w is zal de erfgenaam derde blad wezen 'V*y De helpende hand WOENSDAG 7 NOVEMBER 1928 M 1 I f! 4 PAGINA 2 doelmatige advertentiën i VII. DL DL C.ENOODIGDEN VAN v. DOSCH. Verscheidene dagen later zit de hertog op het terras van het 'casino met, Fahien tc keuvelen. In het bereik hunner stem wiegelt mevrouw BboHu& Mamver zich in een rocking-chair, druk in gesprek met vrienden en journalisten. Vlug <-.» lévendig jong en bevallig komt Nineife uit een ga- jc>r;j. die naar den schouwburg leidt. Een taf luister van bewondering brengt Alice in j tein opstand. i l>» 1 Jeine d'Aiby! zegj, ze spottend, e h«er?n echter staan op en nemen 'Afca 'd1 oaxjac-hend buigt de zange rs ca p!.ht r.-vrulicht als een zwaluw, ee», .ijo.K i.,;, i<nif fejs zonneschijn achter zich latend. i hilippe en Fahien hebben het" meisje bemerkt; beiden staan te gelijk op om haar tegemoet te gaan. Maar zonder op de be weging van zijn neef acht te geven, gaat de hertog den jongen man vrijmoedig voor. Hrj kust de hand der zangeres en spreekt tot haar met een opgewektheid, die zijn bleek gelaat verjeudigt. Teleurgesteld, ontevreden over den haast van zijn oom blijft Fahien staan, groet van verre en vermijdt den verwonderden blik der diva. Verlegen met zijn houding be geeft de officier zich naar zijn nicht, die hem met. niet zeer welwillende nieuwsgie righeid begluurt. Iloe gaat het, vriendinnetje, vraagt Philippe aan Ninette. Heel goed. Gisterenavond heb ik Tril by voor de derde maal gezongen en met denzelfden uitslag. Na het laatste bedrijf werd ik herhalde malen teruggeroepen meer dan men hier gewoon is, voegt ze er zachtjes bij: „Van Dosch is zeer bescheiden en voorkomend. Hij heeft geen veet meer in mijn kamer gezet, Vertrouw er maar met te veel op. Het schijnt, dat zijn onvergeeflijk op treden tegenover mij toch niet met voor bedachten rade geschiedde. Morgenavond vieren wij de victorie van Trilby te Saint- lauves. Van Dosch biedt den vertolkers van let stuk een groot diner aan, waartoe al en zijn uitgenoodigd, die tot het welslagen meegewerkt hebben. Wij rullen dus vrij talrijk zijn. Bérucy, de componist nog wel, zal niet van de partij wezen, zegt Varville. Naar de krant meldt, is hij hedenmorgen naar Parijs teruggekeerd- Ja, de meester kwam mij gisteren na het eerste bedrijf vaarwel zeggen. Ilij dank te mij zoo hartelijk, dat ik er verlegen ón der werd. Waarom heeft van Dosch dat, diner niet gegeven vóór het vertrek van den componist? Dat is niet geschikt kunen worden, om welke redeii is mij niet bekend. Ik ga naar Saint-Jauves en terug met Lina Spring in haar auto. Is dat een goede gezellin? O ja, ik denk van wel. Zij is zeer lief voor mij, ofschoonsoms een beetje ja- loersch; maar dat zal wel overgaan. Saint- Jauves moet een verrukkelijke streek zijn. Mag ik vragen, of de jonge man, met wien u daareven spraakt, werkelijk uw neef is? Zeker, dat is mijn neef. Wilt u mij veroorloven hem aan u voor te stellen? De officier is er heel niet op gesteld al dus onder de hoede van zijn oom te staan; hij keert zich om en doet, als sprak hij heel vertrouwelijk met mevrouw Bbolfus Mau- wcr. Daardoor ietwat gegriefd antwoordt Ni- nette spottend: O neen, stoor hem niet. Hij heeft zich zelf reeds aan mij voorgesteld. Dat was bij gelegenheid van een wandeling langs de Sioule, waar hij dit tusschen twee haak jes mij aan den rand van een steile rots juist hij tijds do hand reikte. Het hi eis je vertelt dit in alien eenvoud, omdat zij niets voor dezen ma-u wil ver bergen, wiens grootc oprechtheid