VS
w, SP!
m
FEUILLETON
1
|l
i
i
il
Mi
111
m ei
üp p
m m. m, w
'I
DE VIJFDE VINGER
ff'"
«III
itt
MAANDAG 4 FEBRUARI 1929
DERDE BLAD
SCHAAKRUBRIEK.
ül 0m Wm Wè.
WW 4 §P
üwüi
L
paif mm
PAGINA 4
DAMRUBRIEK
lÉH Wm
wm. mm
EEN AVONTURENVERHAAL.
Ze maakten den ketting los, die een sierlijk
wm m
W,
'/jm*
1
Üli i
lil F
Eedacteur: F. A. KOETSHE1D, Singel 82c.
Schiedam
Verzoeke alle mededeelingen betreffende deze
rubriek aan bovenstaand adres te richten.
GOEDE OPLOSSINGEN.
H. v. Gaaien, Rotterdam alle; N. L. Coene,
den Haag, no. 4090, no. 4091; F. Pas, Amster
dam, idem; J. Smals, Nijmegen, idem; W. v.
Veelen, Rotterdam, idem; C. Otto de Vroomen,
Warmond, idem; W. H. Haring, Kethel, no. 4090.
CORRESPONDENTIE.
F. P. te A. 1 e2e3 wordt in no. 4092 weer
legd door 1..., La5el:.
PROBLEEM No. 409S.
J. MAAS en A. MESTROM.
Eerste plaatsing.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 4099.
K. A .L. KUBBEL.
t 1ste prijs (4de Turn. d. Dresdner Anz. 1928).
Mat in d r i e zetten.
ivim.
PROBLEEM No. 4100.
Dr. E. PALKOSKA.
2de eerv. verm. tornooi als voren.
Mat in dri e zetten.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 4090. 1. Pd6—f7 enz.
No. 4091. 1 Ld5e4 enz.
No. 4092. 1 Ld7g4 dreiging: 2 Lg4f3t enz.
1Pd2, Fd4; 2 Pf3, Pd3 enz.
Deze opgave scheen bij de jury nogal waar
deering te vinden, daar haar in onzen wedstrijd
de tiende plaats werd aangewezen.
PARTIJ No. 893.
GEWEIGERD DAMEGAMBIET.
Gespeeld in het tornooi te Berlijn 1S28.
Wit: Zwart:
Dr. S. Tartakower. A. Rubinstein
1. d2d4 d7d5
2. C-2c4 e7e6
3. Pblc3 PgS—f6
4. Lel—g5 PhS—d7
5. e2e3 c7c6
6. Pgl—f3 Lf8e7
Zwart had hier de keus met Da5 tot de Cam
bridge-Springs verdediging over te gaan.
7. Ddlc2
Gebruikelijker is hier Tel gevolgd door Ld3.
De tekstzet is door Marshall meermalen toege
past met de bedoeling door Tadl den bevrtjden-
den zet c6c5 tegen te gaan.
70—0
8. Tal—dl
Beter wellicht toch Ld3!
8h7h6
9. Lg5—f4
Hier was Lh4 zonder twijfel beter.
9PfC—h5
10. Lf4—e5
Dit tempoverlies brengt wit in het nadeel, ook
thans was Ld3 naar verhouding wel het beste.
10f7—f 6
11. Le5—g3 PhRXsr3
12. h2Xg3 f6—f5
13. c4Xd5
Er is niets beter dan door 13 g4, fg4:14 Th6:t
op remise aan te sturen,, hetwelk zwart na 14
gf3:i zonder bezwaar bereiken kan.
13. c6X<15.'
14. Lfld3
Ook nu is g4! het beste, wit wil echter winnen.
1 4Pd7—f6
15. Pf3e5
Deze aanvalszet is hier onjuist, beter ware
het wel de dame door Db3 van de c-Hjn weg te
brengen, ter dekking van het zwakke punt c4.
