FEUILLETON
TAND OM TAND
ADVERTEERENDE
ZAKEN DUREN
HET LANGST
DONDERDAG 31 JANUARI 1929
EERSTE BLAD
i
PAGINA 2
LEVENDE EUROPEESCHE V!3CH
IN INDIë
RADIONIEUWS
D
JESLAAGDE EXPERIMENTEN VAN DEN
INDRAPOER A-KOK
Vijf jaren is de 1ste kok van het fl. „Indra-
poera", <le heer H. Demuth nu reeds bezig met
■•jjn proefneming om Europ-eesche visch levend
'maar het Oosten over te brengen, een experi
ment lang niet zonder tastbare resultaten. De
heer Demuth is van het standpunt uitgegaan,
dat waar de Europeanen het in Indië kunnen
bolwerken wat betreft het klimaat, het ook
voor de dieren in casu hier de viesehen niet
zoo'n toer zijn zou om deze te acclimatiseeren.
In 1924 ia de heer Demuth, daartoe door zijn
directie in staat gesteld, met zijn proefneming
Ibegonnen. De eerste levende visschen die hij
mede nam waren eenige karpers en wat zeelt,
doch meestal sneuvelden zij, wanneer de boot
!de Roode zee had bereikt Twee jaren lang
mislukte iedere overtocht en het pleit wel
voor het uithoudingsvermogen van den heer
Demuth, dat hij zijn proefnemingen niet opgaf.
December van het jaar 1926, gelakte het
hem het eerste transport karpers en zeelt be
houden over te brengen. De visschen werden
uitgezet in de z.g. Gouvernementsvijvers. In
totaal had hij ongeveer 40 stuks visschen mee
genomen. En nu na twee jaren tijds, het is
bijna ongelooflijk, huizen er in die Gouverae-
ments-vijvers pl.m. 28.000 jong© karpers en
14.000 jonge zeelten, respectievelijk na drie
maal en tweemaal geteeld te hebben.
Dat de visschen het in het Oosten goed kun
nen wennen, om ons zoo eens uit te drukken,
blijkt o.m. hieruit, dat er karpers bij zijn, die
het in twee en een half jaar hebben gebracht
tot een gewicht van ruim 16 pond en zeelten
tot een gewicht van pl.m. 9 pond. De heer
Demuth heeft zich echter niet beperkt tot
karpera en zeelt alleen. Hij slaagde er ook in
levende forellen naar het Oosten mee te nemen.
Nu staat nog op zijn verlangenslijstje om ook
de zalm levend in Indië te importeeren, daar
hij vol goeden moed is, dat het dan tot een
■kruising zal komen tusscben forellen en zalm,
waardoor dan een vischsoort wordt verkregen,
dat een delicatesse worden zal.
Is het hem gelukt levende visch naar Indië
Over te brengen, sinds het laatste jaar tracht
hij ook broedeitjes aan boord mee te nemen.
De eerste proeven moeten nu eenmaal altijd
mislukken en de eerste driemaal dat hij zich
met een dergelijk transport belastte liep het
op niets uit. De vierde maal is hij iets ge
lukkiger geweest, ofschoon het resultaat nu
niet zoo bijzonder was. Yan de 3000 eitjes die
hij medenam, zijn er slechts 17 forellen uit-
gekomen.
Deze reis echter, de „Indrapoera" vertrekt
6 Februari as., hoopt hij gelukkiger te wezen.
Een transportkist wordt meegenomen, waarin
3000 bevruchte beelrforeleleren, 3000 regenboog
foreleieren en ruim 1000 zalmeieren. De eitjes,
die een grootte hebben van een erwt, worden
gelegd In raampjes van 20 bij 8 c.M., die met
zljde-aohtlg mousseline zijn bekleed. Met ijs-
water van 1 tot 5 gr. C. worden zij op tempe
ratuur gehouden. Het initiatief om levende
forelleneieren mee te nemen is eveneens weer
Tan den heer Demuth. Na jarenlange ervaring
Is de heer Demuth ervan overtuigd, dat het
grootste gedeelte goed zal overkomen.
n® heer Demuth bij w!en wij gisteren op
t bezoek waren, liet ons meerdere uitknipsels
lezen ran Indische bladen, waarin zeer waar-
deerende artikelen zijn gewijd aan het experi
ment-Demuth. Het Oosten, zoo schreef o.m.
Max van der Post Kremer, neemt niet alleen
de Westeneche vi3 vitalls over, maar vertien
voudigt ze.
