mm
im sin
11 Wi.
a W Am Wi
■smm. ff
FEUILLETON
VERDERFELIJKE
BANDEN.
AÉI^
fH SP* PP! !Hf W%
mwj. y' xf'
IÉL II 11
mhkm
fa! wk mê WM s
mwk. WM. m. wé
Él
Wk m lm lê
w. wË>.
mm.-mm «m
MAANDAG 18 MAART 1929
DERDE BLAD
PAGINA 4
SCHAAKRUBRIEK.
WM §H
m IWI
wé WÉ. Wk
DAMRUBRIEK
WM z
SI WW WA
Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 82c.
Schiedam.
Verzoeke alle mededeellngen betreffende deze
►ubriek aan bovenstaand adres te richten.
PROBLEEM No. 4122.
J. J. EBBEN, Helmond.
Eerste plaatsing.
Mat in twee zetten.
Mv/a Si WM.
PROBLEEM No. 4123.
J. H. B. FELDBRUGGE.
Eerste plaatsing.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 4124.
JOS. DRNEK HARAZDOVICE.
Eerste plaatsing.
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 4125.
J. MAAS, Venlo.
Eerste plaatsing.
Mat in drie zetten.
Oplossingen over di'ie weken. Deze worden bü
ons ingewacht tot Dinsdag 2 April.
GOEDE OPLOSSINGEN,
J. H. B. Feldbrugge, Montfoort alle; H. y.
Gaaien, Rotterdam alle; J. Maas, Venlo alle;
J. Marcelis, Rotterdam no. 4107, no. 4109, no.
4110 en no. 4112; W. Roestenburg, Rotterdam
no. 4110, no. 4111; H. W. G. Kortman, Rotter
dam no. 4107, no. 4108, no. 4109; J. Smals, Nij
megen idem; P. "Welting, Neerloon idem; H. S.
Smeets en J. v. Geldorp, Roermond no. 4107, no.
4109i W. v. Veelen, Rotterdam idem; W. H.
Haring, Kethel no. 4108; H. J. Vervoort, Olden-
zaal no. 4107; D. v. Nlekerk Rtjsenburg idem.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 4107. 1. Dc5c6: enz.
No. 4108. 1. Le6f7 enz.
No. 4109. 1. Dg6h5 enz.
No. 4110. 1. Ldlb3 dreiging; 2. Dg5e3f
enz. 1. Te2 (Tf2), e7—e5, Lc8 (Ld7); 2. Pd5,
Dg4:tt Pd3: enz.
No. 4111. 1. Dg8c8 dreiging; 2. Dc8c5;tt
1. Dd4, Ld4; 2. a6, Dc.6 enz.
No. 4112. 1. PgBf3 dreiging; 2. Pf3di-j-
enz. 1Le5:, Pe5:, Pf4, de5;; 2. Lg4, d4,
Lcl6:, Le5: enz.
CORRESPONDENTIE.
J. M: ie V. Voor uw nieuwe bijdrage har
telijk dank. Een goede tweezet, waarbij de sleu-
telzet een behoorlijk overleg vordert.
W. R. te R. en W. v. V. te R. Uw vraag
betreffende no. 4108, of 1. f2f4 niet onmid
dellijk mat is, doet ons veronderstellen, dat U
niet weet of er niet aan denkt dat 1. f2—f4
door e4f3: eri passant wordt weerlegd. Een van
de regels bij het schaakspel is, dat wanneer een
pion zijn oorspronkelijkeplaats verlaat, daarbij
twee velden opspeelt, en een veld overschrijdt,
bijv. (in. no, 4108 het veld f3) dat door een
pion van de tegenpartij wordt belieerscht mag
deze laatste den opgespeelden pion en passant
slaan, doch dit moet hij dan direct doen, want
wacht hij hiermede ook maar één zet dan is dit
niet meer geoorloofd. In no. 4108 kan eerst door
f2f4 mat gegeven worden als de zw. pion van
e4 naar e3 gaat.
H. J, V. te O. 1. Lrïfif neemt zwart met
zijn looper in no. 4108. Het doet ons genoegen
wanneer we de lijst van de oplossers zien uit
breiden, omdat we daarin een bewijs meenen
te vinden, dat de belangstelling voor de pro
bleemrubriek groeit. Indien U problemen oplost
tracht deze dan niet te bereiken door schaak
geven of nemen van stukken bij den eersten
zet, want dan zult U er gewoonlijk niet komen,
of het moest zijn dat U een nevenoplossing
vindt In no. 4110 faalt 1. Pd5 door 1.
c6d5:.
