FEUILLETON
lig?
VRIJDAG 16 NOVEMBER 1928
Ié I
itov
""teü'i i 5
ttmm
RIJKSBEGROOTING EN ALGEMEENE
BESCHOUWINGEN
TWEEDE BLAD
DIE. „SLIMME" DOMINEE LINGBEEK!
PAGINA 2
TEGEN HET HUIDIG
ZEDENBEDERF.
ERFGENAMEN GEZOCHT.
EDWARD, IK EN JUFFROUW
HONINGZOET.
n4 5
i
M Hllü
ALBARDA OVER ONTWAPENING EN.-... GODSDIENST
Voor werd doorgegaan met de behandeling
van de Rijkebegrooting, moesten eerst de
spreektijden geregeld worden bij de begrooting
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en
een 17 tal wetsontwerpen met een conclusie
den hamer passeeren. De spreektijden gaven
den heer Duymaer van Twist aanleiding meer
tijd dan vorige jaren te vragen voor de be
schouwingen over de visscherij. De heer
Duymaer van Twiet kreeg zijn zin en mag
gedurende 'n halt uur een van zijn stokpaard
jes berijden, waarbij de heer Schaper hoopt,
dat de andere leden van deze uitbreiding
van spreektijd geen misbruik zullen maken.
De conclusie op een adres van een gewezen
houtvester bij het boschwezen In Ned.-Indië
die op 28 November 1923 eervol was ontslagen,
lokte een korte gedachtenwisseling uit. De
commissie wil een nieuw onderzoek, want de
heer H. J. Koeter weet tot op dit oogenblik
nog niet, wat hem ten laste is gelegd en
waarom hij eervol ontslagen is. De minister
is genegen aan dat verzoek te voldoen,
maar eerst moet hij beschikken over de
noodige gegevens. Dat lijkt ons het vreemde
in deze zaak. Daaruit blijkt weer eens, dat er
in de verbinding en de samenwerking tusschen
het departement en de regeering in het rijk in
Indië iets niet deugt. Op 22 Mei 1927, dus bijna
en maanden geleden, heeft de minister zich
in verbinding gesteld met de Indische regee-
rlng om gegevens in deze zaak te krijgen en
niettegenstaande hij herhaaldelijk getelegra
feerd heeft en op spoed aangedrongen, beschikt
3 j op dit oogenblik nog niet over de gegevens,
die hem in staat stellen een meening uit te
spreken. Zpo iets moest hij een eenvoudige
ee.-ik niet mogelijk zijn.
n netgeen er daarna in tweeden termijn
Kiiksrbegrooting gezegd werd, was
eigenlijk alleen de
rede van den heer
Albarda belangrijk.
Dominé Lingbeek
begon met de verkla
ring, dat 't mensch-
dom steeds slimmer
werd, alhoewel men
het aan hem niet zou
zeggen, want hij ver
kondigt steeds meer
dwaasheden over de
Katholieken.
Hij spreekt altijd
van de Roomschen.
Dat zijn geen men-
schen, die moeten
huiten recht en wet
LINGBEEK
hier te lande maar
worden gesteld, want hij windt het schande"
hier heel wat verder. We zeggen het Mgr.
Nolens na: de vredesgezindheid ligt hier
op ieder gezicht. Albarda's beroep op Zwe
den is ook niet juist en Branting moest van de
nationale ontwapening niets hebben. Theorie
is het verder dat men zich thans in de wereld
verdedigen kan met zedelijke middelen en daar
door rechtvaardigheid ook op nationaal gebied
kan verkrijgen.
Bij de bestrijding van den heer Veraart, die
het hem maar al te gemakkelijk had gemaakt,
moest natuurlijk de
Katholieke partij het
ontgelden. De een
heid van de partij
doet het. De heer
Albarda zou d'ie zoo
gaarne verbreken. Bij
de S.D.A.P. wordt ge
hoorzaamheid geëischt
als vroeger in het
Pruisische leger, maar
bij de Katholieken
mag dat niet. Men
begrijpt dadelijk dat
het de toepassing is
van het oude middel:
verdeel en heersch.
