FEUILLETON
MIJ IS DE WRAKE!
ZATERDAG 20 OCTOBER 1928
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
UITVOERING BIOSCOOPWET.
VAN JALOUZIE TOT „MOORD?".
NACHTELIJK DRAMA.
DE NA-KEURING'IN HET ZUIDEN.
Op de Dinsdag te Eindhoven gehouden veis
fadering van Zuidelijke gemeenten, waaThij
ien 20-tal burgemeesters uit de groote ge-
p een ten tegenwoordig waren, is inzake de
ïuidelijke filmkeuring uitgesproken, dat een
Centrale Zuidelijke nakeuring absoluut nood-
takelijk blijft
Stappen in deze richting zullen gedaan wor-
ien.
EEN WEKELIJKSCHE RUSTDAG VOOR
MUSICI-
Een adres aan de Tweede Kamer-
«I
Het hoofdbestuur van den Nederl. Toon-
kunstenaarsbond heeft zich, in een adres, ge
wend tot de Tweede Kamer, teneinde, naar
aanleiding van het wetsontwerp tot wijziging
der arbeidswet 1919, de medewerking van die
Kamer te krijgen aan de totstandkoming van
een bepaling, die de verzekering van een we-
kelijkschen rustdag voor musici mogelijk zal
maken.
EEN AGENT VOOR DE RECHTBANK
Mishandeld en besrhuldigd
VRIJSPRAAK GEEISCHT EN GEVRAAGD.
Een Haarlemsche agent van politie, J. J.
stond voor de Haarlemsche rechtbank terecht,
beschuldigd, dat hij op 30 Juli van dit jaar
"en zekéren W. M. tegen het hoofd zou heib-
>en geschopt. Er was dien dag, ln den namid
dag, bij het FIrove n i ersh uis aan de Groote
Houtstraat een volksoploop, daar W M. uit
een der winkels moest worden verwijderd. On
geveer driehonderd menschen waren getuigen
van de pogingen, die de politie deed om M. tot
kalmte te manen en te bewegen door te loopen,
maar deze, bijgestaan door zijn vrouw, ver
lette zldh evenwel hiavig, sloeg en trapte de
igenten en ging op den grond liggen. Vol
gens heim en een ooggetuige, beeft toen de
agent hem in bet gezicht geschopt, echter zon-
*er wonden te veroorzaken
J. ontkende dit. Hij betoogde verder, dat
hij zich in een lastig parket bevond, daar
het publieik sterk opdrong en hem reeds de
pet van het hoofd had geslagen Daarmee
meende ook het O. M. rekening te moeten
iouden, terwijl het tevens van oordeel was,
lat opzet tot mishandeling niet kon worden
lange too nd. De officier vroeg vrijspraak. Een
requisitoir, waarbij de verdediger, mr. de
Vrieze uit Amsterdam, zich aansloot.
WEDDEN BIJ DE COURSES
OP DUINDIGT
Gelegenheid tot hazardspel
Voor den Haagischen Politierechter, mr.
Klomp, zijijn gisteren drie zaken behandeld
tegen verdachten, beschuldigd van overtreding
van art. 254 van het Wetboek van Strafrecht,
ni. het geiven van gelegenheid aan het pu
bliek tot hazardspel, is tot wedden bij in de
ïnaand September j.l. op Duindigt gehouden
courses.
De eerste verdachte was de koopman M. P.
uit Den Haag. Het Q. M., waargenomen door
mr. Rijkens, die er op wees, dat blijkbaar
de te vorigen jare aan verschillen bookmakers
opgelegde straffen niet afdoende bebben ge
holpen, eischte 1 maand gevangenisstraf te-
cao verdachte.
Mr. Klomp hield de uitspraak in deze zaak
aan tot a.s. Vrijdag.
De volgende verdachte was de timmerman
J. S. G. uit IJmuiden. Tegen diezen verdach
te, die zich hij zijn aanhouding nog al ernstig
bleek verzet te hebben om te voorkomen, dat
het boekje, waarin hij zijn aanteekeningen
piaakte, in beslag werd genomen, eischte hiet
O. M. 6 weken gevangenisstraf op.
Ten slotte stond terecht de reiziger L. Z.
uit Den Haag. Deze hoorde 3 weken gevange
nisstraf tegen zich edschen De Politierechter
veroordeelde hem tot 1 oö boete «mba. 20
dagen hechtenis.
