H et Haargroeimiddel
Derde Blad
Woensdag 23 Januari 1929
■gllllM
i|:;
Jof Langzaam was oen sombere barbier;
gijn salon was somber en in overeenstem
ming daarmee waren ook zijn klanten van
de sombere soort. Deze overmaat van som--
foerheid was een onvermijdelijk gevolg van
het feit, dat Jef voor zijn tijd was ver
ouderd en het leven hem maar weinig vreug
de hood.
i salon was evenals hij «elf slordig en
Belt's ietwat vunzig, daar hem het geringste
gevoel voor netheid totaal ontbrak.
Zijn klanten waren eveneens somber, vu..-
eerst door de oude wet: „soort zoekt soort
en vervolgens omdat, al zou soms een straal
van vroolijkheid bij hen willen binnendrin
gen, deze dadelijk werd verduisterd, door het
gure gezicht van den barbier en Zijn Iriest
salon
Jpf Langzaam was werkelijk een eigen
aardige kerel. Dat zag men dadelijk, als
men den blik sloeg op zijn lang, mager ge
récht, gekroond door een schraal ringetje
gchraalkleurigo haren. Zijn neus, tamelijk
gezwollen aan hot einde; zijn oogen, die
Bonder uitdrukking over hunne dikke ran
den gluurden; zijn neerhangende onderkaak
en verbazend leelijke oogen; zijn afhangen
de schouders, die hem kleiner doden schij
nen, dan hij werkelijk was, dit alles ie zu-
«aeu vormde 'n typisch geheel. Zijn groot
ste eigenaardigheid evenwel school niet in
zijn uiterlijke verschijning.
Hij was vijftig jaar oud. Dertig lange ja-
fan ltad hij reeds hoofden geknipt» Zijn cent-
ge liefhebberij bestond in een verzameling
«itheemschc planten met een geheimzinnig
voorkomen, die hij in kleine, kunstmatig
Verwarmde kastjes probeerde te kweeken.
Hij dreef zelfs 'n kelinen handel rnet zee
lieden, die in dok lagen en onder deze zee
lui, die geregeld in de tropische streken
kwamen, was het genoeg bekend, dat lef
vreemde planten bijzonder graag kocht
1 f had vroeger groofsche plannen ge
koesterd. Zijn ideaal was een hooge positie
!ln de wereld in te nemen, maar do grootste
'hinderpaal was, dat hij het nooit ernstig
i probeerde, want hij was, eerlijk gezegd, ver
bazend lui. Zijn hoop was op de politiek ge
bouwd, als te eeniger tijd „de boel 'ns aan 't
draaien ging". Hoe hij daaruit dan profijt
zou trekken, wist hij niet precies. Maar er
.was niets gaan draaien en Jof was nog pre-,
cies in dezelfde positie als dertig jaren ge
leden, uitgezonderd een klein sommetje, dat
hij op de spaarbank had staan.
liet dagwerk was geëindigd en na een
sober avondmaal trok Jef naar, wat hij
noemde, zijn „planienkamer". Een somber
Vertrek- Tegen de wanden waren ruw-ge-
timmerde kisten met glasbedekking opge
stapeld, die in den zomer in den kleinen
lil in werden geplaatst, om zonnestralen op
.te vangen. Het vertrek werd verwarmd door
Ven roestig petroleumkacheltje en er
Tieersehte een doordringende geur van plan
ten cn petroleum.
.lef wreef zich in de handen, terwijl bij
•■zijn verzameling overzag, hij was buiten-
gev, oori trotsch op deze planten, niet op de
'schoonheid of waarde, die ze bezaten maar
'-[alleen omdat ze vreemd waren. Inderdaad
misten ze alle schoonheid en waren waar-
'iflelurs vooral ook, omdat ze meest in ster-
vend; n toestand verkeerden. T Moest wel
leen heel sterke plant zijn, die het in d-ze
'petroleumlucht uithield
Doch Jef was een zonderling. Eén iiont
yo r: trok hem sterk aan. Deze plant was
nu stervenden toestand, "i Mas een ler-
lijk gewas, met. een dikken stengel, waar
aan een paar bruine bladeren hingen. Op
den top van den stam prijkte een wonderlijk
klein rood bloempje, waaronder drie bessen
groeiden.
