B. A. HENGST FEUILLETON Will 9 Sertoli! prime Mslillwf MIJ IS DE WRAKE! VRIJDAG 16 NOVEMBER 1928 EERSTE BLAD PAGINA 2 GREPEN UIT HET GEMEENTEVERSLAG ENKELE KANTTEEKENINGEN a M Bel dan op 68685 Moutwijn p- liter f. 3.50 BOTERSTRAAT 63 - TELEF. 68685 EEN VIJF EN ZEVENTIG-JARIG JUBILé Reel. 2980S 8 S. te Vlaardingen geen aanleiding geeft tot verlaging der subsidie over te gaan. Volgnummer 649. Subsidie scholen voor la ger nijverheidsonderwijs: Afd. 1 en 3. In de eerste en tweede afdeeling wordt gevraagd, of B. en W. er hun aandacht aan willen schen ken dat voo>r de Huishoud- en Industrieschool leerlingen worden aangenomen, die nog leer- pllicttig zijn. Volgnummer 669. Stedelijk Muziekkorps: Aid. 2. Meerdere leden van de tweede af- deeling vragen deze subsidie onder de be staande muziekkorpsen te verdeelen, o£ an ders dezen post te verhoogen. Afd. 3. Een lid der dterdje afdjeeling vraagt beantwoording van het aanhangig adres, op dezen post betrekking hebbend. Volgnummer 675. Sportterreinen. Afd. 3. Een lid vraagt om het sportterrein van de H.B.S aan den Havendijk als opslagplaats te verhuren, en een ander veld aan de H.B.S. aan te wijzen. Volgnummer 693.. Controle op de echtheid van Settled* jenever. Afd. 1. Een lid maakt he:-. ..aar tegen dezen post Hoofdstak IX. Par. 2. Arbeidsbeurs. Afd. 3. Ecu- lid vraagt, 'of het niet op den weg van Burgemeester en Wethouders ligt er bij de ftegei ing op aan te dringen tot onder brenging van werkkrachten in bedrijven, om alzon de bedrijven voor de werkloosheid te laten zorgen of althans de gevolgen der Werkloosheid op de bedrijven te laten rusten. Volgnummer 770. Openbare Leeszaal. Afd. I. Eva lid dringt er op aan de boekenzaal voer kinderen heter in te richten. Kapitaaldienst Volgnummer 826. Vernauwing kaaimuur Huofupleln. Afd. 3. Een lid vraagt, of nu inderdaad een begin wordt gemaakt met de he retelling van den kaaimuur op het Hoofd piet::, daar hij voor instorting vreest. An dere leden sluiten zich hierbij aan. Afzonderlijke bedrijven Gas- en Electrieiteitsbedrijf. Afd. 3. Enkele leden merken op, dat de straatverlichting in het algemeen te wensehen overlaat. Ande ren zijn van meening, dat dit geldt voor enkele gedeelten der stad, af voor enkele straten. Afd. 1. Een Iki verzoekt de mogelijkheid onder het oog te zien het. metertarief voor el?ctrieiteit te verlagen. Gemeentewerken. Afd. 3. Een lid wenscht geen onderbreking bij het vernieuwen van bestrating. Dit moet spoediger afgewerkt worden. Meerdere loden sluiten zich hierbij a; ui. Woningbedrijf. Afd. 5. Een lid wenscht den Lsaaslootschènweg te doen aanleggen met het oog op een hetere exploitatie van de gomeeptewoningen. Ziekenhuis. Afd. 1. Een lid meent de vraag te moeten stellen, of het geen aan beveling verdient, -het ziekenvervoer steeds door deskundig personeel te doen plaats heb ben, met welke vraag 'andere leden instem- men. Burgerlijk Armbestuur. Afd. 1. Een lid Vraagt, of hij vermindering van de werk zaamheden voor dezen dienst het personeel verminderd zal worden. Afd. 3. Een lid vraagt, waarom geen post is uitgetrokken voor de crists-werk- loozen. Centra al-rapporteur was de heer W. Broek. ONBESTELBARE BRIEVEN EN BRIEFKAARTEN Terugontvangen in de le helft der maand November: Brieven Binnenland: Bosman, Schiedam; advert, bureau Keiizenkamp, Rotterdam; mej. Francien Verhoef. Vlaardingen; mej. M. de