Kabouters
V
zijn:
Mengelwerk
Onder eed
i
De 9,Gods vrede"
van 1028
4
tot—
-U- - Tl
Zij reden met 'n flinke vaart, omdat
Jenny om tien uur thuis moest zijn. De
breede, spiegelgladde baan liet ook gemak
kelijk een snelheid van 70 K.M. toe. Karei
zette zijn kraag op, knoopte zijn jas dicht,
en legde een reisdeken over beiider knieën;
het was koud in een open wagen.
Zit je zoo goed, Jenny? Wacht ik zal
je eens beter instoppen. En zonder vaart
■te minderen, reed Karei, met één hand
aan 't stuur, verder.
Een auto kwam hen achterop, passeerde
en liet een bundel roode stralen achter.
Doch al heel gauw vertoonde zich in dui
delijke letters boven het achterlicht het
woord: stop. Karei was het chauffeeren
zoo gewoon, alle bewegingen deel hij zoo
werktuigelijk, dat Jenny geen gevaar ver
moedde. Nog zag zij in het schijnsel van
hun lampen, dat de chauffeur zijn hand
uitstak, om te waarschuwen, dat hij halt
ging houden. Dan, plotseling, angstgeschrei,
gekraak van remmen, gerinkel van glas
scherven. een aanrijding Beide wagens
schoven verder, totdat een zware telefoon
paal hun vaart stuitte. Weer gegil en ge
knars.
Karei sprong de auto uit, om te Zien, wie
de eigenaar van den anderen wagen was.
Het bleek 'n zekere mijnheer Moor te zijn.
In een stortvloed van scheldwoorden deed
Karei den bestuurder verstaan, dat het
onverantwoordelijk was, zonder achterlicht
te rijden en op 'n donkeren weg te stop
pen zonder een duidelijk teeken te geven....
En toch moest Karei het roode achter
licht gezien hebben, dat wist Jenny zeker.
Het scheen zóó helder, dat zij zelfs even
vóór de aanrijding, het nummer van den
auto had kunnen lezen, als zij gewild had.
De bestuurder schold Karei een door
trapten leugenaar, een woest rijder, den
moordenaar van zijn zoon.
Jenny zag, dat een klein, mager jongetje
mefc bloedend hoofd uit de auto gedragen
werd. Zij viel in zwijm...
Toon zij weer tot. bewustzijn kwam
merkte zij, dat. iemand haar een fleschje
eau-de-eologne onder den' neus hield.
Nieuwsgierigen verdrongen zich om heide
auto's. Karei was in ernstig, druk ge
sprek met een politie-agent.
Is het kind erg gewond, dokter?
Niet ernstig; een hoofdwonde en een
gebroken been. Maar hoe voelt u zich?
Ik ben weer in orde Ik mankeer ver
der niets. Maar ik schrok bij de gedachte,
'dat het kind dood was.
Maak u daar verder geen zorg over.
De kleine is naar het ziekenhuis ver
voerd, om daar verder behandeld te wor
den.
Karei kwam met twee agenten dichterbij
Zij bekeken den wagen: alleen de motorkap
en het rechter spatbord zwaar beschadigd.
Hat viel mee. De andere auto had het er
minder goed afgebracht.
Karei stapte in, zette de motor aan en
reed weg. De twee agenten volgden op
hun motor met zijspan.
Wij zullen later zijn dan ik dacht.
Jenny, ik moet mee naar 't het commissa
riaat, van politie. Maar is niet erg, want
Ik ga vrij uit.
Je gaat toch niet beweren, dat die
wagen geen achterlicht had, Karei? Ik
kon duidelijk het nummer lezen.
Niemand weet immers, of het licht
achter brandt, als hij zelf chauffeert. Wij
waren de eenige die het konden opmerken
En ik heb 't lieusch niet gezien.
Maar ik wel, achterlicht, stoplicht,
nummerplaat, alles zag ik even duidelijk.