zij kent. Evenwel, zij bedenkt, dat zij F a bi en verzocht, heeft er over te zwijgen, en het tooneel van ie redding dus een geheim tuschen hen bei- ien is; daarom vermeldt, zij geen enkele bij zonderheid. De hertog koestert niet de minste échter- iochl bij een bekentenis, die hij zelf uitge lokt heeft- Hij is te gelukkig de zangeres te tien en te hooren, want zij gaat niet uit zijn jedacliten De diva, zoo lang alleen en zonder raad- fever krijgt naast Varville een gevoel van ;roote veiligheid. Zij van haar kant is ge- ukkig in haar zwakte en onzekerheid onder ie leiding van zulk een krachtige persoon- ajkheïd zich beschermd te weten, met open lart te mogen spreken. Trouwens, welke rouw zou op zulk een vriendschap niet rotsch wezen! Gemeenzaam pratend en lachend dalen e 1,,-rtog »n de zangeres onwillekeurig de reden af en wandelen naast elkander door 'e lanen van het park. Zij «rhijnen weinig p hun omgeving te letten en zich nog min- -iti Ju klimmeren om de oogen, die hen be spieden. Uw oom is allerliefst.; zegt. Alice hoo- nend, terwijl de stijve, gedwongen houding v .in den luitenant haar opvalt. Nooit heb ik onzen mooien Varville zóó gezien. Hij lijkt er wel jonger op te worden... Men zou hem nauwelijks zestig jaar geven. Maar de hertog is nog geen zestig jaar, werpt Fahien tegen, want het gebazel van zijn nicht noopt hem rechtvaardig te zijn ondanks de verbittering, die het samen w andeion van die twee daar ginds in hem opwekt. Geen zestig jaar? Weet u dat wel ze ker, Fahien? En daar de jonkman draalt haar uitleg of bewijzen te geven, die zij vols'trekt niet noodig heeft, voorkomt zij zijn antwocd: Wel beschouwd laat hot imj volko men koud.—»A!s dat hot toonoclspeelsmrtjo niet afschrikt-U moet mijn verwonde ring wel naief vindon, maar ik wist niet, dat zij elkander zoo goed, kenden. Ja, dat wist u r.:eti zegt de jonkman kregel; en toch, ofschoon h;j zeer g.ied be grijpt, dm de valsche Alice met zijn ijver zucht speelt ia hij cr okd. nrndor j,i- loersch en ontevreden om. Keef. ne hurtog u niet gezegd, dat hij. de berde vriend van André d'Aiby gewenst is? O ja, de vriendschap met d»n veder dateert van lang geleder., iraar de vriend schap voor de dochter begint c»rst, nis ik de praatjes in de restauratiezaal gcloovcn mag, op den avond van de gc-nerale lepetdie. Lina Spring heeft me verteld Ik meende, dat u met geert tooneel- speelsters omgang hield? O, Lina Spring is geen vriendin, ik ontvang haar niet hij mij aan huis, versta dat goed. Maar, terwijl ik op de massage of de douche wacht, kan ik toch niet nala ten eenige woorden te wiselen. Lina Spring heeft heel wat meer ervaring dan die klei ne d'Aiby. Als men haar de rol van Jean- nie toevertrouwd had, zou zij er een onver getelijke creatie van gemaakt hebben, nu zal het stuk voor goed op het repertoire sluimeren. Deze debutante loopt het nog eens mee.Nu, al het nieuwe is mooi En uw oom, wiens overdrijving in alles met do jaren toeneemt, is eenvoudig verzot op haar. De badgasten hebben er schik in, zij lachen er om en vermaken 'zich te zijnen koste. Toch zeker niet in het bijzijn van mijn oom! zegt, de olficier op kouden, scherpen toon, of in mijn tegenwoordigheid. De lachers zouden niet het laa'st lachen. Met u kan men nooit, eens gekscheren, u wordt terstond boos. Wanneer u in deze nietigheden geen belang stelt, waarom on dervraagt u mij dan? En hoewel do jonkman een knorrig, veel- beteekend stilzwijgen bewaart, gaat de bankiersvrouw onverstoorbaar als een klapekster voort: Lina Spring, heeft, mij