Kabouters
zijn:
Mengelwerk
De geredde papieren.
WOENSDAG 2 JANUARI 1929
DERDE BLAD
PAGINA 3
ilIlllitllllHl
rami
Vun Piijssen stond op cn liep zenuwachtig
de kamer op en neer; toen bleef hij voor
Kronen staan en keek hem ernstig aan.
Van Rijssen was 'n man van middeiba'en
leeftijd, met een opgewekt levenslustig ge
zicht; dat hij nu zoo bedrukt keek moest
wol een ernstige reden hebben.
Luister eens zei hij. ik heb er genoeg
van verteld, dat je begrijpen zult van hoe
groot belang of het is dat ik dit pak met
bewijsstukken in mijn bezit heb En nu moet
ik het hier in de safe onder jouw hoede
achterlaten. Ik zou het aan geen enkelen
klerk hier toevertrouwen; doch jij bent
niet alleen klerk hier, Arnold, je bent met
mijn dochter geëngageerd, dus zoo goed als
mijn eigen zoon Daar Lambert weet, dat
ik de stukken heb, vindt ik 't veiliger ze met
bij mij te dragen. Wat zou hij ze graag be
machtigen. Ik moet nu voor hert. laatst tegen
getuigen, het kan dus z^n, dat ik de papieren
noodig heb, en dan za! ik jou telefoneeren.
ze mij even te brengen, begrijp je?
Ja, antwoordde de jonge man Maar
vertelt u me nu eens, wart u tegen hem zal
kunnen uitvoeren
Neen. verklaarde van Rijssen op be
slisten toon. Dat doe ik niet. ik mag voor
alle securiteit aan niemand iets uitlaten
Maar ik kan je verzekeren, dat ik hem ge
heel en al kan ontmaskeren.
Te drommel, als dat zoo is, dan kan ik
mij begrijpen dat u de. stukken liever bij u
draagt, riep Arnold uit en ging voor naar de
safe, waar van Rijssen de papieren in sloot
en zijn aanstaanden schoonzoon den sleutel
gaf.
Uier zijn ze zoo veilig a's het maar
kan.
Van Rijssen knikte en iiep naar de deur.
Ik heb haasi, zei hij, Ik weet niet wan
neer ik terug zat zijn holaligt er iets
onder het karpet?
Een stuk touw geloof ik, zei Arnold
met zijn voert voelend op de plaats, waar
van Rijssen gestruikeld was, terwijl hij zijn
sleutels in zijn zak stak.
Weet mevrouw van Rijssen, dait u
uitgaaf?
Ja, ik heb haar gezegd, dat ik misschien
niet voor morgenavond terug .om. Dat is
waar ook. vergeel met voor je weg gaat aan
haar of aan Dora te zeggen waar je te vin
den bent, als ik je noodig mocht hebben
Goeden avondl
Toen hij weg was maakte Arnold af wat
er te doen was. Zijn oog viel op een boek.
dat Dora dien middag op zijn lessenaar had
laten liggen.
Ik wilde, uat ze het kwam halen, dacht
hij, maar dat zal wel niet. Zulke dingen ge
beuren alleen m boeken. Maar ik zou hel
haar kunnen gaan brengen en dat zou ik
maar doen ook!
liet was zonderling, dat hij bij het loopen
naar de deur precies op dezelfde plaats strui
kelde, waar van Rijssen dat ook gedaan
had.
Hoe komt er nu eigenlijk zoo'n stuk
touw onder het karpet, mopperde hij, terwijl
hij naar den grond keek. Hij voelde met zijn
vingers over het kleed.
Het touw was lang en liep zelfs tot onder
de deur door de gang in. Hert was eigenlijk
geen touw, maar een zijden koord als een
omwonden draad van van een eleotrische
schel.
Verwonderd en eenigszms verschrikt gooi
de Arnold de deur open tot boven aan de
trap naar het sousterrain, waar het blijk
baar was afgesneden. Haasrtig naar de ka
mer terugloopend volgde hij het andere eind
dat onder het karpet doorliep naar den
schoorsrteen. Handig verborgen liep het langs
den muur cn eindigde in den ontvanger
van een dictaphone, die onder den schoor
steenmantel was bevestigd.
