HET FRANSCH-BELGISCH GEHEIM
MILITAIR VERDRAG.
ei
Nederland vraagt opheldering.
Tweede Blad
Dinslag 26 Februari 1929
Pagina 1
t HET IS NIET WAAR,
De Belgische en Fransche Regeering ontkennen dat de
openbaar gemaakte stukken echt zijn.
Uit de Pers
DE INDRUK IN BINNEN- EN
buitenland.
Wij weten allen wat de manieren van
regeeringen zijn, die van iets onaange
naams beschuldigd worden. Zij doen net
als jongens die door meester betrapt wor
den en zeggen zonder blikken of blozen:
het is niet waar.
De Duitschers deden het in 1914, anderen
volgen nu hun voorbeeld.
Vast staat, dat in September 1920 een
geheim FranschBelgisch militair verdrag
gesloten is.
Vast staat ook, dat de Belgische regec-
ïting don inhoud van dit verdrag niet
heeft meegedeeld aan de Belgische Volks
vertegenwoordiging.
Vast staat verder, dat de inhoud van het
Fransch-Belgisch verdrag evenmin bekend
gemaakt is bij den Volkenbond.
De Vlaamsehe vijanden van België hébben
voortdurend tegen dit verdrag geageerd;
zij hebben er bij herhaling de aandacht op
gevestigd; zij sehijnon er in gelukt te zijn
een afschrift van het tractaat' te bemachti
gen en hebben dit uitgeleverd aan het li
beraal „Utrechtsch Dagblad", dat het stuk
openbaar heeft gemaakt.
Wij weten niet of de redactie Van het
„U. D." eerst contact heeft gezocht met de
regeering; Ln elk geval schijnt het ons toe,
dat het een volks- en zelfs een wereldbe
lang is, dat zulke stukken worden gepu
bliceerd.
De dagen zijn voorhij beliooren al
thans voorbij te zijn dat een stuk of wat
diplomaten of generaals achter de scher
men beslissen over de lotgevallen van vol
ken.
Het was onvermijdelijk, dat de publicatie
van het tractaat luiden weerklank zou vin
den. Heel de Nederlandsche pers is er vol
,van.
Zoowel „Maasbode" als „Tijd" wijzen op
het gevaarlijk karakter van het verdrag.
Andere bladen spreken hun verbazing uit
over het feit, dat België zoo maar Neder
lands onzijdigheid wil schenden. Onder
handelingen met Bellgic over een verdrag
Zijn onmogelijk „indien van Belgische zijde
geargumenteerd wordt met 600.000 man
plus twee Fransche legerkorpsen", verklaart
do „Standaard".
„liet Volk" noemt hot verdrag ..militai-
riatische roekeloosheid".
Maar het soc.-dem. orgaan mocht aan zijn
Belgischen partijgenoot, den miillionair
Emile Vmndervelde, die jarenlang Belgisch
minister van buitenlandsche zaken was,
wel eens uitlog vragen over vroegere ver
klaringen.
Ileeft deze Belgische socialistenleider, die
als oud-minister van buitenlandsche zaken
den inhoud van het verdrag toch wel zal
gekend hebben, niet herhaaldelijk ver
klaard, dat liet tractaat onschuldig was?
De feiten wijzen nu toch anders uit.
Maarzijn de, door het ..U. n." ge_
publiccerdo stukken echt?
Indiien zij zeker niet echt waren, zou
onze regeering dat bemerkt hebben; zelfs
als onze regeering ernstig twijfelde, zou zij
nieit publiek gemaakt hebben, dat aan onze
gezanten te Parijs en te Brussel last werd
gegeven te vragen of de gepubliceerde docu
menten overeenstemmen met den oorspron-
kelijken tekst van het verdrag.
In Den Haag meont ir.cn dus, dat de ge
publiceerde documenten echt kunnen zijn;
dat zegt al héél veel.