verteld, dat de portier van den schouwburg in don avond van de generajp repetitie den auto van Philippe vóór den ingang der artisten zag ophouden. Baad eens, wie in de limousine van den hertog steeg? Die kleine Ninette dAlby! De hertog was daar natuurlijk niet bij! Die moest de diva afwachten ten ha rent of.bij hem aan huis. Wat weet u daarvan? Wat iedereen er van weet. Niet meer of minder. Den volgenden morgen schelde uw dierbare oom aan het hek der Norman- dische villa, en sedert, dien koopt hij alle suikerbakkers en bloemisten leeg. Dat werkt precies als eeen trust, 't is den ove rigen muziekliefhebbers, vurigen toehoor ders bij het gemiaauw van dat jonge katje, onmogelijk zich rozen of bonbons te ver schaffen Van Dosch, woedend daarover, heeft besloten revanche 'te nemen. Bij ge brek aan een bloemist heeft hij zijn toe vlucht tot don juwelier genomen. Morgen avond biedt hij te Saint-Jauves het afgodje van den dag een galadiner aan. Bij het des- seit plechtige aanbieding van een gedachie- nis halssnoer onder een salvo van knallende champagncflesschen. Onze waarde hertog. die niet van de partij is, kan wachten en nog eens wachten .- en u t)0k! Niet de minste uitdrukking van toorn of smart vertoont zich op het kalme, strakke gelaat van den welgemaakten soldaat, maar zijn blik wordt harder, zijn houding stijver. Uiterlijk onverschillig luistert hij gretig naar al deze kwaadsprekerij, die als venijn hem druppel bij druppel op het hart valt en het gevoelig kwetst. Als de tong van mevrouw Bbolfus Mnu- wer eenmaal los geraakt is, kwebbelt zij mder ophouden door. Fabton wil het "niet langer annhooren, het veroorzaakt hem te veel pijn. Zonder afscheid te nemen verwijdert hij zich driftig, doch met zulk een vasten, flin- ken tred, dat niemand, zelfs de kwaadwil lige Alice :iiet, kan raden, hoe zeer hij in het -diepst zijns harten gewond is. Vóór rr:ij geboren, zon redeneert Fa- bi&n in zich zelf, ,.in het. leven overal en mij vóór, kan :1e hertog mij ten allen tijde O'cl, naai.:, totoaia ontn-une wettig en sender dat k n.--t recht h°b er ovsr te klagen, iwi-.L-r dot het .-rij zt-I.'ts geoorloofd 'ou zijn hem minder te ach teaen daar bij reu r.u nog de helde komen... de liefde onder o»„r jeugdigs!en, rr.eest vsrleidelfl- keti vorm? Weer doemt hot tooneritje van geest op, en al. -s dis h-n-tering thans vermengd mat btr.erhc.'id en jaloezie, toch vervult ze hem weer geheel en al. Terwijl PhiV.ppi niet aar. zirii zrif deukt en zicli, met wijd geopende oorea luiste- reno, alleen verontrust o«er alles, wat het beminde meisje kan doen lijden, onthoudt Fab cn ^r.'n al de nieuwtjes hem door Alice aangebracht, slechts do-gene, wat hem zelf pijnigt. Opgaande in h-tgecn hij denkt en gevoelt, rteit hij zich niet voor, wat N.nette kon denken en gevoelen. Dat komt, door dien do beide VarvilLos, reeds zoo ver schillend door natuur, opvoeding cn leef wijze, Steeds meer van elkander afwijken. De luitenant, weinig gefortuneerd, al vroeg aan de strenge regels van hel college onderworpen, daarna aan de nog hardere j discipline eener militaire school omringd door kameradem, die een bestaan leiden volmaakt gelijk aan liet zijne, heeft, slechts in zich zelf en voor zich zelf geleefd. Onmo gelijk kan hij de tallooze indrukken onder vinden, die een alzijdig ontwikkeld en ge voelvol man als de hertog veroorloven het lief cn leed der meest verschillende men- schen te hegrijpen in te deelen. De neef be merkt en beredeneert slechts, wat hem per- sonlijk raakt. Soms ziet