FEUILLETON lig? VRIJDAG 16 NOVEMBER 1928 Ié I itov ""teü'i i 5 ttmm RIJKSBEGROOTING EN ALGEMEENE BESCHOUWINGEN TWEEDE BLAD DIE. „SLIMME" DOMINEE LINGBEEK! PAGINA 2 TEGEN HET HUIDIG ZEDENBEDERF. ERFGENAMEN GEZOCHT. EDWARD, IK EN JUFFROUW HONINGZOET. n4 5 i M Hllü ALBARDA OVER ONTWAPENING EN.-... GODSDIENST Voor werd doorgegaan met de behandeling van de Rijkebegrooting, moesten eerst de spreektijden geregeld worden bij de begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en een 17 tal wetsontwerpen met een conclusie den hamer passeeren. De spreektijden gaven den heer Duymaer van Twist aanleiding meer tijd dan vorige jaren te vragen voor de be schouwingen over de visscherij. De heer Duymaer van Twiet kreeg zijn zin en mag gedurende 'n halt uur een van zijn stokpaard jes berijden, waarbij de heer Schaper hoopt, dat de andere leden van deze uitbreiding van spreektijd geen misbruik zullen maken. De conclusie op een adres van een gewezen houtvester bij het boschwezen In Ned.-Indië die op 28 November 1923 eervol was ontslagen, lokte een korte gedachtenwisseling uit. De commissie wil een nieuw onderzoek, want de heer H. J. Koeter weet tot op dit oogenblik nog niet, wat hem ten laste is gelegd en waarom hij eervol ontslagen is. De minister is genegen aan dat verzoek te voldoen, maar eerst moet hij beschikken over de noodige gegevens. Dat lijkt ons het vreemde in deze zaak. Daaruit blijkt weer eens, dat er in de verbinding en de samenwerking tusschen het departement en de regeering in het rijk in Indië iets niet deugt. Op 22 Mei 1927, dus bijna en maanden geleden, heeft de minister zich in verbinding gesteld met de Indische regee- rlng om gegevens in deze zaak te krijgen en niettegenstaande hij herhaaldelijk getelegra feerd heeft en op spoed aangedrongen, beschikt 3 j op dit oogenblik nog niet over de gegevens, die hem in staat stellen een meening uit te spreken. Zpo iets moest hij een eenvoudige ee.-ik niet mogelijk zijn. n netgeen er daarna in tweeden termijn Kiiksrbegrooting gezegd werd, was eigenlijk alleen de rede van den heer Albarda belangrijk. Dominé Lingbeek begon met de verkla ring, dat 't mensch- dom steeds slimmer werd, alhoewel men het aan hem niet zou zeggen, want hij ver kondigt steeds meer dwaasheden over de Katholieken. Hij spreekt altijd van de Roomschen. Dat zijn geen men- schen, die moeten huiten recht en wet LINGBEEK hier te lande maar worden gesteld, want hij windt het schande" hier heel wat verder. We zeggen het Mgr. Nolens na: de vredesgezindheid ligt hier op ieder gezicht. Albarda's beroep op Zwe den is ook niet juist en Branting moest van de nationale ontwapening niets hebben. Theorie is het verder dat men zich thans in de wereld verdedigen kan met zedelijke middelen en daar door rechtvaardigheid ook op nationaal gebied kan verkrijgen. Bij de bestrijding van den heer Veraart, die het hem maar al te gemakkelijk had gemaakt, moest natuurlijk de Katholieke partij het ontgelden. De een heid van de partij doet het. De heer Albarda zou d'ie zoo gaarne verbreken. Bij de S.D.A.P. wordt ge hoorzaamheid geëischt als vroeger in het Pruisische leger, maar bij de Katholieken mag dat niet. Men begrijpt dadelijk dat het de toepassing is van het oude middel: verdeel en heersch. Over den godsdienst is natuurlijk ook ge sproken. De rollen worden wel omgekeerd. De arbeiders vervreemden door de S. D. A. P. niet van den godsdienst, ja zelfs is het nood zakelijk dat zij het socialisme aanvaarden, anders gaat de Kerk ten gronde. Wij kennen er echter wel die door de S. D. A. P, den godsdienst hebben verloren, maar niet één man of vrouw, die daar den godsdienst, die volgens den heer Albarda, de stuwkracht moet zijn voor het socialisme, hebben gevonden. De heer Albara'a mag prachtige