FEUILLETON
WOENSDAG 28 NOVEMBER 1928
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
BEHANDELING VAN DE JUSTITIE
r.T KOOPEN OP AFBETALINGEN DF. MOEILIJKHEDEN
PROV. STATEN VAN
ZUID-HOLLAND
EDWARD, IK EN JUFFROUW
HONINGZOET.
TWEEDE KAMER
HET VACCINATIE-WETJE VERLENGD
De borgstelling bij aanbestedingen.
De Provinciale Staten van Zuid-Holland kwa
men Dinsdagmorgen onder voorzitterschap van
den Commissaris der Koningin, Jbr. mr. dr. H.
A. van Karnebeek, in tweede gewone zitting
in bet gebouw der Eerste Kamer bijeen.
Aan de orde was o.m. de behandeling van t
adres van den Ned. Aannemersbond en den
Ned. R. K. Bond van Bouwpatroons, waarin
erop wordt aangedrongen, dat ook bij werken,
die vanwege de provincie Zuid-Holland woi den
aanbesteed, de borgstelling worde afgeschaft,
arbitrage in alle geschillen verzekerd en de
opleveringstermijn ingeval van werks.aking of
uitsluiting verlengd.
De heer Mandersloot (R.K.) dient een
motie in, waarhij wordt voorgesteld, op het
eerste deel van het adres (de afschaffing
der borgstelling) gunstig te beschikken en
de beide andere punten ter afdoening in
handen van Ged. Staten te stellen.
De heer Werker (V. D.) acht deze motie prea-
matuur.
De heer Schaper antwoordt namens Gedep.
Staten.
Spr. heeft met de betrokkenen hun wenschen
behandeld en hij wijst erop, dat zij ten aan
zien- van het 3e punt reeds teruggetrokken zijn.
De motie-Mandersioot dient z. i. te worden in
getrokken en anders verworpen, nu Ged. Sta
ten nader praeadvies hebben toegezegd.
Bij de behandeling van het voorstel van
Ged. Staten om nog voor o'en tijd van een jaar
de verpachting van de verenverbinding Maas
sluisBrielle voort te zetten op den tegenwoor-
digen voet, dringt de heer Trouw (lib.) op be
spoediging aan van de plannen voor een be
diening van de veren met booten van ruimere
afmetingen.
De heer Braat (Plattel.) sluit zich daarbij
aan en wensoht, dat .de booten voor alle auto
verkeer geschikt zijn.
Na verdediging door den heer Van Boeyen
(Ged. Staten) worden de voorgestelde tarieven
z.h.s. goedgekeurd.
Bij de behandeling van het voorstel om het
tarief van het veerrecht GorinchemDe Wer
ken dient de heer Gardenier (S.D.A.P.) een
voorstel in om het tarief voor personen boven
'2 jaar van 10 cent te brengen op 7% cent,
ter tegemoetkoming In de kosten voor do in
Je omgeving wonenden.
De winst op dit veer laat z.i. deze verlaging
wel toe.
De*heer Jansen Manenschijn (a.r.) bestrijdt
de motie-Gardenier, Het komt spr. niet wen-
ichelijk voor, aan de inkomsten van de onder
nemers der veren te tornen, omdat dan het
gevaar bestaat, dat de bediening minder goed
zal worden. Namens de meerderheid van
de betreffende commissie uit de Staten advi
seert spr. het voorstel van Ged. Staten onge
wijzigd te aanvaarden.
De heer Van Boeyen (Ged. Staten) wijst er
op, dat het tarief van het bedoelde veer reeds
even laag Is als, of lager dan bij vele over
eenkomstige diensten.
De heer Gardenier (S.D.A.P.) trekt zijn mo
tie in, waarna het voorstel van Ged. Staten z.
h. s. wordt aangenomen.
Subsidie aan Rotterdam voor de schutsluis
Parkhaven—Coolha ven.
Aan de orde Is het voorstel om 14 van de
kosten van uitvoering van den aanleg der dub
bele schutsluis tusschen Park- en Coolhaven te
Rotterdam aan die gemeente te betalen tot een
maximum van ƒ870.000.
Het vooi itel wordt z. h. s. aangenomen.
Subsidie Volksuniversiteiten.
