HET HART VAN DE WERELD
r
H
- i
Door de bronzen poort naar 't Huis des Vaders
fïFm
VRIJDAG 15 FEBRUARI 1929
FERSTE BLAD
PAGINA 3
MARIA LICHTMIS, DE KAARSENHULDE AAN DEN PAUS
wils
UIT DE R. K. STAATSPARTIJ
DELFLANDSCHE HYPOTHEEKBANK.
V
door
KEES MEEKEL.
Porta 0»
r. mm*#
r-Rü>.'4.
De bronzen poort, waarvan één deur sedert 1870 altijd gesloten bleef.
np Bronzen Poort. Het is eeu machtige deui
groen van ouderdom, maar knopplg 3terk en
tegen een stootje bestand. Eén vleugel van de
Poort blijft sinds 1870 steeds gesloten, de an
dere geopend, .ontvangt de menschen van stad
en wereld.
Dit is de voornaamste deur, die er bestaat,.
Eén is er nog voornamer: die van den hemel,
maar al is die van goud, toch houdt zij verband
met deze (bronzen.
Bt) deze Poort staat een Zwitsersche jon
gen tn het meeat artistieke costuum, dat ooit
voor een wacht is ontworpen: blauw met roode
en gele strepen, en zwarte helm of baret.
Omddt het vandaag koud is ijspieken han
gen aan de spuitende fonteinen draagt öe
wacht over zijn kleurig pak 'n donkeren schou
dermantel.
Michel Angelo ts de ontwerper van deze uni
form. Wat zoö'n geniaal man al niet onder
handen nam? Ik verdenk hem zelfs, de pieken
In hun handen te hebben geteekend. Ik geloof
.niet, dat er een waebt ter wereld op kan tegou
deze van de Bronzen Poort, noch wat kleedij.
noch wat de sympathie betreft, die van hen op
Ieder mensch in dit machtig huis afstraaït.
Ze komen nil hergen en hoogland, -deze jon
gens. en staan hier of ze thuis zijn ze doen
het nu ai vierhonderd jaar. dat waebt 'houden
bij den Paus.
Eén .staai met z'n hellebaard bij de deur en
een ander kijkt naar je banden, wat voor pa
pier of je hem voorhoudt, of naar je oogen en
antwoordt zoo noodig in drie, vier talen.
Terzijde is een lokaal voor deze mannen en
bij de ramen, 'die uitzien op Sint Pieter en om
geving, staan wa banken, waar ze hun tijd
zoek brengen, zooals een wacht dat al doet. pra
tend. lezend, over het groote plein kijkend.
Je stijgt langs de Zwitsers bij deze Poort, de
trap op, die koninklijk wordt en wendt je wél
drie keer, om te zien wat voor monument je'be
treedt. wat voor berg je opgaat.
Deze trap, die van marmer is en do glanzen
de iteer heeft van zonnestralen, doet aan iris
de ladder uit Jacob's visioen.
Alles werkt mee aan dit visioen. Je stijgt in
het grootste paleis, dat ooit in de wereld be
stond zijn er niet meer dan tienduizend ver
trekken? - Je bent in het Huis van Pius, die
is de Stedehouder Gods en je stoot bij elke wen
ding van de trap op zoö'n edel-staand Zwitser
of je een zwaard-houdend engel voor hebt van
het rijk des hemels!
Veen. neen. geen trap in de wereld haalt het
bij deze.
tk ben hem al meer opgetogen. Eens ben ik
hier gegaan met tranen In :m'n oogen. Waar
om? Ja. waarom? Duizenden gingen deze witte
treden op en af. Het jubeljaar vierde zijn hoog
tij zonnig en zomersch. en Pius XI verleende
aan de eindelooze trap-opkomers audiëntie op
audiëntie. Bleek was Hij er vau. lijdend door
de zomerhttte en mat van vermoetenis bij :.het
alsmaar zegenen en staan voor de menschen als
de Man. dio HU is.
