Tweede Blad JÊÊÊ Woensdag 10 April 1929 Pagina 1 t STROOMINGEN IN DE PARTIJ ■mv PROF. MR. J. A. VERAART MGR. AENGENENT TE ROME OP DEN OVERWEG - - m émmimi DE RAMP TE HOEK VAN HOLLAND nieuwkerk. DE POLITIEKE SITUATIE EN ZIJN EIGEN PLAATS DAARIN Niemand heeft ooit betwijfeld, dat in een staatkundige partij als de Katholieken vor men, meeningsverschillen moeten bestaan. Het is niet anders mogelijk onder men- schen, die zooveel en zulke ui'teenloopende belangen hebben. Wat wij beweren is alleen, dat al deze geschillen ondergeschikt zijn en niet belet ten, dat de Katholieken op staatkundig ter rein één partij moeten en kunnen vormen om sterken invloed op het staatsbestuur te kunnen uitoefenen. Het zijn vooral de socialisten die telkens! probeeren ondergeschikte geschillen tus schen de Katholieken op te blazen, te ge wagen van „klassenstrijd" in de partij, met de duidelijke bedoeling een wig te drijven in onze eenheid om zoo een eind te maken aan onze macht. Zij beweren zelfs voortdurend, dat onze staatkundige eenheid niet kan bestaan, om dat er verschillen zijn. Intusschende heeren hebben zelf ook met verschillen en geschillen te worstelen in eigen partij en mr. van Eek, een der Leidsche leiders van de' S.D.A.P!, eiseht in „Het Volk", dat men „meerdere Btroomingcn in de partij" moet dulden en niet onderdrukken. In een groote partij als de onze met al haar verschillende bestandideelen moeten noodzakelijk verschillende inzichten worden aangetroffen. In een partij die zulke uit- eenloopende elementen bevat als landbouw- arbeiders en industrieele arbeiders, hoofd en handarbeiders, arbeiders van bet klein en van het grootbedrijf, intelleotueelen en kleine neringdoenden, huisvrouwen en fabrieksarbeidsters, moet zich noodzakelijk verschil van inzicht openbaren omtrent te voeren partijtaktiek. Het kan nieit uitblijven, aldus gaat mr. van Eek voort, of in zulk een partij moeten er, om het ideaal „vernietiging van de grondslagen van het kapitalisme" te be reiken, „onderscheidene inzichten en opvat tingen bestaan en deze moeten „met stevigs geestelijke banden aan de partij" worden ge- honden. Mr. v. Eek besluit zijn uiteenzetting al dus- Het bestaan en de erkenning der onder- - scheidene partstroomingen kunnen dus juist bijdragen tot vergrooting van den invloed en de kracht der partij. De verschil lende stroomingen kuinnen haar toegang verschaffen tot meerdere deelen der bevol king en daardoor haar invloedssfeer uit breiden. Haar kracht kan toenemen, om dat de vrijheid van meenigingsuiting alle doelen der partij sterker aan haar bindt. Een wijs en tactisch beleid moet trachten de nadeelen verbonden aan het bestaan van partijsitroomingen, zooveel mogelijk te beperken. Nu zouden wij wel eens willen weten wat het verschil is tusschen de houding dei- Katholieken en de meening van mr. van Eek. >,Het Volk" weerspreekt dezen ouden partij genoot niet; het blad beweert alleen, dat er tneeningsvrijheid genoeg bestaat in de partij Verschillende socialisten oordeelen er anders over, doch dat gaat ons niet aan. Maar wat ons wel treft is, dat meenings verschillen in de S. D. A. P. ook worden erkend en dat de leden van verschillende meeningen met „geestelijke banden" aan de partij blijven verbonden. Welnu, welk verschil is hier mot de Katho lieken? Wij staan op hetzelfde standpunt: eenheid in het noodige, vrijheid over twij felachtige dingen, liefde in alles. Liefde tot de eenheid, die onze grootste kracht is in dit land, kan ons hier alleen onze sterke positie doen bewaren. En zij is, wel geschikt alle onderlinge meenigsverschillen over bij zaken te overbruggen. De socialisten, die hun klasse-partij al vol verschillen kennen, doen het best maar hiot. veel te zeggen over een partij als de ■Katholieken, die alle klassen omvat. Z. 1) H. