DE DOCUMENTENKWESTIE VRIJDAG 12 APRIL 1929 DERDE BLAD PAGINA 2 HET WETSONTWERP ELECTRICITEITSVOORZIENING DE FORD-EMISSIE 6 „ALS GOED VADERLANDER I HANDELEN" V PHILIPS' GLOEILAMPEN DE NAASTENLIEFDE IN HET SOCIALE LEVEN DE VERBINDING AMSTERDAM- BOVENRIJN DE FAILISSEMENTSWET NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN KAASHANDELAREN buitenlandsche zaken Ingelicht. Bij de toen plaatsgevonden bespreking -werd ook publicatie besproken en hot bleek mij, dat buitenlandsche zaken evenzeer als ik er van overtuigd waren, dat op publicatie zou worden aangestuurd, en dat vermoedelijk in één der groote bladen. Spoedig bleek mij, dat de Nieuwe Rotter- damsche Courant daarvoor om de een of andere reden niet in aanmerking kwam, en op 11 Februari ontving ik het verzoek, de stukken te willen afstaan of er inzage van te willen .verleenen aan het Algemeen Handelsblad, het- "geen ik weigerde. Op den 15 den Februari, even vóór ik mij voor -geruimen tijd naar het buitenland zou begaven, bezocht mij mr. P H. Ritter. Deze had een afschrift van het proces-verbaal bij zich en bleek bekend te zijn met het feit, dat ik stukken had verworven en deze aan de Re geering had voorgelegd; Belgische vrienden hadden hem het stuk versahaft en de mededee- ling gedaan. Ook wist hij dat een hegeleidhrief zich in mijn handen bevond, dien hij gaarne zien wilde. De heer Rit-tèr wilde tot publicatie overgaan en vóórdien nog een en ander weten; terstond en uit eigen beweging verklaarde hij, alvorens tot publicatie over te gaan, de Regee ring te zullen raadplegen. Hij beloofde mij strengste discretie. De heer Ritter zeide mij, niet als hoofd redacteur van het U.D., doch als goed Neder lander tot mij te komen en als zoodanig te willen worden beschouwd. Ik wees er den heer R. op, dat het mij niet mogelijk was hem stukken te toonen of nadere gegevens te verschaffen, daar ik dat tegenover de regeerinig niet zou kunnen verantwoorden. Ik kon niet tegenspreken dat het stuk waarvan de heer R. het afschrift had, aan de regeering was doorgegeven, noch dat ik het voor ontwij felbaar echt en authentiek hield. Do heer R. deelde hij het verder ondeThoud mede, dat hij als goed vaderlander wilde han delen en niets ter wereld zou willen doen dat de regeering in ongelegenheid zou brengen. Bi] de uitvoerige bespreking hierover bleek mij, dat de heer R. het met zichzelf niet steeds eens was. Nu eens zou hij de regeering raadplegen, dan weer meende hij, de regeeTing, hls hij haar raadpleegde en als zij publicatie wenschte, in ongelegenheid te brengen. Ik heb hem verklaard, dat ik in zijn plaats onder geen beding tot publicatie zou overgaan zonder de regeering te hebben ingelicht, en ben zelfs zoover gegaan, dat ik den heer Ritter een briefje dicteerde, gericht aan een regeerings- departement, waardoor de regeering van zijn voornemen tot publicatie zou kennis krijgen, zonder dat zij in ongelegenheid zou geraken, indien zij tegen de publicatie geen bezwaar zou hebben. De heer R. vertrok, naar mijn meening met het vaste voornemen, niet te zullen publiceeren zonder de Regeering tijdig te hebben geraad pleegd of kennisgegeven. Door mijn onmiddel lijk volgend vertrek naar het buitenland was het rnfi niet mogelijk de regeering mijnerzijds daarvan In kennis te stellen, hoewel ik dit telefonisch trachtte te doen. Door de vluchtige kennisneming van de mede- deelingen van den heer Ritter weet ik nog niet nauwkeurig wat hij beweert. Dat hij geen stukken van mij te zien heeft gekregen moge blijken uit bet feit, dat bij in zijn publicaties spreekt over handteekeningen onder stukken, terwijl er slechts één hand- teekening op voorkomt en dan over lakzegels of andere zegels, terwijl op geen enkel stuk eenig zegel voorkomt. Deze laatste misvatting van den heer R. heeft het tragi-comlsche gevolg gehad, dat in België om de een of