Jef was in de wolken met deze plant. Hij
had ze reeds die jaren in zijn bezit en nu
voor het eerst droog ze vruchten. Ze was
afkomstig uit Japan en was Kamiyochren-
chu genaamd en de zeeman had hem verze.
kerd, dat wanneer ze bessen droeg, die hem
geluk zou aanbrengen.
Zeer voorzichtig nam hij zijn schat, van
de plank, plaatste ze op de tafel en plukte
er een bes af. Zijn bedoeling was, om te
onderzoeken, wat de vrucht in haar binnen
ste verborg-
Nu bezat Jef één groote deugd: hij was
uiterst voorzichtig en om nu bij het onder
zoek geen schadelijke gevolgen op te loo-
pen, wreef hij een weinig vaseline over een
wondje, dat zich op den rug van zijn hand
bevond.
De operatie nam een aanvang on het bin
nenste van de bes bleek weinig interessants
te bevatten. Er viel een droeg poeder van
een gele kleur. uit. Hij was verbazend on
handig en de inhoud kwam op zijn handen
terecht. Ontsteltenis heerschtte in het hart
van Jef, er was iets op de wond gevallen
't moest eens vergif zijn. Haastig nam hij
zijn zakdoek en wreef het af.
Hij was teleurgesteld. Wat hij verwacht-
had te vinden, wist hij eigenlijk niet, doch
dit poeder was heelemaal niet interessant.
Eenige dagen later zat Jef in een ouden,
rieten stoel zijn kr^uit te lezen, terwijl hij
aan een vervaarlijk gruoe pijp trok, geheel
mot de houding van iemand, die maar matig
belang stelt in was hij leest. Plotseling bleef
zijn blik rusten op het vreemde voorkomen
van den rug van zijn hand. De wonde was
geheeld en in een kring van een paar centi
meters rondom hot litteeken prijkten een
aantal dikke haren. Hij keek eveneens naar
de toppen van de vingers der andere hand
en merkte, dat ook die met haar waren be
groeid. Hij liet de lcrant rollen en trachtte
zijn traag brein te doen werken.
Vreemd, mompelde hij, terwijl een
druppel nicotine met speeksel langs zijn kin
afdaalde-
Toen flitste door de verborgen diepten
van zijn tot dusver ongebruikt brein een
lichtstraal.
De pijp viel uit zijn mond en kletterde
op den planken vloer, zijn oogen schitterden,
zijn lippen trilden, zijn lichaam beefden van
gespannen verwachting.
Haar, groeiend op zijn hand en z ij ij n vin
gers! En Jef was barbier!
Het licht in zijn hersenkas werd helder
der. Had hij niet voor eenige dagen die
Kamivochrenchu-bessen onderzocht? En
was er geen poeder uit die bessen op zijn
hand gevallen? Kon hel mogelijk zijn!
Jef sprong op en liep de kamer op en
neer, zijn stramme leden tintelden van
energie. Toen raakte hij even de kluts kwijt.
Waarom groeide het haar slechts op twos
plekken, terwijl het poeder toch over zijn
heele hand was gevallen. Hij fronste het
voorhoofd en wreef zich de magere kin.
Ha! Meer licht! Het antwoord was één
woord: „Vaseline". Waar hij vaseline had
gesmeerd, daar was haar gegroeid. Zijn
hofd duizelde. Hij voelde, dat hij aan den
vooravond van groote gebeurtenissen stond-
De groote wending in zijn leven was nabij!
Hij snelde naar zijn plantenverhUjf met
bijna jeugdige opgewektheid en plukte een
andore lies, die hij in tweeën sneed. Heel
voorzichtig ledigde hij het poeder in een
soepkom. Vervolgens haalde hij uit. het salon
DE MENSCHENKENNF.R.
Vrouw aan liet ziekbed van haar man:
„Dokter, is er geen hoop meer?"
