemand, die er mee om wist te gaan, en toch, als een man zich met een knuppel be dreigd ziet, zal hij vergeten, dat hij zelf een veel gevaarlijker wapen hanteert, en zich be palen tot de verdediging. Zoo ging het ook hier, Toen de Spanjaard dien dikken stok hoven zijn hoofd zag, vergat hij zijin eigen voordeel, en hief hij zijn arm op, om den slag af te weren. Neer kwam hij op den rug van zijn hand, enhij liet zijn zwaard vallen. Maar ik spaarde hem niet, want mijn bloed kookte. De volgende klap kwam op zijn lippen, sloeg hem csn tand uit, en wierp hem achterover. Toen pakte ik hem bij zijn been, e.n deed ik een regen van slagen on. barmhartig op hem neerkomen, overal, waar ik hem maar raken kon. En toen mijn armen moe waren, begon ik hem te trappen; en al dien tijd woelde hij als een slang, en vloekte verschrik kelijk. Maar hij Bcbreeuwde niet, en vroeg niet om genade. Eindelijk hield ik op, en zag neer op mijn werk. Een aangenaam gezicht was het niet Met al die scheuren en bulten en den mod der van den weg leek hij al heel weinig op den fleren ruiter van vijf minuten geleden. Maaii het leelijkste was de blik In zijn oogen, zooalSj hij daar op rijn rug lag, en naar mij staarde, .(Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6