FEUILLETON
i KONING MANDRUN
DONDERDAG 28 FEBRUARI 1929
DERDE BLAD
PAGINA 2
ERVARINGEN BIJ FILMKEURING
ALWEER EEN NIEUWE POLITIEKE
PARTIJ?
VOOR DE BELANGEN VAN LANDBOUW
BEZOLDIGINGSBESLUIT
BURGERLIJKE
RIJKSAMBTENAREN 1925
- JjjLt
HET KELLOGG-PACT EN HET
„GEHEIM VERDRAG"
DE SPOORWEGEN MOETEN
BETALEN
LOF AAN ONZE ZEEVADERS
DE CENTRALE COMMISSIE VERGADERT
De onbillijke toepassing van art. 27 bij
overplaatsing van schoolhoofden.
TWEEDE KAMER,
De atmoaféer vfcn vertrouwen en toenadering
niet aanwezig?
IIET TREINONGEVAL BIJ DE VINK.
Uitspraak in de zaak-Lobo.
Gishtaits heeft de Arrond-issereentsroehtbaaoJt
te Utrecht vonnis gewezen in de procedure;
welke tegen de Nederlandsohe Spoorwegen aan
hangig is gemaakt door de nabestaanden van
het echtpaar Lobo, naar aanleiding Tan het
spoorwegongeval bij de Vink.
De Rechtbank begToot de aan Benjamin
Richard Lobo toekomende vergoeding op êên-
jaariijkschen termijn van 150Q en op zes
jaarlijksche termijnen van 1900, met dien
verstande dat deze termijnen jaarlijks bij
vooruitbetaling, telkens op 10 September, moe
ten worden voldaan. De Rechtbank wees af het
van weerszijden meer of anders gevorderde,
en veroordeelde gedaagde in de gsdingkosfen,
met dien verstande dat de tot deze uitspraak
gevallenkesten, eiseher zal dragen zijn eigen
kosten en driekwart der kosten van gedaagde,
welke laatstbedoelde kosten tot deze uitspraak
worden begroot in het geheel op ƒ838.85, zijn
de driekwart van het bedrag mitsdien 254.13,
MINISTER BEELAEETS VAN BLOKLAND.
ïn ons land terug.
De Minister van Buitenlandsche Zaken is
gisteren van zijn bezoek aan de tentoonstelling
van Neder!andisclie kunst te Londen terugge
keerd en heeft des middags zijn ambtsbezighe
den hervat.
LIJK OPGEGRAVEN
Besprekingen «ver de nakeuring
De centrale commissie voor de Filmkeuring
hield Dinsdag onder voorzitterschap van den
heer D. van Staveren te 's Graveahage een al-
gemeene vergadering.
De voorzitter hield een voordracht over:
ervaringen uit het eerste filmkeuring*jaar. Tot
zijn genoegen mocht spr. oonstateeren, dat de
onderlinge verstandhouding, ook die tot den
voorzitteT, in de commissie van zeer aangena-
men aard was.
Het eerste filmkeuringsjaar (dat een periode
Tan 10 maanden was) is zéér druk geweest,
bekeurd weTden 5611 filmen met een totale
lengte van bijna 5 miilioen meter.
Keuren we zoo vroeg spr. zich af te
etreng? De Bioscoopbond en verschillende pers
organen meenen deze vraag bevestigend te
moeten beantwoorden. Spr. is van oordeel, dat,
«"hane in den beginne, de commissie een wei-
nic aan den veiligen kant is moeten blijven.
Spr. komt er tegen op, dat men zijn politieke
richting in het geding breng. Als voorzitter der
Centrale Filmkeuringscommissie is spr. geen
eociaal-demoeraat, doch ambtenaar.
Ais normen gelden, dat niet toegelaten wordt
voor kinderen beneden 14 jaar wait te sensatio
neel en niet voor kinderen beneden 18 jaar,
wat te erotisch Is.
Voor volwassenen geldt, wat niet in strijd is
met de goede zeden (wat niet hetzelfde is als
de zedelijkheid) en met de openbare orde (het
geen weer niets te maken heeft met verstoring
der openbare orde.)
De wet schrijft wel degelijk ook voor vol
wassenen keuring van films voor. Zoo behooren
pornografische films en die welke een leer
school voor misdadigers zouden kunnen zijn,
ook voor volwassenen te worden geweerd.
