FEUILLETON
KABOUTER
fat
MIJ IS DE WRAKE!
J!
MAAN DAG 17 DECEMBER 1S28
EERSTE BLAD
PAGINA 2
RADIO IN HET ST. FRANCISCUS-
GASTHUIS
DE OFFÏÖEELE AANBIEDING AAN
HET BESTUUR-
Futer H. de Greevc S.J. houdt een
radio-rede voor de zieken.
Het Comité voor Radio-installatie, dat zieb
destijds heeft gevormd, bestaande uit de hee-
ren H. J. A. Hoogeweegen, H. F. J. Brink,
Jollen Pietersr pater Hyacinth Hermans O.P. en
H. J. A Middsndorf, om aan het St. Francis-
cus-gasthuis, voor zijn talrijke zieken van alle
gezindten, een radio-installatie cadeau te doen,
heeft gisterenmiddag de bekroning van zijn
taak gezien, toen door den voorzitLer van het
comité, den heer H. J. A. Hoogeweegen, aan het
bestuur van genoemd Gasthuis, de officieels
overdracht kon plaats vinden.
Tegen half vier hadden zeer vele genoodigden
eich verzameld in de Regentenkamer van het
St. Franciscus-Gasthuis. Naast de heeren van
het uitvoerend comité merkten wij o.m. op den
Hoogeerw. heer J. IE Heesiwijk, deken van
onze stad, de heeren van het bestuur van het
St. Franciscus-Gasthuia. pastoor J. W. Geeve
O.F.M., mr. J. G. Middendorf, P. Jamin, J. P. S
van der Cammen en H. Vrij moed, den genees
heer-directeur van het Gasthul3 dr. C. H. A. T.
Fehmers, de Moeder-Overste der Eerw. Zusters,
jnére Huberta, den Woleerw. heer B. Terra van
het Gasthuis, pater H. de Greeve S.J., de doc
toren dr. M. A. van Bouwdijk Bastiaanse, dr.
H. C. J. M. van Dijk, dr. A. G. J. Hermans, dr.
G. A. van Leeuwen, dr. P. A. Vos, dr. H. Wil-
lemsen, verder de heeren A. E. P. M. Drieheek,
L. Jamin, H. J; M. Marcelis, H. A. W. WeVe, en
P. M. Mikx. Ook eenlge dames gaven blijk van
belangs teling.
Nadat een ieder zijn plaats had ingenomen,
richtte de voorzitter van het uitvoerend
comité de heer H. J. A. Hoogeweegen zich tot
de aanwezigen. Daar de heer Hoogeweegen voor
den microfoon sprak, konden alle zieken in het
Gasthuis getuigen wezen.
Het is mij een buitengewoon voorrecht, aldus
spr, om namens het uitvoerend comité aan het
bestuur van het St. Franciseus Gasthuis deze
installatie officieel te overhandigen. Zoo aan
stonds zullen duizenden met ons kunnen luiste
ren naar den bekenden redenaar pater H. de
Greeve S.J., die zich als altijd bereid heeft ver
klaard de zieken met een toepasselijk wooTd
toe te spreken.
Spr. wensehte een oogenblik na te gaan de
wordmgs-geschiedenis. Hij memoreerde hoe de
heer H. Brink feitelijk de grondlegger was ge
weest voor het comité voor de Radio-Installatie
Hij is het geweest, die zich wendde tot dr.
Fehmers. En het was niet te verwonderen, dat
deze voor het plan een goed oor had. Hij raadde
aan zich in verbinding te stellen met den beer
H. Middendorf en spoedig was er een comité
gevormd.
Pater Hyacinth Hermans O.P. wist door zijn
alom bekendo hors d'ouvre ons plan smakelijk
en wel bereid aan het publiek op te dienen. Wij
waren er van overtuigd, dat het geld, dat wij
noodig hadden, zeker zon komen. Doch wij
wilden nog namen hebben, die ons patronage-
comité zouden vormen. De HoogeeTW. heer
Deken ging voorop en al degenen die waren
uitgenoodigd, volgden gaarne. Spr. bracht dank
aan de heeren van het patronage-comité voor
hun moreelen steun.
Reeds spoedig' bleek opnieuw de liefde en op
offering van alle standen en gezindten voor het
St Franciseus Gasthuis. Het benoodigde bedrag
werd overschreden.
Het comité wendde zich tot den heer Ir. E. J.
van der Heulen, van het Electrotechnisch Ad
viesbureau C. van Rijn. om het comité als des
kundige bij te staan en het werk werd tenslotte
opgedragen aan den heer G. Notenboom. Wij
hebben, aldus spr., de installatie reeds bezich
tlgd en zij voldoet aan de gestelde eischen. Spr
gaf hierna een beschrijving van de installatie.
