DINSDAG 6 NOVEMBER 1928
DERDE BLAD
PAGINA 2
DR. PAUL KUBECK OVERLEDEN.
DE „ZEPPELIN" TE BERLIJN
TOONEELDAG DER ST. JOSEFSGEZELLEN
HET ERFDEEL ON.7*3» VADEREN.
HET PARLEMENT
i
De bezieler der Zwitsersche Katholieken
f SLACHTOFFER VAN ZIJN ONVER-
t MOEIDE ACTIE.
(Van cnzen correspondent)
G e n v e, 1 November 1928.
Een droeve schaduw is op de vreugde der
Zwitscrsohe Katholieken over hun overwin
ning bij de verkiezingen gevallen doordat de
man. die een heel groot aandeel in het succes
heeft gehad, onmiddellijk na den slag over
leden is: dr. Paul Kubiek, de algemeene se
cretarie der Katholieke partij.
Op zijn ziekbed kon men hem nog de over
winning mededeelen; eenige uren nadat het
officieels nieuws was bekend geworden, is Ku
biek de-eeuwige rust ingegaan.
Kubiek is het slachtoffer geworden van zijn
buitengewone krachtsinspanning gedurende
de verkiezingscampagne zelf em reeds lang
daarvóór. Dinsdag van de vorige week was hij
des avonds uit een kiezersvergadering terug
gekeerd, waar hij natuurlijk wederom het
•woord had gevoerd (het was zijn 88ste rede in
dezen verkiezingsstrijd geweest:), toen hij plot
seling voor een blindedarmontsteking naar het
ziekenhuis moest worden vervoerd. Onder nor
male omstandigheden zou de ziekte ein operatie
waarschijnlijk overwonnen zijn, dooh het door
den verkiezingsstrijd uitgeputte lichaam had
geen voldoende weerstandskracht meer, en zoo
trad de dood weldra in bij den nog slechts 33-
jarigen groeten organisator en bezieler dier
Katholieke verkiezingscampagme.
Kubick's dood wordt algemeen betreurd, ook
buiten de Katholieke kringen zelf. Men erkent
algemeen, dat in hem een man is heengegaan,
die voorbestemd schen, om tot de hoogste waar
digheden op te klimmen, die de democratie een
Staatsburger kan geven.
C .-trouw dienaar der Katholieke Kerk was
bij ook buiten zijn partij hooggewaardeerd om
Sijn eerlijk karakter, om zijn buitengewone ga
ven van het hoofd, om zijn steeds bereidwillige,
minzame hulpvaardigheid.
Van dat laatste mocht ik persoonlijk enkele
dag ..-li vóór zijn ziekte nog een treffend staal
tje ontvangen, toen hij, enkele uren te Bern
tot zijn beschikking hebbend, om wat uit te
rusten, dezen rusttijd onmiddellijk opofferde,
oan eau bultenlandscb collega (Kulbick was
ook journalist) op de hoogte te stellen van den
Stand van den verkiezingsstrijd en van de ver
moedelijke resultaten. Onvergetelijk zal mij
blijven de warmte van overtuiging, waarmede
flr. Kubiek toen mij beschreef het nieuwe ge
meenschappelijke sociale programma der drie
groots Katholieke organisaties in Zwitserland,
de vereering die hij gevoelde voor Musy en abbé
Ëavoy, die dit programma hadden ontworpen,
en de geestdrift en het vertrouwen, waarmede
hij de laatste w'eek van den verk.iezimigsst.rijd
en ook de toekomstige Katholieke actie tege
moet zag. De lezers weten reods, dat het opti
misme waarmede hij over den vermoedelijken
stembus-uitslag sprak, niet is beschaamd. De
Katholieke partij heeft in alle kantons zonder
onderscheid een belangrijke .stemmen-vermeer-
dering ontvangen en het aantal hunner kamer
zetels- is van 42 tot 46 gestegen.
Heit is Kubick's .groote verdienste voor de
Zwitseieohe Katholieke partij geweest, dat hij
de partij uit de depressie van 1925, toen twee
zetels verloren waren gegaan, weder -tot nieuwe
geestdrift heeft weten te wekken.
Hij was de stichter dei- jeugd-bewaging od
der de jongere Katholieken, die zooveel voor
de toekomst belooft.