1 5Le7d6
16. f2—f4? Ld6Xe6!
17. £4Xe5 PfG-g4
18. Dc2e2 De7g5
19. Kei—d2 Lc8d7
20. Thl—h4
Wel te verkiezen is hier Tel om de c-Hjn te
bezetten.
20Ta8c8
21. Tdlcl a7a6
22. a2—a3 Tc8—e7
23. Th4—hl Tf8c8
24. Pc3a2
Tc2 gevolgd door Thcl en Pdl zou nog de
minst slechte weg geweest zijn.
24Ld7—b5!
25. TclXc7 Tc8Xc-7
26. Ld3Xb5 a6Xb5
27. b2—b3
Gericht tot dekking van het zwakke punt c4.
27Pg4Xc3!
28. De2Xe3 To7—c2t
29. Kd2d3 Tc2Xa2
30. DeSXgS h6Xé5
31. Thl—cl Ta2Xg2
32. Tel—c8f Kg8—f7
33. TcSc7 Kf7—gG
34. Tc7XM Tg2Xg3t
35. Kd3—d2 f5—f4!
Rubinstein speelt het eindspel met volmaakt»
techniek.
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redacteur dezer courant
No. 50 (3 Febr. 1929).
PROBLEEM No. 100.
W. J, v. d. VOORT, Nieuw-Vennep).
Zwart
Wit:
Zwart: 6, 8, 10, 13/4, 18/9, 23/4, 29/30. en 45.
Wit: 16, 22, 26, 33, 37,9, 42/3, 47, 49 en 50.
PROBLEEM No. 101.
JAC. HARING, Hoorn.
Zwart.
Oplossingen over drie weken. Deze worden bij
ons ingewacht tot Dinsdag 19 Februari.
36. Tb7Xb5
ff 5g4
37. Tb5—bS
Tg3—e3
38. Tb8—e8
g4—g3
39 To8Xe6t
Ivgfih7!
40. Te6c6
S3—g2
41. Tc6—cl
Te3e4
42. a3a4
f4—f3
43. a4a 5
f3—f2
44. a5a6
f2—flD
Wit geeft op.
(Aanteekenlngen van Geza Maroezy in
Magyar Sakkvilag.)
Maak steeds ruim gebruik van de venti-
latiemiddelen. Onzuivere lucht la eveai schade
lijk als onzuiver eten en drinken.
GEZONDHEIDSRAAD
Wit:
Zwart: 4, 8, 9, 12, 14/6, 18/9, 22/3, 27/9 en 33.
Wit: 20, 25/6, 35/8, 42/4, 47/8 en 50.
EEN OPSLUITPARTIJ.
Hieronder volgt een partij, dezer dagen ge
speeld in de hoofdklasse competitie, waarbij nog
eens duidelijk naar voren komt, dat het inne
men van sommige standen van grooten in
vloed is op de eindbeslissing. Tevens, dat een
partij, Hollandsch geopend, toch nog in zeer inge
wikkelde standen kan verloopen.
1. 33—28 18—23
Zwart besluit wit zoo lang mogelijk na te
spelen.
2. 39—33 12—lg
3. 4439 712
4. 3127 2024
5. 36—31 15—20
6. 41—36 10—15
7. 34—30 17—21
8. 40—34 11—17
9. 27—22 18 27
10. 31 11 6 17
11. 36—31 13—18
12. 30—25 9—13
13. 34—29
Wit neemt de gelegenheid waar om zwart op
diens linkervleugel op te sluiten.
13. 23 34
14. 39 30 18—23
15. 50—44 4— 9
16. 44—39 12—18
Zwart kan zich nu vrij maken met 2429,
maar dan speelt wit 4440, zw. 12—18, wit
3934, met dreiging 3024.
17. 4944 8—12
18. 4440 2— 8
naar het Egelscü van WILLIAM LE QUEUX.
36.)