redevoerin gen afsteken, waarin hij het tegendeel ver telt, voor ons spreken de feiten. Het socialisme Is hier te lande, in tegenstelling met Engeland, den strijd tegen den godsdienst begonnen en het baat nu niet dit te ontkennen. ALBARDA VERVOER VAN LEVENDE VISCH PER VLIEGTUIG dat wij door de hulp van do oude coalitie partijen gelegenheid gekregen hebben om jaar lijks millioen te verdienen. :igens den heer Albarda zijn de lasten van de Staatsuitgaven hier te lande volstrekt niet te hoog. Wie beweert dat de druk te zwaar is, vertelt een legende. Minister de Geer deelde fristeren mede dat in een land dat aan den oorlog had deelgenomen, de belastingdruk 37 per hoofd van de bevolking bedroeg en hier te lande ver over de 100. Wat de rede van den heer Albarda overigens oratorisch te veel had, had zij aan inhoud te weinig. Met zijn redeneering over ontwapening mag hij de massa bepraten, maar In geen geval de menschen die, zooals de beer Heemskerk dat gisteren noemde, den neus nog wel eens buiten de deur steken. Is de ontwapening van Duitschland wel zoo groot als men meent, zou den we willen vragen. Met de geestelijke ontwapening zijn we Goed geslaagd Vanwege de K. L. M. wordt gemeld: Steeds g,rooter wordt de verscheidenheid van artikelen, welke voor het luchtvervoer in aan merking ko-men. Thans worden bij de K. L. M. op groote schaal proeven geno-mein met het vervoer van voor oon»umpïie bestemde le vende vióch in verschillende richtingen. De zer dagen ging een groote proefzending naar Engeland en de viseh kwam tot groote tevre denheid van de ontvangers in de beste con ditie aan. Reeds voor de onmiddellijke toe komst opent dit vervoer goede vooruitzichten. NA DE STAKING TE YLISSINGEN. Ongewenschte foto's. De kantonrechter te Middelburg veroordeel de D. E., te Vlies lagen, die, tegen hun wil, foto's van werkwilligen maakte «n deze ten toonstelde en te koop aanbood tot 5 boete, subs. 5 dagen hechtenis, met last tot terug gave van het fototoestel, dat in beslag was genomen. MINISTERIÉELE WOORDEN Als zonde moet gebrandmerkt blijven datgene, wat men thans recht van den mensch durft noemen Woensdag is te A'dam de algemcene ver gadering gehouden van de Nederlandsche Mid- dernacht-zending-vereeniiging. In de middag vergadering hield de minister van justitie een toespraak. Er is 'n nauw verhand, aldus spr., tusschen de wetgeving en 't zedelijk volksbesef. Op de omzetting van het zedelijk volksbesef was de arbeid der vereeniging gericht. Het verzet van den enkeling werd omgezet in een massale ac tie geïnspireerd ook door overeenkomstige be wegingen in het buitenland door de" klaroen- stooten van een Josephine Butler en anderen gewekt. Zoo werd niet slechts de reglemen teering opgeruimd, maar zelfs het positieve bondgenootschap tusschen overheidsingrijpen en zedelijk volksbesef verkregen. Spr. herin nerde voorts aan den arbeid van de com- sultat-ieibnreaux der vereeniging voor onge huwde moeders. Spr. memoreerde, hoe ook hier het getuigen niet vruchteloos is ge weest. Ook op het instituut der reclasseering Wees spr. Velen komen door de onzedelijkheid in bond vaak met den drank, in aanraking met den strafrechter. Hier is reclasseeringswexk dikwijls tot zegen. Maar zeker niet in de laatste plaats vindt de vereeniging naast reddenden arbeid haar taak in het getuigen. Daaraan beeft onze tijd ook in zeer bijzonderen zin behoefte. Voor 40 jaren ging dat getuigen bij wijze van spreken tegen een afgeleid punt. Zelfs de reglementeering ontkende tenslotte niet de onzedelijkheid van do prostitutie. In dit opzieht is de tijd dien wij beleven zooveel ernstiger. Hoe wordt nu aan de grondslagen gewrikt. Wat tot dusver als zedelijkheid werd erkend, heet thans vaak verkrachting van de natuur. De strijd tegen