Kabouters zijn: Mengelwerk De geredde papieren. WOENSDAG 2 JANUARI 1929 DERDE BLAD PAGINA 3 ilIlllitllllHl rami Vun Piijssen stond op cn liep zenuwachtig de kamer op en neer; toen bleef hij voor Kronen staan en keek hem ernstig aan. Van Rijssen was 'n man van middeiba'en leeftijd, met een opgewekt levenslustig ge zicht; dat hij nu zoo bedrukt keek moest wol een ernstige reden hebben. Luister eens zei hij. ik heb er genoeg van verteld, dat je begrijpen zult van hoe groot belang of het is dat ik dit pak met bewijsstukken in mijn bezit heb En nu moet ik het hier in de safe onder jouw hoede achterlaten. Ik zou het aan geen enkelen klerk hier toevertrouwen; doch jij bent niet alleen klerk hier, Arnold, je bent met mijn dochter geëngageerd, dus zoo goed als mijn eigen zoon Daar Lambert weet, dat ik de stukken heb, vindt ik 't veiliger ze met bij mij te dragen. Wat zou hij ze graag be machtigen. Ik moet nu voor hert. laatst tegen getuigen, het kan dus z^n, dat ik de papieren noodig heb, en dan za! ik jou telefoneeren. ze mij even te brengen, begrijp je? Ja, antwoordde de jonge man Maar vertelt u me nu eens, wart u tegen hem zal kunnen uitvoeren Neen. verklaarde van Rijssen op be slisten toon. Dat doe ik niet. ik mag voor alle securiteit aan niemand iets uitlaten Maar ik kan je verzekeren, dat ik hem ge heel en al kan ontmaskeren. Te drommel, als dat zoo is, dan kan ik mij begrijpen dat u de. stukken liever bij u draagt, riep Arnold uit en ging voor naar de safe, waar van Rijssen de papieren in sloot en zijn aanstaanden schoonzoon den sleutel gaf. Uier zijn ze zoo veilig a's het maar kan. Van Rijssen knikte en iiep naar de deur. Ik heb haasi, zei hij, Ik weet niet wan neer ik terug zat zijn holaligt er iets onder het karpet? Een stuk touw geloof ik, zei Arnold met zijn voert voelend op de plaats, waar van Rijssen gestruikeld was, terwijl hij zijn sleutels in zijn zak stak. Weet mevrouw van Rijssen, dait u uitgaaf? Ja, ik heb haar gezegd, dat ik misschien niet voor morgenavond terug .om. Dat is waar ook. vergeel met voor je weg gaat aan haar of aan Dora te zeggen waar je te vin den bent, als ik je noodig mocht hebben Goeden avondl Toen hij weg was maakte Arnold af wat er te doen was. Zijn oog viel op een boek. dat Dora dien middag op zijn lessenaar had laten liggen. Ik wilde, uat ze het kwam halen, dacht hij, maar dat zal wel niet. Zulke dingen ge beuren alleen m boeken. Maar ik zou hel haar kunnen gaan brengen en dat zou ik maar doen ook! liet was zonderling, dat hij bij het loopen naar de deur precies op dezelfde plaats strui kelde, waar van Rijssen dat ook gedaan had. Hoe komt er nu eigenlijk zoo'n stuk touw onder het karpet, mopperde hij, terwijl hij naar den grond keek. Hij voelde met zijn vingers over het kleed. Het touw was lang en liep zelfs tot onder de deur door de gang in. Hert was eigenlijk geen touw, maar een zijden koord als een omwonden draad van van een eleotrische schel. Verwonderd en eenigszms verschrikt gooi de Arnold de deur open tot boven aan de trap naar het sousterrain, waar het blijk baar was afgesneden. Haasrtig naar de ka mer terugloopend volgde hij het andere eind dat onder het karpet doorliep naar den schoorsrteen. Handig verborgen liep het langs den muur cn eindigde in den ontvanger van een dictaphone, die onder den schoor steenmantel was bevestigd. Arnold was een en al verbazing geworden. Hij peinsde wat dirt alles toch te berteeke- nen