VS w, SP! m FEUILLETON 1 |l i i il Mi 111 m ei üp p m m. m, w 'I DE VIJFDE VINGER ff'" «III itt MAANDAG 4 FEBRUARI 1929 DERDE BLAD SCHAAKRUBRIEK. ül 0m Wm Wè. WW 4 §P üwüi L paif mm PAGINA 4 DAMRUBRIEK lÉH Wm wm. mm EEN AVONTURENVERHAAL. Ze maakten den ketting los, die een sierlijk wm m W, '/jm* 1 Üli i lil F Eedacteur: F. A. KOETSHE1D, Singel 82c. Schiedam Verzoeke alle mededeelingen betreffende deze rubriek aan bovenstaand adres te richten. GOEDE OPLOSSINGEN. H. v. Gaaien, Rotterdam alle; N. L. Coene, den Haag, no. 4090, no. 4091; F. Pas, Amster dam, idem; J. Smals, Nijmegen, idem; W. v. Veelen, Rotterdam, idem; C. Otto de Vroomen, Warmond, idem; W. H. Haring, Kethel, no. 4090. CORRESPONDENTIE. F. P. te A. 1 e2e3 wordt in no. 4092 weer legd door 1..., La5el:. PROBLEEM No. 409S. J. MAAS en A. MESTROM. Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4099. K. A .L. KUBBEL. t 1ste prijs (4de Turn. d. Dresdner Anz. 1928). Mat in d r i e zetten. ivim. PROBLEEM No. 4100. Dr. E. PALKOSKA. 2de eerv. verm. tornooi als voren. Mat in dri e zetten. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4090. 1. Pd6—f7 enz. No. 4091. 1 Ld5e4 enz. No. 4092. 1 Ld7g4 dreiging: 2 Lg4f3t enz. 1Pd2, Fd4; 2 Pf3, Pd3 enz. Deze opgave scheen bij de jury nogal waar deering te vinden, daar haar in onzen wedstrijd de tiende plaats werd aangewezen. PARTIJ No. 893. GEWEIGERD DAMEGAMBIET. Gespeeld in het tornooi te Berlijn 1S28. Wit: Zwart: Dr. S. Tartakower. A. Rubinstein 1. d2d4 d7d5 2. C-2c4 e7e6 3. Pblc3 PgS—f6 4. Lel—g5 PhS—d7 5. e2e3 c7c6 6. Pgl—f3 Lf8e7 Zwart had hier de keus met Da5 tot de Cam bridge-Springs verdediging over te gaan. 7. Ddlc2 Gebruikelijker is hier Tel gevolgd door Ld3. De tekstzet is door Marshall meermalen toege past met de bedoeling door Tadl den bevrtjden- den zet c6c5 tegen te gaan. 70—0 8. Tal—dl Beter wellicht toch Ld3! 8h7h6 9. Lg5—f4 Hier was Lh4 zonder twijfel beter. 9PfC—h5 10. Lf4—e5 Dit tempoverlies brengt wit in het nadeel, ook thans was Ld3 naar verhouding wel het beste. 10f7—f 6 11. Le5—g3 PhRXsr3 12. h2Xg3 f6—f5 13. c4Xd5 Er is niets beter dan door 13 g4, fg4:14 Th6:t op remise aan te sturen,, hetwelk zwart na 14 gf3:i zonder bezwaar bereiken kan. 13. c6X<15.' 14. Lfld3 Ook nu is g4! het beste, wit wil echter winnen. 1 4Pd7—f6 15. Pf3e5 Deze aanvalszet is hier onjuist, beter ware het wel de dame door Db3 van de c-Hjn weg te brengen, ter dekking van het zwakke punt c4. 1 5Le7d6 16. f2—f4? Ld6Xe6! 17. £4Xe5 PfG-g4 18. Dc2e2 De7g5 19. Kei—d2 Lc8d7 20. Thl—h4 Wel te verkiezen is hier Tel om de c-Hjn te bezetten. 20Ta8c8 21. Tdlcl a7a6 22. a2—a3 Tc8—e7 23. Th4—hl Tf8c8 24. Pc3a2 Tc2 gevolgd door Thcl en Pdl zou nog de minst slechte weg geweest zijn. 24Ld7—b5! 25. TclXc7 Tc8Xc-7 26. Ld3Xb5 a6Xb5 27. b2—b3 Gericht tot dekking van het zwakke punt c4. 27Pg4Xc3! 28. De2Xe3 To7—c2t 29. Kd2d3 Tc2Xa2 30. DeSXgS h6Xé5 31. Thl—cl Ta2Xg2 32. Tel—c8f Kg8—f7 33. TcSc7 Kf7—gG 34. Tc7XM Tg2Xg3t 35. Kd3—d2 f5—f4! Rubinstein speelt het eindspel met volmaakt» techniek. Alle correspondentie te richten aan den dam- redacteur dezer courant No. 50 (3 Febr. 1929). PROBLEEM No. 100. W. J, v. d. VOORT, Nieuw-Vennep). Zwart Wit: Zwart: 6, 8, 10, 13/4, 18/9, 23/4, 29/30. en 45. Wit: 16, 22, 26, 33, 37,9, 42/3, 47, 49 en 50. PROBLEEM No. 101. JAC. HARING, Hoorn. Zwart. Oplossingen over drie weken. Deze worden bij ons ingewacht tot Dinsdag 19 Februari. 