hij voor zich zelf vooruit., zelden voor anderen. Zoo heeft de toespeling op het diner te Saint-Jauves, dat den hertog in hooge mate vehmtrust om hetgeen Ninette er aan vreugde of teleurstelling kan ondervinden, zelfs niet de aandacht van den jongen of ficier getrokkenomdat hij er niet bij zal wezen! Zich opsluitend iu het verdriet, dat de groeiende gemeenzaamheid tusschen den hertog in de zangeres hem baart; vraagt hij zich niet af wat zij, die hij be mint, daar zal vinden. De gedachte komt niet in hern op een verklaring uil te lokken, hetzij van Philippe, hetzij van juffrouw d'Aiby. Hoewel hef Fahien niet aan geestkracht en vastberadenheid ontbreekt, is hij te zeer gewend orders af te wachten, slechts op bevel te handelen, en dus neemt hij eerSt in de uiterste noodzakelijkheid het, initiatief. Sedert zijn prille jeugd is hij van ooms meerderheid doordrongen. Philippe is hem als een chef, dien men desnoods niet. hoeft te beminnen, maar niet mag weerstreven. Leeftijd, positie, dankbaarheid-voor het verlcdene, hoop voor de toekomst, alles ver biedt. hem in dit avontuur strijd 0f mede dinging. Aldus verlamd besluit de jonkman zich afzijdig te houden, tegenover den hertog door een onverschillig zwijgen wat zeer gemakkelijk is tegenover Ninette door een minachting, die hem onbeschrijflijk zwaar valt. Terwijl de neef deze gedragslijn vaststelt zonder zich hef. diner te Saint-Jauves ook maar te herinneren, voelt Philippe, nadat hij de diva verlaten heeft, zijn onrust er over toenemen. In dit kunstenaarsgala vermoedt hij een gevaar, waarvan hij den aard niet kan gissen. Hij keert naar het casino terug, Iaat den een praten, ondervraagt een ander en zet met al de behendigheid van een di plomaat het onderzoek voort. Eerst ontvangt hij maar vage aanwij zingen. Doch.daar bespeurt, hij van Dosch! Zoodra de impressario 'den hertog bemerkt, toont hij veel haast en tracht tus schen twee groepen weg te sluipen, Var ville snijdt hem echter den pas af en plaatst zich vlak vóór hein. Er is geen mogelijkheid de ontmoeting Ie vermijden Dus zegt de „BERLINCfSKE TIDENDE". „Hoe oud is uw zoon?" „Vijf jaar". „Zoo, dua weet ik wel wat ie later wordt:, öf een oplichter, een reus!' pseudo-Hollander met zijn liefsten glimlach. Gaat, het, goed, mijnheer de hertog? Dat gaat wel. Blij u eens te ontmoeten, mijnheer van Dosch. U begrijpt, dat ik de vijftien louis van mijn avant-scène niet betreur, ,'t was hónderd maal meer waard. Niettemin, ik zou op mijn beurt u we! een verzoek willen doen. De neus van den directeur wordt lan ger, zijn blik staart in de verte. Philippe gaat voort. Het sclujnt, dat u morgen den vertol kers van Trilby te Saint-Jauves een gala diner aanbiedt. Een plan, mijnheer de hertog, een zeer vaag plan. Een datum is nog niet. bepaald. Ik weet zelfs niet eens, of het. te.Saint- Jauves, dan welelders zal plaats heb- l>-n. De verlegenheid van den man, zijn sta melen, doen Philippe's wantrouwen nog toenemen. Hij zal er korte metten mee ma ken. M01 gen of later, te Saint-Jauves of elders, doe mij het genoegen mij tot dat diner uit te' noodigen. Ik zal mij gelukkig rekenen mijn glas champagne te mogen opheffen en ledigen.Trilby ter eere Van Dosch kan met meer glimlachen, zijn gelaat wordt vaal; Hij put zich uit in beleefde buiginkjes en herneemt zijn ge hakkel: Gevleid.... zeer gevleid, mijnheer de hertogmaar onmogelijkIndien ik zulk een groot man als u noodigde, zouden al onze abonnees willen komen, ik zou overstelpt worden... Andere reden: 't is hoogst intiem. Ik