Heb jij ooit.... ooit.... zorgen gehad,
Neville? vroeg ze zacht, terwijl ze hem heel
eerlijk en sterk in de oogen keek.
Zeker, je hebt gelijk. Voor een meisje
van jouw leeftijd was het werkelijk een zeer
harde taak, met zooveel geld en schoonheid
ongeschonden door het leven te wandelen.
Maar de vrouw, de vrouw met het groote hart
en de edele natuur heeft je gelukkig steeds
den goeden weg gewezen.
Ze bleven tosn een oogenblik zwijgend over
den rand van de leuning naar het water zien,
het donkere water van de River of Pleasure.
Eindelijk sprak Neville weer:
Daar zou zelfs voor mij een groote toe
komst zijn weggelegd, als ik jou slechts had
als mijn godin, die me leiden zou, me zou
helpen en aanzetten tot telkens grootcr da
den. Maar nu, och nu voel ik me als een dood
gewoon ventje met wat mogelijkheden, die
niet ontbloeien zullen, met meer plannen dan
er In e«n driedubbel menschenlevcn kunnen
worden verwezenlijkt, met de goedkoope glo
rie d.r je Aid en wat gemakkelijke omgangs-
v«Tten. Z-g het zelf eons Daphne denken
ju^ie »«**iilijk niet allemaal zoo over me, ter
wijl je mo met eon glimlach welkom heet of
me vriendelijk uitnoodigt voor ecu volgend
avondfeest?
Hij deed zijn uiterste best om er vroolijk
over weg te lachen en vroeg toen weer zoo
langs zijn mms weg, alsof hij heel die voor
gaande tirade weer vergeten was:
Waar ligt die Joy Note eigenlijk? Ben
Je ze al kwijt?
Ze ligt daar iets beneden het eiland niet
kerk' maar ze ziet cr vree'selijk
kaal uit, want ze hebbeu er alles uit wegge
haald wat maar weg te halen was. Alles is na
tuurlijk gesloten, ofschoon een blind paard er
geen kwaad kan doen.
Laat ons met het bootje over steken en
eens gaan zien, hoe ze er nog uit ziet .stelde
hij voor.
bootje verhinderde om weg gedragen te wor
den door het zacht voortstroomende water. D'r
lagen er meer, maar de kussens moesten ze
even samen halen uit het naburige boothuis.
Daphne zocht ze uit en legde ze toen in de
wherry met a.1 de ervaring van een gerouti
neerd Thames-meisje. Er is over de geheele
wereld slechts een echt rivier-meisje, en dat
is het Thamesmeisje. Die heeft al de wetten
en wenschen van nature. Zooals de Thames
de rivier bij uitstek is woor watersport, zoo
evenaart haar het Thames-meisje in al de kwa
liteiten, die men van 'n beoefenaarster van de-
zen zeer aparten tak van sport slechts kan
eischen. Ze bezit een gratie, een schoonheid
en een beslistheid, die geheel overeenkomen
met het zeer aparte leven op het water, waar
de Fransche salonmanieren te broos, de Duit-
sche wandeltoiletgew oenten te zwaar'voor zijn.
