Onze Vrouwenrubriek Uitliet Wetboek der Vreugde (Peignoir ^De jon^e hond en zijn verzorging Euffetlooper Een praatje over parfum c.Recepten voor de keuken Gebreid pakje voor jongens van 3 jaar VRIJDAG 22 F£BRUARI 1929 DERDE BLAD Onze Huisdieren m Spiegeltje aan den mand i Overname uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden H./.VS VAN NAZARETH EEN MIN NAAR OER VREUGDE. Dit heli Ik u gezgd, opdat mijn vreugde in u zou zijn en uwe vreugde overvloedig moge zijn. (Joan: XV—11). De groote bekeerling, Dr. Fr. van Ee- den, "arhaalt ons in zijn wonderschoon fcoe:; Het onsnbaar leven van Jezus" een geschiedenis over Jezus en de vreug de, ós wel niet in de vier Evangeliën staat opgeteekend, maar daarom best waa. gebeurd kan zijn. In Brthanië, aldus genoemde schrijver waar Jezus heel dikwijls kwam, was 't «eens een dag van groote blijde vreugde, omc.'ci er het Jocdsche feest der verzoe ning jevierd werd. Geen kind, dat dien dag n et uittoog met bloemen; geen oog, dat niet lachte, want dit was het fees" der groote blijdschap! Jezus was a'ien dag in het huis van een zijner vrienden. Een jonge moeder die Hem al dikwijls had gehoord, doch neg niet in Hem geloofde, was ook in die woning'. Ze had een kind van vijf jaar bi) zich, dat met, groote, stille oogen naar buiten zag, waar de menschen zingend in feestdos met bloemen getooid, langs 't raam voorbij gingen. Jezus zag den kleine, en keek 't kind lan™ in z'n grooie, klare oogen. „Kouder," zei toen Jezus, „uw kind is zei fc j zacht en vriendelijk: „kinderen spelen graag met bloemen." maar de mot dn' die Jezus noch haar kind be greep weigerde. Tr en kwam het kind naar Jezus, sloeg z'n armpjes om zijn hals en lei het blond kinderhoofd droevig tegen Zijn bo:s;. *&tt< 'er, zei toen Jezus, uw kind Is wijzer dan gij Ais ge ooit eens verdrietig hebt staan kijl er. naar de feestende menschen :n het leven en naar hen, die feestkleercn en bloemen dragen, terwijl men u geen bloemen geven wil, denk dan aan het kind, wendt u af van het venster, waar de feesten de menschen voorbij gaan en kom tot Hem, die beter weet feest en blcem "tl te vergoeden." leen boog de moeder het moede hoofd, want ze had veel geleden in haar leven; ze te „reep Jezus' woorden en geloofde vat: c' en tijd af in Hem. Jezt-3 van Nazareth wordt door som migen beschouwd als een vijand van de vreugde. Zijn geest zou zijn a's een fs koude wind, d.e de bloemen der levens- Wijhe op onze arme, koude wereld doodt: overal, waar de menschen de le vensvreugde zoeken, treedt Hij hun in cu -eg, groot en streng, met zijn on verbiddelijk: Cfj zult niet! n durft godlasterend zeggen,- dat de blevkf Christus met Zijn doorboor de han den. slechts behagen schept in 't jam meier van vertrapte heerlijkheden. Er rijn dwazen, die beweren, dat Jezus nee" gelachen heeft, ómdat- wij hiervan geen poor vinden in de Evangeliën. Jezt s van Nazareth, een somber pes simist een Hater van vreugde, welk een ong' hobrd'e dwaasheid! O. als men onder vreugde verstaat, het uitleven van alle menst'ieUfke lusten. zeker, van die rreug- de is Jezus een vijand, van den luidruch- tigen dronketnansroes der rumoerige we- reic!. maar niet van stil'.C, klare, reine Ziele-vreugde! Verkondigden de Engelen Zijr. geboor te ni 't als „een groots vreugde" voor heel liet volk? Jezus, Zijn naam is als de opgang der zon, i-gt Zacharlas (Zach. VI1). Hij is dc- deur van iedere vreugde (Joan. X—IJ. Overal waar Hij zich vertoont, bloeit de vru-ugde open. Abraham reeds juichte zijn dag te mogen aanschouwen, hij zag dien en ver heugde zich. (Jann. VII56). Dc grijsaard Simeon jubelt; Laat ml! nu in vrede heengaan, want mijn oogen hebben het Heil gezien. (Luc. 11—29). Bb de gedachte aan haar gezegend moederschap jubelt Maria haar heerlijn Magnificat" uit: Maak gvoot mijn ziel den Heer, mijn geest verblijdt zich in God, mijn Heiland. De vrouw uit het volk roept Hem toe, zoodra ze Hem ziet: gelukkige moeder schoot, die u gedragen heeft! (Luc. XI —27). Kinderen trekken Hem zingend tege moet met wuivende palmen bij cfe stads poort! 