Vogel, Rotterdam. Briefkaarten binnenland: P. .J. Breymer, Zn ster Burger. Delft; mej. A. v. d. Does' Zeist; Gerrit van Someren, IC de Zeeuw] Oharlois. Brieven Buitenland: L. Bastenil Carpenter, Avenment.h; Miss Mouner. Londres. IV (Slot). Op ol December 1926 bedroeg het aantai woningen in onze gemeente 10108; het ver meerderde in 1927 met. 219 en bedroeg dus op 31 December 10327, Van die 10327 woningen waren er 108 be woond door twee' gezinnen en 1 door 3 ge zinnen; 165 woningen waren onbewoond. De woningvoorraad zou dus moeten bedragen 10272 woningen voor evenveel gezinnen. Er was dus een woningoverschol van 55 stuks. Het aantal gezinnen blijkt in 1927 ondanks het feit dat cl© bevolking met slechts 18 per sonen is toegenomen, met 72 te zijn vermeer derd. De gemiddelde gezinssterkte bedroeg in 1927: 4.21 personen. Door den havendienst werd in het vorig jaar ontvangen ƒ170.986,13, een vermeerde ring tegenover 1925 met 49.500 en een ver mindering tegenover het tengevolge van d© kolenstaking in Engeland abnormale jaar met ƒ59.000 Het eindexamen van de H. B. S. Bijlage 3 van het verslag bevat een uitvoe rig rapport van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs nopens het ge ruchtmakende eindexamen H. B. S. in het vorige jaar We vermoeden dat menigeen al licht nog met belangstelling van de voornaam- nte gedeelten van dit rapport zal kennis ne men, weshalve we ze hier alsnog afdrukken. Het heeft natuurlijk onmiddellijk de aan dacht en wel de volle aandacht van onze Commissie getrokken,, dat, niettegenstaande de verwachting, 4at ditmaal meer leerlin gen zouden worden afgewezen dan over vo rige jaren, de resultaten zoo slecht waren. Bij het bekend worden van den uitslag der eind-examens ontstond een werkelijke beroe ring in de stad in de belanghebbende krin gen. Van de 34 leerlingen, die aan heteindexa- mon hebben deelgenomen, zijn er 17 afgewe zen, een aantal, dat tevoren nimmer is be reikt. Ter illustratie hiervan wordt medege deeld, dat in de jaren 1922 t.m. 1926 in totaal 189 leerlingen aan hat eind-examen deelna men, waarvan 17 werden afgewezen, terwijl in 1927 van de 34 leerlingen 17 zijn afgewe zen. Zooals reeds biervaten is opgemerkt, stond de betrekkelijke klasse bekend als een zwak ke klasse. Telken jare wordt door den Direc teur na vaststelling van de laatste rapport cijfers een beoordeeling van de klasse go- maakt en een raming opgesteld van liet aan tal leerlingen, dat vermoedelijk niet zal sla gen. Nog steeds is het aantal inderdaad af gewezenen gebleven beneden do schatting van Directeur en leeraren. Hieruit mag toch wel de conclusie ge trokken worden dat de bedoelde beoordee ling der leerlingen niet bepaald gefiatteerd wordt. Alleen dit jaar is het aantal der afgewezenen aanmerkelijk hooger geweest dan de schatting van Directeur en leeraren, hetgeen uit on derstaande opgave moge blijken. Aantal leerlingen, waarvan verwacht wordt, dat zij nie>t zullen Blagen, volgens kwai laab;- rapportstaten- Jaar. 1921 3 a 7 1922 7 k 13 1923 8 k .12 1924 2 k 4 1925 6 k 8 1926 6 10 1927 10 11 Aantal, dat bij het examen is afgewezen: 1921 1 op 32 leerlingen. 