In 's hemels naam, Jenny, zeg toch
dat je niets gezien hebt. En dat de snel
heidsmeter vanavond niet boven de 30
wees. Als je dit niet volhoudt, wordt mijn
rijbewijs ingetrokken, moet ik waarschijn
lijk een paar weken zitten en kan boven
dien nog alle onkosten betalen.
Maar Karei, 't was immers een onge
luk. Daar staat toch geen gevangenis
straf op?
Ik vrees van wel. Natuurlijk niet,
ftls de aanrijding onvermijdelijk was, of
Bis zij plaats had door nalatigheid van
een ander. Maar als 't vaststaat, dat de
eerste wagen behoorlijk verlicht was, of
dat wij de maximum snelheid overschreden
lan wèl. En het kan lang genoeg duren
Dm mijn liGele toekomst te ruïneeren.
Acht dagen later ging Jenny te biechten.
Ik heb twee maal een leugen gezegd
im te voorkomen, dat een vriend in de
gevangenis kwam.
Stond ge onder eed?
Neen pater, ik werd slechts voor-
joopig gehoord in verband met een auto-
mgel uk.
Ge weet, dat ge nooit moogt liegen,
*nder geen voorwaarde, maar 't is een
»eel grootere zonde, ja zelfs een zware
jonde, onwaarheid te spreken als men
Vnder eed staat, 't Is een zonde tegen het
Seloof, want een eed is een daad van
Msvereering, waardoor wij verklaren, dat
fod alwetend en onfeilbaar is. Wanneer
*ij wetens en willens God tot getuige
oepen voor een leugenachtige aak, doen
Jij een doodzonde, een meineed.
Jenny bad haar penitentie, dankbaar,
mt zij haar verklaring voor den commis-
*ns niet met een eed had behoeven te
even.
Drie maanden waren sindsdien voorbij
gegaan. Jenny voelde zich het gelukkigste
schepsel dat er op de wereld leefde; van
avond zou hare verloving met Karei op
feestelijke wijze gevierd worden. Hij zou
den brillanten ring aan haar vinger schui
ven, ten teeken, dat zij samen binnenkort
in het huwelijk zouden treden. En hare
gedachten \erloren zich in zoete mijme
ringen over liefde en geluk. Met Karei
waren al hare wenschen vervuld. Zij
wist zich benijd door velen, die hem ken
den als vroolijk jongmensch en handig
zakenman. Wel was hij niet diep 'gods
dienstig, maai' daarin zou onder hare lei
ding wel verandering komen, als zij maar
eens getrouwd warén.
Jenny, daar is iemand voor je, kwam
haar moeder binnen.
Wie?
Bernard Gram, hij ze.i, .dat hij je
moest spreken.
Ik kom zoo, moeder.
M at mocht dat zijn? Bernard was toch
Diet uitgenoodigd? Een boodschap van
Karei misschien!
Ik bied je mijn verontschuldiging aan,
Jenny; ik begrijp dat ik op 't. oogenblik
erg ongelegen kom. 't Spijt me .te meer,
omdat ik je dit stuk rrioet overhandigen.
Wat is 't dan, Bernard?
Jenny maakte de enveloppe open en las.
Een dagvaarding, zei Gram, om Maan
dagmorgen voor de rechtbank te verschij
nen. teneinde ais getuige geihoord te
worden in de zaak van den heer Moor tegen
Karei. Hot doet me werkelijk leed, Jenny,
maar wij hebben jou noodig
Waarom? Die zaak is toch al lang in
orde. Ik ben toen direct gehoord gewor
den. Ben jij de advocaat van Karei?
Neen, ik treed op voor de tegenpartij,
't Gaat over een actie van schadevergoeding
ingesteld tegen Karei. Je zult dus moeten
getuigen vermoedelijk tegen zijn bciangen.
Nog eens, Jenny, 't spijt me, maar wij
hebben jou noodig om de waarheid te
hooren.
Ja, ik herinner me de aanrijding nog
goed met alle bijzonderheden.