Temidden van deze menigte, die Aemeud
zich bewoog in de groote zalen, ja, tot op het
Belvédère-plein en in de loggia's, trad telkens
■weer de Paus in Zijn -witte eenvoudige toog,
wit gelaat, heffend de blanke hand in ,een
zegen, die op een liefkoozlng geleek voor de
menschen.
Soms sprak hij een paar woorden, soms niet;
maar waar hij ging bogen de menschen, en
keken naar Hem met oogen, waarin hun won
derbaar geloof straalde iu Petrus' uitverkie
zing.
De Paus was er mne van en Zijn gelaat droeg
een doornen-gekroond en glimlach, die boven
alle verdriet en vreugde gaat.
Waarom zon een mensch, dat dat. ziet, zich
niet ontroerd voelen?
Hieraan denkend, stijg 1k gestadig. In de
Saia Clemente staan alweer Zwitsers, een heel
piket. IDit. is de zaai van do wacht, in het hart
van het Vaticaan. Een museum van een wacht
zaal. Ze hebben maar op hun banken te zitten
en verder niets 'te doen dan bet hoofd te heffen
en te studeeren. Het is alles schoon en een an
tiek boek.
Voor de plechtigheid wan dezen dag 'het
Is MaTta Lichtmis, de dag der ikaarsan krijg
'je een plaats ln de zaal wan het consistorie,
op -een groen beisleede bank.
Boven je hootd schittert een plafond in ond-
goudig snijwerk en om je heen zijn de muren
met rood damast behangen. De kleur en Bloe
men van die muren zijn ook geweven in de
kleeding van de lakeien de sediari die
je een plaats wijzen. Het is een kerk. van een
troonzaal deze machtige consistorie-aula, al
majesteit -en kalme grootheid. Enkele oude
schilderijen versieren de wanden. Aan het eind
van de zaai bevindt zich een zwart kruis, ge
houden door een vergulden knielenden engel,
levensgroot; werk van Bernini, de uiteinden
van het kruis viam-goudig versierd. Barre ba
rok, behalve het kruisbeeld. Dat is oen open
baring: de Christus byzantijnsch in ivoor ge-
sneden, misschien zevende eeuwsch werk.
Tegenover dit kruis staat de troon van den
Paus onder een purperen baldakijn.
De groote zaal is gevuld met menschen. In
de nabije loggia van Montavani leest iemand
namen af; je hoort het verzetten van voeten
en het gezoem van stemmen. Daar zijn de af
gezanten van Roms's geestelijkheid.
Het wachten is op den Paus. De menschen
praten zacht -en ingehouden gesluierd zijn
de dames, wit-dassig de heereu.
Hoe waardig staat de pauselijke troon met
z'n fijn Beau vais weef werk: Petrus zie je op
den rug van den zetel, Jlij ontvangt knielend
van Christens de sleutels. Hier op deze plaats
ongeveer had Nero zijn circus en zong hij voor
de Romeinen zijn hoogste lied, kropen de chris
tenen dooi' het: stof of zochten hun heil in
catacomben en martelaars-graven.
Daar komen officieren van de edelwacht
aangestapt, blinkende helmen op het hoofd.
Ik kan het niet helpen, ik vind dat ze maar
slecht in dit milieu van damast en goud-pla
fond passen. Neen, dan de Zwitsersche jongens,
die hebben mijn hart. Daar staan er twee met
hun pieken in het middenpad tusschen de men
schen: schilderijen zijn het!
Nu nadert de Paus. Enkele kamerheeren
gaan voor hem uit: Hij treedt binnen, zege
nend de knielende menigte met vaag gebaar
en neemt met 'n lichte neiging van het hoofd
plaats op den troon.
Aan weerszijden van Hem stellen zich twee
monsignori, naast hen weer andere waardig-
lieidebekleed-ers; één er van in een zwart
oostum met een zilveren keten. Alweer een
middeleeuwseh schilderij.
De Pane heeft één moment aller menschen
aandacht: ieder houdt er den adem bij in,
dat hij Hem van nabij mag zien. Hij ziet er
sterk uit en frisch, al3 door den vrieswind
gekleurdhet is, of Hij vanmorgen in 3,11e
vroegte al een wandeling beeft gemaakt in den
kouden tuin.
