i i m mm mmmu mm* FEUILLETON R B 21 n Hp mm-m u.' W 0 1 i i m is e i HÉÜ ^ill Siltë» IF B II i m j§] m *m wMfsm m üp Üf MAANDAG 17 DECEMBER 1928 VIERDE BLAD PAGINA 2 SCHAAKRUBRtEK. §öi w mm wm i m t/m w ty WM wm x DAMRUBRIEK 11 ifü WM gj |p§ EDWARD, IK EN JUFFROUW HONINGZOET. Vf nm if Wm t M\ m yzy j| Élf '0- M M ÉH gi 'if l t 'Wi. fff m I Redacteur: P. X. KOETSHEID, Singel 82c. Schiedam Verzoeke alle mededeellngen betreffende deze tobrlek aan bovenstaand adres te richten. GOEDE OPLOSSINGEN. H. v. Gaaien. Rotterdam alle; N. L. Coene, Pen Haag alle beh. no. 4064; D. v. Niekerk, Rij" enburg no. 4062, no. 6064; P. C. Tuinman, Rot- erdam no. 4062. no. 4063; J. v. Uden, Rotter- iam no. 4061, no. 4062, no. 4063; W. H. Haring, Cethel no. 4082. CORRESPONDENTIE. D. v. N. te R. In no. 4060 faalt L Pb6, door Pe7, in no. 4061 1. Kf2 door 1. Tc2f, P C T te R 1. Pd6:f wordt in no. 4060 veerlegd 'door 1Td6 in no. 4061 Ta5 door Dgr7:t- J. S. te N. Uw oplossingen verschillen alle eet die van de auteurs. PROBLEEM No. 4072. W. C. MULLER Jr., Bussum. Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4075. M. HAVEL, Praag. 3e internat, probleemtornooi v. d. „Maasbode" 1928. Mat in drie zetten. PROELr.EM No. 4073. N. TERMAAT. Alkmaar. „De Problemist Nov. 1928." Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4076. H. II. KAMSTRA, Den Haag. 3e Internat probleemtoruoon v. d. „Maasbode" 1928. Mat in drie zetten. y/w/y. PARTIJ No. 885. Engelsche opening. ('s-Gravenhage, Olympisch B-tornooi 1928). Wit: T. Regedzlnslci. Zwart: S. Factor. 1. c2c4 e7e6 2. g2g3 d7—do 3. b2—b3 Pg8f6 Zwart kon hier met <lc4: 4. bc4: Dd4; 5. Pc3 Dc4: een pion winnen, maar zou zich aan een aterken aanval bloot stellen. 4. Lelb2 Lf8—d6 5. Lflg2 c7cC 6. Pgl—f3 Pb8d7 7. d2d 4 DdSe" 8. Pbl—d2 e6e5? 9. c4Xd5 Pf6Xd5 10. 0—0 e5e4 Er dreigde Pd2c4Xd6, nu volgt een blik semslag aan den helderen hemel! 11. Pd2Xe4ü De7Xe4 12. Pf3e5 Delf5 13. e2—e4 f- Df5e6 14. e4Xd5 c6Xd5 15. Pe5Xd7 DefiXf17 Droevige noodzakelijkheid, Ld7is natuur lijk onmogelijk wegens Tel. 16. Tflel't Ke8—f8 Meer verdediging zou Kd8 gegeven hebben. 17. Lg2Xd5! Ld61>4 18. Ddl—f3! Dit fraaie qualiteitsoffer beslist deze mooie party. 18LblXel 19. Lb2—a3t KfS—gS 20. TalXel Er dreigt nu 21. Df7:f DC7:; 22. Te8t. 20h7h5 21. Tel—e7 Dd7—fö 22. Te7e8f Kg8—h7 23. Ld5e4 Zwart geeft op. Aanteekeningen van den zwart- speler in Swiat Szachowy. Alle correspondentie te richten aan den dam- redacteur dezer courant No. 43 (16 December 192S). PROBLEEM No. 4077. A. W. DANIEL, England. 2e en 8e prijs ex aequo afd. driezetten v/h. Amerilraansch Chess Féderations U. S. A. Mat in drie zetten. PROBLEEM No. 4074. T. A. SCHIFFMANN. lste prijs, 1ste semestre 1928 „The Sports Referee." Mat in twee zetten. Oplossingen over drie weken. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4060. 1. c2c4 enz. No. 4061. 1. Kg3g4 enz. No. 4062. 1. Ld5e6 enz. No. 4063. 1. Db7c7 enz. No. 4064. 1. Df4—f6 enz. No. 4065. 1. DhSf5 dreiging; 2. Dfüf71 enz. 1. PhS (PfS); 2. Df6, cdG; 3. Dd7:-j"t" 1de6:; 2. De6:t. KdS; 3. Lc7;tf 1Kd8, Df5:, Pe7. 