Spr. komt er tegen op, dat de leden der keu
ringscommissie als knip- en scheurwellustigen
worden voorgesteld. Afgekeurd worden slechts
die films, die volgens gezond begrip afgekeurd
behoor en te worden.
"Wat de reclame betreft, hier dekt lang niet
Bteeds de vlag de lading, doch verboden mag
slechts worden, wat absoluut strijdig is met de
®e6teble regelen.
De aliesbeheerschende vraag: „heeft onze
keuring in het afgeloopen jaar aan de verwach
tingen voldaan", meent spr. bevestigend ie
mogen beantwoorden.
In de namiddag vergadering werd o.a. aan
bevolen, de films zooveel mogelijk voor alle
teeltijden geschikt te maken, wanneer dat door
coupures e.d. mogelijk is.
Mr. Nooteboom (Rotterdam) achtte de keu-
■HT-.y over het algemeen te slap.
In «verweging wend gegeven tot installing
een er commissie over te gaan.
De voorzitter erkende, dat aldus tocli een
commissie van advies kon worden verkregen
en benoemde daarin de heeren mrs. van
Thiol, Nooteboom en Bielders, ds. v. d. Heyden
en als secretaris mr. Ter Veer.
Besloten werd, de kwestie der leeftijdsgren-
een voorloopig aan de truiBbouAelHake commls-
Wic over te laten.
DE KWESTIE DER NAKEURING.
Aan «ie orde kwam neg een door vers-clullen
de leden ingediende motie, luidende!
„De leden van de Centrale Commissie voor
de filmkeuring in algemeene vergadering bij
een, betreuren bet in hooge mate, dat thans
«reeds in enkele gemeenten nakeairangseoaiumis-
Biën in het leven zijn geroepen, hetgeen zij
■foelen ais een Mijk van wantrouwen, daar het
werk der Centrale Commissie in diit korte tijds
verloop nog niet vdUloanüe beoordeeld kan
worden".
De heer Van Cppeu Maastricht) achtte de
motie onjuist. Hoogstens zou men kunnen be
treuren, dat de wetgever de mogelijkheid van
nakeuring heeft ingesteld. Ook de heer
Van Dijk (Eindhoven) wenschte die ver-
EN HANDEL
Een openbare vergadering uitgeschreven
Maandag is in café Monopole te Rotterdam
een vergadering gehouden onder leiding van
den heer Wouter de Kroes, uit Overschie, met
eenige vooraanstaande personen uit landbouw-,
veehandels- en veehouderij-kringen, ten doel
hebbende tot de oprichting te komen van een
partij tot betere behartiging in de Slaten-Ge-
neraal en bij de Regeering van de belangen van
landbouw en handel.
Algemeen was men van gevoelen, dat de be
langen van bovengenoemde drie categorieën
momenteel in de volksvertegenwoordiging niet
voldoende weiden behartigd. Er werd besloten
een openbare vergadering te honden op Dinsdag"
12 Maart In het Algemeen Verkooplokaai te
Rotterdam, waar de nood van landbouw en
handel besproken zal worden.
In het voorloopig comité werden benoemd de
heeren W. de Kroes, Overschie, en M. den Hol
lander, Nicuwerkerk aan den IJssei, J. A. ten
Heuvel, Hoogeveen en ais voorloopig secretaris
A. Hochart, Pijttacker.
HULDE AAN KAPITEIN EN BEMANNING
.VAN DE „KERTOSONO"
Bij 't begin van de Dinsdagmiddag gehouden
zitting van den Raad voor de Scheepvaart
bracht de hoofdinspecteur van de Scheepvaart,
de heer C. Fock, huide aau den gezagvoerder
en de officieren van het stoomschip „Kerto-
sono", toebehoorende aan den Rotterdamschen
Lloyd, op reis van Nederl.-Indië naar Neder
land. Door middel van een eigengemaakt nood-
roer hebben zij kans gezien het schip behouden
te Rotterdam te brengen.
De voorzitter, prof. Taverne, sloot zich gaarne
aan bij de woorden van den hoofdinspecteur.
DE JEUGD ZIET GEEN GEVAAR
Een zesjarig knaapje gedood
To Raamsdonkveer is een ernstig ongeluk
gebeurd, meldt bet „D. v. N. Br." Op de tram
lijn nabij het postkantoor stond een wagon met
steenkolen. Eenige kinderen, die uit school kwa
men, duwden den wagen spelenderwijze voort.
