M FEUILLETON Welk een voldoening, dat helder witte tafellaken. Ook de servetten zien er weer keurig netjes uit. Ai Uw tafel linnen gaat nu veel langer mee, daar U steeds wascht met ZEEPPOEDER 1E SOORT Bij Boodschappen doen, eeen PUtöL va sten. Mij IS DE WRAKE! R 1928 TWEEDE BLAD PAGINA 2 DE R. K. BOND VOOR GROOTE GEZINNEN OPENBARE LEESZALEN EN BIBLIOTHEKEN mso R.I9-3I Een adres aan de leden van de Tweede Kamer der StatenGeneraal DE FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN HET RIJK EN DE GEMEENTEN Aan de Tweede Kamer is door den R. K. Bond voor groote gezinnen een adres ver zonden, waarin de aandacht gevraagd wordt voor enkele wijzigingen, die men gaarne in het Ontwerp van Wet zag aangebracht. De Bond voor Groote Gezinnen heeft dit wetsontwerp bekeken uit een oogpunt der belangen van de gezinnen in 't algemeen, en der groote gezinnen in 't bijzonder. Aan het adres ontleenen wij het volgende: Als voornaam punt van bezwaar tegen de algemeene richtlijnen der regeling moge naar voren worden gebracht: op de toekomstige verhouding tusschen gehuwd en ongehuwd is niet voldoende acht geslagen. De personeele belasting wordt onder de benaming „Verteringsbelasting" overgedragen aan de gemeente, zij zal door de ver plichte volgorde waarin de grondslagen moeten worden gehanteerd allereerst zijn, wr' zij reeds in het verleden was, een ge zin belasting. 11 1 ernstige euve! onzer belastingwet- g virg, waarop reeds meermalen de aan- r'a.-ht werd gevestigd, blijft voortbestaan: u 1. „Er bestaat geen goede verhouding in lv-'astina-drnk tusschen gehuwden en onge- hu.wden." Naast de ontworpen verteringsbelasting is dus noodig een complement, welke den on- goüjken belastingdruk, zoo goed mogelijk wegneemt, het evenwicht tusschen gehuwd en f""*ehuwd herstelt, juister thans voor het allereerst gaat regelen. TV* boud ijvert daarom en naar zijn wi-rieel terecht voor de invoering van een vrijgezellenbelasting, zooals hij dat reeds bij vrees-ere gelegenheden heeft gedaan en het welk hij thans hoopt in vervulling te zien gaan. Een derg. vrijgezellenbelasting zal in de ontworpen regeling gemakkelijk zijn in te Inssehen. Aan het rijk zou nu de plicht kunnen worden opgelegd om ten bate van de gemeenten nog een zeker aantal opcenten te kriigen op de hoofdsom van den aanslag in dc-o hol acting van degenen, die ongehuwd zijn Daarmede zou de vrijgezellenbelasting op ze-r eenvoudige wijze werkelijkheid gewor den zijn. Er worde dus gestreefd naar de vrijgezellenbelasting in den bovenaangegeven vorm. Na deze opmerking van algemeenen aard moeten nog enkele speciale punten worden belicht. Gemeentefondsbelasting Tot basis van de heffing is genomen de belastbare som der Rijksinkomstenbelasting d.w.z. van het inkomen ua den kinderaftrek volgens die wet. De regeling van den kinderaftrek nit die wet wordt derhalve overgenomen. We achten dat een zeer belangrijke bate van de nieuwe regeling: le. om de tamelijk hooge vermindering van den aanslag; 2e. om de bijzondere vermindering voor de groote gezinnen; 3e. om het feit, dat thans de af trek uniform staat te worden voor het ge- heele rijk; 4e. omdat afzonderlijke actie ln verschillende gemeenten voor goed geregelde kinderaftrekken te verkrijgen onnoodig wordt. Wat hierboven gezegd is voor de hoofd som dezer belasting, geldt in dezelfde mate voor de opeentenheffing Verteringsbelasting Daarmede wordt feitelijk bedoeld de vroe gere personeele belasting, doch meer dan tot dusverre pasklaar gemaakt naar het plaatse lijk eigen. Er kan belasting geheven worden naar de volgende grondslagen: le. Huurwaarde; 2e. Mobilair; 