tl
m
s
3
flf
lüü
Hi
ih" ft
1H
8ff
^JeRKEERbB.
m i j 1
9yW j
Vierde Blad
Pagina 1
ST. NICOLAAS
IN VROEGEREN TIJD
EZORCJ).
jf&jJUeA V&n ftfyuc/c.
-3?
ÏE£=±
Lt
±=t=
i
V
A; Ai
H
n
ZtE 6lf1B5 KOMT DE STOOMBOOT.
HlJ DREfIGT OMSa*
ZOU O'ft WAT VOOR MU Ift
Z4TTEH??
lAri)<ytcL&yi V<Vyv Oüai
Jn 't ven
t=Z
Xoe
ten.
K.iotM4
-v
r*" \-ir
-o-
fycU.
(Ltn.
lULk-Jt
- te tutx
In 't verborgen
Zocht vanmorgen
Jaantje gauw of Sinterklaas
Soms een pakje
Of een zakje
Had gereden maar helaas
Hoeveel traantjes
Maakten Jaantjes
Drogen zakdoek toen zoo nat
Want ze weende
Wijl ze meende
Dat men haar vgrgeteo had,
Maar een dame
Met twee namen
Bracht een pakje hij haar thuis.
„Kijk eens kindje
Dit bracht Sintje
Op mijn kamer per abuis
Toen wreef Jaantje
't Laatste traantje
Allebei haar oogjes uit
En al spoedig
Kwam een goedig
Lachje op haar leuke snuit.
En ze zeide
Nu heel blijde
Dank u, juffrouw... maar ze dacht
„Hé, wat heerlijk
Dat u eerlijk
Hier mijn pakje hebt gebracht".
AKO.
rettcri".
DE GOEDE SINT WEER IN
ONS LAND
g» tt/nren
Waarom toch is het vooral deze Heilige,
Öie" op oud en jong zulk een bijzonderen
indruk maakt? Is het om do vele legenden,
die zich in den loop der eeuwen om zijn
persoonlijkheid hebben geweven? Is het
Om het feit, dat deze toch bij uitstek Room-
Ochc figuur, in bijna alle landen en door
menschen van allerlei levensopvatting en
geloofsovertuiging in huoge eere wordt ge
houden? Of is het om de heerlijke gedachte
ivan liefde tot den evennaaste, die zich met
He figuur van den II. Bisschop van Myrra
Vereenzelvigd hééft, als wellicht met geen
ftndere figuur uit de lange rij van Iloom-
Bche Heiligen het geval is?
Wij zijn geneigd de laatste veronderstel
ling als de juiste te beschouwen.
Zeker, wij denken met evenveel liefde,
eerbied en ontzag aan zoo vele andere
figuren, die de H. Kerk ons als voorbed
iden van zelfopofferende naastenliefde voor
Oogen stelt. Met groote en liefdevolle ver
kering blikken wij op naar een H. Fran-
hiscus van Asstaië, een H. Antonlus van
Padua, een II. Elisabeth van Hongarije en
«bovele anderen, wier leven één liefdevolle
(Opoffering, één troostrijke bemoediging voor
de armen en on gelukkigen was. Maar met
*éer bijzondere gevoelens van liefde en ver-
Bering gaan onze gedachten toch altijd uit
haar dien Heiligen St. Nicolaas, van wien
stichtende legende verhaalt, dat hij ziju
mantel doorsneed om er de armen mede
Ie kunnen kleeden; clat hij zich vooral
gaarne deed kennen als de beschermer
der verdrukte en achtervolgde onschuld;
dat hij -zijn liefde vooral deed uitgaan tot
Öe arme kinderen, wier niet met aardsche
goederen bedeelde ouders niet in staat
<Wflren lien dezelfde vreugden te verschaf
fen als anderen dat konden doen.
Te liefde tot het kind immers, is ieder
aangeboren.... En 't zijn over 't algemeen
geen goede menschen, die niet veel van
kindoren houden.
Iteeds in velerlei opzicht hebben wij
het feest en de figuur van den goeden
Heilige belicht en vele oude gebruiken
besproken, die zich in diverse streken van
Ons land door de eeuwen heen hebben ge
handhaafd en het is vooral aan de vele
gegevens, verzameld door den bekenden
Nederlandschen folklorist, den heer D. J.
;Vhii dor Ven, te danken dat zooveel van
'die aloude sympathieke gebruiken voor de
geschiedenis zijn vastgesteld en bewaard
gebleven.
Maar hebben die oude gebruiken vooral
In ons toch niet in meerderheid Katho
liek Nederland om hun vaak devotie-volle
gebaar onze volle sympathie, wijl zij toch
altijd weer in hoofdzaak zijn een aan
moediging om op Sint Nicolaasdag het
arme kind te gedenken, ook in het buiten
land wordt de figuur van den goeden
Sint Nicolaas altijd in verband gebracht-
mol de bescherming van de onschuld en
lift geluk der kinderen.