Een verlovingskwestje, die ernstige
gevolgen had
Voor de rechtbank te 's Hertogenbosch stond
terecht J. V., landbouwer te Andel, 35 jaar,
gedagvaard ter ziake dat hij op 18 Juni 1928 te
Giessen J. van Tilborg van het leven heeft be
roofd, door hem opzettelijk, geweldadig miet
een mes te steken. Tengevolge van de zwaar
lichamelijk toegebrachte verwonding is het
slachtoffer spoedig overleden.
Verdachte bekende.
Hij had van half Maart af verkeering met
het meisje van de Westelaken waarmede van
Tilborg vroeger was verloofd geweest. Van
Tilborg was jaloersch en maakte het verdachte
herhaalde malen lastig, zoodat er al eens een
klap gevallen was. Op den bewusten dag, 18
Juni, ging verdachte met het meisje uit. Plot
seling zagen ze van Tilborg op de fiets hen
paeseeren. Hij stapte af, legde de fiets op den
grond en begon het paar, dat hand aan hand
liep, te molesteeren.
Van Tilborg riep: Ik niet, dan 'hij ook niet!
Dood moet je!
Verdachte die het oogenhlik hoogst hachelijk
vond, schrok erg en greep zijn mes! om zich te
verdedigen. Hij hield alléén het mes vooruit,
zonder eenige stekende beweging te maken>
doch alleen om den woedenden jonge man van
zich af te houden. Een worsteling ontstond.
VeTdachte trachtte van Tilborg van zich af te
houden, doch deze liep in het mes tegen ver
dachte aan, die niet direct begreep dat de
wonde zoo ernstig was.
Getuige deskundige dokter Mettrop, Den
Bosch, heeft daar ter plaatse 't lijk geschouwd.
Van Tilborg is overleden tengevolge der in de
horst toegebrachte diepe breede wonde.
Dr. Casparie gaf een uitvoerige deskundige
uiteenzetting over de mogelijkheid van een
psyohologischen toestand tijdens het drama.
Het O. M. ging uitvoerig het verloop der
zaak na en concludeerde tot vrijspraak.
De verdediger, Mr. E. van Zinnicq Berg-
mann, die na het requisitoir van het O. M. niet
veel meer meent te hoeven zeggen, wil ech.
ter er op wijzen, dat het goed is dat deze zaak
in het openbaar wordt behandeld. Ten onrechte
wordt verdachte moordenaar genoemd en dooT
het publiek gedacht, dat hij opzettelijk v. Til
borg zou hebben gedood.
Verdachte en zijn meisje mogen niet langer
door het publiek gehinderd worden, want ver
dachte is onschuldig.
Uitspraak over 14 dagen.
DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Een ongeluk, dat nog goed afliep
Toen die tuinder B. met een wagen met kool
naar de velling te Noord-Scharwoude reed,
kwam de trein nit de richting Den Helder,
terwijl het paard zich reeds op de spoorbaan
bevond bij den onbewaakten overweg In de
nabijheid van deze gemeente. Door krachtig
remmen van den machinist, die signaal gaf,
en doordien de voerman van den wagen
sprong en zijn paard nog iets wist achteruit te
krijgen, liep dit ongeluk betrekkelijk nog goed
af. Het paard kreeg eenige verwondingen, ter
wijl hot lemoen totaal versplinterd werd.
DE DOOD IN DE MIJNEN
Arbeider door afvallend gesteente
getroffen.
Op de Staatsmijn „Maurits" is de sleeper J.
W. uit Obbicht door afvallend gesteente zoo
danig getroffen, dat hij ernstig verwond in
het hospitaal te Sittard moest worden opge
nomen.