Arnold was een en al verbazing geworden.
Hij peinsde wat dirt alles toch te berteeke-
nen had.
Lambert, verklaarde hij met overtuiging
Lambert heeft een spion onder de bedien
den. Zoo is het. En de kerel zal gehoord heb
ben dat de oude heer heeft gemerkt dat er
iets onder 't karpet lag en daarom uit vrees
voor ontdekking het touw hebben afgesne
den
Het moet Wanders zijn of Jan, een van
heiden.
Het ellendigste is, dat hij dan ook alles
heeft kunnen verstaan wal ik tegen Dora
zei .toen zij vanmiddag hier was. Hoe af
schuwelijk vervelend is dat toch.
Kroner dineerde met zijn vrienden in de
club, toen hij aan de telefoon werd geroepen.
Hallo!
Hallo, ben jij het Arnold? Ik ben Dora...
Er is een telegram van vader. Hij moet je
spreken.... Wacht even, ik zal het nog eens
even nakijken... in de Hoogstraat No 7. Wil
je het even opschrijven?Tegen negen uur,
als je kunrt, en je moet de Lambert-stukken
meebrengen..... kun je me goed verstaan?
Ja, antwoordde Kroner, sta je in de
gang?
Ja.
Wie heeft hert telegram binnengebracht?
Noem alleen maar de voorletter.
W.
Wanders?
Ja.
Kan hij hooren wat je zegt?
Ik zie hem niet.
Als ik afgebeld heb moet je dadelijk
gaan kijken waar hij en Jan zijn en of ze
con van beiden gehoord kunnen hebben, dat
je over de Lambertstulcken sprak, wil je? Ik
kom nog even aan.
Dan moet je je haasten hoor, Want
we gaan zooals je weet naar de Wilsons
en moeder is haast klaar.
Wacht in elk geval tot ik kom, zei
Kroner Er staat veel op het spel, Dora.
Arnold bestelde een rijtuig en naar de
eetzaal terugkeerend om zijn excuses te
maken en afscheid te nemen, haastte hij
zich naar de woning van de van Rijssens.
Wanders de knecht deed open en zag er
even onverschillig uit als gewoonlijk, niets
in hem, vond Kroner, verried heimelijke be
langstelling.
In de huiskamer, mijnheer, zei hij in
antwoord op Kroner's vraag, waar Dora was
Kroner ging, zonder zich te laten aandienen
de kamer binnen.
Waar was Wanders? vroeg hij dadelijk
op fluisterende toon.
In de eetkamer... Jan was uit.
Denk je dat Wanders gehoord kan heb
ben wat je zei?
Dora haalde de schouders op.
Mogelijk, maar waarom doe je zoo ge
heimzinnig Arnold? Je jaagt me een doode
lijken angst op het lijf
Wat deed hij in de eetkamer. De tafel
behoefde hij natuurlijk niet te dekken..
Dora, riep een klein hoekig vrouwtje,
de deur openmakend en haastig binnenko
mend in een gekiced avondtoilet O... ben
jij daar Arnold? Dat wist ik niet. Toe Dora
help mij eens gauwGa je mot ons rriee
Arnold? Alleen maar tot de deur? Heb je 't
weer zoo druk?
Toen zij vertrokken waren haas:te Kroner
zich naar van Rijssens kamer Het licht op
draaiend sloot hij de deur en stak een p int
van zijn zakdoek in het sleutcUat. om door
geen nieuwsgierig oog bespied te kunnen
worden.