andere reden ook nog „echte" valsche stukken zijn aangemaakt, waarop de operette-achtige affaire Frank Heine volgde. Maar dit is dan ook de eenfge note gaie in deze eenvoudige doch verward geworden historie. Na de publicatie heeft de heer R. mijzelf en door anderen herhaaldelijk laten vragen om pbotogrammen van de stukken. Ik heb hem hierin niet ter wille kunnen zijn. Hoe de heer Ritter mij deelhebberschap aan 211 Publicatie kan toedichten is mij een raad sel. NEDERLAND EN BELGIE Een vergadering van den Katholieken Vredesbond te Brussel Naar wij vernemen, is er na de vergadering, welke de Katholieke Vredesbond Maandag j.l. te Den Haag had belegd, een vertrouwelijke be spreking gevoerd, waarin de mogelijkheid van een dergelijke bijeenkomst te Brussel is be sproken. Van Belgische zijde werd verzocht eenige Nederlandsche sprekers naar Brussel te doen komen. Men zou daar dan een soort gelijke vergadering beleggen, waarop de be staande kwesties meer van Nederlandsch standpunt zouden worden belicht. MEMORIE VAN ANTWOORD OP HET VOORLOOPIG VERSLAG DER TWEEDE KAMER. Geen monopolie van Concessionarissen, Geen provinciaal verordeningsrecht. In de memorie van antwoord op het V. V. dor Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp houdende algemeene regelen ter zake van de elecBriciteitsvoorziening zegt de miimisteT van Waterstaat, dat, hoewel hij volle waardcoring heeft voor wat de provinciale besturen tot stand brachten, dat hem er toch niet top kan brengen, het' daarheen te leiden dat als een Rijksregeling tot stand komt, daarnaast ook de provinciale zeggenschap wordt gehand haafd. En nu hebben de argumenten, in liet voorioo pig verslag door een deel der commissie te berde gebracht om het heihoud van het provin ciale verordeningsracht aan te prijzen, den minister niet overtuigd van de wenschelijtoheid ■van dit middel. Het kan voor geen twijfel vatbaar zijn of een beslissing, volgens het wetsontwerp genomen, geeft meer waarborg dat ze is in het belang van een goede electriclteitsvoorzienmg (en daarover mag het toch alleen gaan) dan een beslissing van het provinciaal bestuur, eenst- be langhelbbe nid e Dat de industrie behoefte heeft aan goed koops tarieven, maar daarnaast aan bedrijfsze kerheid, welke het best bereikt wordt door kapitaalkrachtige bedrijven, die door onderlin ge koppeling zijn verbonden, beaamt de minis ter ten volle. De minister handhaaft volkomen zijn stand punt dat in het wetsontwerp niet moet worden neergelegd een monopolie voor de concessio narissen en dat het provinciale verorden!rge recht als gevolg van de Rijksregeling moet vervallen. WIJNACCIJNS e Wetsontwerp ingetrokken. Ingetrokken is het bij die Tweede Kamer in gediende ontwerp van wet, houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op wijn. Uitgifte van 1.000.000 tegen 100 pet. De N.V. Ford Motor Company of Holland bericht, dat de inschrijving op 1.000.000 ge wone aandeden van 100 elk, aan toonder, ten volle deelende in de winst van 1 November 192:8 af, in coupures van 100 en 1000 (10 aandeden van 100), in de N.V. Nederlandsche Ford Automobiel Fabriek is opengesteld op Dinsdag 16 April 1929, tot den koers van 100 pet. ten kantore der Rotterdamische Bankveir- eenlging N.V. Inschrijvingen van in Nederland woonachtige Nederlanders genieten de voorkeur. De storting moet plaats vinden op Maandag 22 April 1929. De officiieele beursnoteering te Amsterdam en Rotterdam wordt aangevraagd. Aan de leden der Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam, van de Vereeni ging van Effectenhandel! aren te Rotterdam en van den Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de provincie te 's Gravenlhage wordt hij stor ting vergoed pet. over het bedrag der hun toegewezen aandeden. Aan het prospectus ontleenen wij: De maatschappij is te Rotterdam opgericht met het doel de