J. M. te R. Op 1. Lg8 volgt no. 4108. 1.
ghO:
J. S. te N. Ziehier eenige weerleggingen:
No. 4110 1. De3t door 1Kf6 no. 4111 1. Dg2
door 1. De5. No. 4112 1. Ld6: door 1. LeB:
P. W. te N. 1. d4 faalt In no. 4112, door
1d5
VIER EERSTE PLAATSINGEN.
Door den steun van eenige enzer mede
werkers zijn we andermaal in staat onze rubriek
uitsluitend met eerste publicaties te vullen. Het
zou ons zeer aangenaam zijn, indien dit goede
voorbeeld tot gevolg had, dat de andere mede
werkers ons met een of meer bijdragen kwamen
verrassen.
Onder no. 899 brengen we een partij gespeeld
in den winterwedstrijd van de R.-K, Schaakclub
„R. S. R." Het 1s een goed gespeelde partij.
Zwart deed een combinatie die wit op voortref
felijke wijze weerlegde en door een krachtig ge-
voprden aanval spoedig zwart tot de overgave
wist te dwingen.
Deze gelegenheid grijpen we eens gaarne aan
de aandacht van de R.-K. schaakspelers op de
schaakclub „R. S. R." te vestigen. Zij die gere
geld de sportverslagen lezen zullen de resul
taten van de verschillende ronden uit den win
terwedstrijd van genoemde club, doorgaans
geestig gesteld wel hebben gelezen.
De „R. S. R." viert dit jaar haar tienjarig be
staan, men wil deze gebeurtenis op luisterrijke
wijze vieren. Voor eenige maanden is reeds een
feestcommissie gevormd. We zien daarom een
reden te meer het lidmaatschap van deze veree-
niging aan te bevelen. De club telt een dertigtal
leden waaronder verschillende van niet te ver
smaden kracht.
Vrijdagavond vergadert de club. Secretaris is
de heer S. Scheerder v. Hoonnaerdstraat 21b.
Rotterdam.
Het lidmaatschap bedraagt 6 per jaar.
NIEUW UITGESCHREVEN PROBLEEM
WEDSTRIJDEN.
Nederlandsch-Indische Schaakbond. Twee en
driezetten. Prijzen drlezetten: I 37, II 30,
III 22, IV 15. Prijzen tweezetten: I 25, II
20, III 15, IV 10.
Inzendingen aan: E. G. Schüller, Madjalenka
Java. Zt) moeten dit adres bereikt hebben op 81
Juli 1929. Jury: Goethart en Weenink. Per
componist maximaal 8 tweezetten en 3 drlezetten.
Correcties van Inzendingen van den N. I. S. B.
zijn niet toegelaten.
N. S. B.
Jubileum-wedstrijd van de schaakclub te Go
thenburg. Gevraagd worden drlezetten, gezon
den vöör 15 Augustus 1929 aan M. J. Frldllzlus,
Aschebergsg 38 te Gothenburg Zweden.
Prijzen; 100, 80, 60, 40 en 20 kronen.
Jury: J. Moller en Jonsson.
PARTIJ No. 899.
Gespeeld In de winterwedstrtj van de R. S. R.
te Rotterdam, 18 Januari 1929.
Zwart; P. A. Koetsheid.
Pg8—f6
d7d5
e7— e6
Pb8C7
c7c6
Lf8d6
Wit: A. H. M. Wap.
1. d2—d 4
2. Pgl—f3
3. c2—c4
4. Lelg5
5. Pblc3
6. e2e3
Gewoonlijk speelt men hier Da5. Zwart wil
echter der Cambridge Springsvariant vermijden.
7. Ddlc2 0—0
8. Lfl-d3 h7h6
9. h2h4
Agressief gespeeld. Zwart kan dan Looper niet
nemen wegens 10. hg5: Pe4; 11. Le4 de4:; 12.
De4 en nu volgt op g.6t; 13. Dh4 met ondekbaar
mat terwijl op f5 volgt De6:-j- en wint. Ock na
9. dc4: kan Zwart den Looper niet nemen,
daar het P. dan op e4 ongedekt staat.
9Dd8— a5
10. 0—0—0 Ld 6b4
11. Lg5—f4
Nu kon zwart den L. nemen b.v.: 11. Th3,
Lc3:12. bc3:, hg5:; 13. hg5:, Pe4; 14. Lei:
de4:; 15. De4:, Dc3f roet eeuwig schaak.