Ofschoon het Gouvernement de visschen nog
niet htsnft vrijgegeven, hoopt men toch in Indië,
zich binnen afzienbaren tijd te goed te doen
aan een vetten karper of zeelt, dank zij het
steeds maar doorzetten van den heer Demuth,
die al zijn vrijen tijd eraan heeft besteed om
zijn experiment te doen slagen.
RECHTERLIJKE MACHT.
Bij Kon. besl. zijn benoemd tot substituut
griffier bij de arrondissementsrechtbank te:
Rotterdam: mr. C. H. Plug, thans substituut-
griffier bij het kantongerecht aldaar.
ERTS TRANSPORT NAAR DEN RIJN.
verband met den ingewikkelden toestand
van den Iaatsten tijd, veroorzaakt door de be
palingen: Oude- en nieuwe losoondities, hebben
de vier grootste ertstransportfirma's gisteren
eenstemmig besloten, voor schepen onder 1000
tons met en 'A lostijd resp. 3 en 6 losdagen
en boven 10(10 tons resp. 4 en S losdagen in
toepassing te brengen.
RECHTBANK
NA DE BEHANDELING VAN EEN ZIEK
VARKEN
Een meineedzaakje
Op 11 December behandelde de rechtbank
een zaak tegen A. Q.. te Vlaai-dingen, die een
ziek varken van den 52-jarige.n fabrieksarbei
der A. K., in behandeling genomen zou hebben,
zonder daartoe bevoegd te zijn. Het varken
ging dood en K. ging toen naar den gemeente
dienst om te verzoeken het doode varken weg
te halen. Daar zond men K. naar den veearts
Keulenmeester, aan wien IC. het verhaal deed,
dat Q. bij het zieke varken was geweest. Deze
had hetvarken ingespoten. Een onderzoek
werd ingesteld, waarbij bleek, dat .het varken,
achter een der ooren was ingespoten met een
serum tegen miltvuur.
Q. werd toen vervolgd wegens het onbevoegd
uitoefenen van de veeartsenijkunde en bij da
behandeling van de zaak voor de rechtbank al
hier was IC op zijn verklaringen voor <le poli
tie in zoover teruggekomen, dat hij niet ge
zien zou hebben, dat Q. naar zijn auto terug
geloop en was. om een spuit te halen, en dat
hij evenmin gezien had, dat Q. het vaTken in
spoot, omdat hij toen druk werk had om de
gezonde varkens uit het hok te houden.
Tegen K. was toen rechtsingang verleend op
vermoeiden van meineed. De verdere behande
ling van de zaak tegen Q. werd daarop ge
schorst.
Vanmorgen moest K. terzake van meineed
terecht staan. K. bleef bij zijn onder eed© af
gelegde verklaring. Hij had toen de waarheid
gezegd.
Er werden een aantal getuigen gehoord; de
veearts Keukenmeester, de politie-agenten Lu-
cassen en Seekles, de ambtenaar van de ge
meente-reiniging Molendijk en de huishoudster
van den veearts, tegen wie verdachte bad ge
zegd, dat Q. het varken had ingespoten.
Het O. M., waargenomen door mr. J. G. Hol-
steyn, achtte het wettig en overtuigend be
wijs met het getuigenverhoor bewezen. Het
eiscbte zes maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. K. B. van Diemen, begon
zich namens verdachte te beklagen, dat deze
tien dagen in preventieve hechtenis is gehou
den. Daartoe was geen reden geweest. Pleiter
zette uiteen, dat niet vaststaat dat verdachte
gezien heeft, wat in 't varkenshok is gebeurd
en trachtte ook aannemelijk te maken, dat
verdachte zich tegenover de politie positief
heeft uitgelaten, terwijl hij toch eigenlijk niets
positiefs heeft gezien. Pleiter concludeerde text
vrijspraak, subs, oplegging van een geldboete.
WAS HET RIJBEWIJS GELDIG OF NIET 7
De 2S-jarige administrateur A. v. R., uit
Utrecht, had op 23 September des nachts om
half een in de Dorpestraat te Overschie gere
den met een auto, welke geen licht voerde. Hij
was door de politie aangehouden, en toen hem
naar zijn rijbewijs werd gevraagd, bad hij er
een getoond, afgegeven door den Commissaris
der Koningin in Zuid-Holland, hetgeen dooi
den politie-ambtenaar niet als geldig kon wor
den erkend, omdat v. R. in Utrecht woonde.
De kantonrechter had v. R. veroordeeld tot 5
boete subs. 5 dagen hechtenis, wegens het rij
den zonder licht, doch hem wegens het niet
vertoonen va-n een geldig rijbewijs vrijgespro
ken.