Hij had argwaan want hij vond het nicer
dan vreemd, dat van Rijssen getelegrafeerd
zou hebben; per telefoon had hij hem vlug
ger kunnen bereiken en hem uitvoeriger
orders kunnen geven. Een telegram kon door
een ander mot van Rijssens naam cnrler-
teekend zijn. Heel logisch, redeneerde Kr
ner dat een telegram een poging kon zijn
om de stukken machtig te worden no 'at
door middel van de dintaphone uitgelekt kon
zijn. waar ze zich bevonden; en hij was vast
besloten om in geen geval in den valstrik te
loopen. Terzelfder tijd begreep hij de moge
lijkheid dat van Rijssen de stukken zelf nou
dig had. Hij besloot dus ze bij zich te st, k n,
Maar toen hij naar de deur keek zag hij
zijn zakdoek op den grond liggen en be
grijpende dat die uit het sleutelgat was ge
duwd, mogelijk met een potlood er aan den
anderen kant ingebracht door iemand, die
wilde zien of hij naar de safe ging, die zich
vlak tegenover de deur bevond, besloot hij
onmiddellijk de papieren te laten waar
waren, maar zich naar tiet adres te be
geven in het telegram vermeld, om er zich
van te overtuigen, of van Rijssen hem noodig
had.
Om echter zand te strooien in liet oog, dat
vermoedelijk door het sleutelgat gluurde liep
hij naar de safe en deed alsof hij er iets uit
haalde en dat in den binnenzak van zi n jas
stopte.
Hoogstraat No. 7 bleek een pension van
den zooveelsten rang te zijn.
Is hier ook een mijnheer van Rijssen?
vroeg hij aan den eenigszins bejaarden man
die open deed op zijn bellen.
Die was hier, maar ik weet niet of hij
er nog is, antwoordde de man op vermoeiden
toon. Kom u maar binnen dan zal ik even
gaan hooren.
Kroner stapte de spaarzaam verlichte
gang binnen en zonder de deur te sluiten
schommelde de man naar de trap om een
paar passen achteruit te gaan. toen een
vrouw met grijs haar verscheen.
Is die mijnheer weg, vroeg hij ha.ir luid
genoeg om door Kroner te worden versta in
Neen, nog niet. zeide zij, en knikte zoet
sappig tegen Kroner Wilt u alstublieft
maar naar boven gaan.... Willem wijs den
weg eens.
Terwijl de achterdocht, over het telegram
in zijn geest begon te verflauwen, werd Kro
ner in een kamer op de tweede verdieping
gebracht en toen hij zich, nadat de deur was
gesloiten, tegenover een onbekende bevond
boog hij.
Goeden avond, zei hij, ik hen hier ge
komen om mijnheer van Rijssen te spreken.
Goeden avond, antwoordde de andef,
een robuste man. Hij komrt dadelijk hier.
Hij is in de kamer hiernaast. Ik zal even
op den muur tikken om te kennen te geven
dat u hier ia
Kroner weerhield hem. Uiit die houding
van den onbekende begreep hij, dat van Rijs
sen in dit huis niet. was.
Och, zei hij vriendelijk, wilt u hem zeg
gen, dat ik de papieren niet bij mij heb, om
dat ik bang was in een valstrik te worden
gelokt.
's Mans uitpuilende oogen namen een uit
drukking van teleurstelling en kwaadaardig
heid aan. Hot hoofd schuddend tikte hij op
den muur.
Zeg u het hem maar liever zelf, ant
woordde hij.
Kroner lachte en keek om naar de deur.
Nu was alle twijfel uit zijn geest gebannen;
hij voelde zich meester van de situatie.
Ik heb niet het genoegen uw naam te
weten, zei hij hoffelijk, toen de man zich
weer naar hem toekeerde, maar ik zal
uw gezicht niet meer vergeten.
Deonbekende kreeg een kleur van ergernis
en wilde juist wat zeggen toen de deur open
ging en een andere man binnenkwam. Hij
was ook groat maar niet zoo dik, en droeg
een korten zwarten baard. Hij deed de deur
achter zich dicht
Ik kom hier om mijnheer van Rijssen
te spreken, zei Kroner met een licht-spot
achtige buiging.
Ik ben mijnheer van Rijssen, antwoordde
zwart-baard met een onbeschaamdheid, die
den jongeman deed versteld staan, maar
zich onmiddellijk bebeerschend boog hij nog
maals.
Dat zie ik, natuurlijk..» handig, dat moet
ik zeggen, merkte hij op. Uw vriend huurt
kamers en zegt, dat hij mijnheer van Rijssen
verwacht; u komt als mijnheer van Rijssen
en zegt, dat u mij verwacht, en ik word
hier boven gelaten. Dus bedriegt u dien
ouden man en die oude vrouw beneden zóó,
dat zij in hun onschuld mij kunnen bedrie
gen, Wel, mijnheer van Rijssen, wiens baard
zichtbaar valsoh is, vergun mij u te zeggen,
dat ik uw bevelen niet heb opgevolgd en
dus vanzelf de papieren niet naar hier heb
meegebracht.