Dan naderen door het middenpad de helden
van den dag. Voorop staan de kapittels van
Rome, die van Sint Pieter met twee kaarsen,
de grootste, de fijnste, de mooiste kaarsen dra
gen zij. Na hen drie aan drie: twee studenten
met hun rector: de colleges van Rome, tel
kens drie aan drie, één houdt een kaars, drie
aan drie, uit alle landen van de wereld.
Allen doen wat de eersten van Sint Pieter
deden. .Ze knielen neer voor dén troon van de
Paus, een lakei noemt de kaars, de rector zegt
een paar zachte woorden, de Paus antwoordt
op 'n even zaeliten toon, tets wat alleen maar
voor die drie uitverkorenen is; ze kussen den
Vissers-ring, staan op eh gaan het zii-pad af
met ontroerd gelaat.
De kaars, die elke delegatie aanbiedt, is
beschilderd als een bloemtuin, dik als die van
Paschen. Op elke kaars staat tusschen de bloe
men een symbolische versiering, de adelaar
van het Pius-wapen en een korte aanduiding,
wie de gevers zijn. Een wit vlos-zijden kapje
als versiering op den top, soms netjes met
gouddraad doorvlochten.
Alle colleges van Rome. Ze lijken het gezicht
van den Opperherder te verheugen op dezen
■Maria Lichtmis-dag, die tevensn de dag ts van
den grijzen Simeon, die het Licht tot open
baring aan de volkeren uitriep! Daar komen
ze met hun „opus apum", den arbeid der bijen,
de was, die het-zlch- verterend licht voedt. Wat
is de Paus, voor wiens aangezicht men dit
zinnebeeldig werk der bijen brengt, anders dan
licht en openbaring aan de volkeren? Hij
moest dit eens zien, onze heer Maraix van Sint
Aldegonde, die 'n honderd jaar of wat geleden
z'n schimp schreef „Het biëlboec der Room.
sche Kercke".
Voor al deze bijen van de Roomsche Kerk
heeft de Paus ietsenkele woorden steeds
een glimlach er bij, meestal is het onverstaan
baar, maar soms hoor je Duitsch van Zijn lip
pen met de germanen, Franscb met de gal-
liërs. Engelsch met de anderen. Ook negers
gaan -er tusschen, zelfs kroeskoppige studenten
uit „Suriname Olandese". Heb ik ooit van m'n
leven? Aau dit 3001% zwart, bruin, geel. be
steedt de Paus meer woorden dan aan de an
deren. Ze komen immers van ver de wereld
is zoo groot en heidensch de versten liggen
Hem het naast aan 't hart. Noemt men Hem
niet den „Paus van de missie"?
De kaars, die aangeboden wordt, zet een
lakei -in een hoek van de zaal. Daar komt
langzamerhand een regiment kaarsen. Aan
houdend, als je omkijkt, staat het middenpad
van de zaal vol geestelijken. Langzaam, ge-
ruisohioos komen ze aan. Een ceremoniemees
ter roept voor den Paus de namen der colleges
af, ze knielen, ze kussen den ring, je hoort,
zachte stemmen, ze gaan.
Het duurt als de wijzers van de klok.
Na de colleges komen de geestelijke orden.
.Noeru ze maar eens op. Er zijn er in Rome
meer dan je kent, ©r zijn er, wier namen je
zelfs nog nooit gehoord hebt en wier klooding
je nimmer zag.
Ze komen. Drie aan drie, Dominicanen,
Franciscanen, Jesnfrten, Kruishi-eren, Re
demptoristen, tutli-uuanti, ze offeren Paus
Pius hun zinnebeeldige kaars, het werk der
bijen.