1922 5 M 33 1923 1 32 1924 0 44 1925 3 25 ft 1926 7 24 1917 17 34 Er kan moeilijk aangenomen worden, dat de leeraren bij het geven van hunne rapport cijfers ditmaal niet hun gewone maatstaf zou den hebben aangelegd, dus m.a.w. dat zij plotseling veel meer conciliant in hunne eischen zouiden zijn geweest dan vroeger. Voor dit ongunstige resultaat moet dus naar oorzaken gezocht worden. Gaat men na, hoe de leerlingen hun school jaren hebben doorloopen, dan blijkt dat van de 11 niet-geslaagden ej 7 nog nimmer hadden gedoubleerd. x Eén leerling die geen enkele maal heeft gedoubleerd, dus steeds voor bevordering naar een hoogere klasse In aanmerking is ge komen, moet toch feitelijk beschouwd worden te behooren tot diegenen, die ook met goed gevolg het eind-examen zullen afleggen, ten zij hij de bevordering van de eene klasse naar de andere wat al te goedgunstig ls ge oordeeld. In het afgeloopen cursusjaar heeft het on derwijs wel te lijden gehad van de werk zaamheden in verband met den bijbouw en den verhouw der school. Het voortdurend ge klop en gehamer enz. werkte afleidend op de leerlingen, dikwijls was het gesprkene niet of moeilijk verstaanbaar. Dat dit inderdaad hinderlijk en storend werkt bleek nog gedu rende het eind-examen toen een paar der hoeren deskundigen verzochten om dat hin derlijke gehamer te doen staken gedurende de examen-uren. Ongetwijfeld vindt men hierin een oor zaak die medegewerkt zal hebben tot de on gunstige eindresultaten. Of het schriftelijk werlc speciaal voor de exacte vakken wellicht wat moeilijk is ge weest, is van geen belang, omdat over het ge il eele land hetzelfde schriftelijk werk wordt opgegeven. Van meer belang is de vraag, of bij de be oordeeling van het gepraosteerde overal pre cies dezelfde maatstaf is aangelegd. Dit nu valt moeilijk of niet vast te stellen, doch ge zien het feit, dat een groot aantal commis- siën over het geheeïe wel haast met zekerheid worden gezegd, dat die beoordeelingen uit elkaar loopen. Een ieder die wel eens in een examen commissie gezeten hooflt, weet, dat de be oordeeling altijd min of meer subjectief is, wat de een zeer belangrijk acht wordt door den ander allicht iiets lager aangeslagen. ICan nu gezegd worden, dat dan de oorzaak alleen gezocht moet worden in het streng optreden van de deskundigen, dan wil het voorkomen, dat deze veronderstelling niet zondor meer geaccepteerd mag worden. De deskundigen,, de heeren Prof. Dr. Jhr. G. J. Elias, Hoogleeraar aan do Technische Hoogeschool te Delft, Prof. Dr. P E. Verka- de, Hoogfleeraar aan do Handelshoogeschool te Rotterdam, Dr. H. E. Greve, Directeur der Openbare Leeszaal te 's-Gravenhage, Dr. W. Leendertz, Bibliothecaris der Handelshooge school te Rotterdam en W. F. Walters, Oud- Directeur eener II. B S., waren van oordeel dat voorheen wel eens wat te faciei werd gehandeld bij het verstrekken der eind diploma's daar herhaalde malen aan de Uni vers-iteiten gebleken zou zijn, dat jongelui niet dat peil van intellectueele ontwikkeling hadden bereikt daf verwacht mocht worden vanhen aan wie net eind-diploma, was uttge reikt. Dat deze commissie meende haar taak te moeten en te mogen opvatten zooals zij deed. is natuurlijk haar goed reent. Alleen is het niet aangenaam voor de enkele scholen alwaar dit strengere principe wordt in toepassing gebracht, omdat leerlingen van andore scholen hun examen doende onder gunstiger omstandigheden daardoor bevoor recht kunnen worden. De deskundigen, die bij het eind-examen in Schiedam zijn opgetreden, zijn ook werkzaam geweest te Delft en aan 2 scholen te Rotter