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop .Van H rarlem bezocht gistermorgen in gezel schap van Mgr. dr. B. J. Eras, procurator van het Nederlandsch Episcopaat te Rome en de Hoogeerw. Kanunniken G. C. van Noort en dr. Th. Vlaming het graf van den H. Petrus. Daarna werd een bezoek afgelegd bij den Pauselijken maestro di Camera. Het hoogtepunt van onaangenaamheden KLACHT TEGEN DEN WACHTER INGEDIEND De onaangenaamheden" op den spoorweg bij Amersfo.ont welke het gieheele Soestegkwar- tler van de stad afsluit, bereikten gistermor gen wel het hoogtepunt, aldus „De Courant". Tusschen acht en negen uur sloot de over- j^egwachter de boomen, om een 14-jasrigen jongen, die per fiets, tegelijk met een'ige an- fleren den overweg wilde passeeren. omdat fle boomen nog niet gesloten waren, gevan- Ben te houden. De jongen bleef kalm wach ten, maar toch was zijn positie niet bijzon der aangenaam, omdat van beide zijden een *rpin naderde. De vader van den jongen heeft te bevoeg- fler plaatse een klacht ingediend. - ZIJN AFSCHEID VAN HET POLITIEKE LEVEN HET EEUWFEEST DER INTERNUNTIATCÜR. De Raad van Bestuur der Leo-stichting, welke ten doel heeft het onderhouden van een passende woning voor den Pauselijken ver tegenwoordiger bij het Nederlandsch Hof, hield te Den Haag zijn jaarvergadering. In verband met bet 100-jarig bestaan der internuntiatuur werd aan Z.Exc. Mgr L. Schioppa een diner aangeboden. Zittend v. 1. n. r.: mr. dr. D. A. P. N. Kooien, mr. dr. G. F. M. baron van Hugenpotb tot Aerdt, Z.Exc. Mgr. L. Schioppa, W. baron van Voorst tot Voorst, w. J. R. Droesmann. Staande v. 1. n. r.: J. Kleyntjens S.J., J. P. J. Asselbergs, H. J. graaf WolffMetternicli, J. M. D. Blomjous; HET VERGAAN VAN DE REDDINGBOOT PRfNS DER NEDERLANDEN. Onderzoek door den Raad voor de Scheepvaart. HET GEBEURDE ZAL WEL NOOIT OPGEHELDERD WORDEN De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van bet stranden op de Maasvlakte van bet Letland- sche stoomschip „Valka" op 16 Januari en te vens naar de ramp op dien dag overkomen aan de stoomreddingsboot „Prins der Nederlanden". Bij een poging tot redding van de opvarenden van de „Valka" is de stoomreddingboot omge slagen. Hierbij is de geheele bemanning van acht personen omgekomen. De president van den Raad voor de Scheep vaart, de heer prof. mr. Taverne, zegt, alvo rens het onderzoek aan te vangen, eerbiedige hulde te willeu brengen aan de slachtoffers, die bij de redding van de opvarenden der „Valka" bun leven hebben gelaten. Verder spreekt hij woorden van deelneming met het lot der nagelaten betrekkingen. Spr. herinnert eraan, dat de stoomredding boot Is uitgevaren naar de Maasvlakte om de bemanning van de „Valka" te redden, hetgeen hun echter niet gelukte. Deze ramp doet ons denken aan die, In den nacht van 23 op 24 October 1921 overkomen aan do „President van Heel", die toen op het Zui- derhoofd is omgeslagen en waarbij zes van de uit zeven personèn bestaande bemanning zijn omgekomen. Na ook hulde te hebben gebracht aan dr. Knip uit Hoek van Holland, die nog een reddingspoging beeft gedaan en vervolgens aan kapt. Slis van de „President van Heel" die ook echter zonder succes gepoogd- heeft de bemanning op te sporen, wijst mr. Taverne erop, dat het onderzoek naar de plaats gehad hebbende ramp thans hoofdzakelijk wordt Ingesteld, om uit een en ander leering te trek ken voor de toekomst. De hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, de heer C. Fock, sluit zich aan bij de door den heer Taverne .gebrachte hulde aan de omgeko men bemanning. Het eerst wordt nu de loods gehoord, die met de „Valka" was uitgevaren. Uit de verklaringen, die worden afgeiegd, teekenen wij bet volgende aan: „De „Valka", bemand met 25 personen, is op 16 Januari des morgéns om 7 uur ouder loodsaanwijzing uit de Waalhaven te „Rotter dam vertrokken met bestemming voor ïiel- slngfors. Do loods werd op zijn verzoek bij de Berg- haven omstreeks 9 uur afgezet. Het weer was slecht; men werd overvallen door sneeuwbuien; de wind was N.N.O. Het Noorderhoofd werd gepasseerd, er stond een hooge zee. Na