Nu, je hebt niets anders te doen, dan:
de waarheid te spreken. Maar je begint
natuurlijk met-den eed af te leggen, zooais
voorgeschreven is. Ik stelde er prijs op je
de dagvaarding persoonlijk te overhahdigen
omdat ik er de gegeven verklaring aan
wilde toevoegen. Mag ik je intusseben ge
luk wenschen mot je verloving?
Dank je, Bernard. En met een hand
druk namen zij afscheid van. elkaar.
Zij zou dus onder eed gesteld worden.
Dcrt had Gram haar duidelijk te verstaan
gegeven. Zij moest dus de waarheid spre
ken: haar getuigenis zou derhalve lijn
recht in tegenspraak komen met de ver
klaring, die zij den avond van het ongeval
had afgelegd. Die gedachte kwelde haar,
vergalde de feestvreugde en verstoorde haar
innerlijke rust.
Weèt je, dat Gram als verdediger der
tegenpartij optreedt, waagde Jenny, toen
Karei haar begroette.
Bernard?
Ja, hij is vanmiddag hier geweest en
ik ben ais getuige gedagvaard.
Hemel, dat ik juist hem tegenover
me moet vinden! Nu hangt zeker alles van
jou af, Jenny. Je houdt in ieder geval
je vroegere bewering staande. Ik zal dien
mijnheer Moor leeren met z'n schadever
goeding. Hij krijgt geen cent van me, dat
verzeker ik hem. Je hebt dus niets te
onthouden dan: maximum snelheid 30
K.M. en geen achterlicht.
Maar weet je wel, dat mij de eed
wordt opgelegd?
Wat zou dat?
Dan doe ik 'n meineed en dat is
zware zonde.
Wat 'n trouweloosheid tegenover den
man met wien jo beloofd hebt te zuilen
trouwen! Ik trouw geen meisje, dat waar
heidsliefde stelt boven den man die zij
liefheeft.
O, natuurlijk Karei, ik zal mjjn ver
klaring volhouden, aarzelde. Jemny.
r— Ik heb nog getracht de zaak met dien
man in der minne te schikken. Schande of
geen schande, ik heb gedaan, wat ik
meende te moeten doen in dit geval.
Maar hij wou naar geen reden luisteren.
Jenny trachtte zich gerust te stellen met
de gedachte, dat haar aanstaande echtge
noot inderdaad recht had op haar alge-
heele trouw en toewijding. Zij moest dus
in deze rechtszaak ook aan zijn zijde staan.
Maar die geruststelling duurde slechts
kort. Kareis opvattingen over recht en
billijkheid immers kwamen met zijn per
soonlijke belangen overeen; terwijl Mr.
Gram, de verdediger der tegenpartij, on
bevooroordeeld voor de waarheid streed.
Uiterlijk kalm ging Jenny dien Maandag
naar de rechtbank. Ze moest todh, graag
of niet. En lederen dag wenden er getuigen
opgeroepen. Ja, ze zou Karei bijstaan,
want als hij het proces verloor,. waren alle
onkosten voor zijn rekening en kreeg hij
nog gevangenisstraf bovendien. Karei had
ook recht op haar steun en trouw, zij werd
immers zijn echtgenoote.
Met deze en dergelijke overwegingen
trachtte zij haar geweten te sussen, want
't klonk haar nog duidelijk in de ooren:
,,'t is 'n zware zonde onwaarheid te spre
ken, als men onder eed staat... Wanneer
wij wetens en willens God tot getuige
roepen van een leugenachtige zaak, doen
wij een doodzonde, een meineed. a
En todh...
Onder de rechtszitting hoorde zij, hoe
Bernard Gram een omstandig verhaal van
het ongeval gaf. Zij daclft, dat ze 't be
sterven zou, zoo was ze voortdurend in
tweestrijd met zichzelf.
Nauwelijks had André Moor de auto van
Karei voorbijgerederi, of hij voelde dat
plotseling een der voorbanden leegliep. Hij
remde, door welke beweging het stoplicht
contact maakte, en stak zijn band uit, ten
toeken, dat hij halt zou houden. Zijn hand
werd helder verlicht door de lampen van
de auto achter hem. Moor had derhalve
de regels van den weg in alle deelen op
gevolgd,. de aanrijding moést'dus een ge
volg zijn van onvoorzichtige onoplettend
heid van den anderen bestuurder.
