FEUILLETON
y DE VIJFDE VINGER
DINSDAG 15 JANUARI 1929
DERDE BLAD
PAGINA 2
GEDUPEERDE
EMIGRANT EN.
DE ZGN. R. K. KOLONIE
TE PLUMAS, CANADA
li
EEN AVONTURENVERHAAL.
COLLECTIEVE
ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
F NOGMAALS EEN ERNSTIGE WAAR.
SCHUWING VAN DE RJf. EMIGRATIE-
VEREENIGING.
Het bestuur der R.K. Emigratie-Vereeniging
(Juliana van Stolberglaan 113, 's-Gravenhagie)
verzoekt ons plaatsing van bet navolgende:
In October 192S heeft de R.K. Emigratie-
Vereeniging reeds voor de tweede maal een
ernstige waarschuwing moeten pnbliceeren
tegen de voortzetting der pogingen van den
heer C. Cox, om te Plumas (Canada) een zgn.
R.K. kolonie te stichten. De eerste poging is
op een totale mislukking uitgeloopen: van de
43 personen die begin Mei met den heer Cox
zijn meegegaan hebben zich slechts 4 gezinnen
en eenige ongehuwde personen te Plumas ge
vestigd, terwijl de rest dezer katholieke emi
granten zonder eenigen waarborg voor veilig
stelling hunner godsdienstige en economische
belangen, links en rechts verspreid zijn ge
plaatst, verschillenden zelfs door een gerefor
meerde Kolonisatle-Vereeniging. Van de emi
granten die zich ten slotte te Plumas zelf ge
vestigd hadden, zijn de raeesten thans weer
weggetrokken.
In één weok tijds kwamen er niet minder dan
8 op het kantoor van den vertegenwoordiger
van de gmigratie Centrale Holland te Winni
peg om werk vragen. De heer Cox heeft echter
den moed niet opgegeven en is opnieuw be
gonnen met werven. Hij heeft hiertoe een
nieuwe brochure uitgegeven, even misleidend
eenzijdig als zijn e:rste. Daarenboven schrijft
hij in de bladen ingezonden stukken, die ten
doel hebben zijn werk goed te praten en het,
mede door de waarschuwing der R.K. Emigra
tie-Vereeniging geschokte, vertrouwen in hem
te herwinnen. De R.K. Emigratie-Vereeniging
moet tegen deze herhaalde pogingen opnieuw
stelling nemen door het volgende mede te
deelen
Na publicatie der waarschuwing In October
1D2S heeft de heer C. Cox een onderhond gehad
met den voorzitter der R.K. Emigratie-Vereeni
ging en nadat hij dezen niet had kunnen over
tuigen is hem de gelegenheid gegeven ten over
staan van het geheele bestuur der Vereeniging
te trachten zich te rechtvaardigen. Op een op
zettelijk hiertoe uitgeschreven vergadering van
het bestuur op 16 November 1928 is de heer
C. Cox verschenen en heeft toen vrijuit heel
zijn doen en laten kunnen verklaren en toe
lichten. Niet alleem heeft hij het bestuur er
niet van kunnen overtuigen, dal de waarschu
wing der R.K. Emigratie-Vereeniging misplaatst
was, maar de ongunstige indruk, dien het van
het bedrijf des heeren C. Cox had, Is toen nog
aanmerkelijk versterkt, te mar waar de heer
C. Cox op de vergadering zelf betrapt werd
op onmiddellijk bewijsbare leugens.
Wat de zgn. tevredenheidsbetuigingen betreft
welke de heer C. Cox beweert te bezitten, hier
tegenover kunnen door de R.K. Bmtgratle-
Vere.niging brieven worden overlegd, die haar
ongevraagd zijn toegezonden door emigranten
van de groep-Cox. Deze brieven zijn bijzonder
leerzaam. De heer C. Cox dwingt er ons toe
er iets uit te vermolden. Een van hen deelt
mee, dat de aankoop van een thans door hem
weer verlaten boerderij voor hem 20(J dollar
heeft verloren doen gaan en zegt dan verder
als zijn vaste meening: „Het is mijnbeer Cox
niet te doen geweest om die RJC. Parochie te
stichten, maar om zijn beurs van twee kanten
te spekken. Op de eerste plaats van de Red
Star Line door het aanwerven van passagiers
en op de tweede plaats procentengeid van de
verkochte boerderijen". Een ander schrijft, dat
iij te gevolge van het onmiddellijk: koopen
eener ook reeds verlaten boerderij 800 dollar
schuld had en nog 1 dollar op de bank. Na
naar het Egeisch van WILLIAM LE QUEUX.
