M
FEUILLETON
Welk een voldoening, dat
helder witte tafellaken. Ook
de servetten zien er weer
keurig netjes uit. Ai Uw tafel
linnen gaat nu veel langer
mee, daar U steeds wascht met
ZEEPPOEDER 1E SOORT
Bij Boodschappen doen,
eeen PUtöL va sten.
Mij IS DE WRAKE!
R 1928
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
DE R. K. BOND VOOR
GROOTE GEZINNEN
OPENBARE LEESZALEN EN
BIBLIOTHEKEN
mso
R.I9-3I
Een adres aan de leden van de Tweede Kamer
der StatenGeneraal
DE FINANCIEELE VERHOUDING
TUSSCHEN HET RIJK EN DE
GEMEENTEN
Aan de Tweede Kamer is door den R. K.
Bond voor groote gezinnen een adres ver
zonden, waarin de aandacht gevraagd wordt
voor enkele wijzigingen, die men gaarne
in het Ontwerp van Wet zag aangebracht.
De Bond voor Groote Gezinnen heeft dit
wetsontwerp bekeken uit een oogpunt der
belangen van de gezinnen in 't algemeen, en
der groote gezinnen in 't bijzonder.
Aan het adres ontleenen wij het volgende:
Als voornaam punt van bezwaar tegen de
algemeene richtlijnen der regeling moge naar
voren worden gebracht: op de toekomstige
verhouding tusschen gehuwd en ongehuwd is
niet voldoende acht geslagen.
De personeele belasting wordt onder de
benaming „Verteringsbelasting" overgedragen
aan de gemeente, zij zal door de ver
plichte volgorde waarin de grondslagen
moeten worden gehanteerd allereerst zijn,
wr' zij reeds in het verleden was, een ge
zin belasting.
11 1 ernstige euve! onzer belastingwet-
g virg, waarop reeds meermalen de aan-
r'a.-ht werd gevestigd, blijft voortbestaan:
u 1. „Er bestaat geen goede verhouding in
lv-'astina-drnk tusschen gehuwden en onge-
hu.wden."
Naast de ontworpen verteringsbelasting is
dus noodig een complement, welke den on-
goüjken belastingdruk, zoo goed mogelijk
wegneemt, het evenwicht tusschen gehuwd en
f""*ehuwd herstelt, juister thans voor het
allereerst gaat regelen.
TV* boud ijvert daarom en naar zijn
wi-rieel terecht voor de invoering van een
vrijgezellenbelasting, zooals hij dat reeds bij
vrees-ere gelegenheden heeft gedaan en het
welk hij thans hoopt in vervulling te zien
gaan.
Een derg. vrijgezellenbelasting zal in de
ontworpen regeling gemakkelijk zijn in te
Inssehen. Aan het rijk zou nu de plicht
kunnen worden opgelegd om ten bate van de
gemeenten nog een zeker aantal opcenten te
kriigen op de hoofdsom van den aanslag in
dc-o hol acting van degenen, die ongehuwd
zijn
Daarmede zou de vrijgezellenbelasting op
ze-r eenvoudige wijze werkelijkheid gewor
den zijn. Er worde dus gestreefd naar de
vrijgezellenbelasting in den bovenaangegeven
vorm.
Na deze opmerking van algemeenen aard
moeten nog enkele speciale punten worden
belicht.
Gemeentefondsbelasting
Tot basis van de heffing is genomen de
belastbare som der Rijksinkomstenbelasting
d.w.z. van het inkomen ua den kinderaftrek
volgens die wet.
De regeling van den kinderaftrek nit die
wet wordt derhalve overgenomen.
We achten dat een zeer belangrijke bate
van de nieuwe regeling: le. om de tamelijk
hooge vermindering van den aanslag; 2e. om
de bijzondere vermindering voor de groote
gezinnen; 3e. om het feit, dat thans de af
trek uniform staat te worden voor het ge-
heele rijk; 4e. omdat afzonderlijke actie ln
verschillende gemeenten voor goed geregelde
kinderaftrekken te verkrijgen onnoodig wordt.