36. Tb7Xb5 ff 5g4 37. Tb5—bS Tg3—e3 38. Tb8—e8 g4—g3 39 To8Xe6t Ivgfih7! 40. Te6c6 S3—g2 41. Tc6—cl Te3e4 42. a3a4 f4—f3 43. a4a 5 f3—f2 44. a5a6 f2—flD Wit geeft op. (Aanteekenlngen van Geza Maroezy in Magyar Sakkvilag.) Maak steeds ruim gebruik van de venti- latiemiddelen. Onzuivere lucht la eveai schade lijk als onzuiver eten en drinken. GEZONDHEIDSRAAD Wit: Zwart: 4, 8, 9, 12, 14/6, 18/9, 22/3, 27/9 en 33. Wit: 20, 25/6, 35/8, 42/4, 47/8 en 50. EEN OPSLUITPARTIJ. Hieronder volgt een partij, dezer dagen ge speeld in de hoofdklasse competitie, waarbij nog eens duidelijk naar voren komt, dat het inne men van sommige standen van grooten in vloed is op de eindbeslissing. Tevens, dat een partij, Hollandsch geopend, toch nog in zeer inge wikkelde standen kan verloopen. 1. 33—28 18—23 Zwart besluit wit zoo lang mogelijk na te spelen. 2. 39—33 12—lg 3. 4439 712 4. 3127 2024 5. 36—31 15—20 6. 41—36 10—15 7. 34—30 17—21 8. 40—34 11—17 9. 27—22 18 27 10. 31 11 6 17 11. 36—31 13—18 12. 30—25 9—13 13. 34—29 Wit neemt de gelegenheid waar om zwart op diens linkervleugel op te sluiten. 13. 23 34 14. 39 30 18—23 15. 50—44 4— 9 16. 44—39 12—18 Zwart kan zich nu vrij maken met 2429, maar dan speelt wit 4440, zw. 12—18, wit 3934, met dreiging 3024. 17. 4944 8—12 18. 4440 2— 8 naar het Egelscü van WILLIAM LE QUEUX. 36.) Heb jij ooit.... ooit.... zorgen gehad, Neville? vroeg ze zacht, terwijl ze hem heel eerlijk en sterk in de oogen keek. Zeker, je hebt gelijk. Voor een meisje van jouw leeftijd was het werkelijk een zeer harde taak, met zooveel geld en schoonheid ongeschonden door het leven te wandelen. Maar de vrouw, de vrouw met het groote hart en de edele natuur heeft je gelukkig steeds den goeden weg gewezen. Ze bleven tosn een oogenblik zwijgend over den rand van de leuning naar het water zien, het donkere water van de River of Pleasure. Eindelijk sprak Neville weer: Daar zou zelfs voor mij een groote toe komst zijn weggelegd, als ik jou slechts had als mijn godin, die me leiden zou, me zou helpen en aanzetten tot telkens grootcr da den. Maar nu, och nu voel ik me als een dood gewoon ventje met wat mogelijkheden, die niet ontbloeien zullen, met meer plannen dan er In e«n driedubbel menschenlevcn kunnen worden verwezenlijkt, met de goedkoope glo rie d.r je Aid en wat gemakkelijke omgangs- v«Tten. Z-g het zelf eons Daphne denken ju^ie »«**iilijk niet allemaal zoo over me, ter wijl je mo met eon glimlach welkom heet of me vriendelijk uitnoodigt voor ecu volgend avondfeest? Hij deed zijn uiterste best om er vroolijk over weg te lachen en vroeg toen weer zoo langs zijn mms weg, alsof hij heel die voor gaande tirade weer vergeten was: Waar ligt die Joy Note eigenlijk? Ben Je ze al kwijt? Ze ligt daar iets beneden het eiland niet kerk' maar ze ziet cr vree'selijk kaal uit, want ze hebbeu er alles uit wegge haald wat maar weg te halen was. Alles is na tuurlijk gesloten, ofschoon een blind paard er geen kwaad kan doen. Laat ons met het bootje over steken en eens gaan zien, hoe ze er nog uit ziet .stelde hij voor. bootje verhinderde om weg gedragen te wor den door het zacht voortstroomende water. D'r lagen er meer, maar de kussens moesten ze even samen halen uit het naburige boothuis. Daphne zocht ze uit en legde ze toen in de wherry met a.1 de ervaring van een gerouti neerd Thames-meisje. Er is over de geheele