mnf
wtm m
mi
m
Jl! .111 i
H
f
SI
■te
KABOUTER
m m 1
mmm ~~mr'""m
m 1
m i
I#
m
-I
i
m 41
HP WB WB
IÜ
Wé wê §11
damrubriek
i Wm^JKa
HP mm üf upm
Wfr iiéÉ füif lÉ
'<m fff 'mT wm'
mtéê. mt
ilif 'W,
MAANDAG 29 OCTOBER 1928
DERDE BLAD
PAGINA 4
SCHAAKRUBRIEK.
-é «s®
r
t.
mm ym
i
mm mÉÉ
mm wm fl
mm. wês, mk I
Ém.mm. Wk
I»
jm%. mm.
Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel S2c.
Schiedam.
Verzoeke alle mededeelingen betreffende deze
Rubriek aan bovenstaand adres te richten.
PROBLEEM No. 4015.
J. VAN DIJK, te „De Lier."
Eerste plaatsing.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 4046.
Er GOLDSCHMIEDT.
p le Eervolle vermelding v. d. Neue Leipziger
iZeitung Mai 1928.
Mat In twee zetten.
PROBLEEM No. 1047.
H. H. KAMSTRA, Den Haag.
Ie Internat, probleemtornool v. d. Maasbode 1928.
i Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 4048.
Jj. A. RUYERS, Hilversum,
i Internat, probleemtornooi v. d. Maasbode 1928.
Mat n drie zetten.
PROBLEEM No. 4045
S. S. LEWMANN, Nloskva.
le prüs „Sachmaty 1928.
Mat in drie zetten.
mm
PROBLEEM No. 4050.
D. NEMO, Vlden.
„Chemnltzer Tagebla.tt 1927."
Mat in drie zetten.
rttjdoestagoji over drie weken. Deze worden bil
mm mgswtloht tot Dinsdag 18 November,
PROBLEBMOPLOS SENGEN.
No. 4018. J. Drnek. 1. Ta3a4 dr. 2 Tg8+ enz.
1Kf-3 (Kg3, f5); 2. Dh3:t, Ph3:; 3.
Th3:±.
1. Pg5; 2. Le2f, Pf3; 3. Tg8±.
1Kg5; 2. Lh3: enz.
12. Tg8t, Pg5; 3. Dh3±.
De beide mats, waarin de paarden gepend
worden zijn zeer fraai.
No. 4019. L. Knotek. 1 Dc2c4 dr. 2. Ph3:
enz.
1Kf4:, Kf6, LeG; 2. Pfd3f, Peg4t, De6:
enz.
1Pe3; 2. Le7t, Kf4:; 3. Pfd3±.
1. Pg3 ad lib; 2. Ped3!, Kf6; 3. Pe4:+.
1. 2. Ph3:t, Kf6; 3. Pg4±.
Deze opgave bezit drie penmats, waarvan die
Pe4: wel de aardigste is. De zwarte pionnestei-
ling is nogal gewrongen.
No. 4020. O. Votruba. 1. Ddld2 dr. 2. De3:
enz.
1. Lel:; 2. Pe3:!, Ke5:; 3. Pc4:±.
1. ed2; 2. LbC, Ke5:; 3. Lc7±.
1. ef2; 2. Dga, Ke5:; 3. Dg3±.
De auteur weet de aanzienlijk witte strijd
krachten tot een harmonische samenwerking te
vereenigen en bereikt dit doe] langs rustige
wegen.
No. 4021. O. Duras. 1. Ka5—a4 dr.; 2. Dc3j-
enz.
1. Lb3t; 2. Kb4I, Lc2:3. Pc2:±.
1Pg7 ad lib; 2. Dc5-f, Kc5:; 3. Pe6+.
12. Dc3t, Kc3:3. Le5. 1Lc4;
2. Dc4:f, Ke3:; 3. Dca. Een goed probleem.
'No. 4022. L. Knotek. 1. Te3—a3 dr. 2; Db8f
enz.
1Dg7 (Dc7)2. Pc7ff, Kb8; 3. Ta8±.
1. Da6:; 2. Dc7 dreigt; 3. Db7±.
1. Dcót2. Pc5:f, La6; 3. Ta6:±.
1LaC:; 2. Dg8f, Db8; 3. Ta6:±.
1. 2. DbSt, Db8;3. Pc7±.