3e. Dienstboden; 4e. Paarden; 5e. Motorrijtuigen; 6e. Andere. Deze grondslagen worden belast in de volgorde dezer maatstaven van heffing en zoodanig, dat de noodige evenredigheid wordt verkregen. We vragen ons af, waarom de ten deze voorgeschreven volgorde noodig of gewenscht is. Immers daardoor zal allereerst het gezin voor de belasting in aanmerking komen: de grondslagen huurwaarde, mobilair en dienst boden vormen de gezinsbelasting bij uitstek. Naar ons oordeel zou er veel voor te zeggen zijn juist de grondslagen 4e en 5e te doen voorgaan om eerst daarna de hand te leggen op le, 2e en 3e. Het trekt de aandacht, dat diezelfde rege ling niet is gegeven ten aanzien van den grondslag dienstboden. En toeh ware daar iets, mogelijk veel, voor te zeggen, want: een vrijstelling Voor 2 vrouwelijke iienstboden bij 8 of meer kinderen kan bezwaarlijk over bodig worden genoemd. In elk geval zou de vrijstelling voor 1 dienstbode bij 3 kinderen, zoo er 2 of meer dienstboden worden ge houden, niet mogen vervallen. Tenslotte wordt de regeling van den kinderaftrek in de verteringsbelasting beslist onvoldoende ge oordeeld. Het voorschrift van het wetsontwerp be paalt zich tot: „De belasting naar den eersten en tweeden grondslag kan worden vermin derd in verband met de samenstelling van het gezin van den belastingplichtige". We voorzien hiervan een bron van ernstige moeilijkheden voor elke gemeente afzonder lijk. Wat we totdusverre hebben beleefd met den kinderaftrek in de gemeentelijke in komstenbelasting staat ons weer te wachten met de komende verteringsbelasting Niet alleen behoort de verplichting tot het verleenen van den kinderaftrek in de wet te worden neergelegd, ook de nonnen, waar naar de kinderaftrek zal zijn te verleenen, moeten worden opgenomen. Meerdere of andere voorzieningen achten we momenteel niet noodig. Dr. P. HOEKSTRA f. In den ouderdom van 79 jaren is te Breda overleden de heer dr. P. Hoekstra, oud-rector van het gymnasium te Breda en oud-school opziener in bet arrondissement Zevenbergen. DE NIEUWE SUBSIDIE-REGELING - Overzicht van den grondslag en de voornaamste bepalingen der voorwaarden In de Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag der Tweede Kamer betreffende de begrooting van Onderwijs, K. en W., geeft de minister een overzicht van den grondslag en de voornaamste bepalingen der voorwaarden der nieuwe subsidieregeling, welke als volgt zijn samengevat: le. De tot 1927 toegepaste korting op de Rijkssubsidies volgens de regeling 1920 (laat stelijk pl.m. 32 pet.) is permanent; 2e. een nieuwe grondtabel voor de sub sidies is ingevoerd, waarbij de verplicht^ locale bijdragen zoodanig ziin vastgesteld, dat daardoor de korting op de Rijkssubsidies is opgeheven; 3e. de grens, beneden welke het Rijk geen openbare leeszalen en bibliotheken meer sub sidieert, wordt verhoogd tot gemeenten van 20.000 inwoners; 4e. in gemeenten tusschen 20.000 en 10.000 inwoners kunnen openbare uitleenbibliotheken worden gesubsidieerd, die met lagere subsi dies kunnen volstaan, omdat zij geen leeszaal behoeven te exploiteeren. AUDI NTIES. De gewone audiëntie van den Minister van Financiën zal op Maandag den ^en December as. niet plaats hebben. HET GELE KRUIS IN HET BISDOM HAARLEM Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft aan de volgende E_E. Hèeren opdracht ver leend pogingen aan te wenden tot sticking van afdeelingen van het Wit-Gele Kruis: in het Dekenaat Haarlem: Past. H. Sondaal; Alkmaar; Past. H. Mictlinglioff O.P.; Al phen; H. v. Dijk, Pastoor te Nieuwkoop (be staande afd.: Lang er aar, Roelofarendsveen) Amsterdam; Rector