De ambtenaar van het O. M. was tegen het
vrijsprekend gedeelte van het vonnis in hon
ger beroep gekomen.
Het O. M., meende dat de kantonrechter ten
onrechte had vrijgesproken. Het getoonde rij
bewijs kan niet als geldig worden aangemerkt
omdat het moet zijn afgegeven door den Com
missaris der Koningin in de provincie waar
verdachte woonde. Het eiscbte derhalve ver
nietiging van het vonnis en veroordeeling van
verdachte ter zake van de beide feiten tot twee
maal 2 boete, subs. 2 maal 1 dag hechtenis.
Uitspraken 12 Februari.
EEN AUTOVELG MET BAND
Reeds vroeger had de rechtbank een zaak
behandeld tegen den 36-jarigen mastiekbewer-
ker C. N. A. N., die zich schuldig gemaakt zou
hebben aan heling van een autovelg met band.
Hij was toen niet verschenen en bij verstek
werd hij veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf.
Tegen dit vonnis was verdachte in verzet ge
komen en zoo werd Dinsdag de zaak opnieuw
behandeld.
Het ging om een autoband met velg, die in
Mei 1927 gestolen was van een auto van J. v.
Doelen toen de wagen in zijn pakhuis stond.
Verdachte ontkende iets met den band uit
staande te hebben, doch een tweetal getuigen
kwamen anders verklaren. Allereerst C. J. van
Vliet, die in opdracht van verdachte den band
met velg had verkocht en dan F. L. v. Ommeren,
die gezien had dat verdachte samen met van
Vliet den band had gehaald nlt zijn pak
huis, waar hij zoolang opgeborgen was geweest.
Verdachte had hem toen f 1 staangeld gegeven.
Het O. M., waargenomen door mr. A. J. de
Visser, eischte gezien deze getuigenverklarin
gen, bekrachtiging van het vonnis.
De verdediger, mr. P. H. M. Hoogenbergh,
pleitte op verschillende gronden vrijspraak.
SPAARVEREENIGING HET HOEFIJZER
Een hoefijzer heeft den roep geluk aan te
brengen en een aantal geregelde bezoekers van
het café van J. Hoogenboezem aan de Hugo
de Grootstraat, die het plan opgevat hadden
tezamen een spaarvereeniging in het leven te
roepen, hadden zich dien roep herinnerd en
daarom hun vereeniging Hét Hoefijzer ge
noemd. Of ze op het oogenblik nog reden heb
ben om aan het gelukaanbrengend vermogen
van een hoefijzer te gelooven, mogen wij be
twijfelen.
Deze vereeniging had als elke goede vereeni
ging een bestuur. Dat bestuur bestond uit een
drietal personen, waarvan de 42-jarige contro
leur van havenarbeiders L. T. secretaris-pen
ningmeester was. Besloten was, dat de spaar
gelden zouden worden belegd op de Spaarbank
aan de Gedempte Botersloot en tevens werd
besloten dat de ingelegde gelden slechts zou
den mogen worden opgevraagd op een machti
ging, door deze bestuursleden geteekend.
Groot zal dan ook de verbazing van het be
stuur geweest zijn, toen het tot de ontdekking
kwam, op een kwaden dag, dat het geheele
tegoed, zijnde een bedrag van f 64, van het
boekje verdwenen was.
Da secretaris-penningmeester was de schul
dige. Mij had op de machtiging de namen der
twee andere bestuursleden valschelijk ingevuld.
Ter terechtzitting was T. niet verschenen. In
de instructie had hij echter een volledige beken
tenis afgelegd, die nu bevestigd werd doqr ver
schillende getuigenverklaringen.
Een ingewonnen reclasseeringsrapport van
het Leger des Heils luidde niet zeer gunstig.
Daarbij had verdachte niet voldaan aan zijn
toezegging het opgelichte geld terug te betalen.
Hij bad zelfs aan de rechtbank thans een brief
geschreven waarin hij zei, dat de rechters nu
maar „een ultimatum" moesten stellen.
Het O. M. achtte echter geen grond aanwezig
voor het opleggen van een voorwaardelijke seraf
en het eischte 10 maanden gevangenisstraf.
VAN EEN DORPSRUZIE EN WAT
DIES MEER ZIJ
Tusscheu den secretaris van Sommelsdijk en
den veekoopman M. de Haas bestaat geen goe
de verstandhouding en dit was de oorzaak, dat
thans een zaak van weinig importantie voor
de rechtbank behandeld werd.
