w is zal de erfgenaam
derde blad
wezen
'V*y
De helpende hand
WOENSDAG 7 NOVEMBER 1928
M
1 I
f! 4
PAGINA 2
doelmatige
advertentiën
i
VII.
DL
DL C.ENOODIGDEN VAN v. DOSCH.
Verscheidene dagen later zit de hertog
op het terras van het 'casino met, Fahien
tc keuvelen. In het bereik hunner stem
wiegelt mevrouw BboHu& Mamver zich in
een rocking-chair, druk in gesprek met
vrienden en journalisten. Vlug <-.» lévendig
jong en bevallig komt Nineife uit een ga-
jc>r;j. die naar den schouwburg leidt. Een
taf luister van bewondering brengt Alice in j
tein opstand. i
l>» 1 Jeine d'Aiby! zegj, ze spottend,
e h«er?n echter staan op en nemen
'Afca 'd1 oaxjac-hend buigt de zange
rs ca p!.ht r.-vrulicht als een zwaluw,
ee», .ijo.K i.,;, i<nif fejs zonneschijn achter
zich latend.
i hilippe en Fahien hebben het" meisje
bemerkt; beiden staan te gelijk op om haar
tegemoet te gaan. Maar zonder op de be
weging van zijn neef acht te geven, gaat
de hertog den jongen man vrijmoedig voor.
Hrj kust de hand der zangeres en spreekt
tot haar met een opgewektheid, die zijn
bleek gelaat verjeudigt.
Teleurgesteld, ontevreden over den haast
van zijn oom blijft Fahien staan, groet van
verre en vermijdt den verwonderden blik
der diva. Verlegen met zijn houding be
geeft de officier zich naar zijn nicht, die
hem met. niet zeer welwillende nieuwsgie
righeid begluurt.
Iloe gaat het, vriendinnetje, vraagt
Philippe aan Ninette.
Heel goed. Gisterenavond heb ik Tril
by voor de derde maal gezongen en met
denzelfden uitslag. Na het laatste bedrijf
werd ik herhalde malen teruggeroepen
meer dan men hier gewoon is, voegt ze er
zachtjes bij: „Van Dosch is zeer bescheiden
en voorkomend. Hij heeft geen veet meer
in mijn kamer gezet,
Vertrouw er maar met te veel op.
Het schijnt, dat zijn onvergeeflijk op
treden tegenover mij toch niet met voor
bedachten rade geschiedde. Morgenavond
vieren wij de victorie van Trilby te Saint-
lauves. Van Dosch biedt den vertolkers van
let stuk een groot diner aan, waartoe al
en zijn uitgenoodigd, die tot het welslagen
meegewerkt hebben. Wij rullen dus vrij
talrijk zijn.
Bérucy, de componist nog wel, zal
niet van de partij wezen, zegt Varville.
Naar de krant meldt, is hij hedenmorgen
naar Parijs teruggekeerd-
Ja, de meester kwam mij gisteren na
het eerste bedrijf vaarwel zeggen. Ilij dank
te mij zoo hartelijk, dat ik er verlegen ón
der werd.
Waarom heeft van Dosch dat, diner
niet gegeven vóór het vertrek van den
componist?
Dat is niet geschikt kunen worden,
om welke redeii is mij niet bekend. Ik ga
naar Saint-Jauves en terug met Lina Spring
in haar auto.
Is dat een goede gezellin?
O ja, ik denk van wel. Zij is zeer lief
voor mij, ofschoonsoms een beetje ja-
loersch; maar dat zal wel overgaan. Saint-
Jauves moet een verrukkelijke streek zijn.
Mag ik vragen, of de jonge man, met wien
u daareven spraakt, werkelijk uw neef is?
Zeker, dat is mijn neef. Wilt u mij
veroorloven hem aan u voor te stellen?
De officier is er heel niet op gesteld al
dus onder de hoede van zijn oom te staan;
hij keert zich om en doet, als sprak hij heel
vertrouwelijk met mevrouw Bbolfus Mau-
wcr.
Daardoor ietwat gegriefd antwoordt Ni-
nette spottend:
O neen, stoor hem niet. Hij heeft zich
zelf reeds aan mij voorgesteld. Dat was bij
gelegenheid van een wandeling langs de
Sioule, waar hij dit tusschen twee haak
jes mij aan den rand van een steile rots
juist hij tijds do hand reikte.