Eén staaltje wil ik nog vernielden van Ku
bieks invloed onder zijn partijgenooten, van
den stond ook zijner overtuiging. In 1925 had
bet parlement met groote meerderheid het voor
ste! van den steeds tot compromissen geneigde»
Tadieaien minister Sehulthess (thane presi
dent vain Zwitserland) aangenomen, om tot de
invoering va.n liet door de socialisten en boeren"
2oo gcwenschte graan-monopolie voor den staat
Oven- ie gaan. De groote meerderheid der Ka
tholieke kamerfractie had ten slotte aarzelend
haar stem ten gunste van dit voorstel uitge
bracht. Doch Kubiek, de nauwelijks 30-jarige
partij secretaris, waagde den strijd tegen dit
gevaarlijke af glijd 011 op den w>eg van het staats-
eorlslisme. Met het gevolg, dat het vooral juist
de Katholieke kantons geweest rijn, die het
meest hebben bijgedragen tot de verwerping
Van Sehulthess' voorstel door het volksrefe
rendum! Dit jaar i-s het aan Musy gelukt, een
oplossing voor het graanvraagstuk te vinden
overeenkomstig de lijnen, door Kubiek in 1925
reeds aanbevolen!
Een man van zeldzame begaafdheid is uit het
Zwitrersehe politieke en journalistieke leven
weggenomen. Kubiek had de voordeeien van 'n
Jeugdige geestdrift, die bij zjjn eerst 33 jaren
behoorde; maar hij had daarnaast de buiten
gewone bezonkenheid van oordeel, die men in
Ben regei eerst bij veel ouderen aantreft. Daiir-
bij had hij een warme liefde voor zijn geheeie
Tolk. en bij alle onwankelbare trouw aan zijn
beginselen den Christelijken wenech naar sa
menwerking tassehen alle kringen dor maat
schappij.
Zijn söciaiisten-bestrijding ging uit van zijn
hartgrondigen afkeer van de leer van den klas
senstrijd en den klassenhaat. Zijn streven was
gericht op een toenadering tusschen werkgevers
en arbeiders.
Onder Kubick's invloed was de Katholieke
partij meer* naar rechts gegaan op het punt
van teginselen, dooh meer naar links ten aan
zien van het sociale programma van verwezen
lijkingen.
Tegenover de „politiek der vrees en der con
cessies", die de radicalen onder Sehulthess wat
te veel hadden gehuldigd en waartegenover
pten ook van Katholieke zijde in het parlement
wel eens wat al te meegaand was geweest, had
Kubiek, met den steun van een Musy, den
hieuwen part ij-pree kient Perrier en den geuia-
len abbé Savoy, zijn partij weten te bewegen
tot «enerzijds een beslist verzet tegen etaats-
Bocialisme, anderzijds een positief sociaal pro
gram In het teeken Tan den socialen vrede en
Je samenwerking der klasoen.
Het is deze politiek, die Zoudag den socia-
dstischen stormloop heeft weten te weerstaan
7O de Katholieken tot de ware overwinnaars bij
'e verkiezingen beeft gemaakt.
Diep tragisch doet het aan, dat de man, die
laar alle Katholieke bladen dankbaar erken-
|en, de groote bezielende kraefht in den strijd
fi geweest, zelf het offer van zijn onvermoeide
jotie is geworden. De kiezers der stad zijner
■pwoning, Bean, hebben onbewust oen laatste
treffende hulde aan zijn nagedachten/is ge-
♦nacht, doordat heden bekend werd, dat van de
Katholieke candidate® In het kanton Bern
Geestdrift, in de hoofdstad.
FRIEDRICHSHAFEN, 4 November. (W.B.)
De ,,Graf Zeppelin" startte hedennacht, zoo
als aangekondigd, voor zijn vlucht naar Ber
lijn.
BERLIJN, 5 November. (V.D.) Heel Berlijn
was hedenmorgen in vlaggentooi gestoken.
Even na 8.20 uur, terwijl zich duizenden Ber-
lijners in de buitenwijken en de binnenstad op
de straten bevonden, bereikte de „Graf Zeppe
lin" het vliegveld Staaken.
Te 8.50 hoorde men het ronken van de
motore® hoven de hoofdstad.
Op ongeveer 150 M. hoogte kruist de Zeppe
lin boven Berlijn.
De menschen pakken zich samen in de
straten en het verkeer ligt geheel stil.
BERLIJN, 5 November. (H.N.) De ,,Graf
Zeppelin" is vanmorgen om 9 uur 46 te Staaken
geland. Het luchtschip is vannacht om 2 uur 17
van Friedriehshafen vertrokken. Daar de weers
gesteldheid in het midden van Duitschland on
gunstig was, is de reis over Stuttgart, Darm
stadt, Frankfort a/d M., Gipssen, Kassei, Goslar
naar Berlijn gegaan.
