Allerlei.
Woensdag 21 November 1928
Derde Blad
Pagina 1
Een oude knaap
tt—
-tot-
ONGETWIJFELD
Hij lag in het voormalig paardemved
rechts huiten de voormalige Zandpoort
ligt het aan mij, dat zoowat alles wat aar
dig is „voormalig" schijnt te moeten zijn?
Bij hoog water, als 't niet te groenig was,
kon je 'm zien, hij laag water tegen den
prijs van een paar modderschoenen. zelfs
er bij komen, wat ik eens gedaan heb, om
er een stok in te steken en te constateeren,
dat hij onwrikbaar was, want hij tantali
seerde me vreeselijk.
Ilij had de gedaante van een zwak-tapsche
buis van gegoten ijzer met een kanonnige
monding, had zoo van decimeter tot deci
meter een ringvormige verdikking, geen tap
pen ik spreek hier alleen verstaanbaar
voor hen, die hij 't „zware wapen" hebben
gediend! maar wat ik pretendeerde het
achterstuk te zullen zijn, zat verborgen in
den wallekant. De beschikker over stads-
baggermanncn en wat dies meer zij, ver
klaarde kalmeercnd:
Meneer 't is een ouwe secreetleiding
excuus van v. d. S. en weigerde er werk
van te maken. Ingewijden droomden van
een Oudheidkamer, maar officieel was nog
geen stap gedaan.
De goden waren ons, hem en mij, zeer
genadig; ze inspireerden den Bevelhebber
bovengenoemd met. liefde voor cementen
schoeinkjes, wat ik zeer toejuich, mits ze
gelijk, 't zij dankbaar erkend, veelal 't ge
val is nagenoeg onder water zitten. De
Paardengracht was aan de beurt; toen moest
hij wel, de Bevelhebber namelijk.
Met zijn vijven hebben ze hem, don geheim
zinnige, gelicht, nadat hij ontgraven was. Ik
mocht hem gaan kijken op oen terreintje
bij de cau-de-cologne-fabriek, waar hij zich
lag te vervelen tusschcn een hoop snoeihout
en een paar kapotte boomringen.
Hij was een kanon, maar ontoonbaar ver
roest en hem ontbrak een achterstuk. Ik heb,
hem afgehakt en opgemeten; kaliber 3 oude
duimen, lengte ongeveer 14*4 o.d.=3.70 M. dus
j 48 kalibers, waarop ik inlichtingen vroeg
aan het beste adres: bij den heer F. A. Hoef-
fer, directeur van het Nederlandsch Artille
rie-Museum op den Doorwerth.
liet met groote welwillendheid gegevene
was een kleine teleurstelling. Ik had gehoopt
in dezen oudön baas, die vermoedelijk het
lot van veel afgedankt geschut gedeeld
heeft, te moeten deelen als scliamppaal voor
een inrit er staat nu een lantaarn en ik
ben met u ten zeerste benieuwd, welke auto
bus hem zal mogen omrijden ik had ge
hoopt in hem een der „slangen" of „serpen-
tijnnn" te mogen begroeten, diev volgens een
lüen eeuwschen inventaris ten archieve in
't „stadsbushuys" lagen, maar de heer II.
schreef, dat konden, hoewel het type toen
reeds uitgevonden was, geen gegoten kanon
nen zijn geweest en een z.g. „kamerstuk", ge
lijk er, tot in de 18e eeuw en zelfs later op
de schepen in gebruik bleven. Hij achtte het,
afgaande op schets en beschrijving, niet on
mogelijk, dat dit exemplaar ook uit dien
tijd stamde. Maar zeg ik, dit deskundig oor
deel laat althans ruimte aan een wat vroege
Mateering, al zal onze vriend dan zeker van
de partij zijn geweest, toen in 1443 van Cu-
lemjpurg uit het slot A miner zoden verrast
werd, al heeft, hij dan niet in December 1417
Hubert van Culemborg vergezeld, die onder
de vanen van Jacoba van Beieren Gorcum
hielp berennen, niet meegebast in het koor
bij het beleg van Buren', welks heer zich
moeide in den verwarden strijd over de Gel-
derscho Successie. Om te ervaren, dat bet
met. groote heeren kwaad kersen eten kan
zijn, is er mogelijk ander geschut medege
voerd naar ,de. kqrto, doch fiksche ontmoe
ting bij 't Hertog Adolfsleegje (1466) en op
de expeditie tegen een troop roofgespuis, op
den toren te Schoonewoerd gevestigd, waar
toe Jasper van Culemborg in 1482 zich even
tijd gunde, heeft hij ook niet op de wallen
in batterij gestaan in 1428, om den smaad
te beleven, dat. de Proost van Aken achter
hem heen liep of in de Geldersche oorlogen,
tóen de Zuidwestelijke hemel gloeide van
brand door Maarten van Possums en ande
ren benden te Aspercn, Mariënwaard, Beest
°n Gellieum gesticht, maar Culemborg on
gemoeid bleef. 't. Is een respectabele lijst nie
ten die nog aan te vullen ware; rest, ons
geen krijgshaftige!' kans dan dat het stuk
°ud is opgekocht en hier ter stede nimmer
anders dan paal is geweest? Een bestuurder
fier oudheidkamer, waar het straks een eere-
P'aats krijgt, strijdt natuurlijk tot het uiter
ste, om dat niet te hoeven gelooven!