In de radiokamer ia geplaatst een drielamps
ontvangtoestel (solo dynette) met eenknops-
hedieuing, omschakelaar voor de lange en korte
golf. Achter dit toestel is geschakeld «en lijn
versterker, welke berekend is voor 100 luid
sprekers én 500 hoofdtelefoons. Aan dezen lijn-
versterker zijn aangesloten drie kabels voor
de hoofdtelefoonstopcontacten en een kabel voor
de luidsprekerstopoontacten.
Totaal zijn geplaatst 228 hoofdtelefoonstop
contacten en 23 luidsprekerstopcontacten, terwijl
verwerkt is 2300 meter tweepolige gummilood
kabel. Bij de installatie worden geleverd 250
hoofdtelefoons en 15 luidsprekers. Verder ia in
de kapel geplaatst een microfoon met micro-
foonveraterker. Met behulp van den lijnverster-
ker kan hiermede het gesproken woord, muziek
en zang met de hoofdtelefoons en luidsprekers
gehoord worden.
Wij zijn zoover, aldus spr., dat de taak van
ons comité is afgeloopen. Uit naam van het
comité, het patronage-comité en al de milde
gevers overhandig ik deze installatie gaarne aan
het bestuur. Ik hoop dat de zieken, die zoo
menig pijnlijk uurtje hebben door te brengen,
ervan zullen profiteeren en dat ook de Eerw
Zusters, die met zooveel liefde en toewijding
zich aan de zieken geven ervan zullen genieten.
Dankwoord van pastoor J. W. Geeve O-F.M.
Met groote blijdschap, aldus spr. heeft het
bestuur van het St. Franciseus Gasthuis aan
uw uitnoodiging gehoor gegeven, om dezen
middag hier tegenwoordig te zijn. Ik zeg met
blijdschap en dat is geen wonder. Want aan
deze uitnoodiging was verbonden ©en konink
lijk geschenk, van zoo'n groot belang voor de
zieken en de lijdenden van het St. Franciseus
Gasthuis. Wie zal in staat zijn, de grootheid
van dat belang in alles te schetsen. Om dat te
begrijpen, moet mén zelf patiënt geweest zijn,
wat het zeggen wil dagen, weken en maanden
aan het ziekbed gekluisterd te liggen. Op 'een
ziekbed, de medici mogen nog zoo hun best doen,
de Zusters mogen zich nog zoo als engelen ge
dragen, toch gevoelt men zich zoo alleen en
verlaten. Het idéé dat men uit .zijn milieu is
weggerukt, dat idéé drukt zoo, dat stemt zoo
menigen zieke tot droevig nadenken. Dat idéé
doet zoo menigen zieke heete tranen storten in
den avond als het bezoekuur weer voorbij is.
Dan lees ik, aldus spr., in de H. Schrift een
woord, dat gij zoo goed begrepen hebt, n.l.
,,Laat de bedroefden niet zonder troost". Dat
woord hebt gij begrepen, door uw vorstelijk ge
schenk te geven. Daarom heb ik dit geschenk
genoemd van groote beteekenls. Het zal zijn als
een heerlijke lentezon, die haar gouden stralen
in een zwaar beproefd hart zal uitschieten.
Spr. bracht hartelijken dank aau den heer
Brink, die het initiatief heeft genomen. Dank
bracht hij ook aan den goeden pater Hyacinth
Hermans, om dit mooie werk zoo aan te be
velen in zijn hors d'oeuvre. En verder ook aan
de heeren, die het geschenk hebben doen wor
den wat het is.
Al degenen, die op het altaar der naasten
liefde hebben geofferd, zij hebben een daad ver
richt die met dankbare liefde in de annalen
van het Gasthuis zal gememoreerd Wijven. Een
daad, die door de hand van God met gonden
letteren in het Levensboek zal zijn opgetee-
kend. Dat God u voor deze vorstelijke daad
ook vorstelijk zal beloonen.
Hierna heeft de Zeeeerw. pater Henri de
Greeve S.J. zijn radio-rede gehouden tot de zie
ken in het algemeen en tot de zieken van het
St. Franciscus-Gasthuis in het bijzonder. Deze
rede werd door Huizen uitgezonden,
0
Rede" van pator H- de Greeve S.J.