Natuurlijk zullen de Belgische en Fransche
regeeringen wel aan ónze gezanten ver
klaren, dat de documenten onecht zijn
Men stelle zich eens voor, dat zij erkenden:
de stukken zijn echt! Dat, is eenvoudig on
denkbaar: de diplomatie kent geen tien
geboden; zij liegt als zij dat noodig vindt.
Maar intusschen hebben zoowel de Belgi
sche als Fransche regeeringen al een tegen
spraak in de wereld gezonden.
De Belgische tegenspraak lijkt ons zeer
zwak; wie haar goed leest, ziet direct, dat
er niet in gerept wordt over den inhoud
van het verdrag waarvan alleen de
sluiting vroeger is bekend gemaakt.
De Fransche tegenspraak doét eveneens
vragen rijzen; Parijs ontkent niet het be
staan van hot verdrag van 1920. Welnu, op
dat verdrdg- komt hot aan. Het is bij den
Volkenbond ingeschreven, openhaar gemaakt
en in de parlementen besproken, verklaart
Parijs. Maar, is de Inhoud van het ver
drag en zijn uitleg ook openbaar gemaakt?
De uitleg van het verdrag van 1920 da
teer! uit 1927. Deze uitleg bindt ook Enge
lank maar hij is in Engeland nog niet
goedgekeurd, zoo kan het Ëngelsch minis
terie verklaren, dat het nog van niets weet.
Amerika hoopt,, dat dc documenten, in Ne
derland gepubliceerd, onjuist zijn. Men acht
daar den inhoud dus al niet onwaar
schijnlijk.
Ah de zauk :ui»-er is, taten de regeerin-
geu van België en Frankrijk hun verdrag
dan maar eens publiiceeren. Als zij hiet pu-
bliceeren, blijft er wantrouwen. En, met
reden.
Maar het wantrouwen behoeft geen haat
te worden: de besten aan beide zijden van do
grenzen willen geen oorlog en zij zullen, als
zij maar willen, den vrede handhaven, al
moeten zij ook het net van nationalistische
staatkunde aan stukken scheuren.
De ondervinding heeft geleerd hoe de „op-
warm"-tactiek de volken in den oorlog
stort; Katholieken hebben de taak voor den
Vrede te voeden en er voor te bidden,
yrede te voeden.
De Nederlandsche gezanten te Brussel en
Parijs moeten onderzoeken
Aan Hr. Ms. Gezanten te Brussel en te Parijs
is opgedragen aan do Regeeringen aldaar tè
vragen, of de in het Utrechtsch Dagblad ge-
publiceerden tekst van een Belgisch-Fransclie
militaire overeenkomst echt is en of de in
dat blad weergegeven uittrekselsuttd«n uit-,
leg der artikelen van de overeenkomst- juist
zijn
De minister van Staat, het Kamerlid
Heemskerk vraagt:
Door den heer Heemskerk zijn aan den Mi
nister van Buitenlandsche Zaken de volgende
vragen gesteld
1. Heeft de Regeering keunis genomen van
de publicatie in het „Utrechtsch Dagblad"
(Avondblad van Zaterdag 23 Februari 19291
van den tekst van het geheim Fransch-Belgisch
Militair Verdrag van 1920, en uittreksels uit de
interpretatie van 1927, die volgens dat blad ia
opgemaakt door de Fransche en Belgische gene
rale staven?
2. Meent de Regeering te moeten aannemen,
dat die publicatie, ook wat den tekst aangaat,
juist is, ook wat betreft het in de interpre
tatie van art. 5 vermelde omtrent een Belgisch-
Engeische overeenkomst om in zeker geval
troepen te zenden door Ncderlandsch-Llmburg?
3. Moet, onverminderd den ernst van den
vorderen inhoud dezer stukken, met name aan
genomen worden, dat Inderdaad in de inter
pretatie op art. 2 voorkomt:
„D'autre part, les nögociations hollando-
belges poursuivies depuis hult ans (1927) ont
provoquö et provoqueront encore, de la part
de la Hollandè, telles mesures de police fluviale
pouvant être consi-uérées, eventuellement com-
me de nature nottement hiamieale et meme
agressive."?
