Voor onze Jeu^d
m
I
Van twee sterren
Fiorita
m
■mm
DE ERFENIS VAN OOME JOB EN TANTE JOL
3
VRIJDAG 14 DECEMBER 1928
DERDE BLAD
Het kwartje op de
vingertop
V DOOR G. D. HOOGENDOORN WVV'
Koeksmjden
Overname nit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden.
"k Ga je nu eens iets vertellen
Van mijn nichtjes Wil en Door,
1 Waren heele lieve kind'ren.
Dat kan ik je zeggen hoor.
Op een regen-Woensdagmiddag
Kwamen ze eens bij elkaar,
Gingen theeserviesje spelen.
Net als moeder, 't is heusch waar.
Eerst de poppen eens besproken,
Zei Wil tot haar nichtje Door,
'k Vind 't uitstekend, zei ze deftig,
Mevrouwtjelief, gaat u maar voor
wn sprak over al haar kinderen.
Van baby. Dot en stoute Jet,
Daarna kwamen beer en Bobbie,
O, wat waxen die toch net!
Heerlijk zaten ze te keuv'len,
Bij de thee en 't schaaltje koek,
En toen alles bijna op was,
Keken z'in een heel dik boek.
In dit boek nu, moet je weten,
Zaten plaatjes, groot en klein,
En de nichtjes Wil en Doortje,
Riepen om de beurt hoe fijnt
Weet je als ik later groot ben,
Zeide toen mijn nichtje Door,
Ga ik voor de film spelen,
'k Heb er echte krullen voor.
Nijdig om haar steile haren,
Riep Wil tot haar nichtje Door,
Nu ik wil je dan wel zeggen,
't Is een aakllg baantje hoor!
En ik ben nog niet zoo zeker,
Dat jij wordt een f i I mster,
Wees maar niet zoo erg voorbarig,
Mïsehien word jij wel werkster!
GUUS.
Een Zuiditaliaansch sprookje
Er leefde eens een koning, die vier
kindereu had: drie meisjes en een jon
gen, en dat was natuurlijk zijn troon
opvolger.
Op een goeden dag zei de koning, die
soms rare invallen kon hebben, tegen zijn
soon: „LuistA eens, m'n jongen. Ik vind.
dat ik je zusters nu langzamerhand
in aar eens moest uithuwelijken.
Ze zijn nu oud en wijs genoeg,
om een eigen huishouding te besturen.
Maar ik heb geen zin en geen geduld,
om Jlnks en rechts uit te kijken naar drie
geschikte prinsen. Ze moeten dus maar
den eersten den besten man nemen, die
Vóór vanmiddag vier uur langs het paleis
Voorbijkomt.
De jonge prins deed alles, wat hij kon.
om zijn vader van dat dwaze idee af te
breneen Maar al zijn redeneeren hielp
Dat was een zwijnenhoeder, die op weg
was naar zijn land.
gend, begonnen opeens aan alle boomen
en struiken van den tuin de heerlijkste
bloemen te bloeien, en in den hoogsten
populier zat een vogel, die zong: „Geluk
kig, wie de roos van den rozenstruik der
schoone Piorlta krijgt!"
De koningszoon wist niet. wat hem
overkwam; hij trilde over zijn heele
lichaam, zóó was hij geschrokken. Van
de schoone Fiorita had hij nooit in zijn
leven heoren spreken en hij begreep hee-
lemaal niet, wat het lied van den vogel
kon beteekenen. Toen kwam het verdriet
over zijn drie zusters, die hij nu voorgoed
verloren had, opnieuw over hem en hij
leunde met zijn hoofd tegen een olijven-
boom, schreide bitter en bleef langen tijd
in diepe gedachten verzonken. Pas een
heelen tijd later ontwaakte hij uit zijn
droomerijen en zei bij zichzelf: „Ik kan
nu onmogelijk langer bij mijn vader blij
ven. Ik zou niet kunnen nalaten, hem
voortdurend te verwijten, wat hij mijn
zusters heeft aangedaan,, en wij zouden
nooit meer zoo prettig en vertrouwelijk
samen kunnen omgaan als vroeger. Ik zal
daarom de wijde wereld intrekken en niet
eer rusten, vóór ik een roos van die ro- 1
zenstruiken der schoone Fiorita veroverd
heb."