1-Ioe kon Hij een Hater van de vreug de zijn, die Zijn scheppende almacht stel de in dienst van de algemeene feest vreugde, toen Hij in een bruiloftzaal te Cana zes kruiken water veranderde in fonkelenden wijn? Maar als nooit de blij de glimlach zijn gelaat verhelderde, hoe kon Hij dan de kinderen zoo boelen, die speelden op Jesraëls bloeiende vlakte? Als Ziin gelaat altijd verduisterd werd door sombere wolken van droefgeestigheid, hos verklaart men dan, dat ruwe man nen vissehersboot en tol-hek om Hem verlaten en zelfs de hartstochtelijke minnares van mondaine vreugde om een enkelen blik uit Ziju wonder-diepe oogen al haar zondig genot prijs geeft om Hem te behooren? Vergeleek Hij Zijn ommegang hier op aarde niet bij den „Bruidstijd", waarin zijn leerlingen niet mochten vasten? (Matth. IX—15). Juichte zelfs de strenge Boeteprediker Sint Jan niet bij 't hooren van de stem des Bruidegoms? Wordt de boodschap die Hij bracht uit den hemel naar de aarde, het Evangelie, niet genoemd „de groote blijde bood schap?" Noemt ziin kerk. die toch Zijn Geest en Hart bezit, zich niet dikwijls „de feest- vie rends kerk?" Hoe kon Hij doe zich noemde den Brui degom, aller vriend en vader, Dischge- noot van Zondaars, den goeden Herder van verlenen schapen, den zacht-moedlgen Heeler van alle leed, het Llclit, het Le ven, de Waarheid en de weg van alle verdoolden, de vreugde haten! Eens dat: Jezus op reis was met Sint Jan zijn jongsten Leerling, vonden zij aan den wegkant een man zitten, met dónkeren droeven blik en harde trekken op zijn gelaat. Toen gingen Jezus en St. Jan tegenover dien man zitten en terwijl Jezus hem lang in zijn donkere droeve oogen zag, zeide Hij: „gij hebt veel ver driet in uw leven, mijn vriend. Ik ben gekomen om al uw smart te lenigen en u weer blij te maken; Ik zal u veel heer lijke dingen verhalen." De man met zijn donkere, droeve oogen en harcfe trekken begon bitter te lachen en zei op meewarigen toon met een tril ling von leed in zijn doffe stem: welaan, dan vreemdeling, zeg mij, wat moet ik doen; ik sta alleen op de wereld, en een zame zwerver die lk ben, toog ik uit om afscheid te nemen van het leven, tfat mij niets dan leed heeft gebracht! Kom aan, dan vreemdeling, zeg mij dan uw heerlijkheden, voor ik van 't leven ga scheiden! Toen legde Jezus z'n warme Hand op afin kloppende slapen, en zei zacht en 'i-'ic-d..Noem mij geen vreemdeling, went dat ben Ik niet voor u; noem mij voor taan vriend. Wat Ik kom zeggen aan u en alle mensehen is dit: in al uw verdriet zult gij in mij een vriend vinden, die al uw leed kan lenigen; een vriend, die troosten kan zooals nog nooit 'n mensch u troostte. De heerlijkheden die Ik li "rengen kom zijn; mijn vrede en vreug de; mijn liefde en dc vergiffenis der zonden. Gij gaat scheiden van het le ven, zegt gü; luister naar uw radend: gij moogt niet scheidon, njbn vriend, zoo lang God u troosten wil. Blijf, omdat gij een vader in den hemel hebt, die over u waakt." Toen zei de bedroefde man: vriend, voortaan noem ik u geen vreemdeling meer; zoolang Gij bij mij zi.it, wil