n
i m
0lm
W
JL.fi w lil ill
m, m, fH
MAANDAG 11 MAART 1929
DERDE BLAD
PAGINA 4
SCHAAKRUBRiEK.
I
fM 'Wê wM fm
vw/, m w m
mm O föJ wM
i. IWW, jÉH
yam
WW k WÈ
H HP
S.Jnf
DAMRUBRIEK
1 mn
W&. ytiï;
I Él. JÉS„^ÉpI
m Él ÉI Él
RIVIERTIJDINGEN.
SAMENWERKING VAN
CENTRALE BANKEN.
EEN REDE VAN PROF. BRUINS
AANBESTEDINGEN
t
Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 82c.
Schiedam
Verzoeke alle mededeelingen betreffende deze
rubriek aan bovenstaand adres te richten.
PROBLEEM No. 411G.
F. W. NANKING, Middelharnis.
Eerste plaatsing.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 4117.
J. VAN DIJK.
9e prijs 24ste tornooi v. d. Brisbane Courier.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 41 IS.
C. S. KIPPING.
Ie prijs 4de tornooi Ned.-Ind Schaakbond 1928.
Mat in drie zetten.
i'KUBLEEM No. 4iia.
E. G. SCHÜLLER en H. V. TUXEN.
2e prijs tornooi als voren.
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 412U.
A. C. CHALLENGER.
Ie prijs v. h. tornooi „Evening Standard."
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 4121.
D. NAGY.
le prijs v. h. achtste tornooi v. d. B. C. P. S.
Mat in i er zetten.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 4104. 1 Pf3e5 enz. Een -mooie opgave!
No. 4105. 1 La3b2 dreiging: 2 Lb2d4:+.
1dc2: (Db2Dal), de2:; 2 Fe5, Pg5 enz.
No. 4106. 1 e5e6 dreigingen: 2 Dh2f en ed7:
enz. 1...., Ke5; 2 ed7:t Kd6:; 3 dc8 (P±).
1De6; 2 Dh2f, Ke3; 3 Pf5±.
1Dd6:2 Tf7t enz.
Dit probleem onderscheidt zich door een bij
zonder fijnen sleutelzet. Vermakelijk is het op te
merken hoe pion e5, in het oplossingsverloop tot
paard promoveert.
GOEDE OPLOSSINGEN.
J. H. B. Feldbrugge, Montfoort, alle; H. v.
Gaaien. Rotterdam, alle; J. Maas, Venlo, alle;
J. Smals, Nijmegen, alle; P. Welting, Neerloon,
alle; J. Marcelis, Rotterdam, no. 4104, no. 4105;
D. v. Niekerk, Rjjsenburg, no. 4105; N. L. Coene,
den Haag, no. 4104; W. H. Haring; Kethel, idem;
H. W. G. Kortman, Rotterdam, idemW. v.
Veelen, Rotterdam, idem.
RECTIFICATIE VAN PROBLEEM no. 4115.
Bij de oplossing van dit probleem gelieve men
er rekening mede te houden, dat op a6 nog een
zwarte pion moet staan.
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK.
Ditmaal hebben we een uitgebreide probleem
rubriek. We wilden het voor handen zijnde
interessante bekroningsmateriaal zoo vlug moge
lijk verwerken. Daarbij meene'n we goed te doen
de aandacht van den geroutineerden oplosser
vooral te vestigen op no. 4118, no. 4119 en
no. 4121. Het is hoogst belangrijk het eplossings-
verloop van deze problemen te volgen, hoe wit
bil zijn operaties rekening heeft te houdenmet
de veiligheid van zijn eigen koning. De opstelling
van zwart is zoo gekozen, dat wit's koning op
de ontleding dezer composities grooten invloed
uitoefent, neem o.a maar eens no. 4118.
No. 4121 achten we niet moeilijk, de oplosser
late zich niet afschrikken door het feit, dat hij
met een vierzet te doen heeft.
TER VERVANGING VAN PARTIJ No. 895.