Hij trok dadelijk weg, zonder iemand
goeden dag te zeggen, en langen tijd
zwierf hij over land en zee, over bergen
en vlakten, maar nooit ontmoette hij
iemand, die hem iets wist te vertellen
over de mooie Fiorita. Zoo gingen drie
jaren voorbij.
Op een dag kwam hij uit een dicht
bosch, waardoor hij verschillende dagen
en nachten gereden had, op een mooie,
lichte wei uit. Midden op die wei stond
een paleis, en vóór het paleis lag een
mooie steenen bron, en daar liep de prins
recht op af, want hij had een verschrik-
kelijken dorst gekregen en wilde graag
een beetje drinken. Een kleine dreumes
van 'n jaar of twee, die in de nabijheid
van de bron aan het spelen was, begon
te huilen, toen hij hem zag aankomen, en
riep om zijn moeder. Daarop kwam een
mooie edelvrouw uit het paleis, en nau
welijks zag ze den prins, of.ze vloog hem
tegemoet, sloeg haar armen om zijn hals
bem geen zier. De koning ging voor het en riep verheugd: „Welkom, lieve broer!
gierig naar zijn twee andere zusters, en
hij vroeg zijn zwager, of die misschien ook
wist. hoe ze het tegenwoordig maakten
Ja. dat wist hij, en de prins hoorde, da'
net hun erg goed ging en dat ze met nun
erhtgcnooten een vorstelijk leven eidde-
De prins was daar eerst verwonderd ner
nisar zijn zwager vertelde hem. dat ook
zij niets dan voorspoed hadden gekend
sinds hun huwelijk, en dat de oude Komne
misschien we! een groot toovenaar wat
die heel goed geweten had, wat af) d°ert
met dat zonderlinge uithuwelijken van jy-,
dochters. dat iedereen voor een gril tian
gehouden.
,Zou het mogelijk zijn, dat ik mijn cwee
andere zusters ook eens te zien kreeg'
vroeg de prins.
„Wanneer je aldoor maar naar het
Oosten loopt, kom je op den tweeden dag
aan de woning van je tweede zuster en
op den derden dag bij de jongste".
wc.daden bewezen had Naar deze o-me
touw wees ze hem ten slotte den weg.
Toen de prins de stad bereikte, waai
!e schoone Fiorita. die ook een koniags
lochtei was. woonde, ging hij dan jo-
(jrecht naar de oude vrouw. Nauwelyk
iad deze gehoord, dat hij de broer was
an C'e prinses, die haar zooveel goia-
erlfii had, of ze m y' hem als w
gpri zoon. Het toeval wilde dat het n
van de oude vrouw juist tegenover het
:oninklijk paleis stond en precies uitkeek
>p het boogvenster, waarvoor de prinses
2ich eiken morgen bij zonsopgang ver-
oonde. Werkelijk kwam ze den volgender
torgen in alle vroegte aan het raam. om
hangen met een rosen sluier. De prins
■erd zoo bewogen, toen hij zag hoe moo
•n lief ze was. dat hij op staanden voe'
'i k'aarde. riet vil en niemand anders zijn
vrouw zou worden.
Maar de oude vrouw trachtte hem over
Maar nu hij haar eens beter aankeek, zag hij dat het niemand anders was
dan zijn oudste zuster.
'aam zitten om uit te kijken, wie er het
®erst voorbij zou komen.
Dat was een zwijnenhoeder, die op weg
^as naar zijn land. De koning tikte te-
Ken het raam, liet den man binnenkomen
er» deelde hem zonder veel omhaal van
boorden mee, dat hij de echtgenoot zou
Worden van zijn oudste dochter.
De goede man dacht, dat hij droomde.
Maar toen hij merkte, dat het den ko-
hing volle ernst was, maakte hij een
diepe buiging, en stamelde, half versuft
door dat onverwachte geluk: „Zooals gij
beveelt, heer koning!" Het huwelijk werd
konder uitstel voltrokken, en de zwijnen
hoeder verliet met zijn jonge vrouw he!
Paleis.
'n Half uurtje later kwam er een jager
voorbij, die óók werd binnengenoodigd en
bi den kortst mogelijken tijd met de
tweede dochter in het huwelijk werd ver
bonden. Ook zij namen afscheid en ver
trokken samen tr de koning ging weer
bij het raam zitten, op den uitkijk naar
fen derden schoonzoon.
Het duurde niet lang, of er kwam een
lorre doodgraver voorbij, die er nog al
"Pgeruimd uitzag voor iemand van zijn
Jeroep. De koning liet hem weer binnen-
'Oepen en deelde hem mee, dat hij zoo
'adelijk met zijn jongste dochter in het
"hweiijk verbonden zou worden.