ik niei scheiden van het leven! En de vreugde en de vrede van Jezus zijn gekomen over dien man en hij is Zijn leerling en volgeling geworden. (Dr. Fr. van Eeden in O. C.) Goes. C. VIS, Rector. et-, V Wie den tijd nog niet gekomen achten om een happy-coat of exotische pyama te dragen, kunnen zich even sierlijk kleeden in een altijd elegant en ook vrouwelijk gewaad; de peignair. Op el- ken leeftijd, hetzij we met de ouder- wetsche sleutelmand aan onzen arm 't huis inspecteeren en provisie en andere kasten ontsluiten, hetzij we tot laat in den nacht romannetjes zitten te lezen, een warme makkelijke peignoir is haast on ontbeerlijk. Wij laten u hiervoor eenige modellen zien. Het model van Suzy is zeer geschikt om gauw aan te schieten, wanneer we over een koude gang gaan. We kunnen het maken van velours de lalne of goede kwaliteit ratinée in don ker paars of 'n mooie kleur blauw. Het applicatlewerk nemen we dan in wit of heel licht beige, ook de randen om mou wen en shawl in dezelfde kleur imitatie bont, (4561) Julie draagt zoon heerlijke gewat teerde japon, die het aardigst staat in glanzende zijde. We kunnen er evenwel een beter soort satinet voor nemen. We hebben er heel wat watten en ook een flanellen veering voor noodig. Maar het is dan ook een uitgezochte ochtendklee- ding voor een kouden winter. (4574*. Nl°t minder aardig maar natuurlijk niet zoo heel warm is de Kimono van Pauline. Fluweel, dat op 't oogenblik niet duur is en in bijzonder mooie tinten ver krijgbaar is, leent zich hiervoor uitste kénd. (4564). Hoe de zelfgemaakte peignoir - u ook moge flatteeren, laat u in geen geval verleiden, er langer dan noodig is mee te loopen, daar dit niet aan da huiselijke gezelligheid ten goede komt. POLA (Vervolg) Mooie gebcidr.uidé handwerken blijven locli steeds een sieraad in onze kamers. Men kan heel wat handwerken maken zónder dat men er te veel krijgt, trou wens handwerken als kussen, kleedjes, tea-cosy's eet. kan men altijd op verjaar dagen, Kerstfeest en St. Nicolaas kwijt. Het voordeel van de moderne handwer ken is, dat ze zoo vlug gaan. Be buffet- looper, die hier gegeven wordt, is van een vrij dikke grove stof dik laken of grof linnen. Het patroon zigzag-gewijze op de stof repeteerd, wordt met een wollen draad uitgevoerd. De gewone plat te borduursteek wordt toegepast, terwijl de dunne bogen met een kettingsteek wor den bewerkt. Eveneens de middelste stree- pen, die in de figuren voorkomen, worden zoo bewerkt. Neemt men b.v. grijze stof, dan is het mooi ais men het patroon in een steenroode kleur uitvoert (alléén of gecombineerd met zwart of blauw) in blauw met goudgeel of in diep' paars mét oranje. NELLY. Wij hebben het de vorige maal ge had over de keuze van het juiste par fum. Nu zijn er vrouwen, die, wanneer ze eenmaal meenen, dat gevonden te hebben, er voorgoed bij blijven en nooit meer iets anders gebruiken. Dat heeft z'n goede zijde, want zoo'n be paalde geur wordt dan als het ware één met onze persoonlijkheid. Maar wanneer we gewoon zijn ons parfum altijd door te gebruiken, en niet, zoo als de ouderwetsche gewoonte was, alleen op Zon- en feestdagen, brengt het toch zijn bezwaren mee. Een uit gesproken exotisch parfum is niet het aangewezen ding om te gebruiken bij een kinderlijk zomerjurkje of een tricot sportpakje. Als we ons geregeld van parfum willen bedienen, dienen we wel degelijk verschillende soorten te hebben, om bij uiteenloopende ge legenheden te gebruiken. Zeker is 't, wanneer men nu een maal parfums gebruikt, de beste en beschaafdste manier, dat doorloopeiid