Moor eisebte een schadevergoeding van
J -000. zijnde de verplegingskostem van
zijn zoon en de reparatiekosten van zijn
wagen, dien hij juist een maand geleden
gekocht had. Van een en ander werd
door Moor de rekening getoond.
Toen was de beurt aan Jenny. Zij voelde
het. bloed naar haar hoofd stijgen, toen
zij naar voren kwam.
Zijt ge voornemens de waarheid te
spreken, niets anders dan de vvavvarlieki?
Zoo ja. 'zeg dan deze vvoórdtn na: Zoo
waarlijk helpe mij God almachtig.
En met twee vingers opgeheven klonk
het zacht: Zoo waarlijk helpe mij God
almachtig. Haar hand beefde.
Zij antwoordde op de vragen haar dooi
den rechter gesteld en vertelde, dat zij den
avond van het ongeval met den beschul
digde en eenige vrienden een partijtje had
bijgewoond.
Werd daar sterke drank rondgediend?
Cognac en whisky.
En wat dronk, de beschuldigde?
Daar heb ik niet op gelet, waagde
Jenny.
Hoe iaat zijt ge naar huis gereden?
Dat weet ik niet juist. In ieder ge
val vroeg, want ik zou om 10 uur tiiuis
zijn.
Was 't niet kwart na 9 toen ge
wegreedt? bracht Bernard Gram in 't
midden.
Ik geloof, dat. 't veel vroeger was.
En u had tégen beklaagde gezegd,
dat, u vertrekken moest, omdat het al lang
over 9 was, drong Mr. Gram aan.
Een blos van schaamte teekende haar
wangen. Welke reden had hij, om hare
woorden in twijfel te trekken?
En ze voelde, dat Bernard wist, dat ze
onwaarheid sprak. Dit maakte haar ang
stig. Maar toch moest ze haar verloofde
helpen, dat Was plicht.
Haar werden eénïge" foto's voorgelegd,,
die duidelijk een beeld van de aanrijding
gaven.
Toen de auto van mijnheer Moor op
deze hoogte reed (Mr. Gram wees de be
doelde plaats met den vinger aan) hebt u
toen de lichten van dien wagen niet ge
zien? De opname toonde duidelijk, dat zij
het schijnsel der lampen nad moeten op
merken.
Neen, ik heb niets van de auto ge
zien, voordat ze door onze lichten be
schenen werd en toen konden wij niet
meer stoppen of wijken, zóó diclit waren
wij achter elkaar.
Karei keek goedkeurend naar Jenny. Als
zij zoo met haar getuigenis doorging, zou
't nog goed met hem afloopen.
Maar die blik verontrustte haar. 't Was
niet goed, zooals ze nu deed. Ze was ge
roepen om de waarheid, de heeie waar
heid te zeggen, ja, ze had zich daartoe
zelfs onder eed verplicht. En wat deed ze?
Tenville van den man, dien, zij liefhad,
stapelde zij leugen op leugen, besmeurde
haar geweten met een doodzonde van
meineed, en berokkende de tegenpartij on
noemelijk veel leed en groot geldelijk na
deel. Karei kon haar houding niet goed
keuren. Neen, door haar valsche getuige
nis vol te houden, was zij Karei niet
waardig.... Maar als Karei door haar toe
doen het proces verloor? Wat dan? Hij
had toch recht op haar trouw en toe
wijding?
Zij was in tweestrijd niet zich zelf:
Mijn God, help mij om moedig mijn plicht
te volbrengen. II. Maagd Maria sta mij bij...
Hebt u dan het achterlicht van den
auto niet gezien en het stoplicht?
N.... ja.
En zag u in het schijnsel van uw
lampen niet de hand van mijnheer Moor,
ten bewijze dat hij halt ging houden?
Ja, heel duidelijk zelfs.
