Tweede Blad
JÊÊÊ
Woensdag 10 April 1929
Pagina 1
t STROOMINGEN IN DE PARTIJ
■mv
PROF. MR. J. A. VERAART
MGR. AENGENENT TE ROME
OP DEN OVERWEG
- - m émmimi
DE RAMP TE HOEK VAN HOLLAND
nieuwkerk.
DE POLITIEKE SITUATIE EN ZIJN
EIGEN PLAATS DAARIN
Niemand heeft ooit betwijfeld, dat in een
staatkundige partij als de Katholieken vor
men, meeningsverschillen moeten bestaan.
Het is niet anders mogelijk onder men-
schen, die zooveel en zulke ui'teenloopende
belangen hebben.
Wat wij beweren is alleen, dat al deze
geschillen ondergeschikt zijn en niet belet
ten, dat de Katholieken op staatkundig ter
rein één partij moeten en kunnen vormen
om sterken invloed op het staatsbestuur te
kunnen uitoefenen.
Het zijn vooral de socialisten die telkens!
probeeren ondergeschikte geschillen tus
schen de Katholieken op te blazen, te ge
wagen van „klassenstrijd" in de partij, met
de duidelijke bedoeling een wig te drijven
in onze eenheid om zoo een eind te maken
aan onze macht.
Zij beweren zelfs voortdurend, dat onze
staatkundige eenheid niet kan bestaan, om
dat er verschillen zijn.
Intusschende heeren hebben zelf
ook met verschillen en geschillen te
worstelen in eigen partij en mr. van Eek,
een der Leidsche leiders van de' S.D.A.P!,
eiseht in „Het Volk", dat men „meerdere
Btroomingcn in de partij" moet dulden en
niet onderdrukken.
In een groote partij als de onze met al
haar verschillende bestandideelen moeten
noodzakelijk verschillende inzichten worden
aangetroffen. In een partij die zulke uit-
eenloopende elementen bevat als landbouw-
arbeiders en industrieele arbeiders, hoofd
en handarbeiders, arbeiders van bet klein
en van het grootbedrijf, intelleotueelen
en kleine neringdoenden, huisvrouwen en
fabrieksarbeidsters, moet zich noodzakelijk
verschil van inzicht openbaren omtrent te
voeren partijtaktiek.
Het kan nieit uitblijven, aldus gaat mr.
van Eek voort, of in zulk een partij moeten
er, om het ideaal „vernietiging van de
grondslagen van het kapitalisme" te be
reiken, „onderscheidene inzichten en opvat
tingen bestaan en deze moeten „met stevigs
geestelijke banden aan de partij" worden ge-
honden.
Mr. v. Eek besluit zijn uiteenzetting al
dus-
Het bestaan en de erkenning der onder-
- scheidene partstroomingen kunnen dus
juist bijdragen tot vergrooting van den
invloed en de kracht der partij. De verschil
lende stroomingen kuinnen haar toegang
verschaffen tot meerdere deelen der bevol
king en daardoor haar invloedssfeer uit
breiden. Haar kracht kan toenemen, om
dat de vrijheid van meenigingsuiting alle
doelen der partij sterker aan haar bindt.
Een wijs en tactisch beleid moet trachten
de nadeelen verbonden aan het bestaan
van partijsitroomingen, zooveel mogelijk te
beperken.
Nu zouden wij wel eens willen weten wat
het verschil is tusschen de houding dei-
Katholieken en de meening van mr. van Eek.
>,Het Volk" weerspreekt dezen ouden partij
genoot niet; het blad beweert alleen, dat er
tneeningsvrijheid genoeg bestaat in de partij
Verschillende socialisten oordeelen er anders
over, doch dat gaat ons niet aan.
Maar wat ons wel treft is, dat meenings
verschillen in de S. D. A. P. ook worden
erkend en dat de leden van verschillende
meeningen met „geestelijke banden" aan de
partij blijven verbonden.