U begrijpt, geachte luisteraars, met hoeveel
genoegen ik deze spreekbeurt op dezen dag heb
aangenomen niet zooheer om het genoegen
het eerst de ziekenzaal van het St. Franciscus-
Gasthuis te mogen bespreken bij monde van
een Philips-hoorn, maar meer om het buiten
gewoon prettige ziekenbezoek, dat ik hiermee
brengen mag. 't Is altijd prettig om een blijde
boodschap te brengen, een zieke te verrassen
en 't hoort nu eenmaal bij een ziekenbezoek,
dat men wat meebrengt. Maar vandaag breng
ik niet het eeuwige zakje fruit, liet trosje drui
ven of het bordpapieren schoteltje bananen,
maar ik heb de eer aan u voor te stellen
aan u, zieken van het St. Franciscus-Ziekenhiiis
een nieuwen vriend, of beter, een model-
ziekenbezoeker. Welken eisch u aan hem stelt,
hij zal er aan voldoen. Hij' is trouw en een ge
regeld bezoeker. Hfj heeft heel weinig preten
ties. Eén bevel, één ruk aan den knop, één stóp
contact aan den muur en hij is er. Hij zingt
voor u een liedje in Daventry, staat uit te ha
len op een hooge e, in Kifnigswusterliausen,
geeft een opera in Huizen, strijkt in Hilver
sum, oreert in BreÈfrau, babbelt In Budapest,
bazelt ln Bazel waar ter wereld hij is, zingend,
sprekend, preekend, met één beweging aan den
knop, komt hij in letterlijken zin uit de lucht
vallen en staat klaar met zijn heele reusach
tige repertoire. En 't is beslist een vroolijke
ziekenbezoeker, die voor elke situatie een
woord, voor elk leed een lied, voor eik ver
driet een vreugde heeft. Wat een sfeer schept
hij in eens in een ziekenhuis, tusschen al dat
leed en verdriet door
Als je gaat piekeren over het verleden, laat
hij „die alte Kameraden" weer eens optreden,
met hun zware stevels en dampende Duitsche
pijpen of hij laat je nog eens'echt grinneken
met een jeugdherinnering: „Dü bist als Kind
zü heisz gebadet werden". Aan alles past hij
zich aan, kan je niet slapen, dan laat hij je
met een Bercum de Jorelijn in Morpheus' ar
men verzinken ben je moedeloos, dan geeft
zijn „Flott durchs Lebeu" je een scheut levens
elixer voor je zieke ziel. Het zwaar beladen
levensbootje helpt bij trekken met het Wolga-
bootlled en is er ruzie geweest met de gedien
stige, laat hij de beide partijen een verzoenend
kuiteprikkertje slaan in de Furietanz van
Gliick en u behoeft niet bang te zijn, dat u
zoo maar den nacht ingaat, want, welbekend
aan allen, zegt Vas DIas „Goeden avond da
mes en heeren !"- Wat een sfeer in een zieken
huis Heb je keelpijn, dan zijn „Lieder ohne
Wörte" het geneesmiddel. Hij is een vroolijke
ziekenbezoeker en onder zijn leiding zal het
normaal verloop van een stemming en mis
schien van een ziekte zijn Grave, moderato
flebele, andantino, crescendo, allegretto suave,
allegro multo, allegro vivace, allegTo vivacis-
simo.
Hij is ook een vrome vriend. Ja, liij houdt
van een grapje en kan gerust de zon in het
Water zien schijnen, maar alles op zijn tijd. Bij
de lunch hoort een walsje uitstekend
maar als de dag om is, legt hij viool en strijk
stok neer, vouwt de handen om heel even het
hoofd te buigen om God te bedanken voor Zijn
gaven en om weer goed te maken in een acte
van berouw wat klein-menschelijk, eigenwijs,
wetsovertreding, ongepast, zondig was, en hoe
treffend, dat ééne, gToote mea culpa, door de
lucht gesproken over aller mensehen hoofd.
Als allen eens .meebaden, als alle mensclien in
deze twee minuten stilte in deemoed en zelf
aanvaarding hun hoofden bogen, eiken dag,
wat zou de wereld dan véél beter zijn
Ja, 't is een vrome vriend, dien ik u breng,
en zijn woorden vallen als orakels uit de lucht.
Hij spaart geen middel. En als er zoo'n kop
pige, hardnekkige, oude zondaar is, die het
einde maar niet wil zien, en nog gelooft aan
het leven, terwijl de dood om den hoek kijkt,
fluit zijn S. O. S. (save our souls!) snerpend
om zijn oude ooren.