Deze opgave viel bijzonder in onzen smaak door
haar ongekunstelde lichte opstelling en daarbij
nog zoo vol afwisseling.
No. 4023. C. Kainer. 1. Td5—dl.
1...., Kbl:2 Dh2, bel: (P); 3 Da2:±.
1. bel:; 2. Kdat, Kbl:; 3. Lf5±.
1abl: (D of T)2. DaSt enz. 1abl:
(P); 2. KtS dr. 3. Db2: 1c7 ad lib; 2.
Kd6 enz.
1. g4; 2. Kf4, abl: (D)3. Lb2:±.
Onder de bekroonde problemen is dit de eenige
tempo. De eerste variant vinden we wel de
fijnste.
No. 4024. Jos. Opdenoordt 1. Dg8—a8 dr.; 2.
Tc5t enz.
1Tad5; 2. Tc4, d2; 3. Pc5±.
1Th5; 2. Tf6, d:2; 3. Lf5±. 1. d2; 2.
Tc3f. 1Kd5; 2. De8. Deze driezet bevalt
ons vooral, om de luchtige opstelling en uitmun
tenden sleutelzet, terwijl de nesteling van de
zwarte torens op d'5 tot keurige penmats voeren.
No. 4025. P. A. Koetsheid. 1. Lf4 dr.; 2. Tg4:
enz.
1. Kd4:2. Le5:t Kc4:; 3. Pe3:±.
1Tc4:; 2. Db7:t, I<d4:; 3. Le3:±.
1. bc4: 2. Pc3:t, Kd4:; 3. Le5:±.
1Ldl:2. Tg4:, Kd4:; 3. Le5:±.
De beoordeeling dezer opgave laten we aan
anderen over.
No. 4026. J. Hartong. 7. Da7a4 dr.; 2. La3t
enz.
1D*4t; 2. PcGf, De6:t; 3. Le7±.
1. Db3 (Dc2:)2. Lc3tf Kc5:; 3. Ld4±.
1Dc4: Db5:2. b8 (Dt), Db5:; enz.
1. 2. La3t, Dc4; 3. c3±.
De matveradering na 1De4 is frisch en
verrast den oplosser aangenaam.
No. 4027. J. J. Rietveld. 1. c2—c3 dr.; 2.
Td4'-j- enz.
1. Te5, Pe5, e5, Db4, Dc3:, Pb3, PcG; 2.
Dd8f, DgBI, Df7t, cb4:, Pc3+, c4t, Pc8 enz.
De versperringen van f6 naar d4, die zwart
door de bezetting van e5 bewerkt leiden tot uit
muntende varianten.
No. 4028. Mr. dr. M. Niemeyer. 1. La5 b4 dr.;
2. Tc8f enz.
1Tb4: Tb6:, Tc5:, Pb4:, Pc5: (Pe5); 2.
e4, cb6:, Le6, e4, a4, Pe3 enz.
Onder de Nederlandsche problemisten werd
dit probleem in het algemeen zeer gunstig be
sproken en waarschijnlijk zou het bij verschil
lende andere juryleden een beter onthaal te
beurt gevallen zijn.
No. 4029. P. A. Koetsheid. 1. Kb2—cl dr.; 2.
Tc3f enz.
1Le2, Lgof Dh6 (Dh7), Pe3; 2. Df7±,
De2: Dd4:t. de3: enz.
1Lc5: (Df4), 2 Df4, Lb4:, 3 Tc3±.
1Pb4: (Pel), - Tc3 j-, dc3; 3 d3±.
Ook tot deze opgave doen we het stilzwijgen.
Met genoegen publiceeren we in deze rubriek
een bespreking van den heer Hanneman, jury-lid
van ons derde internationaal tornooi, die de af-
geloopen week in ons bezit kwam.
Van den heer Scheel ontvingen v e tot heden
niets.
Verder plaatsen we nog in deze rubriek een
vakkundige beschouwing van de bekroonde pro
blemen door den heer Jos. üpdenoi dt.
Voor drie weken deelden we mede, dat een
schaakvriend ons drie interessante uitgaven van
White ter beschikking stelde en die we als prij
zen aan de oplossingen van de twaalf bekroonde
problemen erbonden.
Daar er nu tien inzenders hierop aanspraak
maken, hebben we aan het lot de toewijzing
overgelaten.