HOOFDSTUK IX.
Verwelkte bloemen.
Er was een vroolijke avondpartij in Sheridan
House, Hampton-on-Thames en Lady Langton
was de gastvrouw. De rijke jonge weduwe had
haar prachtige salonboot Joy Note gesloten en
haar winterkwartieren betrokken. De pretma-
kerij, die den geheelen zomer op het rijke Jacht
bij Cockham had geduurd, was nu overge
bracht naar het historische huis van Hampton.
De Honourable Neville Tyneville zat met
Daphne te praten in een nis van de anti-cham-
bre die naar de balzaal leidde. Hij droeg zijn
ordelint als D. S. O. op zijn avondtoilet. Het.
jonge paar stond voor het groote Fransche
venster, dat met groote trappen toegang gaf
tot do terrasvormige grasvelden, In den zomer
onder den weldoenden lommer van zware,
eeuwenoude cederboomen die nu als zwarte
massa's ln het zachte maanlicht stonden.
Danst Lady Irene van avond? vroeg hij.
Ik weet het niet en eerlijk gezegd kan
het ook mij weinig schelen, antwoordde
Daphne gemelijk.
Neville trok zijn wenkbrauwen op en floot
heel zachtjes voor zich heen. Dat zachte, ge
rekte toontje zou vertaald kunnen worden
door:
Jaloersch.
Hij dacht aan den avond, dat hij zijn vroo
lijke gastvrouw: Lieveling had! durven noe
men en zij hem als hei ware van zich afge
ef oo ten had, met heftige verwijten om zijn on
beschaamd optreden. Had zij toen niet ge
vraagd:
Hoe dnrf je! Jij hebt het recht niet om
me lieveling te noemen. Ik dans graag mei je
en wensch je als een vriend te beschouwen,
hls den vriend van mijn man....
Zij was erg koel geweest na dien uitval om
twee uur tn den morgen, maar nu was er dui
delijk afgunst te erkennen, omdat hij gevraagd
had of Lady Irene Marchcombe zou komen
dansen,
ontvangst van het hem toekomende geld voor
verkocht graan hoopte hij nog net genoeg geld
over te houden om naar Holland terug te
koeren. Ntrg een ander gebruikt in zijn driftig
schrijven zelfs deze uitdrukking ten aanzien van
den beer Cox: „een eerlijk schot kruit is hij
niet waard". Een vrijgezel schrijft dat hij, toen
hij geen boerderij wilde koopen, meer dan 14
dagen zonder werk heeft rondgeloopen in Plu-
maa en Winnipeg. Met 5 andere vrijgezellen,
behoorende tot de groep-Cox, heelt hij ln een
van de vele leegstaande, verlaten boerderijen
te Plumas geslapen, terwijl zij van een in de
huurt wonenden Duitschen hoer wat eten
kregen. Een jonge Friesche hoer maakt melding
van een zeer verdachte handelwijze bij het wis
selen van Hol'landsch geld te Winnipeg en
schrijft dan: „Cox etak de premie op (van de
StoomvaartmaatschappijRovend ien trachtte
hij zooveel mogelijk boerderijen te verkoopen
en meteen te verzek:ren. Daar kreeg hij ook
een dikke provisie van, de bvan mij heeft
hij geen voordeal gehad dan alleen de 5 pet.
overtochtsprovisie". Ten slotte nog het volgende
uit een brief van een Belgischen missionaris
daar uit dé buurt: „Father..,, zegt, dat er
geen vooruitzichten zijn en dat het het b:ste
zou wezen, de boeren aan te raden weg te
trekken en zich elders te vestigen. Ook moot
men onmiddellijk de gronden koopen, ofschoon
men ze niet kent. Men vestigt zonder voor
bereiding een Canadeesch boerenbedrijf en na
bet een jaar geprobeerd te hebben loopt men
groote kans, dat, als het niet lukt, de Land-
Maatschappij alles we r terugneemt onder voor
wendsel, dat meu aan zijn verplichtingen niet
heeft kunnen voldoen".