had. Lambert, verklaarde hij met overtuiging Lambert heeft een spion onder de bedien den. Zoo is het. En de kerel zal gehoord heb ben dat de oude heer heeft gemerkt dat er iets onder 't karpet lag en daarom uit vrees voor ontdekking het touw hebben afgesne den Het moet Wanders zijn of Jan, een van heiden. Het ellendigste is, dat hij dan ook alles heeft kunnen verstaan wal ik tegen Dora zei .toen zij vanmiddag hier was. Hoe af schuwelijk vervelend is dat toch. Kroner dineerde met zijn vrienden in de club, toen hij aan de telefoon werd geroepen. Hallo! Hallo, ben jij het Arnold? Ik ben Dora... Er is een telegram van vader. Hij moet je spreken.... Wacht even, ik zal het nog eens even nakijken... in de Hoogstraat No 7. Wil je het even opschrijven?Tegen negen uur, als je kunrt, en je moet de Lambert-stukken meebrengen..... kun je me goed verstaan? Ja, antwoordde Kroner, sta je in de gang? Ja. Wie heeft hert telegram binnengebracht? Noem alleen maar de voorletter. W. Wanders? Ja. Kan hij hooren wat je zegt? Ik zie hem niet. Als ik afgebeld heb moet je dadelijk gaan kijken waar hij en Jan zijn en of ze con van beiden gehoord kunnen hebben, dat je over de Lambertstulcken sprak, wil je? Ik kom nog even aan. Dan moet je je haasten hoor, Want we gaan zooals je weet naar de Wilsons en moeder is haast klaar. Wacht in elk geval tot ik kom, zei Kroner Er staat veel op het spel, Dora. Arnold bestelde een rijtuig en naar de eetzaal terugkeerend om zijn excuses te maken en afscheid te nemen, haastte hij zich naar de woning van de van Rijssens. Wanders de knecht deed open en zag er even onverschillig uit als gewoonlijk, niets in hem, vond Kroner, verried heimelijke be langstelling. In de huiskamer, mijnheer, zei hij in antwoord op Kroner's vraag, waar Dora was Kroner ging, zonder zich te laten aandienen de kamer binnen. Waar was Wanders? vroeg hij dadelijk op fluisterende toon. In de eetkamer... Jan was uit. Denk je dat Wanders gehoord kan heb ben wat je zei? Dora haalde de schouders op. Mogelijk, maar waarom doe je zoo ge heimzinnig Arnold? Je jaagt me een doode lijken angst op het lijf Wat deed hij in de eetkamer. De tafel behoefde hij natuurlijk niet te dekken.. Dora, riep een klein hoekig vrouwtje, de deur openmakend en haastig binnenko mend in een gekiced avondtoilet O... ben jij daar Arnold? Dat wist ik niet. Toe Dora help mij eens gauwGa je mot ons rriee Arnold? Alleen maar tot de deur? Heb je 't weer zoo druk? Toen zij vertrokken waren haas:te Kroner zich naar van Rijssens kamer Het licht op draaiend sloot hij de deur en stak een p int van zijn zakdoek in het sleutcUat. om door geen nieuwsgierig oog bespied te kunnen worden. Hij had argwaan want hij vond het nicer dan vreemd, dat van Rijssen getelegrafeerd zou hebben; per telefoon had hij hem vlug ger kunnen bereiken en hem uitvoeriger orders kunnen geven. Een telegram kon door een ander mot van Rijssens naam cnrler- teekend zijn. Heel logisch, redeneerde Kr ner dat een telegram een poging kon zijn om de stukken machtig te worden no 'at door middel van de dintaphone uitgelekt kon zijn. waar ze zich bevonden; en hij was vast besloten om in geen geval in den valstrik te loopen. Terzelfder tijd begreep hij de moge lijkheid dat van Rijssen de stukken zelf nou dig had. Hij besloot dus ze bij zich te st, k n, Maar toen hij naar de deur keek zag hij zijn zakdoek op den grond liggen en be grijpende dat die uit het