te doen. Maar van den anderen kant moeten we dan heel, heel voorzichtig zijn. Zoodra een geur, hoe aangenaam ook, die ons geregeld vergezeld, ook maar iets te opdringerig wordt, gaat die tegenstaan en op den duur ver eenzelvigt men heel onze verschijning met die onprettige gewaarwording. Een vrouw, die werkelijk een goeden en fijnen smaak bezit, verbant niet alleen alle excentriciteit uit haar klee ding, maar wacht zich ook bij het ge bruik van parfums zorgvuldig voor alle overdrijving. Men mag niet, zoo gauw u de kamer binnenkomt, bemerken, dat u zich geparfumeerd hebt, en met welk parfum. Er mag nie-ts anders waar te nemen vallen dan een uiterst- fijnen. subtielen geur, nu eens be merkbaar, dan weer niet, zoodat men zich eigenlijk afvraagt, of men zich niet vergist. Wie op de juiste manier met parfum weet om te gaan, spren kelt deze dan ook nooit zoo direct op zakdoek, jurk of haar. Er zijn veel fij ner mogelijkheden. Om maar iets te noemen: wanneer u het zijden stelle tje, dat u onder uw avondjurk draagt, hebt gewasschen, besproei ze dan, door middel van een spuitflesch, heel licht met parfum en strijk dit er als 't ware in. Daarna legt u ze weg, en tegen, dat ze weer gebruikt moeten worden, zijn ze heerlijk zaeht-geurig. Op dezelfde manier kunt u de binnen zijden van nw zakdoeken-sachet toe- sproeien. De zakdoeken, die u daar dan in bewaard hebt, zullen bij ge bruik juist blijken te zijn, zooals u ze wenscht: frisch en aangenaam, zon der dien eerst onaangenaam-sterken en later benauwd-verdroogden geur, dien men verduren moet, wanneer men parfum zóó cp den zakdoek doet. Velen houden er van, het haar heel lichtjes te parfumeeren. Dit- mag na tuurlijk ook maar niet zoo onmiddellijk gebéuren. Wanneer u gewoon bent de watergolf in uw haar geregeld op te stoomen in den wasem van kokend wa ter, zooals veel dames doen. is het een heel eenvoudige methode, in het netje, dat u daarbij over het hoofd draagt, wat parfum te sprenkelen en dat eerst te laten drogen vóór u het opzet. De stoom verlevendigt dan weer den geur en doet het blijvend op het haar over gaan, heel fijn en zacht. Verder kunt u uw haarborstel bewaren in een doos. waarin ook een in parfum gedrenkt watje ligt, in een zijden lapje genaaid. En af en toen kunt u den binnenrand van uw hoed door middel van ds spuitflacon be el licht besproeien. Wist u, dat u zelf verschillende par- fums, mits alle V2U uitstekende kwali teit dooreen kunt mengen en zoo iets heel nieuws en individueels bereiken? In Frankrijk is dit een vaste gewoonte van bijna alle vrouwen. Door velschil lende proefnemingen kan men ten slotte iets vinden, dat geheel aan zijn persoon lijke eischen voldoet, en het Is gezellig een eigen parfum te hebben, dat nie mand na kan volgen, wanneer men het geheim ervan goed bewaart! Experimen teer met enkele droppels in een heel klein buisje. Sommige parfums ondergaan, wanneer ze eenigen tijd met de huid in aan raking zijn geweest, door de uitwasemin gen hiervan chemische veranderingen, die tengevolge hebben, dat de orspron- kelijke heerlijke geur na korten tijd weer zinwekkend wordt, zelfs op een volko men sehoone en verzorgde huid. Om dit van te voren te onderzoeken, nemen we een druppel parfum tusschen de hand palmen en wrijven die tot alle vocht is opgenomen. Zoo kan men de eigen schappen, die deze bepaalde parfum in bet „dragen" ontwikkelt, nagaan. De volgende week zal ik, op verzoek van een lezeres, iets vertellen over de bereiding en samenstelling van onze parfums. EVA Correspondentie: Mej. G. B.. Deventer, Een roode neus kan