De jonge prins had het huwelijk en het
Vertrek van zijn twee oudste zusters zwy-
'ehd aangezien, zonder zich met één
Woor, in de zaak te durven mengen.
Maai nu 't om zijn jongste zuster ging,
wie hij altijd 't allermeest gehou-
had, kon hij zich werkelijk niet lan-
*er stilhouden, en deed al zijn best om
'Jh vader over te halen, haar toch niet
dien doodgraver mee te geven. Maar
e koning wilde niet luisteren, en zoo
*Srd ook dit derde huwelijk voltrokken.
De kroonprins had er veel te veel ver
giet van, om het mee te kunnen aan-
?eil> en daarom had hij tijdens de plech-
Kheid zijn toevlucht gezocht in de groo-
I tuinen van het paleis, om met zijn
alleen te zijn. Maar zie, op 't zelfde
g-OMik, dat in dg slotkapel het huwe-
Welkom! Ken je je zuster niet meer?
Hij had haar niet dadelijk erkend,
maar nu hij haar eens beter aankeek,
zag hij toch wel dat 't niemand anders
was dan zijn oudste zuster, en hij om
helsde haar hartelijk en was dolblij, dat
hij haar zoo onverwacht gevonden had.
Dat was me een feest! Ze bracht nem
naar haar man, den vroegeren zwijnen
hoeder, die sinds zijn huwelijk met de
prmses op geheimzinnige wijze met den
dag al rijker en rijker geworden was, en
nek deze was heel blij, zijn zwager te zien
er: noodigde hem uit tot een langdurig
verblijf in liet paleis.
Natuurlijk was de prins ook erg nieuws-
„Maar ik ben eigenlijk den weg aan t
zoeken, die naar de woning van de schoo
tie Fiorita leidt, en wie zegt me, ->f cite
nsar het Oosten of naar 't Westen toopt?
Zijn zwager zeide: „Ook die loopt nan*
het Oosten, en je zult dubbel gelukkig
zijn, wdnneer je eerst je zusters terugziet
en dan van de jongste nadere bijzonder
heden te hooren krijgt over de schoone
Fiorita. Nu je dit weet. wil je je zekei
fciei niet langer ophouden? Maar eer Je
vertrekt, wil ik je eerst nog een aanden
ken geven. Neem deze varkensborstels met
en zoodra je in gevaar bent en meent. Je
zelf niet meer alleen te kunnen redden
gooi dan de borstels op den grond, !a:i
ben je gered."
De prins nam de borstels aan, bedan.t-
te zijn zwager en begaf zich op weg in
oostelijke richting.
Zoo kwam hij den volgenden dag aar-
het paleis van zijn tweede zuster, °n ook
hier was de vreugde van het weerzien
groot en raakten ze niet uitgepraat ovtu
ai wat ze beleefd hadden in de drie ja
ren, dat ze elkaar niet hadden gezien. Ook
deze zwager gaf den prins een aandenken
en omdat hij een jager was, bestond dn
uit een grooten bos mooie vogelveeren; hij
vertelde hem er bij, hoe hij die gebruiken
moest. De prins bedankte hem vriendelijk
en trok dadelijk verder.
Op den derden dag bereikte hij de wo
ning van zijn jongste zuster. Zij ontving
bear broer, die van haar altijd het aller
meest gehouden had, nog hartelijker dan
haar andere zusters en omhelsde hem tel
kens weer. Ook haar man was een en
al vriendelijkheid en gastvrijheid. De"prins
b.'cef hier drie dagen, omdat hij eenvou
dig niet van hen scheiden kon, maar coen
werd het verlangen om de mooie Florida
te vinden, dat hem nu al drie iaar lang
door de wijde wereld had rondgedreven
hem te sterk en hij besloot, weer op ie
breken. Zijn zwager gaf hem als aanden
ken een doodsbeentje, dat hij net moesi
gebruiken als de andere geschenken, en
zijn zuster vertelde hem, dat de schoone
Fiorita slechts een dagreis verder oost
waarts woonde, en dat hij nog allerlei ovei
haai zou kunnen hooren van een uute
vrouw, aan wie zij, zijn zuster, menigmaal
te halen, dat plan op te geven, „want,"
zei ze, „de koning wil zijn dochter alleen
maar geven aan iemand, die een bepaalde
geheime schuilplaats lean raden, en wie
dat niet kan, wordt zonder genade ont
hoofd."
