Voor onze Jeu^d m I Van twee sterren Fiorita m ■mm DE ERFENIS VAN OOME JOB EN TANTE JOL 3 VRIJDAG 14 DECEMBER 1928 DERDE BLAD Het kwartje op de vingertop V DOOR G. D. HOOGENDOORN WVV' Koeksmjden Overname nit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden. "k Ga je nu eens iets vertellen Van mijn nichtjes Wil en Door, 1 Waren heele lieve kind'ren. Dat kan ik je zeggen hoor. Op een regen-Woensdagmiddag Kwamen ze eens bij elkaar, Gingen theeserviesje spelen. Net als moeder, 't is heusch waar. Eerst de poppen eens besproken, Zei Wil tot haar nichtje Door, 'k Vind 't uitstekend, zei ze deftig, Mevrouwtjelief, gaat u maar voor wn sprak over al haar kinderen. Van baby. Dot en stoute Jet, Daarna kwamen beer en Bobbie, O, wat waxen die toch net! Heerlijk zaten ze te keuv'len, Bij de thee en 't schaaltje koek, En toen alles bijna op was, Keken z'in een heel dik boek. In dit boek nu, moet je weten, Zaten plaatjes, groot en klein, En de nichtjes Wil en Doortje, Riepen om de beurt hoe fijnt Weet je als ik later groot ben, Zeide toen mijn nichtje Door, Ga ik voor de film spelen, 'k Heb er echte krullen voor. Nijdig om haar steile haren, Riep Wil tot haar nichtje Door, Nu ik wil je dan wel zeggen, 't Is een aakllg baantje hoor! En ik ben nog niet zoo zeker, Dat jij wordt een f i I mster, Wees maar niet zoo erg voorbarig, Mïsehien word jij wel werkster! GUUS. Een Zuiditaliaansch sprookje Er leefde eens een koning, die vier kindereu had: drie meisjes en een jon gen, en dat was natuurlijk zijn troon opvolger. Op een goeden dag zei de koning, die soms rare invallen kon hebben, tegen zijn soon: „LuistA eens, m'n jongen. Ik vind. dat ik je zusters nu langzamerhand in aar eens moest uithuwelijken. Ze zijn nu oud en wijs genoeg, om een eigen huishouding te besturen. Maar ik heb geen zin en geen geduld, om Jlnks en rechts uit te kijken naar drie geschikte prinsen. Ze moeten dus maar den eersten den besten man nemen, die Vóór vanmiddag vier uur langs het paleis Voorbijkomt. De jonge prins deed alles, wat hij kon. om zijn vader van dat dwaze idee af te breneen Maar al zijn redeneeren hielp Dat was een zwijnenhoeder, die op weg was naar zijn land. gend, begonnen opeens aan alle boomen en struiken van den tuin de heerlijkste bloemen te bloeien, en in den hoogsten populier zat een vogel, die zong: „Geluk kig, wie de roos van den rozenstruik der schoone Piorlta krijgt!" De koningszoon wist niet. wat hem overkwam; hij trilde over zijn heele lichaam, zóó was hij geschrokken. Van de schoone Fiorita had hij nooit in zijn leven heoren spreken en hij begreep hee- lemaal niet, wat het lied van den vogel kon beteekenen. Toen kwam het verdriet over zijn drie zusters, die hij nu voorgoed verloren had, opnieuw over hem en hij leunde met zijn hoofd tegen een olijven- boom, schreide bitter en bleef langen tijd in diepe gedachten verzonken. Pas een heelen tijd later ontwaakte hij uit zijn droomerijen en zei bij zichzelf: „Ik kan nu onmogelijk langer bij mijn vader blij ven. Ik zou niet kunnen nalaten, hem voortdurend te verwijten, wat hij mijn zusters heeft aangedaan,, en wij zouden nooit meer zoo prettig en vertrouwelijk samen kunnen omgaan als vroeger. Ik zal daarom de wijde wereld intrekken en niet eer rusten, vóór ik een roos van die ro- 1 zenstruiken der schoone Fiorita veroverd heb." Hij trok dadelijk weg, zonder iemand goeden dag te zeggen, en langen tijd zwierf hij over land en zee, over bergen en vlakten, maar nooit ontmoette hij iemand, die hem iets wist te vertellen over de mooie Fiorita. Zoo gingen drie jaren voorbij. Op een dag kwam hij uit een dicht