Welnu, welk verschil is hier mot de Katho
lieken? Wij staan op hetzelfde standpunt:
eenheid in het noodige, vrijheid over twij
felachtige dingen, liefde in alles. Liefde tot
de eenheid, die onze grootste kracht is in
dit land, kan ons hier alleen onze sterke
positie doen bewaren. En zij is, wel geschikt
alle onderlinge meenigsverschillen over bij
zaken te overbruggen.
De socialisten, die hun klasse-partij al
vol verschillen kennen, doen het best maar
hiot. veel te zeggen over een partij als de
■Katholieken, die alle klassen omvat.
Z. 1) H. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop
.Van H rarlem bezocht gistermorgen in gezel
schap van Mgr. dr. B. J. Eras, procurator van
het Nederlandsch Episcopaat te Rome en de
Hoogeerw. Kanunniken G. C. van Noort en dr.
Th. Vlaming het graf van den H. Petrus.
Daarna werd een bezoek afgelegd bij den
Pauselijken maestro di Camera.
Het hoogtepunt van onaangenaamheden
KLACHT TEGEN DEN WACHTER
INGEDIEND
De onaangenaamheden" op den spoorweg bij
Amersfo.ont welke het gieheele Soestegkwar-
tler van de stad afsluit, bereikten gistermor
gen wel het hoogtepunt, aldus „De Courant".
Tusschen acht en negen uur sloot de over-
j^egwachter de boomen, om een 14-jasrigen
jongen, die per fiets, tegelijk met een'ige an-
fleren den overweg wilde passeeren. omdat
fle boomen nog niet gesloten waren, gevan-
Ben te houden. De jongen bleef kalm wach
ten, maar toch was zijn positie niet bijzon
der aangenaam, omdat van beide zijden een
*rpin naderde.
De vader van den jongen heeft te bevoeg-
fler plaatse een klacht ingediend.
-
ZIJN AFSCHEID VAN HET
POLITIEKE LEVEN
HET EEUWFEEST DER INTERNUNTIATCÜR. De Raad van Bestuur der Leo-stichting,
welke ten doel heeft het onderhouden van een passende woning voor den Pauselijken ver
tegenwoordiger bij het Nederlandsch Hof, hield te Den Haag zijn jaarvergadering. In verband
met bet 100-jarig bestaan der internuntiatuur werd aan Z.Exc. Mgr L. Schioppa een
diner aangeboden.
Zittend v. 1. n. r.: mr. dr. D. A. P. N. Kooien, mr. dr. G. F. M. baron van Hugenpotb tot
Aerdt, Z.Exc. Mgr. L. Schioppa, W. baron van Voorst tot Voorst, w. J. R. Droesmann.
Staande v. 1. n. r.: J. Kleyntjens S.J., J. P. J. Asselbergs, H. J. graaf WolffMetternicli,
J. M. D. Blomjous;
HET VERGAAN VAN DE REDDINGBOOT
PRfNS DER NEDERLANDEN.
Onderzoek door den Raad voor de
Scheepvaart.
HET GEBEURDE ZAL WEL NOOIT
OPGEHELDERD WORDEN
De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren
een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van
bet stranden op de Maasvlakte van bet Letland-
sche stoomschip „Valka" op 16 Januari en te
vens naar de ramp op dien dag overkomen aan
de stoomreddingsboot „Prins der Nederlanden".
Bij een poging tot redding van de opvarenden
van de „Valka" is de stoomreddingboot omge
slagen.
Hierbij is de geheele bemanning van acht
personen omgekomen.
De president van den Raad voor de Scheep
vaart, de heer prof. mr. Taverne, zegt, alvo
rens het onderzoek aan te vangen, eerbiedige
hulde te willeu brengen aan de slachtoffers,
die bij de redding van de opvarenden der
„Valka" bun leven hebben gelaten. Verder
spreekt hij woorden van deelneming met het
lot der nagelaten betrekkingen.
Spr. herinnert eraan, dat de stoomredding
boot Is uitgevaren naar de Maasvlakte om de
bemanning van de „Valka" te redden, hetgeen
hun echter niet gelukte.