Met welke snelheid reed u op het
oogenblik dat de aanrijding plaats had?
Eenige seconden te voren wees de
snelheidsmeter 70 K.M. aan.
Jenny werd kalmer, haar innerlijke rust
keerde terug. Zij had je overtuiging, dat
het laatste deel harer verklaring geheel
overeenkomstig de waarheid was en dat
het eerste deel gelukkig niet bezwarend
voor de tegenpartij kon zijn.
Karei echter verbleekte en keek haar
vragend en wanhopig aan. Dit deed haar
pijn. Zou hij haar handelwijze niet be
grijpen? Zou hij niet inzien, dat zij vol
gens geweten gesproken had? Hij kon niet
verlangen, dat zij voor hem een meineed
deed? Neen.... die schande eischte hij zeker
niet van haar. Na de rechtszittings zou
hem alles wel duidelijk' worden.
Nog werden andere getuigen gehoord.
Uit hunne verklaringen bleek eveneens, dat
Ihet ongeval aan Karel's onvoorzichtigheid
WjftS» m& fio #3 voprdd KsrftTfl XS&
dediger ook al verzachtende omstandig
heden aan, de eisch luidde: 14 dagen ge
vangenisstraf, wegens het veroorzaken van
lichamelijk letsel door schuld, benevens
2000 schadevergoeding.
De uitspraak zou de volgende maand
plaats hebben.
Karei was verslagen: Jenny had hem
in zijn verwachting teleurgesteld. Hoe was
't mogelijk? Door haar optreden had liij
't proces verloren. Welk een straf werd
hem opgelegd. En zij was dan het meisje,
dat eens zijn vrouw zou worden, dat zich
zou opofferen uit liefde tot hem, dat hem
in alles tot steun en hulp wilde zijn! Neen,
zijn vertrouwen in haar was geschokt.
Jenny kon zijn vrouw niet worden. En
wat n mooie toekomst had bij zich - reeds
gedroomd! Weg plotseling alle idealen,
alle leven ivrcugtle, hij voelde zich gedrukt
en terneer geslagen als een ter-doocl-ver-
oordeelde. En niemand om hem te troosten.
Maar Karei, jongenlief, wat spijt 't
me, dat de zaak zoo geloopcn is, en dat jij
in liet ongelijk werd gesteld.
Zoo? Spijt je dat, Jenny? Je hebt 't
anders zelf bewerkt.
Ik?
\vei natuurlijk! Als jij je gehouden
had aan onze afspraak, was de uitspraak
andei s geweest, ik neem t jo hoogst kwa
lijk dat je geen voet bij stuk gehouden
hebt. Als verloofde meende ik toch aan
spraak te mogen maken op jouw medewer
king. Neen, Jenny, mijn vertrouwen in jou
is deerlijk geschokt. Welke waarborgen
geeft mij dit optreden voor de toekomst.
Een vrouw moet haar man steunen.
Karei, Karei, in 's hemels naam,, wees
niet zoo hard. 't Doet. me leed, dat de
rechtbank je zoo zwaar wil straften, maar-
geloof me, ik kon, ik mocht niet anders;
mijn geweten stond op 't spel.
Je geweten?
Natuurlijk, Karei. Ik mocht je tegen
partij toch niet. bezwaren, om jou te
redden, 't Zou me voor altijd mijn innerlijke
lijke rust ontnomen hebben. Begrijp je dat
dan niet?
Je innerlijke rust?
Ja,; je weet toch wel dat je een
zware zonde bedrijft, als' je valsche ge
tuigenis geeft, terwijl je oiider eede staat?
En je zou toch niet willen, Karei, dat ik
me schuldig maakte aan een meineed,
om jou voor rechtsvervolging te sparen?