Om 8 uur 35 was het luchtschip boven
N-auen, om 8 uur 45 voor de eerste maal boven
Staaken en tegen 9 uur boven Beriijn, waar
het onder het luiden van de kerkklokken
eenige malen een ellips boven de stad be
schreef, die feestelijk is versierd.
Nader wordt nog uit Berlijn gemeld
De stad Berlijn was reeds in de vroege
ochtenduren in afwachting van de komst van
het luchtschip.
Een blauwgrijze hemel koepelde boven de
millioenenstad, waar druk gevlagd werd. Te 8
uur hedenochtend bood het verkeer nog den ge
wonen alledaagschen aanblik, doch in de bui
tenwijken scholen reeds op de pleinen men-
schenmassa's samen. Het verzoek van den
eersten burgemeester om de vlag uit te steken
is door tallooze Berlijners gevolgd. Maar thans
is er geen vlaggestrijd. Broederlijk wapperen
de republikeinsche en monarchale dundoeken
naast elkander
Dan komt er een bericht binnen „De „Graf
Zeppelin" is te 8.20 uur boven Rathenow ge
signaleerd". En even later „De „Graf Zeppe
lin" heeft reeds het vliegveld Staaken be
reikt."
Bij zeer slecht weer kruist de Zeppelin ein
delijk te 8.50 uur op ongeveer 150 Meter hoogte
boven de Duitsehe hoofdstad. Het groote, viseh-
vorniige gevaarte schijnt in den nevel te zwem
men. De menschenmassa's pakken zich te
zamen in de straten en het verkeer ligt geheel
stil. Nauwelijks is men er in geslaagd het lucht
schip te ontdekkenof het is alweer ach
ter schoorsteenen of torens verdwenen De
regen blijft vallen. Tegen 9 uur Is het lucht
schip boven het centrum van de stad ziehtbaar
en daarna zet het koers naar het Zuiden, om
vervolgens in de richting van Tempelhof te
verdwijnen.
De vliegmachines, die ter begr-oetiug de
„Zeppelin" tegemoet zouden viegen waren
spoedig met haar taak gereed, want het zoemen
van de motoren was reeds hoorbaar toen zij
opstegen.
BERLIJN, 5 November (W. B.). Na de lan
ding werd het luchtschip „Graf Zeppelin" over
het vliegveld Siaaken naar den ankermast ge
sleept en daar om 10.33 uur vastgezet.
BERLIJN, 5 November. (H.NJ De ontsche
ping der passagiers van de Graf Zeppelin is
toch niet zoo voorspoedig verloopen als aanvan
kelijk werd gemeld. Het vastmaken van het
luchtschip gelukte eerst 11a langdurige pogin
gen zoodat de passagiers eerst tegen 11 uur
konden worden ontscheept. Het was de eerste
maai, dat een luchtschip in Duitschland aan
een ankermast werd gemeerd.
De groote menigte vormde een eere-escorte
voor het luchtschip, toen dit zijn bewegingen
boven het terrein maakte en holde telkens mee.
Toen dr. Eckener uitstapte, ging er een ge
weldig hoera uit de menigte op. Rijksminister
von Guerard was de eerste, die dr. Eckener be
groette, ook uit naam van de rijksregeering.
Daarop namen dr. Eckener en de leden dor
bemanning plaats in gereedstaande auto's, om
zich naar Berlijn te begeven. Om kwart over 12
kwamen zij bij het paleis van den rijkspresident
aan, onderweg door de bevolking voortdurend
geestdriftig toegejuicht.
Rijkspresident von Hindenburg begroette zijn
gasten in hartelijke bewoordingen en wees
daarbij op de beteeltenis van het transatlanti
sche luchtvaartverkeer voor de toenadering tus
schen het Duitscbe en het Amerikaansche volk.
Dr. Eckener dankte den rijkspresident voor,
de ontvangst en verklaarde bezield te zijn van
den vasten wil, om het bronnen werk voort te
zetten.
Na deze toespraken werden de afzonderlijks
leden der bemanning aan den rijkspresident
•voorgesteld.
BERLIJN, 5 November (H.N.). Op het vlieg
terrein Staaken, waar het luchtschip „Graf
Zeppelin" aan den ankermast bevestigd is,
heerschte vanmiddag groote drukte. Men raam
de het aantal bezoekers op 100.000.. Tegen den
avond werd het terrein door schijnwerpers ver
licht.