Zij kan zich met een natuurlijke luiheid uit
strekken over het dek of zeer onderhoudend
zich neervlijen in den dekstoel vol kussens,
maar even later grijpen haar geoefende armen
de riemen en met forschen eleganten slag
stuurt ze de wherry snel en handig door het
drukbezette water. Terwijl Neville met kalme
slagen het bootje naar den overkant stuurde,
waar zeker wel tien minuten mee gemoeid
zou zijn, zei Daphne:
Neville, je moet niet zeggen, dat je maar
een doodgewoon iemand bent. Ik houd heele-
maal niet van doodgewone menschen, in den
zin, zooals jij dat uitdrukte, dat is dus' middel
matigheden. Voor mij zijn middelmatige men
schen typen, die, hoewel zich bewust van de
mogelijkheden tot een hooger leven, terug
schrikken voor de eischen, de moeiten, de op
offeringen, die dat hoogere leven aanvankelijk
zal vragen. Zoo een ben jij niet. Ik zie in jou
den roman van zoovelen, die door omstandighe
den van buiten leelijk gehandicapt worden in
het ontplooien van hun mogelijkheden, maar
geen gelegenheid onbenut zullen laten, om
zich hooger op te werken. Ik heb je al meer
gezegd, dat ik je heel graag mag, en ik durf
niet veronderstellen dat je mij het twijfelach
tige compliment zou willen toevoegen, dat ik
mijn sympathie verkwist aan middelmatig
heden. En toch, moeit je nog meer je weten te
beheerschen, Neville en niet zulke dwaze aan
loopjes nemen om een nieuwe liefdesverkla
ring af te steken. Voor mij beteekent liefde
een nieuwe ramp. Nou, laat ons maar weer
aan wat anders denken.
Een paar rietbossen vroegen voor enkele
minuten al de aandacht en handigheid van
den kundigen roeier en verhinderden hem een
antwoord uit te spreken en een nieuwe onbe
zonnen daad bij de eerste te voegen. Toen hij
deze dubbele moeilijkheid had overwonnen
moest hij weer luisteren naar Daphne, die hem
met werkelijk ontroerde stem toevoegde;
Trouwens, jij en de anderen niet minder
denken maar, dat ik heelemaal niets van het
leger, en den oorlog afweet. Toch verzeker Ik
Je, dat ik heel goed weet, wat zoo'n D. S. O.
wel beteekent. Daarom kan. Ik de menschen
waardeeren die het hebben verdiend. En daar
om heb ik zooveel achting voor jou. Ik ben
niet de eenlge, die je daarom met veel trots
tot mijn kennissen mag rekenen. Ondanks
de zeer lamentabele houding, waarmede hij de
zen avondtocht was begonnen, voelde Neville
zijn hart weer van vreugde harder kloppen.
Hij had wel in de gaten, dat Cupido het uur
werk weer had opgewonden en het palletje
had losgetrokken, zoodat het een gerikketik
werd als van een Amerikaansche wekkerklok.
Ze legden het bootje langs de Joy Note vast.
De boot zag er werkelijk zeer eenzaam uit,
zooals ze daar zonder eenige bloemenversie
ring, gordijn of dekbedekking in den opstijgen
den mist als 'n zwart fantoom op 't water zat.
De zware schaduwen van de groote boomen
langs den kant wierpen donkere vlakken op
de kale huisboot en Daphne kreeg in ieder
geval een gevoel van onbehaaglijkheid, toen
ze eindelijk aan land stapten.
Ze wandelden even over de boot heen en
weer, als wilden ze zien of alles nog in
orde was.
Wat ziet er dat ding vanavond verbazend
droefgeestig uit, vind je niet, Daphne? merkte
Neville op. Het heeft niets meer weg van de
vroolijke, vriendelijke boot, die ons verleden
jaar zooveel vreugde heeft verschaft
Nee, je hebt gelijk, antwoordde ze. Zoo
ziet er nou een vroolijk weeuwtje zooals
jullie mij achter mijn rug noemen alt, ajs
ze wat ouder begint te worden. Met dit ver
schil echter, dat oude booten weer kunnen
worden opgeknapt, opgeschilderd, bijgeplei-
sterd, van nieuwe meubelen voorzien, maar
een weduwe op haar retour....
Neville lachte.
Tenminste als ze liet probeeren wordt
het meestal een karikatuur, zei hij. Maar maak
je voorloopig maar niets bezorgd, beste vrien
din, jij zult een zeer vriendelijke ep onder
houdende dame worden, daar ben ik van over
tuigdmaar dat weduweschap kan ik je
niet op een briefje meegeven.