NOODLANDING VAN EEN
FARMAN-VLIEGTUIG
Wel schade, geen ongelukken
Het van Schipho-l vertrokken Jabiru-vlieg-
tuig van Parman moest wegens het weigeren
van twee motoren hij Aalsmeer een nood
landing maken, waardoor het toestel vrij
ernstig werd beschadigd. De Inzittenden
bleven ongedeerd.
DOOD DOOR SCHULD
Roekeloos en onvoorzichtig gestuurd
Op 20 Februari jJ. heeft des middags te on
geveer 12 uur bij de Hoogesluis te Amster
dam een van de drukste verkeerspunten dei-
stad, een zeer ernstig verkeersongeval plaats
gehad.
Van de richting Frederiksplein kwam een
auto aanrijden, die bestuurd werd door den
33-jarigen Mr. S., advocaat en procureur te
Amsterdam. Het was de bedoeling van den
chauffeur, door het maken van een bocht naar
links den Amstel op te rijden, een manoeuvre,
welke ook volkomen gelukt zou zijn, Indien
niet een eiierenhandelaar, die met paard en
wagen van den tegenovergestelden kant na
derde, juist op dat oogenhlik zijn paard zoo
ver had laten doorloopen, dat het geheel den
doorgang naar den Amstel versperde. Wel
trachtte mr. S. nog door zijn stuur naar
links te wenden vóór het paard langs te gaan,
doch dit gelukte niet. Een hotsing tussehen
paard en auto was het gevolg, waarhij het
helaas niet bleef. De auto reed n.l. tegen een
lantaarnpaal op, weilke afbrak en tereebt
kwam op een juist passeerende vtouw. Zij liep
lichamelijk letsel op en is op 26 Febrauri j.l.
aan infectie overleden.
Tegen den heer mr. S. werd een strafver
volging ingesteld en gisteren stond hij terecht
voor de Amsterdamsche Rechtbank. Volgens
de dagvaarding heeft mr. s. bij het nemen van
de bocht den auto hoogst roekeloos en onvoor
zichtig bestuurd.
De heer E. C. J. S. Staal, inspecteur van
politie bij de verkeerspolitie in de hoofdstad,
lichtte, als deskundige gehoord, het door hem
ter zake uitgebrachte rapport toe. Desk. re
kent het verd. als een fout, dat hij den bocht
naar links gecoupeerd heeft. Voorts heeft vol
gens den deskundige verd. bij het oversteken
niet de grootst mogelijke voorzichtigheid be-
traeht, die op dit punt veredscht wordt en
heeft hij aan het filerverkeer van den beginne
af geen voorkeur gegeven.
Het O. M. mr. de Biëcourt, eischte 200
boete, subs, tien dagen hechtenis.
De verdediger mir. S. de Jong concludeerde
tot vrijspraak, subs, een voorwaardelijke ver
oordeeling of een zeer lichte geldboete.
Autoverlichting op donkere wegen.
In den avond Van 22 Maart 1.1. te ongeveer
acht uur reed' de 26-jarige garage-houder W. S.
uit Hilversum als bestuurder van een personen
auto met een vaart van ongeveer 25 K.M. op
den Brediusweg te Bussum, ln de richting van
Naarden. De avond was zeer donker, hetgeen
het uitzicht op den weg, waarlangs slechts aan
één kant eieetrische lantaarns zijn geplaatst,
nog meer dan gewoonlijk het geval is, belemmer
de. Op een gegeven oogenhlik bemerkte S., dat
hij tegen een persoon opbotste. Het bleek dat
hij een meisje had aangereden. Dit meisje de
17-jarige Maria S„ is aan de bekomen verwon
dingen overleden. Gisteren stond de chauf
feur terzake voor de Amsterdamsche Recht
bank terecht.
Volgens de dagvaarding is de aanrijding ver
oorzaakt. doordat verd. hoogst roekeloos en on
voorzichtig heeft gereden.
Verd. deelde op vragen van president mr. Hul-
zinga, mede, dat hij op den rijweg gereden heeft
Het slachtoffer liep daar ook, hoewel terzijde
van den weg een voetpad loopt.
Van belang waren de verklaringen van den
heer E. C. J. Staal, inspecteur bij de Verkeers
politie in de hoofdstad.