vervaardiging, het koopen en verkoopen van alle soorten waren en fabrikaten, daaronder in het hij-zonder begrepen automo bielen, tractors en andere motorrij- en voertui gen; vliegmachines, luchtschepen, schepen en vaartuigen van iedere soort; instrumenten, landbouwmachines en andere handelsgoederen of onderdeelen. De winsten der Ford Motor Company of Holland bedroegen van 6 Maart31 December 1924 1.59S.699, over 1925 1.890.160, over 1926 1.225.S29, over 1927 875.962, over 1928 965.593. De vermindering van de winst ovet 1927 was bet gevolg van stopzetting va.n de productie der bekende model T automobielen. t Repliek van den heer Ritter op het antwoord van Minister de Geer. li WAT VAN REGEERINGSWEGE GEDAAN WERD y HET VERSTREKKEN VAN ONJUISTE EN HET ONTHOUDEN VAN JUISTE INLICHTINGEN i De heer P. H. Ritter Jr., hoofdredacteur van het „U. D.", repliceert in een schrijven aan !>Iin is ter-President de Geer op diens antwoord op zijn eerste schrijven en zegt o.m. het vol- :gende: Nu een onpartijdig onderzoek, dat de waar heid objectief zou vaststellen, door TJ.E. is af gesneden, rest aan ondergeteekende nog slechts een korte samenvatting te geven van wat hij, voor een onpartijdige instantie, omstandig toegelicht en onder eede zou hebben getuigd, B.I. Ie. dat zijne publicatie is mogelijk gemaakt door de welwillendheid van een agent van U-E-'s regeering; 2e. dat de onbetwijfelbare echtheid van het document door ond. is aan genomen, op grond van de mededeelingen van dien agent en van de deskundige inlichtingen op het document zelf te diens kantore aan ondergeteekende verschaft; Se. dat die ocht- heid door ond. ook na het Belgisch dementi is volgehouden op grond van een hernieuwd overleg met dien agent. Daar door U.E. niet wordt ontkend en ook Diet ontkend kan worden ,de juistheid van ond.'s vaststelling, dat de heer van Benningen in deze aangelegenheid fungeerde als vertrou wensman, agent of orgaan der regeering en hij zich als zoodanig beschouwde en voordeed, achtte ond. zich dus evenzeer als de regeering - verantwoord om geloof te schenken aan dezen vertrouwensman, op wiens karakter „als eer- i lijk man" ook U. E. zich thans beroept. Ond. was en is, rebus sic stantibus, vol- I komen gerechtigd, zijne publicatie en zijne i verdediging der echtheid te beschouwen als te zijn geschied met medeweten en geenszins tegen den wensch der regeering. Onopgehelderd blijft, ook na deze summiere inlichtingen, boe de geest, die spreekt uit den geheimen aankoop, (voor echt, ten behoeve van .U.E.'s regeêring, van of via vooraanstaande leiders der Vlaamsche activisten, met geid van 'den invloedrijksten tegenstander van de Re- geeringsoplossing der kanalenkwestie,) van j deze Brusseische falsificatie, te rijmen is piet de openbare betuiging, in de regeerings- Verklaring van 5 Maart, van Nederland's „oude Vriendschap" met België en met het geloof j,dat ons land van geen enkele andere natie .eenig gevaar dreigt." Hoe dit zij: de „schadelijke gevolgen", niet yan de publicatie als zoodanig, die slechts goede gevolgen heeft gehad en waarop ond. fier blijft, i r— maar van de publicatie onder de verzekering yan de onbetwijfelbare echtheid en van de Ter- flediging van die echtheid ook na 25 Februari, j ^lijn uitsluitend te wijten aan het verstrekken 1 Van onjuiste en het onthouden van jniste in- lichtingen van regeeringswege. i ANTWOORD VAN DEN HEER VAN BEUNINGEN AAN DR. RITTER Het tragi-comisehe gevolg van een misvatting De „N.R.Ct". heeft zich naar aanleiding van dien jongsten brief van dr. P. H. Ritter Jot, den heer D. G. v. Beundnigen gewend, die 1 pan het blad het volgende mededeelt: „Zooeven bereikt mij de telefonische mede- j deeling dat mr. P. H. Ritter, hoofdredacteur yan het „U.D.", voortgaat mij te betichten van deelhebbeTschap in de publicatie van het be- ■faamde document. Ik