i.n het lioeft niet. Daar is in en om Gor-
cutn nog wel meer gevochten, ook, al komt
dit apocrief voor, in tijden, waarin onze
°ude vriend gegoten kan zijn geweest. Wel
heeft Alva de stad nimmer belegerd, maar
toen de ijzeren Hertog reeds lang verbitterd
2'jn zetel had geruimd, is ze. nog herhaalde-
''ik in staat van tegenweer gebracht, zoodat
alle aanleiding ls geweest om het modern*
ste geschut te koopen en ge moet vooral niet
denken, dat binnen den „tuin" der Geünieer
de Provintiön, die ook Culemborg omsloot,
zonder dat het er nu nochtans toe behoorde,
nooit eens de eene leeuw een nijdigen klauw
naar een anderen heeft uitgeslagen.
Hier krijgt de suppoost van ons bescheiden
museum zijn kans voor zoo'n broodnoodig
sappig verhaaltje en zelfs, naar het mij
voorkomt op een solieder historische basis
Toen hij na de pacificatie van Gent (1576)
kon terugkeeren van zijn erflanden, vond
Floris 1 van Pallandt er na het beheer van
Spaansche secpresters wel te verbeteren, zijn
stad Culemborg, door zware inlegeringen
aan den rand van het bankroet en do man,
die tegenover Granveile cn Alva, in den strijd
voor het nieuwe geloof, maar ook tegen de
Spaansche pogingen om boven den nogal
eigen-gerechtigden adel een sterk centraal
gezag te Vestigen, Oranje uit alle macht- ge
steund had, trok zich terug, ging zich de rest
van zijn leven uitsluitend aan zijn particu
liere zaken wijden. Dezelfde drang naar 't
eigen baas willen zijn, die de gewestelijke
staten zich tenslotte deed hekleedcn met de
„souvereiniteit" door de afzwering van '81
vacant gekomen, die haar in '79 reeds de
Unie deed sluiten, daar „eendracht maakt
macht" vormde hem tot den verbeten voor
vechter zijner „heerlijke" bevoegdheden, was
de oorzaak, dat hij zijn graafschap buiten
de Unie hield, voerde hem in dc bitterste
conflicten met de generaliteit, op wier macht
hij nochtans moest steunen en met de na
burige gewesten, speciaal het vroegere Sticht
van Utrecht, zoodat hij als oude man die
zijn tijd niet meer begreep, er eenmaal toe
kwam zich fel te beklagen: „die van Utrecht
waren hem grooterc vijanden dan de Spaan-
schen!" De Spaanschcn dat zegt wat die
hij toch zoo vurig haatte, dat «ijn laatste
Woorden voldoening waren: in hun handen
niet te hoeven sterven!
Vele waren van oudsher de punten van
wrijving met het Sticht: dat Culemborg een
wijkplaats was voor justitioneel-vervolgden,
dat de beidepartijen rechten deden gelden
op nieuwaangewassen waarden en zanden
in de Lek en op de visscherij, dat het Sticht
tolprivilege's schond, dat de rijke kapittelen
zich ergerden bezuiden de Lek liendheffers
als grondeigenaars te zijn op vreemd gebied
cn dus de kwetsbare stee bij alle conflicten
maar bovenal, dat het Iluis Culemborg zich
genesteld had te Ilonswijlt. De Hollandsche
graven hadden er onze Middeleeuwsche dy
nastie mee beleend, toen ze Oostelijk opdrin
gend door het Lekacces, er do hand over
hadden kunnen uitstrekken cn sedert hiel
den de CuLemborgsehe Heeren staande, dat
ze cr hooge en lage jurisdictie hadden, d.w.z.