sleutelgat was ge duwd, mogelijk met een potlood er aan den anderen kant ingebracht door iemand, die wilde zien of hij naar de safe ging, die zich vlak tegenover de deur bevond, besloot hij onmiddellijk de papieren te laten waar waren, maar zich naar tiet adres te be geven in het telegram vermeld, om er zich van te overtuigen, of van Rijssen hem noodig had. Om echter zand te strooien in liet oog, dat vermoedelijk door het sleutelgat gluurde liep hij naar de safe en deed alsof hij er iets uit haalde en dat in den binnenzak van zi n jas stopte. Hoogstraat No. 7 bleek een pension van den zooveelsten rang te zijn. Is hier ook een mijnheer van Rijssen? vroeg hij aan den eenigszins bejaarden man die open deed op zijn bellen. Die was hier, maar ik weet niet of hij er nog is, antwoordde de man op vermoeiden toon. Kom u maar binnen dan zal ik even gaan hooren. Kroner stapte de spaarzaam verlichte gang binnen en zonder de deur te sluiten schommelde de man naar de trap om een paar passen achteruit te gaan. toen een vrouw met grijs haar verscheen. Is die mijnheer weg, vroeg hij ha.ir luid genoeg om door Kroner te worden versta in Neen, nog niet. zeide zij, en knikte zoet sappig tegen Kroner Wilt u alstublieft maar naar boven gaan.... Willem wijs den weg eens. Terwijl de achterdocht, over het telegram in zijn geest begon te verflauwen, werd Kro ner in een kamer op de tweede verdieping gebracht en toen hij zich, nadat de deur was gesloiten, tegenover een onbekende bevond boog hij. Goeden avond, zei hij, ik hen hier ge komen om mijnheer van Rijssen te spreken. Goeden avond, antwoordde de andef, een robuste man. Hij komrt dadelijk hier. Hij is in de kamer hiernaast. Ik zal even op den muur tikken om te kennen te geven dat u hier ia Kroner weerhield hem. Uiit die houding van den onbekende begreep hij, dat van Rijs sen in dit huis niet. was. Och, zei hij vriendelijk, wilt u hem zeg gen, dat ik de papieren niet bij mij heb, om dat ik bang was in een valstrik te worden gelokt. 's Mans uitpuilende oogen namen een uit drukking van teleurstelling en kwaadaardig heid aan. Hot hoofd schuddend tikte hij op den muur. Zeg u het hem maar liever zelf, ant woordde hij. Kroner lachte en keek om naar de deur. Nu was alle twijfel uit zijn geest gebannen; hij voelde zich meester van de situatie. Ik heb niet het genoegen uw naam te weten, zei hij hoffelijk, toen de man zich weer naar hem toekeerde, maar ik zal uw gezicht niet meer vergeten. Deonbekende kreeg een kleur van ergernis en wilde juist wat zeggen toen de deur open ging en een andere man binnenkwam. Hij was ook groat maar niet zoo dik, en droeg een korten zwarten baard. Hij deed de deur achter zich dicht Ik kom hier om mijnheer van Rijssen te spreken, zei Kroner met een licht-spot achtige buiging. Ik ben mijnheer van Rijssen, antwoordde zwart-baard met een onbeschaamdheid, die den jongeman deed versteld staan, maar zich onmiddellijk bebeerschend boog hij nog maals. Dat zie ik, natuurlijk..» handig, dat moet ik zeggen, merkte hij op. Uw vriend huurt kamers en zegt, dat hij mijnheer van Rijssen verwacht; u komt als mijnheer van Rijssen en zegt, dat u mij verwacht, en ik word hier boven gelaten. Dus bedriegt u dien ouden man en die oude vrouw beneden zóó, dat zij in hun onschuld mij kunnen bedrie gen, Wel, mijnheer van Rijssen, wiens baard zichtbaar valsoh is, vergun mij u te zeggen, dat ik uw bevelen niet heb opgevolgd en dus vanzelf