acht het derhalve noodig j ïnijn rol in deze affaire en mijn contact met den beer Ritter open te leggen. Begin Januari jJ. bezocht mij een te goeder paam en faam hekend staand man met de mede deeling, dat, voor Nederland groot belang heb bende Belgische staf-stukken verkrijgbaar zou den zijn. Ik heb den man verzocht enkele dagen igedüld te willen hebben en heb mij gewend tot de regeering met geheel dezelfde mededeeling en met de vraag of deze stukken waarvan de Inhoud in grove trekken was aangegeven haar Interesseerden Mij werd daarop bevestigend ge antwoord. Hierop heb ik den bezoeker van be gin Januari medegedeeld, dat ik de stukken zou willen aankoopen, er tegelijkertijd uitdruk kelijk op wijzende, dat de aankoop door mij alleen en uitsluitend geschieden zou teneinde 'de stukken onmiddellijk ter hand te steden aan de Nederlandsche regeering. Bezwaar hiertegen bleek niet te bestaan. De éenige reserve, die mijn bezoeker maakte was 1 geheimhouding van zijn naam. Op 14 Januari j.l. werd mij daarop een •gésumé ter hand gesteld van een aantal verga- deringen der gemengde commissie, ingesteld hij Koninklijk besluit van 15 December 1927, Moniteur beige No. 350 van 16 December 1927. Hoewel dit stuk wel een aantal voor Neder- Jand wetenswaardige gegevens bevatte, was het piet in overeenstemming met het in uitzicht geste! Overbrenger meende, dat dat ook te krijgen zou zijn; er zou echter opnieuw voor Ibetaald moeten worden. Ik heb hierin toege stemd onder beding, dat ik in tegenstelling met de betalingswijze van het eerste stuk, eerst na ^levering en aceoordbevinding zou betalen. Op den 29sten Januari j.l. ontving ik opnieuw een bezoek en werd mij getoond een schrijven van den chef van den generalen staf, getee- kend Galet, waarhij deze aan den generaal (Mahieu ter bestudeering deed toekomen in twee vou-d afschrift van een proces-verhaal van staf- oonferenties gehouden Septembor 1927. Bij eersten oogopslag drong het gewicht van jfflit document tot mij door, terwijl nadere be- etudcering mij overtuigde, 'dat het echt en 'authentiek was. I Overbrenger deelde mij mede, dat deze brief tien °en exemplaar der geadviseerde afschriften GVoor een bepaalde som te beschikking stonden, fjk heb hem de som betaald en het schrijven Jjvan Galet onmiddellijk behouden; dit is niet ^jneer in handen van den overbrenger geweest. DpvaWend is ook dat het nooit gepubliceerd ijs en er dus -geen afschrift van schijnt te be staan. Op 31 Januari j.l. werd mij daarom het af- ^Johrift van het proces-verhaal, overhandigd, en Óp 1 Februari heb ik het departement van Naar „De Tijd" uit Brussel verneemt, is de rede, welke Maandag j.l. door den Belgi schen senator Pater Rutten in de vergadering van den R. K. Vredesbond te Den Haag is uitgesproken, vooraf ter inzage voorgelegd aan den secretaris-generaal van het Belgisch ministerie van buitenlaudscbe zaken, van Lan- genhoven, zoodat inhoud en vorm van die rede goedgekeurd waren door den'minister van bui tenlandsche zaken, Carl Hijmans. NEDERLAND—INDIë PER VLIEGBOOT NAAR NAPELS VERTROKKEN Blijkens een hij het Departement van Defen sie ontvangen telegram zijn de drie marine- vliegbooten op weg naar Ned.-tndli gis terenochtend te 6 uur van Berre (bij Marseille) vertrokken naar Napels. MINISTER LAMBOOY TE v SCHELLINGWOUDE. De proefvluchten geslaagd. De Minister van Defensie, de heer J. M. J. H. Lambooy heeft gisterenochtend een bezoek gebracht aan den Marine-viiegdienst te Schel- lingwoude, waar Zijne Excellentie het proef vliegen bijwoonde van een nieuw Fokker-dvij- ver-toestei, dat voor de Marine bestemd is. De proefvlucht is goed geslaagd. Het -vliegbuiig werd bestuurd door den offii- cler-vlieger van der Kroef, terwijl de officier- vlieger Eiikeriboait eveneens in het toestel had plaats -genomen. Op de Zuiderzee werd gestart, waarna een snelheid- en