zelfs doodvonnissen mochten doen 'voltrek
ken, waartoe overal elders alleen de Maar
schalk in het Neder Sticht bevoegd was. Tij
dens Floris' grootvader Jasper, die zich al
weer beriep op het feit, dat zijn grootvader
er een dief had doen hangen, die was blij
ven hangen ook, was 't al eens op vechten
af geweest cndank zij zijn relaties met
het Hollandsche llof had Jasper het gewon-
-nen (1475—'92), Maar zijn schoonzoon, Eliza
beths tweede gemaal, had niettegenstaande
nog betere connecties cn eigen stadhouders
schap in 't Sticht, al weer last gehad (1536).
Thans onder Floris begon het opnieuw.
In 1581 verjoegen gewapende Culemborg
sehe poorters Utrechtsche ruiters uit Hons-
wijk; niet vreedzaam, want ze maakten buit.
In 1585 verbood do Graaf zijn Honswijkers
gehoorzaamheid aan den oproep ter monste-
ringe van den Maarscl^lk. Hij zette, topn
er eenige deswege gegrepen waren, zijner
zijds een paar Utrechtenaren gevangen; dat
hielp niet. Hij kneep de Kapittelen, verbood
n.l. den verkoop hunner tienden, legde er
beslag op, belette het verpachten van hun
land (1588— 89) Die klap kwam aan en hielp
wel; geen wonder de Kapittelen zaten q.q. in
de gewestelijke staten en deze gingen aan
het vertoogen ook bij de Staton-Generaal,
den Raad van State van Pallandt liet ze
praten weldra aan 't sornmeeren, einde-
T IS MAAR 'N WEET
Nog altijd, nu| zoowel als eeuwen geleden,
droomen de meisjes van verloving, bruiloft en
huwelijk, ofschoon d erg olijke gebeurtenissen
ook wel eens ln het rijk der droomen blijven.
Maar nog tegenwoordig evenals honderden
jaren geleden kende men in verband aller
lei geiukteekens en orakels en ofschoon de
„verlichte" jeugd van tegenwoordig met deze
dwaasheden spot, een feit is het, dat nog me
nige hoopvolle jonge bruid, of een, die 't wil
worden^ zoo dwaas is aan dergelijken onzin een,
beetje te gelooven.
Voornamelijk op het land zijn in dit verband
gebruiken en sagen bewaard gebleven en wi|
willen eenige daarvan de revue laten passea.
ren. Wanneer bij een wandeling den zoom vaa
het kleed van een jong meisje aan een doorn
struik blijft hangen, zooclat de japon omslaat
en de keerzijde van de stof zichtbaar wordt,-
dan is dat een teeken, dat het meisje met een
weduwnaar trouwt. Gaan de banden van een
boezelaar los, dan deukt haar schat aan liaar,
valt een haarspeld of raakt de veter van een
schoen los, dan. wordt haar vereerder baar on«
trouw.
Over de gestalte van den toekomstigen mail
weet een stuk hout, dat uit een stapel hout
wordt getrokken inlichtingen te verschaffen,
Zooals dat stuk hout, recht of krom lang oi
kort Is, zoo is de toekomstige bruidegom.
Plukt een jonge vrouw in den Johannesnacht
negen oort bloemen, vlecht ze daarvan eoaj
krans en legt ze deze onder haar hoofdkussen,
dan zal zij in haar droom haar aanstaanden mail
zien. Wanneer een meisje oen appel afschilt,
zonder dat de schil breekt en werpt deze aclv
ter haar .weg, dan zal de figuur, die dooi*
de schil wordt gevormd, den beginletter vaij
den naam vian haar aanstaanden man aan wijt
zen. Maakt 'n bruid haar bruiloftskleed zelf, dan
brengt dit, volgens het orakel van Bern, ongtf
luk.
Het meisje dat voor de grap een bruidskranl
opzet, zonder zelf bruid te zijn, wordt nimmeflj
een bruid.
Een bruidspaar moet de aankondiging verf
het huwelijk dn de lterk niet zelf bijwonen, wan/
dan valt het huwelijk niet goed uit.
Maandag, Dinsdag en Donderdag zijn de bal
te huwelijksdagen.
In Zuid-Duitschiand zegt men: „Donderdag)
huwelijk, gelukkig huwelijk".