Het hi eis je vertelt dit in alien eenvoud,
omdat zij niets voor dezen ma-u wil ver
bergen, wiens grootc oprechtheid zij kent.
Evenwel, zij bedenkt, dat zij F a bi en verzocht,
heeft er over te zwijgen, en het tooneel van
ie redding dus een geheim tuschen hen bei-
ien is; daarom vermeldt, zij geen enkele bij
zonderheid.
De hertog koestert niet de minste échter-
iochl bij een bekentenis, die hij zelf uitge
lokt heeft- Hij is te gelukkig de zangeres te
tien en te hooren, want zij gaat niet uit zijn
jedacliten
De diva, zoo lang alleen en zonder raad-
fever krijgt naast Varville een gevoel van
;roote veiligheid. Zij van haar kant is ge-
ukkig in haar zwakte en onzekerheid onder
ie leiding van zulk een krachtige persoon-
ajkheïd zich beschermd te weten, met open
lart te mogen spreken. Trouwens, welke
rouw zou op zulk een vriendschap niet
rotsch wezen!
Gemeenzaam pratend en lachend dalen
e 1,,-rtog »n de zangeres onwillekeurig de
reden af en wandelen naast elkander door
'e lanen van het park. Zij «rhijnen weinig
p hun omgeving te letten en zich nog min-
-iti Ju klimmeren om de oogen, die hen be
spieden.
Uw oom is allerliefst.; zegt. Alice hoo-
nend, terwijl de stijve, gedwongen houding
v .in den luitenant haar opvalt. Nooit heb
ik onzen mooien Varville zóó gezien. Hij
lijkt er wel jonger op te worden... Men
zou hem nauwelijks zestig jaar geven.
Maar de hertog is nog geen zestig jaar,
werpt Fahien tegen, want het gebazel van
zijn nicht noopt hem rechtvaardig te zijn
ondanks de verbittering, die het samen
w andeion van die twee daar ginds in hem
opwekt.
Geen zestig jaar? Weet u dat wel ze
ker, Fahien?
En daar de jonkman draalt haar uitleg
of bewijzen te geven, die zij vols'trekt niet
noodig heeft, voorkomt zij zijn antwocd:
Wel beschouwd laat hot imj volko
men koud.—»A!s dat hot toonoclspeelsmrtjo
niet afschrikt-U moet mijn verwonde
ring wel naief vindon, maar ik wist niet,
dat zij elkander zoo goed, kenden.
Ja, dat wist u r.:eti zegt de jonkman
kregel; en toch, ofschoon h;j zeer g.ied be
grijpt, dm de valsche Alice met zijn ijver
zucht speelt ia hij cr okd. nrndor j,i-
loersch en ontevreden om. Keef. ne hurtog
u niet gezegd, dat hij. de berde vriend van
André d'Aiby gewenst is?
O ja, de vriendschap met d»n veder
dateert van lang geleder., iraar de vriend
schap voor de dochter begint c»rst, nis ik
de praatjes in de restauratiezaal gcloovcn
mag, op den avond van de gc-nerale lepetdie.
Lina Spring heeft me verteld
Ik meende, dat u met geert tooneel-
speelsters omgang hield?
O, Lina Spring is geen vriendin, ik
ontvang haar niet hij mij aan huis, versta
dat goed. Maar, terwijl ik op de massage of
de douche wacht, kan ik toch niet nala
ten eenige woorden te wiselen. Lina Spring
heeft heel wat meer ervaring dan die klei
ne d'Aiby. Als men haar de rol van Jean-
nie toevertrouwd had, zou zij er een onver
getelijke creatie van gemaakt hebben, nu
zal het stuk voor goed op het repertoire
sluimeren. Deze debutante loopt het nog
eens mee.Nu, al het nieuwe is mooi
En uw oom, wiens overdrijving in alles met
do jaren toeneemt, is eenvoudig verzot op
haar. De badgasten hebben er schik in, zij
lachen er om en vermaken 'zich te zijnen
koste.
Toch zeker niet in het bijzijn van mijn
oom! zegt, de olficier op kouden, scherpen
toon, of in mijn tegenwoordigheid. De
lachers zouden niet het laa'st lachen.
Met u kan men nooit, eens gekscheren,
u wordt terstond boos. Wanneer u in deze
nietigheden geen belang stelt, waarom on
dervraagt u mij dan?