hoogtevlucikt werden gemaakt. Uitgifte van nieuwe en pref. aandeelen De Raad van Commissarissen der N. V. Phi lips' Gloeilampen fabrieken heeft ,op voorstel van de directie der Vènnootscbap, besloten in den loop der volgende maand, na het publicee ren van het jaarverslag, nieuwe aandeelen N. V. Gemeenschappelijk Bezit van Aandeelen Philips' Gloeilampenfabrieken uit te geven, met dien verstande, dat twee gewone aandee len Philips' en/of Gemeenschappelijk Bezit recht geven op een gewoon aandeel Gemeen schappelijk Bezit, tegen een koers van 250 pet. en twee cum. pref. aandeelen Philips' en/of Gemeenschappelijk Bezit op een pref. aandeel Gemeensch. Bezit, tegen een koers van 130 pet. De nieuwe aandeelen zullen ten volle gerechtigd zijn tot het dividend, hetwelk over het boek jaar 1929 zal worden uitgekeerd. HERO CONSERVEN BRED Onveranderd dividend. Na-ar wij vernemen, zal aan de jaaHij-kscihe aügemeene vergadering van aandeelhouders worden voorgesteld voor 1928 een dividend uit te keeren van 6 pet. (evenals in 1927). DE WILLEBRORD SNELLIUS. Rlijikens bij bet Departement van Defensie ontvangen bericht heeft Hr. Ms. opnemings- vaartuig „Wiilebrord Sneillus" den lOen dozer ter voortzetting van de reis naar Ned.-lndië Alexandria verlaten. Mgr. Aengenent's Vastenbrief 1929 als brochure uitgegeven. Door de Di-oc. Commissie van Samenwerking in het bisdom den Bosch werd in brochure vorm uitgegeven de eerste Vastenbrief van Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop van Haar lem, handelende over en gericht tegen het economisch liberalisme, onder den titel van: „De Naastenliefde in het sociale leven". Zooals terecht in het voorwoord wordt op gemerkt, leent ze zich uitstekend voor hand leiding bij een socialen cursus. Het boekje is, zooals gezegd, een uitgave van de Dioc. Commissie van Samenwerking, bisdom 's-Bosch, secretariaat Trouwlaan 12, Tilburg. Het planMussert. VRAGEN AAN DEN MINISTER. Door den heer van der Waerden, zijn aan den minister van Waterstaat de volgende vra gen gesteld: 1. Heeft de minister kennis genomen van het besluit van het gemeentebestuur van Amster dam, waarbij het zich neerlegt bij het kanaal- plan door de Geldersche Vallei, indien het zijn voorkeursplan naar Wijk hij Duurstede niet, kan verkrijgen? 2. Is de minister, alvorens zijn definitieve keuze te bepalen bereid het plan-Mussert, dat de opheffing- der geprojecteerde sluis bij Utrecht beoogt, zoodat één kanaalpand van Am sterdam tot den Rijn zou ontstaan, te doen onderzoeken WIJZIGING NOODZAKELIJK Woensdag is te Amsterdam in hotel „Kras- napolsky" een vergadering gehouden, bijeen geroepen door het voorioopig comité in zake de faillissementswet, teneinde de klachten te bespreken die ten aanzien van verschillende be palingen der faillissementswet bestaan en om tot oprichting te komen van een vereeniging die streven zal naar het totstand komen van de noodig geachte wetswijzigingen Sinds vele jaren wordt door den handel geklaagd over ver schillende bepalingen der faillissementswet, maar meer nog over de wijze waarop deze wet wordt toegepast Ongeveer vijftien jaar geleden werd eea poging aangewend om den handel tie organiseeren met het doel verbetering te krijgen. Deze poging mislukte echter door het uitbreken van den wereldoorlog. Sindsdien is er niets meer in die richting gedaan. On langs echter hebben verschillende organisaties en particuliere handelaars besloten een nieuwe poging te doen tot verbetering der bestaande toestanden en eind Februari werd een voor Zoopig comité gesticht. Dit comité stelt zich ten doel een breede organisatie te stichten, met vertakkingen over 't geheele land. Om tot de oprichting van deze organisatie te komen was deze vergadering belegd. De bijeenkomst die vrij druk bezocht was, werd geopend door den voorzitter van het voorioopig comité, den heer