Dokter: „Ik weet 't niet precies,
hoopt u?"
wat
A FKoifi VJ.(f Uil -d/i.lf? Men zou hot bijna gelooven, wanneer men
w^o, foto ziet i$fe>eeld d« iK«S standbeel^aV .naast liet. portaal vap dén Siamoeschen-
fom péi, i
een busje vaseline en met het air van een
geleerde, die een belangrijke ontdekking' heeft
gedaan, mengde hij beide bestanddeelen
ondereen. e
Jef lag dien nacht in bed te woelen! Hij
kou de slaap niet vatten. Grootsche din
gen hielden hem bezig. Visioenen van eer
en rijkdom. Hij zag zichzelf in de kranten
en op de aanplakborden. „De schitterende
uitvinding van Jef Langzaam". Maar neen,
hij zou een beteren aam zoeken. Eon, die
een deftiger klank had, bijv. „Monsigneur
De Mirobal's haargroeimiddel, een weten
schappelijke ontdekking. Jaren van naarsig
wetenschappelijk onderzoek".
Eerst zou hij echter nog eenige proeven
nemen. Hij begon een plan de campagne op
te maken- Morgen zou hij zij preaparaat toe
passen op een paar niets vermoedende klan
ten en dan het resultaat afwachten.
Den volgenden dag dribbelde Jef in zijn
een beetje minder somber salon heen en
weer, in afwachting van een klant. Hij wist
precies hoeveel tijd verliep tusschen het
knippen en her knippen van iemans haren.
Gewoonlijk duurde dat ongeveer een maand.
Zeker er waren uitzonderingen, doch hij
wist dat Manus Strek, die juist de straat in
kwam zich geregeld den laten der maand
liet knippen.
En op Manus zou hij zijn eerste proef
nemen.
Goeden morgen, Manus, prachtig weer
Goeden morgen, Janus, prachtig weertje.
hé?
Morgen, Jef, rnaar 't weer is om den
drommel niet. prachtig, vind ik. 't. Is zoo
donker en druilerig.
Ta, la, Manus, je nl0et altijd naar de
lichtzijde zien. Het we*., lijkt wel wat triest,
maar daar boven die wolken en nevels be
vindt zich een heldere, zonnige hemel.
Mot ongeveinsde verbazing keek Manus.
den barbier aan
Zeg, Jef, wil je een loopje met rne
nemen? Wat is er met je? ik heb nog nooit
zoo'n sombere pessimist ontmoet als jij en nu
sta je me daar te wauwelen over zonnige
hernel.
Kort,, onderbrak Jef en zwaaide met
zijn schaai'.
Jawel, maar voorzichtig, je doet zoo
vreemd.
Eindelijk was het knippen gedaan.
Een beetie vaseline, als gewoonlijk,
Manus?
Goed.
Het wondermiddel was aangewend en
Manus vertrok in zalige onwetendheid.
Veertien dagen verkeerde Jef in angstige
spanning over den uitslag van het experi
ment. En toen dag na dag verliep, begon de
glans van zijn uitvinding voortdurend te
verminderen. Hij had Manus al lang terug
verwacht, om zich te laten knippen- 't Was
'n groote teleurstelling-
Maar spoedig zou z n hoon herleven!
Hij stond gereed zijn zaak te sluiten, toen
de deur werd opengegooid en Manus kwam
binnenstormen, die. voor zoover ztjn hoofd
lie trof. er uitzag als eeh wilde.
Haar knippen, riep^ hij.
Jef beefde van opwinding.
Wal Manus. je hebt er aardig wat op
staan dezen keer, maar. laat 'n zien. "t zal
ook wel zes weken geleden zijn sinds den
laatsten keer. zei hii met geveinsde onwe
tendheid.
7jm weken, ben je Kek? Twee weken,
bedoel je. Ik snap er niets van. Laat me
altijd om de maand knippen en nu in twee
weken hangt 't nic over noren 't Ts
vreemd.
Bewijs van een goede gezondheid,
Manus. Je ziet er heel goed uit on 't «ogen
blik.
'k Was liever wat minder gezond, dan
met, zoo iets te worden bezocht. Ik hoop
maar, dat 't bij dezen keer blijft, mopperde
Manus" verdrietig-
In den loop van de volgende week pro
beerde Jef het wonderpraeparaat op ieder
van zijn klanten en besloot er uit voorzorg
een bediende bij te nemen.