En hoewel do jonkman een knorrig, veel-
beteekend stilzwijgen bewaart, gaat de
bankiersvrouw onverstoorbaar als een
klapekster voort:
Lina Spring, heeft, mij verteld, dat de
portier van den schouwburg in don avond
van de generajp repetitie den auto van
Philippe vóór den ingang der artisten zag
ophouden. Baad eens, wie in de limousine
van den hertog steeg? Die kleine Ninette
dAlby! De hertog was daar natuurlijk niet
bij! Die moest de diva afwachten ten ha
rent of.bij hem aan huis.
Wat weet u daarvan?
Wat iedereen er van weet. Niet meer
of minder. Den volgenden morgen schelde
uw dierbare oom aan het hek der Norman-
dische villa, en sedert, dien koopt hij alle
suikerbakkers en bloemisten leeg. Dat
werkt precies als eeen trust, 't is den ove
rigen muziekliefhebbers, vurigen toehoor
ders bij het gemiaauw van dat jonge katje,
onmogelijk zich rozen of bonbons te ver
schaffen Van Dosch, woedend daarover,
heeft besloten revanche 'te nemen. Bij ge
brek aan een bloemist heeft hij zijn toe
vlucht tot don juwelier genomen. Morgen
avond biedt hij te Saint-Jauves het afgodje
van den dag een galadiner aan. Bij het des-
seit plechtige aanbieding van een gedachie-
nis halssnoer onder een salvo van knallende
champagncflesschen. Onze waarde hertog.
die niet van de partij is, kan wachten en
nog eens wachten .- en u t)0k!
Niet de minste uitdrukking van toorn of
smart vertoont zich op het kalme, strakke
gelaat van den welgemaakten soldaat, maar
zijn blik wordt harder, zijn houding stijver.
Uiterlijk onverschillig luistert hij gretig
naar al deze kwaadsprekerij, die als venijn
hem druppel bij druppel op het hart valt
en het gevoelig kwetst.
Als de tong van mevrouw Bbolfus Mnu-
wer eenmaal los geraakt is, kwebbelt zij
mder ophouden door. Fabton wil het "niet
langer annhooren, het veroorzaakt hem te
veel pijn.
Zonder afscheid te nemen verwijdert hij
zich driftig, doch met zulk een vasten, flin-
ken tred, dat niemand, zelfs de kwaadwil
lige Alice :iiet, kan raden, hoe zeer hij in
het -diepst zijns harten gewond is.
Vóór rr:ij geboren, zon redeneert Fa-
bi&n in zich zelf, ,.in het. leven overal en
mij vóór, kan :1e hertog mij ten allen
tijde O'cl, naai.:, totoaia ontn-une wettig
en sender dat k n.--t recht h°b er ovsr te
klagen, iwi-.L-r dot het .-rij zt-I.'ts geoorloofd
'ou zijn hem minder te ach teaen daar
bij reu r.u nog de helde komen... de liefde
onder o»„r jeugdigs!en, rr.eest vsrleidelfl-
keti vorm?
Weer doemt hot tooneritje van geest op,
en al. -s dis h-n-tering thans vermengd
mat btr.erhc.'id en jaloezie, toch vervult ze
hem weer geheel en al.
Terwijl PhiV.ppi niet aar. zirii zrif deukt
en zicli, met wijd geopende oorea luiste-
reno, alleen verontrust o«er alles, wat het
beminde meisje kan doen lijden, onthoudt
Fab cn ^r.'n al de nieuwtjes hem door Alice
aangebracht, slechts do-gene, wat hem zelf
pijnigt. Opgaande in h-tgecn hij denkt en
gevoelt, rteit hij zich niet voor, wat N.nette
kon denken en gevoelen. Dat komt, door
dien do beide VarvilLos, reeds zoo ver
schillend door natuur, opvoeding cn leef
wijze, Steeds meer van elkander afwijken.
De luitenant, weinig gefortuneerd, al
vroeg aan de strenge regels van hel college
onderworpen, daarna aan de nog hardere
j discipline eener militaire school omringd
door kameradem, die een bestaan leiden
volmaakt gelijk aan liet zijne, heeft, slechts
in zich zelf en voor zich zelf geleefd. Onmo
gelijk kan hij de tallooze indrukken onder
vinden, die een alzijdig ontwikkeld en ge
voelvol man als de hertog veroorloven het
lief cn leed der meest verschillende men-
schen te hegrijpen in te deelen. De neef be
merkt en beredeneert slechts, wat hem per-
sonlijk raakt. Soms ziet hij voor zich zelf
vooruit., zelden voor anderen.