Hij denkt letterlijk aan alles: kreupelen, zie
ken en koortslijders, die, ik zou bijna zeggen,
de handen voelen jeuken, om een voetbalmatch
te spelen, de helden van het lijntje en de kij
kers van de tribune, laat hij de match bijwo
nen. Zoo houdt hij zijn zieken geestelijk op
kracht. Elk uur een lepel, elk uur een slok met
brokje cultuur, een lepeltje wetenschap, een
poeiertje denkstof, een pilletje ontwikkeling.
Hij weet alles, ziet alles en kent alles. Hij houdt
contact met zijn patiënten. Zieken stellen in
zieken belang, en zoo houdt hij ons b.v. op de
hoogte van den grooten patient, waarvan de
kranten vol staan, eiken dag, King George, van
Engeland, door zijn bulletins voor te lezen.
Laat het mij even vergund zijn een zieke van
het St. Franciseus Gasthuis een verrassende
tijding te brengen, waarmede meteen het prae-
tische nut van dit geschenk pakkend wordt ge
ïllustreerd. In het St. Franciscus-Gasthuis ligt
op het oógenblik mijnheer Jutte, penningmees
ter van de St. Vincentius-Vereeniging, confe
rentie O. L. Vrouw Rozenkrans. Ik kan hem
mededeelen, dat de collecte van morgen het
record haalde en 1210 gulden opbracht. Ilij kan
dus den bodem van het kistje weer bedekken.
Hiermede heb ik den nieuwen vriend aan u
voorgesteld. En ik noodig alle zieken uit in de
zalen van dit ziekenhuis voor zoover geen
medisch voorschrift dit verbiedt een dave
rend handgeklap te laten hooren voor het co
mité, dat zoo spontaan zich vormde en voor de
edelmoedige gevers, war. rider zoovele niet-
katholieken, die uw ziekenhuis een nieuwen
vriend rijker maakten. (Het handgeklap werd
duidelijk gehobrd.)
God moge het den gevers loonen, want zij
hebben op heel moderne wijze Zijn gebod van
naastenliefde in toepassing gebracht. Door dit
geschenk hebben zij zich wonderbaar verme
nigvuldigd en zij bezoeken aldus honderden
zieken tegelijk. Van u, zieken, vraag ik belang
stelling, blijvende belangstelling voor bet reu
zenwerk van pastoor Perquin, onzen piloot van
de aether. Zieken, u weet wat er geschreven
staat en ik wensch het den gevers uit uw naam
toe, dat ze te hooren krijgen, eenmaal, het
wondere Woord „Ik was ziek en gij hebt Mij
bezocht. Ga binnen in de vreugde uws Heeren."
En nu zieken, veel plezier van uw radio Van
harte allen beterschap
Nadat eenige oogenblikken stilte was gehou
den werden de gasten verrast met het „Te
Deum" dat door de Eerwaarde Zusters iu de
Kapel werd gezongen. De luidspreker, die in
de Regentessenkamer Was opgesteld, vertolkte
op uitstekende wijze dit Gregoriaansclie ge
zang.
Tenslotte werd door de aanwezigen een
rondgang gemaakt door de zalen van het zie
kenhuis, waar de zieken nog volop lagen te
genieten van hetgeen door Huizen werd uitge
zonden.
EEN GOEDE HOND STAAT
VOOR GEEN sloot, maar een
KOMT ER OOK WEL OVERHF.E*
Vrij naar het Engelsch
van
R. II. GARDAGH.
■51)
Nu begon zij steeds zachter te spreken, en ik
luisterde vol verbijstering. De dag begon aan
te breken. De eerste schemering viel op de witte
gedaante van Otomie, die in haar stoel bij het
bed zat, en ik zag dat haar armen naast haar
neerhing em, en haar hoofd tegen den rug van
den stoel leunde. Ik sprong op, en zag haar in
bet gelaat. Het was bleek en koud, en ik voelde
geen adem van haar lippen. Ik greep haar baud;
zij was koud. Ik fluisterde aan haar oor, ik
kuste haar op het voorhoofd, maar zij verroer
de zich niet fen gaf geen antwoord. Het werd
lal lichter en lichter in het vertrek, en nu zag
Ik alles. Otomie was dood.
Ik staarde haar aan. Ik weende niet, want
mijn oog-en waren droog, en er was niets meer,
wat mij nog ooit zou kunen ontroeren. En ter.
wat mij nog ooit zou kunnen ontroeren. En ter
heid en simart zich van mij meester, en ik hield
méér van Otomie, nu zij dood was, aan ik ooit
b« haar leven van haar gehouden had en
dat zegt veel
Veel schoot mij te binnen ln dat droeve och
tenduur, terwijl ik waakte bij het lijk van Oto
mie. Zij had gelijk. Ik had mijn eerste liefde
liooit vergeten, en dlkwijls er naar verlangd,
bet meisje terug te zien. Maar het was niet
.Waar, dat Ik geen liefde had gehad voor Otomie,
en eerst nu besefte ik, hoe dierbaar zij mij was.