Laat ons eens zien of er geen deuren
open zijn. stelde het meisje ineens voor, om
het gesprek op een ander terrein ove'r te
brengen. Ze moeten natuurlijk allemaal geslo
ten zijn, maar er valt hier niets te stelen. Het
zou me niets verwonderen als de bootknecht
op dat punt nogal wat slordig is uitgevallen.
Maar de knecht had zijn werk schitterend
gedaan en geen enkel slot gaf toe aan de pro-
beerende rukken van twen stevige mannen-
19. 46—41
20. 39—34
21—26
Zwart is nu opgesloten en kan zich niet vrfl
maken. Op 2429 en 20 29 wit 30—24, 28 10,
43 23 en daarna 28—22 en wit wint een stuk.'
20. 17—22
21. 28 17 12 21
22. 34—29
Aangewezen, de consequente voortzetting van
het opsluitingsspel.
22- 23 34
33. 40 29
Zwart.
Wit:
Nu kon zwart wel gewonnen geven. Het wordt
nu slechts een kwestie van tijd,
44.
45. 43—38
46. 39—33
47. 34—30
48. 29—24
49. 33 24
50. 24 15
51. 30—24
52. 24—20
Zwart geeft op.
16—21
13—18
18—22
21—27
20 29
15—20
8—13
13—18
OPLOSSINGEN. fj
Probleem no. 95 (JAC. HARING).
Zwart: 1, 2, 4, 16, 24, 25, 26, 29, 33, 34, 35 en 19.
Wit: 13, 14, 17, 22, 31, 36, 37, 42/5, 48 en 50
Wit 13—9, 44—40, 42—38, 37—32, 48 37 50 8
(zw. 48 20) en 22 15.
Probleem no. 96 (W. J. v. d. VOORT). ij
Zwart: 3, 7/10, 12/8 en 22.
Wit: 23/5, 28/9, 31/4, 36, 39 en 44.
Wit 25—20, 34—30, 24—19, 29 20, 44—39 (zw. 1
22 44) 31 4 en 4 7.
Goede oplossingen ontvangen van: R. N. Al
ders, Hillegersberg (ook van nos. 9193)W. J.
v. d. Voort, Nieuw-Vennep; C. v. d. Spek, H. H.
W. Borghardt, Joh. Lodewykx, J. P. H., T. S.,
I. P. H., allen Rotterdam; W. v. d. Laan, Am
sterdam; C. v. C„ den Haag.
23.
21—27
18 27
26 17
13—18
8—12
18—22
24. 31 22
25. 32 21
26. 37—32
27. 32—28
28. 4339
Zwart had hier ook 1—6 kunnen spelen; de
damslag gaf wit absoluut geen winst.
29. 49—43
Wit kan kalm afwachten, zwart moet toch
straks aan zijn opgesloten vleugel spelen.
29. gg
30. 41—37 913
31. 3732 2297
32. 32 21 17 26
Niet 16 27, dan wit 28—23, 30 10 en 33 31
wint 2 schijven.
33. 42—37 6
34. 4540 ii
35. 38—32
Wit kan een schijf winnen met 3731, 4741,
40 34, 29 9, 25 23 en 30 19 maar deze slag
is niet winnend, er zit nog te veel spel voor
zwart.
35. 16—21
36. 37—31
Om 2127 te voorkomen.
37. 32 41
26 37
a 1—26
Zwart.
Wit:
38. 41—37 12—17
Zwart heeft steeds vrij gedwongen spel.
39. 4741 1721
Op 11—16 wit 28—23, 30 10, 33 11, wint
een stuk.
40. 41-36 n._16
41. 4034 £127
Zwart heeft niets beters.
42. 28—23 19 28
43. 30 10 5 - 14
44. 33 31
ROTTERDAMHAMBURGANTWERPEN.
Gedurende de maand Januari zijn te Ham
burg binnengeloopen 1187 schepen met
1.6 i S. G92 netto tons tegen 1285 schepen met
1.834.761 tons in Januari 1928.