dam. Zooals bekend, waren de resultaten te Delft ook zoor teleurstellend, doch aan de beide scholen te Rotterdam is aan een dier beide slechts één candidaat afgewezen en aan de andere geen enkele; terwijl het toch hoven allen twijfel zal zijn, dat dit college van des kundigen te Rotterdam niet de zelfde eischen gesteld zou hebben als te Dei ft en hier. Voor de commissie van deskundigen bestaat geen aanwijzing of. instructie hoe liet oordeel over de examinandi gevormd moet worden. Wel is bepaald dat indien de leeiaav die examineert verschil van opinie heeit met den deskundige over het toe te kennen cijfer, de eerste zijn invloed kan doen gelden door het zoogenaamde middelen, doch over het toeken nen van het diploma oordeelen de deskundi gen toch oppermachtig indien zij eenstem mig zijn, een en ander zooals dit geregeld ls bij het Kon. Besluit van 26 Juli 1920, Stbl. no. 677. Indien de deskundigen hunne eischen dus lioog stellen, hebben zij daartoe het recht en zeer bezwaarlijk zoo niet onmogelijk zal het zijn den uitslag van hetf^xamen anders te doen luiden dan zij het hebben vastgesteld. ITet komt dier Commissie dan ook voor, dat de actie gevoerd door de ouders der niet geslaagde leerlingen geen succes kon hebben. Of nu de betrokken leeraren voldoende ge bruik hebben gemaakt van hunne bevoegd heid om naar billijkheid voor hunne leerlin gen op te konten bij de vaststelling der cij fers is een vraag, die door buitenstaanders niet te beoordeeien valt, daartoe zou men aanwezig hebben moeten zijn bij het monde ling examen, want dan alleen is men in de gelegenheid om het toegekende cijfer te beoor deeien. Al heaft oen leerling regelmatig goed werk geleverd gedurende den loop van het cursusjaar dan blijft de mogelijkheid open, dat hij door welke oorzaken dan ook op het examen een slechten Indruk maakt. Doet zich dit geval voor, dan zou dit voor den betrokken leer aar aanleiding kunnen zijn om op te treden in het belang van den leer ling; of van deze bevoegdheid of van deze plicht, hoe men dat beschouwen wil, al of niet voldoende gebruik is gemaakt is ons niet bekend Dat wellicht althans een deel der leerlingen onder minder gunstige omsandighaden (ner vositeit) is geëxamineerd geworden s zeer aannemelijk, omdat de roep van gestrengheid, en de resultaten van Delft reeds aan de komst der gecommitteerden was voorafgegaan, Resumeerende wil het der Commissie voor komen dat tot de weinig gunstige resultaten diverse oorzaken hebben samengewerkt, wel ke oorzaken in het hiervorenstaaude reeds min of meer zijn uiteengezet. De klasse was naar het oordeel der leeraren een zwakke klasse; het onderwijs heeft ge leden door de verbouwing aan de school; de leerlingen waren min- of meer nerveus door den roep van gestrengheid die de deskundigen reeds was voorafgegaan: de deskundi gen waren in hun eischen strenger dan dievan vooraf- afgaande jaren en die vanvele andere commissie n, die dit jaar in andere scholen z ij u op getreden: de leerlingen, steunende op de gunstige resultaten van voorafgaande jaren, zijn in ijver wellicht wat te kort geschoten; in de jaarverslagen sinds 1923 werd bij her haling op het feit gewezen, dat sinds de op voering van het aantal leerlingen per klasse en het aantal lesuren der leeraren A onder wijs uit den. aard der zaak minder intensief kon zijn dan in vroegere jaren bij kleine klassen en