Het ongeluk wilde, dat de zesjarige jongen A.
Faro uit de Lange Smitsteeg kwam en een wiel
over het lichaam kreeg. Ernstig verminkt werd
het kind opgenomen en naar het R. K. Gast-,
huis vervoerd. Het kind is aan de gevolgen
overleden.
■li mm n 7.vwrwtifif*
goderiag tot overtuiging te brengen, dat het
standpunt van de stelbars der motie onjuist is.
De beeiren Harms (Leeuwarden), Ledicboer
en Larrgman adviseerden, de motie in te trek
ken.
Ds. v. d. Heyd-en acht het zoar wel een
bewijs van wantrouwen na. de centrale keuring
nog andere wijzen van keuring te wensehen.
De heer Bielders gaf in overweging, alleen
uit te spreken, dat het ongewensoht wordt»
geacht, dat door groepen van gemeenten na
keuring wordt verricht.
De voorzitter ontraadt handhaving der motie.
De beer Van Haaftem, die de motie met
een kort woord had verdedigd, erkende dat
een zuivere stemming niet mogelijk wae,
weshalve hij haar namens de voorst-el Iers
intrek.
De heer Hamburger (voorzitter van den
Bioscoopbond) achtte zich door den loop
der discussie bevredigd; de intrekking had
ook zijn instemming.
EEN BIJZONDERE REGELING
GETROFFEN.
Gelet op artikel 35, eerste lid vain het Bezol
digingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
1925:
Overwegende, dat het wenschelijk is op .grond
van voormeld artikel ten aanzien van sommige
groepen van hoofden van scholen voor .gewoon
lager onderwijs, die door overplaatsing als
hoofd naar eene andere schooi voor gewoon
lager onderwijs eene onbillijke toepassing heb
ben ondervonden van artikel 27, tweede lid, van
dat besluit, zooals het luidt, zoowel vóór als
na de wijziging, daarin aangebracht bij Kon.
besluit van 9 December 1925 (Staatsblad no.
-#67)eene bijzondere, regeling te treffen, is
bij Kon. besluit het volgende 'bepaald:
Ten aanzien van het hoofd eener school voor
gewoon lager onderwijs, dat op of na 1 Januari
1925 in het genot was van eene verhooging
zijner jaarwedde van 500 of 700, bedoeld
in artikel 6 van Ons besluit van 27 December
1924 (Staatsblad no. 585), laatstelijk gewijzigd
bij Ons besluit van 11 Februari 1926 (Staatsblad
no. 23), en tevens in bet genot was van de
persoonlijke toelage, bedoeld in artikel 27,
eerste lid, van bet Bezoldigingsbesluit BuTger-
lijke Rijksambtenaren 1925, zooais dat luidt,
zoowel vóór als na de wijziging, daarin aange
bracht bij Ons besluit van 9 December 1925
(Staatsblad no. 467), en dait sedert dien, dodh
vóór 1 November 1928, door overplaatsing als
hoofd -naar eene andere school voor -gewoon
lager onderwijs, hetzij wegens opheffing der
school, waaraan het onmiddellijk vóór die op
heffing verbonden was, hetzij in andere geval
len, mits het tegen die overplaatsing vooraf
schriftelijk bezwaar heeft ingebracht, eene ge
ringere verhooging zijner jaarwedde als boven
bedoeld ontving, wordt bij stijging dier verhoo
ging vóór 1 November 1928 artikel 2.7, tweede
lid, vam laatstgenoemd besluit geacht geen toe
passing te hebben gevonden, voor zoover door
liet bedrag (lier stijging de verhoog in g van jaar
wedde, die hij onmiddellijk vóór die overplaat
sing genoot, niet wordt overtroffen.
VAN EEN HOOIBERG GEVALLEN
Noodlottige gevolgen
In do "boerderij van den landbouwer Klein in
de Paardela-Ti-den te Dedemsvaart was de land
bouwer van der M-oet behulpzaam bij het balen
van hooi uit een hooiberg. Door tot nu toe onbe
kende oorzaak viel van der Most uit deze hooi
berg en kwam met zijn achterhoofd terecht
op een klomp en bleef bewusteloos liggen. Dr.