Ze vertelde hem ook nog, dat al heel wat
prinsen op die manier het leven verloren
hadden. Het was echter allemaal ver-
geefsch; hij antwoordde, dat hij bij zijn
voornemen bleef en in elk geval tóch ster
ven zou, als de mooie Fiorita niet de zijne
werd.
Verder hoorde hij nog van de oude
vrouw, dat de koning voor zijn dochter de
prachtigste muziekinstrumenten kocht,
waar hij ze maar krijgen kon, en dat zij
er al een heele verzameling van had.
Hierop bouwde hij zijn plan. Hij ging naai
een ouden man, die er in handelde en ze
ook zelf heel kunstig maakte, en zei
„Meester, ik zou een speeldoos willen heb
ben, die drie stukjes speelt, elk stukje een
dag iang, en die zóó groot is, dat een
mensch er zich in verbergen kan. Ik be
taal u duizend gouden dukaten daarvoor
Als ze klaar is, zal ik mij zelf er in ver
stoppen, en ge gaat er mee onder de ven
sters van het paleis staan en laat ze daar
spelen. Wil de koning ze koopen, verkoop
ze hem dan onder voorwaarde, dat ge ze
alle drie dagen moogt komen halen, om
ze te stemmen."
De man had daar wel ooren naar; hij
maakte alles precies zoo In orde, als de
prins hem bevolen had, en ging. toen het
instrument klaar was, er mee naar den ko
ning, die er dadelijk erg veel zin in had
Zonder lang te onderhandelen, kocht hij
het voor den prijs, dien de oude man vroeg,
en nam ook de voorwaarde van het stem
men aan.
Prinses Fiorita had in het groote park.
dat by haar vaders paleis hoorde, een
eigen ommuurden rozentuin, waar ze ge
woon was, 's middags, op het heetst van
den dag, een beetje te rusten op een mar
meren rustbank. Daarheen liet de koning
de prachtige speeldoos brengen en hij ze'
tegen zijn dochter: „Zoo. mijn kind, nu
zul je je ook hier niet kunnen vervelen
zelfs al Is het zóó warm en stil, dat geen
vogel hier in den tuin zich laat hooren."
Naast den turn van de prmses was een
andere tuin afgebakend, waarin haar hof
dames naar hartelust mochten wandelen
Toen Fiorita zich dien middag in haar
stillen rozentuin had teruggetrokken, het
poortje achter zich gesloten had en met
tiaar oogen dicht op de marmeren bank
zat te droomen, kroop de prins heel stil
etjes uit de groote speeldoos, die in he
'ras stond, en riep zachtjes: „Fiorita. liev
Fiorita!" Doodelijk verschrikt sprong d
prinses op en riep om haar kamervrou
wen. De hofdames kwamen, zoo vlug ze
maar konden, aangevlogen, maar vonder
niemand, want de prins had zich weei
m de speeldoos verstopt. Nog tweemaa
nerhaalde zich hetzelfde telkens kwamen
de hofdames kijken, zonder iemand te
vinden en ten slotte zei de prinses: „He;
is vast en zeker een droom. Als ik som.-
nog eens roep. blijf dan maar rustig waa-
jelui bent, en kom niet meer kijken
Deze woorden hoorde ook de prins in zijr,
chuilplaats, en nauwelijks waren de hof
dames weer weg. om m hun eigen tuin t<
gaan wandelen of hij sloop naar de mar
meren bank en fluisterde: „Schoone
Fiorita. geel mij een roos van uw rozen
struik, dan zal ik de gelukkigste prins var
de heele wereld zijn!"
De prinses beelde ovex haar nee
lichaam, omdat er ifaar zoo opeens te
mand vóór haar stond, dien ze heele
maal niet had hooren aankomen Z
riep uit alle macht om haar hofdame
maar die dachten natuurlijk aan wat z:
hun een oogenblik tevoren bevolen ha<
sn lieten zich niet zien Toen zei ze tf
ren den prins ..Je hebt be- geworne
van alle prinsen, die hier vroeger geweest
.ijn, alleen door je slimheid He prei
me, dat je zooveel moeite gedaan he:
wn in mifn tegenwoordigheid door
dringen. Kom hier!" En ze brak een
tenkerroode roos vso cfen pop van de.