President: „Heeft verd. schuld?"
Desk.: „Er zijn verzachtende omstandigheden,
maar het feit, dat verd. met een auto op een
weg reed, waar men niet zien lean, is laakbaar."
Rechter mr. Ybes: „De practisehe oplossing
was dus geweest, dat verd. l'ad moeten blijven
stilstaan tot het ochtend werd?"
Desk.: „Zoo Is het. Het is een fout in de wet
geving dat men niet meer in alles-, wat bebouwde
kom heet, met verblindende verlichting mag
rijden, verblindend volgens de letter van de wot
dan altijd. Bij de politie te Amsterdam heersclit
de opvatting dat, wanneer een automobilist in
de stad zijn z.g. spotlicht brandende heeft, hij
vrijuit gaat. Als 't licht een tegenkomer niet
verblindt, dan treden wij niet op."
Het O.M., mr. de Biëcourt, zeide, dat niet is
komen vast te staan waar dr meisjes geloopen
hebben. Doch al hadden zij op den rijweg geloo
pen ep al heeft de aanrijding onder buitenge
wone omstandigheden plaats gehad, dan gaat het
volgens spr. niet op om te zeggen: „ik kan er
niets aan doen, want Ik hol5 je niet gezien!"
Dat is een conclusie, welke spr. niet wenscht te
aanvaarden. Wat de strafmaat betreft, meende
spr. met het vorderen van een boete te kunnen
volstaan. Eisch 75 boete of 10 dagen hechten's.
Uitspraak 1 November a.s.
Bloedige vechtpartij te 's. Hertogenbosch
EEN MAN DOODGESTOKEN;
TWEE PERSONEN GEWOND
Hedennacht heeft zich op den Uilenburg
te 's Bosch een ernstig drama afgespeeld. Tus-
Bchen eenige personen ontstond een hevige'
twist, waarbij de messen getrokken werden.
Zekere Thijssen kreeg een steek in het hart
en was op slag dood, zekere van Oord is in ern-
stigen toestand naar het ziekenhuis vervoerd.
Hij heeft een steek in het achterhoofd, terwijl
hem een slagader van den arm is doorgesne
den.
Ook een vrouw is gewond, doch kon het zie
kenhuis weer verlaten. De politie heeft als ver
moedelijke daders* aangehouden N. D. en R.
GEVECHT TUSSCHEN VELDWACHTER
EN JAGER.
Ging het schot per ongeluk af?
Te Heithuijsm is aangehouden de jager R.,
die, toen hij door den gemeente-veldwachteT
werd bekeurd wegens jachtovertreding, zich
tegen de inbeslagneming van zijn geweer
krachtdadig verzette. Bij de worsteling ging het
geweer af. De veldwachter kreeg het schot
rakelings langs zijn borst. Het onderzoek zal
moeten uitwijzen of hier sprake -is van een
ongeluk of van opzet.
SPIRITUS-SMOKKEL.
112-000 gulden boete-
Da rechtbank te Middelburg heeft Vrijdag
A. W. de V. schipper te Alkemade, die werd
betrapt op fraudeleuzen invoer van 3600 L.
spiritus te Hansweert, veroordeeld tot 50
boete subs 10 dagen hechtenis en nog 112,266
boete of 6 maanden hechtenis met verbeurd
verklaring van het schip. Er was voor 22.000
aan accijns ontdoken wanneer de invoer zou
zijn gelukt.
GEHEIME DISTILLEERDERIJ.
Door de rechtbank te Middelburg Is J. C.
koopman te Sint Laurens, wegens het doen
vervaardigen van een distilleertoestel, het doen
vervoeren naar Koudekerken en het voorhan
den hebben ervan, tot 3 maal 100 boete subs
3 maal een maand hechtenis veroordeeld.
INBRAAK IN EEN TRAMSTATION
De daders zijn aangehouden
Voor eenige dagen is te Steenderen inge
broken in het station der tram Zutfen
Emrnerik en o.ira. ontvreemd een partij manu
facturen, een partij sigaren en 500 K.g. boter.