Wat hierboven gezegd is voor de hoofd
som dezer belasting, geldt in dezelfde mate
voor de opeentenheffing
Verteringsbelasting
Daarmede wordt feitelijk bedoeld de vroe
gere personeele belasting, doch meer dan tot
dusverre pasklaar gemaakt naar het plaatse
lijk eigen.
Er kan belasting geheven worden naar de
volgende grondslagen: le. Huurwaarde; 2e.
Mobilair; 3e. Dienstboden; 4e. Paarden; 5e.
Motorrijtuigen; 6e. Andere.
Deze grondslagen worden belast in de
volgorde dezer maatstaven van heffing en
zoodanig, dat de noodige evenredigheid wordt
verkregen. We vragen ons af, waarom de
ten deze voorgeschreven volgorde noodig
of gewenscht is.
Immers daardoor zal allereerst het gezin
voor de belasting in aanmerking komen: de
grondslagen huurwaarde, mobilair en dienst
boden vormen de gezinsbelasting bij uitstek.
Naar ons oordeel zou er veel voor te
zeggen zijn juist de grondslagen 4e en 5e te
doen voorgaan om eerst daarna de hand te
leggen op le, 2e en 3e.
Het trekt de aandacht, dat diezelfde rege
ling niet is gegeven ten aanzien van den
grondslag dienstboden. En toeh ware daar
iets, mogelijk veel, voor te zeggen, want: een
vrijstelling Voor 2 vrouwelijke iienstboden bij
8 of meer kinderen kan bezwaarlijk over
bodig worden genoemd. In elk geval zou de
vrijstelling voor 1 dienstbode bij 3 kinderen,
zoo er 2 of meer dienstboden worden ge
houden, niet mogen vervallen. Tenslotte wordt
de regeling van den kinderaftrek in de
verteringsbelasting beslist onvoldoende ge
oordeeld.
Het voorschrift van het wetsontwerp be
paalt zich tot: „De belasting naar den eersten
en tweeden grondslag kan worden vermin
derd in verband met de samenstelling van
het gezin van den belastingplichtige".
We voorzien hiervan een bron van ernstige
moeilijkheden voor elke gemeente afzonder
lijk. Wat we totdusverre hebben beleefd met
den kinderaftrek in de gemeentelijke in
komstenbelasting staat ons weer te wachten
met de komende verteringsbelasting
Niet alleen behoort de verplichting tot het
verleenen van den kinderaftrek in de wet
te worden neergelegd, ook de nonnen, waar
naar de kinderaftrek zal zijn te verleenen,
moeten worden opgenomen.
Meerdere of andere voorzieningen achten
we momenteel niet noodig.
Dr. P. HOEKSTRA f.
In den ouderdom van 79 jaren is te Breda
overleden de heer dr. P. Hoekstra, oud-rector
van het gymnasium te Breda en oud-school
opziener in bet arrondissement Zevenbergen.
DE NIEUWE SUBSIDIE-REGELING -
Overzicht van den grondslag en de
voornaamste bepalingen der
voorwaarden
In de Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag der Tweede Kamer betreffende
de begrooting van Onderwijs, K. en W.,
geeft de minister een overzicht van den
grondslag en de voornaamste bepalingen der
voorwaarden der nieuwe subsidieregeling,
welke als volgt zijn samengevat:
le. De tot 1927 toegepaste korting op de
Rijkssubsidies volgens de regeling 1920 (laat
stelijk pl.m. 32 pet.) is permanent;
2e. een nieuwe grondtabel voor de sub
sidies is ingevoerd, waarbij de verplicht^
locale bijdragen zoodanig ziin vastgesteld,
dat daardoor de korting op de Rijkssubsidies
is opgeheven;
3e. de grens, beneden welke het Rijk geen
openbare leeszalen en bibliotheken meer sub
sidieert, wordt verhoogd tot gemeenten van
20.000 inwoners;
4e. in gemeenten tusschen 20.000 en 10.000
inwoners kunnen openbare uitleenbibliotheken
worden gesubsidieerd, die met lagere subsi
dies kunnen volstaan, omdat zij geen leeszaal
behoeven te exploiteeren.