Deze ramp doet ons denken aan die, In den
nacht van 23 op 24 October 1921 overkomen aan
do „President van Heel", die toen op het Zui-
derhoofd is omgeslagen en waarbij zes van de
uit zeven personèn bestaande bemanning zijn
omgekomen. Na ook hulde te hebben gebracht
aan dr. Knip uit Hoek van Holland, die nog
een reddingspoging beeft gedaan en vervolgens
aan kapt. Slis van de „President van Heel"
die ook echter zonder succes gepoogd-
heeft de bemanning op te sporen, wijst mr.
Taverne erop, dat het onderzoek naar de plaats
gehad hebbende ramp thans hoofdzakelijk wordt
Ingesteld, om uit een en ander leering te trek
ken voor de toekomst.
De hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, de
heer C. Fock, sluit zich aan bij de door den
heer Taverne .gebrachte hulde aan de omgeko
men bemanning.
Het eerst wordt nu de loods gehoord, die
met de „Valka" was uitgevaren.
Uit de verklaringen, die worden afgeiegd,
teekenen wij bet volgende aan:
„De „Valka", bemand met 25 personen, is
op 16 Januari des morgéns om 7 uur ouder
loodsaanwijzing uit de Waalhaven te „Rotter
dam vertrokken met bestemming voor ïiel-
slngfors.
Do loods werd op zijn verzoek bij de Berg-
haven omstreeks 9 uur afgezet.
Het weer was slecht; men werd overvallen
door sneeuwbuien; de wind was N.N.O.
Het Noorderhoofd werd gepasseerd, er
stond een hooge zee. Na het passeeren van de
gasboei brak plotseling de stuurketting. Het
gelukte niet dadelijk het handstuurgerel ln te
krijgen; het roer lag te stijf aan boord. Het
schip dreef door wind en stroom naar. lager wal.
Ondanks het laten vallen van beide ankers, die
niet hielden, strandde het schip om pl.m. 10
uur op de Maasvlakte,
Een S.O.S. sein werd gegeven. Even na 12
uur kwam de „Prins der Nederlanden" langs
zij aan bakboord. Een 6-duims manillatros
werd overgegeven. Door een zware grondzee
werd de reddingboot tegen de „Valka" gesme
ten, waardoor berghout en reeling werden be
schadigd en de manillatros brak. Zij stoomde
naar dieper water, keerde buiten de brekers
en kwam weer bij de „Valka". Deze manoeuvre
werd nog eens herhaald, doch thans Ln de
brekers. Plotseling sloeg de boot om.
De bemanning van de „Valka" is later door
de reddingboot „Koningin Wilhelmina" te Stel
lendam aan land gebracht.
De secretaris van de Maatschappij tot red
ding van schipbreukelingen te Rotterdam, die
als deskundige werd gehoord, noemt drie mo
gelijkheden welke de ramp veroorzaakt kunnen
hebben; le. het koeren in de branding; 2e. het
opnemen van de boot door een buitengewoon
hooge zee en 3e. het defect raken van de
machine.
Een expert bjj de Scheepvaart-Inspectie te
DE MOORDZAAK te GIESEN-
Het onderhoud de" Procureur-Generaal,
bij den Hoogen Raad
Gisterenmiddag hadden mr. Roobol uit Arn
hem, mr. van Meerten uit Den Haag, de heer
Stuy uit Baarn en de heer Geudeker, redacteur
van „Het Volk" een onderhoud met den procu
reur-generaal bij den Hoogen Raad, mr. A.
Tak, naar aanleiding van de herroepen getu1'-
genls van het echtpaar K., ln de strafzaak
tegen Teuniissen en KI under, die wegens
moord o-p den spoorwegwachter J. de Jong te
GiesenNieuwkerk tot 15 jaren gevangenis
straf zijn veroordeeld.
Ook de advocaat-generaal by den Hoogen
Raad, mr. van Lier en d>e officier van justitie
uit Dordrecht, waren bij het onderhoud tegen
woordig.
DE SCHIETPARTIJ TE ZUNDERT.