De politie is er gisteren ln geslaagd drie
der vermoedelijke daders aan te houden. Een
deel der gestolen boter werd te Dinxperlo ln
beslag genomen.
EEN KWAADAARDIGE POES.
De oude dame mocht geen visch bakken
Donderdag was de 92-jarige dame Johanna S.
in haar woning in de Poelgeeststraat te Leiden,
bezig met het bakken van visch. Haar poes
was het echter blijkbaar niet naar den zin, dat
zij geen vischje deelachtig werd en vloog plot
seling de oude dame aan, beet haar verschillen
de malen in den arm en bracht haar bovendien
eenige formidabele krabben in het gelaat
toe. De dame is in het Academisch Ziekenhuis
verbonden. De poes heeft gister haar snood
heid met den dood moeten bekoopen en is op de
Stadstimmerwerf afgemaakt.
KIND VERDRONKEN.
Van een hooge sluis gevallen
Gisterenmiddag te half vier is te Oostendam
gem. Ridderkerk, het 4-jarig zoontje van den
arbeider, v. d. B. in de haven gevallen en
verdronken. Het kind stortte van de vier
meter hooge schutsluis. De kleine werd on
middellijk opgehaald, doch de levensgeesten
waren reeds geweken.
DE GENEESHEEtt-AUTO-MANIAK
Te Hilvarenbeek gearresteerd.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, heeft de mare
chaussee te Hilvarenbeek aangehouden den
electro-technicus P. M. K. F., gedomicilieerd te
Utrecht.
Deze man heeft zich sedert geruimen tijd
uitgegeven voor dokter, voor ingenieur of offi
cier. Hij maakte er zijn werk van, autogarage
houders op te lichten. Hij huurde een auto, liet
zich van de eene stad naar de andere rijden en
verdween zonder te betalen. Ook de hotelreke
ning van hem en den chauffeur bleef hij meestal
schuldig. Zooals wij gisteren hebben gemeld, is
hij ook te Rotterdam werkzaam geweest. Met
een auto van een garagehouder uit het Noor
delijk stadsdeel is hij, via Klaaswaal, Willem
stad en Zevenbergen uaar Breda gegaan. Daar
heeft hij 'n een hotel kamers besproken voor
zich en den chauffeur, waarna hij spoorloos is
verdwenen. Den volgenden dag is gebleken, dat
hij met een auto van een garagehouder te
Breda naar Eindhoven was gereden. Daar heeft
hij opnieuw den chauffeur in den steek gelaten,
om wederom een auto te huren. Met dezen auto
is hij door Hilvarenbeek gekomen, waar do
marechaussee's hem hebben gearresteerd. Hij ia
naar Eindhoven op transport gesteld.
KIND VERBRAND.
In een tobbe kokende vloeistof
Te Arnemuiden is het 4-jarig zoontje van D,
achterover in een tobbe met kokende vloeistof
gevallen De kleine is in het Gasthuis te Mid*
delburg aan de gevolgen overleden.
Onder gloeiende asch
Terwijl de ouders aan het aardappeldel ven,
waren, trok een ljj-jarig dochtertje van den
arbeider T ,R. te Odoornerveld, de aschlade uit
de brandende kachel'. Het kind kreeg da
gloeiende asch over zich heen en bekwam zoo,
hevige brandwonden, dat het spoedig overleed^
BRANDSTICHTING
Drie jaar gevangenisstraf
De rechtibaciik te Assen veroordeelde giste
ren C. L. C. van V., verpleegde te Veenhuizen,
thans gedetineerd, wiegens opzettelijke brand
stichting in de gebouwen aldaar waardoor een,
schade van 15.000 aangericht werd, tot driei
jaaT gevangenisstraf. De eisch waa vijf jaar.
DE GASBRON-BRAND IN INDIë
Nog twee personen overleden.
MEDAN, 18 October (ANETA.). Nog twee
koelies, die bij den brand van de gasbron op
het olieterrein der Ned.-Indische Aardolie-
Maatschappij bij Pangkalan Soesoe werden ge
wond, zijn overleden. De bron brandt nog
steeds fel. Een poging tot blusschlng is nog
niet aangewend.