heb den artisten be loofd, dat, het een streng onderonsje zal zijn, dat niemand toegelaten wordt, die niet tot het tooneel behoort. Dus u weigert het mij? Het u weigeren, mijnheer de hertog, nooitTrouwens, ik heb niets om u te weigeren. En u onder mijn troep mengen. daar is toch waarlijk uw plaats nieten nog eens; niets is zoo onzeker als dit di ner ik heb te veel te doen.het zal nog wel een veertien dagen uitgesteld worden. Daarom, luister eens: om u een bewijs van mijn goeden wil te geven noo dig ik 11 uit, bij mij aan huis te komen dejeuneeren,met juffrouw d'Aiby.... la ten we zeggen Donderdag a.s. dus lang vóór het, galadiner van Trilby: Vindt u dat goed? En zeg nu eens. of dat niet, heel aardig van mij is! Do hertog acht zich voldoende ^gelicht en antwoordt koeltjes: Donderdag ben ik bezet. Het spijt me wel, mijnheer van Dosch. En hem den rug toekeerciid laat hij den impressario verrast en beteuterrd staan. 't Is niet anders, denkt deze, ik heb hem gestoof.en, hij is hoos. Lastig is het, maar ik kon hem toch niet.... - Die vent liegt, oordeelt Philippe, 'tis duidelijk: dat diner zal morgenavond aan geboden worden, maar hij wil niet, dat ik het, zal bijwonen. Dat, geeft mij juist groo- ten lust er heen te gaan. Mot die gedachte komt hij in het café. waar twee verslaggevers de krant lezen. Varville kcrit hen van aanzien, cn dit is hem vandaag voldoende om hen uit te noo digen de thee met hem te gebruiken. Door deze voorkomendheid ten zeerste vereerd, achten de jongelui zich verplicht, deze gunst te beantwoorden door den hertog op de hoogte te lirengon met al de kleine gebeur tenissen der hadplaats. Behendig moedigt hij hun onbescheidenheid aan en weet het gesprek op het befaamde diner te brengen. Behoort, u ook tot de genoodigden? vraagt hij belangstellend. Ja, antwoordt een hunner. Dat is te zeggen.... ik was eerst uitgenoodigd, maar daareven brengt de groom van den schouw burg een teleurstellend briefje, door van Dosch onderteekend: Waarde vriend, ik ver-* wacht u vanavond bij mij aan huis, maar kom morgen niette Saint-Jauves: wij zou den er ^met ons dertiener zijn Juffrouw d Alby is' zeer bijgeloovig, z.ij x u er een ziek te van oploopen, een gril van een mooi meisje. Laat. het een geheim tusschen ons blijven. Maar, daar ik voor u geen gehei men iieohef te hebben, mijnheer de hertog? IK evenmin, zegt de andere reporter terstond, daar hij z.iet dat het gevalletje Varville schijnt te vermaken Daarom zal 'k deens laten hooren, met welke weerga loze ongedwonghcid dit heerschap mij uit genoodigd en weer afgezegd heeft. Ik reken op u, mijn jongen, maar als u mij een plei- ziu wilt, doen, kom dan niet. Begrepen? Zwijg er over en wees bescheiden. Dat uils kuiken moet een harden Pruissischcn kop hebben om te kunnen onderstellen, dat wij ovci zijn malligheden zullen zwijgen. Wanneer de fabricatie, of de voorraad uwer artikelen,den omzet, den verkoop over treffen, geeft aan een serie dan eem de kans U te helpen, den aftrek uwer producten te vergrooten. Philippe moet er hartelijk om lachen ei vraagt dan: Wat, kan ér achter schuilenachtei die uitnoodiging om niet te komen? Heel eenvoudig, oppert de eerste re- porton. Het, diner is tegen zooveel per hoofd Elke afwezige is dus een hesparing. Ik geloof veeleer, meent de tweede» da! van Dosch hij dit quasi Oosterscbe feesi veel sultanes weiisclit rondem éérf paeha Denkt, u dat ook niet, mij-nbeerde hertog? Wie kan raden, wat er omgaat in het hoofd van zoo'n man? I hilippe ziet Lina Spring voorbij