Zoo heeft de toespeling op het diner te
Saint-Jauves, dat den hertog in hooge mate
vehmtrust om hetgeen Ninette er aan
vreugde of teleurstelling kan ondervinden,
zelfs niet de aandacht van den jongen of
ficier getrokkenomdat hij er niet bij
zal wezen! Zich opsluitend iu het verdriet,
dat de groeiende gemeenzaamheid tusschen
den hertog in de zangeres hem baart;
vraagt hij zich niet af wat zij, die hij be
mint, daar zal vinden. De gedachte komt
niet in hern op een verklaring uil te lokken,
hetzij van Philippe, hetzij van juffrouw
d'Aiby.
Hoewel hef Fahien niet aan geestkracht
en vastberadenheid ontbreekt, is hij te
zeer gewend orders af te wachten, slechts
op bevel te handelen, en dus neemt hij eerSt
in de uiterste noodzakelijkheid het, initiatief.
Sedert zijn prille jeugd is hij van ooms
meerderheid doordrongen. Philippe is hem
als een chef, dien men desnoods niet. hoeft
te beminnen, maar niet mag weerstreven.
Leeftijd, positie, dankbaarheid-voor het
verlcdene, hoop voor de toekomst, alles ver
biedt. hem in dit avontuur strijd 0f mede
dinging.
Aldus verlamd besluit de jonkman zich
afzijdig te houden, tegenover den hertog
door een onverschillig zwijgen wat zeer
gemakkelijk is tegenover Ninette door een
minachting, die hem onbeschrijflijk zwaar
valt.
Terwijl de neef deze gedragslijn vaststelt
zonder zich hef. diner te Saint-Jauves ook
maar te herinneren, voelt Philippe, nadat hij
de diva verlaten heeft, zijn onrust er over
toenemen. In dit kunstenaarsgala vermoedt
hij een gevaar, waarvan hij den aard niet
kan gissen. Hij keert naar het casino terug,
Iaat den een praten, ondervraagt een ander
en zet met al de behendigheid van een di
plomaat het onderzoek voort.
Eerst ontvangt hij maar vage aanwij
zingen. Doch.daar bespeurt, hij van
Dosch! Zoodra de impressario 'den hertog
bemerkt, toont hij veel haast en tracht tus
schen twee groepen weg te sluipen, Var
ville snijdt hem echter den pas af en plaatst
zich vlak vóór hein. Er is geen mogelijkheid
de ontmoeting Ie vermijden Dus zegt
de
„BERLINCfSKE TIDENDE".
„Hoe oud is uw zoon?"
„Vijf jaar".
„Zoo, dua weet ik wel wat ie later wordt:, öf een oplichter, een reus!'
pseudo-Hollander met zijn liefsten glimlach.
Gaat, het, goed, mijnheer de hertog?
Dat gaat wel. Blij u eens te ontmoeten,
mijnheer van Dosch. U begrijpt, dat ik de
vijftien louis van mijn avant-scène niet
betreur, ,'t was hónderd maal meer waard.
Niettemin, ik zou op mijn beurt u we! een
verzoek willen doen.
De neus van den directeur wordt lan
ger, zijn blik staart in de verte. Philippe
gaat voort.
Het sclujnt, dat u morgen den vertol
kers van Trilby te Saint-Jauves een gala
diner aanbiedt.
Een plan, mijnheer de hertog, een zeer
vaag plan. Een datum is nog niet. bepaald.
Ik weet zelfs niet eens, of het. te.Saint-
Jauves, dan welelders zal plaats heb-
l>-n.
De verlegenheid van den man, zijn sta
melen, doen Philippe's wantrouwen nog
toenemen. Hij zal er korte metten mee ma
ken.
M01 gen of later, te Saint-Jauves of
elders, doe mij het genoegen mij tot dat
diner uit te' noodigen. Ik zal mij gelukkig
rekenen mijn glas champagne te mogen
opheffen en ledigen.Trilby ter eere
Van Dosch kan met meer glimlachen,
zijn gelaat wordt vaal; Hij put zich uit in
beleefde buiginkjes en herneemt zijn ge
hakkel:
Gevleid.... zeer gevleid, mijnheer de
hertogmaar onmogelijkIndien ik
zulk een groot man als u noodigde, zouden
al onze abonnees willen komen, ik zou
overstelpt worden... Andere reden: 't is
hoogst intiem. Ik heb den artisten be
loofd, dat, het een streng onderonsje zal
zijn, dat niemand toegelaten wordt, die niet
tot het tooneel behoort.