S. R. Klatte, die in het kort het dool der bijeenkomst uiteenzet te. De vergadering verklaarde daarop zich te kunnen vereenigen met den inhoud van de door het voorioopig comité verstuurde circulaires, waarin werd betoogd dat zoowel ten opzichte van de wet zelf als van haar toepassing o.m. do volgende wijzigingen noodzakelijk werden geacht. het uitschakelen van de tallooze faillisse mentsaanvrage®, met bet veelal ook door aan vragers niet gewenschte resultaat: Faillisse ment; het bevorderen van gerechtelijk en buiten gerechtelijk accoord, evenwel met schep onder zoek naar de wijze waarop de activa zijn ver dwenen beperking van het recht van den Curator en van den gefailiieerde om vorderingen te be twisten, met maatregelen tevens om de afwik keling van deze geschillen, dus ook van het faillissement, te bespoedigen; de wenschelijkheid van het deponeeren van lijsten van bevoegde taxateurs uit verschillende takken van bedrijf, waardoor een behoorlijke opbrengst van <le goederen-voorraden zal wor den bevorderd; voorschriften, waardoor- zal worden bevor derd, dat de afwikkeling van failliete boedels zal zijn liquidatie en niet executie Ook tal van andere bezwaren en wenschen werden naar voren gebracht o.a.: de veel te hooge kosten, verbonden ook aan de kleinste Kantongerechtzaak, veelal veroor zaakt door het verouderde stelsel van oproepen van getuigen per deurwaardersexploit; het instellen van Handelsrechtbanken, zoo als die in het buitenland bestaan en waarin naast juristen ,ook goed aanschreven, ervaren zakenlieden zitting hebben; wettelijk geregelde, preventieve maatregelen, zooals deze b.v. in België worden toegepast. Met algemeene stemmen werd na eenige dis cussie besloten het voorioopig oomité te in- stalleeren als het voorioopig bestuur van de vereeniging. Mr. J. Huges, secretaris van do Kamer van Koophandel te Arnhem hield daar na een inleiding over het incasseer en van kleine vorderingen. Na nog enkele besprekingen werd de verga dering gesloten. AUDIËNTIE. De gewone audiëntie van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal op Maandag 15 April e.k. niet plaats hebben. JOURNALISTIEK. Blijkens een artikel in „Het Vaderland" van gisterenavond, bestaat dit Haagsche liberale orgaan lieden 60 jaar. Matige resultaten in 1928. HET ONTWERP-BOTER- EN KAASWET. Donderdag hield de Nederlandsche vereeni ging van Kaashandelaren te Gouda haar 86ste algemeene vergadering. In zijn openingswoord herdacht de voorzit ter de heer A. J. Schilt in warme bewoordin gen de in het afgeloopen jaar overleden leden de liceren J. van Eijk en J. v. d. Linden. Volgens het jaarverslag over 1928 is dit jaar voor den kaashandel een jaar geweest van ma tige resultaten. De moeilijkheden, aan den kaashandel in het buitenland in den weg gelegd, namen nog steeds toe. Het Stemt verheugend, dat de buitenlandsche handel zich ondanks deze belemmeringen heeft kunnen handhaven, zij het niet dan met meer dere moeite en kosten. Tezamen met de vereeniging voor zuivelin dustrie en melkhygiëne cn de producenten han delsvereniging word de actie tegen 't 'ontwerp- Kaas- en Boterwet voortgezet. Ook in het afgeloopen jaar mocht het niet gelukken van de Regeering toestemming te ver krijgen voor uitvoer van de boeren-Leidsche- kaas. Het Bestuur stelde pogingen in het werk om te geraken tot een inniger samenwerking tns- schen de verschillende vereenigingen van kaas handelaren. Na voorlezing van dit jaarverslag sprak de voorzitter zijn afkeuring uit over de meer dan ergerlijke wijze, waarop hem op de vergadering van de F. N. Z, te Utrecht, waar toch het ontwerp boter- en kaaswet werd besproken, door oud-minister Posthuma belet is de mee ning van de vereeniging van kaashandelaren, die de wet een onding noemt, te zeggen. Nu het z.i. duidelijk is, hoe weinig de tïol- landsche belangen worden behartigd