wereld slechts een echt rivier-meisje, en dat is het Thamesmeisje. Die heeft al de wetten en wenschen van nature. Zooals de Thames de rivier bij uitstek is woor watersport, zoo evenaart haar het Thames-meisje in al de kwa liteiten, die men van 'n beoefenaarster van de- zen zeer aparten tak van sport slechts kan eischen. Ze bezit een gratie, een schoonheid en een beslistheid, die geheel overeenkomen met het zeer aparte leven op het water, waar de Fransche salonmanieren te broos, de Duit- sche wandeltoiletgew oenten te zwaar'voor zijn. Zij kan zich met een natuurlijke luiheid uit strekken over het dek of zeer onderhoudend zich neervlijen in den dekstoel vol kussens, maar even later grijpen haar geoefende armen de riemen en met forschen eleganten slag stuurt ze de wherry snel en handig door het drukbezette water. Terwijl Neville met kalme slagen het bootje naar den overkant stuurde, waar zeker wel tien minuten mee gemoeid zou zijn, zei Daphne: Neville, je moet niet zeggen, dat je maar een doodgewoon iemand bent. Ik houd heele- maal niet van doodgewone menschen, in den zin, zooals jij dat uitdrukte, dat is dus' middel matigheden. Voor mij zijn middelmatige men schen typen, die, hoewel zich bewust van de mogelijkheden tot een hooger leven, terug schrikken voor de eischen, de moeiten, de op offeringen, die dat hoogere leven aanvankelijk zal vragen. Zoo een ben jij niet. Ik zie in jou den roman van zoovelen, die door omstandighe den van buiten leelijk gehandicapt worden in het ontplooien van hun mogelijkheden, maar geen gelegenheid onbenut zullen laten, om zich hooger op te werken. Ik heb je al meer gezegd, dat ik je heel graag mag, en ik durf niet veronderstellen dat je mij het twijfelach tige compliment zou willen toevoegen, dat ik mijn sympathie verkwist aan middelmatig heden. En toch, moeit je nog meer je weten te beheerschen, Neville en niet zulke dwaze aan loopjes nemen om een nieuwe liefdesverkla ring af te steken. Voor mij beteekent liefde een nieuwe ramp. Nou, laat ons maar weer aan wat anders denken. Een paar rietbossen vroegen voor enkele minuten al de aandacht en handigheid van den kundigen roeier en verhinderden hem een antwoord uit te spreken en een nieuwe onbe zonnen daad bij de eerste te voegen. Toen hij deze dubbele moeilijkheid had overwonnen moest hij weer luisteren naar Daphne, die hem met werkelijk ontroerde stem toevoegde; Trouwens, jij en de anderen niet minder denken maar, dat ik heelemaal niets van het leger, en den oorlog afweet. Toch verzeker Ik Je, dat ik heel goed weet, wat zoo'n D. S. O. wel beteekent. Daarom kan. Ik de menschen waardeeren die het hebben verdiend. En daar om heb ik zooveel achting voor jou. Ik ben niet de eenlge, die je daarom met veel trots tot mijn kennissen mag rekenen. Ondanks de zeer lamentabele houding, waarmede hij de zen avondtocht was begonnen, voelde Neville zijn hart weer van vreugde harder kloppen. Hij had wel in de gaten, dat Cupido het uur werk weer had opgewonden en het palletje had losgetrokken, zoodat het een gerikketik werd als van een Amerikaansche wekkerklok. Ze legden het bootje langs de Joy Note vast. De boot zag er werkelijk zeer eenzaam uit, zooals ze daar zonder eenige bloemenversie ring, gordijn of dekbedekking in den opstijgen den mist als 'n zwart fantoom op 't water zat. De zware schaduwen van de groote boomen langs den kant wierpen donkere vlakken