Om eerlijk te zijn er is ook nog een brief
bij de R.K. Emigratie-Vereeniging ingekomen
van een oud-emigrant, die tevreden is over de
bemiddeling door den heer C. Cox verleend,
maar de:e naar Nederland teruggekeerde emi
grant woont in.Groesbe k, toevallig de
zelfde plaats waar de heer C. Cox zieb momen
teel ophoudt cu zijn wervingsbureau heeft ge
vestigd.
Ten slotte meent de R.K. Emigratie-Vereeni
ging, dat alle woorden, die de heer C. Cox
gebruikt om zich te rechtvaardigen, niet kun
nen bedekken het feit, dat hij niets anders is
dan een doodgewone werfagent. wiens doel het
is geld te verdienen aan het overbrengen van
emigranten naar Canada. Alwie zijne belangen
aan dezen belanghebbenden werver wenscht toe
te vertrouwen, hij ga zijn gang en drage zelf
hiervan de verantwoordelijkheid. Het is er de
R.K. Emigratie-Vereeniging uitsluitend om te
doen den heer C. Cox te vertoonen in zijn
ware gedaante van werver en landagent en de
goedgeloovige lieden te waarschuwen tegen de
religieuze vlag, waarmee hij zwaait om zijn
bedrijf winstgevend te maken.
Het geval-Cox geeft opnieuw aanleiding tot
het uitspreken van den reeds zoo herhaaldelijk
uitgesproken wensch, dat er toeh eindelijk eens
komè een nieuwe wet op de Landverhuizing,
die de onverantwoordelijke actie van werf-
agenten en werfhureaux aan handen legt.
DE VRACHTGOEDERENDIENST
WESTLAND—WAALHAVEN.
Nadere bijzonderheden
In aansluiting op de vorige mededeeling be
treffende den toekomstigen vrachtgoederen-
dienst Westland"Waalhaven kunnen wij nog
het volgende vermelden:
In verband met het begin van het exportsei
zoen van aardbeien is de datum, waarop deze
dienst waarschijnlijk dagelijks zal aanvanger,
vastgesteld op 15 April an.
Aangezien echter de belangrijkheid van den
tulpen-uitvoer van het Westland steeds grooter
wordt, zal 't ongetwijfeld gewenscht zijn reeds in
deze maand een verbinding te scheppen. Over
leg met de K. L. M. of W. 8. M. is hiervoor ge
wenscht. De kosten van het vervoer zullen voor-
loopig 1.50 per 100 K.G. of gedeelten daarvan
bedragen.
De jonge man stampte ongeduldig met zijn
hiel op den vloer en zei ten slotte:
Het doet niets ter zake, Daphne. Ik zaï
vanavond toch niet dansen ik kan niet zie
je, ik heb ernstig mijn hiel bezeerd, of pijn in
mijn eksteroog of wat dan ook. Ik heb alleen
een beetje zaken met haar af te handelen en
daarom stel ik er ernstig belang ln of lady
Irene hier zal komen van avond.
Met of zonder bedoeling had hij nog wat
meer kolen op haar hoofd gestapeld. Veront
waardigd voegde zij hem toe:
Zaken! En toen op een toon vol minach
ting. Wat voor zaken kun jij wel hebben met
lady Irene? Moet je soms een beetje met haar
hand zitten spelen?
Na welken uitval ze NevUle in de nis achter
liet. Eenige minuten bleef hij zwaar in ge
dachten verzonken staan en het kwam niet ln
hem op haar te volgen naar de balzal. Plotse
ling hield de muziek op en vroolijke groepen
dansers vulden spoedig het vertrek. Terwijl zij
hem voorbij kwamen in troepjes of paren ving
hij verschillende groeten op, teekenen van har
telijke vriendschap of blijde herkenning, want
Neville Tyneville was een van de beste dan
sers van Londen of Parijs! Hij onderwierp ze
allen aan een scherp onderzoek terwijl ze voor
bijkwamen maar vond niet het gezicht dat hij
hebben moest. Ten slotte ging hij naar den in
gang van den balzaal en overschouwde de enor
me ruimte, die heel smaakvol met goud en wit
was gedecoreerd. Het hooge beschilderde pla
fond was heel zacht verlicht door lampen die
een indirect opaalklenrig schijnsel verspreidden
naar de klassieke schilderij van Cinquecento-
periode. Werkelijk, het was een balzaal, het
schitterende heerenhuis van den Thameskant
waardig.