Alles ging naar wenscli. De Kamiyoch-
renchu- plant bracht elke week nieuwe bes
sen voort, en liet haar der klanten groeide
sneller dan ooit.
Voortdurend was zijn salon gevuld met
mannen en jongens met een geweldigen
haardos. Allen klaagden hun nood over het
ontstellend verschijnsel cn allen kregen te
hroren dat de oorzaak moest worden ge
zocht in hunne uitstekende gezondheid en
in een nieuw soort meel, dat door de bakkers
werd gebruikt.
En Jef voer er wel bij, maar zijn eerzucht
was niet voldaan met alleen op deze wijze
geld te verdienen. Hij was van plan de won
derzalf in kleine busjes te verpakken, dan
#P« hg pate»* zij»1 vinding jipjnen, vaam-
na. hij het op de nfhrkt zou werpen als een
middel voor kaalhoofdige mannen.
De eenige moeilijkheid school in de plant
zelf, daar die alleen maar een beperkt aan
tal bossen kon leveren en hij was niet zeker
van den duur van deze vruchtbaarheid. Hij
vond echter, dat elke bus slechts een gram
van het poeder behoefde te bevatten en in-
tussehen zou hij trachten zich meer planten
te verschaffen.
Maar zijn lucht kasteden waren bestemd
om ineen te storten als kaartenhuizen, hij
zou neerstorten van de hoogten van zijn eer
zuchtige droomen, waarop hij zichzelf had
geplaatst.
Ongeveer zes maanden waren verstreken
toen er een brief kwam. Hij zag er zeer offi
cieel uit en droeg een blauwen stempel op
de rugzijde van de enveloppe.
Jef was zenuwachtig.
- - O, 't antwoord op mijn patentaanvraag,
mompelde hij.
De inhoud luidde als volgt:
Mijnheer,
We hebben de zaak van „Mpnsieur De
Mirobal's haargroeimiddel grondig on
derzocht en meenen, na een wetenschap
pelijk analyse van het praeparaat. dat
het onmogelijk is, het patent te verleenen.
Het is gebleken, dat voornoemd prea-
paraad in plaats van „haarhersteller"
het tegendeel is. Hoewel het gedurende
«enigen tijd een abnormale haargroei
veroorzaakt, verwoest het de haarwor
tels en leidt tot volkomen kaalhoofdig
heid-
We waarschuwen U ernstig, dit artikel
niet in den handel te brengen en we heb-
hen uit voorzorg de autoriteiten met de
zaak in kennis gesteld.
Hoogachtend,
en»
De brief fladderde over den vloer.
Jef liet zich op 'n stoel neervallen hij
was verslagen. Zijn heele toekomst was door
dezen ellendigen brief vernietigd, alles was
voorhij.
Toen stond hij op en liep stampvoetend het
vertrek op en neer, Hij vervloekte zijn nood
lot cn de „ambtenaren, die „vervloekte op
scheppers".
De toeloop der klanten met hun overwel
digenden haardos bleef evenwel aanouden,
doch een waar zwaard van Damocles hing
boven het hoofd van Jef. Op zekeren dag
viel het.
Een jaar was sedert de groote ontdekking
verstreken, toen op een avond tegen sluitings
tijd, Manus Sterk binnenviel.
Ik word kaal!, huilde hij. Kijk maar.
Een andere gewoonlijk diehtbéhaarde klant
kwam binnenstormen.
Ik word kaal schreeuwde hij, zie maar!
In de oogen van Manus Sterk schitterde
een woest vuur-
Hoor eens, Jef, ik ben altijd met mijn
haar bij jou geweest en eerst groeide het
als riet en daar word ik me opeens zoo kaal
als een biljartbal. Wat bot eekent dat? Heb
je wat op me geprobeerd cn op dezen man
en nog veel anderen, die over hun haar kla
gen? Zeg, wat is er met me gebeurd?
Jef stond als versteend.
Wat kan ik eraan doen, Manus? Ik
heb alieen je haar geknipt, Danr wordt je
toch niot kaal van?
Maar wat voor goedje smeerde je er dan
naderhand, op?., mopperde Manus.
Vaseliue. dat. vroeg- ie altijd.