den hartstocht wordt niet als plicht erkend maar de rechten van het onbeteugeld verlangen gepredikt. Spr. wees op de verzwakking van het zedelijk besef, ten aanzien van het huwe lijk. Heit gevreesde woord „ouderwetsch" doet opgeld voor hen, die tegenover dit uitleven dei- natuur nog in allen eenvoud aan den plicht tot beheersching der natuur durven vasthou den. Daardoor wordt het getuigen weder een zaak van bijzondere noodzakelijkheid. Het ge tuigen" der vereeniging gaat tot den grondslag der zedelijkheid, n.l. het gebod van God, terug. Als zonde moet gebrandmerkt blijven dat gene, wat men thans recht van den mensch durft noemen. In het getuigen der vereeniging moet gewezen worden naar de bron van kracht, waarin de moeilijke en bij dezen tijdgeest zoo veel zwaardere strijd tegen de zonde kan wor den gestreden. Dit getuigen is ook voor de overheid van zoo bijzondere beteekenis. Tegen verwording der zeden staat zij zoo maobteloos. Zij kan slechts uitwassen afsnijden en de uiterste omtrekken beTeiken. Tot het hart ver mag zij niet door te dringen. Waar zij machte loos moet toezien op verschijnselen, die in hun doorwerking de kostbaafste volksgoederdn be dreigen, waardeert zij te meer allen ai-beid, die geschiedt om de zedelijke verwording te stuiten. Met den wensch, dat in het nieuwe tijdperk, dat de vereeniging ingaat naast den reddenden arbeid het getuigen voor de onver anderlijke grondslagen van het zedelijk leven een ruime plaats hebbe en dat God, ons volk ten zegen, wel doe gelukken, besloot spr. zijn toegejuichte rede. DE TAXISTAKING IN DE HOOFDSTAD Nog met geëindigd Woensdagavond te ongeveer 6 uur belegden de besturen van de Ned. chauffeursunie, ~afd. van den Centr. Bond van transportarbeiders en van de chauffeursunie „De Eendracht" te Amsterdam een vergadering met de sta kende taxichauffeurs van de B. W. T. Naar aanleiding van een voorstel van de zijde der werkgevers, inhoudende, dat 69 van de 94 stakende chauffeurs weer onmiddellijk in dienst zouden worden genomen, gingen Dinsdag geruchten, dat de staking zou zijn opgeheven. De overige chauffeurs zouden in verhand met dit voorstel, naarmate er plaatsen vrij kwamen, binnen drie maanden weer te werk worden gesteld. Gedurende deze periode, zouden dan de chauffeursorganisatie en de werk gevers ieder voor de helft den steun op zich nemen van de nog werklooze chauffeurs. In de Woensdag gehouden vergadering werd echter mededeeling gedaan van een brief van de zijde der werkgevers, waarin deze verklaar den niet te kunnen garandeeren, dat de stakers weer allen binnen drie maanden te werk ge steld zouden worden en ook niet te kunnen bijdragen in een steunverleening aan de nog niet te werk gestelde chauffeurs.- Naar aanleiding van dit schrijven besloot de vergadering, die door alle 94 stakers was be zocht, de staking met onverminderde kracht voort te zetten. VOOR EEN PORTIE IN 22 MILLIOEN MET DE FIETS GESLIPT EN ONDER EEN BIETENKAR Door een der wielen vermorzeld To Made is het 12-jarig zoontje van M. S. met zijn fiets geslipt en onder een bictenkar terecht gekomen. Een der wielen ging den ongelnkkigen knaap in de lengte over het lichaam. Hij werd op slag gedood. HET DRAMA OP DEN NOORD-WEST BUITENSINGEL IN DEN HAAG UTRECHTSCH STED. ORCHEST. Tot voorzitter van de vereeniging „Het Utredhtedh Stedelijk Orchest" is in de plaats van den afgetreden voorzitter dr. C. Hoitse- ma, gekozen dr. G. W. van Heukelom. Namens het bestuur bood mr. G. A. E. B. Meyer den scheidenden voorzitter een ets van Van Leus den aan, als bewijs van erkentelijkheid. De gewonde agent weer in dienst. De agent, die bij het drama, dat zich voor enkele weken op een Zaterdagavond op den N.W. Buitensingel te 's Hage heeft afgespeeld 'n dusdanigen klap In 't gezicht