Bij het voorstel tot verleening van provin
ciaal subsidie aan de Volksuniversiteiten te
s-Gravenhage en te Rotterdam (aan elk dezer
ƒ1000) uit de heer Van Zadelhoff (S.D.A.P.l
de hoop, dat de Staten deze subsidies, die een
uitvloeisel zijn van de in de zomerzltting van
dit jaar aangenomen motie van spreker en
znlks ondanks de 'oppositie, die aan de aan
neming van die motie is voorafgegaan, zullen
aanvaarden.
De heer De Brauw (A.R.) meent, dat Ged.
Staten door de aanneming van de motie geens
zins gebonden worden om de thans voorge
stelde subsidies voor te dragen. De betrokke
nen moeten ook niet afhankelijk zijn van
wisselende politieke inzichten.
De heer Hoffman (R.K.) sluit zich aan hij
het betoog van den heer De Braun en zal tegen
de subsidies stemmen.
De heer Werker (V.D.) beschouwt de motie
wel degelijk als een duidelijke uitspraak der
Staten en verdedigt de subsidies.
De heer Kersten (S.G.P.) gevoelt r.iets voor
deze subsidies aan neutrale instellingen en zal
onder alle omstandigheden tegen stemmen.
Namens Gedep. Staten verdedigt de heer
Crena de Jongh de voorgestelde subsidies. Er
is over deze zaak reeds verscheidene malen
gesproken en gestemd. Continuïteit is er nim
mer geweest, of het zou moeten worden ge
noemd. een -contlnuiteit van twijfel. Overigeais
constateert spr. met genoegen, dat ook man
nen van rechts zooals jlir. De Geer, dr. De
Visser, dr. Schokking e.a. vóór de Volks
universiteiten zijn.
Het voorstel van. Ged. Sta.ten wordt met 37
tegen 35 stemmen aangenomen.
Wegenverslag.
Bij d» betond eliimg vain hot wegenverslag
1927-'2S uit die heer Trouw (lib.) eemige wen
schen in toet bijizomdier voor Vooras en Putten.
De heer Weirtar (V. B.) vraagt i:n welk tempo
het door Ged. Staiben voorgestelde lijstje van
wegen aal wordkan afgewerkt. Verder vraagt
spr. hoe het gaat met de medewerking der
belanghebbenden.
De heer Ter Laan (S. D. A. P.) brengt de
vraag tier sprnaik© of de uiittvoering vain de
werken toit wegenverbetering moet geschieden
in eigen beheer of hij openbare aanbesteding.
Hii meent, dat het noodig is, dat in de bestek
ken althans waarborgen worden opgenomen
voor de duurzaamheid van het werk en hij is
van oordeel, dat diit kan worden bereikt dtoor
eisclhen van vakbekwaamheid te stellen. Zoo
wel voor de arbeiders als voor de aannemers.
Voorts zou hij willen weten of er duurzaam
toezicht is en aan wie dit is toevertrouwd,
terwijl hij verder o. m. zou willen vernemen
boe de keuring van maiterituail is geregeld.
Ten slotte bepleit spr. een beteren toestand
van het veer GoeroeNumansdorp, weifee ver
betering dringend noodig is. Rijk ein provincie
moeten hier samengaan en men riekte zioh
daarbij niet naar de behoeften vain het Zuiden,
doch van het Noorden.
De heer von Fisenne (Gedep. Staten) ant
woordt, dat miet de belangen van Voorne en
Putten waar mogelijk rekening wordt gehou
den. Het is op het oageniblik niet doen 1 ijk te
zeggen, in welk tempo de provinciale wegen-
verbetering tot stand zal komen. Medewerking
der belanghebbenden wondt steedis gezocht.
Waar deze niet mocht worden verkregen, daar
zullen andere middelen moeten worden toege
past om het doel, dat Ged. Staten v-oor oogen
hebben, te bereiken.
De heer Van Boeyen (Ged. Staten) geeL't nog
enkele Inlichtingen omtrent de voren bij Helle-
voetsluiB en Willemstad, waarbij in de eerste
plaats hot Rijk moet handelen.
Het wegen verslag wordt voor kennisgeving
aangenomen.
De vergadering wordt te half zes verdaagd
tot Woensdagochtend elf uur.