bosch, waardoor hij verschillende dagen en nachten gereden had, op een mooie, lichte wei uit. Midden op die wei stond een paleis, en vóór het paleis lag een mooie steenen bron, en daar liep de prins recht op af, want hij had een verschrik- kelijken dorst gekregen en wilde graag een beetje drinken. Een kleine dreumes van 'n jaar of twee, die in de nabijheid van de bron aan het spelen was, begon te huilen, toen hij hem zag aankomen, en riep om zijn moeder. Daarop kwam een mooie edelvrouw uit het paleis, en nau welijks zag ze den prins, of.ze vloog hem tegemoet, sloeg haar armen om zijn hals bem geen zier. De koning ging voor het en riep verheugd: „Welkom, lieve broer! gierig naar zijn twee andere zusters, en hij vroeg zijn zwager, of die misschien ook wist. hoe ze het tegenwoordig maakten Ja. dat wist hij, en de prins hoorde, da' net hun erg goed ging en dat ze met nun erhtgcnooten een vorstelijk leven eidde- De prins was daar eerst verwonderd ner nisar zijn zwager vertelde hem. dat ook zij niets dan voorspoed hadden gekend sinds hun huwelijk, en dat de oude Komne misschien we! een groot toovenaar wat die heel goed geweten had, wat af) d°ert met dat zonderlinge uithuwelijken van jy-, dochters. dat iedereen voor een gril tian gehouden. ,Zou het mogelijk zijn, dat ik mijn cwee andere zusters ook eens te zien kreeg' vroeg de prins. „Wanneer je aldoor maar naar het Oosten loopt, kom je op den tweeden dag aan de woning van je tweede zuster en op den derden dag bij de jongste". wc.daden bewezen had Naar deze o-me touw wees ze hem ten slotte den weg. Toen de prins de stad bereikte, waai !e schoone Fiorita. die ook een koniags lochtei was. woonde, ging hij dan jo- (jrecht naar de oude vrouw. Nauwelyk iad deze gehoord, dat hij de broer was an C'e prinses, die haar zooveel goia- erlfii had, of ze m y' hem als w gpri zoon. Het toeval wilde dat het n van de oude vrouw juist tegenover het :oninklijk paleis stond en precies uitkeek >p het boogvenster, waarvoor de prinses 2ich eiken morgen bij zonsopgang ver- oonde. Werkelijk kwam ze den volgender torgen in alle vroegte aan het raam. om hangen met een rosen sluier. De prins ■erd zoo bewogen, toen hij zag hoe moo •n lief ze was. dat hij op staanden voe' 'i k'aarde. riet vil en niemand anders zijn vrouw zou worden. Maar de oude vrouw trachtte hem over Maar nu hij haar eens beter aankeek, zag hij dat het niemand anders was dan zijn oudste zuster. 'aam zitten om uit te kijken, wie er het ®erst voorbij zou komen. Dat was een zwijnenhoeder, die op weg ^as naar zijn land. De koning tikte te- Ken het raam, liet den man binnenkomen er» deelde hem zonder veel omhaal van boorden mee, dat hij de echtgenoot zou Worden van zijn oudste dochter. De goede man dacht, dat hij droomde. Maar toen hij merkte, dat het den ko- hing volle ernst was, maakte hij een diepe buiging, en stamelde, half versuft door dat onverwachte geluk: „Zooals gij beveelt, heer koning!" Het huwelijk werd konder uitstel voltrokken, en de zwijnen hoeder verliet met zijn jonge vrouw he! Paleis. 'n Half uurtje later kwam er een jager voorbij, die óók werd binnengenoodigd en bi den kortst mogelijken tijd met de tweede dochter in het huwelijk werd ver bonden. Ook zij namen afscheid en ver trokken samen tr de koning ging weer bij het raam zitten, op den uitkijk naar fen derden schoonzoon. Het duurde niet lang, of er kwam een lorre doodgraver voorbij, die er nog al "Pgeruimd uitzag voor iemand van zijn Jeroep. De koning liet hem weer binnen- 'Oepen en deelde hem mee, dat hij zoo 'adelijk met zijn jongste dochter in het "hweiijk verbonden zou worden. De