Arpe die e-poedig ter plaatse verscheen, con
stateerde een schedel-fractuur en hersenschud
ding. Ds man -is, zender bij kennis te zijn
gekomen, overleden, meldt de Zw. Crt.
VREES VOOR MUITERIJ
Gevecht met messen aan boord van een schip
Aan boord van het Neéer'an-dsch stoomschip
„Hoogland" van Amsterdam naar Immingham
bestemd, heeft een ernstige vechtpartij plaats
gehad, waarbij één der opvarenden een mes
steek in den -arm bekwam en in oen ziekenhuis
te Amsterdam moets worden opgenomen. Uit
vrees voor muiterij aan boord was door den ge
zagvoerder bij het doorecbutten te IJmuMen
de hulp der politie ingeroepen. Deze hulp was
evenwel niet meer noodig, omdat de rust aan
boord inmiddels weer hersteld was.
BE MERKING VAN DE
ZUIDERZEE STEUNWET
De regeling van werkzaamheden bij den aan
vang van de vergadering gaf aanleiding tot ca
debat, zij he.t ook slechts ia zijdelingsch ver
band, over het Fransch-Belgisch geheim mili
tair verdrag. Volgens de agenda zal morgen of
anders Vrijdag de behandeling van het Kellogg-
pact tot uitbanning van den oorlog aan de
orde z-ijn. Door den heer van Vuuren wer.3
nu plotseling het voorstel gedaan om dit ver
drag in deze dagen, met het oog op de omsian
digbeden die zijn opgetreden, tengevolge van
het ai of niet jiüste geheime verdrag, zoonls
dit gepubliceerd is, niet te behandelen.
In dit voorstel op zich zat zeer veel goeds,
want het Is niet te verwachten dat onze vriïcs-
verjegenwoordiging zich bepeTken zal tot d?n
zakelijken inhoud van het pact. Mgr. Nolens
die later den heer van Vuuren te hulp snelde
zeide het zoo karakteristiek toen hij opmerkte,
dat er gevaar bestond, dat dit vredespact be
duimeld zou worden door redeneeringen, die
mot de kwestie zelf niets te maken hébben.
Om een pact aan te nemen, waarin staat, dat
de oorlog ook zelfs ais middel voor de binnen-
iandscke politiek moet worden uitgebannen
heeft men noodig een atmosfeer van vertrou
wen en toenadering en deze is op het oogenulik
ten rechte of ten onrechte, dat kon men in het
midden laten, helaas n-iet aanwezig.
Had de heer van Vuuren naar onze meenang
in beginsel volkomen gelijk, toen hij het voor
stel deed, nu het echter verworpen is betreu
ren we, dat het is gedaan. De aandacht, is nu
op de aanstaande behandeling van het pact ge
vestigd, in Verband met plaats gehad hebbende
publicaties en dit had voorkomen moeten wor
den.
Na dit kleine, maar daarom niet minder be
langrijke debat kon de heer Duymaer van Twist
zijn interpellatie houden over do werking vam
de .Zuiderzeesteunwet. Hoe minister van de
Vegte zich bereid heeft kunnen verklaren op
deze interpellatie te antwoorden begrijpen we
niet, want hij heeft geweigerd niet alleen met
rlsn Interpellant, maar ook met ieder van de
andere leden daarover van gedachten te wisse
len. Hij heeft voor wat de wijziging van de
wet aangaat adviezen gevraagd aan de generale
commissie, die belast is met de uitvoering dei-
wet en aan den Zuiderzeeraad, wat het recht
is van een minister. Op grond daarvan acht
hij het onvoorzichtig zich tuit te laten over de
werking van de wet en de wijzigingen die hij
zal voor-stellen. Toch was het ernst in de Kamer
en als de minister dat niet Inziet, dan zou
het wel eens kunnen gebeuren, dat de bedrei
ging van den heer v. d. Bilt, om na Paschen
te zullen stemmen tegen de .begrooting van
het Zuider zeefonds, dnor de meerderheid in dn
Kamer in een daad zou word,en omgezet. Het
standpunt van den minister dat de Kamer als
de wet Ingediend is en men is 'liet er niet mee
eens, hero -er dan over interpeHe&ren kan, ia
onjuist, want dat meeningsversch.il komt pas
tot uiting bjj de behandeling -der wet in de
stukken en later mond-eling, maar niet eerder
Ongetwijfeld ïs déze minister een handig
debater, maar de Kamer is daar, na gedurende
drie jaren steeds met een kluitje in het -rïdt te
zijn gestuurd, niet gevoelig meer voor. Onge
acht zijn veEklamng, dat hut ad-vies -einde
volgende week verwacht werd en hij dan
aan het werk zou gaan, nam de Kamer toch
zonder hoofdelijke stemming de motie van
den lieer Duymaer van Twist aan, waarin
uitgesproken wordt dat wijziging van S.e
artikelen 7- en 13 ven de wet urgent is.