NEDERLANDSCHE DIAMANTBEWERKERS
NAAR ZUID-AFRÏKA.
Naar wij vernemen zullen, na overleg rpet
het bestuur van den A.N.D.B., twintig Amster-
damsche diamantbewerkers naar Zuid-Afrika
vertrekken, om aldaar in de Syndikaatsfabriek
werkzaam te zijn.
Ter onderzoek van de Nota van den Minister
van Financiën naar aanleiding van- de door
do Kamer aangenomen conclusies in de zaak
van den oud-rijksbouwmeester, den heer
Vrijman is weder een commissie benoemd, be
staande uit dezelfde leden, die-destijds het ver
zoek van den heer Vrijman onderzocht hebben.
Het zal nu zeker einde Januari of Februari
worden voor de kwestie aan de orde' komt en
intusschen verandert er niets.
Buiten verwachting gaf het eenvoudige wetje
bot opschorting weder voor een jaar van de
indirecte verplichting tot inenting tegen de
pokkeu aanleiding tot een vrij uitvoerige
discussie.
Voor de Kamer is het van belang, dat daar
tok eens de stem van een medicus gehoord
wordt, maar als de heer Vos meent, dat dit
insluit, dat men het ook maar dadelijk met
hem eens moet zijn, en instemmen met het
geen hij zegt, kent hij de Kamer niet.
Plet gaat bij dit wetje om de opschorting
van den indlrecten dwang, want een directen
dwang kennen we hier te landen niet. De heer
Vos pleitte nu kort en goed voor invoering
van een directen dwang, als of dat vraagstuk
hier al niet lang beslist ie. Het gevaar van
encephalitis, een aandoening van het centraal
zenuwgestel na inenting tegen pokken, bestaat
en de encephalitie-commissie is bezig de oor
zaken van dit gevaar op te sporen, teneinde het
dan zoo mogelijk uit den weg te ruimen. Niet
alleen hier te lande, maar ook in het buiten
land is men er tot heden nog niet in geslaagd
de oorzaken van de encephalitis, die zich
voorJoet, te vinden. Volgens dr. Vos i. nu het
gevaar voor encephalitis voor kinderen, die 't
tweede levensjaar nog niet bereikt hebben,
uitermate gering en daarom wil bij kort en
goed, dat de wet de Nederlanders zou dwingen
hun kinderen voor hun eersten verjaardag te
laten inenten tegen de pokken. Of het, gegeven
den stand van de wetenschap, neodlg is nog
dwang op te leggen, wat door talrijke medici
wordt betwijfeld, deert hem niet. Het is nuttig
en daarom moet het maar. Natuurlijk moest
hij zich tegen dit wetje verklaren na een zoo
scherpe bestrijding, en een eenigszins belache
lijk figuur maakte hij dan ook toen, na de
verklaring van den minister, dat deze eerst
na het verschijnen van het rapport van de com
missie zijn houding zal bepalen, wat nota bene
in de Memorie van Antwoord stond, de dokter
met de mededeeling kwam, dat hij zich nu niet
meer zou verzetten.
Mevrouw de Vries-Bruins, de.andere medicus
in de Kamer, was in haar uitspraken heel wat
voorzichtiger geweest, al is en blijft zij ook
voorstander van algemeene vaccinatie
Bij den aanvang van de v-ergadering had zij
bovendien een succesje, doordat haar motie,
waarin zij verzocht, dat de organisatie en de
uitvoe-ring van het geneeskundig schooltoezicht
ter hand zou worden genomen, zonder hoofde
lijke stemming werd aangenomen.
Bij de daarna aan de orde zijnde begrooting
van Justitie kwamen weder de jaarlijks te-
rugkeerende onderwerpen over de rechtsposi
tie van de vrouw in het huwelijk enz. ter
sprake. Met andere algemeene beschouwingen
over begrootingen maakte deze in zooverre een
uitzondering, dat den minister algemeen hul
de werd gebracht voor zijn werk. Dat gebeurt
niet veel.
Merkwaardig was het ook, dat tot heden de
vooraanstaande juristen uit de kamer zich niet
in het debat hebben gemengd. Alleen de heer
van Sasse van Ysselt kon zich niet inhouden
n moest rcageeren op de zeldzaam oppervlak
kige rede van den heer Duys over de preven-
I ieve hechtenis, en het optreden van het par
ket en de rechters. Als president van sen ge
rechtshof stond hij op de bres voor de eer
van de rechterlijke macht.