Over den godsdienst is natuurlijk ook ge
sproken. De rollen worden wel omgekeerd. De
arbeiders vervreemden door de S. D. A. P.
niet van den godsdienst, ja zelfs is het nood
zakelijk dat zij het socialisme aanvaarden,
anders gaat de Kerk ten gronde. Wij kennen
er echter wel die door de S. D. A. P, den
godsdienst hebben verloren, maar niet één man
of vrouw, die daar den godsdienst, die volgens
den heer Albarda, de stuwkracht moet zijn voor
het socialisme, hebben gevonden.
De heer Albara'a mag prachtige redevoerin
gen afsteken, waarin hij het tegendeel ver
telt, voor ons spreken de feiten. Het socialisme
Is hier te lande, in tegenstelling met Engeland,
den strijd tegen den godsdienst begonnen en
het baat nu niet dit te ontkennen.
ALBARDA
VERVOER VAN LEVENDE VISCH PER
VLIEGTUIG
dat wij door de hulp van do oude coalitie
partijen gelegenheid gekregen hebben om jaar
lijks millioen te verdienen.
:igens den heer Albarda zijn de lasten van
de Staatsuitgaven hier te lande volstrekt niet
te hoog. Wie beweert dat de druk te zwaar is,
vertelt een legende. Minister de Geer deelde
fristeren mede dat in een land dat aan den
oorlog had deelgenomen, de belastingdruk 37
per hoofd van de bevolking bedroeg en hier te
lande ver over de 100.
Wat de rede van den heer Albarda overigens
oratorisch te veel had, had zij aan inhoud te
weinig. Met zijn redeneering over ontwapening
mag hij de massa bepraten, maar In geen geval
de menschen die, zooals de beer Heemskerk
dat gisteren noemde, den neus nog wel eens
buiten de deur steken. Is de ontwapening van
Duitschland wel zoo groot als men meent, zou
den we willen vragen.
Met de geestelijke ontwapening zijn we
Goed geslaagd
Vanwege de K. L. M. wordt gemeld:
Steeds g,rooter wordt de verscheidenheid van
artikelen, welke voor het luchtvervoer in aan
merking ko-men. Thans worden bij de K. L.
M. op groote schaal proeven geno-mein met het
vervoer van voor oon»umpïie bestemde le
vende vióch in verschillende richtingen. De
zer dagen ging een groote proefzending naar
Engeland en de viseh kwam tot groote tevre
denheid van de ontvangers in de beste con
ditie aan. Reeds voor de onmiddellijke toe
komst opent dit vervoer goede vooruitzichten.
NA DE STAKING TE YLISSINGEN.
Ongewenschte foto's.
De kantonrechter te Middelburg veroordeel
de D. E., te Vlies lagen, die, tegen hun wil,
foto's van werkwilligen maakte «n deze ten
toonstelde en te koop aanbood tot 5 boete,
subs. 5 dagen hechtenis, met last tot terug
gave van het fototoestel, dat in beslag was
genomen.
MINISTERIÉELE WOORDEN
Als zonde moet gebrandmerkt blijven
datgene, wat men thans recht van
den mensch durft noemen
Woensdag is te A'dam de algemcene ver
gadering gehouden van de Nederlandsche Mid-
dernacht-zending-vereeniiging. In de middag
vergadering hield de minister van justitie
een toespraak.
Er is 'n nauw verhand, aldus spr., tusschen
de wetgeving en 't zedelijk volksbesef. Op de
omzetting van het zedelijk volksbesef was de
arbeid der vereeniging gericht. Het verzet van
den enkeling werd omgezet in een massale ac
tie geïnspireerd ook door overeenkomstige be
wegingen in het buitenland door de" klaroen-
stooten van een Josephine Butler en anderen
gewekt. Zoo werd niet slechts de reglemen
teering opgeruimd, maar zelfs het positieve
bondgenootschap tusschen overheidsingrijpen
en zedelijk volksbesef verkregen. Spr. herin
nerde voorts aan den arbeid van de com-
sultat-ieibnreaux der vereeniging voor onge
huwde moeders. Spr. memoreerde, hoe ook
hier het getuigen niet vruchteloos is ge
weest.