11. Lb4 c3
12. b2 c3 d5 c4
13. Ld3 c4 Pd7b'6
14. Lc4b3 Pbfi—d5
15. Kei—b2
Noodzakelijk.
15Da5 c3t
De zwarte stelling was in de laatste zetten aan
zienlijk vrijer geworden. Zwart maakt nu een
combinatie, welke hem het kleine materiéele
voordeel oplevert van 1 Toren -j- 2 pionnen
tegen 2 Paarden. Daar echter na dezen ruil wit
beter ontwikkeld is blijkt dit voordeel niet
tegen de stelling op te wegen.
16. Dc2 c3 Pd5 c3
17. Kb2 c3 Pf6—e4f
18. Kc3—b2 Pe4 f2
19. Pf3e5!
Wit gaat terecht zijn eigen weg en sluit de
zw. stelling in.
19Pf2 hl
Gezien den 21en zet van wit was het beter om
den anderen Toren te slaan: de tekstzet lag ech
ter voor de hand.
20. Tdl hl Tf8d8
De beste manier om den L. in beweging te
krijgen.
21. Thlh311
Goed. Dit is de meest doelmatige voortzet
ting van den aanval. Beter dan g4.
21. Lc8d7
22. Th3-g3 Kg8—f8
Er dreigde Lh6:
23. Fe5c4! Ld7e8
24. Lf4—d6f Kf8—g8
25. Ld6e5 g7—g6
26. Le5—f6 Td8—d7
Hier was beter Td5; dan kon op Pe5 volgen
Tb5. Wit houdt echter toch de beste stelling.
27. Pc4—e5 Td7—c7
28. h4—h5!
Wit wint nu altijd een pion.
28g6—g5
29. Pe5—g4 c6—c5
Een doorbraakpoging, die te laat komt.
30. Pg4—h6f!
Dwingend.
Kg8—h7
Kh7 h6
Kh6g7
Ldlj Kg6; 34. LdSf en wit
is een stuk tegen pion voor. Na dén tekstzet
loopt zwart echter mat.
33. h5—h6f Kg7—f8
34. h6—h7 Geeft op
(Aanteekeningen van den witspeler).
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redacteur dezer courant.
No. 56 (17 Maart 1929).
30.
31. Lb3—c2-f!
32. Lf6 g5*j*
Op Kh5: volgt
OPLOSSINGEN.
Probleem no. 109. (W. J. v. d. Voort.)
Zwart: 9, 12/4, 16, 18, 21, 34 en 35.
Wit: 27, 29, 32, 37, 40, 42, 44, 45 en 47.
Wit: 47—41, 44—39, 32—28 (zwart 33 31) en
37 10.
Probleem no. 110. (dezelfde.)
Zwart: 3, 7/10. 12, 14. 18 en 27.
Wit: 21, 24, 26, 29, 32, 33, 41, 42 en 47.
Wit: 21—16, 29—23 (zwart 18 of 38 20) 41—37,
16—11, 26—21, 37—32, 42 2.
Probleem no. 111. (dezelfde.)
Zwart: 6, 8. 9, 13, 18, 19, 24, dam op 15.
Wit: 16, 21, 28, 30, 33, 37, 38 en 44.
Wit: 38—32, 2822 (zwart 15 28 over de schij
ven 33, 37, 21 en 22) 32 23.
Goede oplossingen ontvangen van: A G. L.
Oerlemans, Utrecht; B. J- Smits, Groningen,
(no. 107 en 108), Joh. Lodewijkx; C. v. d. S.; H.
H. W. Borghardt; P. M. S.: J- p- H-. allen
Rotterdam.
CORRESPONDENTIE.
J. D. te N. Uw eerste probleem heeft een
nevenoplossing met 1813.
al.k
tSL
PROBLEEM No. 114.
ij RENé ORTIGé, Tonnay Charente. Yjf
Zwart:
wM/y ZJ/y/yZ MM/ émw.
Wit:
Zwart: 3, 5, 9, 12, 13, 18, 22, 23, 27, 2S.
Wit: 25, 29, 31, 33, 34, 36. 39, 41, 43 en 49.
PROBLEEM No. 115.
J. BOELENS, Nieuweschans.
Zwart:
Wit:
Zwart: 3, 12, 13, 18, 19, 22, 23, 25, 26 en 31.