DE CULTUREELE EMANCIPATIE VAN ONS KATHOLIEKE VOLKSDEEL
BISSCHOP EN PRIESTERS MET
BOEZELAARS VOOR.
Een merkwaardig staaltje van Engelscli-
Roomschon humor publiceeren de Engelsche
weekbladen. De bisschop van Salford, een abt
en een heele schaar pastoors en kapelaans, de
den dezer dagen 'n schart voor en gingen aan
tafel dienen in het oude-mannen- ein vrouwen
huis, dat door de „zustertjes der armen" te
Manchester bestuurd wordt en dait zijn gouden
feest vierde.
dr. Paul Kubiek in<le stad Bern de meeste stem
men van allen verkregen had!
Van den zomer was dr. Kubiek een der
Zwitsersche gedelegeerden op heit internatio
nale Kathol iekancongTos te te-Bentogenbosch
geweest. Opgetogen sprak hij met mij tijdens
ons laatste onderhoud over het prachtige Hol
land, over de gastvrijheid, die hij in ons land
ontvangen had, over den prettigen .geest van
ons volk, over de schitterende organisatie der
Katholieke staatspartij in Nederland.
Ongetwijfeld zal het plotselinge overlijden
van den schijnbaar zoo kerngezonde» jongen
leider der Zwitsonsche partij ook bij allen in
Nederland, die hem van den zomer persoonlyk
mochten leeren kennen, een smartelü'kem in
druk hebben verwekt!
Dat de St. Jozefs,gezellen nog eens een too-
neoldag zouden houden nu ja, dat was iets,
wat nog niet zoo heel lang geleden erg vreemd
zou hebben geklonken. Tooneel Immers was
een lolletje-in-engendering en wanneer 't iets
anders was, dan deugde 't niet. Basta! Maar
diie tijd is althans voorbij, en de St. Jozefsge
zellen hebben te Amsterdam een tooneeldag
gehouden, en voor dien dag was zooveel belang
stelling, en er heerschte zulk een geestdrift,
dat 't ons deugd heeft gedaan. Want 't is, zoo
als praeses Van Galen zelde: wanneer het too-
neel in deze kringen wat in de h-o-ogte wordt
gestuwd, dan is er weer iets bereikt voor de
oultureele emancipatie van ons Katholieke
volksdeel. Een stapje, een klein stapje mis
schien op een langen en moeilijken weg, maar
toch een stapje
Naai' goede Roomsche zede, begon de too
neeldag met een stille H. Mis in de St. Huber-
tuska-pel aan de Stadhouderskade, welke door
den centraal-praeses, dm zeereerw. heer Th. J.
van Galen, werd opgedragen, waarna alle deel
nemers aan den tooneeldag zich vereeuigden
aan een gemeenschappelijk ontbijt.
De eerste middagvergadering werd omstreeks
half een door den centraal-praeses, den zeer
eerw. heer Th. J. van Galen, geopend met een
kort woord van welkom tot de talrijke aanwe
zigen. In korte trekken schetste spr. de waar-
do van het tooneel, in het hijzonder van het
leeken-tooneel voor de St. Jozefsgezellen-bewe-
ging en gaf daarop het woord aan den weleerw.
hoer J. Schmidt, die spreken zou over „de Ge
zellen en het tooneel".
Spr. begon met te "zeggen, dat ongeveer 83
pet. van alle afdeelingen der St. Jozefsgezellen-
vereeniglng thans een tooneelcluib bezitten.
Hieruit blijkt wel hoeveel belangstelling er
onder de leden der St. Jozefsgezellenvereeniging
bestaat voor bet tooneel en dat hun bet too-
neelspelen als 't ware in het bloed zit. Dit
behoeft niet te verwonderen, want feitelijk is
het tooneeispel van Katholieken oorsprong.
Onze tegenwoordige drama's zijn voortgekomen
uit do middoleeuwscke mysterie-spelen als b.v.
„Die Sevenste bllscap van Maria" en zelfs de
mkldeleeuwscke kluchten danken hun oor
sprong aan de mysteriespelen.
Hoeveel veranderingen het tooneel in den
loop der tijden heeft ondergaan, hoeveel ver-
koerde invloeden cr op hebben ingewerkt, dit
geeft niemand bet recht om het tooneel te vot-
ooixleelen. Het tooneel la nog altijd -een ea'fdeel
van ons Katholiek verleden, dat wij in eere
moeten houden.