Dat deze poging om de visrschers te helpen aan
ds S.DA.P., die in den laats'ten tijd voor zich
Wordt aan misdrijf gedacht?
Te Hoogland (bij Amersfoort! is op last
der Justitie het lijk opgegraven van den op 5
Februari j.L overleden 24-jarige ongehuwde
boerendochter. Men vermoedt dat er misdrijf
in hst spel is geweest.
mot het oog op de ve, kiezingen, het monopolie
opeiseht van iedere steunverieening, ontging,
veTdroot haar zeer. Voor den he r Duys was
dat een reden om maar even drie moties in te
dienen. De communist maakt school. In deze
moties gaf hij precibs aan wat gewenscirt werd.
Dat dit onjuist ie behoeven we niet te zeggen,
want als de regeering b.v. wat de rente van
te verleenen credieten aangaat iager had willen
gaan, dan had bij dit nu belet en was de Kamer
bovendien gebonden.
Het was anders wel -sen dag vaa moties, want
afgescheiden van die var den communist, die
bij den aanvang van de vergadering verworpen
is, zijn er zeven behandeld, waarvan zes heden
ingediend. Na de interpellatie was de motie-
Saunes voor toekenning van een kostelooze
rento aan 65-jarig n aan de orde. De verkie-
zingeii zijn in zicht en dit premievri] pensioen
is een van de roode leuzen. Al-g de Kamer het
niet wenschte zou hij het volk laten beslissen.
Dat zou over eenige maanden spreken. Dat de
Kamer met hem mee zal -gaan en de regeering
deze motie thuiezendea is niet aan te nemen.
Doar den heer Kuiper is de motie namens de
KatboLi-eken bestreden. Hij wil wel hulp ver
leenen, maar niet den weg op van de S.D.A.P„
die voert naar een staatspensioen voor allen.
In zijn motie vraagt hij een aanvullende rege
ling om gepleegd verzuim, waardoor verschil
lende personen geen ouderdomsrente hebben, te
herstellen. De heer Snoeck Hmkernans -wil het
zelfde maar schrijft de regeering voor welke
wetswijzigingen daaryoor noodig zijn. Morgen
wordt, dit debat voortgezet.
i!
Een voorspel tot de Fransche Revolutie,
door MAY WYNNE
(Geautoriseerde vertaling).
2.)
Toen klopte -de hongersnood aan, ofschoon
Jean niet bang was voor een extra druppel
zweet en zijn Marie ook niet bij dc pakken
bleef neerzitten. Dikwijls loog hij zijn vrouw
voor beweerde hij bij hoog en bij laag, dat.
hij reeds gegeten had. om haar toch maar ge
legenheid te geven zich vap^het hoognoodige
te voorzien. Ik gaf hem telkens de absolutie
voor die leugens. En daar Marie hem geloof
de nam ze dus het weinige voedsel dat hun
restte. Zwart brood en water.... och het is
altijd beter dan niets.
Zoo leefden ze voort en in hun armoede
lichtte een straaltje hoop door on betere da
gen. Verleden week werd hun een zoontje ge-
horen en Jean zei me, dat dit kind werkelijk
den zegen des hemels had meegebracht, want
van dien dag af, had hij weer werk gevonden
en tegen een heel schappelijk loon.
Helaas, drie dagen geleden kwam er een
nieuw bevelschrift van den Intendant.
Jean moet zijn werk, zijn vrouw en kind in
den steek laten, alles achterlaten om de cor-
vée te betalen. Weet u niet, wat dat is, mon
sieur? Dan moet een man zónder aarzelen,
zonder eenige verontschuldiging voor een zie
ke vrouw, een pasgeboren kind, een sterven
den vader ef het te velde staande gewas, op
straffe van tuchtiging en gevangenschap zijn
bezigheden in den steek laten, om te gaan,
waarheen het M. den Intendant gelleven zal
hem ten zenden. Dan moet hij helpen bruggen
slaan, kanalen graven, wegen verbeteren....
voor den staat. Maar diezelfde staat zal hein
geen rooien cent voor al dien arbeid nitkeeren.