En 'aait mij er een waarschuwend woord aan
toevoegen.
Een hevige won-teling ontstond tusschen
de drie mannon. Beide bedriegers slaagden
er in Kroner oen prop in den mon 1 te duwen
en begonnen cle zakken van zijn jas grondig
te doorzoeken.
Zou hij de stukken bij zich hebben,
vroeg de dikke man, terwijl'hij op Kroner's
lichaam ging zitten.
ik geloof hot niot, antwoordde zwart-
baard.
Neon, riep hij uit. de ellendeling! Waar
zou hij ze gelaten hebben?
Ben je er zeker van dat de man ge
zegd heeft, dat hij z meegenomen heeft,
vroeg de dikke m; .n op telourgestelden toon
terwijl hij opoton 1.
Zoo snel als ije gedachte hem inviel, sprong
hij overeind cn trok de prop uit zijn mond.
Maar vóórdat, hij een woord kon uitbrengen
sprong zwart-baard op hem toe en gaf hem
een harden duw, zoodart Hij root z n hoofd
te ren den muur kwam én bewusteloos neer
viel....
Langzaam kwam hij Hij en was er zich
van bewust, dat men vootz'. tutïg de kamer
uitging. Toen werd alles donker en stil Een
poging doende om op t.e staan cn te zien
wait er om hem heen w as, viel hij met een
doffen slag neer. want hij was aan handen
on" voeten gebonden. Zich met veel moeite
op de knieën werkend, lichtte hij mert zijn
schouder de tafel op en liet haar daarna mat
een harden slag neervallen, doch niemand
scheen dirt te hoeren, want het bleef stil, en
langz aam schoof hij voort naar de deur; hij
trachtte de knop tusschen zijn beide handen
te krijgen. De deur was gesloten en de sleu
tel stak er van binn n niet od.
In :1e hoop -en bel te vinden, ging hij op
een kant liggen en wreef met zijn rug tel
kens tegen de deurpost; na eenigen tijd
slaagde hij er in hert electrisch licht op te
draaien en zag toen dat de bel zich aan
den kam van den schoorsteen bevond Mei
groots moeite sleepte hij zich dus naar den
overkant der kamer en belde. Toevallig viel
zijn oog op zijn horlogeketting en tot zijn
groot en schrik zag hij, dart de mannen er
met zijn sleutelbos, waaraan ook de sleutel
der safe hing, waren van door gegaan. Hier
mee en niet behulp van Wanders die hun de
toegang tot het huis zou verieenen, konden
zij de papieren machtig worden. Hij begon
als een razende te bellen. Eindelijk kwam
iemand op de deur kloppen en de knop in
bweging brengen.
Kom binnen! Vlug wat... en bevrijd mij
schreeuwde Kroner De dieven.
Wait is er aan de hand vroeg de slem
van den man Wie is daar binn ui? Waarom
maakt u zelf de deur niet open?
Ik kan niet. ik ben gebonden en er is
geen sleutel. Haal een beitel of een hamer,
of iets anders, maar r aak oorrt... Gauw dan
toch man, want hert is van het grootste
belang.
Goed! Wacht, een oogen hl ik boven is
een sleutel die op deze deur past.
Eindelijk riep Kroner uit, toen hij hoor
de dal er een sleutel in het slot werd ge
stoken. Toen ging de deur open cn de be
woner van hert huis kwam binnen.
onovertroffen
on versaagde
handige
Behoren
harde
trouwe
bitdehande
pientere
knaope
goedkoops
mach lure
kwieke
onuitputtelijke
uitnemende
vurige
kundige
moedige
duidelijke
snelle
speurders
onderzoekers
bemiddelaars
verkoopers
wei-kers
vrienden
ondernemers
veilingmeesters
koppen
krachten
strijders
reizigers
raadgevers
toezicht houders
aanhangers
publicisten
handlangers
omroepers
succes-behalers
Bedenkt In al uwe moeilijkheden,
dat er nog KABOUTERS zijn I
Maak dadelijk deze touwen los, die
mannen zijn dievenze hebben mij besto
len.