2. Lc7:t, Ta8f, Ld7:j- enz. Do composities van Havel trekken steeds onze bijzondere belangstelling. Ook met no. 4065 was dit het geval. Het heeft ons verrast, dat dezo auteur met zijn beide inzendingen in ons tornooi niet meer succes heeft gehad. Onder no. 4075 brengen we de andere bydrage ook een fijn pro bleem, dat o.i., verre van gemakkelijk genoemd mag worden. OPLOSSINGEN. Probleem no. 77 (René Ortigé). Zwart: 5. 7. 9, 10. 12/5, 21,2, 31, 35 en 37. Wit: 23/5, 30, 33/4, 38/9, 43, 49 en 50. Wit speelt 23—19, 34—29, 38—32, 43—38, 50—44, 49—44, 25 3 en 3 35. Probleem no. 78 (BUjdensteijn.) Zwart: 3, 10, 14, 15, 26, dam op 8. Wit: 23, 30/1, 34, 35, 38 en 42. Wit speelt 34—29, 29—24, 35—30 en 25 2. Goede oplossingen ontvangen van: W. J. v. d. Voort, Nieuw Vennep; H. W. Borghardt, C. v. 1. S., J. Stois, W. v. Daalen, P. S., J. P. H., allen Rotterdam. PROBLEEM No. 81. Zwart Wit: Zw.: 1, 3, 4, 6, 8/9, 13, 15/6, 25. Wit: 19, 22/4, 27/9, 31, 35 en 36. 'n Romance van een huwelijksleven, naar het Engelsch van KATE HORN. 40.) Op dat oogenblik kwam Tom met een schitterenden tros druiven binnen. Compliment van de serre van Lady Spink, zei hij, en deze druiven waren zoo rumoerig, dat hij ze voor straf naar deze ziekenkamer heeft gezonden. Maar Tom! wilde ik bezwaren maken. Doch nog voordat ik verder kon gaan, om mijn opnieuw ontwaakte scrupules te uiten, kreeg ik een por in mijn arm, die me tot ewij- gen bracht en me tevens overtuigde, dat Tom Werkelijk zeer convenabel geweest was in zijn liefdesbetuiging. Au, Je knijpt me, riep ik, waarop Edward ent woord de: Goed zoo, Tom, jij weet bijtijds te /arieeren. Als we den schat ontdekt hebben, sturen We Spink een mooien tros steenen druiven. ^>at geeft aangename herinneringen aan het Petroleum winkeltje, smaalde onze butler en «dward schaterde het uit. Hoor eens, Tom, zei hij, ik heb er beelc- naal geen bezwaar tegen, dat jij alles in het jverk stelt, om onzen financieelen toestand zoo flug mogelijk te versterken, doch denk er in ♦et vervolg eens aan, dat we op zolder een heele serie dakkamertjes hebben. Als de Reisjes in de keuken zijn, geef ik je graag ver- tof om je nasporingen op dat terrein te ver plaatsen. Dan ben ik tenminste van dis jeestenklopperij achter en voor mijn kamer verlost en daar zal ik niets rouwig om zijn. Gelijk heb je, Fijne, zei Tom onverstoor baar opgewekt. Gabrielle wat zou je er van peggen, als we in die dakkamertjes eens groo te schoonmaak hielden. Ik durf er heel mijn huidig kapitaal onder te verwedden dat we daar den schat zullen vinden, als die twee an dere schatten verdwenen zijn. Schaam je! zei ik zeer onlogisch. Wou jij dan beweren, dat Jane er niet pardig uit ziet, zei Edward. Ik vraag me alleen maar af, waar dat kind ineens die terughou dendheid vandaan heeft gehaald. Ik krijg ze nooit meer te zien. Ze onttrekt zich wijselijk aan jouw al te groote belangstelling troefde lk hem af en zoo lieten we Edward met de kostelijke druiven alleen. Tom zei ik, terwijl we naar boven klau terden en ik eigenlijk zeer