AUDI NTIES.
De gewone audiëntie van den Minister van
Financiën zal op Maandag den ^en December
as. niet plaats hebben.
HET GELE KRUIS IN HET
BISDOM HAARLEM
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
aan de volgende E_E. Hèeren opdracht ver
leend pogingen aan te wenden tot sticking
van afdeelingen van het Wit-Gele Kruis: in
het Dekenaat Haarlem: Past. H. Sondaal;
Alkmaar; Past. H. Mictlinglioff O.P.; Al
phen; H. v. Dijk, Pastoor te Nieuwkoop (be
staande afd.: Lang er aar, Roelofarendsveen)
Amsterdam; Rector J. Bots; Beverwijk: Pas
toor L. SneSders van Wijk aan Zee (bes. afd.:
Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Uitgeest)
Delft: Pastoor D. v. d. Salm (best. afd.:
Pijnacker); Gouda: Pater Th Kok O.F.M. te
Woerden (best. afd. Oudewater); 's-Graven-
h&ge: Pastoor J. A. Ruhé (best. afd,: -Wasse
naar, beide parochies); Hoorn: Pastoor Th.
Gieten te Lutjebroek, te zamon 15 parochies,
vormende afdeeling Blokker; Leiden: Rector
P. Kleintjes (best. afd. Katwijk a. d. Rijn)
Middelburg; Rector C. Vis te Goes (best. afd.;
Kwadamme, 's-Heerenhoek, Zierïkzee)Noord-
wijk; Kapelaan C. Hesp (best. afd. Noordwijk
Ouderkerk a. d. Amstel, Kapelaan W. v. d.
Berg Ouderkerk; Poeldijk: Pastoor W. v. Adri-
ehem te Quintsheul (best. afd.: Loosduinen,
Naaldwijk, Poeldijk, Rijswijk)Purmerend;
Deken A. Kollenberg (beat. afd.: Purmerend)
Rotterdam: Kapelaan H. Bonfrer (best. afd.:
Do-rdrecht); Schagen: Pastoor M. v. d. Burg;
Schiedam: Kapelaan J. Bekkers (best. afd.:
Achthuizen, Schiedam); Soetsrwoude: Pastoor
A. G. Rhee van Nootdorp (best. afd.: Ledd-
sehendam, Soeterwoude, Stompwijk); Wer-
fershoef: Pastoor W. II. Nix.
K. R. O. EN BRUSSEL
De K. R. O. deelt ons mede, dat a.s. Zater
dagavond van 9.40 tot 10.30 bet programma
van Brussel zal worden doorgezonden. Dit pro
gramma bestaat uitsluitend uit muizeknum-
mers. Dit is de eerste maal dat het zendsta
tion van Brussel hier in Nederland wordt ge-
relayeerd. De noodige voorbereiding tot het
goed functionneeren der lijnen BrusselAm
sterdam is verzekerd door de medewerking van
de Belgische en Nederlamdsehe P. T. T. waaT-
voor bij dezen alie hulde wordt gebracht. Het
gewone programma van den K. R. O., gelijk
da.t in den „Katholieke Radio Gids" staat aan
gegeven zal geheel afgewerkt worden. Het Brus-
selBcbe programma zal er van 9.4010.30 wor
den tusschen gevoegd.