het passeeren van de gasboei brak plotseling de stuurketting. Het gelukte niet dadelijk het handstuurgerel ln te krijgen; het roer lag te stijf aan boord. Het schip dreef door wind en stroom naar. lager wal. Ondanks het laten vallen van beide ankers, die niet hielden, strandde het schip om pl.m. 10 uur op de Maasvlakte, Een S.O.S. sein werd gegeven. Even na 12 uur kwam de „Prins der Nederlanden" langs zij aan bakboord. Een 6-duims manillatros werd overgegeven. Door een zware grondzee werd de reddingboot tegen de „Valka" gesme ten, waardoor berghout en reeling werden be schadigd en de manillatros brak. Zij stoomde naar dieper water, keerde buiten de brekers en kwam weer bij de „Valka". Deze manoeuvre werd nog eens herhaald, doch thans Ln de brekers. Plotseling sloeg de boot om. De bemanning van de „Valka" is later door de reddingboot „Koningin Wilhelmina" te Stel lendam aan land gebracht. De secretaris van de Maatschappij tot red ding van schipbreukelingen te Rotterdam, die als deskundige werd gehoord, noemt drie mo gelijkheden welke de ramp veroorzaakt kunnen hebben; le. het koeren in de branding; 2e. het opnemen van de boot door een buitengewoon hooge zee en 3e. het defect raken van de machine. Een expert bjj de Scheepvaart-Inspectie te DE MOORDZAAK te GIESEN- Het onderhoud de" Procureur-Generaal, bij den Hoogen Raad Gisterenmiddag hadden mr. Roobol uit Arn hem, mr. van Meerten uit Den Haag, de heer Stuy uit Baarn en de heer Geudeker, redacteur van „Het Volk" een onderhoud met den procu reur-generaal bij den Hoogen Raad, mr. A. Tak, naar aanleiding van de herroepen getu1'- genls van het echtpaar K., ln de strafzaak tegen Teuniissen en KI under, die wegens moord o-p den spoorwegwachter J. de Jong te GiesenNieuwkerk tot 15 jaren gevangenis straf zijn veroordeeld. Ook de advocaat-generaal by den Hoogen Raad, mr. van Lier en d>e officier van justitie uit Dordrecht, waren bij het onderhoud tegen woordig. DE SCHIETPARTIJ TE ZUNDERT. De zaak weer aangehouden Op de rol van de Haagsche rechtbank kwam gisteren weer voor de bekende zaak betref fende de schietpartij te Znndert, waarbij de caféhouder van Meer door dé marechausèêe werd doodgeschoten. Zooals men weet beeft de weduwe van Meer naar aanleiding daarvan een actië tot schade loosstelling voor haar en haar minderjarige kinderen ingesteld tegen den Staat en de beide marechaussée's, die bij bet ongeval tegenwoor dig waren. De zaak werd 4 weken aangehoudén. DE DOODSLAG TE ANDEL. Vrijspraak geëischt In hooger beroep stond voor het Bossche Ge rechtshof terecht J. V., 36 jaar, landbouwer te Andel, ervan verdacht dat hij op 17 Juni 1928 te Giessen, voornemens J. van Tllborg van het leven te berooven, opzettelijk dezen met een mes heeft gestoken, tengevolge waar van hij Is gestorven. Verdachte beweerde, dat van Tllborg In drift op hem Is komen aanloopen. Uit angst hield verd. zijn mes vooruit en v. T. "is toen met kracht daarin geloopen, waardoor de doodelijke verwonding ontstond, De deskundigen achten deze verklaring niet onmogelijk. De advocaat-generaal constateerde, dat ln het getuigenverhoor niets nieuws was gehoord, dat op de feiten een ander licht werpt. Spr. haalde meerdere aanwijzingen tegen verdachte aan, maar kwam toch niet tot het wettig en over tuigend bewij3. De eisch luidde bevestiging van bet vonnis der rechtbank; vrijspraak. Een rede in den Centralen Raad van R. K. Rijkskieskringorganisaties te 's-Gravenhage In de gisterenavond te' 's-Gravenhage gehou den vergadering van den Centralen Raad van de R. K. Rijkskieskringorganisatie 's-Graven hage heeft prof. mr. J. A. Veraart een rede gehouden, waaraan het volgende is ontleend: Ik heb u bijeengeroepen om u mede te dee len, dat ik als voorzitter van uw organisatie heenga. De maat is thans geheel vol Indien Ik aan hetgeen ik u thans te zeggen heb, een titel zou moeten geven, dan zou het deze zijn: dé maat is thans geheel vo-1. Wij heb ben hier tezamen