minder zwaar belaste docenten en volgens het oordeel van heeren deskundigen zelve ls moeilijk aan to geven welke de oorzaken zijn van het groote aantal afgeweze nen; hun indruk is dat het niet aan het ge geven onderwijs in het algemeen ligt; zij mee- nen dat liet peil van do examen-eljfers niet beantwoordt aan het peil van het onderwijs. Doch waar aan de deskundigen geen juist afgebakende gedragslijn is voorgeschreven kan haar ook geen verwijt worden gemaakt in zake hun optreden en kan ook niet ver wacht wonden dat zij verandering zouden aan brengen in hun eenmaal uitgesproken oor deel over de lee-rlngen van onze school. HERDENKING VAN DEN WAPENSTILSTANDSDAG In „Musis Sacrum" had gisteravond een openbare vergadering plaats ter herdenking van den wapenstilstandsdag. De vergadering was uitgeschreven door de besturen van do Sc-hiedamisclie afdeeling-en van „Kerk en Vrede" en de „Jongeren Vredesactie". Ais sprekers traden op de heeren J. A. van sijn uit Rotterdam, secretaris van den Vredeskring en ds. J, B. Th. Hugenholtz uit Am.merstol, secretaris van IC. en V. Do lezingen werden t-oegelicht met licht beelden. De heer van Sijn had 'a middags reeds een lezing gegeven voor leerlingen van H. B. S, en gymnasium. HET COLLECTANTENCOLLEGE f ST. HIERONYMÜS AEMILIANUS Het college van collectanten der parochie van Onze Lieve Vrouw Visitatie (Frankeland) herdenkt Zondag zijn 75-jarig bestaan. Op den eersten Pinksterdag van het jaar 1853, den 15en Mei, werd op den zolder van de oude Vleeschhal door den eersten pastoor van de nieuw opgerichte Frankelandsclva parochie, den zeereerw. heer P. ,T. van Leeuwen z.g., voor de eerste maal het H. Misoffer opgedragen. Toen wel al zullen er collectanten geweest zijn, die de aalmoezen der geloovigen voor kerk en airmen inzamel den, maar blijkbaar eerst enkele maanden later werd door den pastoor wellicht op den eersten Zondag van den Advent, toen voor het eerst beneden in da Vleeschhal ge kerkt werd definitief het collectanten* college opgericht. Da namen van -de oersten uit die lange rij van verdienstelijke mannen, die voor kerk en armen en weezen en voor zoovele andere voortreffelijke doeleinden de giften der geloovigen dag op dag hebben bijeen gegaard, mogen aan de vergetelheid worden ontrukt. Het waren de heeren B. Middelraam president; H. van Hees, vice-president; als* mede J. Kuipers, C. Hei nsbroek. B. Zoet mulder en A. Peitsmam. In 18S3 werd op initiatief van den heer F J. Smit, destijds president, door wijlen rncr M. J. A. Lans, den vierden herder der parochie, liet college gesteld onder het patro naat van den H. Hieronymus Aemilianus, der patroon der weezeu. Een vijftal jare-n ge leden verkreeg het college zijn tegenwoordig» vaandel met afbeelding van den patroon heilige, waarbij het veldheerszwaa.ro voor het kruia werd verwisseld. Het tegenwoordige bestuur van het col lege bestaat uit de heeren J. H. van d< Water, president; II. Leonders, vice-president; II. Voorwald, secretaris en R. L. van Linzen penningmeester. Na de plechtige Hoogmis van Zondag, welk» ter intentie van het college zal worden op gedragen, zal dit in de pastorie door" der HoogEerw. Heer Deken en het Kerkbestuui worden ontvangen'. SUISSE BEKER-CONCOURS „Groot-Hamburg" teat er beslag op De najaarswedstrijd om den „Suisse Beker' ligt al we-or achter ons, en den beker is nog een jaartje