Onderstaande partij, welke wij aan het B. C.
M. ontleenen werd in 1820 te St. Helena ge
speeld en toont aan, dat Napoleon ook op het
schaakbord als strateeg uitmuntte.
SCHOTSCH GAMBIET.
Napoleon. Maarschalk Bertrand.
Wit: Zwart:
1. e2e4 e7e5
2. Pgl—f3 Pb8—c6
3. d2d4 Pe6Xd4
Gebruikelijker en bok wel beter is ed4:.
4. Pf3Xd4 e5Xd4
5. Lflc4 Lf8c5
G. c2c3 Dd8e7
7. 0—0 Ee7e5
Zwart mag natuurlijk geen de4: spelen daar
Tel zou volgen. Met dezen zet heeft zwart een
plan voor dat echter niet tot uitvoering komt.
8. f2—f4.' d4Xc3t
9. Kgl—hl c3Xb2
10. Lc4Xf7t Ke8d8!
11. f4Xe5 b2XalD
12. Lf7Xg8 Lc5e7
Om het dreigende schaak op g5 te voorkomen.
13. Ddlb3
Dreigend Lb2!
1 3a7a5
Om op Lb2 met a4 te kunnen voortzetten, maar
zwart had beter den e-pion kunnen nemen.
14. TH—f8t!
Wit offert nu T en L om op schitterende
wijze te winnen..
1 4
15. Lel—g5f
16. Lg5Xe7f
17. Db3—l'7t
19. Df7—f8
Le7Xf8
Lf8e7
KdSXe7
Ke7d8
mat.
Oplossingen over drie weken. Deze worden
bt) ons Ingewacht tot Dinsdag 26 Maart.
PARTIJ No. 898.
ALJECHINS-VERDEDIGING.
Uit het eorrepondentie-tornooi v. d. „Deutsche
Schachzeitung." Groep 79.
Wit: M. Seibold.
1. e2e4
2. e4e5
3. d2d4
4. Pgl—f3
5. h2h3
6. DdlXf3
7. d4Xe5
8 Lfl—b5
Zwart: P. Scheller
PgS—fG
PfG()5
d7d6
Lc8g4
Lg4Xf3
d6><e5
Pb8c«
Dd8d7
niet aangevallen worden; er
Noodzakelijk daar anders c4 volgt.
9. 0—0 a7a6
10. Tfl—dl e7e6
11. Lb5—flü
Hier kan de L
dreigt e4
11
12. Df3e2
15. c2c4
14. De2Xc4
PcCXeü
Lfg—d6
Pe5Xc4
000
Zwart dreigt nu na het wegtrekken van zijn
paard Lh2t te spelen en heeft dan een bevre
digend spel. De volgende zet van wit schijnt fout
te zijn, doch er is een beetje verder gerekend.
Stelling na den 14en zet van zwart.
Pd5Xe3
Ld 6h2t
Dd7Xdl
Ddl—d7
15. Pblc3H
De strik.
15
16. b2Xc3
17. KglXh2
18. Lel—f4
19. Tal—bl!
Dat is de pion van den 15en zet. Er dreigt
zoowel Da6: als ook Tb7:.
19Dd7e7
Na b5 kan 20 Da4i, De6; 21 Tb6: volgen en
19Dc6 haalt niets uit.
20. TblXb7ü Kc8Xb7
Wit kondigt mat in 8 zetten aan, 21 Da6t»
Kb822 Db6!, Kc8; 23 La6t, Kd7; 24 Lb6t, Ko8;
25 Da6f, Kb8; 26 Lc6, benevens mat in twee
zetten of 22..., Ka8; 23 DcOf, Ka7, <Kb8; 24
La6)24 La6, Tb8; 25 Le3f enz.
Voor een correspondentie-party een zeer leven
dige party.
(Aanteekenlngen van M. Seibold in de
„Deutsche Schachzeitung.")
CORRESPONDENTIE.