Gek, mompelde de andere klant. Ik was
altijd gewoon besproeid te worden, maar hij
smeerde me met vaseline in de vapori-
sator was leeg, zei hij dan t is gek.
Hunne houding werd dreigend en Jef
week terug naar de huisdeur. Ilij opende
deze vlug, sprong naar binnen en sloeg 7.e
voor den neus zijner vervolgers dicht.
Daarop verlieten deze het salon, doch in
den zak van Manus rustte een bus vaseline.
Jef sprong het bed uit en liep naar het
venster. Het geluid van stemmen en het
schreeuwen van zijn eigen naam had hem
gewekt. Het schouwspel, dat hij nu voor
zich zag, deel hem van schrik verstijven
Op de straat onder zijn venster bevond
zich een troep mannen, in wien hij de slacht
offers van zijn haargroei-uit.vinding herken
de. 7. een vreeselijken aanblik. Bij
sommigen __ng het haar over de onren en
oogen, anderen waren volkomen kaal. Ze
stonden in hunne hemden met de mouwen
opgestroopt en ieder van hen was voorzien
van een wapen; 't leek net een troep Indi
anen
Vooraan zag hij Manus Sterk.
Kom naar beneden. Jef Langzaam, wo
moeten je spreken, schreeuwde de bende.
Jef opende sidderend van vrees, het ven
ster
Wat wil je van roaï
-— Kom beneden en open de deur. dan zul ie
het wel zien.
—We willen je haarmiddel teruggeven,
schreeuwde Manus en hield de bus vaseline
omhoog, die hij een paar dagen geleden
meegenomen had-
Jef was verbijsterd. Wat kon hij doen?
Deze mannen waren gevaarlijk. Hij rilde van
angst.
Daarop sloeg hij het raam dicht. Ilij zou
niet naar bene 'en gaan.
Buiten heerschte een helsch lawaai en he
vige slagen bonsden op de salondeur.
De deur bezweek en de troep drong boten
in de slaapkamer.
En toen had de afrekening plaats
Nadat rb ••■oedende bende was afgetrok
ken, lag Langzaam kreunend op den
vloer. Hij gekneusd en had pijn in zijn
leden. Zijn oogen waren blauw geslagen en
zijn gezicht, hoofd en hals waren besmeerd
met don inhoud ran oen bus van z'n eigen
haargroeimiddel.
Toen Ilij weer genoeg tot zichzelf was ge
komen om zich te wasschen en te kierden,
(strompelde hij moeizaam de trappen af.
In de salon vond hij een matroos die
juist was binnengekomen, en door ziin ge
zwollen oogen herkende hij den man. die
hom indertijd de Kamiyoelirenehu uit Japan
had meegebracht-
Zoo Jef, hoe gaat het?, zei de zeeman
familiair, knippen en scheren, asjeblieft,
maar wat is c ie, je zie er beroerd uit,
hob je ruzie
Jof kreeg ring: 1111 kon bi; zijn
wraak koelen.
'k Ben ieeiijk gevallen, mompelde hij.
- Moed houden, ouwe jongen, zei de zee
man. ik kom juist uit Japan terug en heb
zoo'n plant als de vorige voor je meege
bracht. maar deze keer zitter er bessen aan;
't is een .drommels mooi cling. Zeg, weet
je nog, dat ik je toen zei, dat de bessen ge
luk aanbrengen, maar ik heb vergeten er
bij te zeggen, dat je de bessen niet moet af
plukken, want dat brengt ongeluk.
De oogen van den woedenden barbier
fonkelden, toen hij als laatste bewerking
zijn haargroeimiddel toediende.
- Klaar? vroeg de matroos. Daar is de
plant.
Met nieuwe woede bezield greep Jef de
plant en slingerde ze naar den zeeman, die
haastig maakte dat hij weg kwam.
Pak je weg, jij, schobbert. Breng me
nooit meer van ztilke planten cn geluk met
je ka!en kopt
V
DE HlERB'QX'Blt AFGEBEELDE IYORBV MAMMOÜTÏi.J-AXü .1 telgen- «te.-.».- a
vijftigduizend jaar ou:l moeten zijn. Hij word geyondftu tu d9bedding
vwbwgde rivier ia AiMkB, 1