meegemaakt de heele droe vige vertooning met de kwaliteitszetels, vpor Rotterdam, die als deskundige wordt gehoord, verklaart, dat de reddingboot, die hij onder zocht had, perfect in orde was. De hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, de heer C. Fock, zegt van oordeel te zijn, dat de stranding van de „Valka" bet gewone verloop had, vermoedelijk doordat de stuurinrichting zich had begeven. De commissaris van de Reddingmaatschappij in Hoek van Holland heeft zich volkomen te recht laten overtuigen, dat er voor de „Prins der Nederlanden" aanleiding bestond zich naar het gestrande schip te begeven. Er bestond in derdaad groote kans dat de opvarenden in levensgevaar waren, temeer omdat het een vreemd schip betrof waarvan de gezagvoerder niet besefte hoe gevaarlijk de positie van het schip was.^Het gebeurde met de „Prins dor Ne derlanden" za! wel nooit opgehelderd worden. De bekwaamheid van den schipper, De Kloos ter, was een waarborg dat het aan goede lei ding niet ontbroken heeft. Bij de gevonden boot zijn geen aanwijzingen gevonden omtrent de oorzaak van de ramp, die wellicht aan over macht is toe te schrijven. Mogelijk was de reddingboot te Stellendam eerder aangewezen oih hulp te verleenen, maar de „Prins der Nederlanden" in Hoek van Hol land was dichterbij. Met het uitvaren van de boot te Stellendam waren uren gemoeid ge weest. De Raad zal naderhand uitspraak doen. arbeidszaken. Wij hebben gezien, hoe aan de uitstekend bedoelde bepalingen van het kies reglementeen uitvoering is gegeven, die niet alleen spot met alle redelijkheid, maar die ook lijnrecht ingaat tegen alles, wat Reorganisatie commissie en Kiesreglement-commissie van welke commissies ik, zooals gij weet, deel uit maakte hebben bedoeld. Terwijl toch die commissies er alles op hadden gezet, om uit de Partij te weren het afschuwelijke stelsel der standenvertegenwoordiging, heeft men juist een toepassing gegeven, die dit stelsel volkomen binnenhaalt. Wij plukken daarvan reeds volop de wrange vruchten. Daar kwam bij, dat men aan een der meest voor de hand liggende kwa liteiten:. deskundige op het gebied van den arbeid in zijn vollen omvang, geen plaate in ruimde. Daar kwam nog bij, dat toen men door 't bestuur van uw organisatie schaakmat werd gezet ten aanzien van de omschrijving, die het Centraal College nu eenmaal had gekozen, het Partijbestuur toch nog den moed had tot een diskwalificatie. Een vertooning, die ons bespottelijk maakte Heel die vertooning, die ons bespottelijk maakte voor bet heele land, hadden wij ach ter den rug toén van vele kanten de aandrang kwam, om nu toch een vrijen zetel te aanvaar den. Gij weet allen, hoe dat is gegaan. Het eindresultaat is u thans allen bekend. De ver gadering van afgevaardigden der drie Rijks kieskringen adviseerde mij als plaatsvervan ger. Ik deel u mee, dat ik nochtans voor deze eer nadrukkelijk wensch te bedanken. Noch als plaatsvervanger van den heer van Hellen- berg Hubar, noch als plaatsvervanger van den heer Guit wensch ik te fungeeren. Men zal mij moeten toegeven, dat de maat wel vol is! Een zoo smadelijke behandeling is in ons heele Nederlandsche partijwezen iets onbekends. Bladen als „De Tijd" en „Het Cen trum" doen er nog een schopje op, door den koehandel tusschen arbeiders en middenstan ders op die fameuse vergadering voor te stel len als een soort „gericht", dat geen verwon dering heeft te wekken. Geen lust in een leidende functie Onder deze omstandigheden zal het u dui delijk zijn, dat mij ten eenenmale de lust ont breekt, om in een Partij, waar zulke dingen mogelijk zijn, thans een leidende functie te ver vullen. En zoo wordt voor u mijn bedanken als voorzitter van dezen Rijkskieskring, naar ik meen, wel volkomen begrijpelijk. Het scheiden doet leed Het scheiden als voorzitter van dezen Rijks kieskring doet mij oprecht leed. Vier jaar lang hebben wij hier op de meeet harmonische wijze samengewerkt. Ik mocht ln het