jonge prins had het huwelijk en het Vertrek van zijn twee oudste zusters zwy- 'ehd aangezien, zonder zich met één Woor, in de zaak te durven mengen. Maai nu 't om zijn jongste zuster ging, wie hij altijd 't allermeest gehou- had, kon hij zich werkelijk niet lan- *er stilhouden, en deed al zijn best om 'Jh vader over te halen, haar toch niet dien doodgraver mee te geven. Maar e koning wilde niet luisteren, en zoo *Srd ook dit derde huwelijk voltrokken. De kroonprins had er veel te veel ver giet van, om het mee te kunnen aan- ?eil> en daarom had hij tijdens de plech- Kheid zijn toevlucht gezocht in de groo- I tuinen van het paleis, om met zijn alleen te zijn. Maar zie, op 't zelfde g-OMik, dat in dg slotkapel het huwe- Welkom! Ken je je zuster niet meer? Hij had haar niet dadelijk erkend, maar nu hij haar eens beter aankeek, zag hij toch wel dat 't niemand anders was dan zijn oudste zuster, en hij om helsde haar hartelijk en was dolblij, dat hij haar zoo onverwacht gevonden had. Dat was me een feest! Ze bracht nem naar haar man, den vroegeren zwijnen hoeder, die sinds zijn huwelijk met de prmses op geheimzinnige wijze met den dag al rijker en rijker geworden was, en nek deze was heel blij, zijn zwager te zien er: noodigde hem uit tot een langdurig verblijf in liet paleis. Natuurlijk was de prins ook erg nieuws- „Maar ik ben eigenlijk den weg aan t zoeken, die naar de woning van de schoo tie Fiorita leidt, en wie zegt me, ->f cite nsar het Oosten of naar 't Westen toopt? Zijn zwager zeide: „Ook die loopt nan* het Oosten, en je zult dubbel gelukkig zijn, wdnneer je eerst je zusters terugziet en dan van de jongste nadere bijzonder heden te hooren krijgt over de schoone Fiorita. Nu je dit weet. wil je je zekei fciei niet langer ophouden? Maar eer Je vertrekt, wil ik je eerst nog een aanden ken geven. Neem deze varkensborstels met en zoodra je in gevaar bent en meent. Je zelf niet meer alleen te kunnen redden gooi dan de borstels op den grond, !a:i ben je gered." De prins nam de borstels aan, bedan.t- te zijn zwager en begaf zich op weg in oostelijke richting. Zoo kwam hij den volgenden dag aar- het paleis van zijn tweede zuster, °n ook hier was de vreugde van het weerzien groot en raakten ze niet uitgepraat ovtu ai wat ze beleefd hadden in de drie ja ren, dat ze elkaar niet hadden gezien. Ook deze zwager gaf den prins een aandenken en omdat hij een jager was, bestond dn uit een grooten bos mooie vogelveeren; hij vertelde hem er bij, hoe hij die gebruiken moest. De prins bedankte hem vriendelijk en trok dadelijk verder. Op den derden dag bereikte hij de wo ning van zijn jongste zuster. Zij ontving bear broer, die van haar altijd het aller meest gehouden had, nog hartelijker dan haar andere zusters en omhelsde hem tel kens weer. Ook haar man was een en al vriendelijkheid en gastvrijheid. De"prins b.'cef hier drie dagen, omdat hij eenvou dig niet van hen scheiden kon, maar coen werd het verlangen om de mooie Florida te vinden, dat hem nu al drie iaar lang door de wijde wereld had rondgedreven hem te sterk en hij besloot, weer op ie breken. Zijn zwager gaf hem als aanden ken een doodsbeentje, dat hij net moesi gebruiken als de andere geschenken, en zijn zuster vertelde hem, dat de schoone Fiorita slechts een dagreis verder oost waarts woonde, en dat hij nog allerlei ovei haai zou kunnen hooren van een uute vrouw, aan wie zij, zijn zuster, menigmaal te halen, dat plan op te geven, „want," zei ze, „de koning wil zijn dochter alleen maar geven aan iemand, die een bepaalde geheime schuilplaats lean raden, en wie dat niet kan, wordt zonder genade ont