levenslicht geschonken, daar geel van de beide clubs, die hem voor goed in haar bezit kon-den krijgen, wisten te zegevieren „Groot-Hamburg" is ditmaal de gelukkig» met een totaal van 305 houten. De kegel» vielen niet zoo gemakkelijk als de .vorig» maal, toen 4 clubs de 300 wisten te over schrijden. „Het Rollend Genoegen" dat der beker verdedigen moest, d-eed dit op be droevende wijze en het allerlaatste plaatsR werd thans haar deel. Anti-Poedel" wist ziel van de 2e plaats te verzekeren met. 297, dank zij haar afgooier, den heer J. T. van Buys-an, die er danig het oog in bad en een totaaj van 77 houten neerlegde, waarmede genoemd» heer hoogste korpswerper van dit concours werd. „N-oveni" faalde weer. Deze club dit naar bulten zulke ongekende success-en wee-, te bereiken, kan voor den Suisse-Beker, nool' een draaglijk totaal werpen. „Tous les Neuf' bracht er evenmin veel van terecht, waar door, ook dank zij 't falen va.n 't „Rollend Genoegen", de beker nog beetaau bleef. „Overal Thuis" bereikte het totaal van 275. Dit ls wel niet veel, maar wanneer men weet dat de voorwerper van deze club met 16 bouten begon, ziet men dat de overigen aller Vrij naar het Engelsch van R. H. GARDAGJB 25) Zoo duurde de strijd dag aan dag, totdat de Azteken bij duizenden gevallen waren, en de Spanjaarden uitgeput waren van honger, en van vermoeienis, want men gaf hun geen oogenbiik rust. Eindelijk, op een morgen toen de strijd allerhevigst was, versoheen Montezu ma zelf o-p het platte dak van. het paleis, in schitterend gewaad, en de kroon op het hoofd, voorafgegaan door herauten, en ontgeven van edelen, en een Spaansche wacht. Hij strekte de hand uit, en plotseling werd het gevecht gestaakt, terwijl ean doodsahe stilte op het plein neerviel. Dan sprak hij de menigte toe. Ik kou niet verstaan, wat hij zeide, maar ik begreep dé bedoeling. Hij verzocht zijn volk, don strijd te beëindigen want de Spanjaarden waren zijn vrienden en gasten, en zouden wel dra de stad verlaten. Bij het hooren van die laffe taal maakte een ontzettende woede zich van zijn onderdanen meester, en dreigende kreten weerklonken door de kieht. Verrader! Zwakkeling! Toen zag ik een peil omhoog schieten, die den keizer trof, en vervolgens een regen vian -- fiteenen, zoadat hij op het plat, waar hij stond neerstortte. Nit riep een steen; Wij hebben onzen koning gedoodMonte- I -oma is dood! Mot ontzettend gejammer keerde de menigte zich af, en vluchtte hoen, en in een oogenbiik was er gee-n levend wezen meer te zien, waar zoo pas nog duizenden ges-taan hadden. Ik wendde mij tot Otomie, om haar te troos ten. Thans voegde Guatefmoe zich bij ons, in volle wapenrusting, de boog ln de hand. Is Montezuma dood? vroeg ik. Ik weet het niet, en het kan mij ook niet schelen, antwoordde hij met een wilden lach. Vervloek mij nu Otomie, want het was mijn pijl, die hem neervelde, dezen koning, die een zwakkeling en een verrader is geworden; Otomie hield op met weenen. Ik kan je niet vervloeken, Guatemoc, zeide zij, want de goden hebben mijn vader met krankzinnigheid geslagen, zooals jij hom sloeg met je pijl. En het is maar het beste voor hem, dat hij sterft. Maar Guatemoc, ik bén er zeker van dat je daad niet ongestraft zal blij ven, on dat je daarvoor zelf op smadelijke wijze aan je eind zult komen. Het is mogelijk, zei Gnatemoc, maar ik zal tenminste niet sterven, als