Zeker, er was een groote klove tusschen ons,
en toen ik haar zag deelnemen, aan dien laat-
sten offerdienst, ging mij teen huivering door de
leden, en voor een oogenblik walgde ik van
haar. Maar dat had ik op den duur misschien
kunnen vergeten, omdat het haar In het bloed
zat, en zij het ook niet met volle bewustzijn
had gedaan. Als ik dat niet rekende, dan bleef
er zooveel over, dat ik kon eeren en liefhebben.
Toen ik opstond, om hulp te lialen, voelde
ik iets om mijn hals. Het was de keten, die ik
haar eens ten geschenke had gegeven, en daar
aan bevestigd een lok van haar lange haar
Ik liet Otomie begraven in het graf van haar
voorvaderen en onze kinderen, en twee dagen
later reed ik naar Mexico, in het gevolg van
Bern al Diaz. Bij den ingang van het ravijn
wendde ik mij om, en zag nog eenmaal naar de
puimhoopen van de Stad der Pijnboomen. Lang
en ernstig staarde ik ernaar, totdat ten laatste
Bernal Diaz zijn hand op mijn schouder legde.
Ge zijt nu een eenzaam man, kameraad,
zeide hij. Wat voor plannen hebt gij voor de
toekomst?
Geen plannen, antwoordde ik. Ik wilde,
dat ik dood was.
Kom kom, zoo moeten we niet praten, zeide
hij. Ge zijt nauwelijks 40 jaar, en ik, die over
de 50 ben, spreek nog niet eens over dood gaan.
Luister. Ge hebt vrienden in uw eigen land, ln
Engeland, niet waar?
Ik had ze.
De menschen leven lang ln die rustige landen
daar. Ga ze opzoeken. Ilc zal voor u zoeken naar
Spanje.
Ik zal erover denken, antwoordde ik.
Na enkele dagen kwamen wij in Mexico. Het
was een nieuwe en vreemde stad voor mij, want
Cortes had haar weer laten opbouwen. "Waar de
groote pyrafnide had gestaan, was nu een kathe
draal in aanbouw, waarvan de fundamenten be
stonden uit de afschuwelijke afgoden der
A. z tokcin
Niemand viel mij lastig, want de begenadi
ging, die mijn deel was, werd geëerbiedigd. Ik
was trouwens onschadelijk en {^9 geschiedenis
van mijn ellende vervulde ook de Spanjaarden
van medelijden. Ik bleef in Mexico, tien dage®,
op den achten dag kwam ©en Indiaan mij zeg
gen, dat een oude bekende mij wensehte te zien.
Ik volgde hem, mijzelf afvragend, wie het ko®
zijn, en hij bracht mij in ©en Prachtig huis in
een nieuwe straat. Ik wachtte in een half donker
vertrek, tot Ik opeens een zachte, treurige stem
vernam, die mij bekend voorkwam.
Welkom, Teule.
Ik zag opeens, daar vóór mij sto-nd een dame,
in Spaansche kleedij, nog schoon, maar zeer
zwak en uitgeteerd, als van ziekte en verdriet.
Kent ge Marina niet, Teule, zeMe zij, en
vóór zij de woorden gesproken had, herkende ik
haar. Nu, ik zou u nauwelijks herkend hebben.
Tijd en verdriet hebben hij ons beiden sporen
achtergalaten.
Ik nam de hand, die ze mij reikte.
Waar ls Cortes? vroeg ik zacht.
Cortes is in Spanje, zei ze hovend, om zijn
zaak t© verdedigen. Hij is daar getrouwd, leule.
Jaren geleden Het hij mfl ia dsn steek, toen hij
me niet meer noodig had, en gaf mij ten huwe
lijk aan een van zijn onderaan voerders, die mij
nam om mijn bezittingen.
Em zij begon te weenen.
Dan verhaalde zij alles. Vervolgeus deelde ik
haar mijn geschiedenis mede, en zij luisterde
met tranen in de oogen, want ondanks al haar
fouten bezat zij een goed hart. Dan namen wij
afscheid, pm elkaar nooit terug te zien. Vóór
ik ging, drong zij aan, dat Ik een som geld van
haar zou aannemen, en ik schaamde mij daar
niet voor, want Ik bezat niets.