Het orkest had zijn verhevenheid verlaten en
de zaal was schijnbaar leeg. Neville's aandacht
ging echter naar een geelzijden gordijn heele-
maal achter in de zaal, dat door den wind van
een openstaande deur even bewoog. Het gor
dijn joeg plotseling op en bleef aan een elec-
trlsche console aan den muur vastzitten. Hij
wilde de zaal oversteken om het weer los te
maken, toen bij een geluid naast zich hoorde.
Hij draaide zich om, maar de zaal was weer
leeg. Toen loerde (bij door de open deur ln de
donkerte bulten en aftn den voet van de stee
man trappen zag hij den half blooten rog en hals
van een rijzige gestalte, tegen hl enormen urn
geleund, die door drie meesterlijk gebeeld
houwde cupido's werd opgehouden. De rest van
den tuin scheen geheel verlaten te zijn, want
overal was het donker en stil. Vanuit de bal
zaal viel er een streep licht op de bloote schou
ders en die zagen zich genoodzaakt zich ln het
donker terug te trekken. Het vreemde tooneel
maakte een beklem mend en indruk op den Jon-
DE MUZIEK BIJ BIOSCOOP
VOORSTELLINGEN.
De 's-Gravenhaagsche kwestie voor den
Hoogen Raad.
De Hooge Raad heeft gisteren behandeld de
zaak tegen den heer E. Viskoper, directeur van
het Apollo-theater te 's-Gruvenhage, die, zooals
men zich herinneren zal, op Goeden Vrijdag
van verleden jaar verbaliseerd was wegens het
toelaten van muziek in zijn bioscooptheater
zonder vergunning van den burgemeester. Het
gaat hier om da- vraag, of na de inwerking
treding van de bioscoopwet van gemeentewege
nog voorschriften mogen worden gegeven be
treffende het maken van muziek bij bioscoop
voorstellingen,. Zoowel de kantonrechter als
de rechtbank hadden deze vraag ontkennend
beantwoord en den heer V. ontslagen van
rechtsvervolging. De officier van Justitie was
de tegenovergestelde meening toegedaan en
teekende cassatie bij den Hoogen Raad aan
van het vonnis der rechtbank.
Dit beroep werd heden tegengesproken na
mens de gerequireerde door mr. II. P. Mar-
ehant, die betoogde, dat de muziek aan
bioscoopvoorstellingen inherent is. De bio
scoopvoorstellingen zijn, met wat daarbij be
hoort, onttrokken aan de afkankelijkstelling
van een vergunning van den burgemeester en
worden geregeld in de bioscoopwet. Ean film-
vertooning, voor het publiek, zonder muziek,
is immers onbestaanbaar. Dit blijkt wel ten
duidelijkste uit de z.g. „sprekende film", die
weldra ecu meer algemeene toepassing zal
vinden en waarbij men de personen hoort spre
ken, spelen of zingen. Spr. wees ter adstructie
van zijn meening, op onderscheidene passages
in de memorie van antwoord op het voorioopig
verslag der Eerste Kamer over het ontwerp
bioscoopwet, waar gezegd wordt, dat de be
voegdheid van den plaatselijken wetgever te
rugtreedt waar het terrein van de bioscoopwet
begint, uitgezonderd de bepaling in art. 4.
waar regelingen gesteld kunnen v trien voor
voorstellingen, toegankelijk voor kinderen be
neden de 18 jaar. Verder kan een burgemees
ter een goedgekeurde film verbieden, wanneer
daarvan, in verband met plaatselijke omstan
digheden, gevaar te duchten ia voor de open
bare orde (b.v. bij stakingen). Verdere bevoegd
beden van den burgemeester zijn er niet. De
burgemeesters zijn daarover wei eenigszins
verstoord geweest, doch zij zullen zich aan
den thans bestaanden toestand moeten aan
passen. Wat zou het gevolg ervan zijn als de
Hooge Raad het standpunt van den burge
meester van Den Haag zou deelen? Dan zou
de burgemeester iedere film kunnen verbieden
in een bepaalde gemeente, hetgeen de bioscoop
wetgever juist niet gewild heeft.
Spr. wees ten slotte nog op vonnissen van
de kantonrechters van Gulpen en Bergen op
Zoom, die eveneens sprekers standpunt Inne
men en eoncindeerde tot verwerping van hét
beroep.
Het O. M. zal op 28 Januari concludeeren.