D. v. N. te R. 1. Th6 kan, in no. 4104 op
verschillende wyzen worden weerlegd bijv. door
1Pd4.
EEN PARTIJ TWEEMAAL GEPLAATST.
Dezer dagen deden we de ontdekking, mis
schien heeft dit ook wel een onzer lezers opge
merkt, dat we onder no. 886 en no. 895 dezelfde
„PASSING SHOW".
De leeuw: „Psest, professor, wat mot ik
nou doen?"
partij brachten. Die onder no. 886 was afkomstig
uit de Magyar Sakkvilag en werd ons door een
medewerker toegezonden, terwijl die uit onder
no. 895 gepubliceerd door ons was ontleend aan
de „Deutsche Schachzeitung". Ter vervanging
van no. 895 nu brengen we een heel oud partijtje
waarschijnlijk aan enkelen onzer lezers reeds
bekend.
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redacteur dezer courant
No. 55 (10 Maart 1929).
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 107. (Jac. Haring).
Zwart: 10, 12, 13, 14, 17 tot 20, 22 tot 24,
27 en 35.
Wit: 16. 29. 31, 33, 34, 36 tot 38, 42 tót 44, 47
en 48.
Wit: 33—28, 42—37, 47 38, 16—11, 44—40,
43—39, 48 8 en 41 4.
Probleem No. 108 (Jac. Haring.)
Zwart: 11, 16)8, 22/3, 28/9 en 33.
Wit; 32, 37 tot 40, 42, 44, 47 en 49.
Wit: 40—34, 38 29, 32 21, 40 38, 41—41
en 37 6,
Goede oplossingen ontvangen van: W. J. V. d.
Vóórt, Nieuw Vennep (ook no. 106)J. Boelens,
Nieuwe Schans; C. V. d. S., H. W. Borghardt,
J. P II., P. M. S„ J. Stols, W. v. B„ allen
Rotterdam.
PROBLEEM No. 112.
M. BONNARD, Lyon.
Zwart:
W 11:
Zwart: 7/9, 34/6, 18, 20,1. 45, dam op 46.
Wit: 25, 29/33,*37, 42/4.
PROBLEEM no. 113.
M. BONN-ARD, Lyon.
Zwart:
Wit:
Wit speelt en slaat naar dam in Winhenden
stand.
Zwart: 8, 10/1. 13/4, 17/21.
Wit: 22, 28/9, 32, *34, 37, 38, 40, 48/9.
Tweede party per correspondentie gespeeld
tüsschen het Rotterdamseh Dam Genootschap
en de damclub te Lyon. Nu heeft Rotterdam wit.
1. 33—28
18—23
2. 39—33
12—18
3. 4439
7—12
4. 31—27
20—24
5. 37—31
14—20
6. 41—37
10—14
7. 34—29
23 34
8. 40 29
1— 7
9, 27—22
18 27
10. 31 22
2025
11. 29—20
15 24
12. 60—44
6—10
13. 44—40
10—15
De bekende Hoogland-variant.
14. 4034
14—20
16. 34—29
16—21
16. 49—44
21—26
17. 36—31
17—21
18. 31—27
11—16
19. 37—31
26 37
20. 42 81
21—26
21. 29—23
26 37
22. 23 14
3742
23. 4837
24—30
24. 26 24
20 29
25. 33 24
9 29
Zwart.
Wit:
26. 44—40 3—9
Om op 39—34 met 1318 te kunnen ant
woorden.
27. 39—34 15—20
28. 34 23 13—18
29. 22 13 9 29
30. 4339 20—24
31. 38—33
Op 39—34 wit 24—30 30-
31.
-35 en 3540.
29 38
32.
32 43
33. 37—32
34. 47—42
35. 46—41
36. 42—38
37. 27—21
38. 32 21
39. 38—32
40. 39—33
41. 43—39
42. 39 50
43. 32—27
28 19
41—37
46. 45—40
47. 37—32
48. 33—29
49. 32—28
60. 40—35
61. 35 2
44.
45.