Dat was dus de geschiedenis van Marina, die
haar land verraadde om haar liefde voor Cortes
ITALIAANSCHE OPERA.
Tosca.
Het was weer om Cobetli te doen Zaterdag
avond te Rotterdam, waar dit seizoen nog
niet vertoond de Groo-te Schouw,burg geheel
uitverkocht bleek, nu de diva andermaal in
liaar glansrol optrad.
Inderdaad is de Tosca-figuur dóór Puccini
zoo meesterlijk geteekend in de gloeiendste
klankkleuren va® zijn veristisck palet, deze
gepassionneerde actrice met do van hartstocht
vlammende stem als het ware aan het lijf
gegoten. En nog altijd schijnt haar creatie aan
glans in de verklanking en aan diepte in de
beelding te winnen, zoodat zo door een elk jaar
scherper accentueering blijft boeien en ook den
opera-habitué opnieuw onder den indruk weet te
brengen van de beklemming der situatie, zoo
wonderlijk gesuggereerd door de fel-bewogen
orkestpartij, trouwe weerklank van een der
felst-bewogen episodes uit do geschiedenis der
Eeuwige Stad.
Haar lugubere afrekening vooral met den
man, voor wien geheel Rome sidderde, behoort
tot het allerbeste, wat de geschiedenis van het
muziekdrama weet aan te wijzen.
Waarbij komt, dat zij ook ditmaal uitmun
tend werd gesecondeerd. Eenerzijds door Bia
sini, dl© van den bruten Romeinschen politle-
prefect een barsehe maar toch elegante heer-
schersfiguur maakte en vocaal zijn partij door
gaans volkomen beheerschte; aan den anderen
kant door Traverso, wiens geluid, dat nog wat
soepeler kan, veelal goed combineerde met dat
der dramatische sopraan. Hoe voortreffelijk was
niet bolder a cappella-passage aan het slot, die
gemeenlijk goeddeels mislukt.
De verzorging van de rest, de kleine koortjes
niet uitgezonderd, was navenant. Alleen mogen
we niet berusten bij de opvatting, dat een
cipier per se 'n weinig geschoolde stem behoort
te bezitten. Wat den koster van Santollni be
treft, deze dikte de grapjasserij, die Balde jaren
lang ten toon spreidde, nog 'n tikje aan; wij
blijven gelooven, dat ook hier overdrijving
schaadt.
De regie had eindelijk den goeden inval de
pauselijke vlag op d-en Engelenburcht maar
achterwege te laten. Vermits het geel-wit vol
gens de traditie placht bewogen te worden door
de zachte koelte van een dwars over de Bühne
gespannen eind touw, droeg deze versobering
in het tooneelbeeid zeer terecht hét hare bij
om de aandacht niet noodeloos af te leiden
van de verrukkelijke muziek, wélke de laatste
acte bijzonder kenmerkt.
Het publiek was buitengewoon enthousias-
tisoh gestemd. Cobelli kreeg drie bloemstukken.
TENTOONSTELLINGEN
Glas Van Leerdam.
Het werk van Kees de Voogt, dat eenige da
gen bij Huize van Hasselt te Rotterdam te zien
is geweest, beeft nog maar weinig kwaliteiten
Het is zeer ongelijk van gehalte e® verschij
ning en het zou heelemaal wat twijfelachtig
aandoen, wanneer het niet voor zich innam
door een oprèchtheid, een natuurlijkheid en
een naïveteit die er trots al-les een zekere be
koring aam geven. Zoo'n Rotterdamsch etads-
gezicht als van de Nieuwe Haven Is zeker niet
beheersch-t, maar er is ook niets in voorgewend,
het is volkom-en eerlijk en daarin zeer sym
pathiek.
Kees de Voogt heeft zijn uitingsvorm nog niet
gevonden. Hij is daar misschien het dichtst
bij in enkele zeer eenvoudige stillevens, als
b.v. het groote met den cactus. Het is werk,
dat heel m-ool kan worden, als de schilder zijn
mogelijkheden weet te verwezenlijken.
De firma Jungerhans aan den Coolsingel
heeft in een harer groote uitstalkasten een
speciale expositie gemaakt van glaswerk uit de
fabriek te Leerdam. Het is een gelukkig ver
schijnsel, dat onze kunstnijverheid niet in spe
ciale winkels blijft, maar zich in de groote alge-
meene zaken een plaats verovert.