allermooisten struik ui' den puin cl
juist achter de marmeren bank groeide
„Neem deze roos.zex 'ze. „en draa
die altijd op je borst; ze zal je geluk
aanbrengen." De prins stak ze op zij
'luweelen buis, en begon toen aan Fio
flta zijn geschiedenis te vertellen, vana
ten dag. dat hij zijn vaderlijk huis ver
aten had, nu drie jaar geleden tot d
list, die hij gebruikt had, om in haar na
bijheid te komen Fiorita was erg bh
dat hl) zoo knap en moedig was. en ze
dat zij hem graag tot raan wilde n-
men, maar dat hij vóór de bruiloft nog
wel heel wat moeilyk.ieden zo maete
overwinnen, die de koning, haar vadei
ïem in den weg zou 1 eggenVooreer-
rou hij de geheime schuilplaats moete
ontdekken, waarin de koning haar ze
verstoppen met honderd andere meisjes
ïllen precies gekleed als zij en boven
:lien nog gesluierd „Maar hierover." z
ze, „behoef Je Je niet al te bezorgd t
naken: de roos die ik je gegeven he'
en die je altijd op je borst moet dra
gen, zal vanzelf je schreden richtei
eerst naar de geheime schuilplaats.
dan, tusschen alle andere meisjes do:
recht naar mij. Er zullen echter nr
moeilijker dingen van je verlangd woi
ten en daarbij kan ik je nier helper
ie moet zelf maar zien, hoe je je er uit
edt. Ons goed gesternte moei. ons mar
ïelpen!"
Dadelijk daarop ging de prins na
•Jen koning en vroeg, hem bedaard om d:
hand van zijn dochter. Die beloofd*
'ïem, dat hij met haar zou mogen trou
wen, wanneer hij de verschillende op
drachten, die hij hem zou geven, tot eer
goed einde zou brengen.
De roos hielp hem heel geniakkeliji
vfcnv H" rit
ten lag, als de opslagplaats van een
reusachtigen fruithandel, met de bood
schap. dat ze in een paar uur tijds tot
lp laatste toe moesten zijn opgegeten. De
wins was op het punt, den moed te
aten zakken, toen hij opeens weer dacht
tan de varkensborstels en den raad, dien
'ijn oudste zwager hem gegeven had.
Hij wierp de borstels op den grond en
tijk eens aan! Daar stond een heele
:udde varkens om hem heen, en die
egonnen zich te goed te doen aan de
vruchten, tot die verdwenen waren tot
net laatste steeltje en pitje toe. Ook
tit was dus tot een goed einde gebracht.
Maar d'e zoning had meteen ook al
weer iets nieuws klaar. Hij elschte, dat
prins de prmses door het prachugste
ezang van de allermooiste vogels in
tlaap zou laten zingen. Dat leek een
ïojjeloos moeilijk geval Maar gelukkig
ïerinnerde hij zich juist bijtijds den boe
veeren van zijn tweeden zwager, dien hij
oy zich droeg Hy wierp den nee-
ii oundel op den grond en meteen nad
erden de prachtigste vogels om hem
men. met prachtige bonte veeren en
■ingen zóó liefelijk, dat met aileen a«
rinses, maar ook de koning tn slaap
viel Een lakei, d'ie daartoe van te voren
pdracht gekregen had wekte hem ech-
er dadelijk weer en hij zei tegen den
;i ins en de prinses „n u mag jelui hu-
elijk voltrokken worden en kun jelui
en eigen paleis betrekken.
Dat gebeurde, maar toen de jongge
huwden zich naar hun eigen woning be
gaven, gaf de koning hun geen enkele
okei of hofdame mee; hij bracht hen
sif weg en bij hei afscheid nemen zei
iij tegen hen: „Jelui denkt zeker, dat
e 't nu van me gewonnen heot! Maar
neb nog een kleine opdracht voor je-
ui! Morgenochtend kom ik terug en
an wil ik hier een volledige hoi houding
iij jelui vinden; je moet zelf maar zien
oe je er aan komt! Lukt het jelui niet,
an moet je toch nog sterven, en wel
allebei 1" Daarmee sloot hy de deur aan
'sn buitenkant, zoodat de prins en de
irinses opgesloten zaten.
Ze sliepen niet veel en zaten maar
ieei treurig bij elkaai. want ze dachten
net anders of met 't aanbreken van den
lag zou ook nun laatste uurtje slaan;
oe konden ze immers ook aan een nof-
ïouding komen., terwijl ze daar opge
sloten zaten? Maar tegen den morgen
tedacht de prins opeens, dat hij nog
-en derde redmiddel m den nood had:
iet geschenk van zyn jongsten zwager.