te doen had met zijn dwaze ingebeelde vertrouwen, dat die schat nog altijd in huis moest zijn, Tom, waar heb je die druiven nu weer vandaan gehaald? Dat wordt werkelijk diefstal. Toch niet, zei Tem. Ik wandelde mij mrs. Spink langs en toen zag ik de ouwe.... "Wie? O, meneer Spink, natuurlijk, zeker, zeker, mr. Spink van de Ilall, welnu toen zag ik mr. Spink zoo heel genoeglijk tn zijn serre rond- kuieren. Ik er op af. Jammer, meneer, vaa ai die kostelijke druiven, dubbel jammer. Hij keek me zeer geïnteresseerd aan en vroeg: Hoezoo. Kijk eens, ik doe wat aan de studie van de sociale verhoudingen en toen lk u zoo bezig zag met het knippen van die kostelijke trossen, zei lk zoo bij me zelf, wat een genade zou het voor dien edelen heer zijn, Indien hij wist, dat mijn moeder zooveel last heeft van haar keel, dat ze met dien tros druiven heelemaal opgeknapt zou zijn. Nu hij het niet weet, kan hij van zelf den hemel niet verdienen, en moet hij met zijn druiven in de hand voor de poort blijven staan. En toen.. Nou zeg, denk jij, dat mr. Spiuk ook na zijn dood zijn huwelijksleven voort wil zetten. Hij kocht zich dus onmiddellijk de hel af door een heerlijke tros druiven en lk zei hem, dat mijn moeder hem vast onzeker binnen zou smokkelen onder haar schort. Hij moest maar zeggen, dat hij door Tom gestuurd was, dien kenden ze daar boven allemaal, riep ik hem nog na. Tom, je bent onverbeterlijk en toch geloof ik, dat Je ziel zoo zwart is als roet. Toen we een half uur later samen heel broe derlijk de lasten deelden, die een oefening in vloersohrobben nu eenmaal met zich mee brengt, zei ik tegen Tom, die op zijn knieën In het water plaste en zoo hard spatte, dat mijn haar vol modder zat: Tom, ik geloof soms, dat je werkelijk ge lijk hebt en dat tante Tabitha werkelijk een vrek geweest ia. Geen vrek, zei Tom onmiddellijk, geen vrek, maar alleen een zeer verstandige vrouw. Wat zou er gebeurd zijn, indien Edward en ik het geld hadden opgestreken voor onzen tegen slag. In leder geval zouden we er nooit zoo nuttig gebruik van hebben gemaakt. Ik had het minstens op een paard gezet, dat natuur lijk weer zijn voet verstuikt zou hebben en ik ben er nog niet zoo heel zeker van of Edward er niet vlug mee naar Monte Carlo gereisd zou zijn. Nooit! zei ik met veel nadruk en vlam mende oogen en lk sloeg met zooveel kracht mijn borstel tegen den vloer, dat een veer, die we tot dan toe niet gezien hadden, los sprong met h«t gevolg dat een plank naar boven wip te en een zwarte opening zichtbaar werd. Daar! Wat heb ik je gezegd Gabrielle? zei Tom en ik zag hem plotseling zoo bleek worden als een doek. Ik geloof vast en zeker, dat je de verborgen plaats ontdekt hebt, lom pe ezel. Deze laatste kwalificatie betrof den over stuur geslagen neef van Gabrielle Estcourt, die in zijn verbazing onzen emmer met zeep- zop omver had getrokken. Maar geen van twee lette op den vlezen plas zeepsop, die zich langzaam over den vloer ver spreidde, daar we al onze aandacht gericht hadden op een ijzeren trommel dien we slechts met veel moeite