Voor velen van de lieeren is het eeu heer
lijke gelegenheid, om don Paus eens goed te
zien, voor Hem te knielen, Zijn ring te kus
sen, Zijn stem zoo nabij te hoo-ren, Zijn zegen
te ontvangen. Er zijn er onder, die liet niet
weinig veTdienen zou je zeggen, zoo op de
mannen afgaande. Houd is het in Rome, in de
meeste huizen kennen ze geen kachels, laat
staan in de kloosters, van velen zien de vin
gers, die zoo'u kaars houden, er verbeten rood
en winterachtig uit. Anderen zijn niet weinig
zenuwachtig en klemmen sterk de tanden op
elkaar niet heeleniaal op hun gemak en toch
op hun gemak bet is ook zoo vreemd tus
schen al die menschen. Er zijn er tuscken, die
de meditatie bij zich dragen, zoo uit hun cel.
l.en en eenzaamheid bier in het Vaticaan neer
gezet, in dit groot en -opzienbarend paleis.
Enkelen bidden en bewegen de kralen van den
rozenkrans, die om hun middel hangt.
Het is op stuk van zaken eentonig, het zai
voor den Paus van een afwisseling zijn om dood
moe te worden! al die offeraars zijn zijn
trouwste zonen, en allen wil Hij wat zeggen,
een goed passend vaderlijk, pauselijk woord,
dat hun aangaat en dat hun lief is en bijblijft,
dat ze misschien meenemen om in de commu-
nauteit over te vertellen. Weegt Zijn minste
woord niat meer dan goud?
Als-maar zit de Paus glimlachend en spreekt
ze toe- cn .als-maai' komen er nan, met een
kaars, dat werk der bijen, dat de maagdelijk
heid van de kerk kan verbeelden, het werk
ook van eindeloos ...veel zelf-vergeten en een
heid.
Kreeg ooit ten vorst treffender hulde dan
hier de Paus van deze mannen? .Sint Frans
was van dit -soort en Bint Dominicus, Sint Ig
natius en Sint Bonedictus.
Het duurt. Het duurt langer dan de echte
groote litanie. De Paus -strijkt even langs zijn
voorhoofd. Ik weet al. wie de hitte en den last
van dit uur draagt.
Daar komen de broeders. Do broeders van de
Christelijke schelen., de broeders van de zieken
huizen, van blinden-insti tuten eu verbeterings
gestichten, de broeders van dit en de broeders
van (lilt.
Do ceremoniemeester leest kalm alle namen
van zijn meeT-dan-lange-ljjst. Dit wordt toch
hot einde, deze broeders. Ik zie het aan de
pogen van den monseigneur naast de troon.
Ei- komen geen broeders meer uit de loggia
van Montavani, dit is de laatste rij.
Achter hen aan treedt een paars prelaat naar
voren. Zachtkens- geleidelijk, rozenkrans-bid
dend, stil voor zich heen. Hoort hij bij de
laatste broeders? Neen. Hij dringt met een
paar woorden, de laatsten opzij en komt tus
schen de zwarte mannen ongemerkt Daar vo
ren, nadert den troon. Dan ziet hem de Paus.,.,
de anderen wachten, de ceremoniemeester
zwijgt.
De prelaat knielt voor den Paus en Deze
buigt voorover en luistert. Het is niet te ver
staan wat hij zegt. maar de Paus heeft een
antwoord: „si, si!" Met een klank van: „na
tuurlijk. dat gaat door, ik kom dadelijk, die
audiëntie gaat door, het is tf0g niet zoo laat!"
Even later staat de laatste kaars bij de
andere kaarsen in den hoek en de laatste broe
der verlaat langs het zijpand de zaal. Evenals
zijn voorgangers kijkt ook deze ingetogen, na
het aanhooren van den Paus en het kussen
van den Visschers-ring Het is, of allen van een
wonderbare communie-bank afkomen, die de
eenheid uitmaakt van hun harts-tevredenheid.
Dan kijkt de Paus, al» met een zucht, over
de menschen iu de zaal. Zijn oogen doen aan .als
van iemand die lang in felle zon jjdp jjy staat
op. Allen staan op en knielen neer.
Hij geeft Zijn zegen, het onontbeerlijk teeken
van Zijn zorg en liefde, die de liefde verbeeldt
van God.