De zaak weer aangehouden
Op de rol van de Haagsche rechtbank kwam
gisteren weer voor de bekende zaak betref
fende de schietpartij te Znndert, waarbij de
caféhouder van Meer door dé marechausèêe
werd doodgeschoten.
Zooals men weet beeft de weduwe van Meer
naar aanleiding daarvan een actië tot schade
loosstelling voor haar en haar minderjarige
kinderen ingesteld tegen den Staat en de beide
marechaussée's, die bij bet ongeval tegenwoor
dig waren.
De zaak werd 4 weken aangehoudén.
DE DOODSLAG TE ANDEL.
Vrijspraak geëischt
In hooger beroep stond voor het Bossche Ge
rechtshof terecht J. V., 36 jaar, landbouwer
te Andel, ervan verdacht dat hij op 17 Juni
1928 te Giessen, voornemens J. van Tllborg
van het leven te berooven, opzettelijk dezen
met een mes heeft gestoken, tengevolge waar
van hij Is gestorven.
Verdachte beweerde, dat van Tllborg In
drift op hem Is komen aanloopen. Uit angst
hield verd. zijn mes vooruit en v. T. "is toen
met kracht daarin geloopen, waardoor de
doodelijke verwonding ontstond,
De deskundigen achten deze verklaring niet
onmogelijk.
De advocaat-generaal constateerde, dat ln het
getuigenverhoor niets nieuws was gehoord, dat
op de feiten een ander licht werpt. Spr. haalde
meerdere aanwijzingen tegen verdachte aan,
maar kwam toch niet tot het wettig en over
tuigend bewij3.
De eisch luidde bevestiging van bet vonnis
der rechtbank; vrijspraak.
Een rede in den Centralen Raad van
R. K. Rijkskieskringorganisaties
te 's-Gravenhage
In de gisterenavond te' 's-Gravenhage gehou
den vergadering van den Centralen Raad van
de R. K. Rijkskieskringorganisatie 's-Graven
hage heeft prof. mr. J. A. Veraart een rede
gehouden, waaraan het volgende is ontleend:
Ik heb u bijeengeroepen om u mede te dee
len, dat ik als voorzitter van uw organisatie
heenga.
De maat is thans geheel vol
Indien Ik aan hetgeen ik u thans te zeggen
heb, een titel zou moeten geven, dan zou het
deze zijn: dé maat is thans geheel vo-1. Wij heb
ben hier tezamen meegemaakt de heele droe
vige vertooning met de kwaliteitszetels, vpor
Rotterdam, die als deskundige wordt gehoord,
verklaart, dat de reddingboot, die hij onder
zocht had, perfect in orde was.
De hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, de
heer C. Fock, zegt van oordeel te zijn, dat de
stranding van de „Valka" bet gewone verloop
had, vermoedelijk doordat de stuurinrichting
zich had begeven.
De commissaris van de Reddingmaatschappij
in Hoek van Holland heeft zich volkomen te
recht laten overtuigen, dat er voor de „Prins
der Nederlanden" aanleiding bestond zich naar
het gestrande schip te begeven. Er bestond in
derdaad groote kans dat de opvarenden in
levensgevaar waren, temeer omdat het een
vreemd schip betrof waarvan de gezagvoerder
niet besefte hoe gevaarlijk de positie van het
schip was.^Het gebeurde met de „Prins dor Ne
derlanden" za! wel nooit opgehelderd worden.
De bekwaamheid van den schipper, De Kloos
ter, was een waarborg dat het aan goede lei
ding niet ontbroken heeft. Bij de gevonden
boot zijn geen aanwijzingen gevonden omtrent
de oorzaak van de ramp, die wellicht aan over
macht is toe te schrijven.
Mogelijk was de reddingboot te Stellendam
eerder aangewezen oih hulp te verleenen, maar
de „Prins der Nederlanden" in Hoek van Hol
land was dichterbij. Met het uitvaren van de
boot te Stellendam waren uren gemoeid ge
weest.