Dus u weigert het mij?
Het u weigeren, mijnheer de hertog,
nooitTrouwens, ik heb niets om u te
weigeren. En u onder mijn troep mengen.
daar is toch waarlijk uw plaats nieten
nog eens; niets is zoo onzeker als dit di
ner ik heb te veel te doen.het zal
nog wel een veertien dagen uitgesteld
worden. Daarom, luister eens: om u een
bewijs van mijn goeden wil te geven noo
dig ik 11 uit, bij mij aan huis te komen
dejeuneeren,met juffrouw d'Aiby.... la
ten we zeggen Donderdag a.s. dus lang
vóór het, galadiner van Trilby: Vindt u
dat goed? En zeg nu eens. of dat niet, heel
aardig van mij is!
Do hertog acht zich voldoende ^gelicht
en antwoordt koeltjes:
Donderdag ben ik bezet. Het spijt me
wel, mijnheer van Dosch.
En hem den rug toekeerciid laat hij den
impressario verrast en beteuterrd staan.
't Is niet anders, denkt deze, ik heb
hem gestoof.en, hij is hoos. Lastig is het,
maar ik kon hem toch niet....
- Die vent liegt, oordeelt Philippe, 'tis
duidelijk: dat diner zal morgenavond aan
geboden worden, maar hij wil niet, dat ik
het, zal bijwonen. Dat, geeft mij juist groo-
ten lust er heen te gaan.
Mot die gedachte komt hij in het café.
waar twee verslaggevers de krant lezen.
Varville kcrit hen van aanzien, cn dit is
hem vandaag voldoende om hen uit te noo
digen de thee met hem te gebruiken. Door
deze voorkomendheid ten zeerste vereerd,
achten de jongelui zich verplicht, deze gunst
te beantwoorden door den hertog op de
hoogte te lirengon met al de kleine gebeur
tenissen der hadplaats. Behendig moedigt
hij hun onbescheidenheid aan en weet het
gesprek op het befaamde diner te brengen.
Behoort, u ook tot de genoodigden?
vraagt hij belangstellend.
Ja, antwoordt een hunner. Dat is te
zeggen.... ik was eerst uitgenoodigd, maar
daareven brengt de groom van den schouw
burg een teleurstellend briefje, door van
Dosch onderteekend: Waarde vriend, ik ver-*
wacht u vanavond bij mij aan huis, maar
kom morgen niette Saint-Jauves: wij zou
den er ^met ons dertiener zijn Juffrouw
d Alby is' zeer bijgeloovig, z.ij x u er een ziek
te van oploopen, een gril van een mooi
meisje. Laat. het een geheim tusschen ons
blijven. Maar, daar ik voor u geen gehei
men iieohef te hebben, mijnheer de hertog?
IK evenmin, zegt de andere reporter
terstond, daar hij z.iet dat het gevalletje
Varville schijnt te vermaken Daarom zal
'k deens laten hooren, met welke weerga
loze ongedwonghcid dit heerschap mij uit
genoodigd en weer afgezegd heeft. Ik reken
op u, mijn jongen, maar als u mij een plei-
ziu wilt, doen, kom dan niet. Begrepen?
Zwijg er over en wees bescheiden. Dat uils
kuiken moet een harden Pruissischcn kop
hebben om te kunnen onderstellen, dat wij
ovci zijn malligheden zullen zwijgen.
Wanneer de fabricatie, of de
voorraad uwer artikelen,den
omzet, den verkoop over
treffen, geeft aan een serie
dan eem de kans U te
helpen, den aftrek uwer
producten te vergrooten.
Philippe moet er hartelijk om lachen ei
vraagt dan:
Wat, kan ér achter schuilenachtei
die uitnoodiging om niet te komen?
Heel eenvoudig, oppert de eerste re-
porton. Het, diner is tegen zooveel per hoofd
Elke afwezige is dus een hesparing.
Ik geloof veeleer, meent de tweede» da!
van Dosch hij dit quasi Oosterscbe feesi
veel sultanes weiisclit rondem éérf paeha
Denkt, u dat ook niet, mij-nbeerde hertog?
Wie kan raden, wat er omgaat in het
hoofd van zoo'n man?