Juist in onzen tijd, nu er zooveel menschen
zijn dio elk richtsnoer in hun leven ontberen,
kan het tooneel, het Katholieke tooneel vooral
ontzaglijk veel goeds stichten. Het is een be
kend feit dat toon-eelsctoi'ijvers als Goethe,
Shaw, Paul Claude! e.a. een zeer groote® in
vloed hebben uitgeoefend op het geestesleven
van hun tijdgenooten. EJenzelfden Invloed kan
ook uitgaan van het Katholiek tooneel. Nu is
ea- slechts een Katholiek leeken-tooneel bestaan
baar, daar een Katholiek beroepstoonoel voor-
looplg nog wel niet te verwezenlijken zal zijn.
Al moet het Katholieke tooneel dus 't goede
aan het publiek voorhouden, het ntag nooit
preeklug worden, de tonden z ma.g er niet dui-
mendik opliggen. want dan is de uitwerking in
de meeste gevallen precies andersom dan men
ervan verwacht.
Spreker waarschuwde ook de aanwezigen
tegen de neiging van leekenspelers. om
hun kracht te zoeken in komiekerigheid.
Wanneer men ai zijn krachten geeft, dan
nég zal het resultaat bijna nooit kunnen halen
bij het. resultaat, dat voor hot beroepstooneel
bereikbaar is. Wanneer men een zoo goed mo
gelijk geheel wil samenstellen, dient met do
moeste zorg ook de rolverdreling ter hand ge
nomen to worden. Het is z®er gemakkelijk, om
aan ieder lid van een tooneelclub op z'n beurt
een hoofdrol te geven, maat daarmede bewan
delt men biet den julsten weg. De keuze van
do personen mag slechts gelold worden door
een juiste en onpartijdige beoordeeMng van de
talenten en spelleiders mogen niet vergeten,
dat elk succes ten eene male onmogelijk zal
zijn. wanneer er niet minstens dezelfde zorg
wordt geschonken aan de bil rollen als aan de
hoofdrollen.
Na nog enkele practiache wenken te hebben
gegeven aan de leiders, besloot de eerw. spr.
mot den wenoch, dat het tooneel lu de St. Jo
zefsgezellenvereeniging tot hoogen hloei zou
mogen komen.
Paul Hut hield in den laten middag een in
leiding over de vraag: „Hoe komt de opvoering
van oan tooneelstuk tot stand?'
Van alle kanten voelt men. aldus Huf, dat
in Roomsoben kring gewerkt wordt aan het
tooneel. Overal wordt gezocht naar samenwer
king van organisaties, om Invloed uit te oefe
nen op bet beroepstooneel' en opvoeringen Aan
werken van Katholieke schrijvers mogelijk te
maken. Dit is niet gemakkelijk te bereiken,
en daarom des te prijzenswaardiger. Toch acht
spr. het Katholieke publiek voor zulke plannen
nog niet geheel rijp. Teveel wordt -eenerzijds
tooneel beschouwd ais een lolletje, anderzijds
wordt het tooneel in z'u goh0®1! verworpen als
boos. Dikwijls hoeft het tooneel van zijne ge
weldige suggestieve macht misbruik gemaakt,
doch veie instellingen hébben dit gedaan, zon
der dat. ze daarom in wezen verwerpelijk zijn.
Het te&kentooneel kan veel goeds doen. mits
onder deskundige leiding en door ernst.ig-wil-
lenden beoefend, al was 't alleen maar om de
ontvankelijkheid voor tooneel te verhooeen.
Hoe ontstaat nu een tooneolopvoerittg? De
eerste moeilijkheid betreft de keuze van het
stuk. Daarbij moet rekening gehouden worden
met de geestelijke draagkracht van het pu
bliek, en met de bekende of veronderstelde ge
schiktheid dor spelers. Men moet de draag
kracht vau het publick niet overschatte», dpch
zich ook niet te veel aanpassen bij het publieke
peil. Er moet een opvoedende kracht zitten
ia de opvoering, en dit is gemakkelijk te be
reiken door een korte ®n pakkende inleiding
vooraf. Bij de keuze van het stuk moet er ook
op gelet worden, dat w-e gaen aanstoot geven
aan of hinderlijk zijn voor andersdenkenden.