Mot het feest van Sint Nicolaas opent
ook de rij van speciaal Christelijke feest
dagen, die aan den vaak somberen winter
tijd zulle een verheven karakter geven.
f'usscheti St. Nicolaas en het heerlijke
Kerstfeest ligt slechts een korte spanne
tijds en daarop volgen (ton alweer met
Slechts enkele dagen tusschenruimte Nieuw
jaar en Driekoningen, feestdagen, waarom-
illaen zich een nog meer verheven sfeer
Van christelijke liefde geweven heeft als
Voorbereiding voor den komenden II. Vas-
^atijd, die bekroond wordt met het feest
i Van Paschen. Van Christus' Geboorte tot
j Christus' Verrijzenis. Welk een periode
(Van diepe Christelijke belevenis gaan wij
°amlddellijk na het liefelijke Sint Nicolaas-
feest weer tegemoet!
Moge de liefde-uitstralende gedachte
vau hot Sint Nicolaasfeest zich voortplan
ten in stijgenden reflex naar die mooien,
•Rootschen tijd uit het Kerkelijk jaar en
de liefdevolle geest van den goeden
\Keillgon bisschop van Myrra ons allen
hielen bij het Ingaan van de naaste toe-
°m3t, waarin naastenliefde en Christenzin
gen wegvagen al wat vaak door moede-
<t sn gebrek aan Godsvertrouwen
-.KKOftvfoaa harten Manen sluipt,
De Sinterklaasviering vindt men, wijd
verspreid in alle landen waar het Christen
dom ingang vond. Soms is die viering zoo
als bij ons, dan weer zijn er groote afwijkin
gen, maar de Oostersche kerkheilige beeft
overal vereerders gevonden: in de Wester-
sche landen al sedert de 3e eeuw. In de
17e eeuw werd, door uitgewekenen het
Sinterklaasfeest overgebracht naar Oost-
Friesland en ondanks verbodsbepalingen
van de overheid bleef ö.a. in Einden de
feestviering gehandhaafd.
De jeugd van Einden bleef doergaan mét
zingen:
„Sünderklaas, dat is een Edelman,
Een Edelman is hee,
Hee het een Brook van krinten an
Een Rock van Riexbree
Sien oogjes stint Rosientjes,
Sier Haar is van Sütholt
Sien Lippen stint van Sukkergood,
Sien Wangen sünt van Gold".
De Bisschop wa3 zooals men weet de
schutspatroon der zeelieden; nog in de 18e
eeuw bestond bij Boiersche monniken het
gebruik om St. Nicolaasbroodjes te bakken,
die verkocht werden voorzien van een
brief, die vermeldde, dat het brood de ba
ren der zee tot kalmte kon brengen. Boven
dien was dit brood voorbehoedmiddel te
gen het inslaan van den bliksem, tegen
brand en een. geneesmiddel bij koorts. Al
thans: zoo vertelt men.
Bovenal is St. Nicolaas van oudsher do
machtige kindervriend.
In 1360 kregen, blijkens een oude reke
ning, de schoolkinderen al vacantie op „St.
her Nyclaes dach", terwijl zij daarbij eenig
geld voor snoeperij ontvingen.
Een legende verhaalt, dat de Bisschop
eens een drietal kinderen, die aan het
strand mosselen hadden gezocht en zich
daarop te ver in zee waagden, van ver
drinken heeft gered.
Ook in de volgende legende speelt de
Bisschop een belangrijke rol. Drie ver
dwaalde kinderen kwamen eens bij een
slager om nachtverblijf. Het drietal werd
binnengelaten, maar door den legendarl-
schen slager om hals gebracht en ingezou
ten. In dit moordenaarshuis kwam eenigen
tijd later St. Nicolaas om onderdak aan
kloppen. Toen hem een avondmaal werd
aangeboden zegt de Bisschop dat hij niet
van het. vleesch wil etent dat in liet zout is
gezet-
De slager wil, dit hoorende, op de vlucht
gaan, maar de bisschop weerhoudt hem en
maant hem aan boete te doen. Zelf gaat hij
daarna naar de kuip, legt zijn vinger op
den rand en op hetzelfde oogenblik zijn
de drie kinderen herleefd. Volgens F. W.
Drijver (in Allerlei op het gebied van volks
eigenaardigheden enz.) zal dit verhaal zijn
ontstaan te danken hebben aan het ver
keerd begrijpen van een afbeelding, die
een doop van bekeerden voorstelde, het
werd in de hand gewerkt door de om
standigheid, dat aan St. Nicolaas opwek
kingen uit den dood werden toegeschre
ven.
In de 17e eeuw vindt men het Sinter
klaasfeest in vele plaatsen verboden onder
invloed van het strenge Calvinisme. In een
Delftsche keur van 1600 werd verboden op
5 December op het markveld kramen op
te slaan „in welcke craemen vercogt worden
verscheydcn goederen, die men den cley-
nen kinderen dyets maeckt dat denzclfden
Nicoiaes „henlyden geeft, twëlck een saccko
is nyet alleen strijdend ende teghen3 alle
goede ordre ende poliiye, maer oock de
luyden afleidende van de vvaere godes-
dyenst, ende strékkende tot waengeloof, su-
porsitie ende afgoderij".