„dat de onder lui adeiiugëa tusschen Neder
land en België vanwege Nederland hebben uit
gelokt en nog zullen uitlokken maatregelen op
het gebied der waterwegen, die eventueel als
onvriendelijk en zelfs agresaieg (aanvallend)
kunnen worden beschouwd".
4. Kan de Regeering mededeelen, of zij zich
daardoor tot stappen genoopt ziet bij de Re
geeringen. die het aangaat, eventueel bij den
Volkenbond, en. zoo ja, welke?
Onze Brusselsehe correspondent seint ons:
In den gis tere n nam id dag gehouden minister
raad heeft de minister van Buitenlandsche Za
ken voorlezing gedaan van het dementi, dat
namens de regeering is uitgesproken op wat
heit officieel communiequé noemt de absoluut
fantastische beweringen door een Nederlandsch
blad geuit, naar aanleiding van een veronder
steld Fransch-Belgisch militair verdrag.
Havae seint ons uit Parijs d.d. 25 dezer
Het ministerie van Buitenlandsche Zaken
heeft een communiqué gepubliceerd, waarin
verklaard wordt, dat liet gepubliceerde docu
ment inzake een Fransch-Belgisch geheim ver
drag valsch moet genoemd worden.
De Belgische regeering ontkent
Fen B. T. A.-telegram uit Brussel geeft een
Belgische beschouwing van het door het
„Utrechtsch Dagblad" gepubliceerde Fransch-
Belgische verdrag. Deze bevat den uitleg, door
liet departement van buitenlandsche zaken bij
wijze van tnededeeling aan de pers verstrekt.
De lezing van den tekst, aldus het telegram,
is voldoende om aan te toonen, dat het hier om
grove vervalschingen gaat.
Do Belgische regeering gaf bij herhaalde ge
legenheden 'n juiste en complete uitlegging van
liet indertijd gesloten Fransch-Belgischemili
taire accoord.
Het is voorts voldoende, te herinneren aan de
verklaringen van den heer Vandervelde, inder
tijd minister van Buitenlandsche Zaken. Deze
verklaringen werden door hem op 15 November
1927 in de Belgische Kamer afgelegd.
Verder is daar nog den brief van den minis
ter-president, den heer Jaspar, aan den voor
zitter van de gemengde militaire commissie on
18 Januari 192S.
De Fransch-Belgische militaire overeenkomst
heeft slechts het geval van een niet-uit-
gelokten Duftschem aanval op het oog en de
tekst ervan werd in 1920 in het parlement mede
gedeeld.
Alleen de tusschen de generale staven inzake
de uitvoering getroffen schikkingen ziju krach
tens hun aard geheim gebleven.
Wij moeten manoeuvres, gelijk aan die van
het Nederlandsche blad, openlijk brandmerken,
wyl bet klaarblykelyke doel ervan is, de be
trekkingen tusschen België en Nederland te
vertroebelen.
Ook de Fransche regeering loochent
Havas seint ons uit Parijs d.d. gisteren
Tegenover de beweringen van een Neder
landsch blad spreken de bevoegde Fransche en
Belgische kringen formeel tegen, dat er een
geheim militair verdrag tusschen Frankrijk en
België zou gesloten zijn, naast de overeenkomst
der generale staven, welke In 1920 onderteekend
werd, hetzelfde jaar bij den volkenbond ge
registreerd is, gepuhiiveord werd en in de parle
menten der beide landen besproken te.
Engeland weet van niets
Reuier seint ons uit Londen d.d. 25 dezer:
In Engelsche bevoegde kringen is er niets
bekend van eon geheim militair Fransch—Bel
gisch verdrag, zooals dat door een Nederlandsch
blad is weergegeven.