Er was geen taxi te zien en langs den
weg snellend overdacht Kroner wat hem
eigenlijk te doen srtond Dora was bij de Wil
son's op minstens een kwartier afstand van
haar woning.
Daar kwam juist een taxi aanrijden. Ilij
riep den chauffeur aan en beloofde hem een
tientje als hij uit uUe macht reed.
De dieven konden den afstand niert sneller
afleggen en hadden hoogstens een kwartier
op hem voor. Misschien waren zij nog wel
onderweg. Eu als zij aan van Rijssens huis
kwamen zouden zij oponthoud hebben, want
Wanders zou hen toch niet zonder nadere
verklaring in de kamer van meneer laten.
Van zoo'n klein oponthoud hing alles af.
Zijn zenuwen waren tot het hoogst ge
spannen; onophoudelijk keek hij onder het
rijden naar rechts en naar links om uit te
zien of hij nog niet aan hot einddoel van de
reis was. Als hij te laat kwam, wait zou hij
dan aan van Rijssen moeten zoggen! Want
de stukken zouden dan stellig reeds vernie
tigd zijh, voordait de politie de hand op de
dieven kon leggen, zelfs al mocht Wanders
er toe te brengen zijn hun namen te noemen.
Lambert zou natuurlijk beweren, dat de
stukken nooit bestaan hadden en van Rijs
sen zou gecompromitteerd zijn.
Hoe dichter Kroner hert huis der van Rijs
sens naderde, hoe hopelozer hij werd. Bijna
vlak bij passeerde hij een andere taxi, waar
in misschien wel de rtwee mannen zaten, die
z ch verheugden in het vooruitzicht van de
belooning, die Lambert hun geven zou voor
de gestolen papieren.
Kroner verbeelde zich bijna, dat hij de ge
zichten der mannen herkende. Hij leunde
uit het raampje om hot nummer van de
auto rte lezen, maar hij kon niets zien.
Eindelijk was hij aan de woning van van
Rijssen.
Hij sprong uit den wagen.
Kom mert me mee, riep hij den chauf
feur toe ik kan je noodig hebben. Je kunt
op een goede belooning rekenen.... Ilier zijn
dieven». Hij voleindigde den zin niet, want
juist werd de straatdeur geopend en kwam
Wanders voorzichtig om een hoekje kijken.
Kroner sprong naar voren cjji hem opzij
duwend, wierp hij zich op zwart-baard, die
juist bezig was zijn jas dicht te knoopen om
heen te gaan.
Een oogenblik vochten zij als krankzin
nigen. Wanders cn de chauffeur stonden ver
bluft te kijken. De dikke man was er niot.
Door een plotselinge handige beweging wist
Kroner zwartbaard on Ier te krijgen en het
kostbaar pak achter in de gang te gooien,
toen de knecht hem beetpakte. Het vloog
door de lucht en kwam terecht voor de
vooten van de meid, die op het lawaai kwam
aansnellen.
Pak hot op Mietje, schreeuwde Kroner
Houd het vast, houd het vast.
Geef hem aan mij, brulde zwartbaard
overeind springend, toen Wanders Kroner
wegtrok.
Zij boog er zich over heen, maar zwart
baard duwde haar weg, tegen den muur
aan. Hij greep het pak en Liep er mee heen.
Maar de voordeur werd dichtgeslagen, en
de chauffeur belette he.m te vluchten.
Neen, riep hij uiit. Je blijft hier. Ik
begrijp dart dit geen eerlijke zaak kan zijn
Geen eerlijke man zou een vrouw zoo mis
handelen.
Houdt hem vast chauffeur, riep Kroner.
Wanders op den grond werpend.
Ga opzij commandeerde zwartbaard
naar voren komend.
Dit pak behoort aan den eigenaar van
het 'huis, schreeuwde Kroner, die al zijn
krachten moest inspannen om Wanders te
gen te houden
Houd hem vast Miotje, loop naar de
telefoon en bel de politie op.