Wit: 16, 24, 29, 33, 34, 38, 39, 42, 47/9.
De volgende partij werd
door den redacteur gespeeld
1. 32—28
2. 37—32
3. 41—37
4. 31—27
5. 35—30
Een afruil met meer na-
5.
6. 28—23
7. 33 15
8. 38—33
Niet 3933, dan wit 1420.
8.
9. 43—38
Logischer is 42—38.
9.
10. 49—43
11. 33—29
Naar 28 Is sterker.
11.
12. 47—41
13. 29—24
Wit werkt zijn schijven te
13 .
14. 34 25
15. 39—34
16. 27—21
17. 32 21
Op 18—22 wit 44—39.
18. 43—39
19. 38—33
Zwart
de afgeloopen week
(met zwart).
20—24
17—21
21—26
15—20
dan voordeel.
24 35
18 29
12—18
7—12
19—23
14—19
1— 7
10—14
veel naar den rand.
19 80
5—10
11—17
16 27
14—19
10—14
G—II
Wit:
20. 21—16
21. 37—31
22. 42 31
23. 33 24
17—22
26 37
23—29!
19 30
Nu komt wit'B zwakke stelling sterk uit.
Alle schijven op den rechtervleugel zijn buiteQ
spel.
81—26 11—17
24.
25. 41—37
26. 46—41
27. 26 17
28. 48—43
29. 43—38
30. 16 7
31. 38—33
Er dreigt 37—33.
32. 34—29?
Wit meende schijf 30 te kunnen
maar verliest nu. De beste zet was 37
dit had toch een schijf gekost.
32.
33. 25 34
34. 36 27
35. 29 18
36. 34—29
37. 29—23
Op 47—37 wit 42—48.
37.
22—27
17—21
12 21
21—26
7—11
2 11
8—12
veroveren.
—32, maajj
38. 41—37
39. 33—29
40. 39—34
Na eenige zetten door wit opgegeven
Eindspel C. BLANKENAAR.
Zwart.
31—36
42 31
3C—41
41—46
V/,/'/ «WW, v /Wyé.
36— 4a)
4—36b)
36— 4c)
4—36d)
36— 4e)
4—36f)
36— 4g)
4 15
W i t:
Zwart 26, dam op 36.
Wit drie mammen op 6, 11 en 47
Eerste variant:
1. 47—38
2. 11—44
3. 44—33
4. 38—49
5. 33—15
6. 1547
7. 49—32
8. 32—10
9. 633 en wint.
a) Op 26—31 volgt 11—17 en wit wint. J
b) Op 4—15. Zie variairt II.
c) Op 26—31, wit 6—28, zwart 31—37, wit
28 41, 33—15 en wint of zoo zwart 36—47 wit
28—46, zwart 47—36, wit 4741 en 83—15.
d) Op 4—15. Zie variant III, op 26—31, wit
622 en wint.
e) Op 26—31, wit 6—28. (Zwart 31—37( 28 41
en 4938.
f) Op 2631, wit 622 en wint.
g) Op 26—31, wit 47—15 en wint
Tweede variant:
1. 47—38 36— 4
2. 11—44 26—31
3. 4449 415gedw,
4. 38—47 31—36
5. 493S 15 42
6. 47 15 3641
7. 6—28 41—46
8. 286 en wint.
7.
8. 28—33 en wint.
Derde variant:
1. 47—38
2. 11—44
3. 44—33
4. 3S—49
5.
41—47
36— 4
4—15
154gedw,
4—15 4-8#
Zie variant I
15— 4
4—3Gh
zwart 3137, wit
33—47
6. 49—32
7. 6—33 wint.
Op 26—31 volgt 47—38,
32 41, 33—15 en wint.
Op 36—31 volgt 47—36 en 32—27 of 37.
Op 3618. 13, 9 of 4 geeft wit dam 32 af
en wint.
h) Op 26—31, wit 32—10, 6—33 en wint, op
4—31, wit 47—36 wint.
Een erfenis, die steeds j
grooter wordt.
Gloria Caruso, het dochtertje van den groo-
ten Napolitaanschen tenor, heeft tot dusver
twee miliiioen gulden uitgekeerd gekregen als
auteursrechten op de gramofoonplaten, dl®
haars vaders stem voor het nageslacht be
waren.
En voorloopig blijven die auteursrechten nog
voortduren, zoodat de kleine Gloria voor d®
toekomst niet bezorgd hoeft te zijn.