op de kale huisboot en Daphne kreeg in ieder geval een gevoel van onbehaaglijkheid, toen ze eindelijk aan land stapten. Ze wandelden even over de boot heen en weer, als wilden ze zien of alles nog in orde was. Wat ziet er dat ding vanavond verbazend droefgeestig uit, vind je niet, Daphne? merkte Neville op. Het heeft niets meer weg van de vroolijke, vriendelijke boot, die ons verleden jaar zooveel vreugde heeft verschaft Nee, je hebt gelijk, antwoordde ze. Zoo ziet er nou een vroolijk weeuwtje zooals jullie mij achter mijn rug noemen alt, ajs ze wat ouder begint te worden. Met dit ver schil echter, dat oude booten weer kunnen worden opgeknapt, opgeschilderd, bijgeplei- sterd, van nieuwe meubelen voorzien, maar een weduwe op haar retour.... Neville lachte. Tenminste als ze liet probeeren wordt het meestal een karikatuur, zei hij. Maar maak je voorloopig maar niets bezorgd, beste vrien din, jij zult een zeer vriendelijke ep onder houdende dame worden, daar ben ik van over tuigdmaar dat weduweschap kan ik je niet op een briefje meegeven. Laat ons eens zien of er geen deuren open zijn. stelde het meisje ineens voor, om het gesprek op een ander terrein ove'r te brengen. Ze moeten natuurlijk allemaal geslo ten zijn, maar er valt hier niets te stelen. Het zou me niets verwonderen als de bootknecht op dat punt nogal wat slordig is uitgevallen. Maar de knecht had zijn werk schitterend gedaan en geen enkel slot gaf toe aan de pro- beerende rukken van twen stevige mannen- 19. 46—41 20. 39—34 21—26 Zwart is nu opgesloten en kan zich niet vrfl maken. Op 2429 en 20 29 wit 30—24, 28 10, 43 23 en daarna 28—22 en wit wint een stuk.' 20. 17—22 21. 28 17 12 21 22. 34—29 Aangewezen, de consequente voortzetting van het opsluitingsspel. 22- 23 34 33. 40 29 Zwart. Wit: Nu kon zwart wel gewonnen geven. Het wordt nu slechts een kwestie van tijd, 44. 45. 43—38 46. 39—33 47. 34—30 48. 29—24 49. 33 24 50. 24 15 51. 30—24 52. 24—20 Zwart geeft op. 16—21 13—18 18—22 21—27 20 29 15—20 8—13 13—18 OPLOSSINGEN. fj Probleem no. 95 (JAC. HARING). Zwart: 1, 2, 4, 16, 24, 25, 26, 29, 33, 34, 35 en 19. Wit: 13, 14, 17, 22, 31, 36, 37, 42/5, 48 en 50 Wit 13—9, 44—40, 42—38, 37—32, 48 37 50 8 (zw. 48 20) en 22 15. Probleem no. 96 (W. J. v. d. VOORT). ij Zwart: 3, 7/10, 12/8 en 22. Wit: 23/5, 28/9, 31/4, 36, 39 en 44. Wit 25—20, 34—30, 24—19, 29 20, 44—39 (zw. 1 22 44) 31 4 en 4 7. Goede oplossingen ontvangen van: R. N. Al ders, Hillegersberg (ook van nos. 9193)W. J. v. d. Voort, Nieuw-Vennep; C. v. d. Spek, H. H. W. Borghardt, Joh. Lodewykx, J. P. H., T. S., I. P. H., allen Rotterdam; W. v. d. Laan, Am sterdam; C. v. C„ den Haag. 23. 21—27 18 27 26 17 13—18 8—12 18—22 24. 31 22 25. 32 21 26. 37—32 27. 32—28 28. 4339 Zwart had hier ook 1—6 kunnen spelen; de damslag gaf wit absoluut geen winst. 29. 49—43 Wit kan kalm afwachten, zwart moet toch straks aan zijn opgesloten vleugel spelen. 29. gg 30. 41—37 913 31. 3732 2297 32. 32 21 17 26 Niet 16 27, dan wit 28—23, 30 10 en 33 31 wint 2 schijven. 33. 42—37 6 34. 4540 ii 35. 38—32 Wit kan een schijf winnen met 3731, 4741, 40 34, 29 9, 25 23 en 30 19 maar deze slag is niet winnend, er zit nog te veel spel voor zwart. 35. 16—21 36. 37—31 Om 2127 te voorkomen. 37. 32 41 26 37 a 1—26 Zwart. Wit: 38. 41—37 12—17 Zwart heeft steeds vrij gedwongen spel. 39. 4741 1721 Op 11—16 wit 28—23, 30 10, 33 11, wint een stuk. 40. 