En Hij gaat, met een korte hoofdbuiging voor
enkele heeren in de nabijheid van Zijn troon.
Dat zijn -de gezanten van Frankrijk -en
Spanje.
Verduiveld, zit ik te star-oogen, verduiveld,
Holland, het was me een kwartje waard (laten
we zuinig zijn!) een kwartje waard, als er een
gezant van je bij zat. Maar je bent zoo'n nobel-
hartig koopman, lief vaderland, dat je wel weet,
wat je doet. Je stuurt een gezant bij dezen
grootere-dan-koningen in oorlogstijd, alB je
merkt, dat er gevaar dreigt eu er bij Hem, die
altijd rechtvaardig Is- wat hulp te halen kan
zijn. En je bent zoo „pienter", om na den oorlog
■dien gezant weg te roepen, omdat je denkt dat
er niet genoeg meer te verdienen is.
Dit, wat dht was.
Een vulBtslag in het aangezicht van alle be
schaafde menschen, een beleediging ook voor
een groot gedeelte van je bevolking twee en
een half millloen zonder wie, zonder wie....
neen, ik zeg niets; ik 7-eS alleen: Oranje boven!
Maar.... 't moet netjes zijn.
Als Ik dit wil wegzenden verneem ik dat de
Romeinsche Kwestie opgelost is.
Nu zal de Bronzen Poort weer wijd opengaan.
Recht is toch maar recht. Wat 'n figuur Hol
land, daar komt je gezant hinkend aan.
DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN.
De aanwijzing in den kieskring Maastricht.
De verzamellijst der gehandhaafde aanwijzin
gen van candidaten voor de verkiezing van
leden der Tweede Kamer in den Rjjkskieskring
Maastricht luidt als volgt;
A: Speciale kwaliteit voor internationale
vraagstukken: mgr. dr. W, H. Nolens, 's-Gra-
venliage,
B: Speciale kwaliteit voor arbeidszaken en
het arbeidsvraagstuk: H. G. M. Hermans, Den
Haag; C. J. Kuiper, Utrecht; dr. J. A. Veraart
's-Gravenhage; J. H. Maenen, Heerlen; Chr.
Zielcmans, mijnwerker, Brunssum, de laatste
twee als plaatsvervanger.
C: Speciale kwaliteit voor landbouwzaken en
het Landbouwvraagstuk: J. J. C. Ament, Roer
mond; W. F. J. Quaedvlieg, Kerkrade; P. J.
Rutten, 's-Gravenhage; H. H. Trienekens, Ven-
lo, de laatste slechts als plaatsvervanger.
D: Vrije plaatsen: M. C. E. Bongaerts, 's-Gra
venhage, H. J. W. van der Braken. Utrecht;
G. Bulten, Voorhout; dr. E. A. M. Droog, Heem
stede, A. XL J. Engels, Leiden; P. H. A. Er-
kens, Geleen; L. F. Guit, 's-Gravenhage; L. N.
H. Haan, Nieuwstadt, slechts als plaatsvervan
ger; G. H. A. Habets, Kerkrade; J. A. -G. M.
van Hellenberg Hubar, Rijswijk; mr. C. M. F.
Kneepkens. Maastricht; dr. J, A. van Kranen
donk Duffels, Breda; J. Th. van der Laan, Zui
len; J. M. J. H. Lambooy, 's-Gravenhage; H. J.
F. vau Lokven, Venlo, slechts als plaatsvervan
ger; II. W. E. Moller, 's-Gravenhage; H. C.
Nijkamp, Enschedé, slechts als plaatsvervan
ger; A. A. van Njjnatten, Maastricht; A. J. B.
Oomen, Utrecht, slechts als plaats vervanger;
M. J. M. v. Poll, Helmond; W. F. J. Quaedvlieg
Kerkrade; IC. F. Ritzen, Heerlen; P. J, Rutten,
's-Gravenhage; J. M. H. Schoonbrood. Maas
tricht; mr. F. J. M. Smits van Oyen, Eindho
ven; mr. M. P. L. Steenberghe, Goirle; mr. P.