drukte hij den leden op het hart een zoo krachtig moge lijke actie tegen de totstandkoming der wet te voeren. De heeren J. Th. L. Wit bof Keus, A. J. Schilt en A. S. Sirks werden bij enkele candidaat- stelling als bestuursleden herkozen. Met algemeene stemmen besloot de vergade ring de contributie op 15 te handhaven. Daarna werd van gedachten gewisseld o -er het ontwerp-kaas- en boterwet. De secretaris der vereeniging mr. M. de Mol, zeide in de uiteenzetting, welke hij over deze wet gaf, dat hoewel het nieuwe ontwerp is uit gebreid tot alle landbouwproducten, feitelijk alleeu de boter- en kaashandelaren worden ge troffen. Als de wet aangenomen wordt 'ligt de boter- en kaashandel geheel aan handen en voeten gebonden. De voorzitter beaamde dit volkomen, en ver klaarde nadrukkelijk, dat de vereeniging niet is tegen een eigen goed Rijksmerk en bet be vorderen van het Nederlandsch product, doch alleen tegen te diep ingrijpen door de ambte naren. De heer van der Most, zeide, dat het verzet zich niet richten zou tegen het ontwerp zelf, wanneer er niet aan verbonden was een strijd tusschen de coöperatieve kaasbereiding en den vrijen handel. De noordelijke provincies gaan tegenover Noord- en Zuid-Hoiland een bevoorrechte posi tie innemen, daar zij van de regeering een on- geoorloofden steun zullen ontvangen. De voorzitter laakte de handelwijzen van de Friesc-he kaasproducenten, die een merk voe ren, dat ze eigenlijk niet in den handel mogen brengen. De heer Withof-Keus beweerde, dat noch de minister, noch een der kamerled-en de portee der wet begrijpt. Hij stelde voor de Koningin te verzoeken een commissie te benoemen, die een onpartijdig onderzoek zal instellen. Tenslotte werd besloten aan bet bestuur vrij heid van handelen te laten. De voorzitter deed de toezegging dat het bestuur met alle energie en op een wijze, die als de beste beschouwd mag worden, zijn taak zal vervullen. Goedgevonden werd aan de regeering een adres te zenden, waarin het standpunt en de meening der vereeniging zal worden uiteen gezet. PRODUCTIE EN UITVOER VAN BACON. Volgens mededeeling van de Directie van don Landbouw werden van 28 Maart tot 3 April geslacht voor baconbereiding 19.808 (vorige week 26.030) varkens. Uitgevoerd werd bacon afkomstig van 21.468 (20.522) varkens. INVOER FIJNE ZADEN. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt mede, dat in de maand Maart 1929 aan fijne zaden werd ingevoerd: maanzaad (papaver zaad) 566 Kg., karwijizaad 8747 Kg., kanarie- zaad 35.211 Kg., bruin mosterdzaad 30.000 Kg., en geel mosterdzaad 5220 Kg. I DE ZEEMILITIE MET ZIEKTEVERLOF. Wegens het voorkomen van encephalitis lethargies. In de laatste dagen is naar het „Hbld." meldt onder de zeemiliciens, diie thans te Den Helder onder de wapens zijn, een drietal gevallen van encephalitis lethargica voorgekomen, waarvan twee met doodelijken afloop. Het is niet met zekerheid bekend of de bron van de besmetting ligt in de marine-kazerne te Den Helder of op het logementsschip „Buf fel", waarop een deel der miliciens is onderge bracht. De mogelijkheid bestaat ook dat twee der miliciens tijdens het Paaschverlof besmet zijn. Ofschoon de geneeskundige dienst het niet waarschijnlijk acht, dat de haard der besmet ting zich in de marine-kazerne of op de „Buf fel" zou bevinden, is in overleg met den hoofd inspecteur van de volksgezondheid in Den Haag besloten om aan te nemen dat de haard zich hier wel bevindt, op grond van de overweging dat de mogelijkheid daarvan niet is uitge sloten. Dientengevolge zullen de zeemiiiciens gedu rende ongeveer een week naar huis gezdinden worden en de marinekazerne en het logement schip „Buffel" worden ontsmef. De ervaring heeft geleerd, dat verspreiding van de men- schen in gevallen als deze een gunstigen in vloed heeft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 10