In Juni 1928 toch was bet vee van den heer
De Haas verdacht te lijden aan een besmet
telijke ziekte. Op de weide waren de voorge
schreven borden geplaatst en het vee mocht
natuurlijk deze welde niet verlaten, wegens
het gevaar voer besmetting. Op 11 Juni zou
do weide weer worden vrijgegeven. Doch op 9
Juni had een kmocht van den heer De Ilaas
twee vaarskoelen uit de besmette weide over
gebracht naar een niet besmette weide. Alvo
rens daartoe over te gaan zon hij er verlof
voor gevraagd hebben van den veearts. Deze
had er niets tegen géhad, want het vee werd
toch niet meer verdacht. „Maar zeg bet even
op de secretarie'', had de veearts er hij' ge
voegd.
De knecht had de koeien verweid en daarvan
kennis gegeven op de secretarie. De secretaris
echter nam daarmee geen genoegen. Het verlof
daartoe toch had de burgemeester moeten ge
ven, na het advies van den veeartsemjkumdi-
gen dienst te hebben ingewonnen. Dies volg
de proces-verbaal en de knecht was door het
kantongerecht te Sommelsdijk veroordeeld we
gens overtreding van de veewet, tot 5 boete
subs. 5 dagen hechtenis. Tegen dit vonnis had
de knecht geappêlleerd en zoodoende diende
de zaak thans In hooger beroep voor de recht
bank. De knecht was niet verschenen. Als
zijn gemachtigde trad op de koopman M. de
Haas. Deze gaf een omstandig verhaal van de
feiten, en legde teveas een brief over van den
inspecteur van den Veeartsenijkundigen dienst,
waarin deze o.m. verklaart, dat geen enkel
belang is geschaad door de daad van ver
dachte.
De veearts A, J. van Hemert verklaarde
thans, dat verdachte gevraagd had toestem
ming om de koeien van de eene besmette weide
•over te brengen naar de andere. Zoo althans
had hij het begrepen en daartegen bad bij ook
geen bezwaar gehad.
De heer De Haas merkte hiertegen op, dat
voor een vervoer van de eene besmette weide
naar de andere geen toestemming noodlg is.
Dat weet elke veehouder. Waar bier dus toe
stemming gevraagd is, moest dit uiteraard zijn
voor de overbrenging van vee van een besmet
te naar een niet besmette weide.
Het O. M., waargenomen door mr. J. G. Hol-
stein, merkte op, dat het hier wel een heel
formeel© kwestie geldt, doch het feit is be
wezen. Het mocht dan al in werkelijkheid geen
verdacht vee meer zijn, in den zin der veewet
was het, zoolang de termijn niet verstreken
was, wel degelijk verdacht. Het eischte dan ook
bevestiging van het vonnis.
De heer De Haas zeide nog, dat deze geheele
zaak terug te brengen is tot een veete tusscben
den gemeente-secretaris en hem. Deze toch
heeft de gelegenheid, dat niet aan de letter
van de wet is voldaan, aangegrepen om hem
te treffen. De heer De Haas zei verder nog,
dat de knecht gehandeld had op zijn lastge
ving, zoodat dus niet de knecht, maar hij aan
sprakelijk is, zoodat de knecht zal moeten
worden vrijgesproken.
Uitspraken i2 Februari.
UITSPRAKEN
De rechtbank heeft voorts veroordeeld:
K. B., 42 jaar, varensgezel te Vlaardingeu,
wegens meineed in een strafprocedure van
den winkelier J. II., voor het kantongerecht ta
Schiedam, tot 2 maanden gevangenisstraf.
J. B. de J., 32 jaar, landbouwer te Oude
Tonge, wegens diefstal van een hoeveelheid
uien van het land van J. PIeter.se, tot 4 maan
den gevangenisstraf.
In de zaak van W. de K., 25 jaar, koopman,
gedetineerd wegens oplichting van I. Fleisch-
man en J. Bebr, voor eenige huishoudelijke ar
tikelen en galanterieën, die hij op naam van
zijn vader op credlet had gekocht, werd een
onderzoek gelast naar de reclasseeringsmoge-
lijkheid van verd.
E. M. W.. 31 jaar, zonder beroep, gedeti
neerd en recidivist, wegens diefstal van een
portemonnaie, met 60.ten nadeele van G.
A. J. Keusenkamp, gepleegd op 24 November
in oen café aan he.t StokvischwateT, tot vier
maanden gevangenisstraf.
J. H., 23 jaar, koopman, recidivist, wegens
diefstal van 3 kisten sinaasappelen, ten na
deele van den koopman J. M. Lindeman uit
diens pakhuis aan de Kievitstraat, tot 6 maan
den gevangenisstraf.