Door loting zijn deze prijsjes toegevallen aan
de heeren v. Grieken, Ma- en Nanning.
GOEDE OPLOSSINGEN.
H. v. Beek, Naaldwijk, alle; J. v. Dijk, de
Lier, alle; IT. v. Gaaien, Rotterdam, alle; J.
L. van Grieken, Rotterdam, alle; J. Maas,
Venlo. alle; W. Nanninr,, den Haag, alle; mr. dr.
M. Niemeyer, Wassenaar, alle; Jos. Opdenoordt,
Venlo, alle; A. Verveen, Rotterda: x, alle; B. S.
Wltt, Overschle, alle; F. Witte, Overschie, alle
beh. no. 4023; Schaalt- en damclub „Ons Genoe
gen", Vierlingsbeelt, n.4018, no. 4022, no. 4023,
no. 4026, no. 4027; W. C. Muller Jr., Bussum,
no. 4018, no. 4024, en no. 4025,
CORRESPONDENTIE.
W. II. H. te K. Uw grieven zijn niet van
allen grond ontbloot, echter wat al te sterk ge
kleurd. Wanneer schaaktijdschriften ernstige
abuizen maken, waar zooveel zorg aan besteed
wordt, moet men een dagblad toch wat toe
schietelijker beoordeelen, omdat daar alles zoo
vliegensvlug wordt afgewerkt.
Schaak- en damclub O. G. te V. Ir; no. 4025
geeft u aan 1 Lg7, f4; 2 Tg4:, Kd4:; 3 I>c5:
doch hierna speelt zwart 3...., Kc4.\ In no. 4023
vinden we na 1g2—gl (D dreigt 2 Dg7-f),
voor wit geen voortzetting zoo ook niet in 4029
na 1 Dgl, LcB: enz.
A. V .te R. De besprekingen van inzenders
loepen nogal uiteen. Het is leuk om aan te
hooren.
J. v. D. te de L. De Nederlandsche inzending
biedt heel wat moer verscheidenheid van stof
dan de Tsjechische.
BESPREKING PRIJSPEOBLEMEN.
J. Drnek. (No. 4018.) Een zeer mooie opgave
met twee ir)t%re«san.te p-enningsmatjrtelling^n.
Het zlot *r wat simpel uit. is echter
vuil •oht KohtMnnsche eüegtLntlo.
Jos. Opdenoordt. (No. 4034); Antl-Brlstol van
twee zwarte torons met penning van het ver
sperrende stuk. Niet al te origineel maar een
ongewone geslaagde thema-weergave.
L. Knotek. (No. 4019): Een probleem met aan
merkelijk lastig oplossingsverloop en met drie
keurige gepende matstellingen. Het is jammer
dat de vele zwarte stukken niet meer actie ont
wikkelen.
P. A. Koetsheid. (No. 4025)Andermaal drie
goede penningsmatbeelden met fraalen thema-
tischen sleutelzet.
O. Vo' -iba. (No. 4020): Een eigenaardig hoofd
spel met zijn drievoudige witte batterij en twee
goede bijspelen. De opstelling ziet er wat massief
uit.
J. Hartong. (No. 4026)Een interessant af
wisseling van spel ra 1De4f, en meerdere
waardevolle varianten. Pion h7 is een noodzake
lijk kwaad.
IC HAHNEMANN.
EEN BESCHOUWING VAN DE BEKROONDE
PROBLEMEN UIT ONZEN WEDSTRIJD.
4018. De sleutelzet, ofschoon niet van nadeelen
ontbloot, is toch wel goed te noemen, daar hij
de vrijheid van den zwarten koning .belangrijk
vergroot. De waarde van het probleem zit in de
schijnbaar ongedwongen combinatie van de vol
gende zeer ongewone mats: 1 Ta4 dr., 2 TgS-j-,
Pg5, 3 Dh3± en 1Pg5, 2 Le2t, P1'3, 3 Tg8±
na 1Kf3 komt een derde onberispelijk mat
te voorschijn, jammer is, dat door het dame
offer ook een zwart stuk opgeruimd wordt, de
voortzetting na 1Kg5 is vrij moeilijk.