hoofd." Ze vertelde hem ook nog, dat al heel wat prinsen op die manier het leven verloren hadden. Het was echter allemaal ver- geefsch; hij antwoordde, dat hij bij zijn voornemen bleef en in elk geval tóch ster ven zou, als de mooie Fiorita niet de zijne werd. Verder hoorde hij nog van de oude vrouw, dat de koning voor zijn dochter de prachtigste muziekinstrumenten kocht, waar hij ze maar krijgen kon, en dat zij er al een heele verzameling van had. Hierop bouwde hij zijn plan. Hij ging naai een ouden man, die er in handelde en ze ook zelf heel kunstig maakte, en zei „Meester, ik zou een speeldoos willen heb ben, die drie stukjes speelt, elk stukje een dag iang, en die zóó groot is, dat een mensch er zich in verbergen kan. Ik be taal u duizend gouden dukaten daarvoor Als ze klaar is, zal ik mij zelf er in ver stoppen, en ge gaat er mee onder de ven sters van het paleis staan en laat ze daar spelen. Wil de koning ze koopen, verkoop ze hem dan onder voorwaarde, dat ge ze alle drie dagen moogt komen halen, om ze te stemmen." De man had daar wel ooren naar; hij maakte alles precies zoo In orde, als de prins hem bevolen had, en ging. toen het instrument klaar was, er mee naar den ko ning, die er dadelijk erg veel zin in had Zonder lang te onderhandelen, kocht hij het voor den prijs, dien de oude man vroeg, en nam ook de voorwaarde van het stem men aan. Prinses Fiorita had in het groote park. dat by haar vaders paleis hoorde, een eigen ommuurden rozentuin, waar ze ge woon was, 's middags, op het heetst van den dag, een beetje te rusten op een mar meren rustbank. Daarheen liet de koning de prachtige speeldoos brengen en hij ze' tegen zijn dochter: „Zoo. mijn kind, nu zul je je ook hier niet kunnen vervelen zelfs al Is het zóó warm en stil, dat geen vogel hier in den tuin zich laat hooren." Naast den turn van de prmses was een andere tuin afgebakend, waarin haar hof dames naar hartelust mochten wandelen Toen Fiorita zich dien middag in haar stillen rozentuin had teruggetrokken, het poortje achter zich gesloten had en met tiaar oogen dicht op de marmeren bank zat te droomen, kroop de prins heel stil etjes uit de groote speeldoos, die in he 'ras stond, en riep zachtjes: „Fiorita. liev Fiorita!" Doodelijk verschrikt sprong d prinses op en riep om haar kamervrou wen. De hofdames kwamen, zoo vlug ze maar konden, aangevlogen, maar vonder niemand, want de prins had zich weei m de speeldoos verstopt. Nog tweemaa nerhaalde zich hetzelfde telkens kwamen de hofdames kijken, zonder iemand te vinden en ten slotte zei de prinses: „He; is vast en zeker een droom. Als ik som.- nog eens roep. blijf dan maar rustig waa- jelui bent, en kom niet meer kijken Deze woorden hoorde ook de prins in zijr, chuilplaats, en nauwelijks waren de hof dames weer weg. om m hun eigen tuin t< gaan wandelen of hij sloop naar de mar meren bank en fluisterde: „Schoone Fiorita. geel mij een roos van uw rozen struik, dan zal ik de gelukkigste prins var de heele wereld zijn!" De prinses beelde ovex haar nee lichaam, omdat er ifaar zoo opeens te mand vóór haar stond, dien ze heele maal niet had hooren aankomen Z riep uit alle macht om haar hofdame maar die dachten natuurlijk aan wat z: hun een oogenblik tevoren bevolen ha< sn lieten zich niet zien Toen zei ze tf ren den prins ..Je hebt be- geworne van alle prinsen, die hier vroeger geweest .ijn, alleen door je slimheid He prei me, dat je zooveel moeite gedaan he: wn in mifn tegenwoordigheid door dringen. Kom hier!" En ze brak een tenkerroode roos vso cfen pop van de. allermooisten struik ui' den puin cl juist achter de marmeren bank