D. C. S„ 54 jaar, bedienaar ter begrafenis,
recidivist en gedetineerd, wegens oplichting
van A. H. Verwey te Berkel, voor een bedrag
van ongeveer 4000, door het te doen voorko
men, alsof verdachte hem een viertal panden
verkocht, en genoemd bedrag als voorschot op
den koopprijs in eigen zak te steken, tot 2 jaar
gevangenisstraf.
In een zaak van J. H., 49 jaar, winkelier te
Vlaardingen, appellant van een vonnis van
den kantonrechter te Schiedam, waarbij hij
wegens een overtreding van de Drankwet
bij bad zonder in het bezit te zijn van verlof
op 22 Juli des nachts om kwart na twaalf een
fleschje bier verkocht voor gebruik ter plaatse
was veroordeeld tot 10 boete subs. 5 dagen
hechtenis, heeft de rechtbank het vonnis be
vestigd.
In de zaak van D. G., 66 jaar, los-werkman,
appellant van een vonnis van dien kantonrech
ter alhier, waarbij hij wegens een overtreding
van de ViSscherijwet hij had te Pernis op
10 October In het binnenwater de Heyscheha-
ven een net In het water gehad, zonder daar
toe vergunning van den rechthebbende te heb
ben gehad was veroordeeld tot 4 boete
subs. 3 dagen beohtends, heeft de rechtbank
bet vonnis vernietigd en opnieuw rechtdoende
verdachte veroordeeld tot dezelfde straf en
verbeurdverklaring van het vischnet.
Th. J. W., 42 jaar, koopman, en TV. V., 44
jaar, caféhouder, belden gedetineerd, wegens
oplichting van J. de With voor een bedrag van
720, waarvoor zij 10 vervalschte 1 dollar
biljetten In onderpand hadden gegeven, ieder
tot 2 Jaar gevangenisstraf.
W"WiM.i.i.i im.11.1. .ii-n
FROG RAM MA'S VOOR. VRIJDAG
Huizen (536,3 M.. na G uur 1S32 M.)
-130 concert door liet K.R.O,-trio; 34.—- vrivj-
wenuurtje door mevr. Kalter-TTigmart; 45.
gramofoonmuziek; EG.45 concert door het Hol
landses Harpkwartet (viool-harp-cello-orgel)
77.39 cursus paedagogie door dr. J. v. Dael;
7.35 Prot. uitzending.
Hilversum ('1071 M.) 12.152.— concert
door liet A.V.R.O.-trio; 2.434.- gramofoon
muziek; 41.20 halfuurtje voor de huisvrouw
door mevr. A. E. Dottwes Dekker—-Jolles: Indië;
4.39—5.-— vlocd-concert53.SÜ declamatie door
M. E. v. AmraersWafelbakker; 5.306.radio
praatje; G7.15 concert door het A.V.R.O.-trio;
7.15—7.45 schippersles; 88.30 kamermuziek
door het Haagsoh strijkkwartet violen-ait-
viool-cfcllo)8.30D.lezing door L. Koetsier:
De piano; 9.vervolg concert; 9.3010.piano
concert door Lion Contrail10.15 persberichten;
10. IS aart si. van het Concertgebouw „De Veree
niging" Nijmegen. Concert. Het Omroeporkest
o. 1. v. Nico Tree®. H. Cals (sopraan), L. Alus-
kensSleurs (sopraan).
Daventry (15G2 M.) 11.05 lezing; 11.20 gra- t
mofoonmuziek; 12.20 sonaten voor viool en piano;
12:50 orgelconcert; 1.20—2.20 orkest; 2.50 voor
de scholen; 3.15 muziek; 3.20 lezing: Round the
world; 3.40 muziek; 3.45 lezing; 4.50 orkest; 5.35
kinderuurtje; G.20 lezing; 6.35 nieuwsberichten;
6.50 muziek; 7.05 piano-sonaten van Beetho
ven; 7.20 muzlekcritiek; 7.35 muziek; 7.45 lezing;
8.05 Violet Loraine, liedjes; S.20 B. B. C. Sym-
phonieconeert in de Queen's Hall. Symphonie-
orkest en National Koor o. 1. v. Landon Ronald;
8.50 „The Hillside", Foff, ballade. I. Souez (so
praan), 11. Heyner (bariton)9.20 nieuwsberich
ten; 9.35 vervolg symphonieconcert; 10.25 lezing;
10.40 „Rhyme and Rhythm"; 11.2012.20 dans
muziek.
Parijs („Radio-Paris" 1750 M.) 12.502.10
orkest; 4.055.05» trio (piano-viool-cello); 7.05
7.50 gramofoonmuziek; 8.5011.10 3e sym
phonic, Beethoven. Orkest.