kreeg, dat hij geruimen tijd thuis ziek heeft gelegen, is thans weer in zooverre hersteld, dat hij sinds enkele dagen dienst kan doen. Echter Iaa,t zijn toe stand nog niet toe, dat hij weer bij den straat dienst te werk is gesteld; voorloopig ia hij met andere werkzaamheden, voornamelijk op het politiebureau, belast. AANRIJDING DOOR EEN AUTO. Een drietal aangeredenen te water geraakt. Op den Looeduinscheweg te 's Graven-hage iis Woensdagavond bij de trapjeebrug een auto in botsing gekomen met een dame, die op een fiets reed en met een motorwielrijder. De dame, de motorwielrijder en nog een da me, die op de duo-zitting van het motorrijwiel gezeten had, geraakten te water, maar konden door eenige omstanders spoedig gered worden. Het bleek, dat geen van allen letsel bekomen had; de wielrijdster is echter naar het zieken huis gebracht, daar zij zeer van streek was. La ter is zij weer naar huis terug gekeerd. De autobestuurder, die het ongeluk veroor- zaakt zou hebben, Is doorgereden. Men heeft hem nog niet kunnen opsporen. DE ACTIE IN HET VISSCHEKI.TBEDRIJF. De leden der vereeniging van kleine -renders te IJmuiden hebben besloten deze vereeniging te liquideeren en- zich aan te sluiten bij de reeds jaren bestaande vereeniging van ree ders van visschersvaartnigen aldaar. j n Romance van eqn huwelijksleven, naar .het Engelseb van KATE HORN. 14.) HOOFDSTUK VII. Ons eerste diner. ,,Wie ernstig begonnen is met innerlijk hocger te leven, begint uiterlijk zich in alles te ver eenvoudigen." In den morgen van den volgenden dag kwam er van King's Chevral Hall een buitengewoon lorsch gebouwde bediende met een boodschap. Hij voerde even een strijd op alle wapens met juffrouw Honingzoet, die hem den toegang door het achtertui'nitje wilde ontzeggen waar- van ik buiten mijn wil getuige was, daïlr ik in de keuken het tafelzilver opwaschte. Juffrouw hield er een geheel eigen methode op na om het erf schoon te houden, die zoo vaag genoemd kon worden, dat een buiten staander er geen vat o-p kon krijgen en de be diende was dam ook het hek binnen gestapt met een air alsof hij op eieren liep. Met één oog naar Edward, die vlijtig aan het spitten was en het andere naar de verwaarloosde stal len Rep hij naar de deur, in welke manoeuvre hij door de plotseling opdagende heerscheres van het Witte Huis werd gehandicapt. Hij was in Londen opgevoed, en daardoor niet voorbe reid op de gewoonten van de inwoners in Suf folk. Hij verborg zijn woede niet over een in richting die begon en eindigde met juffrouw Honingzoet. Wij waren natuurlijk al lang door het ge- heele dorp over den hekel gehaald, en, zooals gwirtukelijk, hadden de bedienden der heeren- hnUpïi daarin h-t hoegfte woord gchnd. Het is nu eenmaal een onomstootbaar feit, dat deze jnenschen de gedragingen van hun huurlieden nog scherper onder de loupe nemen, dan hun meesteressen. Twijfel en spot lagen in elke houding, in iederen trek van zijn gezicht te lezen, toen hij zijn aandacht op de afgewreven tafellepeltjes concentreerde. Ik durf er wel een eed op doen, dat mijn man en ik het onderwerp waren van do twoe grapjes, die hij zich tegenover onze fac totum veroorloofde. Ik verwachtte dan ook een danig iVoordendebat, maar had niet het minst vermoeden op een uitval van menschelijkc woede, die ik niet anders dan lafhartig kan noemen, want plotseling goot juffrouw Honing zoet een pan met schatelwater over het erf, zonder ook maar Iemand te waarschuwen. Isu wist ik wel, wat ze daarmee voorhad. De eerste manoeuvre zou door meerdere worden gevolgd om het plaatsje onder water te zetten. Daarna zou ze het water met een veger terug in de goot schuren en dan was deze karwei weer voor een week uit de voeten. De bediende wilde den kwak water door een Imo gen sprong