DE LEIDSCHE OPIUMZAAK.
Het beroep door den Hoogen Raad verworpen.
De Hooge Raad wees giet eren arrest In de
zaak tegen J. J. v. d. S. en G. K„ die door het
Gerechtshof te Amsterdam waren veroordeeld
ieder tot 2 maanden hechtenis wegens het ter
aflevering voorhanden hebben van een hoeveel
heid opium zonder vergunning. Deze opium
hadden zij afgeleverd aan een inspecteur van
politie, die zich per auto naar het Stations
plein te Lelden had begeren. Zooals men zich
herinneren zal, la bij de arerstatie een schiet
partij ontstaan, waarbij de rechercheur van po
litie K. werd doodgeschoten.
Op 16 April bad de Hooge Raad wegens vorm
fouten het arrest van het Haagsche Hof ver
nietigd en de zaak verwezen naar bet Ge
rechtshof te Amsterdam.
Thans is het beroep van v. d. S. en K. ver
worpen.
gen man, want er werd geen geluid gehoord.
De vroolijke gasten waren naar een ander ge
deelte van bet huis gegaan, waar koude buffet
ten en een keur van dranken hen een kwar
tier bij elkander zouden houden. De leden van
het orkest waren eveneens naar een voor hen
bestemde kamer verdwenen, waar zij niet min
der goed werden bedacht.
Neville keek ten zeeirste verbaasd naar de
eigenaardige verschijning en aarzelde lang,
voordat hij eindelijk het besluit nam persoon
lijk te onderzoeken, wat er daar aan de band
was. Maar voordat hij dit besluit nog ten uit
voer kon brengen, kwam er beweging in de
gestalte, en wel zoo, dat bet licht nu viel op
een hoofd, door twee handen omvat. Buiten dit
hoofd en de schouders bleef lieel de rest in
het vage.
DeTonge man, die al de verschrikkingen van
het loopgravenwerk had meegemaakt en zijn
D. S. O. niet voor niets had gekregen, was in
het geheel niet bijgeloovig, maar er was iets
zoo zonderlings, zoo vluchtigs in deze spook
achtige verschijning en opnieuw aarzelde hij,
half door bewondering geslagen, en half door
gebrek aan doortastendheid in dit zeer uitzon
derlijke geval. Weer bewoog even het hoofd en
de schittering van diamanten bewees, dat men
met een vrouwelijke gestalte had te doen.
Enkele leden van het strijkje waren weer
ln de balzaal teruggekeerd. Het geluid van een
vlooi en cello, die werden afgestemd, verbrak
de stilte. De geheimzinnige gestalte wandelde
nu naar het volle licht., dat door de open deur
stroomde naar het pad in de diepte.
Lady Irene! Wat hebt U me doen schrik
ken! Wat voert U daar in 's hemelsnaam toch
uit? 't Is goed om een doodelijke longontste
king op den hals te halen! riep Neville uit.
toen hij in die statige verschijning de persoon
herkende, waar hij tevergeefs naar had uitge
zien, toen de dansers voorhij waren gekomen.
Lady Irene Marchcombe was de eenige doch
ter van den markies van Whittlesford. De mar
bles bezat uitgestrekte bezittingen ln het mid
den en Noorden van Schotland. Hij was zeer
rijk, maar het meerendeel van zijn vermogen
besteedde hij aan de herstelling van zijn land
goederen, die door enkele verkwistende voor
gangers langzamerhand tot een staat van ern
stig verval waren geraakt.
Zijn dochter Lady Irene was een zeer voor
name verschijning, die onder bepaalde omstan
digheden, nog afhankelijk van zekere stemmin
gen, tegen de dertig scheen aan te loopen. On
der andere omstandigheden en ln een andere
stemming laek ze wel niet ouder dan vijf en
twintig. Over het algemeen had ze iets beweeg
lijks, Iets vluchtigs over zich, dat meest ge
paard ging met een latente diablerie. Haar
zuiver aristocratische opvoeding had haar ais
DE TOESTAND IN ONS LAND OP I JUNI
1928.
In de laatste dagen van 1S28 verscheen weder
een door het Centraal Bureau voor de Statis
tiek bewerkt overzicht van de collectieve ar
beidsovereenkomsten in ons land, ditmaal den
toestand betreffende op 1 Juni 1928.