Dat is onrechtvaardig, nietwaar, monsieur!
ging de priester verder, terwijl al de toorn te-'
g-en dit verbeten onrecht hem naar het hoofd
steeg. Toch bleef er Iets beheerschts. letB
edels in de wijze, waarop deze volksvriend zijn
Verontwaardiging luchtte. Geen enkele maal
sloeg die uit liefde voor zijn volk geboren uit
barsting tegen hef onrechtmatige bezitnemen
floor de andere standen van tijd en arbeid
hunner meaemenschen over tot een bewuste
haat tegen die betere klasse. Niet de begeerte
naar hun bezit dreef hem aldus de voorzichtig
heid voorbij te gaan, dreef hem aldus tot een
openhartigheid die fataal kon worden, zoo de
ze jongeling te lang de hoflucht had inge
zogen.
Dat is een schreeuwend onrecht, monsieur,
vervolgde hij.
Maar Jean had te gehoorzamen. In deze
eeuw. waarin verlichte, geesten weer herstei
len het recht van het individu op zijn persoon
lijke kwaliteiten, in deze eeuw, waarin aller
wegen de lans gebroken wordt voor de rechten
van den mensch, bestaat de Fransche Staat
het nog, een gedeelte van zijn onderdanen uit
te buiten tot alleenlijk voordeel en genot van
twee soorten grooten, den add en de hooge
geestelijkheid.
Maar Jean had te gehoorzamen. Het was de
corvée.... of de gevangenis. Daar waren geen
andere uitwegen. Ik vraag u, monsieur, ga bij
hef weinige mer.seblijk gevoel, dat elk door
God geschapen redelijk schepsel nog in zich
omdraagt als een afstraling van het Godde
lijk Licht, dat allen mensch verlicht, komende
'in deze wereld, ik vraag U is dat een keuzo
voor een man, die vrouw en kinderen achter
moet laten ten prooi aan den hongerdood?
Maar de menschen hebben hem niet erkend,
staat er geschngyen bij Johannes. De menschen
hebben hem niet erkend. Zij gaan voort als
in het verwcedsle heidensche tijdperk hun
broeders te veriagen en nit te buiten tot hun
lust, zij gaan voort het door hen gepredikte
Evangelie te maken tot een schrijnende te
genstelling, van hun onrechtmatig handelen.
Zoo spreekt een priester? vroeg de Pon-
tenac een weinig verstoord, door deze even
drieste als boersc-he taal
Ja, monsieur, zoo spreekt een priester,
vol verontwaardiging tegen hen, die het ons
onmogelijk maken, dezen menschen nog den
troost te brengen van het Evangelie. De bood
schap der liefde door Christus gebracht, wordt
in Parijs en Versailles verkracht. Als ik mijn
menschen spreek van den God der Liefde, die
neerdaalde in de armoede vau Bethlehem, die
het kjuis droeg en de verdrukking, is hun
dat een troost. Maar als zij mij vragen, hoe
rijmt zich dat, dat de bedienaren dezer leer
van versterving, zieh verrijken en de wel be
haaglijkheid hunner weerderige woningen, de
ruime zalen van Versailles verkiezen boven de
bescheiden omgeving van een kloostercel, of
een leven teruggebracht tot het allernoodza
kelijkste? Waar is het evenwicht in deze ver
kondigers van de wetten der naastenliefde?
Wat kracht hebben hun fijngcslenen woorden
nog op ons, die lijden onder hun verdrukking,
die armoe ontvangen nit hun het werk ont
wende handen, die vernedering en beschim
ping, hooghartigheid lezen in ^UB oaê'ca, die
dagelijks de vermanende -woorden wan
Christus en Zijn profeten -lezen?
Dan kan ik niets meer antwoorden mon
sieur., dan kan ik .alleen zeggun, dat, dit slech
te priesters zijn geworden, dat zij bidden moe
ten, opdat God hen verlichte, hun de oogea
opens voor hun onwaardig dragen der hoog
ste maatschappelijke functie, dat zij ver
vreemd leven van hun uitverkoren zending.