4019. 1 Dc4. Ook hier treffen wij een aantal
gebonden mats aan. In dit probleem is het aantal
van dergelijke mats zelfs tot 3 opgevoerd, maar
de constructie is lang niet zoo aantrekkelijk als
van 4018, terwijl ook deze mats veel bekender
zijn.
4020. I Dd2. Dit probleem heeft een paar goede
stille voortzettingen, welke natuurlijk besloten
worden met de traditioneels economisch-reine
matstellingen, het aardigste is natuurlijk de
voortzetting na 1Lel, Veike 'een obstructie
is. Moeilijk is het probleem echter niet, daar uit
de opstelling spoedig blijkt dat de oplosvsing sterk
op het punt c3 moet inwerken.
4021. 1 Ka4. Een verbinding van een paar
overbekende dame-offers, de gelukkige vondst is
echter de sleutelzet, welke een in Boheemsche
problemen zeldzame point, heeft, hoewel het
motief op zich zelf ook meermalen bewerkt is.
Het geheel echter, ook dank de aantrekkelijke
constructie, maakt een goeden indruk. Onaange
naam doet het kort mat na 1Ke3 aan.
4022. 1. Ta3. Niet moeilijk daar het duidelijk is,
dat de toren op e3 geen toekomst heeft. De af
wikkeling is echter zeer aantrekkelijk, mede ook
door de zeer vrije constructie.
4023. 1 Tdl. Éveneens een probleem met een
zeer lichte constructie, verdienstelijk ook daar
door, dat het op tempodwang gebaseerd is. De
zwakke zijde is natuurlijk ook hier weer de
sleutelzet, welke wel wat al te veel voor de hand
ligt. De fraaiste variant is wel 1Kbl:, 2 Dh2.
4024. DeS. De idee van dit probleem is de ver
sperring van 2 stukken van gelijken gang, anti-
bristol, immers na 1TadB, 2 Tc4 zou Th5 het
dreigende mat kunnen voorkomen, indien Td5
hem den weg niet versperde, zoo ook na 1
Thd5, 2 Tf6 moet Ta5 machteloos toezien, dat de
zwarte majesteit wordt matgezet. Na 1d2
komt er nog een versperrinkje bij. Het probleem
bezit 2 onberispelijke mats, welke echter eerst
ontstaan als zwart duchtig meehelpt. De sleutel
zet ofschoon zwarts vrijheid schijnbaar vergroo-
tend is voor een ervaren oplosser niet moeilijk.
4025. 1 Lf4. In dit probleem ligt het zwaarte
punt weder in de mats. Ook de sleutelzet is te
roemen, daarentegen staat de constructie zeer
achter bij de Boheemsche problemen, die op
dergelijke motieven zijn opgebouwd.
4026. 1 Da4. Declou van dit probleem zit in
de fraaie matverandering na 1 De4t, welke zeer
zeker niet van verrassing ontbloot is. Het geheel
wordt opgesierd met enkele goede matstellingen.
Er zijn echter 2 bezwaren en wel een dual na
1Dc2 en de pion h7.
4027. I c3. Een zeer goed ontpenningsprobleem.
Wat m.i. een slachtoffer is van den zin voor
onberispelijke mats van een der jury-leden. Wel
is de dreiging niet fraai en zeer doorzichtig, maar
na 1Pe5 is er een schitterende variant ter
wijl ook enkele andere Wendingen piot van
interesse ontbloot zijn.
4028. 1 Lb4. Evenals in 4027 zijn sleutelzet en
dreiging de zwakke momenten in het probleem
voor het overige niets dan lof, ik zou dit probleem
ook heel wat hooger stellen dan het thans ge
plaatst is. Het varianten spel is zeer keurig en
de afwikkeling zal menigen oplosser moeilijk ge
vallen zijn.
4029. Kcl. Dit probleem berust evenals het
andere van dezen componist op gebonden mats,
de afwikkeling is niet zoo fraai als In 4025 en
ook de sleutelzet Is van minder gehalte, de con
structie ^daarentegen is veel beter, zoodat het
probleem een aantrekkelijk beeld biedt.
JOS OPDENOORDT, Venlo.
EEN GOEDE HOND STAAT
VOOR GEEN SLOOT, MAAR EEN
KOMT ER OOK WEL OVERHEEN
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redacteur dezer courant.
No. 36 (28 October 1928).
OPLOSSINGEN.
Probleem no. 65 (GIROUX).'