niet door huidver zorging verholpen worden, omdat de oorzaak van het euvel inwendig ligt: slechte bloedsomloop of spijsvertering. Neemt u genoeg beweging? Tijdelijk kan het echter gemaskeerd worden door het aanwenden van goede vantshing-oream, waarover wat poudre-de-riz, naturel- tint. E. Wanneer men ertoe overgaat, een hond aan te schaffen, doet men verreweg het beste, een jong dier té nemen, niet ouder dan achttien maanden. Is de hond ouder, dan dient men hem en zijn eigenschap- pon al door-en-door ts kennen, en zelfs dan loopt men kans, dat hij zich maai moeilijk en na veel wegloopen aan zijn nieuwen baas hecht. De beste leeftijd is een maand of zes: dan heeft de jonge hond de meeste van z'n „kinderziekten" gehad, en heeft geen ■speciaal baby-voedsel meer noodig; hij heeft nog geen onhebbelijke gewoonten aangeleerd, die niet meer te verbeteren zijn, en kan behandeld worden als een volwassen hond en twee maaltijden per uag krijgen inplaats van drie of vier. De nieuwe hond moet de kenteekenen van een goede gezondheid vertoonen: een paar frissclie, heldere oogen, een kouden vochtigen neus, sterke, gelijkmatige tan den. een losse, zuivere huid en stevige veerkrachtige pooten. Om een hond gezond te houden, is het vóór alles noodig, dat hij voldoende be weging krijgt. Het dag-in, dag-uit vast leggen is ten eenenmale uit den booze. Laat hem vrij in den tuin of in huis rondloopen, en als u dit onmogelijk lijkt is de oplossing heel eenvoudig: houd clan liever géén hond! Het natuurlijk voedsel van den hond is rauw vleesch, en vleesch moet dus het voornaamste bestanddeel van zijn dage- lfjksche voeding uitmaken. Het is daarom een fout, hem te willen voeden met'aard appelen of slappe kost, rijst, meel- en melkspijzen. Een dier dat beenderen kan kraken, doorslikken en verteren, Is, zoo als vanzelf spreekt, niet gediend met week, slobberig voedsel, dat met de tong kon worden opgelikt. Zijn tanden en kaken moeten geoefend worden, en zijn voedsel moet hard en droog zijn en ntct te fijn. Rundvleesch is het best Voor honden; ook kalfs- en schapenvleesch is uitste kend. Varkensvleesch is minder goed ver teerbaar. Terwijl rauw vleesch het voedzaamst is, is het toch ln vijf van de zes gevallen beter, het te koken. G-eef liever alleen als laxeermiddel. In longen zit hoegenaamd geen voedingswaarde. Geef den hond geen maal.dat uitsluitend uit vleesch bestaat. Hij krijgt dan een afkeer van ander voedsel, zijn eetlust wordt er door bedorven en hij zal last hebben van wormen. Ook geven honden, die te veel vleesch krijgen, een onaange name lucht af. Het is beter het vleesch door ander voedsel te mengen. In den zomer moet minder vleesch gegeven we den dan in den winter. Hard hondenbrood en hondencakes zijn uitstekend voedsel. Veel menschen weeken ze, opdat ze zachter zullen wor den, maar daardoor wordt juist het nut tig effect: dat de hond er ziin gebit op kan oefenen, weggenomen. Over 't alge meen moeten we er voor zorgen, dat het dier afwisselend voedsel krijgt. Het is uitstekend, dén hond te gewennen aan stipte regelmaat: maaltijden op vastge stelde uren en daar tusschen door geen lekkerbeetjes of extraatjes; maar we moeten die regelmaat niet zóó ver door voeren, dat we hem dag in, dag uit. nauwkeurig hetzeifde te eten geven. Gewoon brood is best, maar het mag niet nat of bijzonder versch zijn, Geei groenten slechts in kleine hoeveelheden, ééns per dag een derde van het maal, en vermijd boonen, erwten en wortelen. Aardappelen behoort een hond nooit te krijgen. Hij kan ze niet behoorlijk ver teren. Niet te vette soep is uitstekend, pu en dan ook vleeschnat over bruin brood. Geef als regel geen beenderen en verwijder uit visch alle graten. Beenderen met scherpe kanten of gevogelte-been- deren, die licht splinteren, zijn heel ge vaarlijk voor den hond. Een zachte gladde knook, waaraan nog wat rauw vleesch, ls echter uitstekend voor jonge honden, en ■te behoorén er iedere week een te krij gen. NOACH GESCHIKTE GERECHTEN VOOR „VASTEN-DAGEN" Kerryschotel van visch Resten gekookte visch. ongev. 