HET CONFLICT AAN DE ALKMAARSCHE
EXPORTVEILING
Het compromis-voorstel aangenomen
DE VEILING WEER OP GANG
Het veilingshestuur te Alkmaar heeft be
sloten, het compromisvoorstel, door den heer
Noverraz uit Haarlem op de Dinsdag ten
stadhuize gehouden conferentie gedaan
n.l. om weer per H.G. te veilen als vroeger,
totdat een ln de vergadering van ultimo
December te kiezen nieuw bestuur de overige
edschen zal behandelen aan te nemen,
zoodat vanaf heden de veiling weer haar
ouden gang gaat.
De kweekers uit Hensbroek, de voornaamste
aanvoerders, zijn echter reeds met hun pro
ducten naar Purmerend gegaan en zullen,
naar men ons mededeelde, wel niet meer
vóór Januari de veiling te Alkmaar bezoeken,
hetgeen voor deze veiling geen voo-rdeel be-
teekent.
DE STAKING BIJ DE CHOCOLADE
FABRIEK TE AMSTERDAM
Optreden van den Rijksbemiddelaar
Naar wij vernemen heeft de Rijksbemidde-
laar mr. S. de Vries Czn. bij belde partijen
inlichtingen ingewonnen omtrent den stand
van het arbeidsconflict tusschen den Alg. Bond
van Bakkers, Chocoladebewen'kers, enz., met
de Hollandsoh-Zwitsersche Chocoladefabriek.
R. K. WERKLIEDENVERBOND.
Blijkens een mededeeling in het „Verbonds
blad" is het ledental van het R.K. Werklie
denverbond in het derde kwartaal van dit jaar
vermeerderd met 879. Het bedroeg op 1 Oc
tober 129.171, tegen 121.525 op 1 Januari j.l.
HET HOOGHEEMRAADSCHAP
RIJNLAND
Stichting van een groot Dieselgemaal.
DE AFSLUITING VAN DE DUINEN VOOR
HET PUBLIEK.
In de gisteren te Leiden gehouden vereenigde
vergadering van het Hoogheemraadschap Rijn
land, werd het dagelijksch bestuur gemachtigd
om aan het Rijk een deel van den Slaperdijk
hij Santpoort te verltoopen, ten behoeve van
de kruising met den aan te leggen rijksweg
ten Oosten van Santpoort en voorts om aan
het Rijk te verkoop-en de overbrugging van de
Waddinxveenscbe duikersluis, de Waddinx-
veensche brug, de Room burgerij mg, de Meer-
burgerbrug en de Weipoortbrug, alle gelegen
in den rijkestraatweg van het Haagsche
Schouw naar de Utrechtsche grens, ten behoeve
van de verbetering van dien weg.
Ten opzichte van de bemaling en waterinla-
ting van Rijnland werd voorts besloten over te
gaan tot stichting van een Diesel-gemaal aan
het te maken verbindingskanaal tusschen
IJssel en Gouwe ten Westen van Gouda, met
een vermogen van 2,6 milüoen M3 waterverzet
ting per etmaal.
Na totstandkoming van dit gemaal wordt
het oude stoomgemaal te Gouda met de daarbij
gelegen inlaateluis opgeheven. De beteekenis
van dit besluit is ten eerste hierin gelegen, dat
de Rijnland-bemaling hierdoor zoodanig zal
woiden versterkt, dat de beheersching van den
boezem sta nd aanzienlijk zal verbeteren en de
Gouwe 't maalpeil niet meer behoeft te berei
ken, waarbij tevens de gegronde verwachting
bestaat, dat ook het maalpeii van den Rijn,
dat juist in deze dagen van stormweer en groo-
ten regenval herhaaldelijk wordt bereikt en de
polders ten Zuiden van den Rijn in hun uit-
maling belemmert, tot het verleden zal gaan
behooren. In de tweede plaats is de be teekenis
daarvan gelegen in de verbetering van de
water-uitlating, waardoor vervuiling en verzou
ting van den boezem van Rijnland, beter kan
worden bestreden
Het gemaal zal kunnen blijven doorwerken
tot een IJselstand van 2.50 M. boven N. A. P.