een verrader. En hij ging heen. Nu geloof ik vasit, dat dit mijn laatste dag was, want den volgenden morgen liep het jaar van mijn „goddelijkheid" af, en zou ik op den offersteen gelegd worden. Niettegenstaande al de verwarring in de stad, werden de gods dienstige plechtigheden streng in adit geno men, strenger zelfs, dan ooit tevoron. Op den vooravond werd een feestmaal gehouden te mijner eere, en Ik moest aanzitten met een krans van bloemen op mijn hoofd, terwijl de edelen mij hun hulde betuigden. Er was geen sprake van vroolijkhekl onder de gasten. Hon derden en duizenden waren gedood, de Span- ajarden waren er altijd nog, en dien dag was Montezuma neergeveld, die voor hen een god was. En bovendien zij voelden, dat ztj verloren waren. Was het wonder, dat er geen vroolijk- hald heersdhte? Een begrafenis had niet treu riger kunnen zijn en voor snij was het zooveel la-lf een begrafenis, Docli er kWa-m een eind aan, en ik haastte mij naar mijn vertrokken. Mijn gevolg kwam achter m:j aan, en noemde mij gelukkig en gezegend, omdat ik den volgen den dag naar don hemel, mijn wai e woonplaats zou terugkeeren. Maar ik noemde Uèn niet ge zegend, want woedend sprong' ik op, en joeg ze weg, en zei, dat ik maar één troost had: dat, waar ik ook terecht kwam, ik hen in ieder geval kwijt zou zijn.. Dan wierp ik mijzelf op de kussens eu kreunde in mijn angst en bitterheid. Dat was dan het einde van alles. Ik had de Garcia wraak gezworen, en nu zou ik zelf op wreed aardige wijze worden gedood. Ja, Fonseca mijn weldoener, had wijis gesproken, toen hij mij aanraadde, mijn fortuin zonder meer aan te nemen en mijn wraak te liaiten voor wat zij was. Als ik zijn raad had opgevolgd, dan was ik nu een gelukkig echtgenoot geweest in het goede, oude Engeland, tnplaatst van nu in de macht van duivels te zijn. Ik weende^ luid van spijt en angst, en bad tot God dat ik bevrijd mocht worden van dezen wreeden dood, crni dat Hij althans mijn zonden zou vergeven, zoodat ik in vrede met Hem voor Zijn aanschijn zou verchijnen. Toen verzonk ik in een soort van slaap, en droomde, dat ik wandelde op het pad langs den heuvel en door den tuin van de Lodge in Ditcliingham. De wind fluisterde ln de hoornen, de geur der Engelsche bloemen kwam me tegemoet, en een heerlijken Juni- lucht woei mij tegen. Het was avond en de maan scheen o-p de weilanden en de rivier, terwijl het gezang van een nachtegaal in de nabijheid klonk. Maar aan dat alles dacht ik nlot wiant mijn oogen waren gericht op hot pad achter het huis, en ik luisterde naar een voetstap, dien ik verlangde te hooren. Dan hoorde ik zingen, terzijde van het liuis, en de zang was treurig, want hij sprak vian iemand die was weggevaren, en niet wais teruggeko men. Daar zag ik tusschen de appelboomen een witte gedaante. Langzaam kwam zij nader en ik wist dat zij het was» op wie ik wachtte, Llly, c lijn geliefde, Nu ihileld zij op mot zingen, maar kwam zachtjes; naderbij, en haar gelaat was heel treurig. Doolt het was het gelaat van een vrouw in de kracht van haar leven, maar nog zeer schoon, schooner dan het geweest was in den bloei der jeugd. Zij wendde zich naai de tuinpoort., toen ik te voorschijn trad uit de schaduw der boomen, en voor haar ging staan. Zij deinsde terug met een kreet van sohrik, maar zweeg opeens, en staarde mij in het gelaat. Zoo veranderd, mompelde