Haar vader zorgt ook na zijn dood er voor,
dat ze geen gebrek zal behoeven te lijdenK
NAAR HET FRANSCH
door
JEAN THIERY
4)
Te midden van haar zenuwachtige bewegin
gen om haar grijzende haren ee® gunstig voor
komen te geven, vroeg ze Jeanne of het mis
schien maar niet beter was dien mijnheer niet
te ontvangen, maar de dienstbode, zeker een
tikje meer avontuurlijk of romantisch aange
legd, zei kort en bondig:
Maar juffrouw bent U nog niet klaar?
Jeanne zou het niet beter zijln
Neem me niet kwalijk juffrouw, maar U
bent nog langer bezig dan 's Zondags. Wat
moet die mijnheer wel denken van dat, lange
wachten
Dat is waar ook, hij wacht op ons Gaat.
hem maar halen, Jeanne.
Nauwelijks was deze de kamer uit of ze
werd teruggeroepen.
Als die mijnheer nou eens hier wil eten
vanmiddag?
Dan zullen we voor hem dekken... en ik
beloof u dat hij zich onze tafel zal herinneren.
Maar laat ik hem nu gauw binnen laten.
Weer trippelde ze den tuin door, keek eerst
nog eens door het luikje om te zien of de graaf
er nog was en liet hem toen binnen.
Er rees echter een moeilijkheid. De graat kon
zijn auto niet op den weg laten staan. Was het
niet mogelijk het hek geheel te openen om den
wagen in de® tuin te rijden?
Jawelmaar ik hen niet sterk genoeg
om de andere deur te openen. Die is in geen
jaren oipen geweest, opperde Jeanne.
Als dat het eemdge bezwaar is, Is 't niets!
En terwijl hij zich verontschuldigde over de
stoornis die hij veroorzaakte, zette de graaf
den schouder tegen de deur die weldra open
vloog. En de auto werd in veiligheid gebracht.
De spraakzame graaf hernam op zijn ge-
roeenzamen, vriendelilken toon:
Deze weg wordt genoemd de weg „van
Parijs naar Spanje" nietwaar?
Ja, mijnheer.
Uw huis ligt aan de grens van het stadje
hé?
Aan dezen kant ja, maar aan den anderen
kant hebben we een straat,
U hebt dus twee ingangen?
Zooals bijna alle huizen langs dezen weg.
Hebt u ook buren?
Niet veel en bijna den heeien dag zijn
ze op het veld aan 't werk.
Zoodat u hier eigenlijk maar eenzaam
woont.
Ja, nogal... Gaat Uw gang mijnbeer. Daar is
de deur. Juffrouw Grapin js gewaarschuwd.
Ik zal ondertand den tuin sluiten.
Graaf Ollero bedankte en ging naar binnen.
Jeanne keek bewonderend naar den auto. Ze
raakte de kussens aan, lichtte ze op en zag
in een holte daaronder een aantal gereedschap
pen netjes gerangschikt, zooals de schaar, het
naaldekokertje, de vingerhoed enz. in het naal-
tafeltje van juffrouw Grapin.
Weldra werd haar Inspectie onderbroken. De
graaf kwam terug, beweerde dat hij Iets ver
geten had. Hij liep om den wagen, maakte los,
maakte vast en ging weer heen.
Jeanne wilde baair onderzoek voortzetten,
maar de kussens waren niet meer van hun
plaats te krijgen.
Ivijk, alles zit nou vast! zei ze bij zich zelf.
En zonder daar verder aan te denken, ging
zij naar haar'werk in de keuken.
Juffrouw Grapin en de graaf waren reeds
in druk gesprek.
Jeanne begreep wel dat ze voor drie perso
nen, te koken had dien morgen.
De toren van Ledon had al twaalf slagen over
het rustige stadje laten klinken en het mid
dagmaal liet nog op zich wachten. Maar juf
frouw Grapin beklaagde zich daarover niet.
Nooit had de goede vrouw, die nimmer rijk of
mooi was geweest, zooveel vriendelijkheid ge
noten van een manspersoon als van dezen
knappen jongeman.
Als de gewoonste zaak ter wereld bleef de
graaf dineeren, daartoe natuurlijk uitgenoo-
dlgd door juffrouw Grapin. En het maal werd
door den gast geprezen als „het heerlijkste dat
hij ooit geproefd had".
Na de gebruikelijke koffie en likeuren
e® de graaf kreeg ook permissie om te rooken
zochten de dischgenooten een rustig zitje in
een hok van den tuin waar het gesprek werd
voortgezet.