Langenberg (4G9 M.) 11.30 mechanische
muziek; 12.251.50 orkest; 5.05—5.50 Spaansche
muziek. Sopraan met piano- en vioolbegel.; 7.20
8.15 klein Werag-orkest; 8.20 concert. Buda-
pester strijkkwartet. Daarna dansmuziek.
Zeesen (1649 M.) 11.503.50 lezingen; 3.50
4.50 orkest; 4.507.05 lezingen; 7.20 „Das
.pochende Herz", hoorspel van R. Gunold; 9.50
dansmuziek.
Hamburg (395 M.) 10.2011.20 gramo
foonmuziek; 4.20 Noorsche gedichten; 5.20 gra
mofoonmuziek; 7.20 concert. Orkest o. 1. v. J.
Eibenschütz; 9.30 moderne dansmuziek; 10.20
orkest.
Brussel (512 M.) 5.20 orkest; G.50 trio; 7.20
gramofoonmuziek; 8.35 orkest; 9.20 concert. Or- 1
kest en Mme. Candael en M. v, Beveren.
Bern (411 M.) 6.507.20 het familieleven in
Pompei! vóór 2000 jaar. Voordracht van dr.
Schönbein; 7.207.50 Fransche voordracht door
Madame L. NefLavater. Lectuur van Victor
Hugo7.508.40 „Die Witwe Crapin" zangspel,
muziek van Flotow; 8.40—9.05 orkest van da
Kurzaal; 9.05—9.20 weer- en nieuwsberichten.
LOOS ALARM.
Gisterenmiddag omstreeks half 5 is een lange
ijzeren schuit bij het draaien om door de Vlas-
marktslnis te komen, met den achtersteven
aangebotst tegen den achtergevel van een pand
der N.V. P. A. Hammes, groothandel in kolo
niale waren.
Door den schok vielen met donderend geraas
de ijzeren dekluiken van het vaartuig in da
ruimen.
Op bet lawaai kwamen een groot aantal men-
schen toeijlen en de mare van een nieuwe in
storting men herinnert zich, dat de achter
muur van hetzelfde pand al eens is ingestort
deed de ronde.
De nu sterke muur, welke door middel van
zware dwarsbalken nog extra is verstevigd, be
kwam alleen in zoo verre schade, dat één dier
bedoelde balken ter plaatse, waar hij bij de aan
varing met het schip in aanraking was geko
men, versplinterd werd.
In eenige minuten stond het Steiger vol met
een massa nieuwsgierigen, die slechts langzaam
aftrokken.
ROTTERDAMSCHE HARMONIEKATEL.
De Rotterdumsche Hannoniekapel, direc
teur de h-eeir P. J. Oomes, toonkunstenaar al
hier. heeft naar aanleiding van haar 20-jarig
bestaan 'n giroot Nationaal Zang- en Muziek
concours uitgeschreven en wel op 12, 19 en 20
Mei (Pinksterdagen). Aan dit concours kunnen
deelnemen: Harmonie- en fanfare-gezelschap
pen, Symphonie, Mandoline-, Zang- en Accor
deon-vereen igingon. De prijzen zullen bestaan
uit kransen, takken en medailles, benevens
geldprijzen voor directeuren. Er moeten vrije
werken uitgevoerd worden. Inschrijfbiljetten
en reglementen te verkrijgen bij den concoars-
secnetarls Arn. Lubberink, Bree 75b, Rotter
dam. Al-s attractie is er een marschwedstrijd,
aan verbonden. De vereeniging, die bet hoog
ste aantal punten behaalt, wordt beschouwd,
als de kampioen van Rotterdam. Hiervoor
wordt een zilveren beker uitgeloofd.
Naar het Engelscb
door
P. A. SHEEHAN
Vertaling
van
JAC. J. SCHOON
De voortdurende harde strijd om het bestaan
had deze harten minder toegankelijk gemaakt
voor zachtere gevoelens; zij droegen hun
armoede slechts met weerzin en verwenschten
het noodlot, dat zulk een meedoogenloos spel
met hen gespeeld had. Wat wij hier van zeer
velen kunnen zeggen, geldt bij het Iersche volle
bijna zonder uitzondering. Het is van nature
goed een meegaande van gemoed, vroom en
vol eerbied voor de voorschriften van den gods
dienst, maar de dwingelandij, waaronder het
meer dan een eeuw zucht, heeft dat volk zedelijk
slechter gemaakt. Het ziet in den Engelschman
slechts den indringer, die het beroofd, uit zijn
i bezittingen verdreven, tot slaven vernederd
heeft. Inplaats van het christelijk gebod, treedt
maar al te vaak het menschelijk gevoel, de
hartstocht, welke maar geweldadigen tegen
stand, naar WTaak dorst. Ongetwijfeld kan men
de uitspattingen, wi \rin het gevoel der onder
drukte, verjaagde, Vervolgde Ieren, zich zoo
vaak uit, niet goed praten, maar het gebotste
gedeelte der verantwoordelijkheid daarvan valt
pp hen, die dezen haat voedsel hebben gegeven-
!en hebben aangeblazen door stelselmatige on-
jnpnschelijke en haast ongelooflijke onderdruk
king. Doch lceeren wij naar Ketty terug.