Do tweede mooilijkhead hij de opvoering is
de rolverdeling. De tedder of. lijfter moet het
stuk door en-door kennen, ejf bij de keuze der
personen moet hij zooveel mogelijk aanpassen
aan bepaalde eigenschappen en eigenaardighe
den bij de spelers. De macht van den leider
moot zoo onbeperkt zijn, en de overgave en
de trouw-van de spelers zoo groot, dat desnoods
op 't nippertje nog rollen kunnen worden ver
wisseld. Persoonlijke ijdelheld moet bij de lee-
kentspelers worden uitgebannen, alleen het ge
heel, alleen de uitvoering moet meetellen.
Ook moet de leider zorgen voor heel de
„misë-en-scènp", en ook voor de tooneelschik-
king. Maakt die tooneeisehiklring zoo sober
mogelijk. Alleen een aanduiden van de sfeer,
nooit het tooneel overladen met meubels, die
niet medespelen. Want ook tafels en stoelen
moeten medespelen. Op een klein tooneel moet
de eigenlijke speelruimte zoo groot mogelijk
zijn. Wanneer directeuren van patronaten enz.
een tooneel bouwen in hunne zaal, laten ze
dan toch eens adviezen vragen aan een vak
man! Met die adviezen wordt het tooneel he
ter endikwijls ooi: goedkooper, omdat er
niet zooveel aan veranderd belhoeft te worden.
Hetzelfde geldt voor de décors. Geschilderde
trappen en stoelen deugen niet. Beter is 't in
gordijnen te speilen, wat de weg voor de fanta
sie openlaat.
Bij de „misé-en-seène" dient de leider te
letten op een zoo natuurlijk mogelijk verloop,
en op het vermijden van ieder onnoodig gedoe,
terwijl uit een nauwkeurig bestudeeren van
den dialoog tal van aanwijzingen voortvloeien.
Een leider van leekentoon-eel moet een regie
boek maken, met alle aanteekeningen op blan
co vellen tusschen den tekst. Dit regieboek
moet echter geen wet worde®, moet ruimte la
ten voor wijzigingen. Van den spelleider zal
zoodoende een groote zekerheid uitgaan.
Eerst wanneer de leider volkomen beslagen
ten ijs kan komen, kan hij beginnen met de
lezing van het stuk, liefst door den spelleider.
Daarna lezen de spelers hunne rollen. Dan volgt
do eerste ineenzetting: de taaiste bezigheid
voor spel,leiders en spelers. Is het eerste be
drijf ineengezet, dan is 't gewensciht voorloo-
pig alleen dit bedrijf te repeteeren, om niet te
voel ineens te willen. Bij die inoenzetting mo
gen nog geen eisoban worden gesteld aan het
zeggen van den tekst. Eerst na de iaeenzetting
wordt de tekst hoofdzaak; dan moet gelet
worden op duidelijke uitspraak, zuivere taal,
goed begrip voor wat gezegd wordt. Men moet
ook leeren luisteren en dat is nog moeilijker
da® sproken. De vak,kunde van het tooneel,
sprek-en en plastiek, kunnen alleen door oefe
ning worden verkregen. Iedere overdrijvingen
ieder zoeken van een persoonlijk succesje moe
ten worden geweerd. Kennen van de rol is
noodzakelijk, maar de rollen moeten niet te
vlug worden geleerd. Worden' de rollen te vlug
geleerd, dan went de speler aaai 'een dreun,
waarin no-oit moer modulatie te krijgen is.
Worden de rellen geleerd, dan precies leeren
wat er staat De eerste repetitie zonder de rol
len in de hand is de moeilijkste, want dan moet
met de hersens gewerkt werden, en wordt veel
geduld gevraagd van den leider, en voel rust,
want rust op bet tooneel is zeer belangrijk,
stilte is soms veel welsprekender dan actie of
woordenspel. Scherpe tegenstellingen iin kleur
maken eon boeiende opvoering. Loopt de dra
matische conflicten niiet vooruit, dikt het ko
mieke niet aan, doch stemt spel en tegenspel
juist af.
De persoon op het tooneel is niets, kan niets,
wanmeer er niet op gereageerd wordt. Een ko
ning of dokter op bet tooneel moet als koning
of dokter behandeld worden, anders kan hij
't niet zijn. De beste opvoeringen zijn die, waar
bij de spelers op elkandier afgestemd zijn, en
dio een gelijkmatig beloop hebben. Sterrenspe-
lers moeten geweerd worden als een besmet
telijke ziekte, behoed ze voor hum eigen
„krachtpatserij"; tooneel is een ensemble, een
gemeenschapskunst, en tooneeispel en is dienen.
Achter het tooneel heersohe de meest ge
disciplineerde stilte en ernst, 't Moet daar geen
Jan Kla.assen zijn! De speler moet niet afge
leid worden.