(opvoer hoogte 3.20 M.).
Het bestaande eehepradstoomgemaal te Gou
da moet reeds bij een IJselstand 1.80 M. boven
N. A. P. de uitmaling staken.
Voorts werd een algemeene keur voor Rijn
land vastgesteld. Op verschillende punten wordt
daarmede de bestaande keur uitgebreid en ge
wijzigd. Vooral met betrekking tot de dui
nen. zijn tegen het ontwerp bezwaarschriften
ingediend.
Het verzet richtte zieh hoofdzakelijk tegen
artikel 137, houdende het verbod zich ln de bij
Rijnland in onderhoud zijnde duinen te bevin
den elders dan op wegen en slagqp voor het
publiek als toegankelijk aangewezen.
Deze aan de algemeene keur van Rijnland
ontleende bepaling, achtte het dagelijksch be
stuur noodzakelijk om te kunnen voldoen aan
zijn reglementairen plicht tot bescherming
van de duinen. Het heeft daarbij aangevoerd,
dat het Rijnland wel is waar is belast met het
onderhoud van groote duin-oppervlakten,
doch dat het op deze duinen geen enkel zakelijk
recht kan doen gelden. Terwijl de eigenaars
het volle genot van hun duinen hebben rust
uitsluitend op Rijnland de onderhoudsplicht,
Worden die duinen beschadigd door het pu
bliek, dat deze meer en meer als een ontspan
ningsterrein, waarop het recht meent te heb
ben, gaat beschouwen, dan kan Rijnland zorgen,
dat de door het publiek aangerichte schade,
op kosten van Rijnland ingelanden word' her
steld.
Deze toestand maakt het noodig scherpere
politie-bepalingen in het leven te roepen.
Tenslotte werd de begrooting voor het Hoog
heemraadschap voor 1929 vastgesteld, sluiten
de met een gelijk totaal voor ontvangsten en
uitgaven ad 782.556.
U kunt het bekomen bij Apoth. en Drogisten in
doozen van 30 en GO ct. en in tuben van 80 ct.
Reel. 25244 VM 7
Vrij naar het Engelsch
van
R. H. GARDAGH.
37)
Ween niet, Marina, antwoordde ik, Want
aan uw tranen heb ik niets. Help mij veeleer
als gij kunt.
Ach kon Ik bat maar! snikte zij, en snelde
heen.
Nu kwamen de Spanjaarden weer op ons
toe. Zij droegen Guatemoc en de® cacique in
hun armen weg want loopen konden zij niet,
en de cacique was in zwijm gevallen.
Vaarwel Teule, zei Guatemoc, toen hij
langs kwam, gij zijt een waarachtig zoon van
Quetrr.il, en een dapper man. Mogen de goden u
be.oonen voor alles, wat gij voor mij en de
mijnen geletien hebt, want ik kan het niet.
Ik bleef alleen achter met* de Tlascalanen
en de Garcia.
Een beetje vermoeid, hé, vriend Wingfield?
*©i hij honend. Wel, het is wat ruw. en men
moet er eerst aan wennen. Een nachtje slapen
zal Jo weer opknappen, en morgen ben je als
«en nieuw mensch. Misschien demk je, dat ik
al gedaan heb, wat ik kan? Ach, dwaas, dit is
pas het begin. Ook denk je misschien, dat ja
koppigheid mij hindert? Weer mis, vriend. Ik
hem flit f -p-ïf
i 'U-mIi? '«ui a* **t 'TMxvr '^n.
goud weggeven voor nog twee van die dagen
met jou, ik heb je nog veel terug te beta
len, en ik weet ook, hoe. Er zijn meer manie
ren, om een man le treffen dan in zijn lichaam.
Miesschien ken je een Aztee-ksche schoone
van Koninklijke bloede, genaamd Otomie?
Wat is er met Otomie? riep ik, voor de
eerste maal sprekend, want de bezorgdheid voor
haar bracht mij meer buiten mij zelf, dan alle
folteringen.