Terwijl het meisje wegliep om te gehoor
zamen, vochten zwartbaard en de chauf
feur als leeuwen.
Plreling werd de voordeur geopend en
van Rijssen trad binnen. In een oogwenk
begreep hij de situatie.
Bel de politie op, Mietjo gebood hij.
terwijl hij de deur grendelde.
Zijn hulp deed de weegschaal naar ófn
kant overhellen. Beide bedriegers werden
door van Rijssen, Kroner en den chauffeur
aan handen en voeten gebonden.
Intusschen wist de dikke man, die in een
zijsrtraait op zwartbaard wachtte, niets van
wat er gebeurde, hoewel het feit, dat de
auto zoo lang voor de deur bleef staan, hem
genoeg te denken gaf; cn toen een tweede
auto kwam, waaruit twee agenten sprongen
raadde hij voldoende, om zich stil uit de
voeten te maken.
EEN KRIJGSLIED
Tijdens het beleg van Sebastopol in den
Krim-oorlog gebeurde het, dat een storm der
Franschen op een Russische verschansing
mislukte, maar de officieren wisten raad.
Er is maar een middel, zeiden zij, om mert
een nieuwe bestorming nog succes te hebben:
de Marseillaise moet word engespeeld. Dat
lied was toen verboden. Napoleon III regeer
den en de Marsaillaise was het lied der revo
lutie en in zijn ooren een oproerkreet. Maar
de aanvoerder der Franschen nam de ver
antwoordelijkheid op zich. De Marseillaise
werd aangeheven, en dit wond do soldaten
zóó op, dat voor hun onstuimigen aanval de
Russen moesten wijken.
HET NIEUWSTE IJZEREN MONSTER
De Locomotief, welke zich als middel van
verkeer op een eerbiedwaardigen ouderdom
kan beroemen, beeft evenwel nog recht op
den titel van modern. Sedert George Stephen
son (1781--1848) in 1823 de locomotief als
trekmiddel bij uitnemendheid uitvond en
diens zoon Robert (1803—1859) daarbij in zijn
voetspoor trad, heeft de locomotief ais ver
voermiddel vele en belangrijke wijzigingen
ondergaan, wijzigingen, welke er telkens op
berekend waren haar in snelheid en tevens
in kracht te doen winnen. En ondanks het
feit, dat in de laatste halve eeuw meerdere
uitvindingen op het gebied van vervoermid
delen werden gedaan, is, hoe belangrijk deze
laatsten ook mogen zijn, nog geen afbreuk
gedaan aan de waarde van de locomotief.
Integendeel, nog steeds wijden talrijke in
genieurs een groot gedeelte van bun leven
aan zijn mogelijke verdere ontwikkeling en
jaarlijks verlaten honderden nieuwe machi
nes de verschillende werkplaatsen, waarvan
wij de voornaamste in Engeland en Amerika
aantreffen. Binnenkort zal te Angus (Onta
rio) onder den naam van Thirty One Hun
dred and One, de tweede groote lecomotief
voor rekening van de Canadian Pacific ge
bouwd worden, op de lijn worden geplaatst.
Deze locomotief geldt voor de grootste tot nu
toe gebouwde machine. Vijf en twintig hon
derd handen zijn er aan te pas gekomen om
dien reus op te bouwen en in elkander te zet
ten Al deze menschen. die een grooter of
kleiner aandeel in de vervaardiging hebben
genomen, zullen een oogenblik het gereed
schap neerleggen, als deze locomotief voor
het eerst in beweging zal komen. Dat was ook
het geval toen zijn voorganger de Thirty One
Hundred twee maanden geleden voor he,t
eerst het Windsor station binnenreed en de
perrons gevuld waren door belangstellend
personeel van dm hooesten tort den laagstcn
rang om haar te verwelkomen
Deze nieuwe locomotief, ontworpen door
den ingenieur C. II. Temple, een man met
meer dan 45 dienstjaren hij de Maatschap
pij, is in staat on Ier alle omstandigheden
die trekkracht te ontplooien, welke het mo
derne verkeer op lange afstanden eischt.