Een betoog van den heer Duys kau men
toch moeilijk ernstig nemen. Parlementair
was het in het geheel niet en alleen op een
echte volksvergadering zou hij daarmee suc-
c 3 kunnen hebben, maar in de Kamer hoort
dergelijk lichtvaardig gepraat niet thuis. De
justitie neemt hij alles kwalijk, waarbij hij
zich geheel stelt op het standpunt van den
verdachte.
Over den verkoop op afbetaling, die steeds
grooter omvang aanneemt en een gevaarlijke
ft legenheid schept voor het plegen van het
misdrijf van verduistering, omdat de koopers
zich lichtzinnig verplichten tot uitgaven, die
zij niet kunnen doen, heeft dr. Kortenhorst
uitvoerig gesproken.
Of de wetgever wel in staat is dit kwaad ge
heel tegen te gaan, durven we niet te zeggen.
Het is de geest van den tijd en daarom meenen
we dat derden, vooral werkgevers, waartoe In
de eerste plaats de staat behoort, er veel beter
paal en perk aan kunnen stellen, door strenge
bepalingen, indien zij last ondervinden ten
gevolge van het niet betalen van de aangegane
verplichting door de werknemers.
DE SUIKERBIETENCULTUUR.
De B. V. G., Bend van Vereenigingen van
oud-leerlingen van de landbouwwintercursus-
sen in Zeeland, heeft zich met een schrijven
gericht tot de vereenigingen, waarin o.a. wordt
gevraagd wat te doen met de bietencultuur in
1929 en volgende jaren.
Ter toelichting van de verschillende vragen
wordt erop gewez dat de suikerbietencultuur
in den iaatsten tijd in de knel is geraakt, wat
in 't bijzonder voor den Zeeuwschen landbouw
van niet te onderschatten beteekenis is. Zoo
lang de suikermarkt zie' niet hersteld heeft,
zoolang geen regelingen In Nederland zijn ge
troffen, waardoor met het buitenland kan ge
concurreerd worden; zoolang geen internatio
nale suikerconventie bepalingen heeft ge
maakt die afdot: 'e helpen, is het wei eenige
studie waard om te overleggen,' indien de
uitvoer van onverwerkte bieten niet belangrijk
toeneemt of sterke inkrimping van den uit
zaai in 1929 moet aanbevolen worden door de
organisaties, met al de misère daaraan verbon
den voor de gemeenschap.
EEN LANDBOUWTENTOONSTELLING.
Men meldt ons uit Buitenveldert, dat het
voornemen bestaat op de terreinen van het
voormalige Lunapark in den Burtendijkschen
Buitenveldertsehen polder een grootsoh opge
zette landbouwtentoonstelling te organiseeren.
PLUIMVEETENTOONSTELLING
In de sociëteit Eensgezindheid te Delft
wordt op 1 en 2 December a.s. een nationale
pluim veetentoonstelling gehouden.
DE ZWARTE MAN UIT SURINAME
Doctor en ingenieur?
REEDS VROEG ZOU HIJ TE DELFT ZIJN
STUDIES ZIJN BEGONNEN.
Zwart van huid en zwart van ziel is de man,
aan wien het Amsterdamsehe Hof ^gisteren
voor de zooveelste maal zijn bijzondere aan
dacht besteedde. Een respectabel aantal
jaren heeft hij uitsluitend „gewijd" aan.,.,
oplichten, stelen en verduisteren, ofschoon
hij pas dertig lentes telt.
In het onderhavige geval had verdachte lioo-
ger beroep aangeteekend tegen een vonnis van
de Vacantiekamer der Rechtbank, die hem
wegens oplichting tot een jaar en zes maanden
gevangenisstraf had veroordeeld. Begin Juli
1.1. had hij 'n juffrouw, die in een deftige wijk
van de hoofdstad kamers verhuurde, medege
deeld, dat hij ingenieur was bij een scheeps
bouwmaatschappij aan den overkant van het
IJ, om vervolgens op een stukje papier zijn
naam te schrijven, voorzien van het veelzeg
gende praedicaat „doctor".