groeide „Neem deze roos.zex 'ze. „en draa die altijd op je borst; ze zal je geluk aanbrengen." De prins stak ze op zij 'luweelen buis, en begon toen aan Fio flta zijn geschiedenis te vertellen, vana ten dag. dat hij zijn vaderlijk huis ver aten had, nu drie jaar geleden tot d list, die hij gebruikt had, om in haar na bijheid te komen Fiorita was erg bh dat hl) zoo knap en moedig was. en ze dat zij hem graag tot raan wilde n- men, maar dat hij vóór de bruiloft nog wel heel wat moeilyk.ieden zo maete overwinnen, die de koning, haar vadei ïem in den weg zou 1 eggenVooreer- rou hij de geheime schuilplaats moete ontdekken, waarin de koning haar ze verstoppen met honderd andere meisjes ïllen precies gekleed als zij en boven :lien nog gesluierd „Maar hierover." z ze, „behoef Je Je niet al te bezorgd t naken: de roos die ik je gegeven he' en die je altijd op je borst moet dra gen, zal vanzelf je schreden richtei eerst naar de geheime schuilplaats. dan, tusschen alle andere meisjes do: recht naar mij. Er zullen echter nr moeilijker dingen van je verlangd woi ten en daarbij kan ik je nier helper ie moet zelf maar zien, hoe je je er uit edt. Ons goed gesternte moei. ons mar ïelpen!" Dadelijk daarop ging de prins na •Jen koning en vroeg, hem bedaard om d: hand van zijn dochter. Die beloofd* 'ïem, dat hij met haar zou mogen trou wen, wanneer hij de verschillende op drachten, die hij hem zou geven, tot eer goed einde zou brengen. De roos hielp hem heel geniakkeliji vfcnv H" rit ten lag, als de opslagplaats van een reusachtigen fruithandel, met de bood schap. dat ze in een paar uur tijds tot lp laatste toe moesten zijn opgegeten. De wins was op het punt, den moed te aten zakken, toen hij opeens weer dacht tan de varkensborstels en den raad, dien 'ijn oudste zwager hem gegeven had. Hij wierp de borstels op den grond en tijk eens aan! Daar stond een heele :udde varkens om hem heen, en die egonnen zich te goed te doen aan de vruchten, tot die verdwenen waren tot net laatste steeltje en pitje toe. Ook tit was dus tot een goed einde gebracht. Maar d'e zoning had meteen ook al weer iets nieuws klaar. Hij elschte, dat prins de prmses door het prachugste ezang van de allermooiste vogels in tlaap zou laten zingen. Dat leek een ïojjeloos moeilijk geval Maar gelukkig ïerinnerde hij zich juist bijtijds den boe veeren van zijn tweeden zwager, dien hij oy zich droeg Hy wierp den nee- ii oundel op den grond en meteen nad erden de prachtigste vogels om hem men. met prachtige bonte veeren en ■ingen zóó liefelijk, dat met aileen a« rinses, maar ook de koning tn slaap viel Een lakei, d'ie daartoe van te voren pdracht gekregen had wekte hem ech- er dadelijk weer en hij zei tegen den ;i ins en de prinses „n u mag jelui hu- elijk voltrokken worden en kun jelui en eigen paleis betrekken. Dat gebeurde, maar toen de jongge huwden zich naar hun eigen woning be gaven, gaf de koning hun geen enkele okei of hofdame mee; hij bracht hen sif weg en bij hei afscheid nemen zei iij tegen hen: „Jelui denkt zeker, dat e 't nu van me gewonnen heot! Maar neb nog een kleine opdracht voor je- ui! Morgenochtend kom ik terug en an wil ik hier een volledige hoi houding iij jelui vinden; je moet zelf maar zien oe je er aan komt! Lukt het jelui niet, an moet je toch nog sterven, en wel allebei 1" Daarmee sloot hy de deur aan 'sn buitenkant, zoodat de prins en de irinses opgesloten zaten. Ze sliepen niet veel en zaten maar ieei treurig bij elkaai. want ze dachten net anders of met 't aanbreken van den lag zou ook nun laatste uurtje slaan; oe konden ze immers ook aan een nof- ïouding komen., terwijl