Zw.: 3. 4, 8/11, 13/6, 18/20, 23 en 26.
Wit: 27/8, 30, 32/6, 38 40, 43/4, 47/8 en 50.
Wit speelt 30—24, 28 19, 35—30, 38—32, 36—31,
27—21, 48—42, 44 2 en 2 35.
Probleem no. 66 (GIROUX).
Zw.: 3, 8/10, 18/4, 16, 18/21, 23/4.
Wit: 27, 80, 32/5, 38, 40, 42/3, 45, 47/8.
Wit: 27—22, 33—29, 38 IS, 34—29, 30—24,
35 2, 29—24 en 2 30.
Goede oplossingen ontvangen van: Joh. Lode-
wijkx, H. W. Borghardt, L. V., J. v. Daalen,
A. v. d. Eist, J. L., C. v, d. S., J- Stols, allen Rot
terdam, G. L. Oerlemans, Utrecht.
PROBLEEM No. 67.
J. GA ROUTE.
Zwart.
PROBLEEM No. 68.
E. G. DETTMEIJER.
Zwart.
Wit.
Zwart dam op 2.
Wl-ti 50, dammen op 1 en 49.
2.
21-
11-
-26
-17
3. 44—39
Eerst 1823 lijkt ons sterker. Door den tekst
zet kan wit afruilen met 2823, waardoor veel
tempi worden gewonnen, hetgeen in de opening
van belang kan zijn.
4. 50—44
Zooals reeds gezegd, geven wijj hier de voor
keur aan 28—23, enz.
4. 6—11
5. 34—30 20—25
6. 40—34
Het beste lijkt mU hier 3024.
moet wit in moeilijkheden brengen.
6.
De tekstzet
1— 6
Hier was 152024 aangewezen, waardoor
wit uietst moeilijk spel krijgt, m.i. vrijwel ver
loren.
7. 44—40
Natuurlijk, Thans kan zwart geen 1520 meer
spelen, wegens 2823 en op 14'20 volgt zeer
goed 2822 enz.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
49—44
31 22
32 21
37—32
41—37
46—41
36—31
31—27
17—21
21—27
18 27
26 17
12—18
7—12
17—21
21—26
19—23
Door een te afwachtende houding heeft zwart
geen voordeel weten te behalen uit wlt's opge
sloten stand. De tekstzet lijkt mij niet sterk,
hetgeen straks zal blijken.
Het beste voor zwart lijkt 1420, waarop wit
3024 kan spelen met ongeveer gelijk spel.
16. 28 i 19 14 23
17. 33—29
Sterk gespeeld. Er dx-eigt nu 27—22.
17, 27
Ook deze lijkt ons niet sterk; 1217 ligt
meer in de lijn.
18. 3933 27 j<
Na den 18en zet van zwart. j(
Zwart. i
W i t.
Zwart: 8/10, 20, 30 en 37, dam op 1.
Wit; 19, 28, 39, 44/6 en 48.
DAMCLUB FRANKE—DE WINDE,
ANTWERPEN.
Op 5 October was het vijf jaren geleden, dat in
Antwerpen werd opgericht de damclub Franke—
de Winde. Zoo'n vijfjarig jubileum gaat in geen
enkele vereenlging onopgemerkt voorbij. Wan
neer w(j hier van dit, jubileum in 't bijzonder
melding maken, dan heeft dat een bijzondere
beteekenis.
Zoowel in ons land als in Frankrijk staat
lxet damspel hoog aangeschreven. De beweringen
van „kinderspel" en dergelijke behooren aldaar
al lang tot het verleden. De pers neemt van alle
belangrijke wedstrijden de uitslagen op, het
steeds toenemende aantal damrubrieken in de
dag- en weekbladen bewijst meer dan voldoende,
dat het damspel mag worden gerekend tot een
der meest gecompliceerde, onderhoudende en ik
zou willen zeggen populaire spelen van den
tegenwoordigen tijd.
Hoe staat men in België tegenover ons spel?
Om het zeer kort uit te drukken, als 30 jaar
geleden in ons land.
Op 5 October 1923 kwamen ten huize van den
heer W. Franke eenige dam-enthousiasten bijeen.
Men besloot tot het stichten van een damclub-
Onder, de oprichters behoorden W. Franke, J.
Schwank e.a. Tot voorzitter werd gekozen W.