Duitschland gaat onderzoeken
Men seint ons uit. Berlijn d.d." 25 Februari
Het publiceeren van don tekst der-geheime
Fransch-Belgisché militaire overeenkomst heeft
in politieke kringen te Berlijn groot opzien
gebaard. Van officieele zijde wordt medegedeeld,
dat sedert 1920 reeds bekend was, dat er een
Franseh-Beigisehe militaire overeenkomst be
stond, afgesloten ia verband.niet het .Fransch-
Belgische vriendschapsverdrag.'Het is echter
bijna ongelooflijk, dat na het tót .Stand komen
van het pact van Locarno aan het bestaande
geheime verdrag nog een militaire overeen
komst is toegevoegd. Volgens offlcieele mede-
deelingen zal de Rijksregeerlng de grootste aan
dacht aan deze zaak wijden. Inderdaad zou.
wanneer na het tot stand komen van het ver-
dra van Locarno het geheime militaire verdrag
zou ziju gesloten, dit een. nietigverklaring van
Locarno door Frankrijk en België beteekenen.
Men neemt aan, dat de Rijksregeering hier
omtrent opheldering zal verlangen.
DE INDRUK IN het BUITENLAND.
Te Brussel.
In Brussel heeft de publicatie groot opzien
gebaard. De Belgische regeering heeft tot dus
verre nog geen démenti gegeven. In zekere of-
ricieelo kringen verluidt, dat wanneer het ver
drag werkelijk zou bestaan, alleen de koning
den inhoud daarvan kan kennen. F
Onze correspondent, te Brussel seint one nog:
De publicatie van het verondersteld Belgisch-
Fransch mhitair accoord heett in dö Wetstraat
het effect gehad van een kom.
In den Ministerraad, die hedenmiddag moet
gehouden worden, Zfl,j de kwestie naar alle
waarschijnlijkheid bqgprokeh bobden,
In "Viaameche kringen zegt men niet te be
grijpen boe Pouilleul die den Inhoud van het ver
drag kende, steeds heeft verklaard, dat het uit
sluitend van defensieven aard was.
De Belgische pers.
Het Kamerlid
Schelde:
H- Vos
schrijft
d e
Tegenover deze onthullingen kan de Belgi
sche politiek, kan de Belgische regeering zich
niet onbetuigd laten.
Indien het stuk echt is, dan is het ver
nietigend ooi-deel over het beleid van deze
regeering, van de staatslieden die er de ver
antwoordelijkheid van te dragen hebben,
zonder mogelijk beroep definitief uitgespro
ken. Dan is, wat wij vreesden in nog groo-
tere mate dan wij 't vermoedden, bewaarheid:
de gruwelijke oorlogsdienstbaarheld rust dan
op ons volk en wij zijn met deze openbaring
van de geheime bedoelingen der Belgische re
geering, in de meest gevaarlijke phase ge
treden van de grondig-bedorven vredes-atmos-
feer waarin geen normale betrekkingen tus
schen Nederland en België meer mogelijk
worden.
Indien het hier „a forgery" een verval-
sching geldt, dan is hét een politieke mis
daad van een eerloozen schurk die niet zon
der sanctie mag blijven.
Een officieel „démenti" kan hier geen
opheldering brengen. Daaraan zal wel nie
mand geloof hechten. Fi moeten middelen
uitgevonden worden om duidelijk en onbe
twistbaar vast te stellen, of dit stuk juist
weergeeft wat er tusschen Frankrijk en Bel
gië Is overeengekomen.
OFFICIEELE BELGISCHE STEMMEN
Men seint ons uit Brussel d.d. 25 dezer:
In een onderhoud verklaarde de chef van
het kabinet van Langenbove, dat het onder
havige artikel in het Hollandsch blad van A
tot Z een onjuiste voorstelling van zaken
gaf. Bovendien kon ieder, die met de gebrui
ken op diplomatiek gebied op de hoogte was
en zijn verstand gebruikte, bij eersten oog
opslag zien, dat het document sterk vervalscht
was. (En Waarin zit dan de vervalsching?).