ze daar opge sloten zaten? Maar tegen den morgen tedacht de prins opeens, dat hij nog -en derde redmiddel m den nood had: iet geschenk van zyn jongsten zwager. Mij haalde het doodsbeentje te voorschijn n wierp net op den grond En daar stonden opeens in een lange rij aiierlei linke. levende menschen: lakeien en of meesters en koks. hofdames en ka nervrouwen en Imnenmeisjes! Toen de xoning 's morgens kwam kijken was hij net weinig verbaasd dat ze het er al- ,-eér goed hadden afgebracht maar nij was ditmaal ten mniste eerlijk en nam ijn kroon van net noofd zette ze zyn moon zoon op en zei: „Die is nu voor ou! Voortaan zul je koning zijn in mijn ilaats!" Nu werden er groote feesten aan Loet voi gegeven^ om de bruiloft nog eens dechtig over te vieren. De drie zusters net hun echigenooten werden ook ult- jenoodigd. zoodat net een drukte en een i'eugde van belang wasl En ook de va ler van den prins, die zijn zoon allang :ood gewaand had hoorde van zijn hu welijk en de prachtige feesten, die te zij ner eer in het land van de schóone Fio rita gegeven werden, en reisde zoo vlug hij maar kon naar hem toe om hem sluk te wenschen en hem zyn eigen croon te schenken, want zelf was hij al aen oud man geworden. Zoo werden de prins en de scnoone Fiorita koning en koningin over twee -roote, machtige rijken en ze leerden oeel gelukkig samen, wat ze dan ook wel verdiend hadden na al de moeilijkheden, die ze hadden moeten overwinnen! waitiVooi titr ~..cn eiüeü reor- gen bij zonsopgang vertoonde ichoone Fiorita gemakkelijk uit de hou ierd andere meisjes en meende dat hi. nu wel een heel eind op streek zou zijn Maar zoo gauw was de koning niet te vreden! Hij liet den armen prins opsluiten in -en groot ruim gewelf, dat vol vruch i van de Jongste prinses werd ingeze- 216. „Huup! Vooruit! Nu niet lang dralen, Kom eens hier, mijn goede vrouw. Vlucht maar niet, want in het loopen Ben ik jou toch veel te gauw." En hij greep haar bij haar schouders, Voerde haar snel met zich mee. En liet Job verbluft daar achter, Die ln tranen toont zijn wee. 217. „Halt!" riep bij een diepen afgrond 't Aapbeest: „Zie, daar is mijn nest, Doch hier over heen te springen Gaat met jou niet al te best." En eer tante 't kon- voorkomen. Bond hi) één, twee, vliegensvlug Jollie aan z'n langen krulstaart En vloog hoep-lal door de lucht. 218. „Luister, Jol," sprak 't aapbeest viaend'lijk „Voortaan ben jij kindermeid, Wees dus lief voor al mijn jongens, Toon je waardig door beleid. Kook de soep juist naar behooren, Wrijf de nootjes fijn met 6ap, En sla nooit mijn lieve kinderen, Want dan knijp lk jou tot pap." Op nei undaen van n gewon, ei- .-aart leg je 'n vierduiten (2 centstuk) n balanceert Deide dan op den vinger top van je linkerhand in evenwich* Knip je nu. zooals ik op onö'ers aand olaatje teekende met duim en vinger .■an je rechterhand de speelkaart weg. dan blijft het geldstuk, dat met de knipper;j" niet meegaat, kalm op je vin- ertop liggen. Omdat het gelukken van dit kunst stukje natuurlijk heeiemaal afhangt oi >e ie „knip" vlug en precies horizontaal uit voert, is het aan te bevelen, vóór je je -.unststuk aan je vrinden vertoont het serst even een paar maal «„_.r je zelf te iiobeeren. En natuurlijk het 2)4 centstuk zóó op de speelkaart leggen, dat ie precies bo- 'o vinaert-on ligt Ik geef jullie allemaal 'n vierkanten koek adeau. 'n Mes kr:,c ie bil Hoe speel je het klaar dezen koek met 3 messteken in 3 stukken te Probeer dat eens, wanneer je boven staand vierkant als den koek en je pot lood als h"i -I-s lest- fungoeren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 11