Toetst alles wat ge doet aan bet werkelijke
leven, alleen even vergroot, omdat 't 'ais 't
ware door een vergrootglas moet worden ge
zien.
Paul Huf's uiteenzettingen werden met. de
grootste belangstelling gevolgd en uit de ge
stelde vrageu bleek wel, boe men meeleefde.
Des avonds hebben we nog het tweede be
drijf van Henri Ghéfln's „De Doode te Paard"
gezien, gespeeld door „St. Paulus" van Am
sterdam 1. Wat ons trof, was de groote ernst,
de toewijding, waarmede allen speelden.
Er was veel ernst en toewijding, en op
merkelijk was 't hoe om stilte wérd gesist,
wanneer sommigen even dreigden te lachen
bij de fijne dingen; die Norbert in dit be
drijf zegt.
W. N.
HELDEN DER ZEE.
Aan de bemanning van de Wijk aan Zeeselie
reddingboot, die op 17 Febr. 192S een poging
deed t,ot bet redden der schipbreukelingen van
bet benoorden de pi u gestrande Engelsche
stoomschip „Shonga", w>rd de zilveren medaille
der Engelsche regeering ui ,-ereikt.
Zooals men zich zal her' 1 moest de boot
wegens de hooge zee onv zake terug-
keeren en geschiedde de red n volgenden
morgen door de „Dorus Rijke samenwer
king met de IJmuider redding..
Niettemin werd de moedige poging der Wijk-
aan-Zceërs op hoogen prijs gesteld en werd
door het hoofdbestuur der Noord-Zuid-Holland-
sche Redding Mij. de eeremedaille namens de
Engelsche regeering uitgereikt aanW. Gra-
pendaal (schipper), Joh. Grapendaal, Jac. Gra-
pendaal, J. P. v. d. Mey, S. Schelvis, P. Vries
man Jr., L. v. d. K-olk, J. Snijders Vrocgop ea
F. A. de Visser.
MEJ. G. M HRING. f
Te 's Hage is overleden, 78 jaar oud, m-ej.
G. Möliring, vroeger leerares in de plant- ea
dierkunde aan de Iloogere Burgerschool voor
meisjes.
WAAR HET MEEST GEPRAAT WORDT?
Morgen 7 November zal er door de Tweede
Kamer een aanvang worden gemaakt met de
behandeling van de verschillende begrootings-
noofdstuklcen, waarmede de voorzitter met
Kerstmis gereed hoopt te komen.
Voor dit werk ls dooT difn voorzitter voor-
loopig gerekend op 27 dag- en 12 avondver
gaderingen of ruim 200 uren mondelinge ge-
dachtenwisseling. Op het eerste gezicht lijkt
dit heel veel, maar wanneer men aan de hand
van de sinds 18 jaar verschijnende boekjes
„Parlement en Kiezer" nagaat het aantal zit
tingen dat door de Kamers in andere jaren
gehouden is en het werk dat in die zittingen
werd afgedaan, dan is het betrekkelijk weinig.
Als de taak, die de voorzitter zich in overleg
met de loden heeft opgelegd in dien tijd tot een
goed einde wordt gebracht, dan kan er gerust
gezegd worden dat de Tweede Kamer blijk
geeft van groote zelfbeperking.
Uit de 18 jaarboekjes van „Parlement en
Kiezer hebben we een staatje samengesteld
van het aantal zittingen van Tweede- en Eer
ste Kamer, benevens het aantal kolommen uit
do handelingen in de Tweede Kamer volga-
prae'
Tweede Kamer Eerste K.
Zittingsjaar
1910—1911
1911—1912
1912—1913
1913—1914
1914—1915
1915—1916
1916—1917
1917—1918
1918—1919
1919—1920
1920—1921
1921—1922
1922—1923
1923—1924
1924—1925
19251926
19261927
19271928
Openbare
vergader.
94
109
110
100
78
100
118
106
122
106
105
93
101
91
90
51
SI
83
Kolommen
Handelingen
3191
4019
4363
3462
2221
3469
3872
3738
3854
3758
3606
3446
3471
3374
2963
1T98
2941
3337
Openbare
vergader,
33
32
40
38
46
41
48
41
43
46
51
52
54
48
53
35
50
56
Uit dit staatje blijkt, dat er in de Tweede
Kamer met haar honderd leden en haar vele
ldeme partijen, die in de Eerste Kamer heele-
maai niet vertegenwoordigd zijn, naar even
redigheid veel minder gepraat wordt dan in de
Eerste Kamer met haar vijftig leden.