De Serviërs daarentegen houden den DinSt
dag en den Vrijdag voor de beste huwelijk^
dagen. Zij zeggen; „Wanneer men op een Dos|
derdag vrijt, dan dondert het in het huwelijk.1»
Voor de trouwkoets mogen geen schimmel(
worden gespannen. Wie bij de huwelijksplech,
tigheid het eerst zijn voet in de kerk zet, e|
bij het verwisselen van de trouwringen zijl
hand even opheft, zal gedurende het liuwelijf
de baas blijven.
DERTIEN
Lacher: Dertien moet wel een ongeluk*
getal zijn, want al de menschen ln dc dertiendj
eeuw geboren zijn al lang dood.
Gast: Jan. ben je er wel heel zeker va<
dat het bed heef rein is?
Kellner: Ja, mijnheer: de lakens werden val
morgen gewaseehen. Voélt u maar eens. ze zijj
nog n iw eens droog.
AAN TAFEL
Gast: Ware de wijn zoo oud als het kid
ken en het kieken zoo jong als de wijn. 't zoj
fijntjes zijn.
geprocedeerd: Tot de aloude paard m-vri|
markt werden in Februari '91 Utrechte na ra'
ongehinderd toegelaten, zij 't ook slechts
een schriftelijk permis, dat men wigerd
aan hen, die feitelijkheden hadden b '.drew
ln Mei mochten dc heeren van Si. Jan wee
tienden komen nemen, nadat ze exen-es hafl
den gemaakt.
Die van den Dom en Oudmunsler, har!
nekkig gebleven, werden nog geweerd. En it
1(504.... de oude graaf was inmiddeE gestof
ven, grepen weer repressailles togen d,
Kapittelen plaats, wegens geweld door Miehj
sohe 'troepen op Honswijkers geplengd! I nt
mag ik wel schrijven
Maar om op onzen roestigen vrj'ctul tem'
te komen, hij is van n type, dat in 1590 g'
bruikelijk was, gegoten. - een vijfpondef
want als ge uitrekent het gewicht van ee(
looden kogel van 0.075 M. doorsnee. vin<(
ge, eenigszins afgerond 2.45 Kilo. illen W
met zijn allen brutaalweg de legende pt\
pageeren, dat hij van de partij is gowees
bij 't gevecht om den Stcemvccrd? 't Zitj
hij van Leur kan er ons Volkenbond e;
wereldvrede ten spijt slechts des te lieve
om zijn cn de Oudheidkamer bewaart dez
krant, opdat het nageslacht eerlijk wet
hoe het verhaal in do Wereld is gekomei
„quasi una fantasia
Culemborg, Mei 1928. S.
lijk tot represailles over en daarmee zijn we
au point.
Ilet was op den 17en Juli 1590, dat de Sla
ton van Utrecht, hevig verbolgen op den
Graaf, die hunnen onderdanen rechtmatigci
inkomsten onthield, ten einde raad besloten
tot eigen rechting hun toevlucht te nemen
en zoo kreeg de Maarschalk Jonker Maxi-
miliaan van Bocnem last op den vroegen
morgen vail den 20sten, in gezelschap van
ecnjge Kapittelheeren, met een troep solda
ten onder hopman Anthonis'Bcith naar
laat ik het den hedendaagsclien Culembor-
ger begrijpelijk maken van Leur te mar-
cheeren en de hoeve bezetten. Een samou-
reus voer over Vreewijk „de Vaart", zei
men toen de Lek op cn kwam er tege
lijkertijd ten anker cn het plan was onder
dekking van het. sterk geleide, uit dc wel
gevulde korenbergen van den armen pach
ter daar aan den overkant zooveel veld
vruchten niet geweld mee te voeren, als men
door Floris' houding bezuiden de rivier te
kort gekomen was.
„Landlust" was toen hekend als „het. huis
op den Steenweerd", dat met het buitendijk-
sche poklertje van dien naam, reeds van
oudsher bezit van het Heerlijk Iluis Culem
borg was.
Maar wacht event Toen men aan dezen
oever gewaar werd wat cr stond te ge
beuren, liepen de drie vendels, burgerij
cn wat door Floris onderhouden soldaten in
de wapens, sleepten een paar vijfponders
zoo preciseert het mijn bron! op don uiter
waard cn zoo lustig werd er uit deze „gote
lingen" let op: gegoten geschut, de term
is van Voet— naar de overzij geschoten, dat
het schip zijn anker kapte en na vergeefs
een goed heenkomen te hebben gezocht, zich
moest overgeven, waarop de commandant
der Stiehtsche troepen, nadat men ijlings zes
voet graan op 's pachters eigen? wagen
had getast, zijn volk achter den dijk terug
trok en een ordonnans naar de Vaart om
meer transportmiddelen zond. De soldaat
kortte zich den tijd met wat hij nog steeds
het liefste doet: ontbijten.