de papieren niet naar hier heb meegebracht. En 'aait mij er een waarschuwend woord aan toevoegen. Een hevige won-teling ontstond tusschen de drie mannon. Beide bedriegers slaagden er in Kroner oen prop in den mon 1 te duwen en begonnen cle zakken van zijn jas grondig te doorzoeken. Zou hij de stukken bij zich hebben, vroeg de dikke man, terwijl'hij op Kroner's lichaam ging zitten. ik geloof hot niot, antwoordde zwart- baard. Neon, riep hij uit. de ellendeling! Waar zou hij ze gelaten hebben? Ben je er zeker van dat de man ge zegd heeft, dat hij z meegenomen heeft, vroeg de dikke m; .n op telourgestelden toon terwijl hij opoton 1. Zoo snel als ije gedachte hem inviel, sprong hij overeind cn trok de prop uit zijn mond. Maar vóórdat, hij een woord kon uitbrengen sprong zwart-baard op hem toe en gaf hem een harden duw, zoodart Hij root z n hoofd te ren den muur kwam én bewusteloos neer viel.... Langzaam kwam hij Hij en was er zich van bewust, dat men vootz'. tutïg de kamer uitging. Toen werd alles donker en stil Een poging doende om op t.e staan cn te zien wait er om hem heen w as, viel hij met een doffen slag neer. want hij was aan handen on" voeten gebonden. Zich met veel moeite op de knieën werkend, lichtte hij mert zijn schouder de tafel op en liet haar daarna mat een harden slag neervallen, doch niemand scheen dirt te hoeren, want het bleef stil, en langz aam schoof hij voort naar de deur; hij trachtte de knop tusschen zijn beide handen te krijgen. De deur was gesloten en de sleu tel stak er van binn n niet od. In :1e hoop -en bel te vinden, ging hij op een kant liggen en wreef met zijn rug tel kens tegen de deurpost; na eenigen tijd slaagde hij er in hert electrisch licht op te draaien en zag toen dat de bel zich aan den kam van den schoorsteen bevond Mei groots moeite sleepte hij zich dus naar den overkant der kamer en belde. Toevallig viel zijn oog op zijn horlogeketting en tot zijn groot en schrik zag hij, dart de mannen er met zijn sleutelbos, waaraan ook de sleutel der safe hing, waren van door gegaan. Hier mee en niet behulp van Wanders die hun de toegang tot het huis zou verieenen, konden zij de papieren machtig worden. Hij begon als een razende te bellen. Eindelijk kwam iemand op de deur kloppen en de knop in bweging brengen. Kom binnen! Vlug wat... en bevrijd mij schreeuwde Kroner De dieven. Wait is er aan de hand vroeg de slem van den man Wie is daar binn ui? Waarom maakt u zelf de deur niet open? Ik kan niet. ik ben gebonden en er is geen sleutel. Haal een beitel of een hamer, of iets anders, maar r aak oorrt... Gauw dan toch man, want hert is van het grootste belang. Goed! Wacht, een oogen hl ik boven is een sleutel die op deze deur past. Eindelijk riep Kroner uit, toen hij hoor de dal er een sleutel in het slot werd ge stoken. Toen ging de deur open cn de be woner van hert huis kwam binnen. onovertroffen on versaagde handige Behoren harde trouwe bitdehande pientere knaope goedkoops mach lure kwieke onuitputtelijke uitnemende vurige kundige moedige duidelijke snelle speurders onderzoekers bemiddelaars verkoopers wei-kers vrienden ondernemers veilingmeesters koppen krachten strijders reizigers raadgevers toezicht houders aanhangers publicisten handlangers omroepers succes-behalers Bedenkt In al uwe moeilijkheden, dat er nog KABOUTERS zijn I Maak dadelijk deze touwen los, die mannen zijn dievenze hebben mij besto len. Er was geen taxi te zien