J. Bots; Beverwijk: Pas toor L. SneSders van Wijk aan Zee (bes. afd.: Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Uitgeest) Delft: Pastoor D. v. d. Salm (best. afd.: Pijnacker); Gouda: Pater Th Kok O.F.M. te Woerden (best. afd. Oudewater); 's-Graven- h&ge: Pastoor J. A. Ruhé (best. afd,: -Wasse naar, beide parochies); Hoorn: Pastoor Th. Gieten te Lutjebroek, te zamon 15 parochies, vormende afdeeling Blokker; Leiden: Rector P. Kleintjes (best. afd. Katwijk a. d. Rijn) Middelburg; Rector C. Vis te Goes (best. afd.; Kwadamme, 's-Heerenhoek, Zierïkzee)Noord- wijk; Kapelaan C. Hesp (best. afd. Noordwijk Ouderkerk a. d. Amstel, Kapelaan W. v. d. Berg Ouderkerk; Poeldijk: Pastoor W. v. Adri- ehem te Quintsheul (best. afd.: Loosduinen, Naaldwijk, Poeldijk, Rijswijk)Purmerend; Deken A. Kollenberg (beat. afd.: Purmerend) Rotterdam: Kapelaan H. Bonfrer (best. afd.: Do-rdrecht); Schagen: Pastoor M. v. d. Burg; Schiedam: Kapelaan J. Bekkers (best. afd.: Achthuizen, Schiedam); Soetsrwoude: Pastoor A. G. Rhee van Nootdorp (best. afd.: Ledd- sehendam, Soeterwoude, Stompwijk); Wer- fershoef: Pastoor W. II. Nix. K. R. O. EN BRUSSEL De K. R. O. deelt ons mede, dat a.s. Zater dagavond van 9.40 tot 10.30 bet programma van Brussel zal worden doorgezonden. Dit pro gramma bestaat uitsluitend uit muizeknum- mers. Dit is de eerste maal dat het zendsta tion van Brussel hier in Nederland wordt ge- relayeerd. De noodige voorbereiding tot het goed functionneeren der lijnen BrusselAm sterdam is verzekerd door de medewerking van de Belgische en Nederlamdsehe P. T. T. waaT- voor bij dezen alie hulde wordt gebracht. Het gewone programma van den K. R. O., gelijk da.t in den „Katholieke Radio Gids" staat aan gegeven zal geheel afgewerkt worden. Het Brus- selBcbe programma zal er van 9.4010.30 wor den tusschen gevoegd. HET CONFLICT AAN DE ALKMAARSCHE EXPORTVEILING Het compromis-voorstel aangenomen DE VEILING WEER OP GANG Het veilingshestuur te Alkmaar heeft be sloten, het compromisvoorstel, door den heer Noverraz uit Haarlem op de Dinsdag ten stadhuize gehouden conferentie gedaan n.l. om weer per H.G. te veilen als vroeger, totdat een ln de vergadering van ultimo December te kiezen nieuw bestuur de overige edschen zal behandelen aan te nemen, zoodat vanaf heden de veiling weer haar ouden gang gaat. De kweekers uit Hensbroek, de voornaamste aanvoerders, zijn echter reeds met hun pro ducten naar Purmerend gegaan en zullen, naar men ons mededeelde, wel niet meer vóór Januari de veiling te Alkmaar bezoeken, hetgeen voor deze veiling geen voo-rdeel be- teekent. DE STAKING BIJ DE CHOCOLADE FABRIEK TE AMSTERDAM Optreden van den Rijksbemiddelaar Naar wij vernemen heeft de Rijksbemidde- laar mr. S. de Vries Czn. bij belde partijen inlichtingen ingewonnen omtrent den stand van het arbeidsconflict tusschen den Alg. Bond van Bakkers, Chocoladebewen'kers, enz., met de Hollandsoh-Zwitsersche Chocoladefabriek. R. K. WERKLIEDENVERBOND. Blijkens een mededeeling in het „Verbonds blad" is het ledental van het R.K. Werklie denverbond in het derde kwartaal van dit jaar vermeerderd met 879. Het bedroeg op 1 Oc tober 129.171, tegen 121.525 op 1 Januari j.l. HET HOOGHEEMRAADSCHAP RIJNLAND Stichting van een groot Dieselgemaal. DE AFSLUITING VAN DE DUINEN VOOR HET PUBLIEK. In de gisteren te Leiden gehouden vereenigde vergadering van het Hoogheemraadschap Rijn land, werd het dagelijksch bestuur gemachtigd om aan het Rijk een deel van den Slaperdijk hij Santpoort te verltoopen, ten behoeve van de kruising met den aan te leggen rijksweg ten Oosten van Santpoort en voorts om aan het Rijk