De Raad zal naderhand uitspraak doen.
arbeidszaken. Wij hebben gezien, hoe aan de
uitstekend bedoelde bepalingen van het kies
reglementeen uitvoering is gegeven, die niet
alleen spot met alle redelijkheid, maar die ook
lijnrecht ingaat tegen alles, wat Reorganisatie
commissie en Kiesreglement-commissie van
welke commissies ik, zooals gij weet, deel uit
maakte hebben bedoeld. Terwijl toch die
commissies er alles op hadden gezet, om uit
de Partij te weren het afschuwelijke stelsel der
standenvertegenwoordiging, heeft men juist
een toepassing gegeven, die dit stelsel volkomen
binnenhaalt. Wij plukken daarvan reeds volop
de wrange vruchten. Daar kwam bij, dat men
aan een der meest voor de hand liggende kwa
liteiten:. deskundige op het gebied van den
arbeid in zijn vollen omvang, geen plaate in
ruimde. Daar kwam nog bij, dat toen men door
't bestuur van uw organisatie schaakmat werd
gezet ten aanzien van de omschrijving, die het
Centraal College nu eenmaal had gekozen, het
Partijbestuur toch nog den moed had tot een
diskwalificatie.
Een vertooning, die ons bespottelijk maakte
Heel die vertooning, die ons bespottelijk
maakte voor bet heele land, hadden wij ach
ter den rug toén van vele kanten de aandrang
kwam, om nu toch een vrijen zetel te aanvaar
den. Gij weet allen, hoe dat is gegaan. Het
eindresultaat is u thans allen bekend. De ver
gadering van afgevaardigden der drie Rijks
kieskringen adviseerde mij als plaatsvervan
ger. Ik deel u mee, dat ik nochtans voor deze
eer nadrukkelijk wensch te bedanken. Noch
als plaatsvervanger van den heer van Hellen-
berg Hubar, noch als plaatsvervanger van den
heer Guit wensch ik te fungeeren.
Men zal mij moeten toegeven, dat de maat
wel vol is! Een zoo smadelijke behandeling is
in ons heele Nederlandsche partijwezen iets
onbekends. Bladen als „De Tijd" en „Het Cen
trum" doen er nog een schopje op, door den
koehandel tusschen arbeiders en middenstan
ders op die fameuse vergadering voor te stel
len als een soort „gericht", dat geen verwon
dering heeft te wekken.
Geen lust in een leidende functie
Onder deze omstandigheden zal het u dui
delijk zijn, dat mij ten eenenmale de lust ont
breekt, om in een Partij, waar zulke dingen
mogelijk zijn, thans een leidende functie te ver
vullen. En zoo wordt voor u mijn bedanken als
voorzitter van dezen Rijkskieskring, naar ik
meen, wel volkomen begrijpelijk.
Het scheiden doet leed
Het scheiden als voorzitter van dezen Rijks
kieskring doet mij oprecht leed. Vier jaar lang
hebben wij hier op de meeet harmonische wijze
samengewerkt. Ik mocht ln het bestuur bo
vendien een secretaris en een penningmeester
leeren kennen, zooals onze heele Katholieke
vereenigingsleven mocht wenscken te bezit
ten. Aan u allen een oprecht woord van dank
voor zooveel goeds in ons politieke leven.
Waar het nu toch xtel zoo goed als zeker
is, dat ik dezen zomer uit de Tweede Kamer
heenga immers, al zullen bij het referendum
nog vele vrienden hun stem aan mij geven voor
een vrijen zetel, de constellatie is thans wel
zoo, dat van eenlg gunstig effect wel geen
sprake kan zijn wil ik ook nog een en an
der zeggen tot aanvulling van wat Ik reeds
destijds aan uw bestuur in antwoord op zijn
sympathiek schrijven heb gezegd.
Ik zal altijd met de grootste hoogachting
over liet werk van de Tweede Kamer m.veten
spreken. Nog altijd helaas vergaapt een groot
deel van ons volk zich aan de openbare zittin
gen. Van het eigenlijke werk der Kamer In
commissies, in de afdeelingen en als rappor
teur, ziet het volk niets.