De juffrouw, die ervan overtuigd was, dat zij
met een voornaam persoon te doen had, ver
huurde V. een kamer, welke hij op de helft
van de maand betrekken zou. „Kunt U me
een bankbiljet van 300.- wisselen"? vroeg
toen de adspirantkamerbewoner, zonder even
wel het kostbare papier te vertoonen.
Neen, dat kon de juffrouw niet.
„Wees eten zoo goed om me een tientje te
ieenen, of nee, wacht eens even; ik heb eigen
lijk 15.- noodig", sprak de man uit Paramari
bo. In goed vertrouwen gaf de juffrouw het
gevraagde bedrag, om het nooit meeT terug te
zien.
V. heeft listige kunstgrepen aangewend om
zich van die vijftien gulden meester te maken,
zegt de dagvaarding. Want hij is geen doctor en
geen ingenieur; hij heeft nooit hij een scheeps
bouwmaatschappij gewerkt en hij bezat geen
bankbiljet van 309.
„Behalve ingenieur noemt U zich ook vlieg-
officier, nietwaar verdachte?" aldus de presi
dent van het Gerechtshof, mr. Jolles.
Verd.: „Juist, Edelachtbare".
Pres.: „Bent U niet hooger, generaal bijvoor
beeld?"
Verd. (njet waardigheid): „Neen, Edelacht
bare!"
Pres.: „u zegt. van 1913—1918 ia Delft te heb
ben gestudeerd. Maar dan beeft u uw studie
op 14-jarigen leeftijd aangevangen. Dat is nog
nooit vertoond!'' Maar waarom laat u geen
diploma zien, dat zou een prachtig bewijs zijn.
Verd.: „Mijn diploma is in het bezit van een
mijner vrienden en ik weet niet waar die zich
momenteel hevindt!"
Pres.: „Och kom. En hebt u zich terecht doc
tor genoemd?''
Verd.: „Zeer zeker!"
Pres.: „En u bezat ook een bankbiljet van
300?"
Verd.: „Zeker, het was van een zekeren
meneer van Wijk, wien ik het zou. terugbren
gen!"
Pres.: „Dan hadt u het in geen geval mogen
wisselen. Trouwen er is naar een en ander
geïnformeerd. Dat biljet hebt u nooit gehad
en van den curator der Technische Hc geschool
is in de stukken een verklaring, volgens welke
u nooit in Delft hebt gestudeerd. Den dag voor
u bij de juffrouw kwam, was u net uit de ge
vangenis ontslagen. U doet niets anders dan
het plegen van oplichting en verduistering, Ik
weet heusch niet meer wat er met u gebeuren
moet. Van uw verhalen gelooft niemand iets.
De procureur-generaal, mr. baron van Ha-
rinxma thoe Slooten, meende, dat het ten laste
gelegde wettig en overtuigend was bewezen
en vroeg bevestiging van het vonnis der Recht
bank.
Uitspraak 11 December a.s.
'ti Romance van een huwelijksleven,
naar het Engelsch
van
KATE HORN
24.)
Het telegram was aan mij persoonlijk gericht
en het bleek een brief van mijn moeder te
ïljn, dien ze in alle haast in de hut van haar
woonschip had gekrabbeld en met den eerste
den beste had meegegeven, die toevallig de te
legrambesteller bleek te zijn. Toen ik hem met
een fooi had weggestuurd, scheurde ik de en
velop open:
Lieveling.
De Broads is een ellendig vervelend water
en ik kom tot de ontdekking dat ik onmoge
lijk langer kan blijven in een huls, waar ik
constant gedwongen ben stijle ladders op en af
te klauteren en waar ik niet eens een garde
robe heb met losse hangers voor mijn japon
nen. Matilde Jenkins is even onuitstaanbaar
als de Broads en om het eens zacht te zeggen,
haar gewoonte om elke rubber te winnen, is
op zijn minst gesproken zeer merkwaardig.
Je stiefvader en ik hebben daarom het plan
opgevat naar Monte Carlo te trekken of in
ieder geval naar het Zuiden en onze geldende
rede Is wel, dat de wherry niet waterdicht is.