zij. Kan het dezelfde zijn? Thomas, ben jij het, die hij me terugkomt van de dood-en of droom ik. Een langzaam en twijfelend strekte zij haar armen uit, o-m mij te omhelzen. Toen werd ik wakker. En zie daar stond vóór mij een schoone vrouw, in het wit gekleed die evenals in mijn droom door het maan licht werd beschenen, en haar armen waren naar mij uitgestrekt. Ik ben liet, lieveling, -hot is geen droom, riep ik uit, terwijl ik opsprong, en Ihaar aan mijn hart wilden drukken. Toen bemerkte ik mijn vergissing, wia,nt zij, die vóór mij stond was niet Idly Bozard, mijn verloofde, maar Otomie, en. achter bij deh ingang bemerkte ik enkele dienaressen. Toen. wist ik, dat alles een droom wias geweest. Ik viel terug op de kussens, en kreunde luid, terwijl een schaam rood het gelaat van Otomie overtoog. Want deze -vrouw had mij lief, en wat ik deed en zeide, moest h-aar grieven, omdat zij begreep, wiat de oorzaak was. Maa-r zij zeide o-p zinchten toon: Vergeef mij, Teule, ik kwia-m niet om u te bespieden of u te doen ontwaken, maai- om u te spreken vóór den dageraad, in de hoop, dat ik kon -helpen of troosten want het einde is nabb'. Zeg mij, in uw slaap zaagt gij mij voor een andere vrouw, die u dierbaarder is dan ik? Ik droomde, dat gij mijn verloofde waart, die ik llefkeib en die ver weg ts aan de overzijde der zee, antwoordde 11c met moeite. Maar ge noeg daarvan. Wat nut heeft het voor mij di» dit leven vaarwel zeg? Luister, Otomie, ging ik ontstuimi-g voor' ais gij werkelijk om mij gegeven hadt, dar zoudt gij mij zeker van dit verschrikkelijk lal gered hebben, of bij Guatemoc erop aange drongen hebben, o-m mij te redden. Gij zijf de docliter van Montezuma. Hadt gij niet in a! deze maanden het Zóóver kunnen brengen, dal hij bevel gaf, om mij te sparen? Denkt gij dan, dat ik zóó weinig uw vriendin wa-s. Teule, antwoordde zij verwijtend; Al deze maanden heb ik dag en nacht over een middel gepeinsd, om n te redden. Vóór bij een gevangene was, viel ik mijn vader ermee las. tig, tot hij mij wegzond uit zijn oogen. fit hel getracht, de priesters om te koopen en plan nen beraamd tot ontsnapping, en Guatemo» hooft mij geholpen, want hij houdt van u. Wa ren deze Teules niet gekomen, dan zou ik u zeker gered hebben. Maar deze oorlog 'beeft alles veranderd, en bovendien, de sterrenwiche laars bobben een voorzegging gedaan, die vv» lot bezegelt. Zij hebben verklaard, dat, ate ui bloed vloeit, en het offer voltrokken wordt mor gen op liet middaguur op het altaar vai Tezcat, ons volk de zege-praal op de Teules za bzehalen, en volledig vernietigen zal. Maar ali het offer nvaar één enkel oogenbiik, vóór of n: dat uur voltrokken wordt, dan beteeként da ondergang van TenoöMtitlan. Ook hebben z\ verklaard, dat gij moet sterven niet, als naai gewoonte in liet „Huis der Wapens" aan d- overzijde van het meer, doch op de groote pyra mide vóór het voornaamste beeld van den god Dit alles is over het geheele land bekend. Dui zenden priesters zenden hun gebeden op, da het offer den goden welgevallig moge zijn en een gouden band is over den offersteei gehangen zóó, dat de zon op de plaats van ui hart ml schijnen op het oogenbiik, dat -het pre cies middag Is, Weken lang zijt gij bewaakt omdat men vreesde, dat gij naar de Teule zoudt ontsnappen, en Ik werd ook bewaak' (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 2