Ook op het instituut der reclasseering Wees
spr. Velen komen door de onzedelijkheid in
bond vaak met den drank, in aanraking met
den strafrechter. Hier is reclasseeringswexk
dikwijls tot zegen.
Maar zeker niet in de laatste plaats vindt de
vereeniging naast reddenden arbeid haar taak
in het getuigen. Daaraan beeft onze tijd ook
in zeer bijzonderen zin behoefte. Voor 40 jaren
ging dat getuigen bij wijze van spreken tegen
een afgeleid punt. Zelfs de reglementeering
ontkende tenslotte niet de onzedelijkheid van
do prostitutie. In dit opzieht is de tijd dien
wij beleven zooveel ernstiger. Hoe wordt nu
aan de grondslagen gewrikt. Wat tot dusver
als zedelijkheid werd erkend, heet thans vaak
verkrachting van de natuur. De strijd tegen
den hartstocht wordt niet als plicht erkend
maar de rechten van het onbeteugeld verlangen
gepredikt. Spr. wees op de verzwakking van
het zedelijk besef, ten aanzien van het huwe
lijk. Heit gevreesde woord „ouderwetsch" doet
opgeld voor hen, die tegenover dit uitleven dei-
natuur nog in allen eenvoud aan den plicht
tot beheersching der natuur durven vasthou
den. Daardoor wordt het getuigen weder een
zaak van bijzondere noodzakelijkheid. Het ge
tuigen" der vereeniging gaat tot den grondslag
der zedelijkheid, n.l. het gebod van God, terug.
Als zonde moet gebrandmerkt blijven dat
gene, wat men thans recht van den mensch
durft noemen. In het getuigen der vereeniging
moet gewezen worden naar de bron van kracht,
waarin de moeilijke en bij dezen tijdgeest zoo
veel zwaardere strijd tegen de zonde kan wor
den gestreden. Dit getuigen is ook voor de
overheid van zoo bijzondere beteekenis. Tegen
verwording der zeden staat zij zoo maobteloos.
Zij kan slechts uitwassen afsnijden en de
uiterste omtrekken beTeiken. Tot het hart ver
mag zij niet door te dringen. Waar zij machte
loos moet toezien op verschijnselen, die in hun
doorwerking de kostbaafste volksgoederdn be
dreigen, waardeert zij te meer allen ai-beid,
die geschiedt om de zedelijke verwording te
stuiten. Met den wensch, dat in het nieuwe
tijdperk, dat de vereeniging ingaat naast den
reddenden arbeid het getuigen voor de onver
anderlijke grondslagen van het zedelijk leven
een ruime plaats hebbe en dat God, ons volk
ten zegen, wel doe gelukken, besloot spr. zijn
toegejuichte rede.
DE TAXISTAKING IN DE HOOFDSTAD
Nog met geëindigd
Woensdagavond te ongeveer 6 uur belegden
de besturen van de Ned. chauffeursunie, ~afd.
van den Centr. Bond van transportarbeiders
en van de chauffeursunie „De Eendracht"
te Amsterdam een vergadering met de sta
kende taxichauffeurs van de B. W. T. Naar
aanleiding van een voorstel van de zijde
der werkgevers, inhoudende, dat 69 van de
94 stakende chauffeurs weer onmiddellijk
in dienst zouden worden genomen, gingen
Dinsdag geruchten, dat de staking zou zijn
opgeheven.
De overige chauffeurs zouden in verhand
met dit voorstel, naarmate er plaatsen vrij
kwamen, binnen drie maanden weer te werk
worden gesteld. Gedurende deze periode, zouden
dan de chauffeursorganisatie en de werk
gevers ieder voor de helft den steun op zich
nemen van de nog werklooze chauffeurs.