en langs den weg snellend overdacht Kroner wat hem eigenlijk te doen srtond Dora was bij de Wil son's op minstens een kwartier afstand van haar woning. Daar kwam juist een taxi aanrijden. Ilij riep den chauffeur aan en beloofde hem een tientje als hij uit uUe macht reed. De dieven konden den afstand niert sneller afleggen en hadden hoogstens een kwartier op hem voor. Misschien waren zij nog wel onderweg. Eu als zij aan van Rijssens huis kwamen zouden zij oponthoud hebben, want Wanders zou hen toch niet zonder nadere verklaring in de kamer van meneer laten. Van zoo'n klein oponthoud hing alles af. Zijn zenuwen waren tot het hoogst ge spannen; onophoudelijk keek hij onder het rijden naar rechts en naar links om uit te zien of hij nog niet aan hot einddoel van de reis was. Als hij te laat kwam, wait zou hij dan aan van Rijssen moeten zoggen! Want de stukken zouden dan stellig reeds vernie tigd zijh, voordait de politie de hand op de dieven kon leggen, zelfs al mocht Wanders er toe te brengen zijn hun namen te noemen. Lambert zou natuurlijk beweren, dat de stukken nooit bestaan hadden en van Rijs sen zou gecompromitteerd zijn. Hoe dichter Kroner hert huis der van Rijs sens naderde, hoe hopelozer hij werd. Bijna vlak bij passeerde hij een andere taxi, waar in misschien wel de rtwee mannen zaten, die z ch verheugden in het vooruitzicht van de belooning, die Lambert hun geven zou voor de gestolen papieren. Kroner verbeelde zich bijna, dat hij de ge zichten der mannen herkende. Hij leunde uit het raampje om hot nummer van de auto rte lezen, maar hij kon niets zien. Eindelijk was hij aan de woning van van Rijssen. Hij sprong uit den wagen. Kom mert me mee, riep hij den chauf feur toe ik kan je noodig hebben. Je kunt op een goede belooning rekenen.... Ilier zijn dieven». Hij voleindigde den zin niet, want juist werd de straatdeur geopend en kwam Wanders voorzichtig om een hoekje kijken. Kroner sprong naar voren cjji hem opzij duwend, wierp hij zich op zwart-baard, die juist bezig was zijn jas dicht te knoopen om heen te gaan. Een oogenblik vochten zij als krankzin nigen. Wanders cn de chauffeur stonden ver bluft te kijken. De dikke man was er niot. Door een plotselinge handige beweging wist Kroner zwartbaard on Ier te krijgen en het kostbaar pak achter in de gang te gooien, toen de knecht hem beetpakte. Het vloog door de lucht en kwam terecht voor de vooten van de meid, die op het lawaai kwam aansnellen. Pak hot op Mietje, schreeuwde Kroner Houd het vast, houd het vast. Geef hem aan mij, brulde zwartbaard overeind springend, toen Wanders Kroner wegtrok. Zij boog er zich over heen, maar zwart baard duwde haar weg, tegen den muur aan. Hij greep het pak en Liep er mee heen. Maar de voordeur werd dichtgeslagen, en de chauffeur belette he.m te vluchten. Neen, riep hij uiit. Je blijft hier. Ik begrijp dart dit geen eerlijke zaak kan zijn Geen eerlijke man zou een vrouw zoo mis handelen. Houdt hem vast chauffeur, riep Kroner. Wanders op den grond werpend. Ga opzij commandeerde zwartbaard naar voren komend. Dit pak behoort aan den eigenaar van het 'huis, schreeuwde Kroner, die al zijn krachten moest inspannen om Wanders te gen te houden Houd hem vast Miotje, loop naar de telefoon en bel de politie op. Terwijl het meisje wegliep om te gehoor zamen, vochten zwartbaard en de chauf feur als leeuwen. Plreling werd de voordeur geopend en van Rijssen trad binnen. In een oogwenk