Belgische persstemmen
Onze Brusselsehe correspondent meldt ons
dd. 25 dezer:
Van het verdrag werden alleen geheim ge
houden de schikkingen, die door de generale
staven van Frankrijk en van België werden ge
troffen voor het ten uitvoer brengen van bet
verdrag.
De „Soir" schrijft, dat de milaire autori
teiten aan het schaterlachen zijn gegaan.
Brussel zou moeten verklaren, aldus het
blad, dat de operaties tegen Nederland, zooals
die in het „U. D." zijn omschreven, niet in de
geheime beraadslagingen zijn voorzien.
Te Berlijn.
Ook in Borlijusche politieke kringen maakte
hét verdrag, naar van daar wordt gemeld,
groeten indruk. Van de Maandagochtendbladen
schrijft da „Moutag" onder het opschrift „De
maskeering .van de :Locarnópolitiek". dat alle
démenti's van de Fransche en Belgische re
geering. niets helpen zouden. Alle feiten gé-
tuigen er, voor, dat dit verdrag bestaat. Men
behoeft slechts te. denken aan den aanleg van
Belgische spoorlijnen. Het Belgisch-Fnansch
verdrag is voor Duitschland zeer ernstig, doch
valt gehéél binnen het kader Van de feiten, die
reeds lang bekend waren betreffende het wer
kelijk barak.te'' van;de Fransche buitenlandsche
politiek. .- -
r W.
Xe Louden.
Wat do Engelsehepers betreft, de „Daily
Tel." wijst er op, dat in 1920 het tusschen
Frankrijk en België gesloten militaire bond
genootschap geheel openlijk ls gesloten en hij
den volkenbond is geregistreerd. Dan ls des
tijds toegegeven, dat tegelijk met het bondge
nootschap geheime afspraken tusschen beide
landen, in den vorm van een wisseling van
nota's, zijn gemaakt. Om begrijpelijke redenen
zijn deze gewisselde nota's niet bij den volken-
kenbond geregisteerd. Of de publicatie van het
Utrechtsch dagblad met deze nota's overeen-
stemt is voorloopig onbekend. In ieder geval
vordt het denkbeeld geheel afgewezen, dat
Engeland ooit dergelijke verplichtingen op zich
zou hebben genomen aangezien deze verplich
tingen met den geest der verdragen van Lo
carno niét te vereenigen zouden zijn.
De Amerikaansche regeering aarzelt
Men seint ons uit New-York d.d. 25 dezer.:
Naar uit Washington wordt gemeld, heeft Ja
publicatie van de FranschBelgische geheime
overeenkomst in toonaangevende offlcieele
leringen te Washington zeer groote verrassing
gewekt. In kringen, die in relatie tot het de
partement van buitenlandsche zaken staan,
verklaart men dat men hoopt, dat de desbe
treffende berichten onjuist zullen blijken.
Bij den Volkenbond is de inhoud van het
verdrag niet bekend
Men seint ons uit Geuève d.d. 25 Febr.:
De publioatie van het „Utrechtsch Dagblad"
over do FranschBelgische overeenkomst heeft
in volkenbondskringen een diepen indruk ge
maakt. In dien de stukken echt blijken, zou
de vraag aan de orde gesteld kunnen worden
of Frankrijk en België hun plichten als lid van
den Volkenbond zijn nagekomen, daar het
statuut van den Volkenbond bepaalt, dat ieder
verdrag en iedere internationale verplichting
bij dqn Volkenbond aangemeld en gepubliceerd
moet worden.
Men seint ons uit Genève d.d. 25 Februari:
In de kringen van den Volkenbond wordt,
er op gewezen, dat het bestaan ,van een mili
taire overeenkomst tusschen Frankrijk en
België sedert 1920 bekend was. Ter inschrij
ving zijn Intusschen bij het algemeene secreta
riaat van den Volkenbond slechts de stukken
gevoerde correspondentie aangeboden. De vraag,
of technische overeenkomsten, zooals militai
re en financieele, ter registratie bij het secre
tariaat al dan niet moeten worden aangemeld,
is door den Volkenbond to t nu toe niet
principieel beslist.