In de Woensdag gehouden vergadering werd
echter mededeeling gedaan van een brief van
de zijde der werkgevers, waarin deze verklaar
den niet te kunnen garandeeren, dat de stakers
weer allen binnen drie maanden te werk ge
steld zouden worden en ook niet te kunnen
bijdragen in een steunverleening aan de nog
niet te werk gestelde chauffeurs.-
Naar aanleiding van dit schrijven besloot de
vergadering, die door alle 94 stakers was be
zocht, de staking met onverminderde kracht
voort te zetten.
VOOR EEN PORTIE IN 22 MILLIOEN
MET DE FIETS GESLIPT EN ONDER
EEN BIETENKAR
Door een der wielen vermorzeld
To Made is het 12-jarig zoontje van M. S.
met zijn fiets geslipt en onder een bictenkar
terecht gekomen. Een der wielen ging den
ongelnkkigen knaap in de lengte over het
lichaam. Hij werd op slag gedood.
HET DRAMA OP DEN NOORD-WEST
BUITENSINGEL IN DEN HAAG
UTRECHTSCH STED. ORCHEST.
Tot voorzitter van de vereeniging „Het
Utredhtedh Stedelijk Orchest" is in de plaats
van den afgetreden voorzitter dr. C. Hoitse-
ma, gekozen dr. G. W. van Heukelom. Namens
het bestuur bood mr. G. A. E. B. Meyer den
scheidenden voorzitter een ets van Van Leus
den aan, als bewijs van erkentelijkheid.
De gewonde agent weer in dienst.
De agent, die bij het drama, dat zich voor
enkele weken op een Zaterdagavond op den
N.W. Buitensingel te 's Hage heeft afgespeeld
'n dusdanigen klap In 't gezicht kreeg, dat hij
geruimen tijd thuis ziek heeft gelegen, is thans
weer in zooverre hersteld, dat hij sinds enkele
dagen dienst kan doen. Echter Iaa,t zijn toe
stand nog niet toe, dat hij weer bij den straat
dienst te werk is gesteld; voorloopig ia hij
met andere werkzaamheden, voornamelijk op
het politiebureau, belast.
AANRIJDING DOOR EEN AUTO.
Een drietal aangeredenen te water geraakt.
Op den Looeduinscheweg te 's Graven-hage
iis Woensdagavond bij de trapjeebrug een
auto in botsing gekomen met een dame, die
op een fiets reed en met een motorwielrijder.
De dame, de motorwielrijder en nog een da
me, die op de duo-zitting van het motorrijwiel
gezeten had, geraakten te water, maar konden
door eenige omstanders spoedig gered worden.
Het bleek, dat geen van allen letsel bekomen
had; de wielrijdster is echter naar het zieken
huis gebracht, daar zij zeer van streek was. La
ter is zij weer naar huis terug gekeerd.
De autobestuurder, die het ongeluk veroor-
zaakt zou hebben, Is doorgereden. Men heeft
hem nog niet kunnen opsporen.
DE ACTIE IN HET VISSCHEKI.TBEDRIJF.
De leden der vereeniging van kleine -renders
te IJmuiden hebben besloten deze vereeniging
te liquideeren en- zich aan te sluiten bij de
reeds jaren bestaande vereeniging van ree
ders van visschersvaartnigen aldaar.
j n Romance van eqn huwelijksleven,
naar .het Engelseb
van
KATE HORN.
14.)
HOOFDSTUK VII.
Ons eerste diner.
,,Wie ernstig begonnen is met
innerlijk hocger te leven, begint
uiterlijk zich in alles te ver
eenvoudigen."
In den morgen van den volgenden dag kwam
er van King's Chevral Hall een buitengewoon
lorsch gebouwde bediende met een boodschap.
Hij voerde even een strijd op alle wapens met
juffrouw Honingzoet, die hem den toegang
door het achtertui'nitje wilde ontzeggen waar-
van ik buiten mijn wil getuige was, daïlr ik in
de keuken het tafelzilver opwaschte.