W. H. Truijen, Roermond, slechts als plaatsver
vanger J. M. H. van de Ven, Heerlen, al
leen als plaatsvervanger; L. J. de Vries, Heer
len, mr. M. A. M. Waszink, 's-Gravenhage.
De verzamellijst in Limburg.
De verzamellijst der gehandhaafde aanwijzin
gen van candidaten voor die verkiezing van le
den van de Tweede Kamer der Staten-G-ene-
raai in 1920 in de Rijks kieskring-organisatie
Maastricht, riet er, volgens de „L. Koer.", als
volgt uit;
A. Speciale kwaliteit voor Intern, vraag
stukken: 1, Mgr. Dr. W. H. Nolens, lid van de
Tweede Kamer, 's-Gravenhage.
B. Speciale kwaliteit voor Arbeidszaken en
het Arbeidsvraagstuk: 1. H. G. M. Hermans,
's-Gravenhage; 2. C. J. Kuiper, Utrecht; 3, Dr,
J. A. Veraart, 'a-Gravenhage; 4. J. H. Maenen,
Heerlen, slechts ais plaatsvervangerB. Chr.
Zielcmans, Brunssirm, slechts als plaatsvervan
ger.
C. .Speciale kwaliteit voor Landbouwzaken
en het Landbouwvraagstuk: 1. J. J. C. Ament,
Roermond; 2. W. F. J. Quaedvlieg, Kerkrade;
3. P. J, Rutten, 's-Gravenhage; 4. H. H. Trie
nekeus, Venlo, slechts als plaatsvervanger.
D. Vrije plaatsen: 1. M. C. E. Bongaerts,
Den Haag; 2, H. J. W. van den Braken,
Utrecht; 3. C. Bulten, Voorhout; 4. dr. E. A.
M. Droog, Heemstede; ,6. A. H. J. Engels. Lei-,
den; 6. P. H. A. Ërkens, Geleen; 7. L. F.
Guit, 's-Graveniiage; 8. L. N, H. Haan, Nieuw
stadt, slechts als plaatsvervanger; 9. G. H. A.
Habets, Kerkrade; 10. J. A. G. M. van Hellen
berg Hubar, Rijswijk; 11. mr. C. M. F. Kneep
kens, Maastricht; 12. dr. J. A. van Kranen
donk Duffels, Breda; 13. J. Th. van der Laan,
Zuilen; 14. J. M. J. H. Lambooy, 's-Graven
hage: 15. H, J. F. van Lokven, Venlo, slechte
als plaatsvervanger; 16. H. VV. E. Moller, Den
Haag; 17. H. C. Njjkamp, Euisched4 slechts als
plaatsvervanger; 18. A. A. van Nijnatten, Maas
tricht; 19. A. J. B. Oomen, Utrecht, slechts als
plaatsvervanger; 20. M. J. M. van Poll Hel
mond; 21. W. F. J, Quaedvlieg, Kerkrade; 22.
K. F. Ritzen, Heerlen; 23. P. J, Rutten, 's-Gra-
venhage; 24. J. M. H. Schoonbrood, Maastricht,
25. mr. F. J. M. Smits van Oyen, Eindhoven;
26. mr. M. P. L. Steenberghe, Goirle; 27. mr.
P. W. H. T-ruyen, Roermond, slechte a!e plaats
vervanger; 28. J. M. H. van de Ven, Heerlen,
slec-hts als plaatsvervanger; 29. L. J. de Vries,
Heerlen; 39. mr. M. A. M. Waszink, 's-Graven
hage.
DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN.
De candidatuur-Houtman.
De heer Chr. Houtman, te \s-Hortogenboseh,
die aanvankelijk een candidatuur voor den
kwaliteitszetel Handel, Nijverheid en Verkeer
in de kieskringen HaarlemHekter had aan
vaard, heeft deze thans ten reapecte van mr,
•dr. L. G. Kortenhorat Ingetrokken.