uit de Juist passende opening wisten op te diepen. Hij was niet gesloten. Ik geef graag toe, dat ik even opgewonden was als Tom en ik trok hem weg, omdat hij zich heel egoistisch over zijn schat gebogen had, zoodat ik niets te zien kreeg. Hou je kalm, zei Tom, ik moet dat ding eerst open zien te krijgen, want het sluit als een bus. Eindelijk hadden we het deksel er af gekre gen. Toen we tot de ontdekking kwamen, dat we allebei in het water zaten, droegen we den trommel naar den zolder en op een tal'el begon nen we den inhoud uit te spreiden. Ket waren een aantal pakjes stevig in oude kranten gewikkeld en we legden ze in rijtjes naast elkander. Toen verscheen, een halsket ting van granaatsteenen, een prachtig gesne den camee, twee koperen. kandelaars, een hoornen bril, 'n dominospel, 'n Bijbel en ten slotte een beurs met geld. Toen lk den inhoud in mijn schort had uitge schud en Tom en ik elkander aankeken, schoot ik in den iaoh, want er lag voor min stens tien shilling half pennies, en een stukje papier, waarop tante Tabitha in haar karak teristieken Victoriasrtijl geschreven had; „Zoek ernstig verder, heer- lijke dwazen, dit is pas het b e g i nt" Tom zei aanvankelijk niets, en toen ik het waagde naar hem op te zien, keek hij zoo be teuterd, dat hij blijkbaar ten zeerste teleurge steld was door deze entdskking. Ik liad dan PROBLEEM No. 82. Zwart. ZW'y 'yyyy 'v/'ss v w,7?7/ï. WtZ///.. W/& 'MM?// Wit: Zw.: 4, 12/5, 18/9, 25 en 35. Wit: 28/9, 32/4, 87, 39, 43 en 44. Party gespeeld te Antwerpen op 7 October 1928 in den wedstryd om den Schelde- en Maas beker tusschen de heeren R. v. Sichem (Antw.) met wit en L. Boas (Rotterdam) met zwart. 1. 33—28 17—21 2. 39—33 21—-28 3- 31—27 is—ZJ 4. 4439 li17 Wijkt af vaji het, gebruikelijke 12—18, 7—12 enz. 5. 3430 1721 6. 36—31 Niet sterk, met dezen zet sluit wit Z(Jn linker vleugel op. 6. 20—25! 7. 4136 25 34 8. 40 18 12 2 s 9. 5044 14»o 10. 4741 In dezen stand Is het verre te verkiezen veld 41 voorlooplg onbezet te houden. De schyf op 47 versterkt het centrum, maar voert op 41 niets uit. Bovendien moet wit toch met den volgen den zet op zyn rechtervleugel gaan spelen. 10. 10—14 11 4440 5—10 410 was minder sterk. Zwart behoudt met den tekstzet een sterk centrum. 12. 39—34 Op 3329 en 39 30 zwart 1923 en 14 23. waarmede wit's linkervleugel In de verdrukking biyft. 12. 7—12 Niet 2024, dan kwam wit los met 3329 en 27 29. 13. 43—39 1— 7 Zwart zal voorloopig veld 18 onbezet laten om een afruil met 2722 te voorkomen. 14. 4943 20—25 Zwart heeft op zUn rechtervleugel spelruimte genoeg. Het Is nu zyn taktiek wit's rechtervleu gel te verzwakken. 15. 34—30? Een zwakke afruil, daarmede kan hy zijn linkervleugel niet los maken, maar bovendien verzwakt hy zyn korten vleugel. Beter was 34—29 en 40 29. 15. 25 34 16. 40 18 12 23 17. 39—34 15—20 Z W a i t. Wi t Op 13IS wit 34—29, 2S23, (zwart 19 39) 3833 en 32 1 met groote winstkans. 18. 31 30 26—25 De juiste zet; op 2024 wit 3025 en dreigt met 3329 vry te .komen van de opsluiting. De tekstzet voorkomt alles. 19. 