Zoo intens mogelijk gewerkt
Ik verheug mij er over, u te kunnen verkla
ren, dat ik aan het eigenlijke werk der Kamer
zoo intensief mogelijk heb meegedaan. En ik
verzeker nog eens dat het dit zeer schoone deel
van bet werk der Tweede Kamer is, dat ik
met leedwezen vaarwel zeg.
Daartegenover staat echter veel, dat mij het
scheiden toch niet zoo moeilijk doet zijn.
Vooreerst, als iemand die het voorrecht
kreeg, een hoog wetenschappelijk ambt te mo
gen bezetten, moeten mij de studie en het do-
ceeren wel bijzonder boeien. Het heeft stellig
een groote bekoring, als men zich daaraan weer
geheel en onverdeeld za.l kunn„.i geven.
Vervolgens vergete men niet, dat de alge-
.meene politieke toestand thans van dien aard
is, dat van een verwezenlijking der denkbeel
den, die mij vooral naar bet politieke leven
dreven, in afzienbaren tijd niets zal kunnen
komen. Gij kent mijn overtuiging, dat coalities
hebben afgedaan en dat wij been moeten naai
een parlementair program-ministerie, dat ah
voornaamste onderdeel heeft te verwezenlij
ken: de wettelijke regeling der publiekrechte
lijke bedrijfsorganisatie, hoofdstuk VII van ons
Program 1922. Alle teekenen wijzen er echter
op dat er heengestuurd wordt naar eem parle
mentaire coalitie-regeering van groepen, wier
samenwerking voor dit groote en schoone Poel
volstrekt niets zal opleveren. En het is zeker
niet zoo heel aangenaam, van nabij te moe
ten meemaken, boe de groote gedachte der be
drijfsorganisatie wordt verknoeid. Bovendien
doet de zeer onzekere en telkens wisselende
doelstelling op dit punt met name bij de Ka
tholieke arbeiders-organisaties, niets goeds ia
afzienbaren tijd verwachten.
De reorganisatie van de R. K. Staatspartij
voor een groot gedeelte mislukt?
Nog een derde omstandigheid maakt de zeer
waai'schijlijke scheiding betrekkelijk licht. De
reorganisatie van onze Staatspartij, waaraan
ook ik zooveel werk heb besteed, en waarover
ik tot voor korten tijd nog optimistische denk
beelden had, blijkt voor een belangrijk gedeelte
te zijn mislukt. Wij zijn thans immers volop
in de standenvertegenwoordiging en daarmee
is de kern aan de reorganisatie-gedachte ont
nomen. Het verschijnsel, dat ambtenaren van
organisaties als volksvertegenwoordigers op
treden, zet zich steeds meer voort. Thans vra
gen de middenstanders, wat de werkgevers
reeds hebben: iemand, die krachtens zijn func
tie de belangen der middenstanders in de Ka
mer zal behartigen. Werd tijdens de werk
zaamheden der Reorganisatie-commissie ern
stig overwogen ontoelaatbaar te verklaren ean-
didaturen van personen die rechtstreeks aan or
ganisaties waren verhonden, wij zijn nu al zoo
ver, dat men van den nood een deugd maakt
en het Partijbestuur is in het bezit van stuk
ken, waarin die afschuwelijke toestand al3 een
uitstekende wordt verheerlijkt. Steeds meer
zullen wij dus in onze Kamerfractie personen
aantreffen, die niet anders zijn dan de spreek
buizen van bepaalde belangengroepen, men-
sclien, wier politiek voedsel voornamelijk
wordt geleverd door de verschillende organisa
ties. Zulk een wantoestand ontneemt aan bet
politieke leven veel aantrekkelijkheid.