BINNENLAND.
In de avondbladen van gisteren worden be
grijpelijkerwijze uitvoerige beschouwingen ge
wijd aan het Frausch-Belgisch geheim militair
verdrag.
Een gevaar voor ons land-
D a 1' ij d wijst allereerst op een fout van
het Secretariaat van den Volkenbond.
Art. 18 van bet Grondverdrag van den
Volkenbond legt de verplichting op, dat alle
overeenkomsten en verdragen, door Staten
leden van den Bond gesloten, aan het secre
tariaat te Genève moeten medegedeeld, en
door dit secretariaat ingeschreven en open
baar gemaakt worden. Geen dezer verdragen
of internationale overeenkomsten zal bindend
zijn vóór de inschrijving.
De Belgische en Fransche regeeringen heb
ben zich aan dezen verdragspllcht niet ge
houden; zij hebben aan bet secretariaat te
Genève alleen een afschrift gezonden van de
brieven, welke tusschen de regeeringen van
Parijs en Brussel zijn gewisseld. Het secreta
riaat vah den Volkenbond heeft toen een fout
gemaakt: Inplaats van bij Frankrijk en België
aan te dringen op mededeeljng van bet ver-
•aroA
lirtéhuvcii
rwE&pcr*
umwrAst-
kreMUMj£
IA1A
A«a»cwor
rtAAVraiCM
LAriDöae"-'
iPQOQLlJn.
De plannen tegen Nederland in beeld, volgens de bepalingen der Fransch-Belgische
overeenkomst, zooals deze gepubliceerd is
drag zelf, zooals art. 18 uitdrukkelijk voor
schrijft, werden de brieven ingeschreven en
openbaar gemaakt. Dit gebeurde nog vóór cU
eerste algemeene vergadering van den Vol
kenbond, die in November 1920 te Genèv«
bijeenkwam, op een oogenbllk derhalve, dat
de Volkenbond nog niet aan de kinderschoe
nen was ontgroeid.
Het blad verklaart dan ©enige reden te heb
ben, om vooralsnog aan il» echtheid van de
stukken te geiooven,
Een verbijsterende onthulling.
Het Huisgezin zegt„wij willen met
België als goede buren en vrienden leven, maar
wij verwachten geen dolkstoot in den rug". Het
blad schrijft o.m.:
In 1914 schond Duitschland de onzijdig
held van België eu laadde daarmee de ver
ontwaardlging dér geheel onzijdige wevelé
op zich.
Nu zal c.q. België zelf meewerken om d«
onzijdigheid van Nederland te schenden ev
het in den oorlog te drijven.
Dat de verfranschte liberaal die ministei
Hymans is, zich daartoe liet vinden, be
hoeft bij zijn verleden zijn campagne tot
inlijving van een stuk van Limburg - niet
te verwonderen.
Maar dat do socialist Vandervelde ais mi
nister van buitenlandsche zaken er de hand
toe leende, ln den geest en met den wil aan
Nederland een laagheid te begaan, wékt ver<
Nazing.
Vodjes papier.
De Limb. Koerier zegt, dat België
van plan is de integriteit van den Nederland»
schen Staat op de meest flagrante wijze te
schenden en vervolgt dan:
België is van. plan ous Limburg te bezet
ten, zooals Duitschland ln 1914 België bezet
heeft.
En België zal daarin worden gesteund met
al de macht waarover Frankrijk beschikt.
Dat is nu de ware gedaante van staten die
willen doorgaan voor de fundamenten van
den Europeeschen vrede!
Met een slag is nu ook duidelijk gemaakt,
waarom tal van Belgische professoren,
staatslieden en diplomaten zich sinds jaren
beijveren om in het buitenland den indruk:
te verspreiden, dat Nederland zich tegenover
België aan verdragscbennis schuldig maakt.
De geweldenaar in het hart poogt zijn aan*
staand slachtoffer verdacht te maken ten
einde later de schuldige handen „in onschuld
te wasschen."