3329 3024 bracht geen verluchting. 19. 23 34 Wel de beste wijze van slaan, waars.-; ••.••ter noodzakelijk moet volgen 1923. 20. 30 39 19—23 21. 28:19 13 ?4 22. SS—S3 14—29 23. 42—38 10—15 £4. S323 8—43 £5. Si-23 4— 9 2 li 4339 9i 4 27, 48—43 7—12 Uitstekend gespeeld; wit kun niet «p veld 23 spelen •wegens de dreiging 2430 en 20 IS. 23. 45—49 14—19 De juiste ast; nu moet wit een see ver- Kozen. 29. 28—23 19fi 30. 32 23 Op 33 22 zwart 12—18. wit 39—33 én zwart 1823 wint; op 8934 voigl 13—19 tn 21—30. 30.tl 88 3). 37 28 26:37 32 41 32 24so Zwart neemt pp do cennreHKüigste wijze het stuk winst. Tech ijkt tos 13—18 sterker; wit 3934 34 23 en u 2430, waarmede wit -een schijf minder op hei. msrum beeft 93 35 £4 £0 c 48 34. 40—35 18—23 Aangewezen; zwart znoet nu aanvallend op treden. 35. £8:19 13:24 Z w Q r h W i t: 86. 39—34 Anders zou zwart spelen 2530. 36 .813 37. 3429 1319 ii 38. 29 20 15 £4 39. 4339 2— 8 J 40. 89—34 8—13 43. 32—28 12—18 42. 34—29 8- 8 Zwp.rt kon onmiddellijk winnen door 30, 18-28. 23 43, wint op het aantal stukken. 43. 29 20 25 14 44. 3?29 1420 i 45. 38—33 19—23 f' Liet 29—25, dan wit 32—24 en 35 11 i 46 28 19 13 24 47 46—11 16—21 Yoor de Booveetets maal Komt hier het bewfja hoe moeilijk het is in een winnenden stand te winnen. Hier had 6.11 en li17 winst gebracht. 46—41 47—37 37—32 32—28 36—31 31—26 6—11 11—17 8—13 13—19 16—21 21--27 of wel 46—41 86—31 41—37 31—27 37—32 6—11 11—17 8—13 .13—18 .17—21 De tekstzet leidt onmiddellijk tot rrmis iS22 had de kans op winst nog i enigszins b».honden. 51 31—27 17—22 52 33—28 22 31 53 28—23 24 33 54 23 3 1 Remise. ook voor het eerst al mijn opgewekth-eid noo- dig om hem in mijn blijde stemming te lokken. We kunnen er in ieder geval wat schapen- vleesch voor koopen, zei hij ten slotte Onze middag is dus niet verknoeid. Maar toen ik even later naar beneden ging om Edward een omstandig en zeer opgewekt verhaal te doen van onze ontdekkingen, verge zelde hij me niet. De zieke vond even als zijn vrouw lk heb altijd gezegd, dat Edward een model echtgenoot was de zaak allervermake- lijkst. Hij hing mij het halssnoer om, en met de schitterende steenen getooid ging ik den tuin in om Seth Cattermole te belasten met een heele serie boodschappen, die hij met de tweehonderdveertig half pennies moest vol doen. Ik zegende tante Tabitha van harte voor haar dwazen inval. Heb Je soms terug van een pond? vroeg Seth Cattermole heel brutaal, terwijl hij met een verveeld gezicht de karwei op zich nam. Ik sprak niet meer over onze teleurstelling met Tom, ofschoon ik wel zag, dat hij er wer kelijk onder leed. Tot diep in den nacht hoor de ik hem buiten op het terras in het maan licht heen en weer loopen, met de gedragen bewegingen van iemand die vastbesloten van den heuvel der wanhoop naar het dal der berus ting afdaalt. HOOFDSTUK XV. Achter de wolken schijnt de zou. Toen viel de mist van haar geest en zij zag de wereld heel in do verre laagte, niet langer zwaar en donker, maar geheel door liefde in licht ge baad en bet pad, dat ze zoo moeizaam had bestegen, iag nu licht