En dan knielen we allen, monsieur, dan knie
len we en bidden met Christus: Vader ver
geeft het hun, want zij weten niet wat zij doen.
Dat bad ook Jean, toen hij geknakt, ge
broken door die schofterige tijding zich aan
mijn voeten wierp, en mij smeekte hein toch
te verhinderen, dat hij een moord zou begaan.
Ze stonden er met hun vijven, harde werkers,
tevreden menschen, bescheiden en eenvoudig
Ze stonden er en lieten zich overtuigen van
Gods rechtvaardigheid, ze lieten zich het be
koelende water over de heetgeloopen polsen
stroomen, dat Gods wegen onnaspeurlijk zijn,
en dat zij tot die uitverkorenen behoorden, die
als door Goddelijken dwang kwamen tot erken
ning, clat het hier beneden wankel en waarde
loos tegelijk is en dat ze dichter bij Christus
kwamen, naarmate ze meer verduurden in
Zijnen naam.
Zoo vertrok Jean en qioefliS was hij hier
aau het werk, op vreemden grond, voor
vreemde heeren. Twee dagen en twee nachten
heeft hij gesloofd en gesjouwd, omdat hij zijn
groote taak des te spoediger zon "mogen vol
einden en weer terug kon gaan naar vrouw en
kind om daar opnieuw slecht3 te werken voor
hun klein bestaan.
O, Bon Dieu de Dien! Het is maar al te
waar, Jean de Moisset is teruggekeerd naar zijn
Marie en zijn kind, Ui) is nu op een plaats
waar een tyranniek koning, hartelooze minis-
eters en plichtverzakende priesters geen vat
meer op hem hebben. Geen meedoogenlooze be
lastinggaarders, geen wreede agenten dwin
gen hem nog tot de onrechtvaardige corvëe-
diensten.
Hij is dood, zooals u ziet, monsieur, dood
van uitputting en .honger. En ik kan niet an
ders dan den goeden God daarvoor danken,
daar -gisteren nog zijn vrouw en kind aan de
zelfde kwaal zijn gestorven.
De Pontenac keek den spreker verbaasd
aan. Telkens had in de stem van dezen volks
priester de liefde doorgedrongen, de liefde, die
beheersebte de nauw bedwongen verontwaar
diging, die zijn niageTe gestalte heen en weer
had doen gaan aia een op de® wind bewo
gen riet.
Bleef de priester echter de bedienaar van
een Liefdekoning, die alleen maar geeselde,
toen men het huis Zijns Vaders tot een speel
hol had gemaakt, de man naast hem was door
de ellende zoo verbeest, dat. olie restjes van
vergevensgezindheid, van pogingen tot herstel
verdwenen waren. Zijn oogen verrieden zijn
grenzelooze begeerte cm binnen te mogen drin
gen in die salons, om er naar hartelust zijn
wraak uit .te vieren In vernielen en moorden,,
in schreeuwend .neerhalen wat. daar aan luxe
aanwezig was tot tergende .tegenstelling met
de .armoede Mar. Men zog zijn handen zich
krommen nis omklemden zijn vingers xeeds
het heft van een. vervaarlijk mes, als lagen die
vuisten vast en klemmend rond den steel van
dorschvhsgei of fcijl, als dronk Ljj reeds den
wellust is van het zinneloos neerhalen, uit
den weg ruimen, vernielen, verwoesten. Hier
gierde de haat in een verlokkend toekomst
beeld, terwijl hij (Jeu priester alleen de ver
ontwaardiging was opgestaan.
Hoe is het rnogeïijk, vroeg de Pontenac
zieh af en toen harder tot den priester: Is dit
werkelijk geschied?
Het was hem als kasteelheer in Normau-
dië wel eens ter o-ore "gekomen, dat zijn pach
ters het niet te breed hadden, zoo terloops was
bij wel eens langs hun woningen gekomen.
Maar ocli, van de hoogte van een paard ligt
een hut zeer idyllisch in wat groen, de af-
-Etand is tee ver om hot leed in vTouw.enoegen
te lezen, en het Mepperen van het ros dooft
het doordringende geluid de-K, halfgesmoorde
vsrwenschingan. Zoo kwam bat dat de Pon
tenac wel een vermoeden had van den minde
ren welstand van een zeker soort menschen,
die dan toch ook nog Franschen genoemd kon
den worden, maar dat het zoo :schan.delij-k
slecht met hen gesteld kon zijndat was
een schrikkelijke openbaring voor hem.