41-36 n._16 41. 4034 £127 Zwart heeft niets beters. 42. 28—23 19 28 43. 30 10 5 - 14 44. 33 31 ROTTERDAMHAMBURGANTWERPEN. Gedurende de maand Januari zijn te Ham burg binnengeloopen 1187 schepen met 1.6 i S. G92 netto tons tegen 1285 schepen met 1.834.761 tons in Januari 1928. Wij laten hieronder een vergelijkenden staat volgen van de havenbeweging van Rotterdam, Hamburg eu Antwerpen over Januari: Rotterdam: 1929 1928 Verschil Hamburg: 1929 1928 Verschil Antwerpen 1929 1928 Verschil 1023 1022 1.713.0SO T 1.794.183 V: Sft.03 1187 12S5 1.678.692 1.834.761 98 156.069 J 979 942 1.741.094 1.765.566 T 37 24.472 De officieel© cijfers der netto tonnen- maat voor Antwerpen luiden voor 1929 2.048.346 en voor 1928 2.077.136, het verschil 28.790. Om deze gelijk te maken met de hier gebruikelijke berekening zijn deze cijfers met 15 pet. verminderd. In do cijfers voor Rotterdam zijn de bunker-1 booten niet inbegrepen. J ROTTERDAMANTWERPEN. Gedurende de maand Januari zijn te Ant werpen aangekomen 979 schepen, totaal 2.048.346 netto tons. Wij laten hieronder een vergelijkenden staat volgen van de havenbeweging van Rotterdam en Antwerpen. Rotterdam Antwerpen 1929 schepen netto t. schepen netto t. Januari 1023 1.713.080 979 2.048.346 De voor Antwerpen opgegeven cijfers der netto tonnenmaat zijn die volgens Belgisch^ berekening. Om deze gelijk te maken met de hier gebrui kelijke berekening moeten deze cijfers met 15 pet. verminderd worden. Het totaal-cijfer voor Antwerpen wordt dan 1.741.094. In de cijfers voor Rotterdam zijn de bunker- booten niet inbegrepen. FAILLISSEMENTS-STATISTIEK. In de week van 28 Januari2 Februari zijn in Nederland uitgesproken 60 faillissementen. banden. Toen beproefde Neville zijn inbrekers- kunsten aan de ramen en eindelijk was er een, dat gemakkelijk toegaf aan de van vak kennis getuigende pogingen met een zakmes. Het sloeg naar buiten open en met een lich ten sprong was hij binnen. Kom Daphne, laat ons eens inbreken in je eigen bezitting, zei hij. Geef me maar een hand, dan gaat het vanzelf. Daar was iets avontuurlijks in zijn voorstel, en haar jonge geest, die den laatsten tijd ver geefs naar iets nieuws had uitgezien, nam deze gelegenheid onmiddellijk aan. Zonder den steun van zijn hand te aanvaarden, sprong ze reeds half door het venster, maar haar rok bleef hopeloos aan een grendel hangen en ze lachten belden hartelijk, toen ze erin berusten moest om zijn hulp te aanvaarden. Neville sloeg zijn armen om haar heen en lichtte haar sterk en sierlijk op. Toen zette hij haar op den vloer van de donkere kamer. De last was zoo licht geweest, de gelegenheid zoo onverwacht gunstig, dat hij zich niet be dwingen kon op haar van louter avontuur gloeiende wangen een zoen te drukken. Daphne ontwaakte met een schellen kreet uit haar spel en- stond sprakeloos voor de werkelijkheid. Spreek, Daphne. Voel je je beleedigd door dien eenen kus? En toch kon ik 't niet helpen, ik zweer je, dat ik er niets aan doen kon. Ik moest je dien zoen geven. Ik zou werkelijk een bovennatuurlijk wezen geweest zijn, indien ik aan de charme van dit zeer aparte en onver wachte oogenblik had weerstaan. Een Grieksch wijsheer heeft eens gezegd, dat het geluk ons eigenlijk nooit bezoekt, doch slechts passeert ais een vlinder. Het scheert met de vleugels onze wangen en voordat we ontwaken uit de zachte bekoring dier streeling, is het