Franke, en op de eerste bijeenkomst werd het
voorstel van een der leden aangenomen, de dam-
vereeniging te noemen Franke-de Winde. Mevr.
Franke-de Winde stelde haar ruim huis immers
den eersten tijd ter beschikking der club en het
genomen besluit beteekende niets minder dan een
dank en h'ulde brengen aan de gastvrouw.
Spoedig echter bleek het huis te klein en moest
worden omgezien naar grootere ruimte. Sinds
dien ging het met het clubleven crescendo.
Een der eerste daden van de vereenlging en
waarmede zij stellig de meeste propaganda heeft
gemaakt, vgxg het beschikbaar stellen van een
Schelde, en Maasbeker, te verspelen tusschen
de Antwerpse lie club en het Rotterdamsch Dam
Genootschap. Daarmede ontstond ook voor
Nederland de eerste geregelde internationale ont
moeting. Het Rotterdamsch Dam Genootschap
wist dit jaar definitief beslag te leggen op dit
fraaie kunstvoorwerp. Wij kunnen echter m ede -
deelen, dat de Rotterdamsche vereenlging, welke
dezen internationalen wedstrijd op zeer hoogen
prijs stelt, haar Antwerpsche zustervereeniging
binnenkort een kunstvoox-werp zal aanbieden, te
verspelen onder dezelfde voorwaarden als vroe
ger.
Het vijfjarig feest wercl besloten met een pun-
tenwedstrtjd tusschen Antwerpen, Rotterdam,
Kiel (bij Antwei-pen) en Brussel. De uitslag is
nog niet bekend.
Zaterdag 20 Oct. had te Antwex-pen een feest
maaltijd plaats, waarbij o.a. aanwezig waren
afgevaardigden uit Den Haag, Rotterdam, Kiel,
Brussel, enz.
Het stichten eener vereeniging in Antwex-pen
heeft ook gl-ooten invloed gehad op de Belgische
dambewegimg. Kort nadien werden, mede in
samenwerking met enkele Antwerpsche propa
gandisten clubs opgericht in Brussel, Luik, Kiel,
Lier en andere plaatsen, tex-wijl ook in principe
besloten is tot hetoprichten van een Belgischen
Dambond. Ij en achttal dag- en weekbladen heeft
damrubrieken, welke zich in veel belang
stelling mogen verheugen. Langzaam maar zeker
zal het damspel ook In België baani weten te
breken en op een peil worden gebracht, dat het
met glans met die van andere landen kan wor
den gemeten.
De onvermoeide, thans afgetreden voorzitter
der Antwerpsche club heeft voor het eerste
lustrum een jubileumnummer van Damspel Stu
dio uitgegeven, waarin behalve den levensloop
der club en van het tijdschrift zelf, voor ieder
dammer, van welke sterkte ook, iets van zijn
gading is te vinden. Een tiental foto's en platen,
alle bijzonder goed geslaagd en duidelijk ver
siert den tekst.
Wij zuilen besluite», maar niet zonder een
opwekking aan onze lezers, om zich dit bijzon
der belangrijk nummer (prijs tra 4, frs. 5 fx-anco
per post, te zenden aan den heer W. Fi-anke,
Strijdhoflaan 91, Berchem bjj Antwerpen) aan
te schaffen, met een daarin vooi-komende par
tij, (eenigszins door ons bekort) espeeld- tus
schen J. S. Witteboon met wit en Ph. J. Ham
metzwart, geanalyseerd door den alom bekenden
speler B. Springer Jr.
1. 33—28 17—21
2. 39—33
Gewoonlijk wordt hier 3126 gespeeld, waarop
zwart dan de zoogenaamde Fabre-variant kan
kiezen door 1117, vervolgens 1823, 1218,
1722 enz.
'/M&y, //ut,.
W i t
Deze zet is vrijwel gedwongen; iedere andere
zet geeft belangrijk nadeel. Op 10—14 wit 44—39
(zwart 14—19A) 30—24 (19 30), 35 24, (5—10)
36 en zwart moet een stuk verliezen want
op 10—14, wit 2419, 29 20, 37—31, enz
A Op 14—20 wit 30—24 (4—10 gedw.) 41—36,
19. 27—21
Een zeer zwakke zet, waarmede wit blijk;
geeft een geheel verkeerde opvatting van zijn
stelling te hebben. Aangewezen was 4439, dreL
gende 37—31, 30—24 en 33 2.