12—18
8—13
4—9
2—8
7—12
16 27
6—11
24—30
30—35
35 44
11—16
18—23
13 24
25—30
9—13
13—19
24 33
S3 31
16 27
Remise.
SLAGZETTEN.
Slagzet (A. M. Oisen.)
Zwart: 1, 3, 7, 10, 12/5, 18/9. 23/4 en 26.
Wit: 16, 22, 27/8, 32/8, 43 en 50. m
Wit 3530, 27—21 (zwart 18 27 gedw.) 3631
(zw. 27 36 gedw.) 33—29, 29 20, 28—22 en
32 5.
Slagzet (van den redacteur.)
Zwart: 5, 7, 8, 10, 15. 17, 20 en
Wit: 23/4, 29, 30, 35/6, 47 en 49.
Wit 36—31, 47—41, 30—25 (zw. 46 30) 25 14
en 35 22.
Slagzet (van den redacteur.)
Zwart: 2/3, 5, 6/8, 11, 13, 15/6, 18. 20/3, 25, 26.
Wit: 29, 31/44, 46 en 48.
Wit: 32—27, 37 19 (zwart 13 24) 35—30
(zwart 24 35A) 29—24 en 41 32 of 34 1.
A) Op 26 37, wit 41 32, 29—24 enz.
Slagzet (van den redacteur.)
Zwart: C, 8, 9, 11, 13, 16. 17, 19, 23/5.
Wit: 22, 26/8, 31/2, 34/5, 38, 43 en 48.
Zwart kondigde de winst aan van minstens
een schijf. Alvorens de oplossing te volgen,
trachte men zelf eerst eens de winst te vinden.
Zwart speelde 2429!
Wit antwoordde 4339, zwart 29 40, 1924,
17 37. 25 21 en 11 22.
Ou 4842 zou de slag op dezelfde wijze nog
meer afdoende winst bezorgd hebben.
Verscheidene omstanders meenden echter dat
wit met 2621 de party had kunnen redden. Het
spreekwoord „de beste stuurlui staan aan wal"
ging hier niet op. Want op 2621 had gevolgd
zwart 17 37, 23 21 (wit 34 12) maar nu
zwart (en dat hadden zij niet gezien) 2127,
11—17 en 16 47!!
In den gegeven stand was wit's beste zet
3430. 4339 en 38 49, niet 48 39, want dan
volgt 19—24, 17 37 en 29—34.
Slagzet (van den redacteur.)
Zwart: 3/4, 6, 8/9, 11/3, 15/6, 18/20, 23/5.
Wit: 26/8, 31/2, 34/8, 40. 42/3, 45. 48/9.
Zwart speelde 1217 om wit te verlokken tot
2721, 32 12, 12 14, hetgeen voor zwart met
4146 winst zou bezorgen.
Maar wit had nog een heter antwoord door
zwart niet verwacht, n.l. 3429, 3530, 40 29,
27—21. 32 25 (zwart 15—20 en 9 20) 37—32,
3228. wint twee schijven
ENiDSPEL van A. M. OLSEN,
Rotterdam.
Zwart.
V//////.
Wit:
Zwart 25, dam op 35.
Wit drie dammen op 28, 32 en 33.
Eerste variant:
1. 28—5 32—2a)
2. 32—38 2—36b)
3. 33—11 35—2c)
4. 6—32 2 16
5. 38—49 16 38
6. 49 32 wint.
Tweede variant:
1. 28—5 25—30
2. 32—14 30—34d)
3. 33—24 35 10
4. 6 40 wint
a) Op 3540 30. 13 of 8 volgt S320; op
2530 zie variant II; op 8549, wit 3216 en
op zwart 4935 wit 3344 en 5—32.
b) Op 2—16 volgt 38—49 (zwart 16—2), 33—11
en 532; op 27, 8, 13 of 30 wit 3320; op
25—30 wit 5—19
c) Op 35 los, wit 3830; op 2530, wit 532,
11—44 en 32—16; op 35—49 wit 11—16.
d) Op 35—40 of 49, wit 33—29 of 38.