Juffrouw hield er een geheel eigen methode
op na om het erf schoon te houden, die zoo
vaag genoemd kon worden, dat een buiten
staander er geen vat o-p kon krijgen en de be
diende was dam ook het hek binnen gestapt
met een air alsof hij op eieren liep. Met één
oog naar Edward, die vlijtig aan het spitten
was en het andere naar de verwaarloosde stal
len Rep hij naar de deur, in welke manoeuvre
hij door de plotseling opdagende heerscheres
van het Witte Huis werd gehandicapt. Hij was
in Londen opgevoed, en daardoor niet voorbe
reid op de gewoonten van de inwoners in Suf
folk. Hij verborg zijn woede niet over een in
richting die begon en eindigde met juffrouw
Honingzoet.
Wij waren natuurlijk al lang door het ge-
heele dorp over den hekel gehaald, en, zooals
gwirtukelijk, hadden de bedienden der heeren-
hnUpïi daarin h-t hoegfte woord gchnd. Het
is nu eenmaal een onomstootbaar feit, dat deze
jnenschen de gedragingen van hun huurlieden
nog scherper onder de loupe nemen, dan hun
meesteressen.
Twijfel en spot lagen in elke houding, in
iederen trek van zijn gezicht te lezen, toen hij
zijn aandacht op de afgewreven tafellepeltjes
concentreerde. Ik durf er wel een eed op doen,
dat mijn man en ik het onderwerp waren van
do twoe grapjes, die hij zich tegenover onze fac
totum veroorloofde. Ik verwachtte dan ook een
danig iVoordendebat, maar had niet het minst
vermoeden op een uitval van menschelijkc
woede, die ik niet anders dan lafhartig kan
noemen, want plotseling goot juffrouw Honing
zoet een pan met schatelwater over het erf,
zonder ook maar Iemand te waarschuwen.
Isu wist ik wel, wat ze daarmee voorhad.
De eerste manoeuvre zou door meerdere
worden gevolgd om het plaatsje onder water
te zetten. Daarna zou ze het water met een
veger terug in de goot schuren en dan was deze
karwei weer voor een week uit de voeten. De
bediende wilde den kwak water door een Imo
gen sprong ontwijken, maar vergat dat hij er
toch in ieder geval weer in zou moeten afdalen
en wel met zoo'n kracht, dat de vuile spatten
tot op de schouderstukken van zijn livrei te
recht kwamen. Ik liet mijn lepels in den steek
en snelde naar Edward, die met een grasschaar
de perken van ons voortuintje wat kortte.
Ik dacht dat hij zpu gaan vloeken, en om
dat ik geen leelijlte woorden kan hooren van
iemand, dien we later wellicht op de thee in
de Hall zullen ontmoeten, ben ik maar onmid
dellijk naar jou toe gevlucht, manlief. Ik zou
ze telkens hooren, als hij mij den schotel met
cakes aanreikte.
Och, een frisch bad zou voor Mrs. Spinks
bedienden een ware uitkomst zijn, geloof ik
zei Edward, terwijl hij met grooten ernst een
verdwaalde margriet plukte. En het is erg
warm weer.
O, maar ze doet wellicht net eender als
Lady Buckminster, die elke week de kruiden
uitreikt voor de baden van haar personeel, zei
ik nadenkend. Vind je, dat ik juffrouw Honing
zoet onder handen moet nemen
Ik zou dat risico maar niet op me ne
men, zei mijn man erg wijs. Die kleine douche
is waarschijnlijk de zoete wraak van een lang
durige veete en binnen enkele oo-genblikken
zullen beide partijen zich opgefrlscht gevoelen.
Op dat oogenblik kwam onze werkster naar
ons toe met een brief, dien ze met de tip van
haar schort vasthoudend voorzichtig voor zich
uithield.
Ik was net h«t zi'vsr aau het por*«*a.
mum, toen die jonge man aan kwam 'draven]
zei ze, even verwijtend als leugenachtig. Ik was
juist bezig met 2e in het witte papje te zetten.