Wij laten hieronder een vergelijkenden staat
volgen van de havenbeweging van Rotterdam,
Hamburg eu Antwerpen over Januari:
Rotterdam:
1929
1928
Verschil
Hamburg:
1929
1928
Verschil
Antwerpen
1929
1928
Verschil
1023
1022
1.713.0SO T
1.794.183 V:
Sft.03
1187
12S5
1.678.692
1.834.761
98
156.069
J
979
942
1.741.094
1.765.566
T
37
24.472
De officieel© cijfers der netto tonnen-
maat voor Antwerpen luiden voor 1929
2.048.346 en voor 1928 2.077.136, het verschil
28.790. Om deze gelijk te maken met de hier
gebruikelijke berekening zijn deze cijfers met
15 pet. verminderd.
In do cijfers voor Rotterdam zijn de bunker-1
booten niet inbegrepen. J
ROTTERDAMANTWERPEN.
Gedurende de maand Januari zijn te Ant
werpen aangekomen 979 schepen, totaal
2.048.346 netto tons.
Wij laten hieronder een vergelijkenden staat
volgen van de havenbeweging van Rotterdam
en Antwerpen.
Rotterdam Antwerpen
1929 schepen netto t. schepen netto t.
Januari 1023 1.713.080 979 2.048.346
De voor Antwerpen opgegeven cijfers der
netto tonnenmaat zijn die volgens Belgisch^
berekening.
Om deze gelijk te maken met de hier gebrui
kelijke berekening moeten deze cijfers met 15
pet. verminderd worden.
Het totaal-cijfer voor Antwerpen wordt dan
1.741.094.
In de cijfers voor Rotterdam zijn de bunker-
booten niet inbegrepen.
FAILLISSEMENTS-STATISTIEK.
In de week van 28 Januari2 Februari zijn
in Nederland uitgesproken 60 faillissementen.
banden. Toen beproefde Neville zijn inbrekers-
kunsten aan de ramen en eindelijk was er
een, dat gemakkelijk toegaf aan de van vak
kennis getuigende pogingen met een zakmes.
Het sloeg naar buiten open en met een lich
ten sprong was hij binnen.
Kom Daphne, laat ons eens inbreken in
je eigen bezitting, zei hij. Geef me maar een
hand, dan gaat het vanzelf.
Daar was iets avontuurlijks in zijn voorstel,
en haar jonge geest, die den laatsten tijd ver
geefs naar iets nieuws had uitgezien, nam
deze gelegenheid onmiddellijk aan. Zonder den
steun van zijn hand te aanvaarden, sprong ze
reeds half door het venster, maar haar rok
bleef hopeloos aan een grendel hangen en ze
lachten belden hartelijk, toen ze erin berusten
moest om zijn hulp te aanvaarden.
Neville sloeg zijn armen om haar heen en
lichtte haar sterk en sierlijk op. Toen zette
hij haar op den vloer van de donkere kamer.
De last was zoo licht geweest, de gelegenheid
zoo onverwacht gunstig, dat hij zich niet be
dwingen kon op haar van louter avontuur
gloeiende wangen een zoen te drukken.
Daphne ontwaakte met een schellen kreet
uit haar spel en- stond sprakeloos voor de
werkelijkheid.
Spreek, Daphne. Voel je je beleedigd door
dien eenen kus? En toch kon ik 't niet helpen,
ik zweer je, dat ik er niets aan doen kon. Ik
moest je dien zoen geven. Ik zou werkelijk een
bovennatuurlijk wezen geweest zijn, indien ik
aan de charme van dit zeer aparte en onver
wachte oogenblik had weerstaan. Een Grieksch
wijsheer heeft eens gezegd, dat het geluk ons
eigenlijk nooit bezoekt, doch slechts passeert
ais een vlinder. Het scheert met de vleugels
onze wangen en voordat we ontwaken uit de
zachte bekoring dier streeling, is het reeds
voorbij. Zoo voelde ik me ook, toen ik jou ve-
devwichtige schoonheid in mijn armen had.