Zeer vele specimen van het Leerdamsoh© glas
tréft men thans smaakvol gerangschikt bij
Jungerhans aan, ook de nieuwe modellen, waar
over wij dezen zomer naar aanleiding van de
Nenijto reeds geschreven hebben en eenige zeer
fraaie uniea's. Het liturgisch glas, door Copier
ontworpen in samenwerking met Dom Grego-
rius de Wit O. 'f B., hebben wij echter in deze
collectie gemist.
ZILVEREN JUBILEUM
De heer J. H. de Baas herdacht Zaterdag den
dag waarop hij vóór 25 jaren bij de firma
van Stolk Reese, papiergroothandel alhier,
in dienst trad. Met zijn familie van huis afge
haald. werd hij op kantoor naar een feestelijk
versierd lokaal geleid, waar een der firman
ten, de heer Dekker, hem in hartelijke bewoor
dingen gelukwenschie en ln herinnering bracht
hoe de Baas als jongste bediende op kantoor
was gekomen om, na verschillende werkzaam
heden te hebben verTicht, ten slotte als verte
genwoordiger te worden aangesteld. In o'ezen
werkkring toont de jubilaris naast grooten werk
lust, ook groote mensehenkennis, -die de ver
standhouding tusschen kooper en leverancier
zoo ten goede komt. Onder aanbieding van een
gouden horlogeketting wensehte de heer Dek
ker hem vele gezonde jaren toe.
Hierna was het woord aan de heeren G. C. de
Vooijs en G. O. Kleingeld, procuratiehouders,
die oen jubilaris namens het kantoorpersoneel
geluk wensch ten.
Ook de heer W. K. Schellaars, chef van het
pakkamer- en magazijnpersoneel en de heer
G. Nagtegaal, namens het fabriekspersoneel,
spraken hartelijke woorden, terwijl alle toe
spraken vergezeld gingen van geschenken.
BOND VAN MUZIEK VEREENIGINGEN.
De huidige toestand niet houdbaar 1
Donderdagavond hebben afgevaardigden van
12 muzielrvereenigiugen bier ter stede een be
spreking gehouden, om tot de oprichting van
een bond van Tnuziekvereenigingen te Rotter
dam te komen.
Breedvoerig wei-den verschillende bezwaren
besproken, die de vereenigingen hier ter stede
noodeloos ondervinden.
De op te richten bond zal dan ook in hoofd
zaak tot taak hebben te trachten deze bezwaren
op gepaste wijze uit den weg te ruimen. Op
meerdere waardeering voor het werk der
tnuziekvereenigingen van de zijde der Over
heid zal worden aangedrongen. De bond zal
zich alleen bezighouden met de gemeenschap
pelijke belangen der vereenigingen en zich niet
begeven op godsdienstig of politiek terrein.
Dé besprekingen leidden tot het benoemen
van een commissie van 5 leden. Deze commis
sie zal onderzooken of de op te richten bond
levensvatbaarheid heeft. Wanneer dit hét ge
val is, zal een reglement worden ontworpen,
waarna een vergadering wordt belegd, om tot
de oprichting van den bond te komen.
Gezien den toestand is het noodig, dat hier
een bond wordt opgericht. De toestand is thans
zoodanig, dat de muziek vereenigingen een ver
dediging noodig hebben, welke alleen door
georganiseerd optreden met succes gevoerd
kan worden.
„KERSTBOUT VOOR ééN KWARTJE."
De Societett's Commissi a van den „Katholie
ken Kring" verzoekt ons opname van hot vol
gende
'tls bijila niet te gelooven en toch is het
waar
Leden va® don „Katholieken Kring", U kunt
allen in de® loop van de volgende week een
heerlijk B O u t j e" voor slechts één kwart
je winnen door -mede te doen aan het gToote
Bara.kooncours, hetwelk gedurende de geheels
week in de Sociëteit Uwer Vereeniging op do
Korte Hoogstraat zal worden gehouden.
Wat een heerlijke tijd om die donkere dagen
vóór het sehoone Kerstfeest eens te kunnen ge
bruiken om te zorgen, dat er op dat Feest eenfl
lekker gesmuld kan worden. Gij, lede®, die
het vorig jaar uwe huisgenooten zoo heerlijk
vergast hebt op een lekkere haas of fazant of
konijn of kippen, kortom alles zal maar voor
het uitzoeken liggen. Verzuimt vooral Gij niet
weder present te zijn e® den strijd aan te bin
den tegen uwe makkers. Zegt het uw vrienden
en kennissen, brengt ook nieuwe leden mede,
die dan tevens kunnen zien, hoe het toe-h
wol gezellig op de Sociëteit kan zijn, als wij
allen daartoe maar medewerken
We est niet bevreesd, omdat gij misschien
niet goed biljarten kunt, want dan roepen wij
slechts hot bekende spreekwoord voor uwen
geest: „Zonder geluk vaart niemand wel."