In de te Breda gehouden vergadering vau
het verkiezingscomité voor het Zuiden 1929 der
S.D.A.P. werd de uitslag van de stemming
over de groslijst als volgt vastgesteld; 1. W.
H. Vliegen; 2, W. Drop; 3. G. Woudenberg;
4. A. M. Overheff; 5. P. G, Gtuj»j -6. C. H.
Pieten,
Het referendum oveir de groslijst van candi
daten voor leden der Tweede Kamer der ,S. D.
A. P. in Gelderland heeft in die groslijst geen
verandering gebracht. Definitief zijn dus voor
de kieskringen Arnhem en Nijmegen candi-
daat gesteld: 1. A. B, Kleerekoper; 2. H. J. van
Braamheek; 3. ds. J. L. Faber; 4. C, A.
WeersmaVan Duin; 5. F. S. Noordhoff; '6.
M. .lademakers.
Het referendum voot de Kamerverkiezing in
d kieskringen HeidérHaarlem, heeft de
volgende definitieve lijat der S.D.A.P. ge
bracht: 1. mr. J. E. W. Duys; 2. Ch. G. Cra
mer; 3. C. Thomassen; 4. J. E. Stokvis; 5. F.
van der Walle; 6. W. van de Vali; 7. A. de
Vries; 8. P. Zeeman; 9. F, van Meurs,
(Volk).
Het referendum heeft geen wijziging ge
bracht in de samenstelling van -de soc.-dem.
groslijst, die doer den Partijraad voor de kies
kringen Rotterdam en Dordrecht was opge
maakt.
De lijst is dus als volgt vastgesteld: 3. J. ter
Laan, 2. S. Groeneweg, 3. J. van Zadelhoff, 4.
Joh. Brautigam, 5. A. B. de Zeeuw, 6. G. van
der Houvon, 7. J. A. Bergmeijer, 8. P. de
Bruin, 9. J. Spronkers, 10. Mr L. A. Donker,
JHR. RUYS DE BEERENBROUCK EN DE
JOURNALISTEN VAN DE PERSTRIBUNE.
De president van de Tweede Kamer, Jhr. Mr.
Ch. Ruys de Beereobrouck heeft Dinsdag Ji.
na de eerste zitting, welke hij presideerde na
zijn ernstige ziekte, van de journalisten der
Perstribune een bloemstuk ontvangen.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck heeft gisteren,
vóór de zitting begon, een bezoek gebracht
aan do perskamer, om persoonlijk voor deze
attentie zijn dank te brengen.
HOE DE SCHIPPER VAN DE „IRENE"
HM. 89 VERDRONK
De oorzaak van flit treurig ongeval onderzoent
Op '24 November van het vorig jaar is op
de Noordzee de schipper van den stoomtraw
ler „Irene" IJM. 89 overbo-ord geslagen en
verdronken.
Naar de oorzaak van dit treurig ongeval
heeft de Raad voor de scheepvaart gister 'a
onderzoek ingesteld. Opgeroepen was de stuur
man Arend Groen van de „Irene"; aangezien
hii niet verschenen was, las de secretaris de
door Groen voor de Scheepvaartinspectie afge
legde verklaring voor. Daaruit bleek dat van
de „Irene" die voor de visseherij naar de
Noordzee wa uitgevaren, in den nacht van 23
op 24 November, het stuurgerei- onklaar waa
geworden. Toen het dag was geworden, heeft
men getracht, het defect te herstellen; de
„Irene" dreef toen Zuid-Zuid-Oost voor bij
stormachtigen wind. Later liep deze uit naar
het Noord-Westen, met orkaankracht. Op een
gegeven oo-g-emblik kwan. de schipper J. Dek
ker van achteruit naar de brug loopen, juist
toen een „groot stuk water" kwam aanzetten,
„Jongens, houd je vast Iriep de schipper nog.