ontwijken, maar vergat dat hij er toch in ieder geval weer in zou moeten afdalen en wel met zoo'n kracht, dat de vuile spatten tot op de schouderstukken van zijn livrei te recht kwamen. Ik liet mijn lepels in den steek en snelde naar Edward, die met een grasschaar de perken van ons voortuintje wat kortte. Ik dacht dat hij zpu gaan vloeken, en om dat ik geen leelijlte woorden kan hooren van iemand, dien we later wellicht op de thee in de Hall zullen ontmoeten, ben ik maar onmid dellijk naar jou toe gevlucht, manlief. Ik zou ze telkens hooren, als hij mij den schotel met cakes aanreikte. Och, een frisch bad zou voor Mrs. Spinks bedienden een ware uitkomst zijn, geloof ik zei Edward, terwijl hij met grooten ernst een verdwaalde margriet plukte. En het is erg warm weer. O, maar ze doet wellicht net eender als Lady Buckminster, die elke week de kruiden uitreikt voor de baden van haar personeel, zei ik nadenkend. Vind je, dat ik juffrouw Honing zoet onder handen moet nemen Ik zou dat risico maar niet op me ne men, zei mijn man erg wijs. Die kleine douche is waarschijnlijk de zoete wraak van een lang durige veete en binnen enkele oo-genblikken zullen beide partijen zich opgefrlscht gevoelen. Op dat oogenblik kwam onze werkster naar ons toe met een brief, dien ze met de tip van haar schort vasthoudend voorzichtig voor zich uithield. Ik was net h«t zi'vsr aau het por*«*a. mum, toen die jonge man aan kwam 'draven] zei ze, even verwijtend als leugenachtig. Ik was juist bezig met 2e in het witte papje te zetten. Ze kon haar triomf niet onderdrukken en toen ik het briefje aannam, zag ik hoe haar oogen nog schitterenden van de zoete wrake. Ed ward merkte terloops op, dat hij hoopte, dat juffrouw Honingzoet den bediende na zijn warme wandeling iets verfrieschends had aan geboden. Aan een bediende van de Hall 1 riep ze met een schrille stem. Ik zou me niet graag daartoe verlagen Tut, tut, juffrouw Honingzoet, zei ik Buasend. Ik zal even een antwoord schrijven en dit naar u brengen. En ik wist haar weer naar haar heiligdom terug te voeren, zonder dat ze een -dier hevig interessante confiden ties had gedaan betreffende de betrekking tusschen het. personele! van de Hall en de an dere bedienden van King's Chevral. Mrs. Spink's briefpapier had een lavendel- kleur en droeg zoowel op den brief als de en veloppe een In gondrelief uitgevoerd familie wapen. Een Herald zou er bij geschreid heb ben, want aan beide kanten waren draken en kanteelen door elkaar gevlochten, terwijl bo ven en links een prehistorische duif met een olijftak in haar bek als inerkteieken, dat een Spink-voorvader in de ark had gezeten - op een zwarte boog rustte. Het zóu alles zeer interressant zijn, zei Edward zeer nadenkend, terwijl hij de enve loppe bestudeerde en ik het briefje trachtte te ontcijferen, als het niet zoo naar kruidnagelen en petroleum rook. Kijk eens, Edward, zei ik. Het is een uitnoodiging, maar ze schijnen er hier op het platte land speciale methoden op na te houden ik geloof echter, dat ze het heusch goed bedoelt. Lees eens voor, zei Edward, die over mijn schouder het onhandige schrift bestu deerde, dat veel weg had van de dooltochten van een uit den inkt gekropen spin. Beste Mrs. Estcoui't, Mr. Spink en ik hopen van ganscher hartie, dat u morgen avond om half acht met ons aal willen dineeren. Ik weet zeker, dat u het aar dig zult vinden om daar kennis te maken met Lady Mason en de enkele kennissen, die wij hebben nitgenoodigd. Eu de hooggeboren Mrs. Fenn brandt van verlangen om kenni3 met u te maken eii u zult zeker wel een vriendelijke en hulpvaardig'e buurvrouw aan haar hebben, We gaan precies op tijd aan tafel en als het régent zal Mr. Spink een rijtuig zenden, maar iaat !...m asjeblief niet ie lang wacht*.:., t,a;>r