Beter geen onderhandelingen dan ouder»
handelingen met het mes op de keel.
Aannemend, dat do stukken echt zijn en da
vertaling juist is, dan hebben we hier, aldus
de Standaard te doen met een opvatting,
die een ontstellende mentaliteit openbaart,
waarop het A.-R. hoofdorgaan dan ala volet
schrijft: b
Wij onderhandelen met België in vrede ea
■vriendschap, zoo we meenden, over aange
legenheden, betrekking hebbende op som
mige waterwegen. En nu blijkt, dat de ge
nerale staven van België en Frankrijk van
oordeel zijn, dat als wij ln de Belgische
eisehen niet toestemmen, daarin eventueel
gezien zal kunnen worden -een „aanranding",
waarbij België op de hulp van twee Fran
sche legercorpsen zal mogen rekenen.
In elk geval komt het vraagstuk van onz«
onderhandelingen met België over de her
ziening van het tractaat van 1839 thans wel
onder een zeer bijzondere belichting te staan.
Wat ook het standpunt geweest moge zijn,
dat Ingenomen werd bij de behandeling van
het in 1927 verworpen verdrag, thans Is o.i,
slechts één houding mogelijk.
En wel deze, dat wij moeten weigeren ver
der te onderhandelen, indien van Belgische
zijde geargumenteerd wordt met GOO.OOO man
plus twee Fransche legercorpsen.
Protest tegen publicatie.
De Nederlander twijfelt eveneens
aan de authenticiteit van bet stuk en keurt
vervolgens in krasse bewoordingen de publi
catie door „het Utrechtsch Dagblad" ervan
ten zeerste af. Het hoofdorgaan der C. II. Partij
schrijft n.l. o.m.:
Indien dan een Nederlander, tlle zijn land
en zijn volk liefheeft, zulk een stuk ln han
den krijgt, waarin zijn Vaderland wordt be
laagd en waarin eene Nederlandsche hooge
autoriteit wordt genoemd dan is de rechte
weg hem duidelijk.
Deze weg leidt niet naar het Dagblad
bureau, maar naar het Kabinet van den
Minister-President. Niet aan de- nieuwsgie
righeid van het sensatie-begeerige publiek
in Binnen- eu Buitenland maar uitslui
tend aan het oordeel en de waakzaamheid
der Nederlandsche Regeering dient de Inhoud
van zulk een stuk als het waarde heeft
te worden onderworpen.
Moordend voor de goede trouw.
De N. R. C r t." spreekt van „moordend
voor de goede tróuw" en zegt, dat Nederland in
het geniep is verkocht en verraden. Het libe
rale orgaan uit zijn meening o.m. als volgt:
Nederland weet thans, waaraan bot toe is:'
het is in het geniep verkocht en verraden met
opzijdezetting van alle goede trouw. Wel een
prettige, joyeuee entrée voor den nieuwen
Franse hen gezant in Den Haagl
Het blad besluit o.m, als volgt:
tV at verloren te en oog weer In geen jaren
en jaren herwonnen zal worden is hetgeen
van het nieuwe Europa de grondslag moest
trouwen dat zich, zij het langzaam, weer aan
het ontwikkelen was.
Toch. wij mógen niet versagen. De Volken-
boudsgedachte is schoon. Laten wij trachten,
daaraan verder te bouwen. Eenmaal moet
toch aan de weidenkenden de zege ten deel
vallen.
Militairistische roekeloosheid.
Het Volk schrijft o.m.:
In vollen vrede en ln koelen bloede wordt
dus tusschen Engeland, België en Frankrijk
overeengekomen, dat bij een nieuwen oorlog
met Duitschland de neutraliteit van het be
vriende Nederland brutaalweg geschonden
zal worden. Als staaltje van militairistische
roekeloosheid is dit wel bizonder grof.
Wij voor ons zien hierin een nfeuwo drin
gende reden om zoo spoedig mogelijk de Ne
derlandsch—Belgische geschillen uit de w«r
reld te helpen. j