Mij haalde het doodsbeentje te voorschijn
n wierp net op den grond En daar
stonden opeens in een lange rij aiierlei
linke. levende menschen: lakeien en
of meesters en koks. hofdames en ka
nervrouwen en Imnenmeisjes! Toen de
xoning 's morgens kwam kijken was hij
net weinig verbaasd dat ze het er al-
,-eér goed hadden afgebracht maar nij
was ditmaal ten mniste eerlijk en nam
ijn kroon van net noofd zette ze zyn
moon zoon op en zei: „Die is nu voor
ou! Voortaan zul je koning zijn in mijn
ilaats!"
Nu werden er groote feesten aan Loet
voi gegeven^ om de bruiloft nog eens
dechtig over te vieren. De drie zusters
net hun echigenooten werden ook ult-
jenoodigd. zoodat net een drukte en een
i'eugde van belang wasl En ook de va
ler van den prins, die zijn zoon allang
:ood gewaand had hoorde van zijn hu
welijk en de prachtige feesten, die te zij
ner eer in het land van de schóone Fio
rita gegeven werden, en reisde zoo vlug
hij maar kon naar hem toe om hem
sluk te wenschen en hem zyn eigen
croon te schenken, want zelf was hij al
aen oud man geworden.
Zoo werden de prins en de scnoone
Fiorita koning en koningin over twee
-roote, machtige rijken en ze leerden
oeel gelukkig samen, wat ze dan ook wel
verdiend hadden na al de moeilijkheden,
die ze hadden moeten overwinnen!
waitiVooi titr ~..cn eiüeü reor-
gen bij zonsopgang vertoonde
ichoone Fiorita gemakkelijk uit de hou
ierd andere meisjes en meende dat hi.
nu wel een heel eind op streek zou zijn
Maar zoo gauw was de koning niet te
vreden!
Hij liet den armen prins opsluiten in
-en groot ruim gewelf, dat vol vruch
i
van de Jongste prinses werd ingeze-
216. „Huup! Vooruit! Nu niet lang dralen,
Kom eens hier, mijn goede vrouw.
Vlucht maar niet, want in het loopen
Ben ik jou toch veel te gauw."
En hij greep haar bij haar schouders,
Voerde haar snel met zich mee.
En liet Job verbluft daar achter,
Die ln tranen toont zijn wee.
217. „Halt!" riep bij een diepen afgrond
't Aapbeest: „Zie, daar is mijn nest,
Doch hier over heen te springen
Gaat met jou niet al te best."
En eer tante 't kon- voorkomen.
Bond hi) één, twee, vliegensvlug
Jollie aan z'n langen krulstaart
En vloog hoep-lal door de lucht.
218.
„Luister, Jol," sprak 't aapbeest viaend'lijk
„Voortaan ben jij kindermeid,
Wees dus lief voor al mijn jongens,
Toon je waardig door beleid.
Kook de soep juist naar behooren,
Wrijf de nootjes fijn met 6ap,
En sla nooit mijn lieve kinderen,
Want dan knijp lk jou tot pap."
Op nei undaen van n gewon, ei-
.-aart leg je 'n vierduiten (2 centstuk)
n balanceert Deide dan op den vinger
top van je linkerhand in evenwich*
Knip je nu. zooals ik op onö'ers aand
olaatje teekende met duim en vinger
.■an je rechterhand de speelkaart weg.
dan blijft het geldstuk, dat met de
knipper;j" niet meegaat, kalm op je vin-
ertop liggen.
Omdat het gelukken van dit kunst
stukje natuurlijk heeiemaal afhangt oi >e
ie „knip" vlug en precies horizontaal uit
voert, is het aan te bevelen, vóór je je
-.unststuk aan je vrinden vertoont het
serst even een paar maal «„_.r je zelf te
iiobeeren.
En natuurlijk het 2)4 centstuk zóó op
de speelkaart leggen, dat ie precies bo-
'o vinaert-on ligt
Ik geef jullie allemaal 'n vierkanten koek
adeau.
'n Mes kr:,c ie bil
Hoe speel je het klaar dezen koek met
3 messteken in 3 stukken te
Probeer dat eens, wanneer je boven
staand vierkant als den koek en je pot
lood als h"i -I-s lest- fungoeren.