Kende kapiein Beith zijn velddienst
slecht? Hij schijnt geen posten te hebben
vooruitgeschoven/De strateeg, die te Culem
borg liet bevel had zou 't. niet Floris zelf
geweest zijn? *-heeft er dankbaar gebruik
van gemaakt! Hij landde zonder bemoeilijkt
te worden, een flinke macht aan den Noor
delijken oever. Zij kreeg gelegenheid zich
l ustig te nestelen op de hoeve en toen de
tegenpartij verzadigd en verkwikt en zoo
denk ik met de inmiddels gearriveerde
voertuigen in den staart der colonne, op
nieuw den Veersteeg afkwam knalden er
uit de bijgebouwen een paar schoten, beten
er twee man van de vijf dat was dan ten
minste in orde die de spits-patrouillc
vormden, in het zand.
Iloe waren de Stichtenaars in het nadeel
geraakt? Een compacte blootgestelde troep
tegenover een on zicht ba ren, goed verdekten
vijand.
Een troswagen met schichtige paarden cn
zenuwachtige voerlui, die op den smallcn
afrit geen keert konden maken. De verdedi
gers der hoevé in den rug gesteund door de
onaantastbare batterij op den anderen oever.
Waren ze wel gedisciplineerde troepen, geen
schutters geweest, de aanvaller had op eer
biedigen afstand moeten blijven en eerst
groote versterkingen met artillerie zouden
hen hebben kunnen verdrijven. Maar het
waren slechts gewapende burgers. Ongerust
zullen er achterom hebben gekeken, toen de
soldeniers de hoeve omzwermden,. naar don
drom angstige vrouwen en kinderen over 't
hi'eede diepe water en gedacht aan de roei*
booten bij de veerstoep, die geen Maurits van
Nassau gelast had weg te zenden, zooals 10
jaar later bij Nieuwpoort en.... na een hevig
kort gevecht eerst om, weldra in de gebou
wen luwde do strijd, fauté de combatans, of
omdat het in dc hoeve niet meer uit te hou
den was. IIoc liet zij, de Utrechtschen ble
ven meester van de situatie, doch dc voer
tuigen konden inrukken, want het huis met
den ganschen kostclijken oogst, verbrandde
tot. een smeulenden puinhoop.
Een lijk werd nog opgeraapt, dat van den
ongelukkigen pachter. Twintig man der ver
dediging zijn levend gegrepen. Waren ze ge
wond, zijn ze te langzaam geweest? Neen,
mijn Culemborgsch hart wil gelooven, dat
althans de twee die men vasthield, Aert de
Man en Claes Janz moedig den aftocht zijn
blijven dekken en zich dus hebben opge
offerd!' Ze zijn gevangen gezet op het Huis
Hasnebergh dat. was en is eigenlijk nog
het stadhuis te Utrecht.
Aan 't. requisitoir, dat de procureur-gene
raal togen hen nam, toert hij crimineelen
rechtsingang tegen hen eischic als hostes
rei publicae et grassatpres (straatroovers cn
belagers van gemeeijehest), heb ik mijn
verhaal grpoiendei is ontleend. Hoe het met
hen afliep i- n helaas onbekend. Wel vind
ik, dat dc t a I e >e in November DO, hun
gevang'.* wreekte door zijnerzijds n
-te Cu.ei repen „paap van Utrecht"
klont i-'g minder hatelijk vast te
lwMidei e voorgeleiding te bevelen van
den pa pen cent meester" Jan Jajjiz en Matsen
die men in do stad verscholen meende. Hij
waarschuwde zijn onderdanen zich niet te
Utrecht te wagen. Als men hen aanhield, zou
hij 't voorshands niet kunnen wreken. Laat
ik er hij zeggen, dat het nuchtere eigen
belang gezegend zij liet! het volgend
jaar ontspanning bracht al werd cr nog fel
GEDURENDE DE FEESTEN 'FAN DEN WAPENSTILSTAND werden te i'arijs verscheidene regoeringsgedouw^n prachtig
verlicht. Onze foto geeft een kijkje op do Place de la Concorde, in de richting der Rue Royale -
DE OUDSTE MOLEN VAN EUROPA bevindt zieh
niet in ons molenrijke landje, maar in België,
te Silly, en dateert uit 11S0