IIANSWEERT, 9 Maart.
Gepasseerd voor 4 uur en bestemd voor:
ROTTERDAM: st. Telegraaf 4; Telegraaf 6;
Jacobus; Luctor; Dipping 4; Unie 1; Charlois
12; AMSTERDAM: st. Mawi; Amstel 10; Dank
baarheid; MEPPEL: st. Voor den tyd; DON
GEN; st. Cornelia; VLAARDINGEN: st. Char
lois 9; SCHERPENISSE: st. Cornelia; HANS-
WEERT: st. Elisabeth; Blazina; Nieuwe Zorg;
DORDRECHT: st. Jannetje Adriana; LEIDEN;
st. Adriana Cornelia; SCHERPENISSE: et.
Adriana; WEMELDINGÉ: st. Zegerina.
DUITSCHLAND: Aruold, Peulen; Montele-
ono, de Ridder; Pole, Stobbelair; Tintoretto, van
Loock; Taurus, Camermans; Lion, Schouwenaar.
BELGIë: st. Adriana; Telegraaf 11; Vertrou
wen; Leba; Maatje Elisabeth; Amstel 6; Am-
stel 7; Petronella; Assam 4; Disjonibel; Flu-
viale 8, Rosenbrandt; Clementina, Broekaert;
Arbon. Verberght; Assam 2, Kruisweg; Albatros
4, Robbemond; Pharailda, de Mayer; Elma,
JoTens.
Ter gelegenheid van den Rotterdamischea
Hoogenschooldag heeft prof. S. W. J. Bruins,
commissaris hij de Deutsche Reischsbank, daar.
toe uitgenood,Igd door den Hoogeschoolraad,
Zaterdagmiddag in 't gebouw der N. H. H.
S. een voordracht gehouden over samenwer
king van centrale banken.
De samenwerking der centrale banken, ge-
lijk wij die thans kennen, is aldus ving spr.
aan In en voornamelijk na den oorlog ont
staan.
Vóór den oorlog was deze samenwerking
uitermate gering.
Voor de meeste centrale banken is inmiddels
de gedwongen verjongingskuur van de jaren
na '14 in tal van opzichten heilzaam geweest.
Ongetwijfeld kan een deel van de gemeen
schappelijke werkzaamheid der centrale ban
ken na den oorlog worden aangemerkt als
reconstructiearbeld, die, wanneer het doelwit
bereikt is, overbodig wordt.
Het stahiUsatiewerk is thans goeddeels af
gesloten. Gebleven is een nieuw gevoel van
wapenbroedeTSChap tusschen de centrale ban
ken, waarop wellicht ook nog voor andere doel
einden beroep kan wórden gedaan. Gebleven
is ook een enorme uitbreiding van den „gold
exchange" standaard. Op de consequenties van
dit stelsel, dat voor een grooter of kleiner
deel der dekking tegoed in het buitenland voor
eigen goud in de plaats doet treden, ging spre
ker nader in. Dat hij stabilisatie door de re-
patrieering van uitgeweken kapitalen zeer veel
tegoed in den vreemde ter dispositie komt, is
een gewoon verschijnsel. Ongewoon is echter,
dat niet na zekeren tijd over dit tegoed wordt
gedisponeerd voor beleggings- of andere doel
einden.
Verreweg het beUigrijkste vraagstuk, en
bovendien wellicht spoedig van acute reali
teit, is het goud- en in verband daarr> 'e het
prijsvraagstuk.
Het economisch leven van ieder land is in
voortdurende ontwikkeling en groei. Taak der
centrale bank is aan dit economisch leven een
credietbasis ie versohaffen, welker omvang
voortdurend in juiste verhouding blijft tot da
regelmatige ontwikkeling van den bovenbouw
Aanwijzing hiervoor is een vrij ingewikkeld
samenstel van evenwichtsverhoudingen.