Aha, een overwinning. Ik heb eindelijk
een middel gevonden om je aan het spa-eken te
brengen. Nu, neef Wingfield, Ik wilde alleen
maar dit zeggen: Otomie is je vrouw, Ik heb
de heele geschiedenis gehoord, en zij is in mijn
macht. Ik zal het je bewijzen, want zij zal da
delijk hier gebracht worden, en dan kun je
elkaar troosten. Want luister, hond, morgen
zal zij zitten, waar jij nu zit, en voor je oogen
zal zij gefolterd worden, zooals jij gefolterd
bent. Dan zal je vlug genoeg praten maar
misschien is het dan te laat.
Nu was het met mijn kracht gedaan.
Spaar haar, kreunde ik, die met mij, wat
je wilt, maar spaar haar! Je moet toch een hart
hebben, zelfs jij, want je bent een mensch. Zóó
iets kun je toch niet doenen Cortes zou
het niet goedvinden.
Wat Cortes betreft, antwoordde hij, hij zal
er niets van weten, tot het gebeurd is. Ik heb
mijn volmacht waarbij mij wordt opgedragen
om alle middelen., die binnen mijn bereik
vallen, te beproeven, teneinde je de waarheid
te ontwringen. Folteringen zijn onvoldoende
gebleken, en dit ééne middel is er nog maaT
over. Voor de rest moet Je mij al heel verkeerd
begrijpen. Je weet, wat het is, te haten, want
Je haat mij. Vermenigvuldig dien haat met tien
dan heb je mijn haat voor jou. Ik haat je om jé
r**, i1" l'Tvt .1° nrr-^t js ••*0
Tu hj-, waar ik haat je E03 veel m.-vr oia „e
zelf. Heb je mij, een Spaansch edelman, niet
met een stok geslagen als een hond? Zal ik dan
terugdeinzen voor wat dan ook, als ik daar
door mijn haat bevredigen kan? Verder, hoe
wel je een dapper man bent, weet je misschien
op dit oogenblik wat het beteekent, bang te
zijn, en voel je de pijn daarvan. Ik zal eens
openhartig met je zijn, Thomas Wingfield: ilc
hen bang voor je. Toen ik je vo°r de eerste
maal zag, was ik hang voor je, waar ik reden
voor had en daarom trachtte ik Je te dooden.
Sindsdien ben ik steeds meer bang voor je
geworden, zóó bang soms dat ik geen rust kam
vinden. Om jou ben ik uR Spanje gevlucht,
om jou ben ik laf geweest ia meer dan één
gevecht hier. Het geluk is altijd aan mijn kant
geweest in dezen strijd tusschen ons en toch
zeg ik je, dat ik nóg hang voor je ben,^ zelfs
zooals je nu bent. Als ik durfde, zou ik je on
middellijk dooden; maar dan zon je mij altijd
vervolgen, zooals je moeder mij altijd vervolgt,
en bovendien moet ik het verantwoorden voor
Cortes. Vrees is de moeder der wreedheid, neef,
Nu is het uur van vergelding daar en zoolang
je leeft, of zoolang iemand leeft, die jou dier
baar ia, wil ik mijn leven eraan besteden, om
over jou en die andere alle mogelijke ellende
te brengen, zooals ik met je moeder gedaan
héb, hoewel ze mij daartoe dwong, om mijzelf
te redden. Je bent mij gevolgd, om je op mij
te wreken, en vroeg of laat zal de wraak mij
treffen. Maar tot dan toe ben ik overwinnaar,
al moet ik mij verlagen tot dit slachtersverlc.
En plotseling verliet hij mij.