't Heeft me veel strijd gekost. Karei,
om 't.egeii jou je. moct.cn getuigeiv vandaar
dat mijn antwoorden aanvankelijk ont
wijkend waren. Maar m'n geweten liet me
geen rust en onder aanroeping van Jesus
en Maria heb ik den moed gehad-, verder
mijn plicht te doen. Ik begrijp, Karei, dat
de gcëiselite straf je zwaar valt, maar
stel je voor, dat de onschuldige tegenpartij,
veroordeeld was, dan zou je toch levens
lang wroeging gevoeld hebben. En als je
dan nog wist, dat je vrouw daarmede de
oorzaak was, hoe zou dan onze houding
geworden zijn? Nu echter, durf ik je recht,
in de ooge-n zien, Karei. Mijn gevoelens
tegenover jou zijn onveranderd; ik zweer
je eeuwig trouw; ik wil je sterken en
steunen in den strijd des levens en samen
zullen we gelukkig zijn. Ik heb Onzen
Lieven Heer gebeden dat Hij je kracht zal
geven om de beproevingen die Hij je
overzendt, met onderwerping te dragen en
dat Hij ons huwelijk zegenen mag. Stel
vertrouwen in Hem, Karei, en je -zult ge
troost worden.
Een geruiinen tijd was liet akelig stil
tusschen de twee. Eindelijk verbrak Karei
het stilzwijgen en zeide, heel langzaam,
als ging hij zichzezlf onder eed stellen:
Jenny, ik heb je verkeerd beoordeeld,
maar nu begrijp ik je. Ik dank je voor
je hulp en voor je gebed. Met jou durf ik
het leven in, ondanks de veroordeeiing,
die me getroffen heeft. Jouw karakter en
jouw godsdienstzin zijn me een waarborg
voor ons beider toekomstig geluk.
En vol liefde omhelsden ze elkaar....
v/
onoveri!':
urders
onvers» rt-,
lerzoekerS l
handige
niddelaars j
geboren
lerkoopcrs
harde
werkers i
trouwe
vrienden
bijdehand»
ondernemers
Pientere
veilingmeester*
knappe
koppen
goedkoops
krachten
machtige
strijder»
kwieke
reizigers
onuitputtelijke
raadgevers
uitnemende
toezichthouders
vurige
aanhangers
kundige
publicisten J
Bloedige
handlangers
duidelijke
omroepers
snelle
sucees-behalers
Bedenkt in al uwe moeilijkheden,
dat er nog KABÖCTERS zijn I
EEN VCORLOOPER VAN HET -j
KELLQG-PACT
Het is waarschijnlijk, niet algemeen bekend,
dat liet Kei'logpact juist 900 jaar geleden een
voorlooper in de geschiedenis heefit gehad,
waarin de verklaring van den .Godsvrede"
werd vastgelegd. Het is te hopen, dat het in
het jaar 192S gelukt, de idealen, die reeds in
102S opkwamen, beter te verwezenlijken, doch,
goed beschouwd, zijn de tegenwoordige vredes-
gedachte en de toestanden, waaruit deze ge
dachte werd geboren, niet al te zeer verschil
lend van die, welke in de elfde eeuw tot de
geweldige beweging van de „Tre-uga Del" voer
den. De ontwikkeling van het de'nkbeeld
van den „Godsvrede" van hot begin der ticnrle
eeuw tot in de twaalfde en dertiende "en-w
is de sterkste uitdrukking geweest van den
afschuw voor den oorlog, welke in die da
gen de menschen hadden bevangen. Tegen het
einde der 10e eeuw begonnen de kerken in
Aquintanië en BSurgóndië te doen om den
eeuwigen oorlog tégen te gaan. Ongetwijfeld
was de eerste aansporing daartoe, de wensch
om de geestelijkheid en de bezittingen van de
kerk té beschermen, dóch ook het welzijn van
de boeren en andere armen lag da geestelijk
heid aan hét. hart. Reeds in het jaar 989 sprak
het Concilie van Char roux zdeih togen den oor
log uit., doordien het a'.le degenen vervloekte,
die kerken schonden, de geestelijken kwelden
de hoeren beroofden en van dit oogenblik kwam
de gedachte niet lot rust, om met de machts
middelen, waaro-ver de kerk beschikte, den oor
log in den ban te doen. De plechtige verklaring
van den Godsvrede", die het eerst in Frank
rijk ongeveer 900 jaar geleden, plaats vond en
in Duitschlanl in 1080 werd aangenomen, wilde
eigenlijk iedere geweidaad met de wapens, uit
sluiten. maar men moest zich, tenslotte, daar
mede tevreden stellen, do-or het neerleggen van
de wapens voor een bepaalden tijd te eischen en
de bescherming van de niet-strijders te vragen.