MACHINEFABRIEK VAN STORK
Bevredigende resultaten
De kosten van aanbouw en aanschaffing van
machinerieën hebben in verband met belang
rijke verbouwingen van gieterij en kantoren do;
afschrijvingen overtroffen, waardoor het eind
cijfer ruim 121.000 is gestegen
De vermindering van het totaal-bedrag dei;
deelneming is grootendeels het gevolg van een
gewijzigde financiering der zaken van onze
dochterondernemingen'.
Het batig saldo bedraagt f 830.650. Wij Btel-
len voor het dividend te bepalen op 6 pet, en
het eventueel overblijvende saldo op nieuwe To
kening over te brengen.
De toestand in de metaalindustrie is hoe
wel wij voortdurend goed van werk zijn voor
zien geweest en het aantal orders ook op n«5
oogenbllk nog zeer bevredigend is wat prij
zen betreft altijd nog van dien aard, dat hetj
ons slechts met groote moeite en de toewijding
van ons personeel mogelijk is geweest ook in
het afgeloopen jaar een eenigszins bevredigend
resultaat te verkrijgen.
Wij erkennen ook thans weder dankbaar, dat
de leiders van vele ondernemingen hier en iu
Indië en van vele onzer openbare bedrijven
onze industrie steunen doordat zij hun bestel
lingen zooveel mogelijk bij de Nederlandschei
industrie plaatsen.
Vrij naar het Engelsch
van
R. H. GARDAGH
3)
IIL
Nu moet ik eerst over mij zelf spreken. Zooals
Ik gezegd héb, was het de wensch van mijn
vader, dat Ik dokter werd, en zoo kwam Ik op
mijn 16de jaar, toen ik van school ging, bij den
dokter van Bungay im de leer. Daar ïk veel van
het vak hield, maakte ik goede vorderingen.
Inderdaad, ik had bijna alles geleerd, wat hij
mij kon geven, en mijn vader was van plan,
mij naar Londen te sturen, om daar mijn stu
dies voort te zetten, zoodra ik twintig jaar was,
d. w. z. vijf maanden later.'
Maar ik zou niet naar Londen gaan, In die
dagen hield ik mij niet alleen met de geneeskun
de bezig. Squire Bozard had een dochter, Llly
genaamd, van mijn leeftijd. Van onze jonge
Jaren af waren we als broer en zusje bij elkaar,
Want we zagen elkaar eiken dag, en speelden
met elkaar. Ik zon dan ook moeilijk kunnen
zeggen, wanneer ik van Lily begon te houden,
of zij van mij. Later, toen Ik van school kwam,
werden we allebei wat schuwer, omdat we
bemerkten, dat we geen kinderen meer waren.
Maar we zagen elkaar dikwijls, en, hoewel we
iet geen van beiden zeiden, wij zagen elkaar
traag.
Squire Bozard was niet bijzonder te spreken
rrer die vriendschap tussehen zijn dochter en
nij niet omdat hij mij niet mocht, maar om-
fat hij Lily graag getrouwd zag met zijn broer
Geoffrey, mijn vaders erfgenaam. Het kwam
ten laatste zóóver, dat we elkaar haast.niet
mochten zien dan om zoo te zeggen bij toeval,
terwijl mijn broeT altijd welkom was. Eenige
onaangenaamheid tussehen ons broers was daar
van het gevolg, want ook hij hield van Llly.
Ik was dus verliefd op Llly, en wel in die
mate, dat ik haar nooit vergat, hoezeer latere
gebeurtenissen dat schijnbaar ook tegenspreken.
Op dien droeven dag nu, waarvan ik schrijf,
wist ik, dat ik Lily in het park bij Ditchingham
Hall het huis van haar vader zou ontmoe
ten. Zondag, bij het uitgaan van de kerk, had
zij mij gezegd, dat zij Woensdag de eerste hage-
doorn zou gaan plukken, en terstond had ik mij
voorgenomen, dat ik dien Woensdagmiddag
ook hagedoonn zou plukken, al moest ik alle
zieken van Bungay aan hun lot overlaten. Bo
vendien was ik vastbesloten, om als ik Llly
alleen trof, niet langer uit te stellen, maar haat
te zeggen, wat er in mijn hart omging, wat voor
haar wel geen geheim zal geweest zijn, even
min als ik twijfelde aan haar gevoelens jegens
mij. De vrees, dat mijn broer mij anders wel
eens vóór kon zijn, verhaastte mijn besluit,
sluit.