Ze kon haar triomf niet onderdrukken en
toen ik het briefje aannam, zag ik hoe haar
oogen nog schitterenden van de zoete wrake. Ed
ward merkte terloops op, dat hij hoopte, dat
juffrouw Honingzoet den bediende na zijn
warme wandeling iets verfrieschends had aan
geboden.
Aan een bediende van de Hall 1 riep ze
met een schrille stem. Ik zou me niet graag
daartoe verlagen
Tut, tut, juffrouw Honingzoet, zei ik
Buasend. Ik zal even een antwoord schrijven
en dit naar u brengen. En ik wist haar weer
naar haar heiligdom terug te voeren, zonder
dat ze een -dier hevig interessante confiden
ties had gedaan betreffende de betrekking
tusschen het. personele! van de Hall en de an
dere bedienden van King's Chevral.
Mrs. Spink's briefpapier had een lavendel-
kleur en droeg zoowel op den brief als de en
veloppe een In gondrelief uitgevoerd familie
wapen. Een Herald zou er bij geschreid heb
ben, want aan beide kanten waren draken en
kanteelen door elkaar gevlochten, terwijl bo
ven en links een prehistorische duif met een
olijftak in haar bek als inerkteieken, dat
een Spink-voorvader in de ark had gezeten -
op een zwarte boog rustte.
Het zóu alles zeer interressant zijn, zei
Edward zeer nadenkend, terwijl hij de enve
loppe bestudeerde en ik het briefje trachtte te
ontcijferen, als het niet zoo naar kruidnagelen
en petroleum rook.
Kijk eens, Edward, zei ik. Het is een
uitnoodiging, maar ze schijnen er hier op het
platte land speciale methoden op na te houden
ik geloof echter, dat ze het heusch goed
bedoelt.
Lees eens voor, zei Edward, die over
mijn schouder het onhandige schrift bestu
deerde, dat veel weg had van de dooltochten
van een uit den inkt gekropen spin.
Beste Mrs. Estcoui't,
Mr. Spink en ik hopen van ganscher hartie,
dat u morgen avond om half acht met ons aal
willen dineeren. Ik weet zeker, dat u het aar
dig zult vinden om daar kennis te maken met
Lady Mason en de enkele kennissen, die wij
hebben nitgenoodigd. Eu de hooggeboren Mrs.
Fenn brandt van verlangen om kenni3 met u
te maken eii u zult zeker wel een vriendelijke
en hulpvaardig'e buurvrouw aan haar hebben,
We gaan precies op tijd aan tafel en als het
régent zal Mr. Spink een rijtuig zenden, maar
iaat !...m asjeblief niet ie lang wacht*.:., t,a;>r
we den koetsier op het oogenblik mi eiüjk in
de stallen kunnen missen, daar een &r paar
den een veulen verwacht.
Hoogachtend,
ROSABEL SPINK.
Mrs. Fenn, zei Edward, terwijl hij na
denkend zijn hand over zijn kin streek. Als ik
het wel heb Is zij de schoondochter van Lord
Goodchild. Jem Fenn is met een rijke
vrouw getrouwd naar ik gehoord heb. Maar
daar ik hem niet meer gezien heb, sinds wij
samen op Eton waren, is de zaak zoo gezond
als een visch.
Zullen we gaan, Edward?
Natuurlijk, lieveling. Dat spaart ons
thuis een maaltijd uit en ben je
het niet met me eens, dat een verandering van
het eeuwige kuikens, eieren of ham nuttig zal
zijn voor onze organen
Maar mijn aspiraties waren natuurlijk veel
hooger. Ik groeide reeds bij de gedacht» dat tk
Melincourts keurige avondjapon zou dragen en
Mrs. Spink paf zou laten staan voor mijn kort
haar toilet. Nadat ik dus het antwoord had ge-
sehreven op bet allergewoonste papier, dat ik
maar vinden kon, liep ik Nancy Beevor een
eind tegemoet, die bij ons zou komen thee
drinken en samen poetsten we het zilver.