De oude man had zich weer over het lijk
van zijn zoon gebogen en voegde hem kinds
allerlei vriendelijke woordjes toe. De priester
hield een kruisbeeld tusschen de magere en
zenuwachtig bewegende vingers, maar zijn
oogen waren evenals die van zijn metgezel op
Raoul gevestigd. Zij hadden enkele sarcasti
sche woorden verdacht, wellicht zelfs een vin
nige mep met de rijzweep, voordat hij weer op
zou stijgen, de fijne edelman wien al die el
lende zeer onverkwikkelijk en dus onwelkom
moest zijn. Vandaar dat zij in hoogste verwon
dering gewaar werden, hoe deze groote, deze
zoon van een hartelooze en hebzuchtige kaste,
werkelijk vol medelijden hun left en droefheid
deeJcte. Dit was iets heel nieuws en nog groo-
ter werd hun verwondering toen ze de woor
den hoorden doorklinken, ze betalten konden
als een werkelijkheid, de woorden, die hun
zeiden
Dat gaat ie ver. Hier rest niets .meer dan
droefheid.
Da Pontenac sprak ze met een grinimigea
grijns, maar voegde er onmiddellijk aan toe,
zachter:
Maar hier is geld. Doe er mee, wat ge
wilt, M. Ie Curé. Laat deze menschen behoor
lijk besraven of geef het aan de anderen, die
er wellicht nog beter mee zjjn gediend, voor
kom in ieder geval, dat deze schandelijke too-
neelen hier een herhaling vinden.
Tegelijkertijd overhandigde hij den ver
baasden priester zijn geldbeurs. Het was een
dier plotseling opkomende momenten van bij
na overdreven edelmoedigheid, die den uiter
lijk zoo weerharstig.cn Novraan disehen edfl>
Bmn eigen rijn.
Op dit oogenblik was er werkelijk -een fijner
snaar in zijn hart aangeroerd. Hij kon zelfs
een oogenblik met deze mens hen meevoelen,
teem leed loetasten en begrijpen, bet zelf onder
gaan. Hun onrecht werd bot zijne.
Daardoor lag er in den blik waarmede hij
den priester bei geld aanbood,, In de gebaren
waarmede hij de beurs van eigenaar liet ver
wisselen eerder iets kameraadschappelijks, iets
van gelijken, dan de verwachte hooghartig
heid, of de neerdalende liefdadigheid, die zoo
vaak een beleediging wordt voor den bedeelde.
Het was een geheel onverwachte gift in een
bui van onverwachte edelmoedigheid en be
antwoord door onverwachte dankbaarheid.
Over de versleten soutane van Pêre Bessoit
zochten de tranen hun weg, maar de man naast
hem was plo-tseling voor Raoul op de knieën
gevallen, had diens hand gegrepen en streelde
haar, zooals een moeder het handje van haar
kleinste kan beknuffelen. In tegenstelling met
deze zachte handeling waren zijn woorden
sterk en fier. Kij sprongen op uit een hart,
dat reeds lang verleerd had de zachte stem
mingen van liefde, genegenheid, als trouwste
gezellen van een tevreden bestaan.
Ah, monsieur, indien er nog heiligen be
staan. maar ik betwijfel bet, indien er nog
heiligen bestaan, zeg ik, dat zij u zegenen;
en wij zullen voor U bidden, en als er nog iets
goeds is in het leven, dat U het mag hebben;
zoolang ik leef, zal ïk, zal Finot niet ophou
den om u te dienen groote heer, voor u m'n
bloed en m'n vuisten, dat is bet eenige wat ik
wil, omdat gij medelijden hebt getoond, met
ons. arme zwakke menschen, verschoppelingen
en miskenden. U wil ïk dienen, heer, u en nie
mand anders, U alleen!
Het was geen meester in welsprekendheid.
Do woorden kwamen er heesch en donker nit,
in slecht gevormde zinnen, maar deze ruwe
klant, deze onbeholpen Finot sprak toeh met
zooveel oprechtheid, dat de Pontenac er door
getroffen werd,
(Wordt vervolgd).