we den koetsier op het oogenblik mi eiüjk in de stallen kunnen missen, daar een &r paar den een veulen verwacht. Hoogachtend, ROSABEL SPINK. Mrs. Fenn, zei Edward, terwijl hij na denkend zijn hand over zijn kin streek. Als ik het wel heb Is zij de schoondochter van Lord Goodchild. Jem Fenn is met een rijke vrouw getrouwd naar ik gehoord heb. Maar daar ik hem niet meer gezien heb, sinds wij samen op Eton waren, is de zaak zoo gezond als een visch. Zullen we gaan, Edward? Natuurlijk, lieveling. Dat spaart ons thuis een maaltijd uit en ben je het niet met me eens, dat een verandering van het eeuwige kuikens, eieren of ham nuttig zal zijn voor onze organen Maar mijn aspiraties waren natuurlijk veel hooger. Ik groeide reeds bij de gedacht» dat tk Melincourts keurige avondjapon zou dragen en Mrs. Spink paf zou laten staan voor mijn kort haar toilet. Nadat ik dus het antwoord had ge- sehreven op bet allergewoonste papier, dat ik maar vinden kon, liep ik Nancy Beevor een eind tegemoet, die bij ons zou komen thee drinken en samen poetsten we het zilver. Toen bemerkte ik plotseling in de stoffige lade een .serie „London Cries'1 en we sprongen metera hoog van plelzier. Ze moest natuurlijk enkele confidenties doen betreffende Captain Spink, die ze met een ver rukkelijke argeloosheid aan haar boordevol hartje liet ontsnappen. Ze vertelde me dat ze zeer strikt bij haar Standpunt gebleven was om hem niet meer stiekum te ontmoeten, sinds ons vorig thee-uurtje, maar dat hij toch kans gezien had om gisteren bij de lunch haar hand te streelen onder de beschutting van een des sertschotel. We.zijn werkelijk verloofd au, Gabriëlle, ze 1 ze erg gewichtig, terwijl ze in de deur naar het landschap stond te kijken, waar gouden Jull- hitte boven het grasveld stond. Maar Ik wil na tuurlijk niet hebben, dat hij ook maar op eenige manier zijn toekomst in die war zou brengen. Zijn ouders zouden heslist alle ver deren toevoer van financiën afsnijden als ze te weten kwamen dat hij verliefd op me was, en die arme Jack heeft nu een maal zoo'n duur leven. Het Hampshire Fusi liers regiment is een vreeselijk chique bewe ging, zie je. Allemaal goed en wel, mompelde ik, maar er zijn mannen, die nog grootere uitga ven hadden en die alles h "b' - n weten vaar wel te zeggenuit liefde. EEN DER GELUKKIGEN ZIJN FORTUIN DOOR DE ZIGEUNERS VOORSPELD De hoofdpersoon waarom het hier gaat en die de gelukkige erfgenaam in spe is, van ruini een ton der 22 millioen, woont in Swaimen en heet Ferdinand Grosveld. Hij is ongeveer 71 jaar oud en geboren te Horst. In de maand Maart van het vorig jaar kwam in een van de Limburgsohe bladen drie keer 'n oproep voor waarin de families Grosvela en aikomelingen gezocht werden voor een be- langrijke erfenis. Zich te wenden tot bureau F. Bohmé, Luik. Op zekeren dag vervoegde zich bij den zoon van Grosvald, die te Born woonde, en weriti zaam was in de staatsmijn Hendrik, een aam nemer uit Luik, die in Born een complex huizen bouwde. Deze toonde hem de oproeping vooi de erfgenamen. De zoon kwam daarop cl,reet naar Swaimen em er zijn vader over te praten. Besloten werd op bedoelde advertentie te scarqven en zit de familie Grosveld te wach- ten o*p de heuglijke tijding van de toekenning van 't naar toekomende gedeelte der millioenen. Op de vraag of hij z'ch niets herinnerde over een rijken oom of familielid, antwoordde G., dat zijn vader hem vroeger wei eens gezegd had, dat hij nog wel eens veel zou erven en, vadar bedoelde daarmee de nalatenschap van Poules tV iertz, scheepskapitein, overleden in het jaar 1692. Jaren geleden, aldus vertelde ons Grosveld verder, voorspelden ons rond trekkende zigeuners, dat ons nog eens een groote erfenis ten deel zou vallen. „Ver hubbe der altied ins mit gelache", ver klaarde de vrouw, totdat verleden jaar be- doelde oproep verscheen. Wiertz was echter volgens den vader maar oOOO rijk en in den loop van de ruim twee eeuwen zou dit kapitaal met rente op rente tot :f 22.