Het is niet voor betwisting vatbaar en liet
blijkt ook uit de opgave van bet aantal kolom
men, dat het de kleine partijen zijn. die het
aantal openbare vergaderingen opdrijven. Als
d.eze eens niet met een of twee man in de
Kamer zaten, dan zou het aantal openbare
veigaderingen in de laatste jaren, ais de groote
partijen ook niet meer gesproken zouden heb
ben, wat gerust ondersteld mag worden, zeker
met een vierde of een vijfde verminderd kun
nen worden.
Het aantal openbare vergaderingen van da
Tweede Kamer, waaruit tocli wel de zelfbe
perking der leden blijkt, neemt niettegenstaan
de dit alles steeds af. De zittingsjaren 1914-
1915, waarin de mobilisatie viel en 19251626
met een crisis van 100 dagen kan men buiten
beschouwing laten, want toen was er van nor-
maten arbeid geen sprake. Dat de vergaderin
gen langer zouden duren dan vroeger en er dus
toch evenveel gepraat zou worden, is ook niet
juist. Uit het aantal kolommen ln de hande
lingen gevuld met redevoeringen van de afge
vaardigden blijkt het tegendeel.
Geheel anders is het bij de Eerste Kamer
waar het aantal openbare vergaderingen steeds
toeneemt. Vroeger jaren bedroeg dit gemid
deld een derde van het aantal openbare verga
deringen van de Tweede Kamer, maar thans
is dit aantal naar evenredigheid verdubbe'd
en bedraagt het twee derden.
De oorzaak hiervan is niet gelegen in een
minder accurate wijze van werken van de
Tweede Kamer. Daar is geen sprake van.
De regeering blijkt ook niet te begrijpen
waarom er in de Eerste Kamer tegenwoordig
zooveel gepraat en vergaderd wordt. Op 24
October j.l. is er zelfs een suppletoire begroe
ting ingediend voor 1928 waarbij 50(00 wordt
aangevraagd voor verblijfkosten voor de leden
van de Eerste Kamer, als gevolg van de om
standigheid, dat meer vergaderingen zijn ge
houden, dan waarop door de regeering gere
kend was.
Het is, zoolang het parlement bestaat een
gewoonte geworden er op af te geven, in het
bijzonder op de Tweede Kamer. Vooral is dat
het geval als deze lang achtereen vergadert of
op reces is. Aan den vooravond van de ruim
200 uren openbare beraadslagingen hebben we
daarom het aantal vergaderingen van Eerste
en Tweede Kamer eens naast eikander gezet.
Bij de Tweede Kamer is onmiskenbaar een
streven om de werkwijze zoodanig te verbete
ren, dat met steeds minder openbare zittingen
kan worden volstaan.
Als het dus dit jaar den voorzitter weder ge
lukt den begrootingsarbeid voor Kerstmis
klaar te krijgen, dan zal men niet mogen be
weren dat er in de Tweede Kamer te veel ge
praat wordt.
DE WINKELSLUITING OP ZONDAG
Bezwaren van Israëlitische zijde.
De permanente commissie voor de algemeene
zaken van het Nederlandsch Israëlietisch Kerk
genootschap heeft zich met een adres gewend
tot de Staten-Generaal, in welk adres zij ernstig
bezwaar maakt tegen het wetsontwerp
geling der winkelsluiting, dat in d-
waarin liet is ingediend, nadeelige n
voor leden van dit berkgenootschap zal imUben.
De commissie spreekt als haar overtuiging
uit, dat een beperking van bet aantal uren, ge
durende welke des Zondags de winkels geopend
mogen blijven, voor de godsdienstige Israëlie
ten, althans voor de meesten hunner neer
komt op '11 vermindering van hun inkomen,
dat hen economisch zal drukken.
In verband hiermede wordt er nog op gewe
zen, dat ook den kleinen neringdoenden als
markt- en straatventers, niet vallende onder de
uitzonderingsbepaling van het tweede lid van
art. 8, de strijd om het bestaan verzwaard
wordt, door hun te verbieden hun waren t.e
verknopen binnen de uren, dat de winkels op
Zondag gesloten moeten zijn.
De commissie dringt er op aan, dat het ont
werp zoo worde gewijzigd, dat hun, die den we*
kelijkschen. rustdag op Sabbath of den zevende
dag vieren, vergund zal zijn hun winkel tot defl
namiddags 8 uur open te houden c.q. te ven
ten met andere dan geringe etenswaren.