Boven den tuinmuur stak een silhouet van de
oude kathedraal die, naar mate de dag haar
einde naderde, steeds verder haar schaduw
uitstrekte in den tuin.
Cesar Ollero bewonderde met half dicht ge
knepen oogen het prachtige, middeleeuwsche
monument met zijn twee breede, zware torens.
Jearone bracht de kranten.
Dat is 'n goed idéé, zei de graaf, al drie
dagen heb ik Parijs verlaten en rij ik langs
velden en wegen in m'n auto, zonder iets te
weten van hetgeen er op Gods aardbol gebeurt.
Vindt U goed dat ik eens even 'n blad inkijk?
En met opgewekte haast spreidde hij een
krant open.
Juffrouw Gxapin aam de andere en begon
te lezen DU de rubriek „Allerlei", zooals dat
haar gewoonte was. Die lezing ging dan alüjd
gepaard met eenige uitdrukkingen van haar
gewaarwordingen, naai- gelang de feiten.
Oh vreeselijfk, weer een vrouw in stukken
gesneden! Heeremetijd, vijf grondwerkers
levend begraven! Wat... Schande! Een aantal
gewijde vaten gestolen uit een kerkhoe
is het mogelijk dat iemand tot zóó'n heilig
schennis komt.
Zoo? Is er in een kerk ingebroken? her
haalde graaf Ollero schijnbaar zonder veel
aandacht te hechten aan het feit.
Ja de schui-ken werden gestoord door
den koster en om zich te wreken hehben ze
verscheidene schoten op hem gelost.
Dood hé?
Ze dachten dat hij dood was, maar ze schij
nen zich vergist te hebben.
De zon die door de wingerdbladeren speelde,
scheen den graaf te hinderen, want hij zette
zijn pet op en beveiligde zoo zijn oogen tegen
het licht.
Juffi-ouw Grappin vervolgde met de voldoe
ning welk ieder rechtgeaard hart ondervindt,
wanneer het kwaad gestraft wordt en de deugd
beloond:
Maar men heeft het signalement van den
schuldige. Een man met een grijzen vilthoed
heeft op den. koster geschoten.
De graaf lichtte de klep van z'n pet wat op
en begon eens hartelijk te lachen.
'n Man met een grijzen vilthoed dat
is me een signalement! En de politie Is
daar rijk mee... och, och!
Ey staat dat ze op het spoor is van de
daders. Binnen eenige dagen zullen de schul
digen wel achter slot en grendel zitten.
Achter slot en grendel, met een vilten
hoed; ha! ha! Lees maar: over een paar dagen
zal het weer eens blijken dat de politie om
den tuin geleid is.
Hebt u zoo'n lagen dunk van de politie?
Ik heb al zoo vaak gezien dat ze onmach
tig Is tegenover gevaarlijke schurkenant
woordde hij geërgerd.
Dan werd zijn toon weer minzaam. Terwijl
hij nog eens met schuin opgeheven hoofd en
schijnbaar met kennersblik naar de eerbied
waardige torens staarde, zei hij tamelijk onver
schillig:
In die kerk zouden ze hun slag hebben
kunnen slaan.
Hemel Ja! Ik moet er niet aan denken. De
schatten van onze kathedraal zijn wereldbe
roemd.
Hebt u ze gezien?
Ja zeker. Er zijn o.a. kostbare relieken,
vooral van de H. Gudula die alleen reeds een
kapitaal vertegenwoordigen door het groot aan
tal kostbare steenen, verder kelken en andere
gewijde vaten, kostbare gewaden en uiterst
fijn linneü. Het museum van Cluny had er
graag wat van gehad, maar de inwoners van
Ledon willen daar niets van weten. Ze zouden
zoch doodvechten om die schatten te verde
digen
Hoe hebben ze die schatten tijdens de
revolutie kunnen bewaren?... vroeg de graat
die z'n pet weer voor de oogen had getrokken,
Dat hehben ze alleen te danken aan die
fameuze trap
Een trap zegt U?
Ja, hebt U daar nooit van gehoord! 't Staat
toch in alle reisgidsen. Door op een knopje
te drukken komt er een veer in werking die de
trap doet draaien. Wiaar eerst de trap was kun
je dan een diepe put zien, een soort onder-
aardschen kerker. En de kerksieraden woTden
door de trap als door een muur beschermd,
(Wordt vervolgd).