Ik heb geen tijd om je nog te schrijven, maar
vanuit Baden of Monte Carlo of Homburg zul
Je nog wel meer hooren, als we ter.minste niet
naar Parijs gaan.
Je liefhebbende MOEDJjyt
P.S. Ik heb een verschrikkelijke olievlek op
Inijn paarse fluweelen japon en ik zie dat Ma-
tflde Jenkins in het geniep mijn laatste tsid-
ïerobe heeft nagemaakt die ik bij Doucet had
besteld. Werkelijk kind, je ziet, hoe hard het
veven voor me is.
MOEDER.
Ik reikte Edward den brief over en hij las
tem zwijgend. Toen zei hij:
Ik heb een zeer groote reden om erg
iankbrcr t° zr'n fi'T-s T7*i wt da' -:ïj ronit
«en reine vrouw v (ie t.v. lul t willen
zijn in den waren verschrikkeüjken zin van
het woord. Waar jij ook heenging, wat je ook
deed, steeds wist ik dat jij je door je mooie
hart en zuivere bedoelingen liet leiden. En ook
was ik er steeds van overtuigd, dat je liefde
voor mij geen enkel deukje had gekregen.
Ik keek in den tuin, waar de volle Augus
tuszon aan alles haar licht en kleur gaf. Heele
rijen zonnebloemen hadden haar groote koppen
naar de dagvorstin gewend, en daaronder geur
den kleine partijtjes lavendel en jasmijn en
/langs de heele rij gesnoeide taxisboomen sta
ken viooltjes hun onschuldige kopjes naar boven.
Werkelijk we leefden hier mooi en gelukkig en
als ik soms naar ons huis in Park Lane ver
zuchtte, zei ik het volgend oogenblik reeds,
dat ik een dwaas kind was om weer in Lon
den terug te willen keeren.
Ik heb den tijd niet gehad om werelds
to worden, Edward, zei ik bedeesd. Je weet
dat ik midden in het platteland ben opgevoed
en toen ik dat verliet, om eens een kijkje te
gaan nemen in wat men de wereld noemde,
heb jij me den mooisten kant ervan laten
zien.
Lieveling! Je zou toch nooit een dier
hartelooze en gevoeilooze vrouwen geworden
zijn, die een huwelijksleven ongenietbaar en
die een rustig huishouden ondraaglijk maken
omdat zij er nooit in komen, steeds met en bij
anderen lunchen en dineeren of in restaurants
en dus in haar eijon huis vreemden zijn. Jij
zou nooit 's morgens, 's middags en 's avonds
tot weer in den morgen hebben gekaart, tot al
het vrouwelijke was weggevreten door dien
hartstocht voor de dobbelsteenen of die ver
vloekte passie voor een stel kaarten, waar al
het mooie van het spel aan ontnomen is. Jij
zou je man nooit in den steek gelaten hebben
als er zeer ernstige moeilijkheden opdaagden
of je kinderen verwaarloosd, omdat je nergens
tijd voor had dan voor amusement en spel.
Hij keek me aan en hield even op. toen hij
den blos op zijn wangen bemerkte.
Souris, wat heb ik mis gezegd? antwoord
de hij langzaam.
Niets Edward, niets lieve man maar
kom eens heel dicht met je oor bij mijn
mond; dan zal ik je iets vertellen, terwijl je
ma niet kunt aanzien, want schat van een
man ik geloof, dat we met Nieuwjaar een
kindje zullen hebben, zoo'n klein trootelding,
van jou en van mij. Zoo'n popje met vingertjes
als zijden draadjes en oogjes als de kralen van
mijn kinderarmba,ndjesO Edward, ben je
bang? Doet je dit geen plezier?
Want mijn man was met een kreet opge
sprongen en had zijn gezicht van het mijne af
gewend, terwijl hij als wanhopig uitriep:
Kn ik fan r»**??* fUorfU?--»
eens het noodige eten kan bieden. Souris, ik
geloof dat ik nog gek wordt.
Maar toen hij zag, dat bij me erg bang had
gemaakt met zijn woesten uitval, werd hij
kalmer en terwijl hij me in zijd armen nam,
dankte hij God voor dien schoonen zegen, over
ons huwelijk en ik was weer gelukkig.