Het. volgend moment werd de „Irene" als het
ware ondergedompeld; een paar matrozen en
de schipper werden buiten boord geslagen, de
eerste twee kouden door zich resp. aan een net
vast te houden en op een galg te klimmen, het
voege lijf bergen. Even later zag men van de
„Irene" schipper Dekker twee stroken aan
stuurboord, op ongeveer 80 meter afstand, met
de ruwe zee worstelen, terwijl rond hem stuk
ken hout dreven. De stuurman slaagde er in,
trawler rond te werken en naar de plaats te
stoomen, waar de schipper het laatst gezien
was. Daar aangekomen bleek schipper Dekker
reeds in de diepte verdwenen te zijn.
De Raad zal later uitspraak doen.
AANVARING TUSSCHEN TWEE
STOOMSCHEPEN
r
Een geluk, dat er niemand in de kooien lag
De Raad voor de Scheepvaart heeft een
onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de
aanvaring, welke op 29 November van het
vorig Jaar heeft plaats gehad voot de alula
van IJmsuiden tusschen het stoomschip „Rijn
land" van den Koninklijken Hollandaclien
Lloyd en het Dulteche stoomschip „Karaak".
De gezagvoerder van de „Rijnland", die als
getuige werd geboord doelde mede dat aan
boord de lichten in orde waren. Na het pas-
seeren van de -uitgaande stoomboot, bemerkte
men opeens van af de brug van de „Rijnland"
een achteropkomend stoomschip. Get. had kort
te voren van dit schip vier stooten op de
stoomfluit gehoord het sein voor sleepboot-
assistentie en geen oogenhlik dacht get.
aan de mogelijkheid dat dit schip, dat later
de „Karaak" bleek te zijn, d-e „Rijnland" zou
willen inhalen. De „Karaak" naderde echter
hard en daarom liet get. de machine van de
„Rijnland" volle kracht vooruit s'nan. Het
mocht echter niet baten: het bakboordvoor-
echip van de „Karaak" raakte te 3.41 unr v.m.
de „Rijnland" middenscheeps. Eenlg» hutten
daar ter plaatse gingen er met hevig gekraak
aan; een geluk was het, dat er nlontand in de
kooien lag, anders waren er volgens get. aeker
dooden gevallen.
De Hoofdinspecteur voor de scheepvaart,
rice-admiraal b.d. Fock, merkte op dat zA. de
oorzaak van het gebeurde is te wijten aan het
feit, dat de seinen, die in de haven van IJmui
den worden gegeven voor binnen- en buitenzijde
schepen onvoldoende zijn. De roode lantaarns
op de semaphoor worden getoond op het oogen
hlik, dat een uitgaand schip bulten de sluizen
ia: beter zou bet zijn indien zulks geschiedde
op een moment dat een van zee komend schip
dan nog gelegenheid heeft om met binnenko
men te wachten.
De Raad zal later uitspraak doen.
Onveranderd dividend.
In de vergadering van commissarissen der N.
V. Delflandsche Hypotheekbank to 's-Graven
hage, is besloten aan de op 27 dezer te houden
vergadering van aandeelhouders voor te stel
len liet dividend over 1928 na verhooging der
reservefondsen tot f 166.000, te bepalen op 16
pet. (nis v. J.).
WESTLANDSCHE HYPOTHEEKBANK.
Onveranderd dividend.
I
In de op 1 Maart te houden algemeens ver
gadering van aandeelhouders der Wesilandsche
Hypotheekbank, zal door commissarissen en
directie worden voorgesteld om over het boek
jaar 1928 een dividend uit te keeren van 40
pet. evenals vorig jaar.
EXAMENS STUURLIEDEN TER
KOOPVAARDIJ.
De commissie voor de stuurliedenexamens
zal, aanvangende 14 Maart 1929, zitting honden
te 's-Gravenhage, Carel van Bylandtlaan ni>. 5.
Do aanvragen om tot de examens te worden
toegelaten moeten den voorzitter der commissie
bereikt hebben vóór 26 Februari 1929.
Belanghebbenden worden ten aanzien van de
voorwaarden oio tot dit examen te worden toe
gelaten verwezen naar art. 7 van het bij be
sluit van 27 December 1907 (Staatsblad no.
353) vastgestelde Reglement voor de si-jur-
iiedenexamens.