bestuur bo vendien een secretaris en een penningmeester leeren kennen, zooals onze heele Katholieke vereenigingsleven mocht wenscken te bezit ten. Aan u allen een oprecht woord van dank voor zooveel goeds in ons politieke leven. Waar het nu toch xtel zoo goed als zeker is, dat ik dezen zomer uit de Tweede Kamer heenga immers, al zullen bij het referendum nog vele vrienden hun stem aan mij geven voor een vrijen zetel, de constellatie is thans wel zoo, dat van eenlg gunstig effect wel geen sprake kan zijn wil ik ook nog een en an der zeggen tot aanvulling van wat Ik reeds destijds aan uw bestuur in antwoord op zijn sympathiek schrijven heb gezegd. Ik zal altijd met de grootste hoogachting over liet werk van de Tweede Kamer m.veten spreken. Nog altijd helaas vergaapt een groot deel van ons volk zich aan de openbare zittin gen. Van het eigenlijke werk der Kamer In commissies, in de afdeelingen en als rappor teur, ziet het volk niets. Zoo intens mogelijk gewerkt Ik verheug mij er over, u te kunnen verkla ren, dat ik aan het eigenlijke werk der Kamer zoo intensief mogelijk heb meegedaan. En ik verzeker nog eens dat het dit zeer schoone deel van bet werk der Tweede Kamer is, dat ik met leedwezen vaarwel zeg. Daartegenover staat echter veel, dat mij het scheiden toch niet zoo moeilijk doet zijn. Vooreerst, als iemand die het voorrecht kreeg, een hoog wetenschappelijk ambt te mo gen bezetten, moeten mij de studie en het do- ceeren wel bijzonder boeien. Het heeft stellig een groote bekoring, als men zich daaraan weer geheel en onverdeeld za.l kunn„.i geven. Vervolgens vergete men niet, dat de alge- .meene politieke toestand thans van dien aard is, dat van een verwezenlijking der denkbeel den, die mij vooral naar bet politieke leven dreven, in afzienbaren tijd niets zal kunnen komen. Gij kent mijn overtuiging, dat coalities hebben afgedaan en dat wij been moeten naai een parlementair program-ministerie, dat ah voornaamste onderdeel heeft te verwezenlij ken: de wettelijke regeling der publiekrechte lijke bedrijfsorganisatie, hoofdstuk VII van ons Program 1922. Alle teekenen wijzen er echter op dat er heengestuurd wordt naar eem parle mentaire coalitie-regeering van groepen, wier samenwerking voor dit groote en schoone Poel volstrekt niets zal opleveren. En het is zeker niet zoo heel aangenaam, van nabij te moe ten meemaken, boe de groote gedachte der be drijfsorganisatie wordt verknoeid. Bovendien doet de zeer onzekere en telkens wisselende doelstelling op dit punt met name bij de Ka tholieke arbeiders-organisaties, niets goeds ia afzienbaren tijd verwachten. De reorganisatie van de R. K. Staatspartij voor een groot gedeelte mislukt? Nog een derde omstandigheid maakt de zeer waai'schijlijke scheiding betrekkelijk licht. De reorganisatie van onze Staatspartij, waaraan ook ik zooveel werk heb besteed, en waarover ik tot voor korten tijd nog optimistische denk beelden had, blijkt voor een belangrijk gedeelte te zijn mislukt. Wij zijn thans immers volop in de standenvertegenwoordiging en daarmee is de kern aan de reorganisatie-gedachte ont nomen. Het verschijnsel, dat ambtenaren van organisaties als volksvertegenwoordigers op treden, zet zich steeds meer voort. Thans vra gen de middenstanders, wat de werkgevers reeds hebben: iemand, die krachtens zijn func tie de belangen der middenstanders in de Ka mer zal behartigen. Werd tijdens de werk zaamheden der Reorganisatie-commissie ern stig overwogen ontoelaatbaar te verklaren ean- didaturen van personen die rechtstreeks aan or ganisaties waren verhonden, wij zijn nu al zoo ver, dat men van den nood een deugd maakt en het Partijbestuur is in het bezit van stuk ken, waarin die afschuwelijke toestand al3 een uitstekende wordt verheerlijkt. Steeds meer zullen wij dus in onze Kamerfractie personen aantreffen, die niet anders zijn dan de spreek buizen van bepaalde belangengroepen, men- sclien, wier politiek voedsel voornamelijk