te verkoop-en de overbrugging van de Waddinxveenscbe duikersluis, de Waddinx- veensche brug, de Room burgerij mg, de Meer- burgerbrug en de Weipoortbrug, alle gelegen in den rijkestraatweg van het Haagsche Schouw naar de Utrechtsche grens, ten behoeve van de verbetering van dien weg. Ten opzichte van de bemaling en waterinla- ting van Rijnland werd voorts besloten over te gaan tot stichting van een Diesel-gemaal aan het te maken verbindingskanaal tusschen IJssel en Gouwe ten Westen van Gouda, met een vermogen van 2,6 milüoen M3 waterverzet ting per etmaal. Na totstandkoming van dit gemaal wordt het oude stoomgemaal te Gouda met de daarbij gelegen inlaateluis opgeheven. De beteekenis van dit besluit is ten eerste hierin gelegen, dat de Rijnland-bemaling hierdoor zoodanig zal woiden versterkt, dat de beheersching van den boezem sta nd aanzienlijk zal verbeteren en de Gouwe 't maalpeil niet meer behoeft te berei ken, waarbij tevens de gegronde verwachting bestaat, dat ook het maalpeii van den Rijn, dat juist in deze dagen van stormweer en groo- ten regenval herhaaldelijk wordt bereikt en de polders ten Zuiden van den Rijn in hun uit- maling belemmert, tot het verleden zal gaan behooren. In de tweede plaats is de be teekenis daarvan gelegen in de verbetering van de water-uitlating, waardoor vervuiling en verzou ting van den boezem van Rijnland, beter kan worden bestreden Het gemaal zal kunnen blijven doorwerken tot een IJselstand van 2.50 M. boven N. A. P. (opvoer hoogte 3.20 M.). Het bestaande eehepradstoomgemaal te Gou da moet reeds bij een IJselstand 1.80 M. boven N. A. P. de uitmaling staken. Voorts werd een algemeene keur voor Rijn land vastgesteld. Op verschillende punten wordt daarmede de bestaande keur uitgebreid en ge wijzigd. Vooral met betrekking tot de dui nen. zijn tegen het ontwerp bezwaarschriften ingediend. Het verzet richtte zieh hoofdzakelijk tegen artikel 137, houdende het verbod zich ln de bij Rijnland in onderhoud zijnde duinen te bevin den elders dan op wegen en slagqp voor het publiek als toegankelijk aangewezen. Deze aan de algemeene keur van Rijnland ontleende bepaling, achtte het dagelijksch be stuur noodzakelijk om te kunnen voldoen aan zijn reglementairen plicht tot bescherming van de duinen. Het heeft daarbij aangevoerd, dat het Rijnland wel is waar is belast met het onderhoud van groote duin-oppervlakten, doch dat het op deze duinen geen enkel zakelijk recht kan doen gelden. Terwijl de eigenaars het volle genot van hun duinen hebben rust uitsluitend op Rijnland de onderhoudsplicht, Worden die duinen beschadigd door het pu bliek, dat deze meer en meer als een ontspan ningsterrein, waarop het recht meent te heb ben, gaat beschouwen, dan kan Rijnland zorgen, dat de door het publiek aangerichte schade, op kosten van Rijnland ingelanden word' her steld. Deze toestand maakt het noodig scherpere politie-bepalingen in het leven te roepen. Tenslotte werd de begrooting voor het Hoog heemraadschap voor 1929 vastgesteld, sluiten de met een gelijk totaal voor ontvangsten en uitgaven ad 782.556. U kunt het bekomen bij Apoth. en Drogisten in doozen van 30 en GO ct. en in tuben van 80 ct. Reel. 25244 VM 7 Vrij naar het Engelsch van R. H. GARDAGH. 