Toen bemerkte ik plotseling in de stoffige
lade een .serie „London Cries'1 en we sprongen
metera hoog van plelzier.
Ze moest natuurlijk enkele confidenties doen
betreffende Captain Spink, die ze met een ver
rukkelijke argeloosheid aan haar boordevol
hartje liet ontsnappen. Ze vertelde me dat ze
zeer strikt bij haar Standpunt gebleven was
om hem niet meer stiekum te ontmoeten, sinds
ons vorig thee-uurtje, maar dat hij toch kans
gezien had om gisteren bij de lunch haar hand
te streelen onder de beschutting van een des
sertschotel.
We.zijn werkelijk verloofd au, Gabriëlle, ze 1
ze erg gewichtig, terwijl ze in de deur naar het
landschap stond te kijken, waar gouden Jull-
hitte boven het grasveld stond. Maar Ik wil na
tuurlijk niet hebben, dat hij ook maar op
eenige manier zijn toekomst in die war zou
brengen. Zijn ouders zouden heslist alle ver
deren toevoer van financiën afsnijden als ze
te weten kwamen dat hij verliefd
op me was, en die arme Jack heeft nu een
maal zoo'n duur leven. Het Hampshire Fusi
liers regiment is een vreeselijk chique bewe
ging, zie je.
Allemaal goed en wel, mompelde ik,
maar er zijn mannen, die nog grootere uitga
ven hadden en die alles h "b' - n weten vaar
wel te zeggenuit liefde.
EEN DER GELUKKIGEN ZIJN FORTUIN
DOOR DE ZIGEUNERS VOORSPELD
De hoofdpersoon waarom het hier gaat en die
de gelukkige erfgenaam in spe is, van ruini
een ton der 22 millioen, woont in Swaimen en
heet Ferdinand Grosveld. Hij is ongeveer 71
jaar oud en geboren te Horst.
In de maand Maart van het vorig jaar kwam
in een van de Limburgsohe bladen drie keer
'n oproep voor waarin de families Grosvela
en aikomelingen gezocht werden voor een be-
langrijke erfenis. Zich te wenden tot bureau
F. Bohmé, Luik.
Op zekeren dag vervoegde zich bij den zoon
van Grosvald, die te Born woonde, en weriti
zaam was in de staatsmijn Hendrik, een aam
nemer uit Luik, die in Born een complex
huizen bouwde. Deze toonde hem de oproeping
vooi de erfgenamen. De zoon kwam daarop
cl,reet naar Swaimen em er zijn vader over te
praten. Besloten werd op bedoelde advertentie
te scarqven en zit de familie Grosveld te wach-
ten o*p de heuglijke tijding van de toekenning
van 't naar toekomende gedeelte der millioenen.
Op de vraag of hij z'ch niets herinnerde over
een rijken oom of familielid, antwoordde G.,
dat zijn vader hem vroeger wei eens gezegd
had, dat hij nog wel eens veel zou erven en,
vadar bedoelde daarmee de nalatenschap van
Poules tV iertz, scheepskapitein, overleden in
het jaar 1692. Jaren geleden, aldus vertelde
ons Grosveld verder, voorspelden ons rond
trekkende zigeuners, dat ons nog eens een
groote erfenis ten deel zou vallen.
„Ver hubbe der altied ins mit gelache", ver
klaarde de vrouw, totdat verleden jaar be-
doelde oproep verscheen.
Wiertz was echter volgens den vader maar
oOOO rijk en in den loop van de ruim twee
eeuwen zou dit kapitaal met rente op rente
tot :f 22.Ö00.000 aangegroeid zijn.