Toen zaten we een heelen tijd zoo maar
naast elkaar te zwijgen, tot ik tenslotte de
rimpels uit zijn voorhoofd wegwreef en hem
vroeg waaraan hij op dat oogenblik dacht.
Hoe we tegen Nieuwjaar wat geld over
zullen sparen, zei hij....
Edward, heb toch geen zorgen voor den
tijd. We kunnen toch onze Gerard Dou ver
koop-tl. Laten we "samen derde klas naar Lon
den gaan. Daar kunnen we wel in een of an
der boarding house tegen billijken prijs over
nachten.
Ik weet nog zoo'n serie gelegenheden
achter het Fritsch museum, uit mijn wilde ja
ren, gromde Edward.
Zie je wel, ging ik in de zelfde opgewekte
stemming verder, ik heb altijd wel vermoed,
dat er in Londen toch nog icts adders moest
zijn dan Savoy en Bristol. Want we kunnen
zoo'n waardevol stuk niet per P°st overzenden,
Inderdaad riep Edward, dat zou dwaas
heid zijn. We zullen er zoo spoedig mogelijk
werk van maken en als jij er op staat mee te
gaan, goed dan kruipen we samen in zoo n
slaapgelegenheid. Misschien komen we je ka
mermeisje wel tegen in de gang, of loop ik
mijn vroegeren dansmeester wel tegen het lijf.
Maar zeg eens Souris.... heb je.... daar met
je moeder over gesproken.
Maar Edward, riep ik uit, hoe kun je dat
in je hoofd op laten komen? Ik strekte
mijn armen naar hem uit, om nog eens al z-ju
bewijzen van teedere liefde in ontvangst te
kunnen nemen. Zn haar oogen zou zoo ie® ge
lijk staan met een ramp. Zij heeft altijd maar
een kind gehad en dat heeft ze van het begin
af als een ongelukkig blok aan haar been be
handeld. Ze was zeifs harteloos genoeg om me
dat niet te verbergenen.-.-_ ik wil niet
beschouwd worden als Iemand die een ramp
over ons geluk zal afroepen. Ik voel me te
zeer gelukkig.... te zeer gelukkig, Edward.
En Edward kuste me, terwijl hij als maar
herhaalde
Mijn vrouwtje, mijn vrouwtje, mijn klei
ne, dappere Souris.
Toen Nancy Becvor thee kwam drinken deed
hij zoo mal en verstrooid, dat ik later hoofd-,
pijh had van al do verontschuldigingen, die
ik telkens had moeten verzinnen voor zijn
vreemd gedrag. Maar zoodra de bruine rij
laarzen van Captain Spink onder een van onze
stoelen werden geschoven werd ik van die tel-
.-.ier be L' a'u.'.ü daar
cy en Jack wel onze thee dronken, onze cake
verorberden, maar verder zich geheel met el
kander tevreden stélden.
Jack Spink is beslist een zeer aardige man,
maar toch niet in staat om een vrouw te doen
blozen, geloof ik, want zijn manieren zijn juist
sen tikje te druk en zijn gebrek aan opvoe
ding manifesteert zich herhaaldelijk in het ge
bruik van zijn handen. En ik ben heel streng
op handen.
Ik vind het verbazend aardig van u,
lady Edward, zei hij, en wat ben jij er schit
terend in geslaagd om de kinderen kwijt te
raken, Naney. Waar zijn ze nu?
Ik heb ze tenminste niet uitgenoodigd
vandaag, viel ik hem in de rede. Ik had Nan
ey verzocht om ze indien het slechts eenigs
zins mogelijk was bij de bedienden achter te la
ten in ieder geval om alleen te komen
Ik ben wel erg bang, dat mrs. Spink me
straks een uitbrander zal geven, bekende Nan
ey heel eerlijk. Maar het derde meisje heeft
ze meegenomen naar haar moeder, 'die een
heel eind uit de buurt woont, zoodat ze den
ganschen middag geborgen zullen zijn.
Laat ons dan met volle teugen genieten
van de heerlijkheden die de goden ons hebben
toebedeeld, riep Spink enthousiast uit, want
daar mijn moeder in haar „statiekoets" ver
trokken is om bezoeken af te leggen, kunnen
we met recht zeggen, da.t we een middagje
vrijaf hebben.