37) Ween niet, Marina, antwoordde ik, Want aan uw tranen heb ik niets. Help mij veeleer als gij kunt. Ach kon Ik bat maar! snikte zij, en snelde heen. Nu kwamen de Spanjaarden weer op ons toe. Zij droegen Guatemoc en de® cacique in hun armen weg want loopen konden zij niet, en de cacique was in zwijm gevallen. Vaarwel Teule, zei Guatemoc, toen hij langs kwam, gij zijt een waarachtig zoon van Quetrr.il, en een dapper man. Mogen de goden u be.oonen voor alles, wat gij voor mij en de mijnen geletien hebt, want ik kan het niet. Ik bleef alleen achter met* de Tlascalanen en de Garcia. Een beetje vermoeid, hé, vriend Wingfield? *©i hij honend. Wel, het is wat ruw. en men moet er eerst aan wennen. Een nachtje slapen zal Jo weer opknappen, en morgen ben je als «en nieuw mensch. Misschien demk je, dat ik al gedaan heb, wat ik kan? Ach, dwaas, dit is pas het begin. Ook denk je misschien, dat ja koppigheid mij hindert? Weer mis, vriend. Ik hem flit f -p-ïf i 'U-mIi? '«ui a* **t 'TMxvr '^n. goud weggeven voor nog twee van die dagen met jou, ik heb je nog veel terug te beta len, en ik weet ook, hoe. Er zijn meer manie ren, om een man le treffen dan in zijn lichaam. Miesschien ken je een Aztee-ksche schoone van Koninklijke bloede, genaamd Otomie? Wat is er met Otomie? riep ik, voor de eerste maal sprekend, want de bezorgdheid voor haar bracht mij meer buiten mij zelf, dan alle folteringen. Aha, een overwinning. Ik heb eindelijk een middel gevonden om je aan het spa-eken te brengen. Nu, neef Wingfield, Ik wilde alleen maar dit zeggen: Otomie is je vrouw, Ik heb de heele geschiedenis gehoord, en zij is in mijn macht. Ik zal het je bewijzen, want zij zal da delijk hier gebracht worden, en dan kun je elkaar troosten. Want luister, hond, morgen zal zij zitten, waar jij nu zit, en voor je oogen zal zij gefolterd worden, zooals jij gefolterd bent. Dan zal je vlug genoeg praten maar misschien is het dan te laat. Nu was het met mijn kracht gedaan. Spaar haar, kreunde ik, die met mij, wat je wilt, maar spaar haar! Je moet toch een hart hebben, zelfs jij, want je bent een mensch. Zóó iets kun je toch niet doenen Cortes zou het niet goedvinden. Wat Cortes betreft, antwoordde hij, hij zal er niets van weten, tot het gebeurd is. Ik heb mijn volmacht waarbij mij wordt opgedragen om alle middelen., die binnen mijn bereik vallen, te beproeven, teneinde je de waarheid te ontwringen. Folteringen zijn onvoldoende gebleken, en dit ééne middel is er nog maaT over. Voor de rest moet Je mij al heel verkeerd begrijpen. Je weet, wat het is, te haten, want Je haat mij. Vermenigvuldig dien haat met tien dan heb je mijn haat voor jou. Ik haat je om jé r**, i1" l'Tvt .1° nrr-^t js ••*0 Tu hj-, waar ik haat je E03 veel m.-vr oia „e zelf. Heb je mij, een Spaansch edelman, niet met een stok geslagen als een hond? Zal ik dan terugdeinzen voor wat dan ook, als ik daar door mijn haat bevredigen kan? Verder, hoe wel je een dapper man bent, weet je misschien op dit oogenblik wat het beteekent, bang te zijn, en voel je de pijn daarvan. Ik zal eens openhartig met je zijn, Thomas Wingfield: ilc hen bang voor je. Toen ik je vo°r de eerste maal zag, was ik hang voor je, waar ik reden voor had en daarom trachtte ik Je te dooden. Sindsdien ben ik steeds meer bang voor je geworden, zóó bang soms dat ik geen rust kam vinden. Om jou ben ik uR Spanje gevlucht, om jou ben ik laf geweest ia meer dan één gevecht hier. Het geluk is altijd aan mijn kant geweest in dezen strijd tusschen ons en toch zeg ik je, dat ik nóg hang voor je ben,^ zelfs zooals je nu bent. Als ik durfde, zou ik je on middellijk dooden; maar dan zon je mij altijd vervolgen, zooals je moeder mij altijd vervolgt, en bovendien moet ik het verantwoorden voor Cortes. Vrees is de moeder der wreedheid, neef, Nu is het uur van vergelding daar en zoolang je leeft, of zoolang iemand leeft, die jou dier baar ia, wil ik mijn leven eraan besteden, om over jou en die andere alle mogelijke ellende te brengen, zooals