Blijkens deze publicatie bestonden op dien
datum 942 collectieve arbeidsovereenkomsten,
geldend voor rond 17.100 ondernemingen en
278.000 werknemers. In de laatste jaren zijn
zooals ook uit onderstaande cijfers blijkt in
deze aantallen geen groote verschillen te con-
stateeren, behalve in de aantallen overeenkom
sten zelve.
Dit laatste was meerendeels een gevolg van
het feit, dat grootere aantallen niet-georgani-
seeide werkgevers, ieder afzonderlijk een der
z.g, landelijke overeenkomsten teekenden. Het
totaal aantal van de betrokken ondernemingen
en dat van de betrokken werknemers onder
ging slechts gerings vei hooging: I (jaar); II
(Overeenkomsten)f- III (Ondernemingen); IV
(Werknemers).
I.
11
III.
IV.
1911
87
1.100
23.000
1920
984
22.500
273.600
1925
759
16.900
266.900
1926
'802
16.500
264.500
1927
878
16.900
237.200
1928
942
17.100
278.000
Sinds 1 Juni 1927 werden in het geheel geslo
ten 512 collectieve arbeidsovereenkomsten, ter
wijl 446 beëindigd werden.
Een vergelijking, in het jaar van de laatste
beroepstelling 1920 getroffen, tusschen de aan
tallen personen onder bepalingen van de collec
tieve arbeidsovereenkomsten vallende, en het
•totaal aantal personen in Nederland tegen loon
werkzaam, wees uit, dat 12 pet. van laatstbe
doeld aantal bij collectieve contracten betrokken
was.
De statistiek bevat verder cijfers en mede-
deelingen betreffende de wijze van totstandko
ming van de op 1 Juni 1928 geldende overeen
komsten, het aandeel van de verschillende be
roepsgroepen in het totaal aantal overeenkom
sten, de partijen, het aantal werknemers resp.
ondernemingen per contract, het gebied, waar
voor de overeenkomsten golden, en den duur en
opzeggingstermijn. Wat den inhoud der contrac
ten aangaat, treft men in de statistiek cijfers
en mededeelingen aan betreffende het verplich
te lidmaa'schap, den toonvorm, vergoedingen
anders dan in geld, kinderbijslag, tusschentijd-
sche loonherziening, veihooging van het loon bij
overwerk, den arbeidsduur, de uitkeering bij
ziekte, de vacantie, ouderdomspensioen scheids
gerecht, leerlingwezen, commissies van toezicht
op ae naleving der contracten, enz. Bovendien
bevat de publicatie 'n overzicht, zooveel moge
lijk in staatvorm, van de normale weekloonen op
1 Juni 1928 volgens de overeenkomsten in ruim
120 gemeenten met 10000 en meer Inwoners, als
mede een vergelijking van de loonen in 14 ge
meenten met 50.000 en meer, inwoners in 1914,
1920, 1923. 1928. Vergeleken met 1927 kwam in
deze loonen niet veel wijziging. Ook treft men
nog een opgave aan van het gemiddeld week
loon over het geh-ele jaar berekend uit de con
tracten voor het landbouw-, tuinbouw, en bloem-
bollenbedrijf In een aantal plaatsen, gelegen in
verschillende streken van ons land.
In het voorwoord van de publicatie wordt er
nog de aandacht op gevestigd, dat de statistiek
op enkele punten van ondergeschikt belang
na thans geheel beantwoordt aan de resolu
ties van de Derde Internationale Conferentie
van Arbeidsstatisticl, in October 1926 te Genève
gebonden.
OP VRIJE VOETEN.
De herbergier V. uit Kerkrade, te Luik ge
arresteerd, wegens het smokkelen van cocaïne,
ia wederom op vrije voeten gesteld.
het ware gedwongen dit vernisje over heel
haar wezen te leggen.
Mr. Tyneville! O, als u eens wist, hoe ik
naar u heb uitgezien! Hebt u mijn brieven ont
vangen?
Lady Irene sprak, alsof het haar zeer veel
zelfbeheersching kostte, deze woorden te
zeggen.
Neen, ik heb geen enkelen brief van u ge
zien. Waar hebt u ze heen gezonden? vroeg
Neville.
Naar uw kamers ln Jermyn Street en
naar de „Junior."
Ze bracht haar handen aan haar hoofd en be
dekte de oogen, terwijl ze dit sprak, of eigen
lijk uitsnikte.
U ziet er zeer wanhopig uit. Lady Irene.