Het partijtje croquet had niet veel weg van
een behoorlijk volgens de regels sluitende
partij. Mijn man speelde met Nancy, terwijl
Jack Spink en ik partners waren en geduren
de den heelen middag deed mijn galante mede
speler zijn uiterste best de hallen voor Nancy
als het ware gereed te leggen, zoodat zij ze
maar had aan te raken, om punten te maken.
Ook waren er heel lange pauzes, waarin wij
haar ijverig hielpen om den hal te zoeken, die
hij met overdreven snelheid naar de richting
van het struikgewas had gedreven. Zocdat Ed
ward en ik ten slotte in een stoel neervielen en
het wel geloofden, telkens als een der gelief
den zijn beurt van spelen had.
Wat 'n stel ganzen, zei ik, terwijl ik mijn
parasol openvouwde om een laurierstruik aan
onze blikken te onttrekken, waarachter een
zenuwachtig beweeg van een witte jurk en de
schaduw van een donker pak een romantische
silhouette vormden.
Heelemaal niet, zei Edward heel rustig,
ik houd van verliefde menschen, en zonder
vorm van proces werkte hij zich uit zijn luien
stoel omhoog om mij te zoenen.
Allergenadigste goedheid! Beste lady Ga-
brielle heheik hen weer gerust gesteld
dat het de lord maar is.
r-l s. Spink's zware stem viel als een steen
door onze parasol en tot mijn ontstelling be
merkte ik dat we onze stoeien zoo laag hadden
gesteld, dat men over de parasol heen een keu
rig gezicht had op een intiem moment tus
schen twee gelukkige getrouwde menschen.
Ik sprong op en kleurde hevig, want mrs.
Spink was onhoorbaar door het hek op het
grasveld gekomen en toen ze eindelijk lachend
in mijn stoel neerzakte, zonder dat het lin
nen het begaf, schoot het me ineens te binnen
dat Nancy en Jack voor heete vuren z 'en
komen te staan.
Ik kwam juist voorbij gereden, bet' ,udy
Gabrielle, zei onze bezoekster, en ze zond een
innemenden glimlach naar mijn man die ech
ter dusdanig overstuur was geraakt, dat zijn
woede hem verhinderde dit blijk van sympa
thie te incasseeren. Toen dacht ik, dat ik toch
eens aan moest loopen om te informeeren hoe
jullie het wel maken, zulke onervaren jonge
blagen, zei ik gisteren nog tegen mijn vriendin
lady Smith. En zoo eenzaam in dat groote
akelige huis. Die hebben wellicht wat verlan
gend naar een blijk van moederlijke genegen
heid uitgezien.
Toen begon ik weer te biczen en ik ver-
wenschte mezelf mijn overgevoeligheid, want
mrs. Spink's scherpe oogjes verrieden, dat het
haar niet ontgaan was.
En daarom zei ik bij mezelf, ik loop maar
eens aan.
Op dit oogenblik stond Edward op met een
geluid, dat ik niet ontcijferen kon, maar
waarin ik verschillende klanken van een vroe*
ger opgevangen verwenschiflg meende te her
kennen en toen zond hij een bal met een keu
rig gericht schot in de laurierstruiken, wat
door een gilletje en een onrustige flankbewe
ging der vrijende jongelui werd beantwoord,
die nergens oogen voor hadden dan voor zich
zelf en langzaam weer te voorschijn on,
oog In oog, en hand in hand.
Dus zei ik tegen me zelf. We! .ja j cans
aan en zie eens of miss Beevor veel plezier
heeft in haar spel ze is zoo graag hij u
lady Gabrielle en ik mag dat wel zien, dut ze
bij een edele dame wat aanvult wat haar ia
haar betrekking zoo te pas kan komen. Och
je geen mensch is onfeilbaar, maar miss Bee
vor verraadt toch in vele kleinigheden een af
komst, die het me moeilijk maakt haar als ge
zelschapsdame te handhaven. Maar waar zijn
de kinderen toch. O, misschien In den mes
tuin. Leuk, gezellig. Mijn lieve Jack vertelde
me dat hij vanmiddag golf ging spelen bij de
freules Middlemas lord Middlemas is zoo
gezegd zijn boezemvriend en zijn dochters....
(Wordt vervolgd.)