Nog een zeer pijnlijke omstandigheid
Eindelijk is er nog een laatste omstandigheid,
op zichzelf zeer pijnlijk, die ook het scheiden
betrekkelijk licht maakt. Het is de houding,
die tegenover mij in de laatste maanden 13
aangenomen door een groep leiders van hen,
wier volledige emancipatie eigenlijk de hoofd
zaak uitmaakte van mijn politiek streven. Ik
bedoel de leiders der R. K. arbeiders. Had mij
iemand b.v. een jaar geleden voorspeld, wal ik
na September 1928 van dien kant zou bele
ven, ik zou daarover de schouders hebben op
gehaald. Van dien kant beeft men willens en
wetens mij uitgeschakeld als een des
kundige op het gebied van den Ar
beid. die zijn deskundigheid in de praktijk
der Arbeidsbeweging had verworven. Van dien
kant heeft, men zich zelfs niet ontzien ik
wijs op de artikelen ln „de Volkskrant'
mijn zuiverste eer: de organisatie van het boek-
drukkersbedrijf met de daaraan verbonden col
lectieve arbeidsovereenkomst, aan te tasten.
Zooveel grofheid en miskenning, die ik reken
tot het grootste leed, dat ik tot dusver in het
openbare leven heb ondervonden, maken aan
den anderen kant dat ik met niet te veel
moeite heenga uit een positie, die mij zonder
het vertrouwen van dien kant zoo goed als
onmogelijk is. Laat ik hierbij verzekeren, nn
dit afscheid ook een nadrukkelijk afscheid be-
teekent van deze groep van arbeidersleiders,
dat mijn geest en hart voor de volledige eman
cipatie der arbeiders op politiek, sociaal, econo
misch en cultureel gebied, even geestdriftig
zullen blijven.
Ik had behoefte u dit thans te zeggen, daar
gij wel eeuig recht hebt om te weten, boe uw
scheidende voorzitter de politieke situatie ea
zijn eigen plaats daarin ziet. Voor uw groote
welwillendheid te mijnen opzichte dank ik u
van ganscher harte.
R. K. GEHEELONTHOUDERS
Wat op de a.s. vergadering behandeld
zal worden
In 't begin van Februari deelden we mede,
dat het Hoofdbestuur van de nationale R. K.
Vereeniging van Geheelonthouders onder
Spoor-, Tram en van Gend Loos personeel
„St. Franciscus va,n Assisië" genoodzaakt was
hare aangekondigde jaarvergadering uit te
stellen.
De reden hiervan was: de strenge vorst en
groote sneeuwval, waardoor de waterwegen
dicht kwamen te liggen, zoodat alle vervoer
per spoor moest geschieden, hetgeen voor het
Personeel beteekende meerdere en zwaar
dere diensten.
Gelukkig gaat alles nu weer zijn geregelden
gang.
In verband daarmede besloot het Hoofdbe
stuur van genoemde vereeniging zijn jaarver
gadering vast te stellen op Maandag 15 April
te Utrecht, in de zaal van de Haagsche
Lunchroom, Stationsplein 5, aanvangende om
II uur.
Naast de jaarlijksche verslagen en verkie
zingen bevat de agenda meerdere voorstellen.
De Z.Eerw. Bondsadviseur Pater Ildefon-
sus zal eene herdenkingsrede houden over
Mgr. Dr. Alph. Ariëns en zijn werk, naar
aanleiding van diens overlijden, terwijl
Z.Eerw. ook zal spreken over „Vrienden van
„St. Franciscus".
Varder zal het Hoofdbestuurslid P. J. J.
Vroom, Commiies bij de Ned. Spoorwegen,
een inleiding houden over „Colportage".
DE UITLEVERING VAN DEN
VOORTVLUCHTIGEN COMMISSIONNAIR.
Zijn aanhouding weder noodzakelijk
Naar wij vernemen is de Amsterdamsoiie
eonim:s3ix>nnair in effecten, A. Oh. E„ die sirada
ruim een half jaar voortvluchtig was en thans
door de justitie te Praag op verzoek van de
Nederlandsche regeering wordt uitgeleverd als
verdacht van een drietal verduisteringen van
©enige onderpanden van cliënten, op transport
gesteld naar Nederland.
Indertijd was de heer E. reeds voor een de
zer verduisteringen aangehouden, doch later
weer vrijgelaten. Daarna had hij de wijk naar
het buitenland genomen, doch daar bij de justi
tie inmiddels ooik de beide andere klachten, war
ren ingediend, was zijn aanhouding wederonji
noodzakelijk.