begreep hij de situatie. Bel de politie op, Mietjo gebood hij. terwijl hij de deur grendelde. Zijn hulp deed de weegschaal naar ófn kant overhellen. Beide bedriegers werden door van Rijssen, Kroner en den chauffeur aan handen en voeten gebonden. Intusschen wist de dikke man, die in een zijsrtraait op zwartbaard wachtte, niets van wat er gebeurde, hoewel het feit, dat de auto zoo lang voor de deur bleef staan, hem genoeg te denken gaf; cn toen een tweede auto kwam, waaruit twee agenten sprongen raadde hij voldoende, om zich stil uit de voeten te maken. EEN KRIJGSLIED Tijdens het beleg van Sebastopol in den Krim-oorlog gebeurde het, dat een storm der Franschen op een Russische verschansing mislukte, maar de officieren wisten raad. Er is maar een middel, zeiden zij, om mert een nieuwe bestorming nog succes te hebben: de Marseillaise moet word engespeeld. Dat lied was toen verboden. Napoleon III regeer den en de Marsaillaise was het lied der revo lutie en in zijn ooren een oproerkreet. Maar de aanvoerder der Franschen nam de ver antwoordelijkheid op zich. De Marseillaise werd aangeheven, en dit wond do soldaten zóó op, dat voor hun onstuimigen aanval de Russen moesten wijken. HET NIEUWSTE IJZEREN MONSTER De Locomotief, welke zich als middel van verkeer op een eerbiedwaardigen ouderdom kan beroemen, beeft evenwel nog recht op den titel van modern. Sedert George Stephen son (1781--1848) in 1823 de locomotief als trekmiddel bij uitnemendheid uitvond en diens zoon Robert (1803—1859) daarbij in zijn voetspoor trad, heeft de locomotief ais ver voermiddel vele en belangrijke wijzigingen ondergaan, wijzigingen, welke er telkens op berekend waren haar in snelheid en tevens in kracht te doen winnen. En ondanks het feit, dat in de laatste halve eeuw meerdere uitvindingen op het gebied van vervoermid delen werden gedaan, is, hoe belangrijk deze laatsten ook mogen zijn, nog geen afbreuk gedaan aan de waarde van de locomotief. Integendeel, nog steeds wijden talrijke in genieurs een groot gedeelte van bun leven aan zijn mogelijke verdere ontwikkeling en jaarlijks verlaten honderden nieuwe machi nes de verschillende werkplaatsen, waarvan wij de voornaamste in Engeland en Amerika aantreffen. Binnenkort zal te Angus (Onta rio) onder den naam van Thirty One Hun dred and One, de tweede groote lecomotief voor rekening van de Canadian Pacific ge bouwd worden, op de lijn worden geplaatst. Deze locomotief geldt voor de grootste tot nu toe gebouwde machine. Vijf en twintig hon derd handen zijn er aan te pas gekomen om dien reus op te bouwen en in elkander te zet ten Al deze menschen. die een grooter of kleiner aandeel in de vervaardiging hebben genomen, zullen een oogenblik het gereed schap neerleggen, als deze locomotief voor het eerst in beweging zal komen. Dat was ook het geval toen zijn voorganger de Thirty One Hundred twee maanden geleden voor he,t eerst het Windsor station binnenreed en de perrons gevuld waren door belangstellend personeel van dm hooesten tort den laagstcn rang om haar te verwelkomen Deze nieuwe locomotief, ontworpen door den ingenieur C. II. Temple, een man met meer dan 45 dienstjaren hij de Maatschap pij, is in staat on Ier alle omstandigheden die trekkracht te ontplooien, welke het mo derne verkeer op lange afstanden eischt. Daarbij moet men niet uit het oog ver liezen den levensduur van een zoodanige machine B v. kan men bij een automobiel, welke 5 jaren