Het kleine meisje was onder haar broertjes
en zusjes een waire verschoppeling. Viel de
oogst slecht uit, dan had de vader harde woor
den voor haar. „Zonder dat kind", placht hij
te zeggen, „stond ik heden aan het hoofd van
een aanzienlijke boerderij, terwijl ik heden mijn
pacht niet betalen kan. Dank zij dit kind, zal
men ons nog .den een of anderen dag op straat
zetten!"
Kattty begreep niets van de antipathie,
welke man tegen haar koesterde; wanneer
men tegen haar Uitvoer, trok zij zich schuw
In een hoek terug en schreide. De eenige, bij
wien zij eenigen steun vond, was haar broeder
William, wiens goed hart In verzet kwam tegen
de harde behandeling, die zijn zusje te verdu
ren had. „Ketty heeft geen schuld aan ons on
geluk", zeide hij dikwijls. „Waarom moest die
malle lady Walwich ook juist bij ons komen?"
Houd je mond, domoor! schreeuwde dan
zijn vader woedend en William moest er zich
mede tevreden stellen, zijn zusje heimelijk
eenige schadeloosstelling voor de liefdeloosheid,
der anderen te bewijzen.
De welstand, welke door de gril van lady
Walwich in huls gekomen was, hield niet lang
stend: weldra kwamen de ontberingen weer
opdagen. De fraaie eikenhouten meubelen ver
dwenen, de een na den ander, de kookkachel,
het keukengerei, het linnengoed, alles ging den
zelfden weg en een paar jaar later vinden wij
Willy Podgey's hut weder in denzelfden toe
stand als wiaarin hij hij den aanvang van ons
verhaal verkeerde. De grond van het erf,
waarop men sinds langen tijd geen kiezelsteen
tjes meer zag, geleek doorweekt van den regen
als hij was, op een groote slijppoel, waarin de
ganzen naar hartelust wroetten. Er was van
den sehoonen droom van enkele jaren terug
niets andera overgebleven, dan een bittere te
leurstelling, welke het leven nog ondragelijker
maakte, dan liet toch reeds was.
Tonny, de oudste zoon, die buitendien toch
reeds ernstig vaal aard was, en een in zichzelf
gekeerd karakter had, ging klaarblijkelijk ge
bukt onder den toestand, die zijn toekomst
alles behalve gunstig deed aanzien. Hij werd
ruw, vaak zelfs onuitstaanbaar; zijn voorheen
schier woeste uittdrnkking, die het alle be
koorlijkheid ontnam. Hij telde nu twintig jaar,
was groot, sterk en energiek. Daar de boer
derij van zijn vader te klein was, om een zoo
talrijk gezin te onderhouden, moest hij er
aan deuken, om zich een kosttwinning te
verschaffen. Hij werkte al® daglooner bij na
burige pachters, dioch deze waren er niet veel
beter aan toe, dan zijn vader, en zoo ontbrak
het hein dan ook vaaJc genoeg aan arbeid.
Men kent den trenrigen toestand der Iersche
boeren; zij missen de vrijheden en de rechten,
die elk ander inwoner vaJ1 Gr°ot-Brittanië ge
niet, worden door onmeedoogende landheeren
uitgezogen en hebben zelfs geen zekerheid
voor den dag van morgen. Aldus leidt bij een
kommervol bestaan op een grond, welke een
maal aan zijn vooronders toebehoorde, dien hij
heden in het zweet zijns aanscihijns bewerkt
en waarvan een barbaansohe wetgeving hem
ieder oogenblik kaai verjagen. Engeland voert
een ijzeren heerschappij oveT dit Broedereiland,
dat het steeds zoo behandelt, als Asschepoet-
ster eens door haar zusters werd bejegend.
Ierland, dat wegens zijn trouw-vasthouden aan
het Katholieke geloof werd vervolgd, heeft
eenwen lang gezocht en vruchteloos getracht,
zijn rechtmatige vrijheid weder te veroveren.