400 gram. 2 d.L. melk, 1 d.L. water, 50 gram boter, X A 2 theelepeltjes kerrv 1 uitje, zout, 1 eetlepel bloem. Bereiding: Neem de overgebleven visch warm van de graat en bewaar ze in het vocht, dat onder in den vischschotel gedropen is. Warm de visch den volgenden dag op in het water waarin ze bewaard is. Snip per het uitje fijn, kruid het met de ker- ry in de boter en zorg, dat de kleur van het uitje licht blijft. Doe de bloem er bij en roer er op de bekende wijze een saus van met half meik en half water, of alleen melk. Laat deze saus 10 minu ten doorkoken. Maar deze saus met een i r* 'appeltje citroen en kerry af. Doe de ■tukken visch er in en stoof deze in de saus. t Presenteer er rijst, schijfjes gestoofde I aardappelen of aardappelpurée bij. In 't eerste geval moet men wat meer sau« maken. GOEDKOOPS KNIPPATRONEN vu tl cnïï niodillcn lijn mlriiebaar aan „Het Patronenkantoor". Poatbu» no. Haarlem. Onbe- rtipeliike coupe. Damcikleedm* in he ften 88,96. io4 bovenwijdte, 4 I 0.55. Ninderkleed 8' voor den in de beschrijving genoemden leeftijd J f o.«. Bij elk patroon handleiding voor hetkmppcn en naaien, benelens een verkleinde Franco toezending, direct na ontvangst van bestel ling, met hel verschuldigde bedrag aan postzegels ingesloten, waarbij vermeld haam en edres.ntjmrne van het model en het blad, waarin het voorkomt, en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom he. lichaam, recht onder de armen door, gewoon glad icmder extra toegift. OP VERZOEK Gebreid pakje voor jongens van pl.m. 3 jaar. Benoodlgd: 2 groote knotten wol, 2 brei naalden no. 10, 4 groote knoopen, 3 kleinere knoopjes. Broekje, zijlengte 28 c.M., kruisbreedte 36 c.M. Truitje lengte vanaf den schou der 36 c.M., onder wijdte 56 c.M. Lengte mouwtje v.inaf de hals 34 c.M. Er komen 3 steken op iedere c.M. Broekje. Men begint onderaan bij het pijpje, waarvoor men 90 st. opzet, waar na men hierop een boordje breit van 1 recht, 1 averecht, ter lengte van 3 c.M Vervolgens breit men recht heen en ave recht terug, en meerderen in iederen rech ten toer aan weerskanten, door van den steek naast de kantlus 2 st. te breien, zóó lang, tot er 108 st. op de naald staan; dr: laatste toer averecht. (Dan één st. recht afhalen, overhaling, recht breien tot op 3 st., mindering één st. recht, 3 toer zon der minderen, dan één st. recht afhalen, overhalen, recht uitbrelen, 3 toer zonder minderen). Het tusschen haakjes staande wordt zóó lang herhaald, tot er 86 st. overblijven. Voor het verhoogde gedeelte breit men: 1ste toer aver, tot op 18 st., recht afhalen, veraer recht uitbreien, 3de toer: aver, tot op 36 st. omkeeren, 5de toer: aver, tot op 54 st. omkeeren, 7de toer: aver, tot op 72 st., omkeeren. 