golvend en blinkend voor haar uit. Den volgenden morgen werd ik in alle vroeg te uit mijn slaap gehaald door een buitenge woon lawaai in de keuken. Eerst tegen half zeven zou ik met veel tegenzin uit mijn bed stappen om in de keuken het ontbijt klaar te maken en mijn. arm hoofd te pijnigen met het waagstuk, hoe een behoorlijke lunch en draag lijk diner klaar te maken. Ik had er al heel ernstig over gedacht ten slotte toch bfj mijn familie om steun aan te kloppen, maar Tom Geluk bad me zoo ernstig onder handen genomen over deze lafhartige voornemens, dat Ik er maar weer van af had gezien, ofschoon ik overtuigd was, dat zijn ma nier van betoogen weer even zwak cn mislei dend was geweest, als steeds. Ten prooi dus aan de uitersie zorgen, slacht offer van do omstandigheden en van dien al les beheerschenden Tom, die me gewoonw.g biologeerde met zijn toekomstfda.' nea en steeds vier en twintig uur verlenging vroeg om zijn schat te ontdekken, lag ik wat te soezen, 'n do ergste faze, die we in on° 'fven Vc die der besluiteloosheid. Het was nog donker, maar door de jaiorn zieën heen kon ik de omtrekken der boomen volgen. Het vroolijk g-'-. a r k pfiet; nerde mij er aan. dat er wel een hen aan moest gelooven. Via Tom s koelbloedige ran den zou dat beest weer van zijn nutiige be stemming ontirokken worden en bij ge. rek e van een stuk goedkoop vit each stele n ons tevreden met deze kostelijka leghorns. Zoo ge heel waren wij overs.nur, dat het niet in me op kwam om enkele kippen ten gelde te maken, waardoor we heel wat nuttiger effect zouden bereiken. We leefden echt als middeleeuwsche edelen, die liever hun <edi}lste paarden slach ten dan bij den slager om een stuk rundvl"csch te gaan. Ik wist niet, dat ik ooit een «dKccr van kip zou kunnen krijgen, lag ik tegen me zelf te praten, terwijl ik mijn oogc-n sloot en e< n oogenblik heel sterk terug verlangde naar _Park Lane en naar de heerlijke morgei. a dat ik daar in een zaehten sluimer lag en ont waakte om door een kamermeisje met een sterke kop thee verwend te worden, ln een heerlijk verwarmd bad te stappen en door een butler met de fijnste spijzen te worden ver troeteld in mijn snoeperige tuinkamer. ik doezelde weer ln maar schrok plotseling als in een delirium op, want door de gang kwam een welbekende stem tot onze Kamer door, schor als een uitgezongen straatzanger ■en begeleid door een onnoodige mislikdeling der koperen roeien pats! rang: Een hevig gemiauw waarschijnlijk Let ge volg van een zwaren voet op een v. aerloos katje en ik sprong woest uiit mijn bed, toni de laatste tonen van de hymne met een langen triomtantelijken uithaal uit juffrouw Honing zoets keelgat orgelden. Inmiddels smret re de glazen deur met zooveel geweid open, dit rn!;ti arme Edward er wakker van werd. De morgenstond heeft goud in dea mond! Was het de vriendelijke herderin op den schoorsteen mantel of kwess het va» mijn bloempot? Een hevig gerinkel sloot deze eeuwi ge waarheid af en Jk sohoct onmiddellijk in mijn ochtendjapon. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 14