Geen wonder dus, dat zulk een denkbeeld door
de massa met geestdrift werd opgenomen. Groo-
te menschenmiassa's drongen door tot de Con
cilies, waarover den Godsvrede" werd gespro
ken en men riep met opgeheven handen: .Vre
de, vrede, vrede".
Niet alleen de menschen zouden worden be
schermd, doch de Godsvrede" strekte zich ook
uit over dieren en planten. Zoo werden de
olijfboomen voor onkwetsbaar, ook gedurende
den oorlog, verklaard. Bonden werden opgericht
kleine voorloopers van den Volkenbond
waarvan de leden een plecihtigen eed aflegden,
den Godsvrede" te houden en aan zijn regels
trouw te blijven. Eerst werd het vechten op de
Zondagen verboden, maar weldra werd dit ver
bod uitgestrekt op de dagen van de week, door
den dood en de opstanding van Christus ge
heiligd, zoodat Donderdagavond tot Maandag
vroeg geen bloed vergoten mocht worden. En
oorlogen, evenwel, die slechts vier dagen in da
week mochten worden gevoerd, hadden al iets
v-an hun verschrikking'verloren.
Later werden de Gods-vreden verder uitge
breid tot langere gedeelten van het jaar, bijv,
van den eersten Adventzondiag tot het feest
van de verschijning van Christus, van Asch.
woensdag tot op den laatsten Maandag na'.j
Trinitatis (eerste Zondag na Pinkster), waarbij
nog tal van feestdagen kwamen. Een belangrijk
motief, waarom de menschen in die dagen)
vreedzaam en geloovig gestemd waren, was de
verwachting, dat de wereld omstreeks'het jaar
1000 zou vergaan.
DE FLUIT
Maar- al te dikwijls worden en werden kun
stenaars bij rijke of aanzienlijke menschen ge-
noodigd, niet om hun persoon, maar om huh
kunst.
Stephen Jester ontving eens een invitaiie
van den hertog van Chester tot een diner. Maar
bij 't verzoek stond een P. S. „Breng uw fluit
mee".
Joster zond zijn fluit en bleef zelf thuis.
- ,1
$Oj-
EEN AANKONDIGING
Madame haar hondje is weggeloopen on voor
de zooveelste keer heeft mijnheer vergeten een.
aankondiging in de gazette te zetten, en ma
dame zegt:
Wel, wel, ge zult toch zorgen dat er van
avond ee'n aankondiging in de gazette stc.at,
niet waar?
s Avonds las zij: „Verloren, een verstruivel
den klodhond, met een oog en zonder etee. i
hij is te vet om te loopen en te lull om te
waken: hij luistert naar den naam van Fid,.e)e
Wie hem opgevuld terugbrengt krijgt 20 frank. I
VERJONGD '1
Ge verjongt met ouder worden, werd den ij
tachtiger door vrienden gecomplimenteerd.
Als ik zoo blijf verjongen, antwoordde de
man, wordt ik nog weer kindsch
VLIEGENIER
Bestuurder van een gevangenis tot een "i' -.i-
■wen gast:
Wat is uw ambacht?
Vliegenier mijnheer. Mag ik dadelijk be
ginnen.
WANNEER ->
Reiziger: Wanneer hebben wij den laat
sten trein naar Ostende.
Bediende: Weet er niets van. Misschien
binnen duizend of twee duizend jaar.
DE BESTELLING -1
ICellner, ik vroeg je om Sauerkraut en
Frankfurter en je brengt me biefstuk en bloem
kool!
Ja, mijnheer. Ilc heb uw bestelling dn liet
i