4de, 6de en 8ste toer, als 2de toer, 9de toer: averecht. Dan een boordje, van één recht één aver, tot een lengte van 4 c.M. Het 2de pijpje is geijlk pan het eerste tot aan het breedste gedeelte (108 st. op de naald). De minderingen voor de', voor- en achter naad worden nu aan den tegenoverge stelde kant gemaakt, ter verkrijging van een linker- en rechter pijpje. Het ver hoogde gedeelte wordt nu aan den rech ter kant van hét werk gebreid, laatste toer averecht. Dan een boordje één r. één aver, tot een lengte van 4 c.M. De voor- en achternaad dicht naaien, dan dc naad van de pijpjes. De knoopen voor de 1 galgjes zet me:, aan op 6 c.M. vanaf den voor- en achternaad. Truitje. We beginnen aan den onder kant van de voorzijde, waarvoor we 84 st. opzetten, waarna men hierop een boordje breit van 1 r. 1 aver, tot op een lengte van 4 c.M. Nu breit men recht heen en aver, terug, tot men een lengte heeft van 26 c.M. In den volgenden tper recht over slechts 45 st.. de overige (39 st.) op den aparte naald nemen. De 6 st. in het midden van de voorzijde houdt men recht, (dus recht heen en recht terug), de overige steken recht heen cn aver, terug. Nu 8 toer breien tot het rechte randje, dan 1 r„ 3 st. afkanten, 2 recht, omkeeren, 2 r., 3 st. opzetten, 1 r., aver, uitbreiden. De 3 afgekorte- en opgezette steken vormen een knoopsgat. De laatste 10 toer worden nog twee keer herhaald Dan recht breien tot het randje aan de voorzijde en in den volgenden toer 10 st. afkanten, en den toer aver, uitbreien In elk van de volgende 2 toeren begin nende bil het randje aan de voorzijde 3 st. afkanten, dan 2 te zamen naast den kantsteek in elk van de volgende 3 toeren. 3 toer brijen zonder minderen. Hierdoor is de rechterhelft van het halsje ontstaan De nu 26 overgebleven st. op een dx'aadje nemen. Voor de linkerhelft neemt men de 6 st. van het splitje aan den achter kant op, breit ze recht, waarna men de 39 overgebleven steken eveneens recht bij breit. Deze zijde breit men passend bij de i eerste, de 6 st. breit men ook weer recht, doch zonder knoopsgaten. Voor den ach terkant zet men eveneens 84 st. op, breit weer 4 c.M., één r. één aver., dan recht heen, en averecht terug, breien tot het werk een lengte heeft van 35 c.M, Ver volgens 34 st. recht, 16 st. afkanten, 34 st. recht, omkeeren, '26 st. aver., 8 st. afkanten, een draad van pl.m. 54 M. by laten hangen. Het rechter schoudertje 8 st. afkanten, 26 st. aver,, de draad weer op '/j M. afknippen, waarna men den 26 st. breeden schouder van de voorzijde met de 26 st. breeden schoudoer van de achterzijde verbindt. Wie de kunst van mazen verstaat, maast het aan. waardoor de verbinding onzichtbaar wordt. Voor net mouwtje zet men 60 st. op, waarna men in 20 c.M. recht heen. in-averecht terug breien 12 st. wegwerkt, dus b.v. om den 1Y, toer aan 't begin van de naald een overhaling, aan 't eind een mindering. Op de 48 overgebleven st. breit men een boordje van plm. 4 c.M., één r., één aver Beide mouwtjes breit men hetzelfde. Voor het kraagje neemt ge alle steken aan de hals op, pl.m. 72 st., waarna de eerste toer recht wordt gebreid, verder alle toeren één r., één aver, tot het kraag je een lengte heeft van 6 cfM-, waarna men los afkant. De zijden van het truit je benevens den naad van het mouwtje verbindt men. Daarna zet men het mouw tje in. Zijnaad en naad van het mouwtje op elkaar. Het rechte gedeelte perst men met een warm ijzer over een vochtige doek, vooral de naden. De 3 kleine knoop jes zet men aan het splitje van het erwt je, op de daarvoor bestemde plaatsen. Men verzuime niet, alvorens met het pak je te beginnen, zich wel te overtuigen of men 3 steken op één c.M. breit. Men make dus eerst eer proefiapje van 30 st. en mete dit even .ia of dit 10 c.M: breed is. Voor galgjes neemt men of knoops gaten-elastiek, of men breit deze op een breedte van 12 steken. DINY

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5