19- 16 27
20. 32 21 20
J1' 44-39 1015
22, 21—lb 2702
23. 37-32 510
\Vaarom hier nu niet 22—27 en 26 17 ge
volgd door 1722? Het gaat er nu toch om, wit
niet meer op het. midden te laten komen. Door
den tekstzet kan wit door 2 om 2 af te ruilen
zijn positie wederom aanmerkelijk verbeteren,
doordat het zwarte centrumstuk 23 verdwijnt
24. 32—27
Natuurlijk, neemt de gelegenheid waar.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
33—28
38 36
41—37
29 18
37—32
22 31
£3 32
10—14
18—23
12 23
Wit kan het spel weder gelijk brengen met
o9 33 en tevens uit de opsluiting komen. Im
mers, na 39 33 dreigt 3429 enz. Dit mag zwart
niet door 1318 verhinderen daar wit dan zou
winnen door 33—28, 42—37, 30—24, enz. Hier
mede- is tevens gezegd, dat zwart's voorafgaande
zet niet sterk was en deze als 27e zet beter
19 19 had kunnen spelen. Wit mocht dan niet
30--24 wegens zwart 19 30 (35 24) 8—13, ge
volgd door 1419 met schijf winst. Op iederen,
anderen zet had zwart met 2024 en 15 s 24
kunnen voortzetten en zoodoende alsnog het beste
spel kunnen behouden.
29. 6_u
30. 42-37 n_17
31. 36—31
Een voortzetting, die mij niet kan bekoren.
Wit speelt te veel op zetjes speculeert hier op
13—18, waax-na zou volgen 3228, 47 36 en
3024. Nog steeds geven wij aan 39—33 de
voorkeur.
31. 17—22
Uitstekend gespeeld. Deze schijf oefent thans
een sterken druk uit o-p wit's langen vleugel.
32. 4741 1419
Het ontbreekt zwart aan lijn in zijn spel. Het
is duidelijk, dat wit hier zal trachten zich door
4741—36, 48—42 en 3127 van schijf 22 te
ontdoen.
Na den 32en zet van zwart.
Zwart.
M iü ma mm
W i t.
Dit moest zwart nu juist voorkomen door
812, wit 4136 (zw. 1318) 4842 (1217')
33. 41—36 20—24-
34. 4842 13—18
Zwart neemt de zaak veel te kalm op. Hier
was 22 28 heel sterk; wit heeft hierop slechts
42 38 of 4338. Op 4338, zwart 2429; op
42—38 (zw. 8—12) 31—27 (26—31) 37 26 (28 37);
27—21 (3—8) 39—33 (13—18) 34—29 (23 34)
-- - (2
40 20 (15 24) 3328 (25 34) 2822 (18 27)
21 41 (12—17) 41—37 (24—29) 37—32 (19—23)
43—39 (34 43) 38 49 (29—33 of 34) en zwart
heeft overwegend spel, vr(J wel gewonnen.
35. 31—27
Wit herstelt zich nu weer voor een groot deel.
35.
36.
37.
38.
39.
36 27
43—38
39—33
16—11
22 31
8—12 j
9—13 i
4—9
Wit doet hier een slagzet, welke hem een
zeer nadeelig eindspel bezorgt. Een vaste remise;
gaf 33—29 en 38 29.
39.
40.
41.
42.
7
18
16
24
19-
16
27
27
33
•24
27—22
32 21
33—29
43. 38 7
Vermoedelijk was wit dit antwoord ontgaan'
bi) het uitvoeren van den slag.
44. 30 8 3 i
45. 34—29
Hier lükt mij 3430 veel sterker.
45.
46. 29—23 9—13
Tijdverlies. Hier wint 31—36, 26—31, 36—41 enz.
47. 4034 31—36
.Veel sterker was 3530 met geforceerde remise.
,1
27—31 1
48. 34—29
49. 45—40
50. 37 26
51. 42—38
De laatste fout.
15—20
26—31
36—41
41—46
gewonnen.
Hier had 13—19
De tekstzet laat wit de gelegenheid nog aardig
remise te maken.
52. 40—34 46 14
53. 29—23 14 30
54. 35 15
Remise.
Analyse B. SPRINGER,