ik met je moeder gedaan héb, hoewel ze mij daartoe dwong, om mijzelf te redden. Je bent mij gevolgd, om je op mij te wreken, en vroeg of laat zal de wraak mij treffen. Maar tot dan toe ben ik overwinnaar, al moet ik mij verlagen tot dit slachtersverlc. En plotseling verliet hij mij. Toen werd de uitputting te veel voor mij, en viel ik in zwijm. Zoodra ik tot mijzelf kwam, bemerkte ik, dat mijn koorden waren losge maakt, en dat ik op een soort bed lag. Een vrouw stond over mij heengebogen en ver zorgde mij, terwijl zij woorden van medelijdende lief. 'p Duisterde. De avond gevallen, en er v.n s licht in het vertrek, eu bij het .ijn.c! daarvan zag ik, diait de vrouw niemand an ders was dan Otomie, niet langer uitgehongerd en vervallen, maar bijna even liefelijk als vóór het beleg. Otomie, jij hier! hracht ik uit, en ik her innerde mij de Garcia's bedreiging. Ja, lieveling, ik ben het, fluisterde zij. Ze hebben goedgevonden, dat ik je zou ver plegen, duivels als het ook zijn. O, dat ik je zóó moet zien, en niets kan doen om je te wreken. Zij barstte in tranen uit. Stil, zeide ik, stil. Hebben we te eten bier? In overvloed. Een vrouw heeft het ge bracht van Marine. Geef me te eten, Otomie. Nu begon de uitputtang van mij te wijken hoewel mijn lichaam mij overal ontzettend pijn deed. Otomie, zeide ik dan, heb je de Gareia gezien? Neen, lieveling. Twee dagen geleden werd ik gescheiden van mijn zuster en de anderen, maar men behandelde mij goed, en ik heb geen Spanjaard gezien, behalve de soldaten, die mij hier brachten, en zeiden dat je ziek was. Ach! ik wist niet, wat de reden was van je ziekte. En zij begon weer te weenen. Toch heeft men je gezien, en gezegd, dat je mijn vrouw bent. Dat is ook heel waarschijnlijk, antwoord de zij, want alle Azteken wisten het, en zul ke dingen kunnen niet geheim blijven. Maar waarom hebben ze je zoo behandeld? Omdat je tegen hen gevochten hebt? Zijn we alleen, vroeg ik? De wacht staat buiten, maar in de ka mer is niemand anders. T om dichter bij me, dan zal ik je ales vertellen. Toen ik geëindigd had, sprong zij op, met stralende oogen. O, nu houd ik nog meer van je dan anders, als dat mogelijk is, riep ze uit, nu je trouw gebleven bent aan je eed, en Je vrien den. Maar ik zal je weer heeleumal gezond maken. Het is nu zeker uit, want anders zouden ze mij niet bij je laten kernen? Ach, Otomie, ik moet je nóg meer ver tellen, het ls niet uit. En met bevende stem verhaalde Ik haar, waarom zij hij me gebracht was. Zij luisterde zonder een woord te zeggen, maar zij verbleekte tot de lippen. Werkelijk, zei ze dan, deze Teules zijn nog veel erger dan onze priesters, veel erger. Wat raad je mij, lieveling? Want zeker heb je wel raad voor mij. Ik wist niet, wat te antwoorden. Er was geen weg. Dan spraken wij nog langen tijd tot ver na middernacht zoo goed als mijn pijnen mij dat mogelijk maakten. Wij spraken ervan, hoe wij elkander voor de eerste maal ontmoet hadden, hoe Otomie aan mij gegeven wia® als de vrouw van Tezcat, hoe zij mij gevolgd was naar den offersteen, van ons daar opvolgend huwelijk, van het beleg van Tenoctu titlan, en van den dood van ens kind. Dan maakten wij ons gereed voor onz^ji laatsten tocht. Want wij achtten nu geen ontkomen meer mogelijk. Aen wie denk je nu? lieveling? vroeg Otomie. Aan mij en ons kind, of aan dot meisje ver ovep de zee? Neen, ik zal het niet vragen. Ik ben gelukkig geweest in mijn lieSè dat is mij <S)ldoende. Nu moeten leven en liefde tezam® eindigen, en dat is geed voor mij, maar ter jou doet het mij leed. (Wórdt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6