Er moeten 200 erfgenamen zijn, waarvan
echter tot nu toe slechts 60 iets van zich hebben
laten hooren. Als het grootste gedeelte deT -200
erfgenamen gevonden zal zijn, zal het bedrag
verdeeld worden. Toen hem tenslotte werd ge
vraagd wat hij en zfln vrouw dachten te doen,
wanneer de '110.000 wordt uitgekeerd, ant
woordde de man heel laconiek:
„Neet völ, ver hubbe altied door wair en
windj motte góan en zolie dan Mie zeen as ver
rustig achter de schtoof klnne blieve zitte"'lj
ONDER EEN NEERVALLENDEN MUUR
VERMORZELD.
Fe Udem is de arbeider van Lieshout, bjj
het afbreken van een oud huis onder een
neervallenden muur gekomen. De man was
onmiddellijk dood.
OP EEN JACHTOPZIENER GESCHOTEN.
In den nacht van Maandag op Dinsdag ont
moetten de jachtopziener A. Krainers en A.
Koebergen uit Gem-ert ln het jachtveld Rouwcn-
hovst onder de gemeente Gemert een drietal
lichtbakstroopers. Bij de achtervolging loet©
ean dor «troopers een schot, waardoor Hoeber-
gen ernstig in den arm werd gewond. In ver
band hiermede heeft de politie aangehouden
den arbeider R. uit Baeken en den metselaar
A, E. uit Gemept. D© laatste bleek de dader
to zijn. Zij zijn naar het Huis van Bewaring
te T' oer mond overgebracht.
PAARD OP HOL GESLAGEN
Höt kostte den voerman het leven
Op den Utreebteehen weg te De Bilt ie da
21-jarige v- G., door het op hol slaan van
het paard van zijn kar gevallen. Ernstig ver
wond ia hij naar de Emana-kliniek te Utrecht
vervoerd waar hij, naar het „U. D." meldt, aan
de gevolgen is overleden.
Ik dacht op het oogenblik aan Edward en
het leven, dat hij steeds geleid had zijn fa
belachtige clubrökeningen, Rauëlagh en Hur-
lingham, zijn dure kleermakers uit Bondstreet,
zijn jachtpartijen en ochtendritten op zijn
kostbare paarden.
O, dat weet ik wel, zei Nancy. Maar je
begrijpt, dat de Spinks overtuigd zijn, dat hij
dat alles nooit zal kunnen vaarwel zeggen en
zelf zullen ze daar ook niet van inkomen Zij
zien vael te graag dat hij een der eersten van
zijn regiment is.
Kijk eens naar Edward, zei ik. Al zijn
voorvaders hebben hetzelfde greote leven ge
leid, en heeft hij niet, zonder «en kik te geven
dit alles weten op te offeren.
En alsof Edward mijn stem gehoord had,
keek hij even van het veld op, waar hij zorg
vuldig het onkruid aan het wieden was en hij
knikte me eens vriendelijk toe.
Die twee weken harden veldarbeid hadden
in Edward een merkwaardige verandering te
weeggebracht. Hij was bruin en geheel door de
zon verbrand. Hij had iets flinks over zich gts-
kregen, iets resoluuts, dat hem bijzonder goed
stond en ik vond hem veel knapper, dan het
keurig in pak en boord gestoken heertje, dat
als een onbeteekend dandytje de salons af
liep. Ik wuitde hem ten antwoord toe, terwijl
hij het zweet van zijn voorhoofd wischte en zijn
stroohoed wat naar achteren schoof. Impulsief
zei ik
Is liij geen schat van een man, Nancy
Ik heb altijd gevreesd, dat jouw galant wat
burgerlijke manieren van zijn voorouders zou
meebrengen, waar Edward niets van weg heeft.
Toch kan ik dien jongen Spink 'heel graag zet
ten. Maar dit is het verschil tusschen hem en
Edward als Edward veldarbeid verricht
blijft hij edelman van geboorte als Spink een
blazoen op zijn naamkaartje laat drukken
blijft hij burger. Daarom zou ik het heelemaal
niet erg voor hem vinden, indien hij eens wat
materieele zorgen kende, voordat hij jou in zijn
huis opneemt Ik geloof, dat hij een dier slacht
offers van vvoegopgeschoten rijkdom is.
(Wordt vervolgd.)