Het was zoo donker in de kamer, dat hij
haar gezicht niet zien kon. Zij antwoordde
niet, maar hij hoorde haar zacht snikken. Hij
stak zijn handen uit, en trok haar zacht naar
zich toe. Toen streelde hij heur haren en
sprak:
Daphne, Daphne, spreek nou, zeg het me,
dat ik vergeven ben. Dat je me mijn ruwheid
niet kwalijk hebt genomen. Dat het alles weer
vergeten is. Hij maakte zijn eenen arm los,
haalde uit zijn zak een kleine electrische lan
taarn en wierp het licht op haar gezicht. De
gewoonten om een lantaarn bij zich te dragen
had hij van de dagen aan het front overge
houden, toen haast niemand zich zonder deze
gemakkelijke lichtbronnen buiten waagde.
Deze twee jongelui, die samen alle genoegens
hadden doorgemaakt, waarin de menschen
zich na den oorlog sis ln een koorts hadden ge
worpen, waren reeds honderden keeren alleen
geweest. Maar hier in een huisboot, die daar
verlaten op een afgelegen plek van de Thames
in den mist op het water dobberde, in een don
kere kamer, waarin een lantaarn een witte
trechter van fel licht had geworpen, onder
gingen beiden een gewaarwording, die sterk
verschilde van al hun vroegere gevoelens. Er
lag Oen ernst over dit oogenblik.
Jong, vrij van opvatting als de meeste jon
gelui die aan het front hadden gestaan, of met
de mannen in aanraking waren gekomen, die
in de loopgraven met al de fratsen van over
dreven omgangsvormen radicaal hadden ge
broken, waren ze er natuurlijk al lang mee
vertrouwd geraakt, dat het zeer wel mogelijk
is, dat jongelui samen zijn, zonder dat dit op
spraak behoeft te wekken. De chaperonne was
met de diligence afgeschaft. Maar toch hadden
beiden, ondanks hun oppervlakkige luchthar
tigheid, nooit de eenmaal geschreven wetten
van fatsoen veronachtzaamd. Beiden zagen
welbewust, dat hun tegenwoordigheid op dit
uur in deze boot op zijn minst genomen pre--
cair genoemd kon worden. En dus alleen ver
goelijkt kon worden door een besluit, dat
Neville reeds gestalte had gegeven in zijn ge
dachte en nu wilde doen geboren worden. Zijn
zoekende lamp viel op een divan en heel lang
zaam nam hij Daphne daar naar toe. Zij liet
zich leiden, weerstond hem niet,
ln antwoord op zijn smeekende woorden van
daareven, hield het meisje op met schreien.;
1 oen sprak ze met een sterke, moedige stem,
maar toch zacht, als meende ze door i amend
beluisterd te worden:
Neville ik heb al lang en met vree se dit
oogenblik tegemoet gezien. Ik heb je al zoo
vaak gezegd, dat ik bang voor je was, ais ik je
weer een poging zag doen om mijn liefde te
winnen, je verlangens bevestigd te zien. Maar:
ik vreesde niet alleen jou.... ik vreesde het
meest mezelf.
- Zij aarzelde. Na een pauze zei ze:
Ja. Neville, ik heb een heel viimigea
strijd achter den rug. Ik meende, neen ik was
overtuigd, dat het mijn plicht was. Toen;
Ralph stierf gedood werd door die wil*
den
Weer begon ze te snikken en Neville wiegde
heel zacht haar gevoelens in zijn medelijden,
zoodat het verdriet zich te slapen legde. In'
een behoefte aan vriendschap leunde ze tegen'
hem aan, een vertrouwelijkheid, waaraan zq
tot heden nog nooit bad toegegeven. Met een,1
niet te beschrijven gevoel van verrukking on
derging hij dit nieuw bewijs van vertrouwen.
Het was zoo stil, de avond was zoo zacht.
(Wordt vervolgd).