Be strijd wordt al heviger, de aangewende
middelen meedoogenloozer, het vooruitzicht
van. Engeland, om dit volk blijvend in ijzeren
kluistera te smeden, hoe langer hoe geringer,
en toch aarzelt men nog steeds, den eenigen
weg in te slaan, wel Ito tot een bevredigende
oplossing zou lelden, nJ, Ierland Inderdaad
gerechtigheid te laten wedervaren en de Ieren
hun grond en hun burgerrechten terug te geven,
alsmede volkomen godsdienstvrijheid.
Tonny zocht dus een middel, om zijn brood
te verdienen, doch vond het niet.
Lady Walwich had zich sedert den dag van
ICetty's geboorte niet meer laten zien; on
getwijfeld had zij elders den begeerden erf
genaam gevonden, en dacht niet meer aan
deze arme me-nschen. De Engelschen zijn over
het algemeen koel berekend en baatzuchtig;
maar schijnbaar. Zij werpen groote sommen in
het water, om een dwaze gril tte bevredigen,
en hebben er veel voor over, om In de oogen
vatfi Ihet publiek voor edelmoedig door te gaan,
maar de ware onbaatzuchtigheid is de Angli
canen vreemd. Dat is een specifiek Katholieke
deugd, daar deze godsdienst de woorden van
den Verlosser predikt: „Broeders bemint elkan
der!"
Sinds een maand werkte Tonny als sjouwer
bij den wederopbouw vau een naburige boer
derij .welke door brand was verwoest. Het was
ongeveer een uur gaans van zijn huis; 's mor
gens en 's avonds kon hij nog zijn vader hel
pen en zijn dagloon, alhoewel laag genoeg, ver
schafte het huisgezin eenige hulp. Tonny was
tevreden; zijn karakter veranderde clenderoog;
hij werd minder barsdh en ruw, mopperde
minder dan vroeger en zijn gezicht begon dat
woeste voorkomen te verliezen, dut het den
Iaatsten tijd zoo had misvormd.
Welke nieuwe wording was er dam in zijn
leven gekomen? Wanneer wij hem op een
avond, na afloop van zijn dagtaak huiswaarts-
volgen, dan zullen wij den sleutel van dit
raadsel spoedig vinden.
Op dien bewusten avond sloeg Tonny, nadat
de werkzaamheden waren afgieloopen, lang
zaam den weg naar huis in. Hij liep, verzonken
als hij was In naargeestige gedachten, met ge
bogen hoofd voort, zonder er op te letten, wie
zijn weg kruisten, toen hij plotseling door
een frissche, vroolijke stem achter hem, uit
zijn sombere gepeinzen werd wakker gescbud.
Heidaar, master Tonny, je loopt met
zoo'n trotsch gezicht voor-hij, dat men haast
zou gaan denken, dat je niemand meer wilt
kennen.
De jongeling hief bij deze woorden het hoofd
op en antwoordde glimlachend: „Goeden avond,
Nelly; ik had je waarlijk niet gezien."
Dat wil ik gaarne gelooven: je kijkt als
iemand, die in diep gepeins verzonken is.
Zij, die zoo sprak, was een knap, jong meisje
van nog geen zeventien jaar, blond, frisch,
met levendigen blik en guitigen glimlach. Zij
leunde tegen het hek eener weide, waarop ver
scheidene beste koebeesten liepen te grazen.
Waar dacht je zooeven aan? vorschte het
jonge meisje plagend.
Het zou hoffelijk zijn, te antwoorden,
dat ik aan jou liep*te denken, Nelly, maar om
de waarhei dte zeggen, nemen mijn gedachten
tegenwoordig zelden de vlucht na-ar zulk een
beminnelijk voorwerp als jij bent.
Dat noem ik een tamelijk verwrongen
compliment, Tonny, gaf de jonge Iersche vroo-
lijk lachend ten antwoord.
Tonny besefte dat bij een onhandigheid had
begaan; hij kreeg een kleur en stotterde:
Wanneer men ongelukkig is, maken de
Jonge meisjes zich vroohjk over ons.
Word maar niet boos, Tonny, gaf Nelly
haastig ten bescheid, terwijl zij haar best deed,
om een ernstig gezicht te zetten.
Lach maar, Nelly, geneer je niet, zeide de
jongeling op ietwat gekrenkten toon. Wanneer
dat overigens alles was, wat je mij te vertellen
hsdt, dan was het de moeite niet waard, mij
op to houden.
(Wordt vervolgd). i