gaan een elegante dame, nog zeer jong en vrij hef. Haastig rekent hij of, diukt beiden mannen de hand en voegt zich luj de zange res. Uiterst hoffelijk stelt bij zich zelf voor cn begint zonder eenige inleiding haar t,a eomplimenteeren over twee ol' drie rollen, dia hij nauwelijks gehoord heeft. Spring bloost van genoegen en doet haar best, zeer lief te wezen. Wij zullen ons morgen vervelen, merkt de hertog achteloos op. De schouwburg ge sloten, geen muziek en nlie mooie dames van Neuchatel naar Saint-Jauves. U gaaf er toch ook heen? Dat is niet, zekerik weet het. nog niét. Waarom vraagt u mij dat? Ik zou van deze stilstand in de voor stellingen willen profitoeren om bij mij aan huis een muziekavondje te organiseerou. heel vertrouwelijk. En juffrouw d'Aiby zou daarbij ont breken? merkte de zangeres op en lacht daarbij ondeugend, maar ook ietwat spijtig. Ik hel) over mijn gezellig avondje niet met juffrouw d'Aiby gesproken: op dat klassieke, ernstige genre zijn mijn vrien den niet, gesteld. Ik zou lieer vroo'ujke rnu-- ziek hebben, desnoods iets lm frtigs. En voor die luchtigheidjes hebt u non mij gedacht? 't Is zeer vleiend! Dank u wel. Lina zet een pruilend gezicht, doch dit is enkel coquettcrie; haar oogen spreken een heel andere taat. Hoe jammer, dat; u mar Saint-Jauves gaat, zucht Varville. Zou het u werkelijk genoegen doen, als ik iets hij u kwam zingen? Ja, een onuitsprekelijk genoegen! Welnu, luister eens: misschien kan dat geschikt woi den. 11; hecht nog te minder aan die feestelijkheid, wijl ik bij de rolver- keeling van Trilby zelfs als plaatsvervang ster vergeten hen. Ik kan dus heel goed van dat gain wegblijven en op uw avondje ko men. O, ik dank u wel. Dat zou heel lief van u zijn. Toch durf ik het bijna niet aannemen. Als u morgen van Dosch met zijn diner laat zitten, zal Dij u dat hoogst kwalijk nemen. Bah! Dat zal zoon vaart niet. loepen, beweert de zangeres en glimlacht daarbij geheimzinnig. Dat zegt u maar uit bescheidenheid, of om mij van dienst te zijn. Ik ben er van overtuigd, dat uw directeur u deze afwe zigheid niet, zal vergeven. Weer toont Lina's gelaat dezelfde ge heimzinnigheid. Ik verzeker u, dat hij het, mij niet euvel zal duiden.integendeel! Ofschoon dit antwoord de achterdocht van Philippe ten volle rechtvaardigt, laat hij er niets van blijken en blijft onbewoken. Dus, als ik geen misbruik maal; Misbruik? ol strekt, niet.-Vóór u mij over deze muziekale bijeenkomst sprak, zocht ik leeds naar een voorwensel ora niet naar Saint-Jauves te gaan, en, ik her haal het: van Dosch zal cr niet. boos om zijn. Ik ben reeds bij voorban l verontschul digd. Daar Lina de reine, vetronwelijke en reeds diepe genegenheid van den hertog voor do nieuwe zangeres niet, ken!, heeft zij haar dubbelzinnige verstandhouding met den im pressario laten doorschemeren, eerst uit lichtzinnigheid, later om haar gevierde ka meraad een weinig in opspraak te brengen. Bovendien, hoe kon zij de uitnoodiging van den hertog afwijzen en zich dnnrdonr het ge- noegen ontzeggen bij Ninette spijl en wie weet jaloezie op ie wekken? Philippe maakt een eind aan het onder houd: Dat is dus afgesproken. Wij verwach ten u morgenavond tegen regen uur op de villa des Glycines. Na het. afscheid strijkt Varville zijn kne vel uitdagend op cn neemt een avontuur lijk besluit: Naar dat befaamde diner, waarop al len genoodigd zijn, en niemand zal verschij nen, ga ik, de eenige, die niet genoodigd bon. (Wordt vervolgd), j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10