Welnu dan allen deze weelc op naar onze
Sociëteit. Wacht niet to-t den laatsten dag,
want dan is misschien de tijd te kort om uw
kaart nog te verbeteren.
Wij wenschen u toe veel pleizler, veel con
currentie enGood Luck".
en nu de belooning oogstte. Maar ik zal haar
altijd in dankbare herinnering houden, want zij
was een goede vriendin, en redde tweemaal
mijn leven.
XXXIX
Deu volgenden morge® kwam kapitein Diaz
mij zeggen, dat een van zijn vrienden, die bevel
voerde over een schip, dat binnen 10 dagen van
de haven van Vera Cruz naar Codi# voer, ge
negen was, mij passage to verleenen, als ik
Mexico wilde verlate®. Na eenig nadenken be
sloot ik te gaan. Des avonds van dienzelfden dag
nam ik afscheid van Bernal Diaz dien God
moge zegenen, want hij was eon goed mensch
e® verliet ik de stad, in gezelschap van en.
kele kooplieden. Een week. later kwamen wij in
Vera Cruz, waar ik rniju aanbevelingsbrief aan
den gezagvoerder ter hand stelde. In den avond
kozen wij zee, en den volgenden morgen konden
wij niets meer van het land van Analiuac on
derscheiden, da® den met sneeuw bedekten
kruin van den Orizaba. Weldra verdween ook
die, en zeide ik voor altijd vaarwel aan dit verre
land, dat ik naar mijn berekening ongeveer 18
jaar geleden voor het eerst gezien had.
Van mijn reis naar Spanje heb ik niets bij
zonders te vertellen. Binnen tien weken kwa
men wij in de haven van Cadiz aan, en hier nam
ik passage op een Engelsch schip met bestem
ming naar Londen. Den 12den Juni zette ik in
de Engelsche hoofdstad den voet aan wal. Ik
kocht een paard, door den vriendelijke bemid
deling van mijn herbergier, en sloeg den volgen
den njorgen vroeg den weg naar Ipswich ln.
Tegen half acht 's avonds van de® anderen dag
hield ik mijn paard in op den kleinen heuvel,
vanwaar ik een laatste® blik had geworpen op
Bungay, toe® ik vandaar met mijn vader naar
Yarmouth reed. Vóór mij zag ik in de laagte
de rood© daken der stad; daar, rechts, waren
de eiken van Ditchingham en de toren der St.
Marie, verderop de Waveney, en daarvóór de
weilanden, in gouden en purperen kleur. Alles
was, zooals het geweest was, ik alleen was ver
anderd. Ook uiterlijlk. Ik zou nauwelijks me zelf
herkend hebben. Zouden anderen mij herken
nen, vroeg ik mij af? Zou er nog wel iemand
zijn, om mij te herkennen? In 20 jaar kunnen
er heel wat sterven, en uit het gezicht verdwij
nen. Zou ik wel één bekende levend aantreffen?
Sinds enkele brieve®, die kapitein Bell van de
„Adventuress" voor mij had meegekregen. Wat
zou ik nu voer tijding vernemen? En vóór alles:
hoe ging het met Lily? Was zij dood, of ge
trouwd, en woonde zij nu elders?
Ik vervolgde mijn weg, en bevond mij tien
minuten later aan het hek van het rijpad, dat
ongeveer een halve mijl onder langs den steilen
heuvelrand loopt, in de richting vau de „Hall".
Aan den kant stond een ma® zich in de stra
len der ondergaande zin te koesteren. Ik zag
hem aan, en herkende hem. Het was Billy
Minns, de dorpsgek, die de Garcia had losge
maakt, toen ik hem vastgebonden had achter
gelaten, om Lily t© ontmoeten. Hij was nu een
oude mau, en zijn witte haren hingen over zijn
verweerd gelaat. Hij was nog even vervuild en f
verwaarloosd als vroeger, maar ik had hem wel
om den hals willen vallen, zoo blij als ik was,
weer iemand te zien, dien ik in mijn jeugd ge
kend had.
Toen hij mij zag, kwam hij aanstrompelen,
om het hek voor mij open te doen, terwijl hij een
aalmoes vroeg.
Woont meneer WangUeld hier? zeide ik.
terwijl Ik naar bet eind va® het pad wees; ea
mijn hart klopte hevig.
("Wordt vervolgd-).