Kom, kom, als u toch niet in huis wilt komen,
zal ik een shawl voor u halen, dan kunnen we
in den tuin verder praten. Blijf nu waar u
bent, ik zal binnen een paar minuten terug
zijn.
Met deze woorden verdween bij naar het
slingerpad dat naar de voordeur leidde. Eeni
ge oogenblikken later kwam hij terug met op
zijn armen zijn eigen bontjas. Lady Irene had
een schuilplaats gevonden in de schaduw van
een reusachtige laurierstruik. Zonder een
woord te spreken legde hij haar de bontjas
om de schouders. Toen het zachte bont warm
haar kille schouders raakte, riep ze ont
steld uit:
Dat Is mijn shawl niet! Wat Is het?
Nee, lady Irene, toeh ik naar de kleedka
mer ging om uw shawl te krijgen, kwam ik
Daphne tegen en die wilde weten wat tk ging
doen en zoo.... mompelde hij verder een on
samenhangend einde aan den zin. Daarom
bracht ik mijn eigen jas maar mee. Ik hoop
dat u er geen bezwaar tegen zal hebben is
het wel?
Irene behoorde niet tot dat soort vrouwen,
die allen jongen mannen zoo maar toestaan om
hun bontjas over haar schouders te slaan.
Maar het zachte bont deed haar onmiddellijk
zeer weldadig aan. Samen wandelden zij in het
donker en zwegen, totdat zij aan een klein
steenen zomerhuisje kwamen, waar zij stil
stonden
Welnu, Lady Irene, zeg me nu eens, wat
u zoo somber heeft gemaakt?
NevUle sprak op die aangename, streelende
tonen, die reeds zooveel keeren de siagboo-
men van trots en schroomvalligheid naar het
vrouwenhart hadden neergehaald. Want nog
maals, het was een krachtige jonge man, die
een zeer merkwaardige militaire loopbaan ach
ter den rug had. Met een merkbare poging om
zich te beheerschen, stamelde de zenuwachtige
vrotnv
Het pakje, dat ik u heb gegeven! Ik heb
PENSIOENACTIE VAN GEND LOOS.
Ecu motie aangenomen
Zondag 13 Januari heeft te Utrecht een
vergadering plaats gevonden van afgevaar
digden van het Van Gend Loos-personeel,
georganiseerd in den Centralen Bond van
Transportarbeiders en den R. K. Bond van
Transportarbeiders.
De vergadering stond onder leiding van den
heer J. Zwaga van den R. K. Bond van Trans
portarbeiders, terwijl de secretaris van den
Centralen Bond van Tranportarbeiders, G.
Zieverink, een inleiding hield betreffende deze
actie.
Een zeer uitvoerige discussie had naar aan
leiding hiervan plaats en ten slotte werd onder
staande motie met algemeene stemmen aange
nomen.
,,De vergadering van vont egenwoordigers
van Van Gend Loos-personeel, georgani
seerd in en bijeengeroepen door den Centralen
Bond van Transportarbeiders en den R. K.
Bond van Transportarbeiders;
kennis nemende van het voorstel der Di
rectie van de N.V. Expeditie-onderneming van
Van Gend Loos, om wederzijds 4 pCt. van
het salaris te storten ten behoeve der pen-
sionneering, in den vorm van kapitaal verze
kering met het vestigen van lijfrenten;
spreekt als haar meening uit, dat met het
voorstel van de directie, om deze kapitaal-
verzekering te sluiten, niet kan worden inge
stemd, omdat het de vorming van een pen
sioenfonds, in den geest als voor het personeel
der Spoorwegen bestaat, verhindert;
dat een storting van 4 pCt. hot hoogste per
centage is, hetwelk bij den tegenwoordigeu
stand der loonen redelijkerwijs gevorderd kan
worden
dat echter bij doorvoering dezer maatrege
len de positie van de oudere leden van het
personeel voor de toekomst geenszins is ge
waarborgd;
spTVakt als haar oordeel uit, dat een bij-
drage van 6 pCt. door de onderneming drin
gend noodzakelijk is, ten eerste om een eenigs
zins redelijk pensioen te vestigen en ten
tweede om ook aan hen, die thans reeds op
gevorderden leeftijd zün, oen pensioen te ver
zekeren, mede onder aamvending der 130.000
die de vroegere directie voor de pensionnee-
ring beschikbaar stelde;
besluit het personeel te adviseeren bij re fe
re r. Jam te beslissen aan da directie te be
richten, dat het personeel bereid is tot stor
ting van 4 pCt. en daarmede onmiddellijk
wil aanvangen, indien de onderhandelingen
over de wijze, waarop een behoorlijke pen
sioenregeling, ook voor weduwen en weezen,
kan worden verkregen, worden voortgezet tot
een voor partijen bevredigende oplossing is
verkregen".