I hilippe ziet Lina Spring voorbij gaan
een elegante dame, nog zeer jong en vrij
hef. Haastig rekent hij of, diukt beiden
mannen de hand en voegt zich luj de zange
res. Uiterst hoffelijk stelt bij zich zelf voor
cn begint zonder eenige inleiding haar t,a
eomplimenteeren over twee ol' drie rollen, dia
hij nauwelijks gehoord heeft. Spring bloost
van genoegen en doet haar best, zeer lief te
wezen.
Wij zullen ons morgen vervelen, merkt
de hertog achteloos op. De schouwburg ge
sloten, geen muziek en nlie mooie dames
van Neuchatel naar Saint-Jauves. U gaaf
er toch ook heen?
Dat is niet, zekerik weet het. nog
niét. Waarom vraagt u mij dat?
Ik zou van deze stilstand in de voor
stellingen willen profitoeren om bij mij aan
huis een muziekavondje te organiseerou.
heel vertrouwelijk.
En juffrouw d'Aiby zou daarbij ont
breken? merkte de zangeres op en lacht
daarbij ondeugend, maar ook ietwat spijtig.
Ik hel) over mijn gezellig avondje
niet met juffrouw d'Aiby gesproken: op
dat klassieke, ernstige genre zijn mijn vrien
den niet, gesteld. Ik zou lieer vroo'ujke rnu--
ziek hebben, desnoods iets lm frtigs.
En voor die luchtigheidjes hebt u non
mij gedacht? 't Is zeer vleiend! Dank u wel.
Lina zet een pruilend gezicht, doch dit is
enkel coquettcrie; haar oogen spreken een
heel andere taat.
Hoe jammer, dat; u mar Saint-Jauves
gaat, zucht Varville.
Zou het u werkelijk genoegen doen,
als ik iets hij u kwam zingen?
Ja, een onuitsprekelijk genoegen!
Welnu, luister eens: misschien kan dat
geschikt woi den. 11; hecht nog te minder
aan die feestelijkheid, wijl ik bij de rolver-
keeling van Trilby zelfs als plaatsvervang
ster vergeten hen. Ik kan dus heel goed van
dat gain wegblijven en op uw avondje ko
men.
O, ik dank u wel. Dat zou heel lief
van u zijn. Toch durf ik het bijna niet
aannemen. Als u morgen van Dosch met
zijn diner laat zitten, zal Dij u dat hoogst
kwalijk nemen.
Bah! Dat zal zoon vaart niet. loepen,
beweert de zangeres en glimlacht daarbij
geheimzinnig.
Dat zegt u maar uit bescheidenheid, of
om mij van dienst te zijn. Ik ben er van
overtuigd, dat uw directeur u deze afwe
zigheid niet, zal vergeven.
Weer toont Lina's gelaat dezelfde ge
heimzinnigheid.
Ik verzeker u, dat hij het, mij niet
euvel zal duiden.integendeel!
Ofschoon dit antwoord de achterdocht
van Philippe ten volle rechtvaardigt, laat
hij er niets van blijken en blijft onbewoken.
Dus, als ik geen misbruik maal;
Misbruik? ol strekt, niet.-Vóór u mij
over deze muziekale bijeenkomst sprak,
zocht ik leeds naar een voorwensel ora
niet naar Saint-Jauves te gaan, en, ik her
haal het: van Dosch zal cr niet. boos om
zijn. Ik ben reeds bij voorban l verontschul
digd.
Daar Lina de reine, vetronwelijke en reeds
diepe genegenheid van den hertog voor do
nieuwe zangeres niet, ken!, heeft zij haar
dubbelzinnige verstandhouding met den im
pressario laten doorschemeren, eerst uit
lichtzinnigheid, later om haar gevierde ka
meraad een weinig in opspraak te brengen.
Bovendien, hoe kon zij de uitnoodiging van
den hertog afwijzen en zich dnnrdonr het ge-
noegen ontzeggen bij Ninette spijl en
wie weet jaloezie op ie wekken?
Philippe maakt een eind aan het onder
houd:
Dat is dus afgesproken. Wij verwach
ten u morgenavond tegen regen uur op de
villa des Glycines.
Na het. afscheid strijkt Varville zijn kne
vel uitdagend op cn neemt een avontuur
lijk besluit:
Naar dat befaamde diner, waarop al
len genoodigd zijn, en niemand zal verschij
nen, ga ik, de eenige, die niet genoodigd
bon.
(Wordt vervolgd), j