Toen werd de uitputting te veel voor mij, en
viel ik in zwijm. Zoodra ik tot mijzelf kwam,
bemerkte ik, dat mijn koorden waren losge
maakt, en dat ik op een soort bed lag. Een
vrouw stond over mij heengebogen en ver
zorgde mij, terwijl zij woorden van medelijdende
lief. 'p Duisterde. De avond gevallen, en
er v.n s licht in het vertrek, eu bij het .ijn.c!
daarvan zag ik, diait de vrouw niemand an
ders was dan Otomie, niet langer uitgehongerd
en vervallen, maar bijna even liefelijk als vóór
het beleg.
Otomie, jij hier! hracht ik uit, en ik her
innerde mij de Garcia's bedreiging.
Ja, lieveling, ik ben het, fluisterde zij.
Ze hebben goedgevonden, dat ik je zou ver
plegen, duivels als het ook zijn. O, dat ik je
zóó moet zien, en niets kan doen om je te
wreken.
Zij barstte in tranen uit.
Stil, zeide ik, stil. Hebben we te eten
bier?
In overvloed. Een vrouw heeft het ge
bracht van Marine.
Geef me te eten, Otomie.
Nu begon de uitputtang van mij te wijken
hoewel mijn lichaam mij overal ontzettend pijn
deed.
Otomie, zeide ik dan, heb je de Gareia
gezien?
Neen, lieveling. Twee dagen geleden werd
ik gescheiden van mijn zuster en de anderen,
maar men behandelde mij goed, en ik heb
geen Spanjaard gezien, behalve de soldaten,
die mij hier brachten, en zeiden dat je ziek
was. Ach! ik wist niet, wat de reden was van
je ziekte.
En zij begon weer te weenen.
Toch heeft men je gezien, en gezegd, dat
je mijn vrouw bent.
Dat is ook heel waarschijnlijk, antwoord
de zij, want alle Azteken wisten het, en zul
ke dingen kunnen niet geheim blijven. Maar
waarom hebben ze je zoo behandeld? Omdat
je tegen hen gevochten hebt?
Zijn we alleen, vroeg ik?
De wacht staat buiten, maar in de ka
mer is niemand anders.
T om dichter bij me, dan zal ik je ales
vertellen.
Toen ik geëindigd had, sprong zij op, met
stralende oogen.
O, nu houd ik nog meer van je dan
anders, als dat mogelijk is, riep ze uit, nu
je trouw gebleven bent aan je eed, en Je vrien
den. Maar ik zal je weer heeleumal gezond
maken. Het is nu zeker uit, want anders zouden
ze mij niet bij je laten kernen?
Ach, Otomie, ik moet je nóg meer ver
tellen, het ls niet uit.
En met bevende stem verhaalde Ik haar,
waarom zij hij me gebracht was. Zij luisterde
zonder een woord te zeggen, maar zij verbleekte
tot de lippen.
Werkelijk, zei ze dan, deze Teules zijn
nog veel erger dan onze priesters, veel erger.
Wat raad je mij, lieveling? Want zeker heb
je wel raad voor mij.
Ik wist niet, wat te antwoorden. Er was
geen weg. Dan spraken wij nog langen tijd
tot ver na middernacht zoo goed als mijn
pijnen mij dat mogelijk maakten. Wij spraken
ervan, hoe wij elkander voor de eerste maal
ontmoet hadden, hoe Otomie aan mij gegeven
wia® als de vrouw van Tezcat, hoe zij mij
gevolgd was naar den offersteen, van ons daar
opvolgend huwelijk, van het beleg van Tenoctu
titlan, en van den dood van ens kind. Dan
maakten wij ons gereed voor onz^ji laatsten
tocht. Want wij achtten nu geen ontkomen
meer mogelijk.
Aen wie denk je nu? lieveling? vroeg
Otomie. Aan mij en ons kind, of aan dot meisje
ver ovep de zee? Neen, ik zal het niet vragen.
Ik ben gelukkig geweest in mijn lieSè dat
is mij <S)ldoende. Nu moeten leven en liefde
tezam® eindigen, en dat is geed voor mij,
maar ter jou doet het mij leed.
(Wórdt vervolgd).