wordt geleverd door de verschillende organisa ties. Zulk een wantoestand ontneemt aan bet politieke leven veel aantrekkelijkheid. Nog een zeer pijnlijke omstandigheid Eindelijk is er nog een laatste omstandigheid, op zichzelf zeer pijnlijk, die ook het scheiden betrekkelijk licht maakt. Het is de houding, die tegenover mij in de laatste maanden 13 aangenomen door een groep leiders van hen, wier volledige emancipatie eigenlijk de hoofd zaak uitmaakte van mijn politiek streven. Ik bedoel de leiders der R. K. arbeiders. Had mij iemand b.v. een jaar geleden voorspeld, wal ik na September 1928 van dien kant zou bele ven, ik zou daarover de schouders hebben op gehaald. Van dien kant beeft men willens en wetens mij uitgeschakeld als een des kundige op het gebied van den Ar beid. die zijn deskundigheid in de praktijk der Arbeidsbeweging had verworven. Van dien kant heeft, men zich zelfs niet ontzien ik wijs op de artikelen ln „de Volkskrant' mijn zuiverste eer: de organisatie van het boek- drukkersbedrijf met de daaraan verbonden col lectieve arbeidsovereenkomst, aan te tasten. Zooveel grofheid en miskenning, die ik reken tot het grootste leed, dat ik tot dusver in het openbare leven heb ondervonden, maken aan den anderen kant dat ik met niet te veel moeite heenga uit een positie, die mij zonder het vertrouwen van dien kant zoo goed als onmogelijk is. Laat ik hierbij verzekeren, nn dit afscheid ook een nadrukkelijk afscheid be- teekent van deze groep van arbeidersleiders, dat mijn geest en hart voor de volledige eman cipatie der arbeiders op politiek, sociaal, econo misch en cultureel gebied, even geestdriftig zullen blijven. Ik had behoefte u dit thans te zeggen, daar gij wel eeuig recht hebt om te weten, boe uw scheidende voorzitter de politieke situatie ea zijn eigen plaats daarin ziet. Voor uw groote welwillendheid te mijnen opzichte dank ik u van ganscher harte. R. K. GEHEELONTHOUDERS Wat op de a.s. vergadering behandeld zal worden In 't begin van Februari deelden we mede, dat het Hoofdbestuur van de nationale R. K. Vereeniging van Geheelonthouders onder Spoor-, Tram en van Gend Loos personeel „St. Franciscus va,n Assisië" genoodzaakt was hare aangekondigde jaarvergadering uit te stellen. De reden hiervan was: de strenge vorst en groote sneeuwval, waardoor de waterwegen dicht kwamen te liggen, zoodat alle vervoer per spoor moest geschieden, hetgeen voor het Personeel beteekende meerdere en zwaar dere diensten. Gelukkig gaat alles nu weer zijn geregelden gang. In verband daarmede besloot het Hoofdbe stuur van genoemde vereeniging zijn jaarver gadering vast te stellen op Maandag 15 April te Utrecht, in de zaal van de Haagsche Lunchroom, Stationsplein 5, aanvangende om II uur. Naast de jaarlijksche verslagen en verkie zingen bevat de agenda meerdere voorstellen. De Z.Eerw. Bondsadviseur Pater Ildefon- sus zal eene herdenkingsrede houden over Mgr. Dr. Alph. Ariëns en zijn werk, naar aanleiding van diens overlijden, terwijl Z.Eerw. ook zal spreken over „Vrienden van „St. Franciscus". Varder zal het Hoofdbestuurslid P. J. J. Vroom, Commiies bij de Ned. Spoorwegen, een inleiding houden over „Colportage". DE UITLEVERING VAN DEN VOORTVLUCHTIGEN COMMISSIONNAIR. Zijn aanhouding weder noodzakelijk Naar wij vernemen is de Amsterdamsoiie eonim:s3ix>nnair in effecten, A. Oh. E„ die sirada ruim een half jaar voortvluchtig was en thans door de justitie te Praag op verzoek van de Nederlandsche regeering wordt uitgeleverd als verdacht van een drietal verduisteringen van ©enige onderpanden van cliënten, op transport gesteld naar Nederland. Indertijd was de heer E. reeds voor een de zer verduisteringen aangehouden, doch later weer vrijgelaten. Daarna had hij de wijk naar het buitenland genomen, doch daar bij de justi tie inmiddels ooik de beide andere klachten, war ren ingediend, was zijn aanhouding wederonji noodzakelijk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5