Daarbij moet men niet uit het oog ver
liezen den levensduur van een zoodanige
machine B v. kan men bij een automobiel,
welke 5 jaren geinden de fabriek verliet van
een „verouderd" type spreken, dat is geens
zins het geval met de locomotief welke ge
middeld ongeveer 25 jaar zijn zwaren dienst
blijft verichten. De ontwerper heeft dus voor
uit. t,e zien en dat. wel een kwart eeuw. Do
nieuwe locomotief heeft derhalve niet alleen
aan de eischen van het heden doch ook aan
die der toekoms! t,e voldoen. Het toenemend
snelle verkeer eischt. ook de constructie van
zwaardere wagens voor personenvervoer,
welke ongeveer 30 pet. in gewicht zijn toege
nomen. Rekening houdende met het toekom
stig luchtvervoer dient ook de snelheid tot
de grootst-bereikbare te worden opgevoerd.
Al heeft del uch.tvaart ook in de laaste jaren
heel wat gepresteerd, op het terrein van rei-
zigersvervoer. niemand zal ontkennen, dat
de locomotief tot. nu toe het voornaamste
snelvervoer-midde! is gebleven.
Met de thans bereikte resultaten beschou
wen de uitvinders hun taak nog geenszins
als Iniindigd. Integendeel, hebben zij tot nu
toe gezocht naar meerdere krachtontplooi
ing en slaagden zij er da.arliij in om den druk
van den st.oom in de ketels op te voeren van
180 pond per vierk. meter tot 1400 pond;
thans conrentreeren zij al hun aandacht aan
de krachtsverspilling. Meer kracht bij minder
gewicht en bovenal trachten zij tot een eco
nomischer gebruik der stoommachine te
komen Intusschen verscheen de Thirty One
Hundred t.en tooneele als toppunt van stoom
kracht, weldra gevolgd door de Thirty One
Hundred and One. De kosten voor beide ma
chines bedragen ongeveer een kwart milli-
oen dollars
HOE MODES ONTSTONDEN
Met 'u' kruistochten brak in West-Europa
eigenlijk het eerste mode-tijdperk aan. Do
kruisvaarders importeerden toen namelijk de
Byzantijn-sche kleeding, die spoedig de stijve
linnen ld eed in'! vin dién tijd verdring.
Een tweede mode zag het licht tijdens het
verl lijf der Franschen in Italië, onder Karei
VIII en Lodewijk XII. Ook het verblijf van
vreemdelingen in Frankrijk, zooals bijvoor
beeld Ca.tharina de Medicis droeg bij tot de
verspreiding der Itsliaansche model
Het. huwelijk van Anna van Oostenrijk, de
dochter van den Spaansrhen koning Philips
III. met den Franschen vorst, Lodewijk XIII,
bracht het Spaansche costuum in Frankrijk
in zwang, waarna de Spaansche dracht vrij
spoedig in geheel beschaafd Europa alge
meen werd.
Do tweede vrouw van den broeder van
LodewijkXV, die uit de Paltz kwam, „lan
ceerde" in 167(5 het bont, dat de vrouwen om
hals en schouders dragen, cn dat in 1' rank-
rijk nog „palatine" heet.
ZELDZAME LEEFTIJD
In een couranten-bericht van oen eeuw
geleden vonden wij dezer dagen vermeld
dat destijds te 's Gravenhage een vrouw over
leed, die niet minder den 113 Jaar telde. Zij
heette Franqoise Tierney, enwas weduwe
van Piette Laviet, Zij had naar haar eigen
getuigenis de belegering van Bergen-op-Zoonï
in den jare 1747, met haren man bijgewoond.
Tot korten tijd voor haar overlijden genoot
zij eene zeer goede gezondheid en was zij in
het volle bezit van haar geestvermogens. Da
gelijks wandelde zij door de stad en ging
hare bekenden bezoeken. In de laatste jaren
van haar leven werden haar door de welda
digheid van aanzienlijke personen, allcrld
gemakken bezorgd. Haar vader was volgent
de verklaring, indertijd door haar gedaan
en door haren zoon bevestigd, 105 jaren oui
geworden, en een harcr ooms, zijnde eef
broeder van haren va dér, 112 jaren.