Toch ls de feestviering in stand gebleven
zij was in vorige eeuwen reeds samenge-
weven met het volksleven en verbodsbe
palingen bleven vrijwel zonder invloed
of hadden slechts zeer tijdelijk effect-
In Oostenrijk verschijnt een „Zwarte
Klaa3" met een rammelenden ketting en
brengt de zoete kinderen vergulde koek
en; voor de stoute een gard. Hij komt door
den schoorsteen. De schoorsteen, leest men
in de Volksvermaken van Ter Gouw „is
de koker der gemeenschap met de boven
wereld, die de kinderlijk levendige verbeel
ding der voorgeslachten met allerlei gees
ten bevolkte. Door den schoorsteen verna-
Tl.
VOnx
Ht&X Q&+1
'.CLUuf
-t
-fb-
<Usn,
m
-»*-
t±
men ze dikwijls de wonderlijkste stemmen
en geluiden, profetieën en vermaningen.
Wie zijn buurman een schrik wou aanja
gen, klom op diens schoorsteen, on
schreeuwde, met een grove stem, een paar
onheilspellende woorden door den koker, en
de arme buurman sidderde door al zijn it-
den. Goed en kwaad kwamen door do*
schoorsteen. De boldergeest kwam er doe*,
om'plagen in 't huis te brengen; maar ook
de kaboutermannetjes kozen denzelfdc*
weg, als ze de gelukskinderen 'snachfs een
zak vol geld brachten. En zoo deed ook Sin
terklaas zijn intocht door de schoorsteen
pijp, zonder dat iemand ooit heeft kunnen
merken, dat zijn „slickerde mickjes" naar
't roet smaakten.
In Amsterdam gingen de „zwarte Klazen"
eertijds onder groot rumoer, terwijl zij
Schoorsteenkettingen over do straatkeien lie
ten1 rammelen, de buurten rond, om op
deuren en vensters te bonzen en met een
bullebakstem te roepen „Synder ook quaje
kyeren? Ook in Franeker zag men de
Klazen toegetakeld en vermomd, onder
vervaarlijk geschreeuw en geraas de
streek langs trekken.
In het bogin van de 16e eeuw was de
luister van Sinterklaas te Amsterdam zoo
hoog gestegen, dat voor hem een beeld van
zuiver zilver in de Oude kerk word opge
richt. Zes en vijftig jaar lang is dat beeld
bewaard gebleven, maar in 1578 ontvingen
de Kerkmeesters last van den Magistraat
om het te verkoopen.
Reeds in de 16e eeuw was het „schoen-
zetten "gebruik en wat de kinderen zooal in
hun schoen vonden kan men lezen in Bre-
dero's „Moortje": j
„Asset Sinter Claes was, so setle men
seunt tot jouwent do schoen.
Wat. pleger jou moer, Griet Jans, daer
eon hiele hoop goet in te doen,
„Hiele peper-huysjens met suyckercr-
Er lagen in de schoen peperhuisjes met
suikererwten gevuld, kabeljauwsoogen en
kapittelstokjes, en dikwijls stond er een
mandje bij, gevuld met vijgen, noten, boe
kende flensjes en appeltjes, „De boekende
flensjes", lezen - we, waren toen en nog
lang daarna een echt Amsterdamsche lek
kernij, die ook op Nieuwjaar wei te pas
kwam, mits ze met appeleji en krenten en
niet, zuinigheidshalve, mol schijfjes van
koolstruiken gebakken waren.
Voor de volwassenen behoorden op Sin
terklaas „St. Claescoeck", „amendelbroot",
„honinctaert" en marsepeyn" tot de zoete
genoegens van het feest. Men kan aman
delbrood wel beschouwen als voorlooper
van de boterletters van later tijd en ho-
ninglaar is vermoedelijk niets dan eon
oervorm van taai-taai.
Ons St. Nicolaas-gebak is de eeuwen door
in stand gebleven, geen cnkcie bakker van
den modernen tijd is er of hij produceert
nog „klaasjes" in velerlei figuren zooals
in den ouden tijd: mensclicn, beesten, rui
ters, melkboeren, wiegen, uurmanden en»,
vrijers en vrijsters, kerken, vette varkens
En dan soms in reusachtig formaat.
Marsepein werd oorspronkelijk uitslui
tend in hartvorm gefabriceerd. Ds
oppervlakte was met een laag suiker ba-
dekt en daarop waren gekleurde figuren
aangebracht, zooals trekkebekkende duif
jes, een cupidootje en zoo meer.
In vroeger eeuwen was zulk een marse
peinen hart, vergezeld van een grooten
vrijer, toegezonden aan een meisje een;
sierlijke vorm van een liefdesverklaring,