Nu was het dien middag al heel moeilijk om
er uit te breken, want mijn leermeester was
ziek, en ik moest zijn patiënten bezoeken. Maar
eindelijk, omstreeks half vijf, slaagde Ik erla
om weg te kernen. Ik liep op een draf, tot dicht
bij Ditchingham Park, en begon toen kalmer
te loopen, want ik wilde niet bezweet voor Llly
verschijnen, maar zoo voordeelig mogelijk. Toen
ik nu den weg lang het park afkwam, zag ik
een man te paard, die eerst naar het rijpad
keek, dat op die plaats naar rechts afbuigt,
dan achter zich en vervolgens langs den straat
weg, als in onzekerheid, welke richting hij
moest inslaan. Ik zag terstond dat hij een
vreemdeling wat. Kij was groot van sink, en
zag er voornaam uit. Over zijn rijk fluweelen
costuum droeg hij een gouden ketting. Naar
schatting kon hij 40 jaar 0U<I zÜn. Maar het
was vooral zijn gezicht, dat mijn aandacht trok,
want op dat oogenhlik had het iets vreeselijks.
Het was lang, smal en met voren doorploegd.
De oogen waren groot en schitterend. De mond
was klein, en goed gevormd, maar er speelde
een duivelachtige en wreede trek om de lip-
pen. Het hooge, gewelfde voorhoofd word ont
sierd door een lidteeken. De man was donker,
hij zag er Zuidelijk uit, en droeg een kastanje
kleuriger: puntbaard.
Ik was nu bijna naast hem gekomen, en hij
bemerkte mij nu voor het eerst. Zijn gezicht
veranderde oogenblikkelijk- De wreede trek
verdween, en de uitdrukking werd vriendelijk
en aangenaam. Hij nam zeer beleefd zijn hoed
af, en stamelde iets In gebroken Engelsch. Het
eenige, wat lk er van opving, was het woord
Yarmouth. Toen hij bemerkte, dat ik hem niet
verstond, verwenschtè hij hot Engelsch en allen,
die het spraken, in het zuiverste Spaausch.-
Als de senor zoo goed wil zijn, om zijn
verlangen in het Spaanseh kenbaar te maken,
zed ik in die taal, dan zal ik hem misschien
kunnen helpen.
Wat, je spreekt Spaanseh, jongeman! zei
hij verbluft. En toch ben je geen Spanjaard,
hoewel je het, wat je gezicht betreft, wel kon
wezen. Caramba! Wat vreemd!
En hij nam we nieuwsgierig op.
Het mag vreemd zijtn, mijnheer, antwoord
de ik, maar ik héb haast. Wees dus zoo goed,
te vragen, wat u te vragen hebt.
Aha, zei hij, misschien kan ik raden, waar
om je zoo'n haast hebt. Ik zag een witte japon
daar ginds bij het riviertje. En hij knikte in
de richting van het park. Neem den raad aan
van een ouden man, vriend, en wees voorzichtig
Vertrouw ze nooit, en neem ze nooit of je
zult nog eens verlangen, om zo te vermoorden.
Ik deed, alsof ik verder wilde gaan. maar hij
ging voort:
e-- ïerontachuldig, wat ik daar ?eg, maar het
was goed gemeend, en misschien wotdt je oud
genoeg, om de waarheid ervan te ondervinden.
Ik zal je niet langer ophouden. Wil je zoo goed
zijn, mij den weg naar Yarmouth te wijzen. Ik
ben langs een anderen weg gekomen, en weet
hier geen wijs uit.