reeds voorbij. Zoo voelde ik me ook, toen ik jou ve- devwichtige schoonheid in mijn armen had. Het was zoo donker in de kamer, dat hij haar gezicht niet zien kon. Zij antwoordde niet, maar hij hoorde haar zacht snikken. Hij stak zijn handen uit, en trok haar zacht naar zich toe. Toen streelde hij heur haren en sprak: Daphne, Daphne, spreek nou, zeg het me, dat ik vergeven ben. Dat je me mijn ruwheid niet kwalijk hebt genomen. Dat het alles weer vergeten is. Hij maakte zijn eenen arm los, haalde uit zijn zak een kleine electrische lan taarn en wierp het licht op haar gezicht. De gewoonten om een lantaarn bij zich te dragen had hij van de dagen aan het front overge houden, toen haast niemand zich zonder deze gemakkelijke lichtbronnen buiten waagde. Deze twee jongelui, die samen alle genoegens hadden doorgemaakt, waarin de menschen zich na den oorlog sis ln een koorts hadden ge worpen, waren reeds honderden keeren alleen geweest. Maar hier in een huisboot, die daar verlaten op een afgelegen plek van de Thames in den mist op het water dobberde, in een don kere kamer, waarin een lantaarn een witte trechter van fel licht had geworpen, onder gingen beiden een gewaarwording, die sterk verschilde van al hun vroegere gevoelens. Er lag Oen ernst over dit oogenblik. Jong, vrij van opvatting als de meeste jon gelui die aan het front hadden gestaan, of met de mannen in aanraking waren gekomen, die in de loopgraven met al de fratsen van over dreven omgangsvormen radicaal hadden ge broken, waren ze er natuurlijk al lang mee vertrouwd geraakt, dat het zeer wel mogelijk is, dat jongelui samen zijn, zonder dat dit op spraak behoeft te wekken. De chaperonne was met de diligence afgeschaft. Maar toch hadden beiden, ondanks hun oppervlakkige luchthar tigheid, nooit de eenmaal geschreven wetten van fatsoen veronachtzaamd. Beiden zagen welbewust, dat hun tegenwoordigheid op dit uur in deze boot op zijn minst genomen pre-- cair genoemd kon worden. En dus alleen ver goelijkt kon worden door een besluit, dat Neville reeds gestalte had gegeven in zijn ge dachte en nu wilde doen geboren worden. Zijn zoekende lamp viel op een divan en heel lang zaam nam hij Daphne daar naar toe. Zij liet zich leiden, weerstond hem niet, ln antwoord op zijn smeekende woorden van daareven, hield het meisje op met schreien.; 1 oen sprak ze met een sterke, moedige stem, maar toch zacht, als meende ze door i amend beluisterd te worden: Neville ik heb al lang en met vree se dit oogenblik tegemoet gezien. Ik heb je al zoo vaak gezegd, dat ik bang voor je was, ais ik je weer een poging zag doen om mijn liefde te winnen, je verlangens bevestigd te zien. Maar: ik vreesde niet alleen jou.... ik vreesde het meest mezelf. - Zij aarzelde. Na een pauze zei ze: Ja. Neville, ik heb een heel viimigea strijd achter den rug. Ik meende, neen ik was overtuigd, dat het mijn plicht was. Toen; Ralph stierf gedood werd door die wil* den Weer begon ze te snikken en Neville wiegde heel zacht haar gevoelens in zijn medelijden, zoodat het verdriet zich te slapen legde. In' een behoefte aan vriendschap leunde ze tegen' hem aan, een vertrouwelijkheid, waaraan zq tot heden nog nooit bad toegegeven. Met een,1 niet te beschrijven gevoel van verrukking on derging hij dit nieuw bewijs van vertrouwen. Het was zoo stil, de avond was zoo zacht. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 12