Ö00.000 aangegroeid zijn. Er moeten 200 erfgenamen zijn, waarvan echter tot nu toe slechts 60 iets van zich hebben laten hooren. Als het grootste gedeelte deT -200 erfgenamen gevonden zal zijn, zal het bedrag verdeeld worden. Toen hem tenslotte werd ge vraagd wat hij en zfln vrouw dachten te doen, wanneer de '110.000 wordt uitgekeerd, ant woordde de man heel laconiek: „Neet völ, ver hubbe altied door wair en windj motte góan en zolie dan Mie zeen as ver rustig achter de schtoof klnne blieve zitte"'lj ONDER EEN NEERVALLENDEN MUUR VERMORZELD. Fe Udem is de arbeider van Lieshout, bjj het afbreken van een oud huis onder een neervallenden muur gekomen. De man was onmiddellijk dood. OP EEN JACHTOPZIENER GESCHOTEN. In den nacht van Maandag op Dinsdag ont moetten de jachtopziener A. Krainers en A. Koebergen uit Gem-ert ln het jachtveld Rouwcn- hovst onder de gemeente Gemert een drietal lichtbakstroopers. Bij de achtervolging loet© ean dor «troopers een schot, waardoor Hoeber- gen ernstig in den arm werd gewond. In ver band hiermede heeft de politie aangehouden den arbeider R. uit Baeken en den metselaar A, E. uit Gemept. D© laatste bleek de dader to zijn. Zij zijn naar het Huis van Bewaring te T' oer mond overgebracht. PAARD OP HOL GESLAGEN Höt kostte den voerman het leven Op den Utreebteehen weg te De Bilt ie da 21-jarige v- G., door het op hol slaan van het paard van zijn kar gevallen. Ernstig ver wond ia hij naar de Emana-kliniek te Utrecht vervoerd waar hij, naar het „U. D." meldt, aan de gevolgen is overleden. Ik dacht op het oogenblik aan Edward en het leven, dat hij steeds geleid had zijn fa belachtige clubrökeningen, Rauëlagh en Hur- lingham, zijn dure kleermakers uit Bondstreet, zijn jachtpartijen en ochtendritten op zijn kostbare paarden. O, dat weet ik wel, zei Nancy. Maar je begrijpt, dat de Spinks overtuigd zijn, dat hij dat alles nooit zal kunnen vaarwel zeggen en zelf zullen ze daar ook niet van inkomen Zij zien vael te graag dat hij een der eersten van zijn regiment is. Kijk eens naar Edward, zei ik. Al zijn voorvaders hebben hetzelfde greote leven ge leid, en heeft hij niet, zonder «en kik te geven dit alles weten op te offeren. En alsof Edward mijn stem gehoord had, keek hij even van het veld op, waar hij zorg vuldig het onkruid aan het wieden was en hij knikte me eens vriendelijk toe. Die twee weken harden veldarbeid hadden in Edward een merkwaardige verandering te weeggebracht. Hij was bruin en geheel door de zon verbrand. Hij had iets flinks over zich gts- kregen, iets resoluuts, dat hem bijzonder goed stond en ik vond hem veel knapper, dan het keurig in pak en boord gestoken heertje, dat als een onbeteekend dandytje de salons af liep. Ik wuitde hem ten antwoord toe, terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd wischte en zijn stroohoed wat naar achteren schoof. Impulsief zei ik Is liij geen schat van een man, Nancy Ik heb altijd gevreesd, dat jouw galant wat burgerlijke manieren van zijn voorouders zou meebrengen, waar Edward niets van weg heeft. Toch kan ik dien jongen Spink 'heel graag zet ten. Maar dit is het verschil tusschen hem en Edward als Edward veldarbeid verricht blijft hij edelman van geboorte als Spink een blazoen op zijn naamkaartje laat drukken blijft hij burger. Daarom zou ik het heelemaal niet erg voor hem vinden, indien hij eens wat materieele zorgen kende, voordat hij jou in zijn huis opneemt Ik geloof, dat hij een dier slacht offers van vvoegopgeschoten rijkdom is. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6