Ik ging enkele passen het rijpad op, en wees
hem, hoe hij moest gaan, terwijl ik sprak,
merkte ik op, dat de vreemdeling mij scherp
aanzag, en, naar het mij voorkwam, met een ge
heime vrees, die hij vergeefs tachtte meester te
worden. Toen ik geëindigd had, nam hij wear
zijn hoed af, bedankte mij en zeide;
Wil je zoo goed zijn, mij je naam e.
men, jongeman?
Wat kan u mijn naam schelen? antwoordde
ik ruw. U hebt me uw naam ook niet genoemd.
Neen, dat is waar. Ik reis incognito. Mis
schien heb ik hier in de buurt ook een dame
gezien. En hij lachte vreemd. Ik wilde alleen
den naam weten van Iemand, die beleefd voor
me geweest is, maar die achteraf niet zoo be
leefd schijnt te zijn als ik dacht En hij
speelde met de teugels.
Ik schaam me niet voor mijn naam, ant
woordde ik. Het is tot dusver atlijd een eerlijke
naam geweest, en als u het weten wilt, ik heet
Thomas Wlngfield.
Dat dacht ik al, riep hij uit, en zijn ge
zicht werd als dat van een duivel.
En vóór ik tijld had, om ook maar even te
denken, was !hij van zijn paard gesprongen, en
stond hij op drie passen afstand van me.
Een goede .dag voor me! Nu zullen we
eens zien, wat voor waars ey is in voorspellin
gen, zei hij zijn zwaard met zilveren gevest
trekkend. Juan de Garcia groet u, Thomas
Wingfield,
Het zal vreemd schijnen, maar eerst op dit
oogenbük schoot mij te binnen, wat ik gehooTd
had over den f?-paan?ét'<ni weemdeling. wiens
komst in Yarmouth mijn vader en moeder zoo
ontsteld had. Op lederen anderen tijd zou ik
daar spoedig genoeg aan gedacht hebben, maar
die dag was ik te veel bezig met Lily en met
wat ik tot haar zau zeggen.
Hij moet het zijn, zei ik bij me zelf.
Toen zei ik niets meer, want do ander kwam
op me af, met opgeheven zwaard. Ik sprong op
zij, en had eigenlijk zin,om te vluchten, wat ik
ongewapend als ik was zonder schaamte
had kunnen doen. Maar met dat al kon ik den
stoot niet geheel ontgaan. Hij was gericht op
mijn hart, en ging nu door mijn linkerarm. De
pijn deed me alle gedachte aan wegloopen verge
ten, en vol toorn wilde ik mij wreken op den
man, die mij zoo zonder eenige reden had aan
gevallen. Mijn knuppel leek maar een erbar
melijk wapen tegen een Spaansche kling in de
hand van iemand, die er mee om wist te gaan,
en toch, als een man zich met een knuppel be
dreigd ziet, zal hij vergeten, dat hij zelf een
veel gevaarlijker wapen hanteert, en zich be
palen tot de verdediging. Zoo ging het ook hier,
Toen de Spanjaard dien dikken stok hoven zijn
hoofd zag, vergat hij zijin eigen voordeel, en hief
hij zijn arm op, om den slag af te weren. Neer
kwam hij op den rug van zijn hand, enhij
liet zijn zwaard vallen. Maar ik spaarde hem
niet, want mijn bloed kookte. De volgende klap
kwam op zijn lippen, sloeg hem csn tand uit, en
wierp hem achterover. Toen pakte ik hem bij
zijn been, e.n deed ik een regen van slagen on.
barmhartig op hem neerkomen, overal, waar ik
hem maar raken kon. En toen mijn armen moe
waren, begon ik hem te trappen; en al dien tijd
woelde hij als een slang, en vloekte verschrik
kelijk. Maar hij Bcbreeuwde niet, en vroeg niet
om genade. Eindelijk hield ik op, en zag neer
op mijn werk. Een aangenaam gezicht was het
niet Met al die scheuren en bulten en den mod
der van den weg leek hij al heel weinig op den
fleren ruiter van vijf minuten geleden. Maaii
het leelijkste was de blik In zijn oogen, zooalSj
hij daar op rijn rug lag, en naar mij staarde,
.(Wordt vervolgd)