geinden de fabriek verliet van een „verouderd" type spreken, dat is geens zins het geval met de locomotief welke ge middeld ongeveer 25 jaar zijn zwaren dienst blijft verichten. De ontwerper heeft dus voor uit. t,e zien en dat. wel een kwart eeuw. Do nieuwe locomotief heeft derhalve niet alleen aan de eischen van het heden doch ook aan die der toekoms! t,e voldoen. Het toenemend snelle verkeer eischt. ook de constructie van zwaardere wagens voor personenvervoer, welke ongeveer 30 pet. in gewicht zijn toege nomen. Rekening houdende met het toekom stig luchtvervoer dient ook de snelheid tot de grootst-bereikbare te worden opgevoerd. Al heeft del uch.tvaart ook in de laaste jaren heel wat gepresteerd, op het terrein van rei- zigersvervoer. niemand zal ontkennen, dat de locomotief tot. nu toe het voornaamste snelvervoer-midde! is gebleven. Met de thans bereikte resultaten beschou wen de uitvinders hun taak nog geenszins als Iniindigd. Integendeel, hebben zij tot nu toe gezocht naar meerdere krachtontplooi ing en slaagden zij er da.arliij in om den druk van den st.oom in de ketels op te voeren van 180 pond per vierk. meter tot 1400 pond; thans conrentreeren zij al hun aandacht aan de krachtsverspilling. Meer kracht bij minder gewicht en bovenal trachten zij tot een eco nomischer gebruik der stoommachine te komen Intusschen verscheen de Thirty One Hundred t.en tooneele als toppunt van stoom kracht, weldra gevolgd door de Thirty One Hundred and One. De kosten voor beide ma chines bedragen ongeveer een kwart milli- oen dollars HOE MODES ONTSTONDEN Met 'u' kruistochten brak in West-Europa eigenlijk het eerste mode-tijdperk aan. Do kruisvaarders importeerden toen namelijk de Byzantijn-sche kleeding, die spoedig de stijve linnen ld eed in'! vin dién tijd verdring. Een tweede mode zag het licht tijdens het verl lijf der Franschen in Italië, onder Karei VIII en Lodewijk XII. Ook het verblijf van vreemdelingen in Frankrijk, zooals bijvoor beeld Ca.tharina de Medicis droeg bij tot de verspreiding der Itsliaansche model Het. huwelijk van Anna van Oostenrijk, de dochter van den Spaansrhen koning Philips III. met den Franschen vorst, Lodewijk XIII, bracht het Spaansche costuum in Frankrijk in zwang, waarna de Spaansche dracht vrij spoedig in geheel beschaafd Europa alge meen werd. Do tweede vrouw van den broeder van LodewijkXV, die uit de Paltz kwam, „lan ceerde" in 167(5 het bont, dat de vrouwen om hals en schouders dragen, cn dat in 1' rank- rijk nog „palatine" heet. ZELDZAME LEEFTIJD In een couranten-bericht van oen eeuw geleden vonden wij dezer dagen vermeld dat destijds te 's Gravenhage een vrouw over leed, die niet minder den 113 Jaar telde. Zij heette Franqoise Tierney, enwas weduwe van Piette Laviet, Zij had naar haar eigen getuigenis de belegering van Bergen-op-Zoonï in den jare 1747, met haren man bijgewoond. Tot korten tijd voor haar overlijden genoot zij eene zeer goede gezondheid en was zij in het volle bezit van haar geestvermogens. Da gelijks wandelde zij door de stad en ging hare bekenden bezoeken. In de laatste jaren van haar leven werden haar door de welda digheid van aanzienlijke personen, allcrld gemakken bezorgd. Haar vader was volgent de verklaring, indertijd door haar gedaan en door haren zoon bevestigd, 105 jaren oui geworden, en een harcr ooms, zijnde eef broeder van haren va dér, 112 jaren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 11