Voorts werd nog besloten om over enkele
weken nogmaals een gecombineerde vergade
ring te beleggen, ter behandeling van verschil-
lende verlangens ten aanzien der arbeidsvoor^
waarden.
JAN MIJSCH IN INDI
Het tooneelgezelscbap van Jan Muscb, het
welk een touroée maakt door Ned.-Indië, voer
de te Soerabaja de première op van „De Spook
trein", met overweldigend succes. De beoordee
ling van de pers was schitterend en vooral
muntten de heer Theo Frenkel, ook als regis
seur en mevrouw Lilly Bouwmtester uit door
hun spel.
DE VOGEL GEKNIPT?
Aanhouding te Boskoop
Kort geleden is te Boskoop ingebroken hij
den boekhandelaar J., waarbij f 250 werd ont
vreemd. Als verdacht van deze inbraak ia
aangehouden zekere S. uit Boskoop. Deze U
gevankelijk naar het Huls van Bewaring t«
Den Haag overgebracht.
u wel tweemaal geschreven, dat ik reeds spijt
had van mijn daden en op mijn plannen
wenschte terug te komen. Den tweeden keer
heb ik u tevens verzocht mij alles weer terug
te bezorgen.
Het spijt me verbazend. Ik heb een oe-
zoek afgelegd bij den gouverneur ln het Noor
den en al dien tijd heb ik dus kamers noch
club gezien! Ik heb de doos in het huis van
mijn vriendin achtergelaten, voordat ik de stad
verlaten heb.
Je vriendin.... je vriendin.... wie
Is dat?
O, ik mag u werkelijk niet alles mecdee-
len, zelfs vrouwen kunnen onbescheiden zijn,
maar ik beloof u, dat ik morgen de twee brie
ven in mijn bezit zal hebben. Want dan ga ik
weer naar haar huis toe.
Goed, goed, maar die doos, daar zit het
hem juist in. Die moet je terug zien te krijgen.
Zonder zelfs een antwoord af te wachten,
ging lady Irene zeer zenuwachtig verder:
Heb je haar wel open gedaan? Heb je
mijn briefje in de doos gevonden?
Nee, ik heb de doos Immers niet open
gehad. Ik wist, dat het van u kwam en daar
ik zoo goed ais zeker wist, wat er in zou zit
ten, en heel weinig tijd had, heb ik me eerlijk
gezegd niet eens de moeite gegnnd, om me van
die zekerheid te vergewissen.
Da statige gestalte kromp ineen, tor 'i zij
deze woorden te hooren kreeg. Zij deed '-en
stap achteruR, sloot de oogen en zou raker
gevallen zijn, indien Neville Tyneville hei niet
bijtijds bemerkt had en voorwaarts (loden
de haar in zijn arm had opgevangen. Terwijl
hij haar ondersteunend naar een bank t racht,
riep zij hevig opgewonden:
Ik ben te gronde gericht! Ik heb mijn fa
milie onteerd! Den naam van ons geslaclr, ge
schandvlekt! Ik.een Marchcombe!
Toen Betty Boliond dien avond wc or ia
South Street aan kwam, na haar bezoek uan
do afgebrande bungalow in Peckham, opende
ze zelf haar deur met een veiligheidssleuUl en
regelrecht ging zo do trappen op naar haar
eigen vertrekken op de eerste verdieping. Zij
stapte zonder aarzelen in haar kleedkamer en
veranderde van klceren. Even later zat zo ln
een Japaneesche zijden kimono van een uit rst
delicate amethysten tint.
Voor haar groote kaptafel staande, maakte
zo haar diepzwarte haar los, dat donker over
de kimono gleed. Terwijl ze zich, niet ontevre
den over het werkelijk schilderachtig© effect,
in den spiegel bekeek, viel haar oog op een
vreemd gevouwen velletje papier, dat met een
ronde iak was gesloten.
(Wordt vervolgd), j;