Het herstel van Europa dwingt in tal
van landen tot een verbreeding der crediet
basis en daarmede tot vergrooting van de
sterk geslonken goudvoorraden. De goud
productie blijft beneden die van vóór den
oorlog en de rekening is, dat tegenover een al
gemeen© jaarlijksche expansie van 3 pCt.
hoogstens 2 pCt. nieuw goud jaarlijks ter be
schikking komt. Vertoont de goudproduotie
in de komende jaren een daling, iets wat ve
len vreezen, dan wordt de verhouding nog on
gunstiger.
Het is begrijpelijk, dat het vraagstuk in den
kring der centrale banken een punt van ern
stige overweging uitmaakt. Dat het daarne
vens door de Financieele Commissie van den
Volkenhond aan de orde is gesteld, is toe te
juichen.
Natuurlijk blijft het vraagstuk essentieel
een centrale bankvraagetuk en zal alle activi
teit van deze instellingen moeten uitgaan Dat
gelijk spreker nader uiteenzette, het belang
van de verschillende landen bij het vraagstuk
niet hetzelfde is, maakt de oplossing niet ge
makkelijker Wat echter in de eerste plaats
zal moeten worden bereikt, ls, om een modern,
woord te bezigen, een coördinatie in de door
de verschillende oemtrale banken te volgen
gedragslijn, waardoor een plotselinge en ge
lijktijdige aandrang van verschillende zijden
vermeden en een b'etere redistributie van den
aanwezigen goudvoorraad ingeleid kan wor
den.
Spreker's meening is, dat het instinctief ge
voel, dat na den oorlog alom naar het goud
als standaardmetaal heeft doen terugkeeren,
juist gteweest is. Weet men aan de waarde
veranderingen van het goud zelf een einde te
maken, dan kan het nog des te beter inter
nationaal de functie vervullen van het water
in communiceerende vaten.
Tenslotte wijdde spreker enkele woorden aan
de personen, die deze samenwerking gedragen
hebben en dragen.
Van de velerlei vormen van internationale
samenwerking, die na den oorlog zijn tot
-stand gekomen, is die der centrale banken een
der meest constructieve en vruchtdragende
gebleken en alles duidt erop, dat het bestre
ken gebied zich in de toekomst nog b'angrijk
zal uitbreiden.
Dordrecht, 9 Maart. Alhier ls aanbesteed
het verbouwen der Industrie- en Huishoudschool.
Laagste inschryver J. Nadeiyk, alhier, voor
98.300.
DE SCHEEPVAARTBEWEGING IN DB
AFGELOOPEN WEER
Gedurende de afgeloopen week zijn volgens
onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen
gekomen 194 schepen, waarvan 0 zeilschepen en
0 zeelichters. Hiervan waren bestemd voor Rot
terdam, met inbegrip van Hoek van Holland, 163
schepen, m. 273,144 n. reg. tons, voor Vlaardingen
18. .Schiedam 8, Pernis 3, andere Nederl. i laatsen
2 en Duitschland 0.
Voor Poortershaven was bestemd 1 stoom
schip, terwijl 9 schepen den Waterweg zijn
binnengekomen om te bunkeren.
Gedurende hetzelfde tijdvak van 1928 Kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 289 -diepen
waarvan O zeilschepen en 3 zeelichters. Hiervan
waren bestemd voor Rotterdam met inbegrip van
Hoek van Holland 256 schepen voor Vlaaidingen
13, Schiedam 7, Pernis 2 andere Nederl plaatsen
6 en Duitschland 5.
Sedert l Januari zijn aangekomen
Schepen Netto Keg. ton
1929 2214 3.813..-20
1928 2618 4.352.371
N. Waterweg
Nu 404 538.851
Tegen vorige week 309 411.420
Rotterdam 1929 1998 3.432.036
1928 2337 3.975.458
Nu -339 543.422
Tegen vorige week —248 392.219
Bunkerbooten zijn in deze statistiek niet
inbegrepen.
Opgestoomd 3 schepen 4.050 netto tons.
I"